KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Water
Artikel 5 Wonen
Artikel 6 Waterstaat - Waterkering
Artikel 7 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Artikel 9 Algemene Bouwregels
Artikel 10 Algemene Gebruiksregels
Artikel 11 Geluid
Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 14 Parkeren
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
Artikel 16 Slotregel
Bijlagen Bij Regels - 1
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Bijlagen Bij Toelichting - 2
Bijlagen Bij Toelichting - 3
Bijlagen Bij Toelichting - 4
Bijlagen Bij Toelichting - 5
Bijlagen Bij Toelichting - 6
Bijlagen Bij Toelichting - 7
Bijlagen Bij Toelichting - 8
Bijlagen Bij Toelichting - 9
Bijlagen Bij Toelichting - 10
Bijlagen Bij Toelichting - 11
Bijlagen Bij Toelichting - 12
Bijlagen Bij Toelichting - 13
Bijlagen Bij Toelichting - 14
Bijlagen Bij Toelichting - 15
Bijlagen Bij Toelichting - 16
Bijlagen Bij Toelichting - 17
Bijlagen Bij Toelichting - 18
Bijlagen Bij Toelichting - 19
Bijlagen Bij Toelichting - 20
Bijlagen Bij Toelichting - 21
Bijlagen Bij Toelichting - 22
Bijlagen Bij Toelichting - 23
Bijlagen Bij Toelichting - 24
Bijlagen Bij Toelichting - 25

Bolderkade, Ouderkerk aan den IJssel

Bestemmingsplan - Gemeente Krimpenerwaard

Vastgesteld op 26-02-2025 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Plan

Het bestemmingsplan 'Bolderkade, Ouderkerk aan den IJssel ', Ouderkerk aan den IJssel met identificatienummer
NL.IMRO.1931.BP2108BG052-VG02 van de gemeente Krimpenerwaard.

1.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij
behorende bijlagen.

1.3 Aanbouw

Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, door zijn constructie of afmetingen
ondergeschikt aan het hoofdgebouw, als een toevoeging van een afzonderlijke ruimte,
direct verbonden met en direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw, bijvoorbeeld via een
toegangsdeur.

1.4 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge
de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze
gronden.

1.5 Aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 Achtergevel

De gevel achter de voorgevel, meestal evenwijdig daaraan, zoals deze oorspronkelijk bij
de bouw is gerealiseerd.

1.7 Ander bouwwerk

Een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.8 Archeologische waarde

De aan een gebied toegerekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in
dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude
tijden.

1.9 Bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.10 Bebouwingsgrens

Een grens van een bouwperceel, welke niet door gebouwen mag worden overschreden,
behoudens krachtens deze regels toegelaten afwijkingen.

1.11 Beroepsmatige activiteiten aan huis

De uitoefening aan huis van een aan huis verbonden beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, vastgesteldtechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, alsmede niet publieksgerichte bedrijfsmatige activiteiten.

1.12 Bestaand gebouw

Een gebouw, dat op de eerste dag van de inwerkingtreding van het plan bestaat, dan wel in uitvoering is of mag worden opgericht krachtens een omgevingsvergunning die voor dat tijdstip is aangevraagd.

1.13 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.14 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.15 Bijgebouw

Een op zich zelf staand, vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw, niet direct bereikbaar vanuit het hoofdgebouw.

1.16 Bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.17 Bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.18 Bouwlaag

Een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door - op gelijke hoogte of bij benadering op gelijke hoogte liggende - vloeren of balklagen wordt begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitzondering van een onderbouw en een zolder.

1.19 Bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.20 Bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.21 Dakkapel

Een beperkte doorbreking van het dakvlak door een uit de helling van het dakvlak stekend dakvenster.

1.22 Dakopbouw

Een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok van het dak, die het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert.

1.23 Erfbebouwing

Verzamelnaam voor bouwwerken, op het erf behorende bij een (woon-) bestemming, die ten dienste staan van het hoofdgebouw en die door de ligging, constructie en afmetingen ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw, waarbij onderscheid te maken valt tussen: een aanbouw, een uitbouw, een bijgebouw en een overkapping.

1.24 Erker

Een ondergeschikte uitbouw op de begane grond van de woning, die strekt ter vergroting van het woongenot. Een erker is gelegen aan de verblijfsruimte (woonkamer of keuken) en zorgt voor een verbijzondering van de voorgevel zonder de architectuur wezenlijk aan te tasten. Een erker heeft een beperkte diepte en is aan drie zijden geheel of gedeeltelijk voorzien van glas.

1.25 Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.26 Hoofdgebouw

Een gebouw dat op een bouwvlak door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, exclusief aan- en uitbouwen. Aan- en uitbouwen die tot de hoofdfunctie behoren, worden niet meegerekend tot het hoofdgebouw.

1.27 Overkapping

Een overdekte ruimte, al dan niet omsloten door maximaal twee wanden. Onder een overkapping wordt ook een carport verstaan.

1.28 Peil

De gemiddelde hoogte van het aan een bouwwerk aansluitende, afgewerkte maaiveld, maar niet hoger dan de kruin van de weg in geval dit bouwwerk aan een weg gelegen is; in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld.

1.29 Plangrens

De geometrisch bepaalde lijn, die de grens vormt van het plan.

1.30 Prostitutie

Het bedrijfsmatig aanbieden van seksuele diensten tegen materiële vergoeding.

1.31 Seksinrichting

Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een mate alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een parenclub en een prostitutiebedrijf al dan niet in combinatie met elkaar.

1.32 Uitbouw

Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw, dat een vergroting van de bestaande ruimte in dat hoofdgebouw is en direct daarmee in open verbinding staat.

1.33 Voldoende parkeergelegenheid

Parkeergelegenheid voor auto's, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de gemiddelde parkeerkencijfers van CROW-publicatie 381 (december 2018) en diens rechtsopvolger(s), dan wel later door het bevoegd gezag vastgestelde beleidsregels over parkeren.

1.34 Voorgevel

De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.

1.35 Woning

Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de permanente huisvesting van één huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 De inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.2 De bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 De goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.4 De oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.5 De grondoppervlakte van een gebouw of ander gebouw

Buitenwerks en boven peil.

2.6 De bruto-vloeroppervlakte

De oppervlakte gemeten op vloerniveau, langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen.

2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. ter plaatse van de functieaanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend een elektriciteitsdistributiebedrijf met transformatorvermogen van maximaal 10 MVA.
en tevens voor:
  1. bijbehorende voorzieningen als groen, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen en overige verhardingen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in artikel 3 lid 1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels.

3.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 4 Water

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de afvoer van water en sediment;
  2. de geleiding en beveiliging van de scheepvaart;
  3. watergangen, taluds, bermstroken, oevers, ondergeschikte groenvoorzieningen en andere tot de bestemming behorende watervoorzieningen;

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
  1. de aanleg van gebouwde voorzieningen voor het aanleggen van schepen niet is toegestaan;
  2. de aanleg van damwanden niet is toegestaan;
  3. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming, zoals voor de geleiding van het verkeer te water bedraagt 3 meter.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:
  1. artikel 4 lid 2 sub a voor het realiseren van gebouwde voorzieningen voor het aanleggen van schepen, mits:
    1. deze ontheffing uitsluitend wordt verleend ter plaatse waar de bestemming "Water" grenst aan de bestemming "Wonen";
    2. de belangen van het scheepvaartverkeer hierdoor niet onevenredig worden geschaad;
  2. artikel 4 lid 2 sub b voor de bouw van damwanden, mits:
    1. deze technisch noodzakelijk zijn;
    2. de belangen van het scheepvaartverkeer hierdoor niet onevenredig worden geschaad;
    3. de hoogte van de damwanden ter plaatse waar de bestemming "Water" grenst aan de bestemming "Wonen" ten hoogste 1 meter bedraagt gemeten vanaf het gemiddelde ebniveau (- 0,3 NAP);
  3. Bij het verlenen van ontheffing als bedoeld in de vorige leden zullen burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij Rijkswaterstaat.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wonen;
  2. beroepsmatige activiteiten aan huis;
alsmede voor:
  1. erven, tuinen, water, waterhuishouding en groenvoorzieningen;
  2. parkeervoorzieningen.

5.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in artikel 5 lid 1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de in artikel 5 lid 1 bedoelde gronden gelden de volgende gebruiksregels:
  1. per woning is maximaal één wooneenheid toegestaan.
  2. binnen de bestemming is de uitoefening van beroepsmatige activiteiten aan huis in de woning alsmede in aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
    1. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 50 m²;
    2. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
    3. detailhandel is niet toegestaan;
    4. de activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.

Artikel 6 Waterstaat - Waterkering

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor dijken en kaden met een waterkerende functie, waarbij de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het verbod in artikel 6 lid 2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits de bouw verenigbaar is met de belangen van de waterstaat en/of
waterkering en de beheerder van de waterkering daarover heeft geadviseerd.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 7 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie

7.1 Bestemmingsomschrijving

7.2 Bouwregels

7.3 Afwijken van de bouwregels

7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3 Algemene Regels

Artikel 8 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 9 Algemene Bouwregels

9.1 Bestaande en afwijkende maatvoering en situering

  1. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maatvoering en situering van gebouwen gelden de bouwregels, zoals die onder de bestemmingen en algemene bouwregels in artikel 7.2 zijn voorgeschreven, dan wel de bestaande overschrijding daarvan, zoals deze op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
  2. Het bepaalde onder a geldt niet voor bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

9.2 Ondergrondse bebouwing

Voor het bouwen onder peil gelden in aanvulling op de regels hoofdstuk 2 de volgende regels.
  1. de vloerhoogte van een gebouw mag niet lager liggen dan het peil.

Artikel 10 Algemene Gebruiksregels

Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een
doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming en de overige regels. Onder verboden
wordt in elk geval verstaan:
  1. het gebruik en/of laten gebruiken van bouwwerken voor een seksinrichting;
  2. het gebruik en/of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van (raam)prostitutie;
  3. het plaatsen, laten plaatsen en/of geplaatst houden van onderkomens in strijd met de gegeven bestemming.
  4. het gebruik en/of laten gebruiken van gronden en wateren als staan- of ligplaats voor (menselijk of dierlijk) verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken vaar- of voertuigen, arken of andere objecten;
  5. de permanente bewoning van onderkomens en/of gebouwen die niet voor permanente bewoning bestemd zijn;
  6. het gebruik en/of laten gebruiken van gronden voor het opslaan, storten, lozen of bergen van al dan niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten.

Artikel 11 Geluid

11.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 2 mogen enkel nieuwe woningen worden gebouwd, indien:
  1. de geluidbelasting vanwege wegverkeer op de gevels/geveldelen van die woningen voldoen aan:
    1. de krachtens de Wet geluidhinder ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting;
    2. of aan een door het bevoegd gezag vastgestelde en bij dit bestemmingsplan behorend Besluit hogere waarde Wet geluidhinder;
    3. of sprake is van geluidbelasting op een dove gevel in de zin van artikel 1b, lid 4 van de Wet geluidhinder;
  2. en de woningen voldoen aan de etmaalwaarde van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau voor geluid ten gevolge van inrichtingen, in de zin van artikel 1.1 van de Wet milieubeheer jo. artikel 1 Wet geluidhinder, van ten hoogste 50 dB(A), vanwege het geluid dat kan worden veroorzaakt door naastgelegen bedrijfsbestemmingen, dan wel een krachtens maatwerkbesluit of vergunningvoorschrift te stellen hogere geluidbelasting.
  3. en de woningen voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in bijlage 1 bij deze regels.
  4. het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in de vorige leden indien:
    1. dit gewenst is om te voldoen aan een gewijzigd beoordelingskader voor geluidbelasting en woonkwaliteit,
    2. en/of indien dit noodzakelijk is voor realisatie van een nieuw of aangepast bouwplan waarmee minimaal een vergelijkbare woonkwaliteit wordt bereikt voor wat betreft blootstelling aan geluid.
  5. alvorens het bevoegd gezag beslist over een afwijking als bedoeld in het vorige lid, wint hij advies in bij de Omgevingsdienst Midden Holland.

11.2 Verbod

Het is verboden zonder omgevingsvergunning geluidmaatregelen, die zijn gerealiseerd om te voldoen aan het bepaalde in dit artikel ongedaan te maken. Onder de geluidmaatregel wordt tevens verstaan het situeren van niet geluidgevoelige functies achter een geluidbelaste gevel.

Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in deze regels ten
behoeve van:
  1. een geringe overschrijding van de bestemmings- en/of bouwgrenzen en/of aanduidingsgrenzen, indien een onnauwkeurigheid of de feitelijke toestand van het terrein daartoe aanleiding geeft, of indien een rationele verkaveling van de gronden een geringe overschrijding vergt, mits de grens of grenzen met niet meer dan 5 meter worden overschreden;
  2. een geringe overschrijding van de voorgeschreven maten, afmetingen en percentages, mits deze voorgeschreven maten, afmetingen en percentages met niet meer dan 10% worden overschreden, uitgezonderd het toegestane maximale oppervlak voor bij een woning behorende aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  3. de bouw van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten dienste van het openbaar nut, waarbij de inhoud ten hoogste 75 m3 en de goothoogte ten hoogste 3 m mag bedragen, gasdrukregel- en gasdrukmeetstations uitgezonderd;
  4. de bouw van antennemasten voor communicatiedoeleinden, waarbij de bouwhoogte niet meer dan 45 m mag bedragen en waarbij het beleid gericht is op het combineren van deze voorzieningen, op een koppeling van voorzieningen met bebouwing en op een dusdanige situering dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gewenste stedenbouwkundige kwaliteit van het plangebied;
  5. de bouw van andere bouwwerken zoals een vlaggenmast, een artistiek kunstwerk, antennes en dergelijke tot een bouwhoogte van 15 m.

Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van een enigszins andere situering en/of begrenzing van bestemmingsvlakken, bouwvlakken en/of aanduidingen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan, op voorwaarde, dat de oppervlakte van het betreffende bestemmingsvlak dan wel bouwvlak en/of aanduiding niet meer dan 10% zal worden gewijzigd.

Artikel 14 Parkeren

In aanvulling op de regels hoofdstuk 2 geldende volgende regels.

14.1 Algemeen

  1. Indien de omvang of de functie van een gebouw, een bouwwerk of een terrein daartoe aanleiding geeft, moet voldaan worden aan voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein overeenkomstig het bepaalde in:
    1. de CROW-publicatie 381 (december 2018) en diens rechtsopvolger(s);
    2. of de in de (bijlagen van de) toelichting van dit plan opgenomen parkeervereisten;
  2. het bevoegd gezag kan slechts een omgevingsvergunning verlenen voor de activiteiten bouwen en/of het gebruiken van gronden en/of de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein overeenkomstig het bepaalde in de CROW-publicatie 381 (december 2018) en diens rechtsopvolger(s);
  3. De onder b genoemde bepalingen zijn alleen van toepassing voor aanvragen omgevingsvergunning waarvan het aannemelijk is dat deze een parkeervraag genereren die groter is dan in de bestaande situatie.

14.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 14 lid 1, indien:
  1. aanpassing van het bouwplan om alsnog te kunnen voorzien in voldoende parkeerruimte op eigen terrein redelijkerwijs niet kan worden verlangd;
  2. op een andere wijze is of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid om de toename van de parkeerbehoefte op te vangen;
  3. uit parkeeronderzoek blijkt dat de parkeerdruk in het openbaar gebied niet toeneemt.

14.3 Advies

Een afwijking als genoemd in artikel 14 lid 2 wordt pas verleend, nadat een advies is verkregen van een verkeerskundige.

14.4 Beleidsregels

Het bevoegd gezag past artikel 14 lid 1 toe met inachtneming van de CROW-publicatie 381 (december 2018) en diens rechtsopvolger(s) of door haar nadien vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag omgevingsvergunning.

4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Overgangsrecht bouwwerken

Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
  1. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  2. bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van artikel 15 lid 1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  3. artikel 15 lid 1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

15.2 Overgangsrecht gebruik

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 15 lid 2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  3. indien het gebruik, bedoeld in artikel 15 lid 2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  4. artikel 15 lid 2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 16 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Bolderkade, Ouderkerk aan den IJssel ' van de gemeente Krimpenerwaard.

Bijlagen Bij Regels - 1

Bijlage 1 - Voorwaarden hogere geluidgrenswaarden

Bijlagen Bij Toelichting - 1

Bijlage 1 - Milieueffectbeoordeling

Bijlagen Bij Toelichting - 2

Bijlage 2 - Besluit hogere waarden wegverkeerslawaai

Bijlagen Bij Toelichting - 3

Bijlage 3 - Risicoanalyse scheepvaart

Bijlagen Bij Toelichting - 4

Bijlage 4 - Beoordeling bodemkwaliteit Bolderkade

Bijlagen Bij Toelichting - 5

Bijlage 5 - Nader bodemonderzoek Bolderkade 201224

Bijlagen Bij Toelichting - 6

Bijlage 6 - Akoestisch onderzoek wegverkeer

Bijlagen Bij Toelichting - 7

Bijlage 7 - Akoestisch onderzoek industrie en scheepvaart

Bijlagen Bij Toelichting - 8

Bijlage 8 Notitie IJsseldijk-Noord gebruiksfase

Bijlagen Bij Toelichting - 9

Bijlage 8a berekening AERIUS incl kartering - gebruiksfase

Bijlagen Bij Toelichting - 10

Bijlage 8b notitie stikstof incl kartering - bouwfase

Bijlagen Bij Toelichting - 11

Bijlage 8c berekening AERIUS incl kartering - bouwfase

Bijlagen Bij Toelichting - 12

Bijlage 9 - Quickscan Wet nb IJsseldijk Noord 55b te Ouderkerk aan den IJssel

Bijlagen Bij Toelichting - 13

Bijlage 10 - Rapportage parkeernorm Bolderkade 2-12-2020

Bijlagen Bij Toelichting - 14

Bijlage 11 - Verslag informatiebijeenkomst

Bijlagen Bij Toelichting - 15

Bijlage 12 - Beeldkwaliteitsplan

Bijlagen Bij Toelichting - 16

Bijlage 13 - Adviesrapport VR

Bijlagen Bij Toelichting - 17

Bijlage 14 - Zonnestudie

Bijlagen Bij Toelichting - 18

Bijlage 15 - Aanvullende bezonningsstudie

Bijlagen Bij Toelichting - 19

Bijlage 16 - Besluit evaluatie bodemsanering

Bijlagen Bij Toelichting - 20

Bijlage 17 - Notitie funderingstechnieken

Bijlagen Bij Toelichting - 21

Bijlage 18 - Studie verkeersafwikkeling

Bijlagen Bij Toelichting - 22

Bijlage 19 - Oplegnotitie verkeer

Bijlagen Bij Toelichting - 23

Bijlage 20 - Nota van beantwoording vooroverleg

Bijlagen Bij Toelichting - 24

Bijlage 21 - Nota van beantwoording zienswijzen

Bijlagen Bij Toelichting - 25

Bijlage 22 - Oplegnotitie BP Bolderkade