Buitengebied
Bestemmingsplan - Gemeente Goeree-Overflakkee
Vastgesteld op 27-06-2013 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
plan
het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Middelharnis.
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1924.Buitengebied11-BP40 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
aanbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt aan het hoofdgebouw, als een toevoeging van een afzonderlijke ruimte, direct verbonden met en direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw.
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
agrarisch aanverwant bedrijf
een bedrijf dat uitsluitend of overwegend is gericht op het leveren van diensten aan agrarische bedrijven in het buitengebied, zo nodig met behulp van werktuigen en apparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van agrarische werktuigen of apparatuur. Kenmerkende werkzaamheden zijn cultuurtechnische werken en grondverzet, meststoffendistributie en agrarisch loonwerk, alsmede het agrarisch afzetbedrijf en het handels- en exportbedrijf.
agrarisch bedrijf
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen
en/of het houden van dieren; nader te onderscheiden in:
- a. akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, met uitzondering van fruit-, sier- en bollenteelt en bosbouw; onder akker- en vollegrondstuinbouw wordt mede witlofteelt verstaan;
- b. grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee geheel of nagenoeg geheel op open grond;
- c. glastuinbouw: de teelt van tuinbouwgewassen geheel of nagenoeg geheel met behulp van kassen;
- d. fruitteelt: de teelt van fruit op open grond;
- e. sierteelt: de teelt van siergewassen zonder gebruikmaking van kassen;
- f. bollenteelt: de teelt van bollen;
- g. bosbouw: de teelt van bomen vanwege de houtproductie;
- h. intensieve kwekerij: de teelt van planten, algen, vissen en ongewervelde dieren, zonder of nagenoeg zonder gebruik te maken van daglicht, met uitzondering van witlofteelt;
- i. intensieve veehouderij: het houden van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen en geheel of nagenoeg geheel zonder weidegang, waarbij de teelt niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel;
- j. paardenfokkerij: het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij waaraan het africhten van en de handel in paarden ondergeschikt is; onder paardenfokkerij wordt niet verstaan paardenstalling, paardrijschool en manege.
ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bebouwingspercentage
een op de kaart aangeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak, aanduidingsvlak of bestemmingsvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd door gebouwen en overkappingen.
bed & breakfast
het bieden van recreatief nachtverblijf, kortdurend, in de vorm van logies al dan niet met ontbijt, binnen oorspronkelijk voor een andere functies gebouwd (deel van een) hoofdgebouw, aanbouw en bijgebouw.
bedrijf:
elke onderneming of gedeelte van een onderneming, welke een organisatorisch zelfstandige eenheid vormt en als zodanig gericht is op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten; organisatorisch zelfstandige eenheden als hier bedoeld, welke door of vanwege de overheid worden geleid, worden voor de toepassing van deze regels eveneens als bedrijf aangemerkt.
1.13 bedrijfsmatige activiteiten (in of bij een woning)
het bedrijfsmatig verlenen van diensten - geen detailhandel zijnde - en ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in of bij een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving.
bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van een bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bedrijfsvoering, in overeenstemming met de bestemming, noodzakelijk is.
1.16 beroepsmatige activiteiten (in of bij een woning)
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang in een woning kan worden uitgeoefend en dat geen onevenredige afbreuk doet aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving, zoals een advocaat, belastingconsulent, dierenarts, fysiotherapeut, huisarts, interieurarchitect, juridisch adviseur, kunstenaar, medisch specialist, notaris, psycholoog, registeraccountant, stedenbouwkundige, tandarts, tolk/vertaler.
1.17 bestaand
- a. t.a.v. bebouwing: bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan of mag worden gebouwd;
- b. t.a.v. gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.20 bijgebouw
een aangebouwd of op zichzelf staand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.23 bouwlaag, laag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd en dat een oppervlakte beslaat van meer dan 50% van het grondvlak van het hoofdgebouw, met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
bouwperceelsgrens
een grens van een bouwperceel.
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.28 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren aan personen, die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.29 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan het publiek, zoals een kapsalon, reisbureau, uitzendbureau, bankfiliaal, wasserette of apotheek, eventueel met bijbehorend kantoor, magazijn of ambacht, met uitzondering van garagebedrijf, horeca en seksinrichtingen.
extensieve (dag)recreatie
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.32 geluidgevoelige objecten
woningen alsmede andere geluidgevoelige gebouwen of geluidgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
geurgevoelig object
gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.
glastuinbouw
het telen van tuinbouwgewassen, hoofdzakelijk in kassen.
1.35 hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de functie, constructie en afmetingen, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
1.36 hoofdverblijf
het gebouw op een agrarisch perceel waarin de bedrijfswoning is gevestigd.
1.37 horeca
activiteiten die in zijn algemeenheid zijn gericht op het verstrekken van nachtverblijf en/of op het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of op het exploiteren van zaalaccommodatie.
hoveniersbedrijf
een bedrijf, geen tuincentrum zijnde, dat gericht is op de aanleg en het onderhoud van tuinen, parken en plantsoenen.
kampeermiddel
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, dan wel enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen, geheel of ten dele blijvend zijn bestemd dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
intensieve veehouderij
het houden van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen (bijna) zonder weidegang, onafhankelijk van agrarische grond als productiemiddel.
kassen
bouwwerken, geheel of grotendeels van glas of ander doorschijnend materiaal ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een bouwhoogte van 1,5 m. of meer.
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen
voorzieningen ten behoeve van wandelen, fietsen, vissen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van aanlegsteigers, picknickplaatsen, informatieborden en banken.
kleinschalige horecagelegenheid
een bij een (vaak agrarisch) bedrijf behorende theeschenkerij of proeverij van streekeigen producten dan wel producten afkomstig van het eigen bedrijf.
kleinschalige natuurontwikkeling
de kleinschalige aanleg van natuurlijke beplanting, poelen, terrasoevers en dergelijke, anders dan bij wijze van inrichting van particuliere tuinen en terreinen bij woningen en bij andere niet-agrarische functies.
kleinschalige verblijfsrecreatie
verblijfsrecreatie met gebruikmaking van voorzieningen in de vorm van kampeer/recreatieboerderijen of logies met ontbijt.
kunstwerk
voorzieningen ten behoeve van de infrastructuur.
1.47 landgoed
een aaneengesloten, voor het publiek toegankelijk, natuurgebied met daarop een gedeelte bedoeld voor wonen.
landschapswaarde
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, water, terreinvormen, niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wisselwerking.
maatschappelijke doeleinden
sociale, culturele, onderwijs-, levensbeschouwelijke en (para)medische voorzieningen, voorzieningen voor sport- en recreatiebeoefening in verenigingsverband en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening.
manege
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de navolgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, horeca-activiteiten (kantine, foyer e.d.), logies- en/of verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
mestsilo
een bouwwerk dat is bestemd voor de opslag van dunne dierlijke meststoffen.
1.52 milieucategorie
een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten.
niet-permanente bewoning
tijdelijke bewoning van een recreatiewoning of een kampeermiddel waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
opslag
het bewaren van goederen, waaronder agrarische producten, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
paardenhouderij:
het houden van paarden en pony´s ten behoeve van:
- a. het produceren van deze dieren, geschikt voor bepaalde taken zoals hengstenstations, opfokbedrijven, handelsstallen en africht- en trainingsstallen (productiegerichte paardenhouderij);
- b. het gebruiken van deze dieren, zoals ten behoeve van pensionstallen, verhuurbedrijven, rijscholen en maneges (gebruiksgerichte paardenhouderij).
1.56 peil
- a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de kruinstrook van die weg;
- b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
- c. voor stacaravans: de bovenzijde beganegrondvloer.
productiegebonden detailhandel
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen die functioneel rechtstreeks verband houden met de bedrijfsactiviteiten.
seizoenstandplaats
het terreingedeelte dat is bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel voor een periode van meer dan 5 weken tussen 15 maart en 31 oktober.
trekkershut
een vrijstaand gebouw, in de vorm van een blokhut of vergelijkbare constructie, niet zijnde een mobiel kampeermiddel of een stacaravan, zonder eigen keuken en eventueel met eigen sanitaire voorzieningen, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief (nacht)verblijf.
tuincentrum
een bedrijf, gericht op de teelt van en/of detailhandel in bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair, tuingrond, tuinhout en sierbestrating.
uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, dat een vergroting van de bestaande ruimte in dat hoofdgebouw is en direct daarmee in open verbinding staat.
voorerf
het gedeelte van het erf wat is gelegen voor de voorgrens van het hoofdgebouw en wat grenst aan dan wel zich oriënteert op openbaar gebied.
1.63 voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, welke als belangrijkste is aan te merken en waarvan de gebouwen in hoofdzaak toegankelijk zijn.
1.64 voorgevelrooilijn
de denkbeeldige lijn die getrokken kan worden langs de voorgevel van de woning.
1.65 woning
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
woonboot
elk vaar- of drijftuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd tot dag- en of nachtverblijf van één huishouden.
woonwagen
een voor bewoning bestemd gebouw, dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
zorglandbouw
een activiteit waarbij een agrarisch bedrijf ruimte biedt aan gepensioneerden, psychiatrische patiënten, gehandicapten, langdurig zieken of chronisch zieken om mee te helpen binnen het bedrijf.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 bebouwde oppervlakte:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 hoogte van de eerste bouwlaag:
wordt gemeten 0,30 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning;
hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
tiphoogte van een windturbine
vanaf het peil tot aan de top van het rotorblad in de hoogste positie.
inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - 1
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan het bepaalde in lid 3.2.1 onder a ten behoeve van het zoveel mogelijk concentreren van bebouwing binnen het bouwvlak.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
- a. lid 3.2.1 onder a ten behoeve van het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat de gebouwen aansluitend aan het bouwvlak moeten worden gebouwd en het denkbeeldige bouwvlak niet groter mag zijn dan 1,5 ha, onder de voorwaarde dat:
- 1. door een onafhankelijke agrarische deskundige is aangetoond, dat de continuïteit van de agrarische bedrijfsvoering de uitbreiding noodzakelijk maakt;
- 2. de oppervlakte van het bouwvlak wordt afgestemd op de bedrijfsomvang;
- 3. de uitbreiding zodanig wordt vormgegeven dat de bebouwing zoveel mogelijk geconcentreerd op het perceel wordt gebouwd;
- 4. door de uitbreiding geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van in de nabijheid gelegen bestaande agrarische bedrijven, onder meer door het aanhouden van, mede uit een oogpunt van milieuhygiëne, voldoende afstand tussen bouwvlakken van twee afzonderlijke bedrijven.
- 5. door de uitbreiding geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarde van het gebied;
- 6. in overleg met het waterschap zorg wordt gedragen voor voldoende watercompensatie; uitgangspunt daarbij is dat minimaal 10% van de oppervlakte waarmee het bouwvlak wordt uitgebreid wordt gecompenseerd in de vorm van open water.
- b. lid 3.2.1 onder j ten behoeve van een grotere inhoud van de bedrijfswoning onder de voorwaarde dat:
- 1. de uitbreiding bedoeld is voor de zorg voor zorgbehoevende verwanten;
- 2. de inhoud van de bedrijfswoning niet meer bedraagt dan 850 m3;
- c. lid 3.2.1 onder k, sub 1 ten behoeve een grotere oppervlakte aan bijgebouwen onder de voorwaarde dat:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning niet meer bedraagt dan 75 m2;
- 2. de bijgebouwen vanuit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar zijn dan wel op andere wijze in het landschap zijn ingepast.
- d. lid 3.2.2 onder a en b voor de bouw van inkoopstations met een oppervlakte van maximaal 20 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3,5 m, onder de voorwaarde dat de inkoopstations vanuit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar zijn dan wel op andere wijze in het landschap zijn ingepast.
- e. lid 3.2.3 onder b ten behoeve van de bouw van mest- en voersilo's en mest- en voerplaten binnen een afstand van 50 m van een bouwvlak, met een bouwhoogte van niet meer dan 5 m, uitsluitend indien deze noodzakelijk en doelmatig zijn voor de bedrijfsvoering van volwaardige agrarische bedrijven.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Agrarisch Met Waarden - 2
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Bedrijf - 1
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
5.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1. onder h, sub 1 ten behoeve een grotere oppervlakte aan bijgebouwen onder de voorwaarde dat:
- a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning niet meer bedraagt dan 75 m2;
- b. de bijgebouwen vanuit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar zijn dan wel op andere wijze in het landschap zijn ingepast.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.4 ten behoeve van:
- a. het toestaan van bedrijfsactiviteiten die niet genoemd zijn in milieucategorie 1 of 2; indien de betreffende bedrijven voor wat betreft milieuplanologische hinder, naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de toegelaten milieucategorieën;
- b. het toestaan van bedrijfsactiviteiten met milieucategorie 3, indien de betreffende bedrijven naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de toegelaten milieucategorieën.
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Bedrijf - 2
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
6.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1. onder i, sub 1 ten behoeve een grotere oppervlakte aan bijgebouwen onder de voorwaarde dat:
- a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning niet meer bedraagt dan 75 m2;
- b. de bijgebouwen vanuit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar zijn dan wel op andere wijze in het landschap zijn ingepast.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Per bouwvlak is maximaal één bedrijf toegestaan.
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van de bouw van een burgerwoning onder de voorwaarde dat:
- a. de bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd;
- b. de opstallen van het betreffende bedrijf volledig worden gesloopt;
- c. aangegeven karakteristieke bebouwing of monumenten niet mogen worden gesloopt;
- d. op het bedrijfsperceel minimaal 1000 m2 aan gebouwen wordt gesloopt;
- e. de inhoud van een woning niet meer mag bedragen dan 650 m³;
- f. de goothoogte van een woning niet meer mag bedragen dan 4 m;
- g. de eventueel aanwezige bedrijfswoning wordt gewijzigd in een burgerwoning.
- h. de woningen uit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen met zich mee brengen voor de bedrijfsvoering van de omliggende bedrijven, waaronder mede begrepen agrarische bedrijven;
- i. de te slopen gebouwen zijn opgericht voor 1 januari 2003;
- j. de woning(en) voldoen aan het bepaalde in de bestemming "Wonen" van deze regels;
- k. de verschijningsvorm van de nieuw te bouwen woning past binnen, dan wel geen onevenredige afbreuk doet aan de karakteristiek van het buitengebied;
- l. voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
- m. in het wijzigingsplan een verantwoording is opgenomen ten aanzien van beleid en wetgeving rond externe veiligheid, geurhinder en hoogspanningsverbindingen.
Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 8 Bos
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. duurzame instandhouding van bosgebieden;
- b. behoud, versterking en/of ontwikkeling van de aan de bossen eigen zijnde natuur- en landschapswaarde;
- c. bosbouw;
- d. water;
- e. extensief recreatief medegebruik.
8.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 9 Gemengd
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. maatschappelijke voorzieningen;
- c. ambachtelijke bedrijven;
- d. horeca;
- e. dienstverlening.
9.2 Bouwregels
Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 10 Groen
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 11 Horeca
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.2 Bouwregels
Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 12 Maatschappelijk
12.1 Bestemmingsomschrijving
12.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 13 Maatschappelijk - Begraafplaats
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Maatschappelijk - Begraafplaats aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een begraafplaats;
- b. aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen en water;
- d. erven en tuinen;
- e. paden en wegen.
13.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
13.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2 ten behoeve van de afdekking van gebouwen met een geringere dakhelling en/of een platte afdekking van gebouwen, indien het een bijgebouw betreft.
Artikel 14 Natuur
14.1 Bestemmingsomschrijving
14.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 14.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
14.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2 voor de bouw van andere bouwwerken ten behoeve van routegebonden recreatie, waarbij:
- a. het voorzieningen mogen betreffen voor kanovaren, rust- en verblijfspunten, informatiepanelen;
- b. de bouwhoogte van de andere bouwwerken niet meer dan 2 m mag bedragen.
14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 15 Natuur - Landgoederen
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Natuur - Landgoederen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. natuur;
- b. water;
- c. landgoederen met een oppervlakte van minimaal 5 hectare per landgoed;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' tevens voor wonen, met bijbehorende tuinen en erven;
- e. fiets-, wandel- en overige (recreatieve) langzaamverkeerspaden;
- f. perceelsontsluitingen;
- g. bruggen.
15.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende bouwregels gelden.
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.4 Specifieke gebruiksregels
- a. Gebruik van de in lid 15.1 bedoelde gronden voor voorzieningen zoals een zwembad, tennisbaan of buitenbak voor paarden wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie, en uitsluitend wanneer dit plaatsvindt binnen de aanduiding 'wonen';
- b. Voorzieningen zoals bedoeld onder a worden niet tot het bebouwd oppervlak binnen de aanduiding "wonen" gerekend.
- c. Gebruik van ruimten binnen de woning en in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit is toegestaan, waarbij voor de bedrijfsactiviteiten geldt dat deze alleen zijn toegestaan voor zover de activiteiten behoren tot maximaal categorie 1 zoals genoemd in de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- d. Voor iedere hectare landgoed dient tenminste 25 strekkende meter aan wandelpaden te worden aangelegd, welke aansluiten op een aaneengesloten circuit van wandelpaden;
- e. Minimaal 10% van het totale bestemmingsvlak dient uit oppervlaktewater te bestaan; bestaande bermsloten en/of hoofdwatergangen niet meegerekend;
- f. In de eindsituatie dient minimaal 90% van de oppervlakte van een landgoed toegankelijk te zijn voor publiek.
15.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 15.4 onder c. en bedrijfsactiviteiten toestaan tot maximaal categorie 2 zoals genoemd in de als bijlage 2 bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
- a. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
- b. detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel, is niet toegestaan;
- c. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner(s).
15.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 Recreatie - Camping
16.1 Bestemmingsomschrijving
16.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van gebruik van wordt onder strijdig gebruik in ieder geval verstaan het gebruik van een stacaravan of kampeermiddel voor permanente bewoning.
Artikel 17 Recreatie - Dagrecreatie
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 17.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 18 Recreatie - Dierenpark
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie - Dierenpark aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een dierenpark;
- b. dagrecreatieve voorzieningen;
- c. bedrijfswoningen;
- d. aan de functie als bedoeld onder a en b gebonden parkeervoorzieningen;
- e. aan de functie als bedoeld onder a ondergeschikte horecavoorzieningen;
- f. aan de functie als bedoeld onder a ondergeschikte maatschappelijke voorzieningen;
- g. groenvoorzieningen en water;
- h. erven en tuinen;
- i. paden en wegen.
18.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 18.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
18.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 19 Recreatie - Fietsenverhuur
19.1 Bestemmingsomschrijving
19.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 19.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
19.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2.1 onder b ten behoeve van een afdekking van gebouwen met een geringere dakhelling en/of een platte afdekking van gebouwen, indien het een bijgebouw betreft.
Artikel 20 Recreatie - Jachthaven
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie - Jachthaven aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. watersportdoeleinden;
- b. ligplaatsen ten behoeve van de pleziervaart, waaronder mede begrepen steigers;
- c. aan de functie als bedoeld onder a en b gebonden parkeervoorzieningen;
- d. aan de functie als bedoeld onder a en b gebonden voorzieningen ten behoeve van het beheer, sanitair, detailhandel in scheepsbenodigdheden, horeca, reparatie en opslag van boten;
- e. groenvoorzieningen;
- f. paden en wegen.
20.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 20.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 21 Recreatie - Kanoverhuur
21.1 Bestemmingsomschrijving
21.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 21.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
21.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2.1 onder d, sub 1 ten behoeve een grotere oppervlakte aan bijgebouwen onder de voorwaarde dat:
- a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning niet meer bedraagt dan 75 m2;
- b. de bijgebouwen vanuit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar zijn dan wel op andere wijze in het landschap zijn ingepast.
Artikel 22 Recreatie - Modelvliegtuigbaan
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie - Modelvliegtuigbaan aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een modelbouwvliegveld;
- b. aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen en water;
- d. paden en wegen.
22.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 22.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 23 Recreatie - Paardenweide
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie - Paardenweide aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. paardenweiden;
- b. paden;
- c. dagrecreatieve voorzieningen;
- d. voor de uitoefening van agrarische bedrijfsvoering ten behoeve van een agrarisch bedrijven.
23.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 23.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 24 Recreatie - Recreatiepark
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie - Recreatiepark aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in de vorm van gezamenlijk niet meer dan 16recreatiewoningen;
- b. aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- c. bedrijfswoning;
- d. afschermende beplanting met een breedte van minimaal 10 m langs de bestemmingsgrenzen;
- e. groenvoorzieningen en water;
- f. erven en tuinen;
- g. paden en wegen.
24.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 24.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
24.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2.1 onder f, sub 1 ten behoeve een grotere oppervlakte aan bijgebouwen onder de voorwaarde dat:
- a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning niet meer bedraagt dan 75 m2;
- b. de bijgebouwen vanuit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar zijn dan wel op andere wijze in het landschap zijn ingepast.
24.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van gebruik van wordt onder strijdig gebruik in ieder geval verstaan het gebruik van een recreatiewoning voor permanente bewoning.
Artikel 25 Recreatie - Recreatiewoning
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie - Recreatiewoning aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. recreatiewoningen;
- b. aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen en water;
- d. erven en tuinen;
- e. paden en wegen.
25.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 25.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
25.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2.1 onder e ten behoeve van de afdekking van gebouwen met een geringere dakhelling en/of een platte afdekking van gebouwen, indien het een bijgebouw betreft.
25.4 Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van gebruik van wordt onder strijdig gebruik in ieder geval verstaan het gebruik van een recreatiewoning voor permanente bewoning.
Artikel 26 Recreatie - Volkstuin
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Recreatie - Volkstuin aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. volkstuinen, met de daarbij behorende bergingen voor tuingereedschap en kassen;
- b. aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- c. groenvoorzieningen en water;
- d. paden en wegen.
26.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 26.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 27 Sport
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. veldsporten;
- b. evenementen;
- c. aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- d. aan de functie als bedoeld onder a ondergeschikte horecavoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen en water;
- f. erven en tuinen;
- g. paden en wegen.
27.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 27.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 28 Sport - Manege
28.1 Bestemmingsomschrijving
28.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 28.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
28.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.2.1 onder f, sub 1 ten behoeve een grotere oppervlakte aan bijgebouwen onder de voorwaarde dat:
- a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning niet meer bedraagt dan 75 m2;
- b. de bijgebouwen vanuit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar zijn dan wel op andere wijze in het landschap zijn ingepast.
Artikel 29 Sport - Zeilschool
29.1 Bestemmingsomschrijving
29.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 29.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
29.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 30 Tuin
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor bij woningen behorende tuinen, dan wel voor onbebouwde erven, toegangspaden tot de gebouwen, parkeren en andere verhardingen, met de daarbij behorende andere bouwwerken alsmede voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
30.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 30.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat
Artikel 31 Verkeer
31.1 Bestemmingsomschrijving
31.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 31.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat
31.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 32 Water
32.1 Bestemmingsomschrijving
32.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 32.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat
Artikel 33 Water - Natuur
33.1 Bestemmingsomschrijving
33.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 33.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat
33.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 33.2 voor de bouw van andere bouwwerken ten behoeve van routegebonden recreatie, waarbij:
- a. het voorzieningen mogen betreffen voor kanovaren, rust- en verblijfspunten, informatiepanelen;
- b. de bouwhoogte van de andere bouwwerken niet meer dan 2 m mag bedragen.
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 34 Waterstaat
34.1 Bestemmingsomschrijving
34.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 34.1 bedoelde bestemming gelden de volgende bouwregels:
- a. gebouwen zijn niet toegestaan;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 5 m.
Artikel 35 Wonen
35.1 Bestemmingsomschrijving
35.2 Bouwregels
Op de in lid 35.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
35.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 35.2.1 onder e, sub 2 ten behoeve een grotere oppervlakte aan bijgebouwen onder de voorwaarde dat:
- a. de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen bij een woning niet meer bedraagt dan:
- 1. 75 m2 voor percelen met een oppervlakte tot 5.000 m2;
- 2. 100 m2 voor percelen met een oppervlakte van 5.000 m2 tot 10.000 m2;
- 3. 125 m2 voor percelen met een oppervlakte van minimaal 10.000 m2;
- b. de bijgebouwen vanuit landschappelijk oogpunt aanvaardbaar zijn dan wel op andere wijze in het landschap zijn ingepast.
35.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van hoofdgebouwen voor beroepsmatige activiteiten aan huis alsmede bed & breakfast is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
- a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 35% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing, tot een maximum van 50 m2;
- b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
- c. detailhandel is niet toegestaan;
- d. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner(s).
35.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 35.4 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen hoofdgebouwen en bijgebouwen voor bedrijfsuitoefening aan huis als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
- a. uitoefening van een aan huis verbonden bedrijfsactiviteit is toegestaan voor zover de activiteiten behoren tot maximaal categorie 2 zoals genoemd in de als bijlage 2 bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten;
- b. de activiteit mag geen onevenredige afbreuk van en hinder aan het woonmilieu veroorzaken;
- c. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 35% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing, tot een maximum van 50 m2;
- d. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
- e. detailhandel is niet toegestaan;
- f. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner(s).
Artikel 36 Wonen - 1
36.1 Bestemmingsomschrijving
36.2 Bouwregels
Op de in lid 36.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 37 Wonen - 2
37.1 Bestemmingsomschrijving
37.2 Bouwregels
Op de in lid 37.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Artikel 38 Wonen - 3
38.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen - 3 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. ter plaatse van de aanduiding uitsluitend voor vrijstaande woningen;
- c. beroepsmatige activiteiten;
- d. aan de functie onder a gebonden parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen en water;
- f. erven en tuinen.
38.2 Bouwregels
Op de in lid 38.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
38.3 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van hoofdgebouwen alsmede aan- en uitbouwen voor beroepsmatige activiteiten aan huis is toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
- a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 35% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing tot een maximum van 50 m2;
- b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
- c. detailhandel is niet toegestaan;
- d. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
38.4 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 38.3 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen een woning en aan- en uitbouwen voor bedrijfsuitoefening aan huis als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
- a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 35% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de (woon)bebouwing tot een maximum van 50 m2;
- b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
- c. detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel, is niet toegestaan;
- d. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
Artikel 39 Wonen - Woonwagenstandplaats
39.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen - Woonwagenstandplaats aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonwagens en woonwagenwoningen;
- b. beroepsmatige activiteiten aan huis;
- c. aan de functie onder a. gebonden parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen en water;
- e. erven en tuinen;
- f. paden en wegen.
39.2 Bouwregels
Ten aanzien van de in lid 39.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende bouwregels gelden.
39.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden met de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied 4' te wijzigen in de bestemming Natuur dan wel Natuur - Landgoederen waarbij alsdan de bepalingen in artikel 14 en/of 15 van toepassing zijn met dien verstande dat bebouwing van de gronden niet is toegestaan.
Artikel 40 Leiding - Gas
40.1 Bestemmingsomschrijving
40.2 Bouwregels
40.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 40.2.2 voor het toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouw conform de bestemmingsregels, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding. Burgemeester en wethouders winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag advies in bij de leidingbeheerder.
40.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 41 Leiding - Hoogspanningsverbinding
41.1 Bestemmingsomschrijving
41.2 Bouwregels
41.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 41.2.2 voor het toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouw conform de bestemmingsregels, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding.
41.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 42 Leiding - Riool
42.1 Bestemmingsomschrijving
42.2 Bouwregels
42.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 42.2.2 voor het toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouw conform de bestemmingsregels, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding. In het kader van het verzoek om afwijking zal door burgemeester en wethouders advies worden gevraagd aan de leidingbeheerder.
42.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 43 Waarde - Archeologie
43.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de archeologische waarde.
43.2 Bouwregels
Op de in lid 43.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd die dieper reiken dan 0,5 m en die een grondoppervlakte hebben groter dan 500 m2.
43.3 Afwijken van de bouwregels
43.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
43.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 44 Waarde - Natuur
44.1 Bestemmingsomschrijving
44.2 Bouwregels
44.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 44.2.2 voor het toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouw conform de bestemmingsregels, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de landschappelijke en natuurlijke waarde.
44.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 45 Waarde - Natuur En Landschap
45.1 Bestemmingsomschrijving
45.2 Bouwregels
45.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 45.2.2 voor het toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouw conform de bestemmingsregels, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de landschappelijke en natuurlijke waarde.
45.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 46 Waterstaat - Waterkering
46.1 Bestemmingsomschrijving
46.2 Bouwregels
46.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 46.2.2 voor het toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouw conform de bestemmingsregels, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de waterkering. In het kader van het verzoek om afwijking zal door burgemeester en wethouders advies worden gevraagd aan de beheerder van de waterkering.
Artikel 47 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
47.1 Bestemmingsomschrijving
47.2 Bouwregels
47.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 47.2.2 voor het toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming genoemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouw conform de bestemmingsregels, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de betreffende waterstaatkundige functie. In het kader van het verzoek om afwijking zal door burgemeester en wethouders advies worden gevraagd aan de beheerder van de waterkering.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 48 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 49 Algemene Bouwregels
49.1 Overschrijding bouwvlakken / bestemmingsgrenzen ondergeschikte bouwdelen
49.2 Vlaggenmasten, antennemasten en schoorstenen
Vlaggenmasten, antennemasten en schoorstenen, die deel uitmaken van een gebouw, mogen de voor dat gebouw toegestane maximale bouwhoogte met niet meer dan 8 m overschrijden.
49.3 Dakopbouwen t.b.v. noodtrappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties
Dakopbouwen ten behoeve van noodtrappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties mogen niet hoger zijn dan 3,5 m en mogen geen grotere oppervlakte hebben dan 40% van de vloeroppervlakte van de bovenste laag van het gebouw, waarop zij worden geplaatst.
49.4 Onderkeldering
49.5 Wegverkeerslawaai/industrielawaai
De realisering van geluidgevoelige objecten is uitsluitend toegestaan indien voldaan wordt aan de in of krachtens de Wet geluidhinder geldende normen.
49.6 Uitsluiting aanvullende werking van de bouwverordening
De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
- b. bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
- c. parkeergelegenheden.
Artikel 50 Algemene Aanduidingsregels
50.1 Monumenten en karakteristieke bebouwing
50.2 Veiligheidszone - externe veiligheid
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - externe veiligheid' mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
50.3 Molenbiotoop
Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'Vrijwaringszone - Molenbiotoop' gelden voor het oprichten van bouwwerken en beplantingen de volgende regels:
- a. binnen 100 m van de molen zijn geen bouwwerken en/of beplanting hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek (maat + NAP) toegestaan;
- b. binnen het gebied tussen de 100 m en 400 m van de molen mag de bouwhoogte van bouwwerken en/of beplanting niet meer bedragen dan:
- 1. tussen de molen en de grens tussen buitengebied en stedelijk gebied: 1/100 van de afstand tussen bouwwerk en het middelpunt van de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek (maat + NAP);
- 2. vanaf de grens tussen buitengebied en stads- en dorpsgebied tot in het stads- en dorpsgebied: 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de grens van stedelijk gebied, gerekend vanaf de maximaal toegestane bebouwings- en /of beplantingshoogte op deze grens;
50.4 Geurzone
Op de gronden binnen de aanduiding 'milieuzone - geurzone' geldt dat:
- a. geen geurgevoelige objecten mogen worden gebouwd;
- b. burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning kunnen afwijken van het bepaalde onder a indien de geurzone wordt verkleind of de bedrijfsactiviteiten worden beëindigd.
Artikel 51 Algemene Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:
- a. de in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de regels, en toestaan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft tot een maximale afmeting van 3 m;
- c. de regels ten aanzien van de (bouw)hoogte van andere bouwwerken, en toestaan dat de bouwhoogte van andere bouwwerken wordt vergroot:
- 1. ten behoeve van de bouw van waarschuwings- en/of communicatiemasten tot maximaal 50 m;
- 2. ten behoeve van een vlaggenmast, speelvoorzieningen, een kunstwerk, beeldende kunst en dergelijke tot maximaal 15 m;
- 3. ten behoeve van de bouw van overige andere bouwwerken tot 10 m.
- d. het oprichten van transformatorhuisjes, gemaalgebouwtjes en andere nutsgebouwtjes met een inhoud van ten hoogste 100 m3 en een goothoogte van ten hoogste 3 m.
- e. de situering en de begrenzing van bouwpercelen dan wel bouwvlakken of bestemmingsvlakken, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met de ingekomen aanvragen nodig zijn ter uitvoering van een plan, mits de oppervlakte van het betreffende bouwperceel, dan wel bouwvlak, met niet meer dan 10% zal worden gewijzigd.
Artikel 52 Algemene Wijzigingsregels
52.1 Wijzigingsgebieden
Artikel 53 Algemene Procedureregels
53.1 Procedureregels bij een omgevingsvergunning
Op de aanvraag omtrent omgevingsvergunning, zoals opgenomen in dit plan, is de in afdeling 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geregelde procedure van toepassing.
53.2 Procedureregels bij wijziging ex artikel 3.6 Wro
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van dit bestemmingsplan (op basis van artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening) is de in afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 54 Overgangsrecht
54.1 Overgangsrecht bouwwerken
54.2 Overgangsrecht gebruik
54.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
In afwijking van het bepaalde in lid 54.2 mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - volkstuin - bijzonder overgangsrecht volkstuinen' een van het plan afwijkend gebruik van de gronden - waarvoor in het verleden toestemming is verleend - worden voortgezet, uitsluitend door de rechthebbenden zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage Bijlage 2 Inventarisatie volkstuinen. Voortgezet gebruik door een rechtsopvolger van de genoemde rechthebbenden wordt niet als bestaand gebruik beschouwd.
Artikel 55 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Buitengebied.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Inventarisatie Volkstuinen
Bijlage 2 Inventarisatie volkstuinen
Bijlage 1 Nota Inspraak En Overleg
Bijlage 1 Nota inspraak en overleg
Bijlage 2 Rapport Bodemonderzoek Westhavendijk 14-16
Bijlage 2 Rapport bodemonderzoek Westhavendijk 14-16
Bijlage 3 Natuurtoets Westhavendijk 14-16
Bijlage 3 Natuurtoets Westhavendijk 14-16
Bijlage 4 Akoestisch En Slagschaduwhinder Onderzoek
Bijlage 4 Akoestisch en slagschaduwhinder onderzoek
Bijlage 5 Risicoanalyse Planschade
Bijlage 5 Risicoanalyse planschade