KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Verkeer - 2
Artikel 5 Wonen - 1
Artikel 6 Waarde - Archeologie 3
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Antidubbeltelregel
Artikel 8 Algemene Gebruiksregels
Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 10 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
Artikel 12 Slotregel
Bijlage 1 M.e.r.- Beoordeling, Kuipercompagnons, 25 November 2019
Bijlage 2 Archeologisch Vooronderzoek, Vestigia, 25 Maart 2019
Bijlage 3 Bodemonderzoek, Ingenieursbureau Mol, 8 November 2012
Bijlage 4 Quickscan Flora En Fauna, Natuur-wetenschappelijk Centrum (Nwc), November 2018
Bijlage 5 Aanvullend Onderzoek, Natuur-wetenschappelijk Centrum (Nwc), November 2019
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Wegverkeers- En Industrielawaai, Kuipercompagnons, 15 April 2019
Bijlage 7 Notitie Resultaten Parkeertelling, Graafftraffic, 2 December 2019
Bijlage 8 Stikstofdepositieonderzoek, Kuipercompagnons, 8 November 2019
Bijlage 9 Besluit Vaststelling Hogere Grenswaarde Wet Geluidhinder

Marrewijklaan 18

Bestemmingsplan - Gemeente Nissewaard

Vastgesteld op 17-06-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Marrewijklaan 18 met identificatienummer NL.IMRO.1930.BPMarrewijklaan18-3001 van de gemeente Nissewaard;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1930.BPMarrewijklaan18-3001 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 aanbouw:

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 antenne-installatie:

installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de wel of niet in de techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;

1.7 antennedrager

een antennemast of andere constructie bedoeld voor de vestiging van een antenne;

1.8 archeologische waarde:

een aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;

1.9 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.10 bebouwingspercentage:

een in de regels of verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bestemmingsvlak of bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd. Bij het ontbreken van een percentage mag het bestemmingsvlak of bouwvlak volledig worden bebouwd;

1.11 bedrijf:

een onderneming die is gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten;

1.12 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.13 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.14 bijbehorende bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;

1.15 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.16 bouwlaag:

en doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.17 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.18 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.19 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde verbonden is;

1.20 dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.21 dakkapel:

een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;

1.22 dakopbouw:

een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst;

1.23 dienstverleing:

het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;

1.24 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt;

1.25 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.26 groenvoorziening:

ruimten in de open lucht, waaronder in ieder geval worden begrepen (bos)parken, plantsoenen en open speelplekken, met de daarbij behorende sloten, vijvers en daarmee gelijk te stellen wateren en ondergrondse infrastructurele voorzieningen;

1.27 hoofdgebouw:

een of meer panden of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.28 huishouden

van een huishouden is sprake wanneer een persoon dan wel personen in een zekere continue samenstelling met elkaar wonen en tussen de verschillende personen de intentie bestaat om bestendig, voor onbepaalde tijd, een met een gezinsverband vergelijkbaar samenlevingsverband met elkaar aan te gaan;

1.29 kamerverhuur:

  1. a. een samenstel van verblijfsruimten, uitsluitend of mede bestemd of gebruikt om daarin anderen dan aan de rechthebbende en de personen behorende tot diens huishouden, woonverblijf, niet in de zin van zelfstandige woongelegenheid, te verschaffen, al dan niet met gehele of gedeeltelijke verzorging;
  2. b. een en ander kan onder meer blijken uit het feit dat voor de kamers afzonderlijk huur wordt berekend en/of betaald en elke kamer zelfstandig wordt bewoond, waarbij al dan niet sprake is van enkele gemeenschappelijke voorzieningen.

1.30 kap:

de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm dan wel met een dakhelling van ten minste 15° en ten hoogste 75°;

1.31 nutsvoorziening:

een voorziening ten behoeve van de distributie van gas, water en elektriciteit, en de telecommunicatie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;

1.32 openbare ruimte:

Rijwegen, voet- en fietspaden, pleinen, groenvoorzieningen en water, met inbegrip van bij deze voorzieningen behorende nutsvoorzieningen, bermen, taluds, waterlopen en waterbouwkundige kunstwerken, ondergrondse afvalsystemen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen;

1.33 parkeervoorziening:

alle voorzieningen die geschikt zijn om een voertuig te parkeren;

1.34 peil:

zie meetvoorschrift 2.11 bij "Wijze van meten";

1.35 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.36 seksinrichting:

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.37 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging':

en als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen die mogelijk zijn binnen het gebied met functiemenging;

1.38 vloeroppervlakte:

de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond;

1.39 voorgevel:

de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt, dan wel de gevel naar die weg die volgens het straatnamenregister bepalend is voor de adressering;

1.40 weg:

een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

1.41 wonen:

gebruiken van een woning of wooneenheid voor het huisvesten van niet meer dan één huishouden;

1.42 woning:

een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortste afstand tussen de (zijdelingse) grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk.

2.2 bebouwingspercentage:

het deel van het bouw- / bestemmingsvlak uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden;

2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, (ketelhuizen, condensors, luchtkokers, liftkokers, lichtkoepels) en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.4 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.5 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.6 de hoogte van een dakopbouw:

vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw;

2.7 de hoogte van een kap:

vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap;

2.8 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.9 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.10 het bebouwd oppervlak van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen;

2.11 peil:

  1. a. voor een gebouw op een perceel, waarvan de hoofdtoegang aan een weg, pad of stoep grenst: de hoogte van die weg, dat pad of die stoep ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan een weg, pad, of stoep grenst: de hoogte van het oorspronkelijke afgewerkte maaiveld ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. voor een bouwwerk waarbij geen sprake is van een toegang: het gemiddelde afgewerkte maaiveld ter plaatse van dat bouwwerk;
  4. d. indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf'' aangewezen gronden met de functieaanduiding 'nv' is uitsluitend bestemd voor een nutsvoorziening.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 3.2.1 en toestaan dat een bedrijfsgebouw gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:

  1. a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 10% van de oppervlakte van het bouwvlak bedraagt;
  2. b. geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
    1. 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    2. 2. de verkeersveiligheid;
    3. 3. de sociale veiligheid;
    4. 4. de milieusituatie;
    5. 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 4 Verkeer - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
  2. b. bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals wegen, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, ondergrondse afvalcontainers, reclameborden, speel en nutsvoorzieningen, abri's en groenvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 4.2.1 en toestaan dat een nutsgebouw met een grotere inhoud tot ten hoogste 60 m3 wordt gebouwd mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. 2. de verkeersveiligheid;
  3. 3. sociale veiligheid;
  4. 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 5 Wonen - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. nutvoorzieningen;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding gemengd (gd), uitsluitend op de begane grond: zakelijke dienstverlening, maatschappelijke dienstverlening, bedrijf ten hoogste tot en met categorie A van de Staat 'functiemenging' behorende bij deze regels;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'pg': een parkeergarage;
  5. e. bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals erven, tuinen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op en onder de in lid 5.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:

5.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 6 Waarde - Archeologie 3

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud van de aan de gronden eigen zijnde archeologische waarden.

6.2 Bouwregels

6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.4 Vergunning

Vergunning wordt verleend nadat de aanvrager een rapport aan burgemeester en wethouders heeft overlegd van een archeologisch deskundige waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

6.5 Mogelijke voorwaarden te verbinden aan vergunning

Aan een vergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:

  1. a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  2. b. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een archeologisch deskundige.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Antidubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Gebruiksregels

8.1 Strijdig gebruik

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. de opslag van oude metalen, schroot, lompen, papier, puin of vuilnis;
  2. b. de opslag van rij- of voertuigen, die voor de sloop bestemd zijn, of reeds gedeeltelijk gesloopt zijn, of daaruit reeds gesloopte materialen;
  3. c. het gebruik van vrijstaande en aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van zelfstandige bewoning;
  4. d. een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen;
  5. e. gronden en bouwwerken voor de stalling of opslag van (sta)caravans;
  6. f. het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting is verboden.

8.2 Parkeren

  1. a. Om de woningen in gebruik te nemen dienen per woning 1,4 parkeerplaatsen gerealiseerd worden, waarvan;
    1. 1. 71 parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd moeten worden;
    2. 2. de overige 31 parkeerplaatsen opgevangen worden op het parkeerterrein aan de Breestraat.
  2. b. Na realisatie van de woningen als bedoeld onder lid a geldt bij nieuwbouw, uitbreiding en/of functieverandering van een gebouw, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, dient voor de bouw of functieverandering te worden aangetoond dat op het bouwperceel in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in dat deze in stand wordt gehouden. Er is sprake van voldoende parkeergelegenheid indien wordt voldaan aan de CROW publicatie 381. Indien deze publicatie gedurende de planperiode wordt gewijzigd, wordt rekening gehouden met deze wijziging. De CROW-publicatie wordt toegepast volgens onderstaande tabel:
Gebied Categorie CROW Bandbreedte toepassing
Wonen Centrum, sterk stedelijk gemiddeld
  1. c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2 sub a en b en worden toegestaan dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid in de directe omgeving van het bouwperceel, hetgeen met een parkeeronderzoek aangetoond kan worden.

Artikel 9 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien dit om bouwtechnische redenen of om andere redenen van doelmatigheid van de bouw noodzakelijk is, bij omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. b. de bestemmingsplanbepalingen ten aanzien van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  3. c. de bestemmingsplanbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 20 meter.
  4. d. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van deze bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;
  5. e. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen wordt overschreden ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:
    1. 1. de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 16 m2 bedraagt;
    2. 2. de hoogte niet meer dan 1,1 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt.
  6. f. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van balkons, en gedeeltelijke overkragingen ten behoeve van de entree van de onder artikel 5.1 sub c bedoelde functies.

Artikel 10 Algemene Wijzigingsregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen voor het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van bestemmingsgrenzen indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden ten opzicht van de feitelijke situatie of in die gevallen waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken

11.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan "Marrewijklaan 18".

Bijlage 1 M.e.r.- Beoordeling, Kuipercompagnons, 25 November 2019

Bijlage 1 M.e.r.- beoordeling, KuiperCompagnons, 25 november 2019

Bijlage 2 Archeologisch Vooronderzoek, Vestigia, 25 Maart 2019

Bijlage 2 Archeologisch vooronderzoek, Vestigia, 25 maart 2019

Bijlage 3 Bodemonderzoek, Ingenieursbureau Mol, 8 November 2012

Bijlage 3 Bodemonderzoek, Ingenieursbureau Mol, 8 november 2012

Bijlage 4 Quickscan Flora En Fauna, Natuur-wetenschappelijk Centrum (Nwc), November 2018

Bijlage 4 Quickscan flora en fauna, Natuur-Wetenschappelijk Centrum (NWC), november 2018

Bijlage 5 Aanvullend Onderzoek, Natuur-wetenschappelijk Centrum (Nwc), November 2019

Bijlage 5 Aanvullend onderzoek, Natuur-Wetenschappelijk Centrum (NWC), november 2019

Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Wegverkeers- En Industrielawaai, Kuipercompagnons, 15 April 2019

Bijlage 6 Akoestisch onderzoek wegverkeers- en industrielawaai, KuiperCompagnons, 15 april 2019

Bijlage 7 Notitie Resultaten Parkeertelling, Graafftraffic, 2 December 2019

Bijlage 7 Notitie Resultaten parkeertelling, GraaffTraffic, 2 december 2019

Bijlage 8 Stikstofdepositieonderzoek, Kuipercompagnons, 8 November 2019

Bijlage 8 Stikstofdepositieonderzoek, KuiperCompagnons, 8 november 2019

Bijlage 9 Besluit Vaststelling Hogere Grenswaarde Wet Geluidhinder

Bijlage 9 Besluit vaststelling hogere grenswaarde Wet geluidhinder