Mijndensedijk 60, Nieuwersluis
Bestemmingsplan - Gemeente Stichtse Vecht
Vastgesteld op 17-12-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan “Mijndensedijk 60, Nieuwersluis” met indentificatienummer NL.IMRO.1904.Mijndensedijk60NWS-VG01 van de gemeente Stichtse Vecht;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
1.3 aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.4 aan huis gebonden bedrijf
een bedrijf, gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten en zorg of het uitoefenen van (ambachtelijke) bedrijvigheid door middel van handwerk, dat door de bewoner(s) van een woning in of vanuit die woning of een bijbehorend bijgebouw dan wel, in geval van een meergezinswoning of bovenwoning, vanuit de begane grondverdieping van een gebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft;
1.5 aan huis gebonden beroep
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft;
1.6 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.7 andere wettelijke regelingen
voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals die luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan Mijndensedijk 60, Nieuwersluis;
1.8 balkon
een bouwwerk geen gebouw zijnde bevestigd aan de buitenzijde van een gebouw en toegankelijk is via een deur vanuit het betreffende gebouw en tevens is voorzien van veiligheidsvoorzieningen conform het Bouwbesluit;
1.9 bebouwing
één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken;
1.10 bebouwingspercentage
een aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel c.q. bestemmingsvlak, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
1.11 bedrijfsvloeroppervlak
de totale vloeroppervlakte van detailhandel, dienstverlening, horeca of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige;
1.12 beeldbepalend pand
gebouw, complex van gebouwen of andere ruimtelijke objecten die staan aangeduid en die bepalend zijn voor de karakteristiek van zijn omgeving;
1.13 begane grond
de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau;
1.14 bestaand
- a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat en is gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning/omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
- b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.15 bestaande woning, bebouwing, oppervlakte, goothoogte, hoogte of inhoud
de woning, bebouwing, oppervlakte, goothoogte, hoogte en inhoud, zoals die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of rechtens mag bestaan;
1.16 bestemmingsgrens
een aangegeven lijn die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak;
1.17 bestemmingsvlak
een door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met éénzelfde bestemming;
1.18 bouwvlak
een als zodanig aangegeven vlak;
1.19 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.20 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.21 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.22 bijgebouw
een op zichzelf staand niet voor bewoning bestemd, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.23 cultuurhistorische waarden
Bouwkundige, geografische en archeologische elementen die kenmerkend zijn voor de ontstaans- en beschavingsgeschiedenis van het gebied;
1.24 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, het verhuren en/of het leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of een bedrijfsactiviteit;
1.25 dienstverlening
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;
1.26 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw of woonschip en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw of woonschip, en, voorzover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;
1.27 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.28 hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming en architectuur, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.29 kap
een (geheel of gedeeltelijk) niet horizontale dakconstructie, gevormd door tenminste twee schuin hellende dakschilden, met dien verstande dat indien sprake is van een lessenaarsdak, de kap wordt gevormd door één schuin hellend dakschild;
1.30 maaiveld
bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
1.31 meest doelmatig gebruik
een voorgenomen gebruik dat geen (praktisch onomkeerbare) wijziging van de bestemming tot gevolg heeft, tenzij planologische redenen zich tegen dit gebruik verzetten;
1.32 omgevingsvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.33 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.34 omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3. onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
1.35 overkapping
een bouwwerk geen gebouw zijnde voorzien van een gesloten dakconstructie;
1.36 peil
de door Burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van de weg waaraan het bouwwerk is gelegen of, indien het bouwwerk niet direct aan de weg is gelegen, de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
1.37 plat dak
een dak met een dakhelling van 0-2°;
1.38 seksinrichting
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, en/of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub en (raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.39 streefpeil
Het reglementair vastgestelde waterpeil dat door de beherende instantie wordt nagestreefd;
1.40 tuin
een als zodanig op de kaart aangegeven vlak waarbinnen geen gebouwen zijn toegestaan, behoudens via ontheffing;
1.41 uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.42 verdieping(en)
de bouwlaag, respectievelijk bouwlagen, die boven de begane grondbouwlaag is/zijn gelegen;
1.43 verharding
materiaal, meestal bestaande uit steenachtige soorten dat is gelegen op de bodem en dat leidt tot een versteviging van het oppervlak;
1.44 voorgevel
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van een weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt;
1.45 voorgevelrooilijn
de lijn die samenloopt met de ingetekende begrenzing van het bouwvlak hoofdgebouwen, voor zover deze begrenzing gelegen is aan de zijde waarop de bestaande ontsluiting van de woning naar het openbaar gebied plaatsvindt;
1.46 waterkeringbeheerder
Diegene die verantwoordelijk is voor het zorgdragen voor veiligheid tegen overstromingen en het zorgdragen voor de aanwezigheid of aanvoer van voldoende water van goede kwaliteit;
1.47 waterkering
Lijnvormig object dat twee peilgebieden scheidt;
1.48 weg
alle voor het rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen behorende of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
1.49 Wet geluidhinder
Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99), houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidt op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan;
1.50 Wet op de economische delicten
Wet van 22 juni 1950, Stb. K 258, houdende vaststelling van regelen voor de opsporing, de vervolging en de berechting van economische delicten, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
1.51 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding;
1.52 woningwet
Wet van 29 augustus 1991 (Stb. 439) tot herziening van de woningwet, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 algemeen
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.2 meten
De in deze regels gegeven bepalingen omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten, pilasters, stoeptreden, kozijnen, dorpels, balkons, toegangspartijen en soortgelijke bouwdelen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Tuin
3.1 bestemmingsomschrijving
3.2 bouwregels
3.3 afwijken van de bouwregels
Artikel 4 Wonen
4.1 bestemmingsomschrijving
4.2 bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
4.3 afwijken van de bouwregels
4.4 afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.1.1 voor het toestaan van kleinschalige verblijfsrecreatie, uitsluitend in de vorm van “bed and breakfast” met bijbehorende voorzieningen, mits:
- a. Maximaal 30% van de oppervlakte van de op het moment van het nemen van het ontheffingsbesluit bestaande bebouwing, met een maximum van 50m², hiervoor wordt gebruikt;
- b. opslag en stalling in verband met de nevenactiviteiten uitsluitend inpandig plaatsvinden;
- c. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
- d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;
- e. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
Artikel 5 Waarde - Archeologie
5.1 bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
5.2 bouwregels
5.3 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4 wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het verwijderen van de bestemming Waarde - Archeologie, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit mogelijk is.
Artikel 6 Waarde - Beschermd Stads- En Dorpsgezicht
6.1 bestemmingsomschrijving
6.2 bouwregels
6.3 afwijken van de bouwregels
6.4 specifieke gebruiksregels
6.5 afwijken van de gebruiksregels
6.6 omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
Artikel 7 Waarde - Cultuurhistorie
7.1 bestemmingsomschrijving
7.2 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Waterstaat - Waterkering
8.1 bestemmingsomschrijving
8.2 bouwregels
8.3 afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2.2, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels. Omgevingsvergunning wordt verleend indien het waterstaatsbelang niet onevenredig wordt geschaad.
8.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Bouwregels
10.1 bestaande maatvoering
In die gevallen dat de bestaande goot- en boeiboordhoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goot- en boeiboordhoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
10.2 bestaand bebouwingspercentage
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt in elk geval verstaan:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.
Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels
12.1 afwijking
Artikel 13 Uitsluiting Aanvullende Werking Bouwverordening
De regels van stedenbouwkundige aard van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voorzover het betreft:
- a. bereikbaarheid van bouwwerken van wegverkeer, brandblusvoorzieningen;
- b. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. de ruimte tussen bouwwerken;
- d. parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 overgangsrecht bouwwerken
14.2 overgangsrecht gebruik
Artikel 15 Slotregel
Het plan kan worden aangehaald als bestemmingsplan “Mijndensedijk 60, Nieuwersluis”.
De voorzitter, De griffier,
……………… ………………
Bijlage 1 Nota Beantwoording Zienswijzen
Bijlage 1 Nota beantwoording zienswijzen