Elft 15 Hippolytushoef
Bestemmingsplan - Gemeente Hollands Kroon
Vastgesteld op 16-09-2021 - geheel onherroepelijk in werking
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 het plan:
1.2 het bestemmingsplan:
1.3 aanbouw:
1.4 aanduiding:
1.5 aanduidingsgrens:
1.6 aan-huis-verbonden beroep of bedrijf:
1.7 achtererfgebied:
1.8 afhankelijke woonruimte:
1.9 bebouwing:
1.10 bebouwingspercentage:
1.11 bed & breakfast:
1.12 beperkt kwetsbaar object:
1.13 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:
1.14 bestaand:
1.15 bestemmingsgrens:
1.16 bestemmingsvlak:
1.17 bijbehorend bouwwerk:
1.18 bijgebouw:
1.19 bouwen:
1.20 bouwgrens:
1.21 bouwlaag:
1.22 bouwperceel:
1.23 bouwperceelgrens:
1.24 bouwvlak:
1.25 bouwwerk:
1.26 dak:
1.27 dakkapel:
- dakkapellen mogen uitsluitend worden uitgevoerd met gesloten zijwanden;
- dakkapellen hebben een maximale hoogte van 1,75 meter;
- de afstand tussen de onderkant van de dakkapel en de dakvoet ligt tussen de 0,5 meter en 1 meter;
- de afstand tussen de bovenkant van de dakkapel en de daknok is 0,5 meter of meer;
- de afstand tussen de zijkanten van de dakkapel en de zijranden van het dak is 0,5 meter of meer;
- de breedte van de dakkapel beslaat ten hoogste 2/3 van de breedte van het dakvlak ;
1.28 dakoverstek:
1.29 detailhandel:
1.30 dienstverlenend bedrijf:
1.31 druiplijn:


1.32 erf:
1.33 gebouw:
1.34 geluidgevoelig object:
1.35 geluidzoneringplichtige inrichting:
1.36 gestapelde woning:
1.37 hoofdgebouw:
1.38 horecabedrijf:
1.39 kampeermiddel:
1.40 kantoor:
1.41 kwetsbaar object:
1.42 maatschappelijke voorzieningen:
1.43 mantelzorg:
1.44 ondergeschikte detailhandel:
1.45 ondergeschikte horeca:
1.46 onderkomens:
1.47 overkapping:
1.48 peil:
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij aanvang van de bouw;
- indien op het water wordt gebouwd:
- het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
1.49 permanente bewoning:
1.50 recreatieve bewoning:
1.51 recreatiewoning:
1.52 risicovolle inrichting:
1.53 seksinrichting:
1.54 uitbouw:
1.55 voorerfgebied:
1.56 voorgevel:
1.57 wonen:
1.58 woning:
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 de dakhelling:
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
2.6 Ondergeschikte bouwdelen:
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Tuin
3.1 Bestemmingsomschrijving
- tuinen en erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
3.2 Bouwregels
- In of op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van 1 uitbouw voor de voorgevel van een hoofdgebouw, met inachtneming van de volgende regels:
- de diepte van de uitbouw mag niet meer dan 1,5 meter bedragen;
- de breedte van de uitbouw niet meer dan 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw mag bedragen;
- de bouwhoogte van een uitbouw niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw waaraan wordt aangebouwd.
- Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
- de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m 2per nutsvoorziening;
- de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter, danwel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt.
- de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m
- Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
- de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan, niet meer mag bedragen dan 1 meter;
- de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer bedragen dan 10 meter;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter.
3.3 Nadere eisen
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de milieusituatie;
- het uitzicht van woningen van derden;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie,
Artikel 4 Verkeer - Verblijfsgebied
4.1 Bestemmingsomschrijving
- woonstraten;
- fiets- en voetpaden;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- groenvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen;
- openbare nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Wonen
5.1 Bestemmingsomschrijving
- wonen, al dan niet in combinatie met:
- aan-huis-verbonden beroepen en bedrijven, mits:
- niet meer dan 1/3 deel van het totale oppervlak van de woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 75 m², voor de uitoefening van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf wordt gebruikt;
- alleen activiteiten worden uitgevoerd die niet meldingplichtig zijn in het kader van de milieuwetgeving en die genoemd zijn in bijlage 1 bij deze regels, dan wel naar aard en invloed daarmee gelijk te stellen zijn;
- geen overwegende hinder wordt of kan worden toegebracht aan het woon- en leefmilieu;
- geen onevenredige hinder wordt of kan worden toegebracht aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het niet zodanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft die verkeersoverlast veroorzaken of die verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk maken;
- er geen reclame-uitingen groter dan 0,5 m² bij of aan de woning worden geplaatst, met een maximum aantal van 1, onder de voorwaarde dat deze niet verlicht mag zijn;
- degene die het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf uitoefent, tevens de bewoner van de woning is;
- er geen activiteiten ten aanzien van een horecabedrijf of een seksinrichting worden uitgeoefend;
- er geen detailhandel plaatsvindt, anders dan onderschikte detailhandel;
- er geen buitenopslag ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf plaatsvindt;
- het hobbymatig gebruik voor bed & breakfast voor maximaal 4 personen, met dien verstande dat:
- deze functie uitsluitend in de bestaande woning en/of de bestaande bijbehorende bouwwerken mag worden uitgeoefend;
- bed & breakfast en recreatief nachtverblijf moeten ondergeschikt blijven aan de woonfunctie;
- er geen eigen kookgelegenheid is toegestaan;
- permanente bewoning niet is toegestaan;
- geen overwegende hinder wordt of kan worden toegebracht aan het woon- en leefmilieu;
- geen onevenredige hinder wordt of kan worden toegebracht aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het niet zodanige verkeersaantrekkende activiteiten betreft die verkeersoverlast veroorzaken of die verkeersmaatregelen noodzakelijk maken;
- het parkeren op eigen erf plaatsvindt,
- tuinen en erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
-
- bijbehorende bouwwerken bij woningen,
- tuinen en erven;
- groenvoorzieningen;
- openbare nutsvoorzieningen;
- verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
- water;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
- Op deze gronden mag, ten behoeve van de in lid 5.1 bedoelde bestemming, ter bescherming van aanwezige aardkundige en archeologische waarden, uitsluitend worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:
- er wordt niet dieper dan 70 cm -Mv de grond in gegaan;
- er wordt gebruik gemaakt van een plaatfundering;
- de verstoring onder het complex in de vorm van vorstranden of andere bouwkundige ingrepen mag niet groter zijn dan 100 m2.
- Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
- een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
- het aantal woningen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding staat aangegeven;
- de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan op de verbeelding staat aangegeven;
- de dakhelling mag niet minder bedragen dan 50 graden.
- Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij hoofdgebouwen de volgende regels:
- bijbehorende bouwwerken dienen op ten minste 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
- voor rijenwoningen en halfvrijstaande woningen op bouwpercelen kleiner dan 500 m2, maar groter dan 175 m2 geldt:
- de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan de op grond van sub b en de verbeelding toegelaten maximale oppervlakte van het hoofdgebouw, vermeerderd met 70 m²;
- het bebouwingspercentage op een bouwperceel mag ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel bedragen.
- voor halfvrijstaande woningen op bouwpercelen kleiner dan 175 m2 geldt:
- de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan de op grond van sub b en de verbeelding toegelaten maximale oppervlakte van het hoofdgebouw, vermeerderd met 25 m²;
- de goothoogte van aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen, dan wel niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw voor zover het aan- en uitbouwen betreft, dan wel niet meer dan de bestaande goothoogte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen indien deze meer is;
- de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen, dan wel de bestaande goothoogte van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen indien deze meer is;
- de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 6 meter bedragen, waarbij de bouwhoogte in ieder geval 1 meter lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
- een dakoverstek mag ten hoogste 0,5 meter bedragen;
- ondergronds bouwen is niet toegestaan.
- Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
- de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan, niet meer mag bedragen dan 1 meter;
- de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer bedragen dan 10 meter;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter.
5.3 Nadere eisen
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de milieusituatie
- het uitzicht van woningen van derden
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie,
5.4 Afwijken van de bouwregels
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de milieusituatie;
- het uitzicht van woningen;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie,
- bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde lid 5.2 sub a onder 4 en toestaan dat de goothoogte tussen een aangekapt bijbehorend bouwwerk en het hoofdgebouw ten hoogste 6 meter mag bedragen;
- bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde lid 5.2 sub b onder 1 en toestaan dat een uitbouw voor de voorgevel wordt gebouwd;
- bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2, sub b, onder 6 en toestaan dat de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken ten hoogste 8 meter mag bedragen, waarbij de bouwhoogte in ieder geval 1 meter lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, mits:
- de verhoging van de bouwhoogte niet leidt tot een onevenredige verslechtering van de bezonningssituatie van omliggende percelen;
- de verhoging van de bouwhoogte niet zorgt voor een onevenredige inbreuk op de privacy bij omliggende percelen;
- er vooraf een planschadeovereenkomst wordt ondertekend.
5.5 Specifieke gebruiksregels
- het gebruik van bebouwing voor recreatieve bewoning;
- het gebruik van een bijbehorend bouwwerk voor zelfstandige bewoning;
- het gebruik van een bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte;
- het gebruik van een bijbehorend bouwwerk als woonruimte.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
- het bepaalde in lid 5.5, sub c en toestaan dat een bijbehorend bouwwerk tijdelijk als afhankelijke woonruimte wordt gebruikt, met dien verstande dat:
- dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg. Om deze aan te tonen, is een indicering van een onafhankelijke indicatieorganisatie nodig;
- de oppervlakte van de afhankelijke woonruimte maximaal 70 m² bedraagt;
- het parkeren op het eigen erf plaatsvindt;
- binnen 6 maanden na beëindiging van de mantelzorg het gebruik als afhankelijke woonruimte ongedaan wordt gemaakt;
- het bepaalde in lid 5.5, sub c en toestaan dat naast de in lid 5.3, sub c, onder 2 genoemde oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken een tijdelijke (al dan niet aangebouwde) mantelzorgwoning wordt gerealiseerd, met dien verstande dat:
- dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg. Om deze noodzaak aan te tonen, is een indicering van een onafhankelijke indicatieorganisatie nodig;
- de oppervlakte van de tijdelijke (al dan niet aangebouwde) mantelzorgwoning maximaal 70 m² bedraagt;
- het in lid 5.3, sub c, onder 3 genoemde bebouwingspercentage in acht wordt genomen;
- het parkeren op eigen erf plaatsvindt;
- binnen 6 maanden na beëindiging van de mantelzorg de tijdelijke (al dan niet aangebouwde) mantelzorgwoning is verwijderd.
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de milieusituatie;
- het uitzicht van woningen;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie.
3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Artikel 7 Algemene Bouwregels
7.1 Parkeervoorzieningen
7.2 Afwijkingsbevoegdheid
- het voldoen aan deze regel door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
- op andere geschikte wijze in de nodige parkeergelegenheid wordt voorzien;
- strikte toepassing van de nota leidt tot een bijzondere hardheid, die niet door dringende redenen/noodzaak wordt gerechtvaardigd,
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
8.1 Algemeen
- het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
- het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
- het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van risicovolle inrichtingen;
- het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
- het gebruiken van (vrijstaande) bijgebouwen, aan- en uitbouwen of een gedeelte van een hoofdgebouw te gebruiken als zelfstandige woning en/of als afhankelijke woonruimte.
8.2 Parkeervoorzieningen
8.3 Afwijkingsbevoegdheid
- het voldoen aan deze regel door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
- op andere geschikte wijze in de nodige parkeergelegenheid wordt voorzien;
- strikte toepassing van de nota leidt tot een bijzondere hardheid, die niet door dringende redenen/noodzaak wordt gerechtvaardigd;
Artikel 9 Algemene Aanduidingsregels
9.1 Gebiedsaanduiding "geluidzone - weg"
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
- door middel van akoestisch onderzoek is aangetoond dat de geluidsbelasting binnen de daarvoor gestelde grenzen valt;
- vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende wegbeheerder.
9.4 Wijzigingsbevoegdheid
- Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat:
- de gebiedsaanduiding “geluidzone – weg” ter plaatse wordt aangebracht, mits dit voortvloeit uit de aanleg of het verleggen, verbreden of versmallen c.q. opheffen van wegen;
- de gebiedsaanduiding “geluidzone – weg” ter plaatse wordt verwijderd, mits: dit voortvloeit uit de aanleg of het verleggen, verbreden of versmallen c.q. opheffen van wegen.
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de waterhuishouding;
- cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten;
- de woonsituatie.
- de op de verbeelding aangeduide en/of in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, uitsluitend indien dat om constructieve redenen noodzakelijk is;
- het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 15 meter mag bedragen en voor een antenne voor telecommunicatie tot een bouwhoogte van 25 meter;
- het bepaalde in het plan en toestaan dat wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, toiletgebouwtjes, en naar de aard daaraan gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
- de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m³ bedraagt;
- de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 15 m bedraagt.
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
- Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik
- Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 11.2 onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- Indien het gebruik, bedoeld in lid 11.2 onder a, na een tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 12 Slotregel
Bijlagen Bij Regels - 1
Bijlage Lijst van aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlage 1 Definitief indieningsontwerp Elft 15_GeO architecten_190819
Bijlagen Bij Toelichting - 2
Bijlage 2 Welstandsadvies P.M.
Bijlagen Bij Toelichting - 3
Bijlage 3 Digitale watertoets 200426
Bijlagen Bij Toelichting - 4
Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek Elft 15_Bodembelang_171010
Bijlagen Bij Toelichting - 5
Bijlage 5 Archeologisch bureauonderzoek en verkennen booronderzoek_Hollandia_170200
Bijlagen Bij Toelichting - 6
Bijlage 6 Toetsing in het kader van de Wet natuurbescherming_Van der Goes en Groot_170227
Bijlagen Bij Toelichting - 7
Bijlage 7 Ecologisch vervolgonderzoek_Groot Eco Advies_170700
Bijlagen Bij Toelichting - 8
Bijlage 8 Toetsing in het kader van de Wet natuurbescherming 2020_Groot Eco Advies_200906
Bijlagen Bij Toelichting - 9
bijlage 9 Stikstofdepositieonderzoek_Prommenz_210126
Bijlagen Bij Toelichting - 10
Bijlage 10 Akoestisch onderzoek_BuroDB_200316
Bijlagen Bij Toelichting - 11
Bijlage 11 Externe veiligheid_AMB_200323
Bijlagen Bij Toelichting - 12
Bijlage 12 Aanmeldnotitie vormvrije mer beoordeling_HzA_200922