Bedrijvenpark Ruyven 2018
Bestemmingsplan - Gemeente Pijnacker-Nootdorp
Vastgesteld op 19-03-2020 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In dit plan wordt verstaan onder:
1.1 het plan
het bestemmingsplan 'Bedrijvenpark Ruyven 2018' met identificatienummer NL.IMRO.1926.bp000160106-4001 van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML bestand NL.IMRO.1926.bp000160106-4001 met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 ander bouwwerk
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.6 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.7 bebouwingspercentage
een met een maatvoeringsaanduiding in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage, dat het gedeelte van het bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat mag worden bebouwd;
1.8 bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen, opslaan, distribueren en verhandelen van goederen, waarbij de eventuele kantoorfunctie en/of detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt, niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de ter plaatse uitgeoefende hoofdactiviteiten;
1.9 bedrijfsgebouw
een gebouw ten dienste van en behorende bij een bedrijf, instelling of voorziening, niet zijnde een bedrijfs- of andere woning.
1.10 bedrijfsvloeroppervlakte
de brutovloeroppervlakte, gemeten conform NEN2580, van bedrijfs-, kantoor- en andere dienstruimten, uitgezonderd parkeergarages en fietsenstallingen;
1.11 beschermde groei- en verblijfplaats
verblijfplaats van plant- en diersoorten, waar de verstoring, vernietiging en soortgelijke activiteiten de verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet worden overtreden: in dit plangebied gaat het vooral om de volgende plant- en diersoorten: steenbreekvaren en tongvaren, respectievelijk gierzwaluw, huismus, gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis;
1.12 bestaand bouwwerk
bebouwing, situatie, maat, zoals dat bestaat of rechtens mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
1.13 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.14 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.15 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
1.16 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.17 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.18 bouwmarkt
detailhandelsvestiging waarvan het hoofdassortiment bestaat uit bouwmaterialen, alsmede materialen die voor het verrichten van bouw- en verbouwwerkzaamheden nodig zijn;
1.19 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.20 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan;
1.21 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.22 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; in dit plan worden een horecabedrijf, alsmede het uitsluitend via internet aanbieden van diensten en producten, waarbij geen verkoopruimte voor rechtstreekse verkoop en aflevering ter plaatse aan consumenten plaatsvindt, niet als detailhandel aangemerkt;
1.23 dienstverlening
het beroepsmatig verlenen van diensten waarbij een onderscheid gemaakt kan worden in:
- 1. administratieve, financiële en zakelijke dienstverlening;
- 2. het verrichten van administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, al dan niet met daaraan ondergeschikte baliewerkzaamheden;
- 3. publieksgerichte dienstverlening;
- 4. dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent, gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus. Hieronder worden niet verstaan belhuizen.
1.24 ecologisch netwerk
netwerk van leefgebieden en verbindingszones ten behoeve van de duurzame instandhouding van populaties van plant- en diersoorten;
1.25 garagebedrijf
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd;
1.26 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.27 hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.28 overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.29 overkapping
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen en welke constructie zelf niet wordt aangemerkt als een gebouw;
1.30 peil
het punt waarvan uit de hoogte van bouwwerken (of onderdelen) wordt gemeten:
- 1. in geval van een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan die weg grenst en de onderzijde van de hoofdtoegang op maximaal 0,25 m boven of onder de hoogte van de kruin is gelegen;
- 2. de hoogte van de kruin van de weg;
- 3. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein bij voltooiing van de bouw.
1.31 raamprostitutie
een prostitutiebedrijf, waarbij prostituees zich aanbieden aan het publiek door zich opvallend aan een raam aan de straat te vertonen;
1.32 scootsafes
bouwwerk voor de stalling van een scootmobiel of daarmee vergelijkbaar hulpmiddel voor mensen met een beperking.
1.33 seksinrichting
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf en raamprostitutiebedrijf;
1.34 straatmeubilair
alle bij het openbaar gebied behorende en ten dienste van dat gebied en aangrenzende bestemmingen staande bouwwerken, zoals verkeersgeleiders, verkeers-, verwijs- en informatieborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken, abri's, beeldende kunstwerken, speeltoestellen en -objecten, draagconstructies voor reclame, kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen (waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen), onder en bovengrondse afvalinzamelingsvoorzieningen, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, regelinstallaties, geluidwerende voorzieningen en fietsenstallingen en -rekken.
1.35 verbeelding
de visuele weergave van een bestemmingsplan. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge als de digitale wijze verstaan;
1.36 verkoopvloeroppervlakte
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw ten behoeve van detailhandel, onder welke ruimten niet zijn begrepen opslag-, personeels-, sanitaire en andere dienstruimten, garderobes en keukens;
1.37 voorgevel
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een hoofdgebouw gelegen gevel;
1.38 voorgevelrooilijn
de lijn die buitenwerks loopt langs de voorgevel van een gebouw en/of de denkbeeldige lijn in het verlengde van die lijn;
1.39 wonen
het houden van verblijf, het hebben - huren hieronder mede begrepen - van kamers of het gehuisvest zijn in een huis, evenwel met uitzondering van bewoning met een overwegend verzorgend karakter.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, zonnepanelen en naar aard en/of omvang daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.2 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.4 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf - Wegverkeer
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. werkterrein en/of opslag ten behoeve van aan het wegverkeer gerelateerde overheidsdiensten met de daarbij behorende niet-zelfstandige kantoren;
- b. wegen met de bijhorende paden en bermen;
- c. water;
- d. groen-, parkeer- en overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, behorende bij een bedrijventerrein.
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Bedrijventerrein
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ' Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten;
- b. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 4.1 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
- c. ter plaatse van de aanduiding 'transportbedrijf', wegvervoersbedrijven in de segmenten transport, distributie en/of logistiek;
- d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ' verkooppunt motorbrandstoffen', een verkooppunt voor motorbrandstoffen (zonder lpg), inclusief wasstraat en wasboxen en ondergeschikte bijbehorende voorzieningen zoals een tankshop;
- e. ter plaatse van de aanduiding 'garage', een garagebedrijf;
- f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf- bouwmarkt' een bouwmarkt;
- g. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ' kantoor', zelfstandige kantoren en bedrijven gericht op dienstverlening;
- h. bij een bedrijf behorende kantoorruimten tot een maximum van 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlakte, en in ieder geval niet meer dan 2000 m2;
- i. bij een bedrijf behorende en daaraan ondergeschikte detailhandel, waarbij het totale verkoopvloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 10% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte, met een maximum van 15 m2;
- j. verkoop via internet van diensten en producten, waarbij ter plaatse geen uitstallings- en verkoopruimte aanwezig is voor rechtstreekse verkoop en aflevering aan consumenten;
- k. bij het bedrijf behorende wegen met bijbehorende paden en bermen
- l. water, groen-, parkeer- en overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen behorende bij een bedrijf.
een en ander met uitzondering van:
- m. detailhandel;
- n. bedrijven die krachtens artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken;
- o. bedrijven die een Bevi-inrichting zijn of een Bevi-inrichting omvatten, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'transportbedrijf'
- p. bedrijven die inrichtingen zijn, genoemd in de onderdelen C of D van de Bijlage behorende bij het Besluit milieueffectrapportage.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de gebruiksregels
4.4 Specifieke bouwregels
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken geldt, dat dient te worden aangetoond dat het bouwwerk de (grond)waterhuishouding niet verstoord.
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen- en speelvoorzieningen;
- b. fiets- en voetpaden, in- en uitritten en andere, ondergeschikte verhardingen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. straatmeubilair;
- e. bij deze bestemming behorende overige voorzieningen zoals watergangen en -partijen, bruggen en duikers.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Verkeer - Wegverkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, met de daarbij behorende in- en uitvoeg- en opstelstroken, in- en uitritten, voetpaden, fietsstroken en -paden, parkeerstroken en -voorzieningen, bushaltes en andere verhardingen;
- b. bermen en andere groenvoorzieningen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. straatmeubilair;
- e. bij deze bestemming behorende overige voorzieningen zoals watergangen, bruggen en duikers, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor water met daarbij behorende taluds, overs, bruggen, duikers en waterstaatkundige voorzieningen.
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Bedrijf - Uit Te Werken
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ' Bedrijf - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 4.1 van de Lijst van bedrijfsactiviteiten;
- b. wegen, met bijbehorende paden en bermen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. water, groen-, parkeer en overige voorzieningen behorende bij een bedrijfsterrein.
8.2 Uitwerkingsregels
Burgemeester en wethouders werken de in artikel 8.1 omschreven bestemming uit met in acht neming van de volgende regels:
- a. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan;
- b. maximaal 50% van het bedrijfsvloeroppervlak van de bedrijven mag benut worden ten behoeve van kantoren behorende bij de bedrijven, met een maximum van 2000 m2;
- c. maximaal 70% van het bestemmingsvlak mag worden bebouwd of overdekt;
- d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 15 meter
- e. de ontsluiting van betreffende gronden dient te zijn verzekerd door middel van een aansluiting op de bestaande wegenstructuur binnen het plangebied;
- f. parkeren en laden en lossen dient volledig op eigen terrein plaats te vinden;
- g. de gronden mogen niet worden gebruikt ten behoeve van kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (bevi) en de gronden mogen geen beperking opleveren ten aanzien van andere nabijgelegen inrichtingen en transportroutes voor gevaarlijke stoffen.
8.3 Bouwregels
Op of in de artikel 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken gebouwd worden overeenkomstig een vastgesteld uitwerkingsplan, dat in werking is getreden en/of onherroepelijk is geworden.
8.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor het bouwen van bouwwerken vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het in lid 8.3 bedoelde uitwerkingsplan, indien het bouwplan in overeenstemming is met het (voor)ontwerpuitwerkingsplan en de realisatie ervan past binnen de economische en financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.
Artikel 9 Leiding - Riool
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen primair bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van ondergrondse afvalwatertransportleidingen.
9.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze planregels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 3 m voor de aanleg en instandhouding van de ondergrondse afvalwatertransportleidingen worden gebouwd.
9.3 Afwijken van bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 9.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, met dien verstande dat:
- a. het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de energie- en afvalwatervoorziening dienen te zijn gewaarborgd;
- b. burgemeester en wethouders advies dienen te hebben ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 10 Waarde - Ecologie
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. instandhouding en ontwikkeling van natuurwaarden, gericht op ontwikkeling en instandhouding van ecologische netwerken als bedoeld in artikel 1, lid 1.23 en beschermde groei- en verblijfplaatsen, als bedoeld in artikel 1, lid 1.11;
- b. voorzieningen ten behoeve van en behorende bij de onder a bedoelde doeleinden.
10.2 Bouwregels
10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 11 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 12 Algemene Bouwregels
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de ter zake geldende wet- en regelgeving tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
Artikel 13 Algemene Gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
- a. het gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en het uitoefenen van prostitutie;
- b. het gebruik van gebouwen, bouwwerken en onderkomens als belhuis;
- c. het gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gericht gebruik en onderhoud;
- d. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;
- e. het gebruik van (aangebouwde) bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
Artikel 14 Algemene Afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning in afwijking van het plan verlenen:
- a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes, bewaarplaatsen van huisvuilcontainers, gemalen en transformatorhuisjes, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 m en de oppervlakte niet meer dan 30 m² mag bedragen;
- b. de bouw van geluidwerende voorzieningen, met een maximale hoogte van 6 m, indien zulks in het kader van de uitvoering van de Wet geluidhinder noodzakelijk is;
- c. indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van grens of richting van wegen en paden en ligging van bestemmings-, bouw- en aanduidingsgrenzen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen.
Artikel 15 Algemene Wijzigingsregels
15.1 Algemene wijzigingen
Burgemeester en wethouders kunnen de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en van aanduidingen zodanig wijzigen, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven.
15.2 Wijzigingen bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders kunnen de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten als volgt wijzigen:
- a. het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.
15.3 wetgevingzone - wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen en aanduidingen (waaronder bouwvlakken) van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1 ' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' (artikel 4 van de regels) met de functieaanduidingen 'bedrijf tot en met categorie 4.1' en 'transportbedrijf' en daaraan een bouwvlak toe te kennen mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a. het bouwvlak mag maximaal 100% van het bestemmingsvlak omvatten, waarbij maximaal 70% van het bestemmingsvlak mag worden bebouwd;
- b. de maximale bouwhoogte bedraagt voor de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid en die in artikel 15.4 van de planregels gezamenlijk voor maximaal 5.000 m2 30 meter;
- c. de bouwhoogte bedraagt voor het overige maximaal 20 meter;
- d. de wijziging is stedenbouwkundig aanvaardbaar;
- e. de wijziging is landschappelijk aanvaardbaar;
- f. er geen belemmeringen zijn vanuit het oogpunt van externe veiligheid;
- g. er geen onaanvaardbare schaduwwerking ontstaat;
- h. de wijziging is milieuhygiënisch aanvaardbaar.
- i. de wijziging is verkeerskundig aanvaardbaar;
- j. de wijziging voldoet aan de van deze Regels deel uitmakende Nota parkeernormen als opgenomen in bijlage 2."
- k. vooraf wordt advies ingewonnen bij het Hoogheemraadschap van Delfland;
- l. er wordt aangetoond dat de voorgenomen functie geen belemmering vormt voor de bodem- en (grond)waterkwaliteit;
15.4 wetgevingzone - wijzigingsgebied 2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen en aanduidingen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' (artikel 4 van de regels) met de functieaanduidingen 'bedrijf tot en met categorie 4.1' en 'transportbedrijf' en daaraan een bouwvlak toe te kennen mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- a. het bouwvlak mag maximaal 100% van het bestemmingsvlak omvatten, waarbij maximaal 100% van het bestemmingsvlak mag worden bebouwd;
- b. de maximale bouwhoogte bedraagt voor de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid en die in artikel 15.3 van de planregels gezamenlijk voor maximaal 5.000 m2 30 meter;
- c. de bouwhoogte bedraagt voor het overige maximaal 20 meter;
- d. de wijziging is stedenbouwkundig aanvaardbaar;
- e. de wijziging is landschappelijk aanvaardbaar;
- f. de waterhuishoudkundige situatie wordt door de wijziging positief beïnvloed;
- g. het te dempen open water wordt volledig gecompenseerd;
- h. de wijziging heeft geen negatief effect op het verloop van de watergang;
- i. vooraf wordt advies ingewonnen bij het Hoogheemraadschap van Delfland;
- j. er wordt aangetoond dat de voorgenomen functie geen belemmmerin vormt voor de bodem- en (grond)waterkwaliteit;
- k. er zijn geen belemmeringen vanuit het oogpunt van externe veiligheid;
- l. de wijziging is milieuhygiënisch aanvaardbaar;
- m. de wijziging is verkeerskundig aanvaardbaar;
- n. de wijziging voldoet aan de van deze Regels deel uitmakende Nota parkeernormen als opgenomen in bijlage 2.
Artikel 16 Algemene Procedureregels
In de gevallen dat in deze regels toepassing van deze procedurebepalingen is voorgeschreven, gelden de volgende bepalingen:
- a. het ontwerpbesluit omtrent nadere eisen ligt met bijbehorende stukken gedurende zes weken voor een ieder ter inzage;
- b. het bevoegd gezag maakt de terinzagelegging vooraf bekend in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze;
- c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid van belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent het ontwerpbesluit naar voren te brengen bij het bevoegd gezag;
- d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 17 Overgangsrecht Bestaande Bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen, wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Artikel 18 Overgangsrecht Bestaand Gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 19 Hardheidsclausule
Indien toepassing van het overeenkomstig artikel 18 in het plan opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan de gemeenteraad met het oog op beëindiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie, in het plan persoonsgebonden overgangsrecht opnemen.
Artikel 20 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Bedrijvenpark Ruyven 2018' van de gemeente Pijnacker-Nootdorp.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Nota Parkeernormen
Bijlage 1 Nota Van Beantwoording Inspraak- En Vooroverlegreactie Bedrijvenpark Ruyven
Bijlage 1 Nota van beantwoording inspraak- en vooroverlegreactie Bedrijvenpark Ruyven
Bijlage 2 Staat Van Wijzigingen T.o.v. Ontwerpbestemmingsplan ‘Bedrijvenpark Ruyven’
Bijlage 2 Staat van wijzigingen t.o.v. ontwerpbestemmingsplan ‘Bedrijvenpark Ruyven’