Dikke Boom te Ouderkerk aan den IJssel
Bestemmingsplan - Gemeente Krimpenerwaard
Ontwerp op 15-03-2023 - in voorbereiding
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 Plan
Het bestemmingsplan Dikke Boom te Ouderkerk aan den IJssel met identificatienummer NL.IMRO.1931.BP2008BG046-ON01 van de gemeente Krimpenerwaard.
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand met de bijbehorende regels.
1.3 Aan- of uitbouw
Een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een woning dat door haar indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt ten behoeve van een woning.
1.4 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 Aaneengebouwd
Blokken van meer dan twee aaneengebouwde woningen.
1.7 Aan-huis-verbonden beroep
een dienstverlenend beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, kunstzinnig, ICT (internetverkoop) of technisch gebied of daarmee gelijk te stellen activiteiten, niet zijnde detailhandel, dat in een woning (inclusief aan- en uitbouwen) wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, waarbij in ieder geval niet zijn begrepen reclame-uitingen.
1.8 Achtererfgebied
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
1.9 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.10 Begrenzingslijn van de rijksvaarweg
de snijlijn van het maaiveld met het talud van een watergang of met de damwand-constructie.
1.11 Bestaand
Ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
1.12 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.13 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.14 Bevoegd gezag
Bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
1.15 Bijbehorend bouwwerk
de uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
1.16 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.17 Bouwgrens
De grens van een bouwvlak.
1.18 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.19 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.20 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.21 Detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.22 Eblijn
de lijn gelegen binnen de bestemming bestemming 'Waterstaatsdoeleinden rivier', op 0,3 m onder N.A.P.
1.23 Erf
Al dan niet omheind stuk grond dat in ruimtelijk opzicht direct behoort bij, in functioneel opzicht ten dienste staat van, en in feitelijk opzicht direct aansluit aan een gebouw en dat, blijkens de kadastrale gegevens behoort tot het perceel waarop dat gebouw is geplaatst.
1.24 Extensieve recreatie
Recreatie, waarbij relatief weinig mensen aanwezig zijn per oppervlakte-eenheid of per tijdseenheid en sprake is van weinig dynamiek en weinig drukuitoefening op de omgeving.
1.25 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.26 Gebruiken
Gebruiken, doen gebruiken of laten gebruiken.
1.27 Hoofdgebouw
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
1.28 Kleinschalige bedrijvigheid aan huis
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten –geen detailhandelsbedrijf zijnde- en de ambachtelijke bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de aard (qua milieuplanologische hinder) en omvang van de bedrijfsactiviteiten zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de direct omgeving.
1.29 NEN
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.30 Nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.31 Oeverlijn:
denkbeeldig doorgetrokken oeverlijn waar een vaarweg plaatselijk is verbreed, bijvoorbeeld ter plaatse van een insteekhaven.
1.32 Overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
1.33 Peil
- 1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg, ter plaatse van het vloerpeil van die hoofdtoegang;
- 2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: het vloerpeil minimaal 15 en maximaal 30 cm boven de as van de weg;
- 3. het Nieuw Amsterdams Peil (NAP) indien het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, is gelegen in of op de grens van het water.
1.34 Recreatief medegebruik
Vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, doch kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals wegbewijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes.
1.35 Seksinrichting
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of op een daarmee vergelijkbare wijze, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.36 Stedenbouwkundige
Een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen inzake stedenbouw.
1.37 Steiger:
constructie langs of dwars op een oever gericht op recreatief gebruik, zoals de aanlegplaats voor vaartuigen of wandelroute aan het water;
1.38 Straatmeubilair
Bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals draagconstructies voor reclame, voorwerpen van beeldende kunst, vitrines, zitbanken, bloemen- of plantenbakken, gedenktekens, speeltoestellen, straatverlichting of bewegwijzering; verkooppunten voor motorbrandstoffen worden niet begrepen onder straatmeubilair.
1.39 Vloerpeil
De hoogte van de onderkant van de afgewerkte begane grondvloer van de woning.
1.40 Voldoende parkeergelegenheid
Parkeergelegenheid voor auto's, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de gemiddelde parkeerkencijfers van CROW-publicatie 317 (oktober 2012) en diens rechtsopvolger(s), dan wel later door het bevoegd gezag vastgestelde beleidsregels over parkeren.
1.41 Vooroeverconstructie
Een door middel van een constructie tot iets boven het ebniveau gecreëerde zone waar door middel van biezen en riet invulling wordt gegeven aan een landschappelijk waardevolle inrichting van de oever.
1.42 Voorgevel
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
1.43 Vrijstaand
Een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning.
1.44 Woning
een gebouw inclusief aan- en uitgebouwde bijbehorende bouwwerken, dat bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden.
1.45 Zijerf
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens
Vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw en haaks op de perceelsgrens.
2.2 De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 De inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.4 De bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 De oppervlakte van een bouwwerk
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Verkeer
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. parkeervoorzieningen;
- b. groenvoorzieningen;
- c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen,
met de daarbij behorende:
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
- a. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
- b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
- 1. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleidng, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer dan 3 meter bedragen;
- 2. de bouwhoogte van straatverlichting mag niet meer dan 12 m bedragen.
Artikel 4 Water
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en oeverstroken;
- b. verkeer te water;
- c. de geleiding en beveiliging van de scheepvaart;
- d. watergangen, taluds, damwanden, bruggen, bermstroken, oevers, ondergeschikte groenvoorzieningen en andere tot de bestemming behorende watervoorzieningen;
- e. aanlegsteigers of vlonders, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'steiger',
met de daarbij behorende:
- f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mogen met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in artikel 4.1 genoemde bestemming, bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht en hiervoor gelden de volgende regels:
- a. de hoogte van meerpalen maximaal 4.50 m +NAP mag bedragen, met uitzondering van scheepvaartverkeersvoorzieningen waarvan de bouwhoogte ten hoogste 7 meter is;
- b. de aanleg van gebouwde voorzieningen voor het aanleggen van schepen niet is toegestaan, met uitzondering van gronden met de aanduiding 'steiger';
- c. de hoogte van damwanden en overige grondkerende constructies op de grens met het water van de Hollandsche IJssel, en op de grens van de oeverlijn binnen een afstand van 15 meter vanaf de Hollandsche IJssel, bedragen maximaal 3.00 m +NAP;
- d. de hoogte van damwanden en overige grondkerende constructies op de grens van de oeverlijn op een afstand van meer dan 15 meter vanaf de Hollandsche IJssel bedragen maximaal 3.90 m +NAP.
Artikel 5 Wonen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen;
- b. al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijvigheid aan huis volgens 5.4.1;
- c. bed & breakfast;
- d. al dan niet in combinatie met inwoning/mantelzorg volgens een algemene afwijking in Artikel11;
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
5.3 Nadere eisen
- a. Bij het bouwen van de hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken geldt het vergunde vloerpeil voor de woning, zoals is opgenomen in de bijbehorende watervergunning, als maximaal toelaatbaar vloerpeil;
- b. Bij het toepassen van een mechanisch ventilatiessysteem in de woningen dient een voorziening te worden aangebracht, waarmee het systeem handmatig kan worden uitgeschakeld bij een externe calamiteit die kan leiden tot een voor de gezondheid nadelige kwaliteit van de binnenlucht.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik van de gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
5.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Wonen' wijzigen in de bestemming 'Water' met de aanduiding "steiger", ten behoeve van het verlengen van de insteekhavens, mits:
- a. de totale lengte van de insteekhavens het maximum van 25 meter niet overschrijdt;
- b. de stabiliteit en/of de waterkerende functie van de dijk is gewaarborgd en hiertoe advies is ingewonnen bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard;
- c. een onherroepelijke vergunning op grond van de Waterwet is verleend.
Artikel 6 Waarde - Archeologie 2
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de vastgestelde en verwachte waarden, waarbij de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 7 Waterstaat - Waterkering
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor dijken en kaden met een waterkerende functie, waarbij de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).
7.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
7.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het verbod in 7.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de waterstaat en/of waterkering en de beheerder van de waterkering daarover heeft geadviseerd.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. waterafvoergebied en waterberging;
- b. sloten, watergangen, waterpartijen en oeverstroken;
- c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- d. gebouwen en bouwwerken, zoals uitstroomhoofden, krooshekreinigers, bruggen, duikers, stuwen, keerwanden en andere werken.
8.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 8.1 mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
- a. de grondoppervlakte van een gebouw ten hoogste 10 m² mag bedragen;
- b. de goothoogte van een gebouw ten hoogste 3,5 m mag bedragen;
- c. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 4,5 m mag bedragen;
- d. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten hoogste 5,5 m mag bedragen;
- e. de hoogte van erfafscheidingen ten hoogste 2 m mag bedragen.
8.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de in lid 8.1 bedoelde andere door voorkomende bestemming(en), indien daardoor de waterstaatkundige belangen niet worden geschaad en ter zake vooraf advies van de waterbeheerder is ingewonnen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
10.1 Algemeen verbod op strijdig gebruik
Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming.
10.2 Bijzonder gebruiksverbod
Het is in ieder geval verboden bouwwerken en gronden te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken:
- a. als seksinrichting;
- b. als standplaats voor onderkomens, alsmede wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van detailhandel;
- c. als kampeerterrein, caravanterrein en dagcamping;
- d. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
- e. als opslagplaats van hout en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
- f. als terrein voor het al dan niet ten verkoop opslaan en opstellen van ongebruikte en/of gebruikte, danwel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorvoertuigen of aanhangwagens c.q. onderdelen daarvan, welke bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken zijn;
- g. voor het beoefenen van de modelvliegtuigsport, alsmede voor het crossen met motorvoertuigen en bromfietsen;
- h. voor (mest)bassins;
- i. voor bewoning ter plaatse van vrijstaande bijgebouwen;
behoudens voor zover anders is bepaald in de specifieke gebruiksregels zoals opgenomen in de artikelen in hoofdstuk 2.
10.3 Uitzonderingen bijzonder gebruiksverbod
Het in het artikel 10.2 bepaalde is niet van toepassing op het (tijdelijke) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden;
10.4 Algemene afwijkingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder artikel 10.1 indien strikte toepassing van die bepalingen zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
10.5 Toetsingscriteria
Bij het afwijken van de gebruiksregels als bedoeld in artikel 10.4 zijn de algemene procedureregels van toepassing zoals opgenomen in artikel 14 van deze regels.
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
11.1 Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels of de aanwijzingen op de verbeelding voor:
- a. voor afwijkingen ten aanzien van de voorgeschreven maten en afstanden, mits de afwijkingen niet meer dan 10% bedraagt van de voorgeschreven maten en afstanden, mits de maximale toegestane inhoud van de woningen niet wordt vergroot;
- b. ten aanzien van de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de bestemmings- en/of bouwgrenzen worden overschreden met ten hoogste 2 meter, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- c. ten aanzien van het bepaalde over het bouwen van (hoofd-)gebouwen binnen het bouwvlak en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak en/of de bestemmingsgrens naar de buitenzijde worden overschreden door bouwwerken zoals, (hoek-)erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, mits de bouwgrens en/of bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 meter wordt overschreden;
- d. voor het inrichten en gebruik van de woning voor inwoning/mantelzorg, mits
- 1. de woning daarvoor niet wordt vergroot boven de maximaal toelaatbare omvang van deze woning volgens de geldende bestemming;
- 2. de woning niet wordt opgesplitst in twee zelfstandige woningen of zodanig wordt ingericht dat opsplitsing mogelijk is met een simpele ingreep;
- 3. de woning niet meer dan één hoofdingang heeft;
- 4. de bovenverdieping met hooguit 1 vaste trapopgang bereikbaar is en in zijn geheel bestemd is voor één gezin.
11.2 Toetsingscriteria
Een afwijking als bedoeld in 11.1 kan niet worden verleend indien enig aangrenzend terrein of gebouw in een toestand wordt gebracht, die strijdig is met de regels van het plan en/of de verwezenlijking van de bestemming volgens het plan of de handhaving van de verwerkelijkte bestemming overeenkomstig het plan onmogelijk maakt en dit niet door het stellen van voorschriften aan de afwijking kan worden voorkomen.
Artikel 12 Overige Regels
12.1 Parkeren
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
13.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
13.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten
- d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 14 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Dikke Boom te Ouderkerk aan den IJssel' van de gemeente Krimpenerwaard.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek
Bijlage 1 Beeldkwaliteitsplan
Bijlage 2 Bodemonderzoek Incl. Asbest
Bijlage 2 Bodemonderzoek incl. asbest
Bijlage 3 Actualisatie Bodemonderzoek Incl. Asbest
Bijlage 3 Actualisatie bodemonderzoek incl. asbest
Bijlage 4 Beoordeling Melding Bus Sanering Door Odmh
Bijlage 4 Beoordeling Melding BUS sanering door ODMH
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 5 Akoestisch onderzoek
Bijlage 6 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 6 Quickscan Flora en Fauna
Bijlage 7 Nader Onderzoek Ecologie (Huismus En Vleermuis)
Bijlage 7 Nader onderzoek ecologie (huismus en vleermuis)
Bijlage 8 Nader Onderzoek Ecologie (Overige)
Bijlage 8 Nader onderzoek ecologie (overige)
Bijlage 9 Memo Stiksktof Dikke Boom
Bijlage 9 Memo stiksktof Dikke Boom
Bijlage 10 Beoordeling Archeologische Verwachting Omgevingsdienst Midden-holland (Odmh)
Bijlage 10 Beoordeling archeologische verwachting Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH)
Bijlage 11 Omgevingsdialoog
Bijlage 12 Vormvrije M.e.r.-beoordeling
Bijlage 12 Vormvrije m.e.r.-beoordeling