KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Regels
Artikel 1 Van Toepassing Zijnde Regels
Hoofdstuk 1 Inleiding
Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing
Bijlage 2 Memo Aerius-berekening

Zuiderdiepweg 1 Dirksland

Wijzigingsplan - Gemeente Goeree-Overflakkee

Vastgesteld op 07-07-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Regels

Artikel 1 Van Toepassing Zijnde Regels

De regels van het bestemmingsplan Landelijk gebied Dirksland met identificatiecode NL.IMRO.1924.DLDLandelijkgebied-BP30 en het bestemmingsplan Windpark Kroningswind met identificatiecode NL.IMRO.1924.wpkroningswind-BP30 zijn onverminderd van toepassing op dit plan.

Hoofdstuk 1 Inleiding

Aanleiding en doel

Bij besluit van 27 juni 2013 heeft de raad het bestemmingsplan Landelijk Gebied Dirksland vastgesteld. Hierin is voor het agrarische perceel aan de Zuiderdiepweg 1 in Dirksland het agrarisch bouwvlak vastgesteld. De initiatiefnemer wil de bedrijfsbebouwing op het perceel uitbreiden, maar dit past niet binnen het vigerende bouwvlak. De gemeente staat positief tegenover het uitbreiden van het bouwvlak naar 2 hectare.

Om de ontwikkeling ook juridisch-planologisch mogelijk te maken, dient het bestemmingsplan te worden gewijzigd. Hiervoor wordt toepassing gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid die in artikel 3 lid 3.7.3 van het vigerende bestemmingsplan 'Landelijk gebied Dirksland' is opgenomen.

Ligging plangebied

Het perceel aan de Zuiderdiepweg 1 ligt ten oosten van de kern van Stellendam en ten noorden van de kern Melissant. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied globaal weergegeven. De huidige situatie van het plangebied is weergegeven in figuur 1.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.1924.DLDZuiderdiepwg-WP30_0001.png"

Figuur 1.1 Ligging plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.1924.DLDZuiderdiepwg-WP30_0002.png"

Figuur 1.2 Huidige situatie plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.1924.DLDZuiderdiepwg-WP30_0003.png"

Figuur 1.3 Uitsnede bouwvlak vigerend bestemmingsplan

Toepassing wijzigingsregels

In het vigerende bestemmingsplan 'Landelijk Gebied Dirksland' is in artikel 3 lid 3.7.3 een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het vergroten van het Agrarisch bouwvlak. Om deze wijzigingsbevoegdheid toe te passen gelden de volgende voorwaarden:

  1. a. vergroting van het bouwvlak is alleen toelaatbaar voor zover een doelmatige bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt;
  2. b. vergroting van het bouwvlak is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veldschuur';
  3. c. de noodzaak tot vergroting dient aangetoond te worden door middel van een bedrijfsplan waarbij tevens moet worden aangetoond waarom sloop en herbouw van bedrijfsgebouwen niet tot de mogelijkheden behoort;
  4. d. de vergroting van het bouwvlak dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
  5. e. bouwvlakken ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' mogen uitsluitend worden vergroot indien dit noodzakelijk is in het kader van wettelijke eisen; ten aanzien van de oppervlakte aan bebouwing zijn de regels zoals opgenomen in lid 3.2 overeenkomstig van toepassing, met dien verstande dat dit oppervlak met ten hoogste 10% vergroot mag worden;
  6. f. overige bouwvlakken mogen worden vergroot tot ten hoogste 2 ha;
  7. g. er dient voorzien te worden in een adequate landschappelijke inpassing.

Toetsing aan de wijzigingsvoorwaarden

Er wordt voldaan aan de relevante wijzigingsvoorwaarden. Per sublid kan het volgende worden opgemerkt:

  1. a. Dat het vergroten van het bouwvlak toelaatbaar is en dat de bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt, is toegelicht in paragraaf 3.4.4 van bijlage 1. De voorgestelde extra bedrijfsbebouwing is noodzakelijk voor voldoende opslag en verwerkingsruimte en voor groei van het bedrijf;
  2. b. Dit sublid is niet van toepassing;
  3. c. De noodzaak voor de vergroting van het bouwvlak is aangetoond in paragraaf 3.4.3 ad. 8 van bijlage 1. Het bedrijf is in de afgelopen jaren gegroeid, waardoor de huidige bebouwing niet meer voldoet aan de bedrijfsvoering;
  4. d. De toetsing van de omgevingsaspecten c.q. de milieuhygiënische inpasbaarheid is opgenomen in hoofdstuk 4 van bijlage 1. In aanvulling op hierop is een stikstofberekening voor zowel de aanleg- als de gebruiksfase uitgevoerd, zie bijlage 2. Uit deze berekening blijkt dat er geen sprake is van stikstofdepostie hoger dan 0,00 mol/ha/jr. Geconcludeerd kan worden dat het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening;
  5. e. Dit sublid is niet van toepassing;
  6. f. Het bouwvlak wordt vergroot tot 2 ha;
  7. g. De landschappelijke inpassing is toegelicht in paragraaf 3.4.3 ad. 6 van bijlage 1. Het nieuwe bedrijfsgebouw komt aan de oostelijke zijde van de huiskavel. Het is de bedoeling om deze zijde landschappelijk in te passen.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is in bijlage 1 in hoofdstuk 3 het vigerende beleid beschouwd. Hieruit blijkt dat het initiatief overeen stemt met het rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid.

Vormgeving

Dit wijzigingsplan bestaat uit regels en een verbeelding die vergezeld gaan van de onderhavige toelichting. Voor de inhoudelijke regels wordt verwezen naar de regels van de vigerende bestemmingsplannen.

Economische uitvoerbaarheid

Bij nieuwe ontwikkelingen moet onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) tegelijk met het bestemmingsplan een exploitatieplan worden vastgesteld, tenzij het kostenverhaal anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door middel van gemeentelijke gronduitgifte of een anterieure overeenkomst. De gemeente heeft hierbij de onderzoeksverplichting om de financieel-economische uitvoerbaarheid van het plan te toetsen.

De kosten voor de uitvoering van een bouwplan liggen volledig bij de ontwikkelende partij. Tevens wordt er een anterieure overeenkomst tussen de gemeente en de initiatiefnemer gesloten. Hierdoor is een exploitatieplan niet noodzakelijk. Geconcludeerd wordt dat er voldoende middelen zijn om de ontwikkeling tot uitvoering te brengen. Het plan is daarmee financieel uitvoerbaar.

Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Inspraak en overleg

Omdat het een wijzigingsplan betreft, is geen inspraakprocedure gevolgd.

Zienswijzen

Het ontwerp van het wijzigingsplan is gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode was het voor een ieder mogelijk om mondeling of schriftelijk een zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan te geven. Er zijn geen zienswijzen in deze periode ontvangen.

Bijlage 1 Ruimtelijke Onderbouwing

Bijlage 1 Ruimtelijke onderbouwing

Bijlage 2 Memo Aerius-berekening

Bijlage 2 Memo Aerius-berekening