Kern Pijnacker Zuid / Zuid-Oost
Bestemmingsplan - Pijnacker-Nootdorp
Onherroepelijk op 18-07-2012 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In dit plan wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan "Kern Pijnacker Zuid-Zuid-Oost" van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1926.bp10056-4003 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen)
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aan- of uitbouw:
een al of niet voor bewoning bestemd gebouw dat aan een woning is aangebouwd en daarmee in directe verbinding staat;
1.6 agrarische bedrijvigheid:
bedrijvigheid, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met uitzondering van paardenhouderij en manege;
1.7 ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
1.8 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.9 bebouwingspercentage:
de oppervlakte van de bebouwing binnen het bouwvlak of, bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
1.10 bedrijf aan huis:
het in de woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten:
- 1. die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie 1, danwel daarmee gelijk kunnen worden gesteld wat betreft de gevolgen voor de omgeving, en
- 2. die geen horeca of detailhandel zijn, behoudens detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteit;
1.11 bedrijfsvloeroppervlakte:
de brutovloeroppervlakte van bedrijfs-, kantoor- en andere dienstruimten, uitgezonderd parkeergarages en fietsenstallingen;
1.12 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, die hoort bij en functioneel gebonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein;
1.13 beroep aan huis:
het beroepsmatig uitoefenen van activiteiten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, waaronder begrepen kinderopvang, alsmede de beroepen van schoonheidsspecialist, kapper en pedicure, in de woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie;
1.14 bestaand bouwwerk:
bouwwerk, zoals dat bestaat of rechtens mag bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
1.15 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.16 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.17 bijgebouw:
een bij een woning behorend gebouw, zoals een garage, berging of hobbyruimte, dat niet in directe verbinding staat met de woning en dat niet voor bewoning is bestemd;
1.18 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.19 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.20 bouwlaag:
een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van zolder en onderbouw;
1.21 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan;
1.22 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.23 brutovloeroppervlakte:
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
1.24 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; in dit plan wordt een horecabedrijf niet als detailhandel aangemerkt;
1.25 erker:
een ruimte op de begane grond in een gebouw die buiten de gevel van het gebouw uitsteekt;
1.26 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.27 glastuinbouw:
de teelt van tuinbouwgewassen met behulp van kassen;
1.28 grondgebonden agrarisch bedrijf:
een veehouderij-, akkerbouw-, tuinbouw- of fruitteeltbedrijf, dat functioneel geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van de ter plaatse bij het bedrijf behorende grond als agrarisch productiemiddel, met uitzondering van paardenhouderij en manege;
1.29 hoofdgebouw:
een gebouw, dat op bij elkaar behorende, aaneengesloten gronden door constructie of afmetingen als het belangrijkste valt aan te merken;
1.30 horecabedrijf:
een bedrijf, waarvan de hoofdactiviteit vermeld is, in de van de regels deel uitmakende Staat van Horecabedrijven;
1.31 kantine:
een gebouw of ruimte in een gebouw ten dienste van de op het perceel gelegen bestemming voor het nuttigen van maaltijden en overige consumpties door de gebruikers van de bestemming;
1.32 kantoor:
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten, al dan niet met ondergeschikte baliefunctie, op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
1.33 manege:
bedrijvigheid geheel of overwegend gericht op het houden, stallen, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's, het ter zake lesgeven en de exploitatie van daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen een kantine of soortgelijke horecavoorziening;
1.34 onderkomen:
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent;
1.35 paardenhouderij:
het bedrijfsmatig, niet op agrarische productie gericht houden en stallen van paarden en pony's, met als ondergeschikte nevenactiviteit het fokken, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's;
1.36 peil:
- 1. de hoogte van de kruin van de weg:
in geval van een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan die weg grenst en de onderzijde van de hoofdtoegang op maximaal 0,25 m boven of onder de hoogte van de kruin is gelegen; - 2. de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein bij voltooiing van de bouw:
in andere gevallen;
1.37 raamprostitutiebedrijf:
een prostitutiebedrijf, waarbij prostituees zich aanbieden aan het publiek door zich opvallend aan een raam aan de straat te vertonen;
1.38 seksinrichting:
een inrichting, bestaande uit een of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf en raamprostitutiebedrijf;
1.39 Staat van Horeca-bedrijven:
de Staat van Horeca-bedrijven die van deze regels deel uitmaakt;
1.40 verkoopvloeroppervlakte:
de vloeroppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw ten behoeve van detailhandel, onder welke ruimten niet zijn begrepen opslag-, personeels-, sanitaire en andere dienstruimten, garderobes en keukens;
1.41 voorgevel:
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel;
1.42 voorgevelrooilijn:
de lijn die buitenwerks loopt langs de voorgevel van een gebouw en/of de denkbeeldige lijn in het verlengde van die lijn;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een ander bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.5 de brutovloeroppervlakte:
tussen de binnenwerkse gevelvlakken en/of scheidingsmuren;
2.6 de bedrijfsvloeroppervlakte:
tussen de binnenwerkse gevelvlakken en/of scheidingsmuren.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Agrarisch" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. grondgebonden agrarisch bedrijven, en
- b. detailhandel in, ter plaatse van of op een ander agrarisch bedrijf, voortgebrachte en streekeigen producten, tot een verkoopvloeroppervlakte van 100 m².
3.2 Bouwregels
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven die hierna zijn aangegeven:
bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn aangeduid als categorie: ter plaatse van de aanduiding: 1 of 2 bedrijf tot en met categorie 2 1, 2, 3.1 of 3.2 bedrijf tot en met categorie 3 bedrijven: ter plaatse van de aanduiding: nutsvoorziening nutsvoorziening verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG en ondergeschikte detailhandel met uitzondering van voedings- en levensmiddelen, waarbij de totale verkoopoppervlakte niet meer mag bedragen dan 10% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte met een maximum van 15 m2 verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg - b. wegen met bijbehorende paden en bermen;
- c. groen-, parkeer- en overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen behorende bij een bedrijfsterrein en een kantine, en;
- d. een en ander met uitzondering van detailhandel, dit behoudens verkoop van goederen samenhangend met een verkooppunt voor motorbrandstoffen ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg".
4.2 Bouwregels
4.3 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 28 (Algemene procedureregels), ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 4.1, onder a, ten behoeve van andere bedrijven, mits per geval is aangetoond dat het betreffende andere bedrijf, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs kan worden gelijkgesteld met bedrijven die op de desbetreffende plaats zijn toegestaan krachtens lid 4.1, onder a.
Artikel 5 Detailhandel
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Detailhandel" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel;
- b. ter plaatse van de aanduiding "verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG" voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder LPG, en
- c. bijbehorende parkeervoorzieningen, tuinen en andere voorzieningen, zoals een kantine.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Gemengd - 1
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Gemengd - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel op de begane grondlaag;
- b. een bij de detailhandel op het zelfde bouwperceel behorend ambacht;
- c. wonen, en
- d. bijbehorende parkeervoorzieningen, tuinen en andere voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Gemengd - 2
7.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor "Gemengd - 2" aangewezen gronden zijn bestemd voor horecabedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Horecabedrijven zijn aangeduid als categorie 1 tot een oppervlakte van 350 m2, met dien verstande, dat de vestiging van een horecagelegenheid met bezorg-/of afhaalservice niet is toegestaan;
- b. wonen, met inbegrip van beroep aan huis;
- c. maatschappelijke voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding, gezondheids- en andere zorgvoorzieningen -waaronder mede begrepen bejaardencentra, verpleegcentra, zorgwoningen, aanleunwoningen en daarmee gelijk te stellen voorzieningen- en openbare en bijzondere dienstverlening;
- d. bijbehorende parkeervoorzieningen, tuinen en andere voorzieningen.
7.2 Bouwregels
Artikel 8 Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen- en speelvoorzieningen,
- b. watergangen en –partijen,
functies binnen bestemming groen: | ter plaatse van de aanduiding: |
speelvoorzieningen zoals een skatebaan, basketbalveld en een trapveld | recreatie |
bergbezinkbassin | specifieke bouwaanduiding-1 |
fietstunnel | specifieke vorm van verkeer-fietstunnel |
twee woonwagenstandplaatsen | woonwagenstandplaats |
en bijbehorende,
- c. fiets- en voetpaden, in- en uitritten en andere, ondergeschikte verhardingen, en
- d. nutsvoorzieningen;
- e. geluidwerende voorzieningen.
8.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 8.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bij de bestemming behorende andere bouwwerken, waaronder begrepen geluidwerende voorzieningen, bruggen, duikers, onder- en bovengrondse containers voor huishoudelijke afvalstoffen en fietsenstallingen en -rekken, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
bouwwerken | max. bouwhoogte |
luifels, vlaggen- en andere masten: | 6 m |
erf- of perceelafscheidingen achter de voorgevelrooilijn, op of rond een terrein met daarop een gebouw: | 2 m |
overige erf- of perceelafscheidingen | 1 m |
geluidwerende voorzieningen | 6 m |
overige andere bouwwerken | 5 m |
8.3 Wijzigingsbevoegdheid
- a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op het verwijderen van de aanduiding "woonwagenstandplaats" indien deze functie ter plaatse is beëindigd.
- b. Op de voorbereiding van een wijziging is, conform het bepaalde in artikel 3.6 lid 5 van Wet ruimtelijke ordening het bepaalde in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Artikel 9 Kantoor
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Kantoor" aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren en bijbehorende parkeer- en fietsvoorzieningen, tuinen en andere voorzieningen, zoals een kantine.
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Maatschappelijk
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voorzieningen ter zake van religie, verenigingsleven, cultuur, onderwijs, opvoeding, gezondheids- en andere zorgvoorzieningen -waaronder mede begrepen bejaardencentra, verpleegcentra, zorgwoningen, aanleunwoningen en daarmee gelijk te stellen voorzieningen- en openbare en bijzondere dienstverlening;
- b.
maatschappelijke voorzieningen: | ter plaatse van de aanduiding: |
begraafplaats | begraafplaats |
kerk | religie |
- c. ondergeschikte kantoor- en horecafuncties;
en bijbehorende
- d. parkeervoorzieningen, tuinen en andere voorzieningen.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Sport
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Sport" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van binnensportactiviteiten;
- b. maatschappelijke voorzieningen, zoals verenigingsgebouwen, cursusruimte en kinderopvang;
- c. ondergeschikte kantoor- en horecafuncties, en
- d. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals erven, groen, water, nutsvoorzieningen en parkeren.
11.2 Bouwregels
Artikel 12 Tuin
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. tuinen;
- b. ter plaatse van de aanduiding "parkeerterrein", tevens parkeerplaatsen voor het stallen van een auto.
12.2 Bouwregels
12.3 Specifieke gebruiksregels
Op de gronden als bedoeld in lid 12.1 is het parkeren van auto's niet toegestaan, met uitzondering van de met de aanduiding 'parkeerterrein aangewezen gronden en die gronden die gelegen zijn aan de zijkanten van de bestemming "Wonen" ter plaatse van de aanduiding "aeg".
Artikel 13 Verkeer - Railverkeer
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Verkeer - Railverkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegen en daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen een station of halte,
- b. ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang" bovendien voor wegen en paden, en
- c. bermen, watergangen, paden en stallings- en nutsvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
Artikel 14 Verkeer - Verblijfsgebied
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Verkeer - Verblijfsgebied" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verhardingen voor woonstraten, pleinen, auto-, fiets- en voetgangersverkeer en parkeervoorzieningen,
- b. bermen, groen- en speelvoorzieningen,
- c. watergangen, en
- d. bij een en ander behorende andere voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen.
14.2 Bouwregels
Artikel 15 Verkeer - Wegen
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Verkeer - Wegen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, met ten hoogste twee rijstroken;
- b. voorzieningen, zoals in- en uitvoeg- en opstelstroken, bushaltes en geluidwerende voorzieningen, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen,
- c. parkeerstroken en -voorzieningen,
- d. fiets- en voetpaden,
- e. bermen en andere groenvoorzieningen,
- f. watergangen en duikers,
- g. nutsvoorzieningen, en
- h. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - fietstunnel" tevens bestemd voor een fietstunnel;
een en ander met inachtneming van de aangegeven "as van de weg".
15.2 Bouwregels
Artikel 16 Water
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor water met daarbij behorende taluds en oevers.
16.2 Bouwregels
Artikel 17 Wonen
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.2 Bouwregels
17.3 Ontheffing van de gebruiksregels
Artikel 18 Leiding - Brandstof
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Leiding - Brandstof" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een olie- en brandstofleiding en daarbij behorende voorzieningen, met de hartlijn van de leiding uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "hartlijn leiding - brandstofleiding".
18.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 18.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken ten behoeve van de betreffende leiding.
18.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van artikel 28 (Algemene procedureregels), ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 18.2, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de desbetreffende andere bestemmingen van deze gronden, mits:
- a. hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en
- b. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
18.4 Aanlegvergunning
Artikel 19 Leiding - Gas
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn, behalve voor andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een aardgastransportleiding en daarbij behorende voorzieningen, met de "hartlijn - gastransportleiding".
19.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in lid 19.1, mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van de andere bestemmingen, uitsluitend worden bebouwd bouwwerken ten behoeve van de desbetreffende leiding.
19.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 19.2, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere bestemmingen van deze gronden, mits:
- a. hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en
- b. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
19.4 Aanlegvergunning
Artikel 20 Waarde - Archeologie
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waarde - Archeologie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.
20.2 Bouwregels
20.3 Aanlegvergunning
20.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming "Waarde - archeologie" naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
Artikel 21 Waterstaat - Waterkering
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waterstaat - Waterkering" zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor de bescherming van waterkering en waterhuishouding, met de daarbij behorende voorzieningen.
21.2 Bouwregels
21.3 Specifieke gebruiksregels
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 22 Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 23 Algemene Bouwregels
23.1 Bestaande afmetingen en afstanden
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand tot enige grens van bouwwerken, die rechtens, in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal is toegestaan.
Artikel 24 Algemene Gebruiksregels
Een verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, is in ieder geval ook het gebruik van:
- a. gronden en bouwwerken als of ten behoeve van een seksinrichting;
- b. onbebouwde gronden:
- 1. als stand- of ligplaats van onderkomens, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
- 2. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
Artikel 25 Algemene Aanduidingsregels
25.1 Karakteristiek
Ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek" geldt voor bouwwerken het bepaalde in de gemeentelijke Monumentenverordening.
25.2 Specifieke bouwaanduiding - monument
Ter plaats van de aanuiding "specifieke bouwaanduiding - monument" geldt voor bouwwerken het bepaalde in de Monumentenwet 1988 danwel het bepaalde in de gemeentelijke Monumentenverordening.
Artikel 26 Algemene Ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van het bepaalde in artikel 28 (Algemene procedureregels), ontheffing te verlenen van het plan:
- a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes, telefooncellen, bewaarplaatsen van huisvuilcontainers en transformatorhuisjes, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 m en de oppervlakte niet meer dan 30 m² mag bedragen;
- b. indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van grens of richting van wegen en paden en ligging van bestemmings- en bouwgrenzen, grenzen van bouwvlakken en grenzen van aanduidingen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen.
Artikel 27 Algemene Wijzigingsregels
27.1 Algemene wijzigingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het wijzigen van de ligging van grenzen van bestemmings-, bouw- en bouwvlakken en van aanduidingen zodanig, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot en de grenzen daarbij met niet meer dan 10 m worden verschoven.
27.2 Wijziging ten behoeve van wonen
27.3 Wijziging bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten als volgt te wijzigen:
het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, voor zover veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven hiertoe aanleiding geven.
27.4 Wijziging bijlage Inrichtingen Wet geluidhinder
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, de van deze regels deel uitmakende bijlage Inrichtingen Wet geluidhinder te wijzigen, ter verwerking van wijzigingen van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer.
Artikel 28 Algemene Procedureregels:
In die gevallen dat in deze regels toepassing van deze procedureregels is voorgeschreven, gelden de volgende bepalingen:
- a. het ontwerp-besluit omtrent ontheffing of nadere eisen ligt met bijbehorende stukken gedurende zes weken voor een ieder ter inzage;
- b. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf bekend in één of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze;
- c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid van belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent het ontwerpbesluit naar voren te brengen bij burgemeester en wethouders;
- d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 29 Overgangsrecht
29.1 Overgangsrecht bouwwerken
29.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 30 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan "Kern Pijnacker Zuid-Zuid-Oost".
Bijlage 1 Staat Van Horeca Bedrijven
Bijlage 1 Staat van horeca bedrijven
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Nadere Toelichting Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Nadere toelichting staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 4 Inrichtingen Wet Geluidhinder
Bijlage 4 Inrichtingen Wet geluidhinder
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek Wegverkeer
Bijlage 1 Akoestisch onderzoek wegverkeer
Bijlage 2 Nota Inspraak- En Overleg
Bijlage 2 Nota inspraak- en overleg
Bijlage 3 Nota Beantwoording Zienswijzen En Staat Van Wijzigingen
Bijlage 3 Nota beantwoording zienswijzen en staat van wijzigingen