Recreatieterrein De Eilanden
Bestemmingsplan - Gemeente Krimpenerwaard
Vastgesteld op 04-07-2017 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Recreatieterrein De Eilanden als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1931.BP1351LG003-VG03 van de gemeente Krimpenerwaard.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.4 bestaand
zoals op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig.
1.5 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.6 bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.7 bouwen
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.
1.8 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.9 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1.10 dagrecreatie
recreatief verblijf ter ontspanning en vermaak, waarbij overnachting niet is toegestaan.
1.11 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.12 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.13 peil
- a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
- b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, bij voltooiing van het bouwwerk.
1.14 verblijfsrecreatie
recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, met uitzondering van uitstekende onderdelen, zoals overstekken, kleiner dan 0,2 m.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Recreatie - Dagrecreatie
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatie;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
- b. binnen een afstand van 2 m tot de grens van het bouwvlak mag niet worden gebouwd, met uitzondering van reeds bestaande gebouwen;
- c. per bouwvlak is maximaal 20 m2 aan bebouwing toegestaan;
- d. in aanvulling op het gestelde onder c is tevens per bouwvlak één berging toegestaan met een oppervlak van maximaal 5 m2;
- e. de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m;
- f. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m;
- g. ondergrondse bebouwing is niet toegestaan.
3.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. het gebruik van gebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
3.4 Persoonsgebonden overgangsrecht
- a. In afwijking van de regels bij deze bestemming, mag, bij wijze van persoonsgebonden overgangsrecht, het gebruik van gronden en opstallen voor dagrecreatie tevens zien op het behouden en onderhouden van de opstallen die afwijken van de bouwregels.
- b. Dit persoonsgebonden overgangsrecht ziet alleen op de bebouwing zoals deze aanwezig was ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan en indien en voor zover is opgenomen in bijlage 1 die behoort bij de planregels.
- c. Dit persoonsgebonden overgangsrecht geldt enkel voor degene die ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan de eigenaar was van de bewuste grond en opstallen en indien en voor zover degene is opgenomen in bijlage 1 die behoort bij de planregels.
- d. Dit persoonsgebonden overgangsrecht geldt uitdrukkelijk niet voor het geheel of gedeeltelijk vernieuwen van de bestaande bouwwerken.
Artikel 4 Recreatie - Verblijfsrecreatie
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie met uitzondering van recreatiewoningen;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning': één recreatiewoning;
- c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
4.3 Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
- a. het gebruik van gebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
4.4 Persoonsgebonden overgangsrecht
- a. In afwijking van de regels bij deze bestemming, mag, bij wijze van persoonsgebonden overgangsrecht, het gebruik van gronden en opstallen voor verblijfsrecreatie tevens zien op het behouden en onderhouden van de opstallen die afwijken van de bouwregels.
- b. Dit persoonsgebonden overgangsrecht ziet alleen op de bebouwing zoals deze aanwezig was ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan en indien en voor zover is opgenomen in bijlage 1 die behoort bij de planregels.
- c. Dit persoonsgebonden overgangsrecht geldt enkel voor degene die ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan de eigenaar was van de bewuste grond en opstallen en indien en voor zover degene is opgenomen in bijlage 1 die behoort bij de planregels.
- d. Dit persoonsgebonden overgangsrecht geldt uitdrukkelijk niet voor het geheel of gedeeltelijk vernieuwen van de bestaande bouwwerken.
Artikel 5 Waarde - Archeologie 2
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
- c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 5.000 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 1,5 m en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 6 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 7 Overige Regels
7.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
8.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
8.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 9 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Recreatieterrein De Eilanden'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Het gebied aangemerkt als 'De Eilanden', ten zuiden van de kerk Stolwijk, is van oudsher een volkstuinencomplex. In de loop der jaren is het gebruik veranderd in een meer dagrecreatief gebruik en is het gebruik als volkstuin verdwenen. De aanwezige bouwwerken hebben in toenemende mate een recreatieve functie gekregen. Ook zijn er veel hobbykassen en schuren gebouwd zonder vergunning. De bebouwing en het gebruik van het gebied is daarmee in strijd met het geldende bestemmingsplan Landelijk Gebied.
De gemeenteraad van de voormalige gemeente Vlist heeft besloten het recreatieve gebruik te legaliseren. De motivatie achter dit besluit is opgenomen in paragraaf 2.2. De provincie Zuid-Holland heeft voor deze legalisatie ontheffing verleend van de Verordening Ruimte, zie paragraaf 3.1. Om het gewenste gebruik planologisch goed te borgen, is een nieuw bestemmingsplan noodzakelijk.
Het bestemmingsplan Recreatieterrein De Eilanden is op 30 september 2014 vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Vlist (nu Krimpenerwaard). Tegen het besluit zijn 4 beroepen ingediend. De beroepen zijn behandeld door de Raad van State. Op 18 november 2015 is door de Raad van State uitspraak gedaan. Het bestemmingsplan is aangepast in opdracht van de Raad van State. Onderliggend bestemmingsplan is het aangepaste bestemmingsplan.
Na aanleiding van de uitspraak van de Raad van State van de datum 18 november 2015 (zie bijlage 3) en de uitspraak van de Raad van State van de datum 4 mei 2016 (zie bijlage 5) is het bestemmingsplan Recreatieterrein De Eilanden is op 5 juli 2016 opnieuw vastgesteld door de raad van gemeente Krimpenerwaard (zie bijlage 4). Tegen het besluit is 1 beroep ingediend. Het beroep is behandeld door de Raad van State. Op 8 maart 2017 is door de Raad van State uitspraak gedaan (zie bijlage 6). Het bestemmingsplan is aangepast in opdracht van de Raad van State. Onderliggend bestemmingsplan is het aangepaste bestemmingsplan.
1.2 Ligging Plangebied
Het plangebied ligt ten zuiden van de kern Stolwijk en bestaat uit verschillende percelen. De percelen zijn gelegen in een open weidelandschap en omgeven door watergangen. In het noorden sluit het plangebied aan op de kern van Stolkwijk bij de sportvelden en het Hooiland. In figuur 1.1. is de ligging van het plangebied ten opzicht van de kern Stolwijk weergegeven.
Figuur 1.1. Ligging plangebied
1.3 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 is achtereenvolgend de bestaande situatie, het proces van legalisatie en de toekomstige regeling beschreven. In hoofdstuk 3 is de legalisatie van de recreatieterreinen getoetst aan het provinciale en gemeentelijke beleidskader. De toetsing van de legalisatie aan de sectorale milieuaspecten is opgenomen in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 gaat in op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van de legalisatie. Ten slotte is in hoofdstuk 6 een toelichting op de bestemmingsregeling opgenomen.
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Bestaande Situatie
Rondom Stolwijk liggen enkele volkstuincomplexen die in de loop der jaren een meer recreatieve functie hebben gekregen. Een van deze complexen betreft De Eilanden, bestaande uit voor deze streek kenmerkende lange en smalle kavels omringt door sloten. Het gebied is alleen over water bereikbaar en is beperkt aangesloten op voorzieningen (water, elektra, telefoon). Het terrein is verdeeld in 24 kadastrale percelen. Een aantal eigenaren hebben meerdere percelen in hun bezit. In figuur 2.1 is een luchtfoto van het terrein opgenomen.
Figuur 2.1 Huidige situatie
2.2 Proces Legalisatie
Mogelijk zijn enkele percelen al voor de Tweede Wereldoorlog in gebruik genomen als volkstuinen. Dit intensieve gebruik wijkt af van het in de Krimpenerwaard gebruikelijke grasland voor de veehouderij. In de loop der jaren zijn er hobbykassen en schuren op de percelen gebouwd, op een enkele uitzondering na, zonder bouwvergunning. Ook veranderde het gebruik geleidelijk. De percelen kregen in de loop der tijd een meer recreatieve functie en het gebruik als volkstuin nam in betekenis af. Door de aanplant van bomen en struiken is het gebied in de loop der jaren meer besloten geraakt ten opzichte van het omliggende open landschap.
Sinds 1947 is het recreatieve gebruik en de bebouwing in geen van de planologische plannen geregeld of gelegaliseerd. Het is niet duidelijk wanneer de bebouwing is gerealiseerd. Waarschijnlijk is de meeste bebouwing in de laatste 30 à 40 jaar gerealiseerd. In 1996 heeft een eerste inventarisatie van het gebied plaatsgevonden. Het college van B&W heeft de toenmalige eigenaren per brief laten weten dat de aanwezige bebouwing onder het overgangsrecht zou vallen van het toen geldende bestemmingsplan Landelijk Gebied Stolwijk-Bergambacht 1988.
De gemeenteraad van de voormalige gemeente Vlist heeft op 16 februari 2010 de Handhavingsnota K-5 vastgesteld. Deze nota is samen met de andere gemeenten in de Krimpenerwaard opgesteld. Eén van de doelen is het beëindigen van situaties die in strijd zijn met de wettelijke regels, zoals op het terrein van De Eilanden het geval is. De gemeenteraad van de voormalige gemeente Vlist heeft op 28 februari 2012 besloten het bestaande recreatieve gebruik te legaliseren en onder voorwaarde bebouwing toe te staan. Bij de afweging heeft de gemeente ook twee andere opties meegewogen, te weten:
- handhaving van de illegale situatie;
- persoonsgebonden beschikking.
Uit een nadere afweging is gebleken dat beide opties geen recht doen aan de reeds voor vele jaren bestaande feitelijke situatie en tevens veel inspanning van de gemeente vereisen. Dit heeft er toe geleid dat gekozen is voor de optie legalisatie. De keuze voor legalisering betekent dat een basis wordt gegeven aan het al jarenlang bestaande gebruik als recreatieterrein. Dit doet recht aan de belangen van de eigenaren in het gebied. Het gebied past functioneel bij het buitengebied, immers op meerdere plekken komen recreatie- en volkstuinencomplexen voor. Het landschap van de Krimpenerwaard kenmerkt zich weliswaar door de openheid maar is op een aantal locaties meer besloten door onder andere bebouwing en beplanting. Dit is het geval langs de rivieren, linten en nabij de dorpen. Het recreatiegebied sluit qua beslotenheid aan bij het dorp en het lint langs de Schoonouwenseweg. Legalisering sluit ook aan bij de wens van de gemeenteraad, zoals verwoord in de Structuurvisie Vlist 2020, om recreatie te stimuleren. Alles afwegende is de gemeente van mening dat een legalisering ruimtelijk en functioneel passend is en zich goed verhoudt tot de omgeving.
2.3 Toekomstige Regeling
De nieuwe bestemming voor het terrein wordt Recreatie - Dagrecreatie. Overnachten is niet toegestaan, dit gezien de omvang van de percelen, de beperkte aansluiting van voorzieningen (water, elektra, telefoon) en de slechte toegankelijkheid voor hulpdiensten.
Aan elkaar grenzende kadastrale percelen van dezelfde eigenaar vormen één bouwvlak. Binnen een bouwvlak mag maximaal 20 m2 aan bebouwing worden gebouwd. Tevens mag één berging gebouwd worden met een maximale oppervlakte van 5 m2. Hiermee wordt een passende hoeveelheid bebouwing toegestaan en recht gedaan aan de verschillende behoeftes van de eigenaren. De ene wil een kas, de ander een schuilgelegenheid. Tegelijkertijd wordt de verrommeling van het gebied tegengegaan. Voor gebouwen geldt een bouwhoogte van 3 m. Ondergrondse bebouwing is niet toegestaan. Het is niet gewenst dat gebouwen op de grens van het bouwvlak gebouwd worden en gebouwen van naastgelegen bouwvlakken tegen elkaar aan gebouwd kunnen worden. Daarom is opgenomen dat gebouwen ten minste 2 m uit de grens van het bouwvlak gebouwd moeten worden.
Na legalisatie van het recreatieterrein dient sprake te zijn van een goede ruimtelijke ordening. In de navolgende hoofdstukken wordt de legalisatie daarom getoetst aan het ruimtelijke beleidskader en de relevante omgevingsaspecten.
2.3.1 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Als gevolg van Raad van State uitspraak 201409285/1/R4 (zie bijlage 3) is de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' toegevoegd ten behoeve van het recreatieverblijf kadastraal bekend Stolwijk sectie C, perseelsnummer 1002. Als gevolg van de Raad van State uitspraak 201606936/1/R3 (zie bijlage 6) van 7 maart 2017 is de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' zowel op de verbeelding als in de regels aangepast om de bestaande rechten met betrekking tot de recreatiewoning en overige opstallen op het perceel te waarborgen.
De bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' is opgenomen voor het eigendom behorende tot het recreatieverblijf van de desbetreffende eigenaar en is bedoeld om het recreatieverblijf te legaliseren. Één recreatiewoning is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning (rw)' met een maximum oppervlakte van 47 m2, een goothoogte van 3 meter en een bouwhoogte van 4,5 meter. Ondergrondse bebouwing is niet toegestaan. Bergingen en bijgebouwen zijn op gronden met deze bestemming toegestaan binnen het bouwvlak, gekoppeld aan het persoongebonden overgangsrecht voor bebouwing.
2.4 Persoonsgebonden Overgangsrecht
Bij de legalisatie van het gebruik behoort een passende hoeveelheid bebouwing zoals ook in paragraaf 2.3 is aangegeven. Voor het recreatieterrein De Eilanden betekent dit dat er een oppervlakte van 20 m2 aan gebouwen is toegestaan. Aanvullend daarop is een berging van 5 m2 mogelijk. Op het terrein is reeds gedurende een lange tijd een ongewenste hoeveelheid aan bebouwing aanwezig. Het college en de gemeenteraad hebben besloten om het gebruik te legaliseren, maar om wel op te treden tegen illegale bebouwing voor zover deze de 20 m2 te boven gaat. Dit kan echter gelet op het uitblijven van handhavende besluiten niet direct opgepakt worden.
Gelet op brieven uit 1996 mochten de (toenmalige) eigenaren er op vertrouwen dat handhavend optreden tegen de toen aanwezige bebouwing niet aan de orde was. Om dit vertrouwen zijn waarde te geven én om het belang van de gemeente om tot een goede ruimtelijke ordening te komen en het uiteindelijke eindbeeld op termijn te realiseren, is besloten om een persoonsgebonden overgangsrecht op te nemen. Dit overgangsrecht houdt in dat de huidige eigenaren de huidige bebouwing in stand mogen houden en mogen onderhouden. Er mag niets bijgebouwd worden (tenzij minder dan de toegestane oppervlakte aan bebouwing aanwezig is) en indien een perceel verkocht wordt, zal de totale bebouwing teruggebracht moeten worden naar de in het bestemmingsplan opgenomen toegestane oppervlakte.
Hoofdstuk 3 Ruimtelijk Beleid
3.1 Provinciaal Beleid
3.1.1 Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' (t/m actualisatie 2012)
In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. De visie is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:
- aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
- duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
- divers en samenhangend stedelijk netwerk;
- vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
- stad en land verbonden.
3.1.2 Verordening Ruimte (t/m actualisatie 2012)
In samenhang met de structuurvisie is ook de Verordening Ruimte opgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. Het terrein is gelegen buiten de bebouwingscontour van Stolwijk. In de verordening wordt nieuwvestiging of uitbreiding van stedelijke functies buiten de bebouwingscontour uitgesloten. Gezien de illegale situatie dient de legalisatie van de recreatieterreinen aangemerkt te worden als nieuwvestiging van een stedelijke functie en is daarmee in strijd met de Verordening Ruimte. Om die reden heeft de voormalige gemeente Vlist ontheffing van de verordening aangevraagd bij de provincie. Op 3 juli 2013 heeft de provincie te kennen gegeven in te kunnen stemmen met dit verzoek, op voorwaarde dat het terrein van De Eilanden uitsluitend voor dagrecreatie gebruikt wordt. In Bijlage 1 is de brief van de provincie opgenomen.
3.2 Gemeentelijk Beleid
3.2.1 Structuurvisie Vlist 2020 (3 juli 2012)
De Structuurvisie Vlist 2020 geeft een beeld van de ambitie van de gemeente voor de toekomst: 'Vlist wil een vitale gemeente zijn, die kwaliteit van leven uitstraalt'. Het beleid voor het buitengebied is gericht op het in balans zijn van behoud en herstel van landschap, cultuurhistorie en natuur met ontwikkelingsmogelijkheden voor een duurzame grondgebonden veehouderij. Dit beleid gaat goed samen met recreatief medegebruik.
Nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan de kwaliteiten van het gebied. Indien deze verder gaan dan het bestemmingsplan mogelijk maakt, moet een nieuwe afweging worden gemaakt. Voorwaarden binnen die afweging zijn:
- het betreft een duurzame ontwikkeling;
- er is sprake van toevoeging van kwaliteit (op het gebied van cultuurhistorie, landschap en/of natuur);
- de ontwikkeling past bij de identiteit en schaal van de omgeving;
- draagt bij aan de economie van het buitengebied.
Met name de combinatie van landelijk gebied, water en historische dorpen en steden maken de Krimpenerwaard aantrekkelijk voor recreatie en toerisme. De ambitie van de gemeente is gericht op een uitbreiding van het recreatieve netwerk, het aanbieden van toeristische faciliteiten en toeristische dienstverlening te faciliteren.
De Eilanden
De gemeenteraad heeft de keuze om het recreatieve gebruik van de recreatieve percelen van De Eilanden te legaliseren en onder voorwaarden bebouwing toe te staan, gemaakt in het kader van de vaststelling van de Structuurvisie Vlist 2020. De gemeente is van mening dat het project ook past in de structuurvisie. Legalisering draagt bij aan een duurzame ontwikkeling en gaat verrommeling op het terrein tegen. Het tegengaan van de verrommeling draagt bij aan verbetering van de kwaliteit. De aanwezige groenstructuur heeft een kwaliteit aan het landschap toegevoegd en de natuur in het gebied verrijkt. De kleinschalige ontwikkeling past aan de rand van het dorp, draagt bij aan de economie van het buitengebied en sluit aan bij de wens van de raad om recreatie te stimuleren.
3.2.2 Bestemmingsplan Landelijk Gebied (26 oktober 2010)
In het geldende bestemmingsplan Landelijk Gebied heeft het plangebied de bestemming 'Agrarisch met waarden' en 'Natuur'.
Gronden binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden' zijn bestemd voor:
- reële grondgebonden graasdierbedrijven;
- bestaande niet-grondgebonden graasdierbedrijven;
- agrarisch aanverwant gebruik zoals het beweiden van dieren, al dan niet in het kader van de agrarische bedrijfsvoering;
- water;
- kleinschalige landschapselementen;
- behoud en herstel van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden;
- extensief recreatief medegebruik.
Gronden binnen de bestemming 'Natuur' zijn bestemd voor:
- behoud, versterking en ontwikkeling van de aan de grond eigen zijnde natuurwaarden;
- behoud, versterking en herstel van de aan de gronden eigen zijnde landschapswaarden, bestaande uit openheid en het kavel- en slotenpatroon;
- water;
- landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
- extensief recreatie medegebruik.
Het dagrecreatieve gebruik van het recreatieterrein past niet binnen deze bestemmingen. Tevens is ter plaatse geen bouwvlak opgenomen, waardoor bebouwing niet is toegestaan. De bestaande bebouwing en het huidige gebruik zijn in strijd met het geldende bestemmingsplan.
Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten
4.1 Water
Toetsingskader
Waterbeleid voor de 21e eeuw, Waterwet, Nationaal Waterplan, Beleid Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, Nota Waterberging
Door middel van de digitale watertoets is het waterschap op de hoogte gebracht van de beoogde ontwikkeling. In het projectgebied liggen geen belangrijke oppervlaktewateren (zogenaamde primaire of A- watergangen), waterkeringen of gebieden die zijn aangewezen voor regionale waterberging. Dit betekent dat dit plan geen essentiële waterbelangen raakt. Op basis daarvan wordt door het waterschap voor het onderhavige project een positief wateradvies gegeven.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied is gelegen ten zuiden van de kern Stolwijk en bestaat in de huidige situatie uit grasland, opgaande beplanting en bebouwing.
Bodem en grondwater
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit veengrond. Er is sprake van grondwater trap II. Dat wil zeggen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand op minder dan 0,4 m beneden maaiveld ligt en dat de gemiddelde laagste grondwaterstand varieert tussen 0,5 en 0,8 m beneden maaiveld.
Het plangebied ligt niet binnen een grondwaterbeschermingsgebied.
Waterkwantiteit - en kwaliteit
Ten noorden van het plangebied loopt de watergang Achterwetering Bovenkerk zuidzijde. De watergang behoort niet tot de Kaderrichtlijn Water (KRW)-lichamen.
Veiligheid en waterkeringen
Het plangebied ligt niet in de kern-/beschermingszone van een waterkering.
Afvalwaterketen en riolering
Het plangebied is niet aangesloten op het riool. Het hemelwater wordt in het eigen gebied geïnfiltreerd.
Toekomstige situatie
Algemeen
Met het bestemmingsplan wordt de legalisatie van het recreatieterrein geregeld.
Waterkwantiteit
In onderhavig geval is er sprake van legalisatie van de bestaande situatie. Er zal daardoor geen sprake zijn van een toename in verharding. Watercompensatie is derhalve niet noodzakelijk.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.
Waterafvoer
Wat betreft de waterafvoer zullen er geen veranderingen optreden. De verschillende percelen in het plangebied zijn niet aangesloten op het riool. Het hemelwater wordt in het eigen gebied geïnfiltreerd.
Waterbeheer
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het Hoogheemraadschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het Hoogheemraadschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Conclusie
De legalisatie heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.
4.2 Geluid
Toetsingskader
Wet geluidhinder
Onderzoek en conclusie
Dagrecreatie wordt in het kader van de Wet geluidhinder niet gezien als een geluidsgevoelige functie. Het aspect geluid vormt dan ook geen belemmering voor dit plan en een akoestisch onderzoek is niet noodzakelijk.
4.3 Luchtkwaliteit
Toetsingskader
Grenswaarden uit de Wet milieubeheer en Besluit niet in betekenende mate (nibm)
Onderzoek en conclusie
Onderhavig plan kan, gezien de beperkte omvang, aangemerkt worden als een project van 'niet in betekenende mate bijdragen'. Er hoeft daarom geen aanvullend onderzoek uitgevoerd te worden om de fijnstof bijdrage te bepalen.
Het beoogd gebruik betreft geen gevoelige bestemming. Er hoeft daarom eveneens niet beoordeeld te worden of de bestaande luchtkwaliteit van de omgeving het 'nieuwe' gebruik toestaat.
4.4 Bodem
Toetsingskader
Wet bodembescherming
Onderzoek en conclusie
Bij concrete bouwplannen in de toekomst, dient bij de aanvraag van een omgevingsvergunning een actueel bodemonderzoek overhandigd te worden. Het aspect bodem levert daarmee geen belemmeringen op voor de vaststelling van dit bestemmingsplan.
4.5 Bedrijven En Milieuzonering
Toetsingskader
Richtafstanden uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009)
Onderzoek en conclusie
Onderhavig plan betreft de legalisatie van een terrein en bebouwing ten behoeve van dagrecreatie. Dagrecreatie wordt in de VNG-uitgave 'bedrijven en milieuzonering' niet gezien als een gevoelige bestemming. De dagrecreatieve activiteiten vormen daarmee geen belemmering voor nabij gelegen bedrijven.
Tevens wordt dagrecreatie in deze uitgave niet gezien als een milieubelastende functie. De legalisatie vormt derhalve geen belemmering voor milieugevoelige bestemmingen in de omgeving van het plangebied.
4.6 Externe Veiligheid
Toetsingskader
Besluit externe veiligheid inrichtingen, Besluit externe veiligheid buisleidingen, Circulaire risico normering vervoer gevaarlijke stoffen
Onderzoek en conclusie
Voor de beoordeling of in de omgeving van het plangebied risicovolle inrichtingen en/of transportroutes gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, is de risicokaart geraadpleegd. De risicokaart toont aan dat er in de omgeving van het plangebied geen risicovolle (Bevi-)inrichtingen, transportroutes gevaarlijke stoffen door buisleidingen of transportroutes gevaarlijke stoffen over water en spoor aanwezig zijn die een risicocontour hebben die over het plangebied ligt.
In de toekomstige situatie zullen er in het plangebied zelf ook geen risicovolle activiteiten worden uitgevoerd die de externe veiligheid van omliggende (beperkt) kwetsbare objecten in gevaar kunnen brengen. Het aspect externe veiligheid vormt daarom geen belemmering voor de uitvoering van het plan.
4.7 Kabels En Leidingen
Onderzoek en conclusie
Er zijn geen planologisch relevante buisleidingen, hoogspanningsverbindingen of straalpaden aanwezig. Met eventueel aanwezige overige planologisch gezien niet-relevante leidingen (zoals rioolleidingen, leidingen nutsvoorzieningen, drainageleidingen) in of nabij het plangebied hoeft in het bestemmingsplan geen rekening te worden gehouden. Het aspect kabels en leidingen vormt geen belemmering voor de uitvoering van het plan.
4.8 Verkeer En Parkeren
Onderdeel van een goede ruimtelijke ordening is het effect van een beoogd nieuw project op de verkeersstructuur en het parkeren in en rondom het plangebied.
Onderzoek en conclusie
De percelen zijn niet bereikbaar met de auto. Er zijn geen klachten bij de gemeente bekend ten aanzien van parkeren.
Ten opzichte van de huidige (illegale) situatie zullen er geen veranderingen optreden. Het plan zal geen negatieve invloed hebben op de verkeersstructuur en het parkeren in de omgeving van het plangebied.
4.9 Ecologie
Toetsingskader
Natuurbeschermingswet, Flora- en faunawet
Onderzoek en conclusie
Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen beschermde natuurgebieden, zoals aangeduid in de Natuurbeschermingswet, gelegen. Ook is het plangebied niet gelegen in of in de nabijheid van de Ecologische Hoofdstructuur.
Binnen het plangebied zijn mogelijk beschermde soorten aanwezig. Door de legalisatie zal geen verandering in de bestaande bebouwing of beplanting optreden. Eventuele vaste rust- of verblijfplaatsen voor beschermde soorten worden door de legalisatie niet aangetast. Nader onderzoek naar beschermde soorten is daarom niet noodzakelijk.
4.10 Archeologie
Toetsingskader
Monumentenwet, Verdrag van Malta, Archeologische Beleidskaart Vlist
Onderzoek en conclusie
Op 29 november 2011 heeft de gemeenteraad van de voormalige gemeente Vlist een archeologische beleidskaart met bijbehorend rapport vastgesteld. Op de kaart staat aangegeven welke gebieden in Vlist archeologisch interessant (zouden kunnen) zijn. Binnen die gebieden gelden bepaalde regels voor bouwen of graven. Op de archeologische beleidskaart heeft het plangebied een medebestemming met te verwachten archeologische waarden, namelijk VAW5. Bij bodemingrepen dieper van 1,5 m -mv en met een plangebied van groter dan 5.000 m2 is archeologisch onderzoek noodzakelijk. Met de legalisatie worden dergelijke grote bouwplannen niet mogelijk gemaakt. Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor de uitvoering van het plan. Wel wordt een dubbelbestemming Waarde - Archeologie op de verbeelding opgenomen, ter bescherming van de archeologische waarden.
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Economische Uitvoerbaarheid
Door middel van de grondexploitatieregeling beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten, bijvoorbeeld voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor de ruimtelijke procedure. Indien er sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente hiervoor in beginsel een exploitatieplan op te stellen. In dit geval is geen sprake van een bouwplan in de zin van het Besluit ruimtelijke ordening. Het vaststellen van een exploitatieplan is daarom niet noodzakelijk.
De gemeente neemt de kosten voor de planvorming voor haar rekening. Hiermee is het kostenverhaal verdoende verzekerd.
5.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Vooroverleg
Het voorontwerp van het bestemmingsplan 'Recreatieterrein De Eilanden' wordt via het e-formulier aangeboden aan de provincie Zuid-Holland. Tevens wordt de waterparagraaf toegezonden aan het waterschap. Hiermee is in voldoende mate voldaan aan het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.
Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan 'Recreatieterrein De Eilanden' is gedurende 6 weken ter inzage gelegd, waarbij een ieder in de gelegenheid is gesteld een zienswijze in te dienen.
Beroep
Het bestemmingsplan is op 30 september 2014 vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Vlist (nu Krimpenerwaard). Het 1e vaststellingsbesluit is bijgevoegd als bijlage 2.
Het vastgestelde bestemmingsplan 'Recreatieterrein De Eilanden' heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen, waarbij een ieder in de gelegenheid is gesteld een beroep in te dienen tegen het besluit.
Tegen het besluit zijn 4 beroepen ingediend. De beroepen zijn behandeld door de Raad van State. Op 18 november 2015 is door de Raad van State uitspraak gedaan. De uitspraak (201409285/1/R4) is opgenomen als bijlage 3 bij de toelichting.
Het bestemmingsplan is aangepast in opdracht van de Raad van State. De bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' is toegevoegd ten behoeve van het recreatieverblijf kadastraal bekend Stolwijk sectie C, perseelsnummer 1002.
Beroep 2
Na aanleiding van de uitspraak van de Raad van State van de datum 18 november 2015 (zie bijlage 3) en de uitspraak van de Raad van State van de datum 4 mei 2016 (zie bijlage 5) is het bestemmingsplan Recreatieterrein De Eilanden op 5 juli 2016 opnieuw vastgesteld door de raad van gemeente Krimpenerwaard. Het 2e vaststellingsbesluit is bijgevoegd als bijlage 4.
Het vastgestelde bestemmingsplan 'Recreatieterrein De Eilanden', versie 2, heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen, waarbij een ieder in de gelegenheid is gesteld een beroep in te dienen tegen het besluit.
Tegen het besluit is 1 beroep ingediend. Het beroep is behandeld door de Raad van State. Op 8 maart 2017 is door de Raad van State uitspraak gedaan. De uitspraak (201606936/1/R3) is opgenomen als bijlage 6 bij de toelichting.
Het bestemmingsplan is aangepast in opdracht van de Raad van State. De verbeelding en regels zijn aangepast, waarbij de toegestane oppervlakte bebouwing voor een recreatiewoning binnen de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' is aangepast naar 47 m2.
Hoofdstuk 6 Juridische Planbeschrijving
In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de planvorm voor het bestemmingsplan. Tevens wordt uiteengezet welke gedachten aan de juridische regeling ten grondslag liggen en welke regeling wordt voorgesteld.
6.1 Algemeen
De Wro bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze gepresenteerd moeten worden. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. De SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.
Het bestemmingsplan is opgesteld conform de wettelijke RO Standaarden 2012 (SVBP2012, IMRO2012 en STRI2012), inclusief de voor dit instrument relevante Praktijkrichtlijnen (PRBP2012).
6.2 Planregels
6.2.1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Begrippen
In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd voor zover deze begrippen van het 'normale' spraakgebruik afwijken of een specifiek juridische betekenis hebben. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan zal moeten worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Wijze van meten
Het onderhavige artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
6.2.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
In dit hoofdstuk van de planregels zijn de in het bestemmingsplan voorkomende enkel- en dubbelbestemming opgenomen. In dit bestemmingsplan zijn de enkelbestemmingen 'Recreatie - Dagrecreatie' en 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' en de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' opgenomen. In deze artikelen wordt het volgende stramien gehanteerd.
Bestemmingsomschrijving
Een omschrijving van de functies die binnen de bestemming mogelijk zijn.
Bouwregels
Planregels die aangeven waar, wat en hoe hoog gebouwd mag worden.
Specifieke gebruiksregels
Een opsomming van nadere bepalingen of verboden voor het gebruik van de gronden.
De bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' is opgenomen als onderdeel van de uitspraken van de Raad van State (201409285/1/R4 (bijlage 3), 201409285/2/R4 (bijlage 5) en 201606936/1/R3 (bijlage 6)) ten behoeve van het recreatieverblijf kadastraal bekend Stolwijk sectie C, perceelsnummers 998, 999, 1001, 1002 en 1003.
6.2.3 Hoofdstuk 3 Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Dit artikel bevat een algemene regeling waarmee kan worden voorkomen dat er in feite meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogd, bijvoorbeeld ingeval (onderdelen van) bouwvlakken van eigenaars verschillen.
Werking wettelijke regelingen
Met dit artikel wordt geregeld dat de wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, de regelingen betreffen zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
6.2.4 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregels aan de orde.
Overgangsrecht
De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro).
Slotregel
Deze regel bevat de titel van het plan.
Bijlage 1 Persoonsgebonden Overgangsrecht
Bijlage 1 Persoonsgebonden overgangsrecht
Bijlage 1 Ontheffing Provincie
Bijlage 1 Ontheffing provincie
Bijlage 2 1e Vaststellingsbesluit Dd 30 September 2014
Bijlage 2 1e Vaststellingsbesluit dd 30 september 2014
Bijlage 3 Rvs Uitspraak 201409285/1/r4
Bijlage 3 RvS Uitspraak 201409285/1/R4
Bijlage 4 2e Vaststellingsbesluit Dd 5 Juli 2016
Bijlage 4 2e Vaststellingsbesluit dd 5 juli 2016
Bijlage 5 Rvs Uitspraak 201409285/2/r4
Bijlage 5 RvS Uitspraak 201409285/2/R4