KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 2 Meten
Hoofdstuk 2 Gebruiks- En Bouwbepalingen
Artikel 3 Gebruik
Artikel 4 Bouwen
Hoofdstuk 3 Algemene Bepalingen
Artikel 5 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 6 Overgangsrecht
Artikel 7 Algemene Afwijkingsbepalingen
Artikel 8 Citeertitel
Bijlage 1 Bedrijvenlijst
Bijlage 1 Overzicht Bedrijven Kruiswijk I En Ii
Bijlage 2 Luchtfoto

Beheersverordening Bedrijventerrein Kruiswijk I en II

Beheersverordening - Gemeente Hollands Kroon

Vastgesteld op 28-05-2013 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 verordening:

de beheersverordening Bedrijventerreinen Kruiswijk I en II van de gemeente Hollands Kroon;

1.2 verordeningsgebied:

het gebied waarop deze verordening van toepassing is, vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1911.BHVKruiswIenII2013.va01 met bijbehorende bestanden;

1.3 bestaand:

  1. a. bestaand gebruik: het gebruik van de gronden en bouwwerken zoals aanwezig op moment van de vaststelling van de verordening of zoals dat kan worden uitgeoefend krachtens een omgevingsvergunning voor het gebruik; daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
  2. b. bestaande bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening
    1. 1. aanwezig zijn én bij of krachtens de Woningwet c.q. de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd;
    2. 2. nog kunnen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;

1.4 bedrijfsvloeroppervlakte:

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.5 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.6 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.7 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.8 bouwperceelsgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.9 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.10 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.11 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.12 detailhandel in volumineuze goederen:

detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, in de vorm van detailhandel in auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair en naar de aard daarmee gelijk te stellen artikelen;

1.13 druiplijn:

de horizontale snijlijn van het oplopende dakvlak met het daaronder gelegen buitenwerkse gevelvlak; dit betekent dat in voorkomende gevallen de druiplijn wordt bepaald overeenkomstig het hieronder staande:

afbeelding "i_NL.IMRO.1911.BHVKruiswIenII2013-va01_0001.jpg"

1.14 e-commerce zonder afhaalpunt:

een lokatie uitsluitend bedoeld voor opslag en distributie van artikelen, tot stand gekomen na aan- en/ of verkoop via internet en zonder rechtstreekse verkoop of productadvisering via winkel, showroom of etalage;

1.15 gebouw:

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.16 hoofdgebouw:

een gebouw, dat gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken;

1.17 peil:

  1. a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
    1. 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
    1. 1. de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij aanvang van de bouw;
  3. c. indien op het water wordt gebouwd:
    1. 1. het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);

1.18 risicovolle inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;

1.19 showroom:

een gebouw of een onderdeel van een gebouw, waar de ten verkoop aangeboden goederen worden tentoongesteld, terwijl de levering van de goederen aan de koper doorgaans niet onmiddellijk plaatsvindt.

Artikel 2 Meten

Tenzij anders bepaald, worden de waarden die in m of m² zijn uitgedrukt op de volgende wijze gemeten:

  1. a. afstanden loodrecht;
  2. b. goothoogte: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
  3. c. bouwhoogte: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
  4. d. oppervlakte (van een bouwwerk): tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
  5. e. maten buitenwerks, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 0,5 m buiten beschouwing blijven.

Hoofdstuk 2 Gebruiks- En Bouwbepalingen

Artikel 3 Gebruik

3.1 Bestaand gebruik

  1. a. De binnen het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaand gebruik;
  2. b. Onder bestaand gebruik voor bedrijvigheid wordt tevens verstaan:
    1. 1. ter plaatse van besluitsubvlak “bedrijf tot en met categorie 2” het gebruik ten behoeve van bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, alsmede naar de aard en invloed op de omgeving daarmee vergelijkbare bedrijven, met uitzondering van risicovolle inrichtingen;
    2. 2. ter plaatse van besluitsubvlak “bedrijf tot en met categorie 3.2” het gebruik ten behoeve van bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 t/m 3.2., alsmede naar de aard en invloed op de omgeving daarmee vergelijkbare bedrijven, met uitzondering van risicovolle inrichtingen;
    3. 3. het houden van showrooms en verkoopruimten behorende bij de toegestane bedrijven, tot een oppervlakte per bedrijf van ten hoogste 30% van de bedrijfsvloeroppervlakte van het betreffende bedrijf;
    4. 4. zelfstandige kantoren op Kruiswijk II.

3.2 Afwijking ten aanzien van het bestaande gebruik

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1. onder b in die zin dat:

  1. a. de oppervlakte van een showroom of verkoopruimte wordt vergroot tot ten hoogste 40% van de bedrijfsvloeroppervlakte van het betreffende bedrijf;
  2. b. detailhandel wordt toegestaan voorzover het betreft:
    1. 1. productiegebonden detailhandel;
    2. 2. goederen die worden verkocht als ondergeschikte nevenactiviteit van het ter plaatse gevestigde bedrijf;
    3. 3. e-commerce zonder afhaalpunt;
    4. 4. goederen waarvan de verkoop door milieuverstoring en/of brand- of explosiegevaar niet past in woonwijken of winkelcentra;
    5. 5. detailhandel in (onderdelen van) volumineuze goederen, tot een oppervlakte van 1.500 m² per detailhandelsbedrijf;

mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

3.3 Bestaand gebruik openbare ruimte

Binnen de openbare ruimte kunnen de functies water, wegen, groen, parkeervoorzieningen en fiets- en wandelpaden onderling worden uitgewisseld.

Artikel 4 Bouwen

4.1 Bestaande bouwwerken

  1. a. Binnen het verordeningsgebied aanwezige bestaande bouwwerken zijn toegestaan en mogen op dezelfde locatie worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen;

met dien verstande dat:

  1. b. per besluitsubvlak “maximum bebouwingspercentage 60%” bouwwerken zijn toegestaan tot een gezamenlijke oppervlakte zo groot als 60% van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het bouwperceel, mits een afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelgrens van minimaal 2,00 m wordt aangehouden;
  2. c. een goothoogte van maximaal 6,00 m voor de gebouwen is toegestaan;
  3. d. een bouwhoogte van maximaal 8,00 m voor de gebouwen is toegestaan op het terrein Kruiswijk I;
  4. e. een bouwhoogte van maximaal 12,00 m voor de gebouwen is toegestaan op het terrein Kruiswijk II;
  5. f. Op Kruiswijk II tevens een plat dak is toegestaan, in welk geval een bouwhoogte van 10,00 m is toegestaan.

4.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden vergroot, en nieuwe bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden:

  1. a. de bouwhoogte van erf- en perceelsafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevels van gebouwen mag niet meer bedragen dan 1,00 m;
  2. b. de bouwhoogte van overige erf- en perceelsafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,00 m;
  3. c. de bouwhoogte van kranen en lichtmasten mag niet meer dan 9,00 m bedragen;
  4. d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3,00 m bedragen.

4.3 Afwijking ten aanzien van het bouwen

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.1. in die zin dat:

  1. a. het bebouwingspercentage van het bouwperceel wordt verhoogd tot ten hoogste 90%, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de parkeergelegenheid, laad- en losruimte en opslagruimte en de verkeersveiligheid;
  2. b. de goothoogte van de gebouwen op Kruiswijk I wordt vergroot tot ten hoogste 8,00 m;
  3. c. de bouwhoogte van de gebouwen op Kruiswijk I wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
  4. d. de gebouwen op Kruiswijk I worden voorzien van een plat dak;
  5. e. gebouwen aan een zijde tot op de zijdelingse perceelgrens worden gebouwd;

mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de veiligheidssituatie, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Hoofdstuk 3 Algemene Bepalingen

Artikel 5 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld onder a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a., na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan of de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan of de verordening.

6.2 Overgangsrecht bouwen

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van 6.2 onder a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 6.2 onder a. met maximaal 10%.
  3. c. Het bepaalde in 6.2 onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan of de daarvoor geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan of de verordening.

Artikel 7 Algemene Afwijkingsbepalingen

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden c.q. bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  1. a. de bestaande of bij recht gegeven goot- en bouwhoogte van de gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 10%;
  2. b. de bestaande of bij recht gegeven bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 20%.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Beheersverordening Bedrijventerreinen Kruiswijk I en II.

===

Bijlage 1 Bedrijvenlijst

Bijlage 1 Bedrijvenlijst

Bijlage 1 Overzicht Bedrijven Kruiswijk I En Ii

Bijlage 1 Overzicht bedrijven Kruiswijk I en II

Bijlage 2 Luchtfoto

Bijlage 2 Luchtfoto