KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Artikel 3 Van Toepassing Verklaring
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 4 Wonen
Artikel 5 Tuin
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Artikel 7 Algemene Vrijstellingsbevoegdheid
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsbepalingen
Artikel 9 Slotregel
Bijlage 1 Bodemonderzoek 2019391 Door Landview Bodemonderzoek
Bijlage 2 Watertoets 20190407-12-20292 Hoogheemraadschap
Bijlage 3 Notitie Wet Natuurbescherming Bureau Aandacht Natuur
Bijlage 4 Aanmeldnotitie Als Bedoeld In Het Besluit M.e.r.

Amsteldiepstraat - Den Oever

Wijzigingsplan - gemeente Hollands Kroon

Vastgesteld op 18-10-2019 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

  1. a. het plan: het wijzigingsplan Amsteldiepstraat - Den Oever met de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.1911.WPBPDenOever001-va01 van de gemeente Hollands Kroon met de bijbehorende regels en bijlagen;
  1. b. bestemmingsplan Den Oever: het bestemmingsplan Den Oever van de gemeente Hollands Kroon, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Wieringen op 14 december 2006;
  1. c. bestemmingsplan Parkeren en Wonen: het bestemmingsplan Parkeren en Wonen van de gemeente Hollands Kroon, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Hollands Kroon op 27 september 2018;
  1. d. verbeelding: de verbeelding van het wijzigingsplan Amsteldiepstraat – Den Oever met identificatienummer NL.IMRO.1911.WPBPDenOever001-va01;
  1. e. aanbouw: een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
  1. f. aan-huis-verbonden beroep: een dienstverlenend beroep dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
  1. g. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  1. h. bedrijfsvloeroppervlakte: de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
  1. i. bestemmingsgrens: een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
  1. j. bestemmingsvlak: een op de plankaart aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;
  1. k. bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
  1. l. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
  1. m. bouwgrens: een als zodanig op de plankaart aangegeven lijn;
  1. n. bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
  1. o. bouwvlak: een op de plankaart door bouwgrenzen omsloten vlak;
  1. p. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
  1. q. dakoverstek: een dak over een ruimte bij een gebouw, welke ruimte niet zodanig door wanden is omgeven, dat deze ruimte als deel uitmakend van het gebouw is aan te merken;
  1. r. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  1. s. erf: de oppervlakte van het bouwperceel voor zover 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw gelegen, niet meegerekend de oppervlakte van het hoofdgebouw;
  1. t. erker: een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een "lichte" constructie met een overwegend transparante uitstraling;
  1. u. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
  1. v. hoofdgebouw: een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
  1. w. kleinschalige bedrijfsmatige activiteit: de in bijlage 1 van het bestemmingsplan Den Oever genoemde bedrijvigheid, dan wel naar aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en waarbij:
    - het uiterlijk van de betreffende woning niet wordt aangetast;
    - het beroep/bedrijf wordt uitgeoefend door één van de bewoners van de woning;
    - het niet gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
    - het parkeren op eigen erf plaatsvindt;
    - de activiteiten niet vergunning plichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;
  1. x. overkapping: elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
  1. y. peil:
    1. 1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst de bouwhoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
    2. 2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst de bouwhoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  1. z. uitbouw: een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, wel gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
  1. aa. voorgevel: de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
  1. ab. wonen: bewonen van een woning door één afzonderlijke huishouding;
  1. ac. woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
  1. ad. woongebouw: een gebouw dat meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  1. a. de bouwhoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
  1. b. de goothoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
  1. c. de dakhelling van een bouwwerk:
    langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
  1. d. de oppervlakte van een bouwwerk:
    tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
  1. e. de inhoud van een bouwwerk:
    tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
  1. f. de afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel:
    vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel;

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

Artikel 3 Van Toepassing Verklaring

  1. a. Dit plan wijzigt de geometrische planobjecten van het bestemmingsplan Den Oever van de gemeente Hollands Kroon overeenkomstig de wijze zoals vervat in dit plan.
  1. b. de regels van het bestemmingsplan Parkeren en Wonen zijn van overeenkomstige toepassing op dit plan.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 4 Wonen

1. Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor "wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woningen, al dan niet in combinatie met aan-huis-verbonden beroepen of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij woningen,

met de daarbij behorende:

  1. c. tuinen en erven;
  2. d. openbare nutsvoorzieningen;
  3. e. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  4. f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

2. Bouwregels

  1. a. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
    1. 1. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
    2. 2. het aantal woningen per bouwvlak bedraagt niet meer dan het bestaande aantal woningen dan wel het op de plankaart aangegeven aantal woningen;
  2. b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan de op grond van sub a en de verbeelding toegelaten maximale oppervlakte van het hoofdgebouw, vermeerderd met:
    1. 1. 70 m² bij vrijstaande en half vrijstaande woningen op bouwpercelen kleiner dan 500 m²;
    2. 2. 100 m² bij vrijstaande en half vrijstaande woningen op bouwpercelen groter dan 500 m²;
    3. 3. 125 m² bij vrijstaande en half vrijstaande woningen op bouwpercelen groter dan 750 m²;
    4. 4. 150 m² bij vrijstaande en half vrijstaande woningen op bouwpercelen groter dan 1000 m²;
  3. c. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m bedragen;
  4. d. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 5 m bedragen;
  5. e. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  6. f. een dakoverstek mag niet meer dan 1 m bedragen;
  7. g. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
    1. 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór voorgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 1 m mag bedragen;
    2. 2. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 10 m bedragen;
    3. 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
  8. h. Parkeervoorzieningen
    Een omgevingsvergunning voor het (ver)bouwen van een bouwwerk of voor het uitbreiden of wijzigen van de functie van een bouwwerk wordt slechts verleend indien in, op of onder het bouwwerk, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het bouwwerk behoort, in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid, wordt bepaald aan de hand van de parkeernormen in de 'Parkeerregels Hollands Kroon 2018', met inbegrip van eventuele wijzigingen van deze regeling gedurende de planperiode, welke door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld.

3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de sociale veiligheid;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie,
- nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing.

4. Vrijstelling van de bebouwingsbepalingen

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie,
vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 2, sub c, d en e voor een hogere bouwhoogte. Daarbij betrekt het college in haar beoordeling eerdere oordelen bij vergelijkbare situaties.

5. Gebruiksregels

  1. a. a. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken dan wel te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.
  2. b. Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld onder a wordt in ieder geval gerekend:
    1. 1. het gebruik van woningen in combinatie met een aan huis-verbonden beroep dan wel een bedrijfsactiviteit, zódanig dat bedrijfsvloeroppervlakte:
      • meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen op het bouwperceel; of
      • meer bedraagt dan 50 m²; 2. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep dan wel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, met uitzondering van voor de bedrijvigheid ondersteunende functies zoals opslag.

6. Vrijstelling van de gebruiksregels

  1. a. Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    - de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    - het straat- en bebouwingsbeeld;
    - de sociale veiligheid;
    - de verkeersveiligheid;
    - de woonsituatie,
    vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 5 voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de bij de voorschriften behorende in bijlage 2 opgenomen Staat van bedrijven van het bestemmingsplan Den Oever, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd.
  1. b. Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    - de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    - het straat- en bebouwingsbeeld;
    - de sociale veiligheid;
    - de verkeersveiligheid;
    - de woonsituatie,
    vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 voor de realisatie van voorzieningen voor bed & breakfast en recreatief nachtverblijf in combinatie met de woonfunctie, onder de volgende voorwaarden:
    • gelegenheid voor bed & breakfast en recreatief nachtverblijf moet binnen de bestaande bebouwing worden geboden;
    • bed & breakfast en recreatief nachtverblijf moeten ondergeschikt blijven aan de woonfunctie;
    • er mag geen sprake zijn van een sterke verkeer aantrekkende werking;
    • parkeren moet op eigen erf plaatsvinden;

7. Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruiken dan wel laten gebruiken van gronden of bouwwerken waarbij de parkeergelegenheid die is vereist en aangelegd op grond van artikel 4.2 onder h niet wordt gerealiseerd of in stand wordt gelaten.

Artikel 5 Tuin

1 . Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor "tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
Deze gronden dienen niet als erf te worden beschouwd.

2. Bouwvoorschriften

  1. a. In of op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van erkers, met dien verstande dat:
    1. 1. de diepte van de erker niet meer dan 1,5 m mag bedragen;
    2. 2. de breedte van de erker niet meer dan 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw mag bedragen;
    3. 3. de bouwhoogte mag niet bedragen de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m.

3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  1. 1. de hoogte van erf en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 1 m mag bedragen;
  2. 2. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 10 m bedragen;
  3. 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

4. Gebruiksregels

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken dan wel te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Algemene Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de sociale veiligheid;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie,

vrijstelling verlenen van:

  1. a. de op de plankaart of in de voorschriften gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 8 Overgangsbepalingen

1. Overgangsbepalingen ten aanzien van bouwwerken

Bouwwerken, welke op het tijdstip van de eerste terinzagelegging van dit plan bestaand dan wel worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Woningwet, en in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de bouwaanvraag geschiedt binnen twee jaar na het tenietgaan.

2. Vrijstellingbepaling

Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 dat de bestaand afwijkingen naar omvang niet mogen worden vergroot en toestaan dat een eenmalige vergroting plaatsvindt van de inhoud van de in lid 1 toegelaten bouwwerken met niet meer dan 10%.

3. Overgangsbepaling ten aanzien van het gebruik

Het bestaande gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan, mag worden voortgezet of gewijzigd, zolang en voor zover de strijdigheid van dat gebruik ten opzichte van het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in dit plan, naar de aard en omvang niet wordt vergroot.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald als:

'Regels van het wijzigingsplan Amsteldiepstraat - Den Oever'.

Bijlage 1 Bodemonderzoek 2019391 Door Landview Bodemonderzoek

Bijlage 1 Bodemonderzoek 2019391 door Landview bodemonderzoek

Bijlage 2 Watertoets 20190407-12-20292 Hoogheemraadschap

Bijlage 2 Watertoets 20190407-12-20292 Hoogheemraadschap

Bijlage 3 Notitie Wet Natuurbescherming Bureau Aandacht Natuur

Bijlage 3 Notitie Wet natuurbescherming Bureau Aandacht Natuur

Bijlage 4 Aanmeldnotitie Als Bedoeld In Het Besluit M.e.r.

Bijlage 4 Aanmeldnotitie als bedoeld in het Besluit m.e.r.