Balk - Centrum
Bestemmingsplan - gemeente De Fryske Marren
Vastgesteld op 26-04-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan Balk - Centrum met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPBLK13BALKCENTRUM-VA01 van de gemeente De Fryske Marren;
1.2 het bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 amusementshal:
een bedrijf gericht op de exploitatie van speel- en gokapparatuur;
1.6 ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw, geen bijbehorend bouwwerk en geen overkapping zijnde;
1.7 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.8 bed & brochje:
het bieden van de, ten opzichte van het wonen ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
1.9 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel productiegebonden detailhandel plaatsvindt;
1.10 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.11 bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een bedrijf, een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.12 bedrijfswoning:
een woning op een terrein behorende bij een op hetzelfde bouwperceel aanwezig bedrijf, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon die (dat) werkgerelateerd is met dat bedrijf;
1.13 beschermd dorpsgezicht:
een deel van het dorp Balk, welke ingevolge haar cultuurhistorische en ruimtelijke waarden die zijn omschreven hoofdstuk 2 en 5 van de toelichting bij dit plan ingevolge de Monumentenwet 1988 in november 1988 is aangewezen als beschermd dorpsgezicht;
1.14 bestaand:
ten aanzien van de aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik:
- bestaand ten tijde van het inwerkingtreden van het bestemmingsplan;
1.15 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.16 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.17 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.18 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.19 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.20 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.21 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.22 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.23 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.24 cultuurhistorische waarden:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik, dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
1.25 daghoreca
een horecabedrijf dat zich in hoofdzaak richt op het tegen vergoeding verstrekken van voedsel, met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de dag en het begin van de avond, zoals een snackbar, cafetaria, broodjeshuis of restaurant;
1.26 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.27 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of het leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.28 dienstverlening:
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
1.29 erker:
een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een bedrijfswoning/hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een “lichte” constructie met een overwegend transparante uitstraling;
1.30 erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.31 evenement:
een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, en dergelijke;
1.32 gebouw:
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.33 geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
1.34 gevellijn:
de in een bouwvlak als zodanig aangegeven bouwgrens;
1.35 gevelopening
opening in de gevel in de vorm van een deur of raam;
1.36 groepsaccommodatie:
een verblijf met meer dan tien slaapplaatsen, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als groepsverblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
1.37 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.38 hogere grenswaarde:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en krachtens deze wet vastgestelde regels;
1.39 horecabedrijf en/of -instelling:
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.40 horecabedrijf categorie 1 (aanloopgericht horecabedrijf):
een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan met name bezoekers van overige centrumvoorzieningen, zoals ijssalons, croissanterieën, en naar de aard daarmee gelijk te stellen horecabedrijven;
1.41 horecabedrijf categorie 2 (restaurant):
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden;
1.42 horecabedrijf categorie 3 (logiesbedrijf):
een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van logies en waarbij dranken en maaltijden voornamelijk aan logiesgasten worden verstrekt;
1.43 horecabedrijf categorie 4 (cafetaria):
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van kleine etenswaren en niet-alcoholische dranken;
1.44 horecabedrijf categorie 5 (café of bar):
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van dranken;
1.45 horecabedrijf categorie 6 (bar-/dancing of discotheek):
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van dranken en dat tevens gelegenheid biedt tot dansen;
1.46 huishouden:
een zelfstandig(e) dan wel samenwonend persoon of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen, zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree;
1.47 individueel aaneen gebouwd (hoofd)gebouw:
een (hoofd)gebouw, op een zodanige wijze aaneen gebouwd, dat er sprake is van visueel zelfstandige bebouwing, tot uitdrukking komend in het onderlinge verschil in goothoogte, kapvorm en/of gevelbelijning;
1.48 kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.49 kantoor:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.50 kap:
een dak met een zekere helling;
1.51 kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten:
de in Bijlage 1 genoemde beroepen en bedrijvigheid, dan wel naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen beroepen en bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de bewoner en de aan het beroep of de bedrijvigheid bij woningen gebonden medewerkers;
1.52 kleinschalige duurzame energiewinning:
energie die gewonnen wordt uit kleinschalige perceelsgebonden bronnen, niet zijnde windturbines, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaar is, zoals zon, wind, aard- en omgevingswarmte;
1.53 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.54 mantelzorg:
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
1.55 normaal onderhoud:
het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
1.56 nutsvoorziening:
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
1.57 ondergeschikte horeca:
een niet zelfstandige horecafunctie, welke ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie;
1.58 overkapping:
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
1.59 peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. voor een bouwwerk dat in, op of over het water wordt gebouwd:
- 1. het NAP -0,52 m;
1.60 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.61 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
1.62 prostitutiebedrijf:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie wordt verricht.
Onder een prostitutiebedrijf wordt in ieder geval verstaan: een erotische-massagesalon, een sekstheater, een bordeel of een parenclub, of een daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.63 recreatieve bewoning:
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
1.64 recreatieappartement:
het geheel van bijbehorende vertrekken als afzonderlijke gemeubileerde woongelegenheid in een groter gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning;
1.65 risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.66 serre:
een overwegend transparante uitbouw vervaardigd in een lichte constructie in één bouwlaag aan een bedrijfswoning/hoofdgebouw, waarbij de serre verbonden is met de bedrijfswoning/het hoofdgebouw, en onderdeel van de bedrijfswoning/het hoofdgebouw uitmaakt;
1.67 voorkeursgrenswaarde:
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.68 vuurwerkbedrijf:
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
1.69 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.70 woongebouw:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat, welke woningen zijn te bereiken door middel van één of meer gemeenschappelijke verkeersruimten;
1.71 woonhuis:
een gebouw dat één woning omvat;
1.72 zorgwonen:
begeleid wonen, waarbij voorzieningen voor 24-uurs begeleiding tot de mogelijkheden behoort.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.2 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.3 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.4 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken, en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.6 de afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) grens van het bouwperceel.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, alsmede een scheepsonderhoudbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - scheepsonderhoudbedrijf', niet zijnde geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
- 2. dienstverlening;
- 3. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
met daaraan ondergeschikt:
- b. straten en paden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- f. terreinen;
- g. andere bouwwerken.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van een scheepsonderhoudbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - scheepsonderhoudbedrijf';
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel anders dan productiegebonden detailhandel of ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'.
3.4 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 3.3 sub a in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, mits:
- 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2 maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd, of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting kunnen hebben;
- 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft.
3.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, het plan wijzigen in die zin dat:
- a. de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen' mits:
- 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 13 van toepassing zijn;
- 2. een uitbreiding van het aantal woningen in overeenstemming is met een actueel Woonplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd.
Artikel 4 Bedrijf - Nutsvoorziening
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;
met de daarbijbehorende:
- b. terreinen;
- c. andere bouwwerken.
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Centrum
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1 en mantelzorg;
- 2. detailhandel;
- 3. dienstverlening;
- 4. recreatieappartementen, ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
- 5. recreatieappartementen, daghoreca en sociaal-culturele doeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
- b. bijbehorende bouwwerken bij woningen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. straten en paden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water;
met de daarbijbehorende:
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. andere bouwwerken.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 5.2.1 sub b in die zin dat de gebouwen en overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd;
- b. het bepaalde in lid 5.2.1 sub d in die zin dat de goothoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 7,00 m;
- c. het bepaalde in lid 5.2.2 sub c in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij het betreffende gebouw ten behoeve van het wonen wordt vergroot tot ten hoogste 70 m², mits:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van het betreffende gebouw ten behoeve van het wonen, zal bedragen;
- d. het bepaalde in lid 5.2.2 sub f in die zin dat de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd, mits:
- 1. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast bij gebouwen ten behoeve van het wonen waarvan de bouwhoogte ten minste 7,50 m bedraagt;
- 2. de bouwhoogte van het bijbehorend bouwwerk ten minste 0,50 m lager is dan de bouwhoogte van het betreffende gebouw ten behoeve van het wonen waaraan wordt gebouwd;
- 3. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen;
- e. het bepaalde in lid 5.2.2 sub h in die zin dat de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd tot ten hoogste 6,00 m, mits de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven anders dan genoemd in 5.1;
- b. het gebruik van een gebouw ten behoeve van het wonen zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
- c. het gebruik van vrijstaande bijbehorend bouwwerken voor bewoning;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
- 50 m²;
- 2. er onvoldoende bergruimte in of bij de woning overblijft;
- 3. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 4. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning. Het totale aantal werkenden mag hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 5. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 6. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & brochje, zodanig dat:
- 1. de woonfunctie niet behouden blijft;
- 2. het aantal kamers ten behoeve van bed & brochje meer bedraagt dan 3;
- 3. de oppervlakte per bed & brochjekamer meer bedraagt dan 25 m²;
- 4. de bed & brochje functie geheel of gedeeltelijk plaatsvindt binnen vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
- f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een supermarkt;
- g. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van horeca, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'gemengd', in welk geval daghoreca is toegestaan;
- h. het gebruik van een gebouw ten behoeve van een recreatieappartement ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' zodanig dat er meer dan één recreatieappartement ontstaat;
- i. het gebruik van een bouwwerk ten behoeve van detailhandel waarbij de hoofdtoegang van het bouwwerk niet is gelegen aan de Van Swinderenstraat, tenzij bestaand in welk geval de hoofdtoegang anders dan aan de Van Swinderenstraat mag zijn gelegen.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 5.4 sub c in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning ten behoeve van mantelzorg, mits:
- 1. de bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg voor personen;
- 2. de oppervlakte van de voor mantelzorg te gebruiken woonruimte in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 100 m²;
- 3. de inrichting van het vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg ongedaan wordt gemaakt na beëindiging van de mantelzorg zodanig dat het vrijstaand bijbehorend bouwwerk weer functioneel ondergeschikt is aan de bedrijfswoning;
- b. het bepaalde in lid 5.4 onder g in die zin dat daghoreca mag worden gevestigd.
Artikel 6 Detailhandel
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. detailhandel:
- 2. bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1 en mantelzorg;
- b. bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. straten en paden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water;
met de daarbijbehorende:
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. andere bouwwerken.
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 6.2.1 sub b in die zin dat de gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd;
- b. het bepaalde in lid 6.2.1 sub d in die zin dat de goothoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 7,00 m;
- c. het bepaalde in lid 6.2.2 sub c in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning wordt vergroot tot ten hoogste 70 m², mits:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van de bedrijfswoning, zal bedragen;
- d. het bepaalde in lid 6.2.2 sub f in die zin dat de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd, mits:
- 1. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast bij bedrijfswoningen waarvan de bouwhoogte ten minste 7,50 m bedraagt;
- 2. de bouwhoogte van het bijbehorend bouwwerk ten minste 0,50 m lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning waaraan wordt gebouwd;
- 3. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen;
- e. het bepaalde in lid 6.2.2 sub h in die zin dat de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd tot ten hoogste 6,00 m, mits de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven anders dan genoemd in 6.1;
- b. het gebruik van vrijstaande bijbehorend bouwwerken voor bewoning;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
- 50 m²;
- 2. er onvoldoende bergruimte in of bij de woning overblijft;
- 3. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 4. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning. Het totale aantal werkenden mag hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 5. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 6. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & brochje, zodanig dat:
- 1. de woonfunctie niet behouden blijft;
- 2. het aantal kamers ten behoeve van bed & brochje meer bedraagt dan 3;
- 3. de oppervlakte per bed & brochjekamer meer bedraagt dan 25 m²;
- 4. de bed & brochje functie geheel of gedeeltelijk plaatsvindt binnen vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
- e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een supermarkt;
- f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van horeca.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 6.4 sub b in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning ten behoeve van mantelzorg, mits:
- 1. de bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg voor personen;
- 2. de oppervlakte van de voor mantelzorg te gebruiken woonruimte in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 100 m²;
- 3. de inrichting van het vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg ongedaan wordt gemaakt na beëindiging van de mantelzorg zodanig dat het vrijstaand bijbehorend bouwwerk weer functioneel ondergeschikt is aan de bedrijfswoning;
- 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
6.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, het plan wijzigen in die zin dat:
- a. de bestemming 'Detailhandel' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen' mits:
- 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 13 van toepassing zijn;
- 2. een uitbreiding van het aantal woningen in overeenstemming is met een actueel Woonplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd.
Artikel 7 Dienstverlening
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. dienstverlening;
- 2. kantoren, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
- 3. bedrijfswoningen,al dan niet in combinatie met ruimte voor een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1 en mantelzorg;
- b. bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. straten en paden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water;
met de daarbijbehorende:
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. andere bouwwerken.
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 7.2.1 sub b in die zin dat de gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd;
- b. het bepaalde in lid 7.2.1 sub d in die zin dat de goothoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 7,00 m;
- c. het bepaalde in lid 7.2.2 sub c in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning wordt vergroot tot ten hoogste 70 m², mits:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van de bedrijfswoning, zal bedragen;
- d. het bepaalde in lid 7.2.2 sub f in die zin dat de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd, mits:
- 1. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast bij bedrijfswoningen waarvan de bouwhoogte ten minste 7,50 m bedraagt;
- 2. de bouwhoogte van het bijbehorend bouwwerk ten minste 0,50 m lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning waaraan wordt gebouwd;
- 3. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen;
- e. het bepaalde in lid 7.2.2 sub h in die zin dat de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd tot ten hoogste 6,00 m, mits de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven anders dan genoemd in 7.1;
- b. het gebruik van vrijstaande bijbehorend bouwwerken voor bewoning;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
- 50 m²;
- 2. er onvoldoende bergruimte in of bij de woning overblijft;
- 3. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 4. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning. Het totale aantal werkenden mag hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 5. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 6. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & brochje, zodanig dat:
- 1. de woonfunctie niet behouden blijft;
- 2. het aantal kamers ten behoeve van bed & brochje meer bedraagt dan 3;
- 3. de oppervlakte per bed & brochjekamer meer bedraagt dan 25 m²;
- 4. de bed & brochje functie geheel of gedeeltelijk plaatsvindt binnen vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
- e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
- f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van horeca.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 7.4 sub b in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning ten behoeve van mantelzorg, mits:
- 1. de bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg voor personen;
- 2. de oppervlakte van de voor mantelzorg te gebruiken woonruimte in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 100 m²;
- 3. de inrichting van het vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg ongedaan wordt gemaakt na beëindiging van de mantelzorg zodanig dat het vrijstaand bijbehorend bouwwerk weer functioneel ondergeschikt is aan de bedrijfswoning;
- 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
7.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, het plan wijzigen in die zin dat:
- a. de bestemming 'Dienstverlening' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen' mits:
- 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 13 van toepassing zijn;
- 2. een uitbreiding van het aantal woningen in overeenstemming is met een actueel Woonplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd.
Artikel 8 Horeca
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. horecabedrijven categorie 1;
- 2. horecabedrijven categorie 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
- 3. horecabedrijven categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
- 4. horecabedrijven categorie 4, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';
- 5. horecabedrijven categorie 5, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
- 6. horecabedrijven categorie 6, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 6';
- 7. recreatieappartementen, ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
- 8. opslag uitsluitend ten behoeve van het aangrenzende horecabedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- 9. bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1 en mantelzorg;
- b. bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. straten en paden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water;
met de daarbijbehorende:
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. andere bouwwerken.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 8.2.1 sub b in die zin dat de gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd;
- b. het bepaalde in lid 8.2.1 sub d in die zin dat de goothoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 7,00 m;
- c. het bepaalde in lid 8.2.2 sub c in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning wordt vergroot tot ten hoogste 70 m², mits:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van de bedrijfswoning, zal bedragen;
- d. het bepaalde in lid 8.2.2 sub f in die zin dat de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd, mits:
- 1. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast bij bedrijfswoningen waarvan de bouwhoogte ten minste 7,50 m bedraagt;
- 2. de bouwhoogte van het bijbehorend bouwwerk ten minste 0,50 m lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning waaraan wordt gebouwd;
- 3. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen;
- e. het bepaalde in lid 8.2.2 sub h in die zin dat de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd tot ten hoogste 6,00 m, mits de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen.
8.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven anders dan genoemd in 8.1;
- b. het gebruik van vrijstaande bijbehorend bouwwerken voor bewoning;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
- 50 m²;
- 2. er onvoldoende bergruimte in of bij de woning overblijft;
- 3. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 4. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning. Het totale aantal werkenden mag hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 5. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 6. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & brochje, zodanig dat:
- 1. de woonfunctie niet behouden blijft;
- 2. het aantal kamers ten behoeve van bed & brochje meer bedraagt dan 3;
- 3. de oppervlakte per bed & brochjekamer meer bedraagt dan 25 m²;
- 4. de bed & brochje functie geheel of gedeeltelijk plaatsvindt binnen vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
- e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een supermarkt.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 8.4 sub b in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning ten behoeve van mantelzorg, mits:
- 1. de bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg voor personen;
- 2. de oppervlakte van de voor mantelzorg te gebruiken woonruimte in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 100 m²;
- 3. de inrichting van het vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg ongedaan wordt gemaakt na beëindiging van de mantelzorg zodanig dat het vrijstaand bijbehorend bouwwerk weer functioneel ondergeschikt is aan de bedrijfswoning;
- 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
8.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, het plan wijzigen in die zin dat:
- a. de bestemming 'Horeca' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen' mits:
- 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 13 van toepassing zijn;
- 2. een uitbreiding van het aantal woningen in overeenstemming is met een actueel Woonplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd.
Artikel 9 Maatschappelijk
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. maatschappelijke voorzieningen;
- 2. bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1 en mantelzorg, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- 3. zorgwonen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgwonen';
- b. bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. straten en paden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water;
met de daarbijbehorende:
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. andere bouwwerken.
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 9.2.1 sub b in die zin dat de gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd;
- b. het bepaalde in lid 9.2.1 sub d in die zin dat de goothoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 7,00 m;
- c. het bepaalde in lid 9.2.2 sub c in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning wordt vergroot tot ten hoogste 70 m², mits:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van de bedrijfswoning, zal bedragen;
- d. het bepaalde in lid 9.2.2 sub f in die zin dat de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd, mits:
- 1. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast bij bedrijfswoningen waarvan de bouwhoogte ten minste 7,50 m bedraagt;
- 2. de bouwhoogte van het bijbehorend bouwwerk ten minste 0,50 m lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning waaraan wordt gebouwd;
- 3. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen;
- e. het bepaalde in lid 9.2.2 sub h in die zin dat de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd tot ten hoogste 6,00 m, mits de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen.
9.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van voorzieningen anders dan genoemd in 9.1;
- b. het gebruik van vrijstaande bijbehorend bouwwerken voor bewoning;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
- 50 m²;
- 2. er onvoldoende bergruimte in of bij de woning overblijft;
- 3. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 4. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning. Het totale aantal werkenden mag hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 5. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 6. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & brochje, zodanig dat:
- 1. de woonfunctie niet behouden blijft;
- 2. het aantal kamers ten behoeve van bed & brochje meer bedraagt dan 3;
- 3. de oppervlakte per bed & brochjekamer meer bedraagt dan 25 m²;
- 4. de bed & brochje functie geheel of gedeeltelijk plaatsvindt binnen vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van zelfstandige detailhandel;
- f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige horecabedrijven.
9.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 9.4 sub b in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning ten behoeve van mantelzorg, mits:
- 1. de bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg voor personen;
- 2. de oppervlakte van de voor mantelzorg te gebruiken woonruimte in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 100 m²;
- 3. de inrichting van het vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg ongedaan wordt gemaakt na beëindiging van de mantelzorg zodanig dat het vrijstaand bijbehorend bouwwerk weer functioneel ondergeschikt is aan de bedrijfswoning;
- 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
9.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, het plan wijzigen in die zin dat:
- a. de bestemming 'Maatschappelijk' wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen' mits:
- 1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 13 van toepassing zijn;
- 2. een uitbreiding van het aantal woningen in overeenstemming is met een actueel Woonplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd.
Artikel 10 Recreatie - Watersportcentrum
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Watersportcentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van een vaarschool al dan niet in combinatie met:
- 1. botenverhuur;
- 2. groepsaccommodaties;
- 3. ondergeschikte horeca;
- 4. een bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met ruimte voor een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1 en mantelzorg;
- b. bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. straten en paden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water;
met de daarbijbehorende:
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. andere bouwwerken.
10.2 Bouwregels
10.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 10.2.1 sub b in die zin dat de gebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd;
- b. het bepaalde in lid 10.2.1 sub d in die zin dat de goothoogte van een gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 7,00 m;
- c. het bepaalde in lid 10.2.2 sub c in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning wordt vergroot tot ten hoogste 70 m², mits:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van de bedrijfswoning, zal bedragen;
- d. het bepaalde in lid 10.2.2 sub f in die zin dat de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd, mits:
- 1. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast bij bedrijfswoningen waarvan de bouwhoogte ten minste 7,50 m bedraagt;
- 2. de bouwhoogte van het bijbehorend bouwwerk ten minste 0,50 m lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning waaraan wordt gebouwd;
- 3. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen;
- e. het bepaalde in lid 10.2.2 sub h in die zin dat de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd tot ten hoogste 6,00 m, mits de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen.
10.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven anders dan genoemd in 10.1;
- b. het gebruik van vrijstaande bijbehorend bouwwerken voor bewoning;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
- 50 m²;
- 2. er onvoldoende bergruimte in of bij de woning overblijft;
- 3. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 4. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning. Het totale aantal werkenden mag hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 5. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 6. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & brochje, zodanig dat:
- 1. de woonfunctie niet behouden blijft;
- 2. het aantal kamers ten behoeve van bed & brochje meer bedraagt dan 3;
- 3. de oppervlakte per bed & brochjekamer meer bedraagt dan 25 m²;
- 4. de bed & brochje functie geheel of gedeeltelijk plaatsvindt binnen vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van zelfstandige detailhandel;
- f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige horecabedrijven.
10.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 10.4 sub b in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning ten behoeve van mantelzorg, mits:
- 1. de bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg voor personen;
- 2. de oppervlakte van de voor mantelzorg te gebruiken woonruimte in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 100 m²;
- 3. de inrichting van het vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg ongedaan wordt gemaakt na beëindiging van de mantelzorg zodanig dat het vrijstaand bijbehorend bouwwerk weer functioneel ondergeschikt is aan de bedrijfswoning;
- 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Artikel 11 Verkeer - Verblijf
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. straten en paden;
met daaraan ondergeschikt:
- b. tuinen, erven en terreinen;
- c. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. sloten en bermen;
- g. waterkering;
- h. andere bouwwerken.
11.2 Bouwregels
Artikel 12 Water
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. vaarten en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- c. aanleggelegenheid;
- d. kaden en oevers;
- e. andere bouwwerken, waaronder bruggen en bestaande steigers.
12.2 Bouwregels
Artikel 13 Wonen
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
- 1. een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1 en mantelzorg;
- 2. opslagdoeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- 3. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- b. bijbehorende bouwwerken;
met daaraan ondergeschikt:
- c. straten en paden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. water en waterkering;
met de daarbijbehorende:
- g. tuinen, erven en terreinen;
- h. andere bouwwerken.
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 13.2.1 sub b in die zin dat een hoofdgebouw geheel of gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
- 1. het aantal hoofdgebouwen niet toeneemt;
- 2. de oppervlakte van het hoofdgebouw, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, niet meer dan 150 m² bedraagt;
- b. het bepaalde in lid 13.2.1 sub d in die zin dat de goothoogte van een hoofdgebouw wordt verhoogd, mits:
- 1. dit niet leidt tot het realiseren van een extra bouwlaag;
- c. het bepaalde in lid 13.2.1 sub e in die zin dat de dakhelling van een hoofdgebouw wordt verhoogd tot ten hoogste 80°;
- d. het bepaalde in lid 13.2.2 sub b in die zin dat de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de perceelgrens wordt verkleind;
- e. het bepaalde in lid 13.2.2 sub c in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 70 m², mits:
- 1. de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, zal bedragen;
- f. het bepaalde in lid 13.2.2 sub c in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot:
- 1. ten hoogste 100 m², mits de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, zal bedragen;
- 2. ten hoogste 150 m², mits de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 40% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, zal bedragen;
- 3. ten hoogste 200 m², mits de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 30% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, zal bedragen;
mits de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van de uitoefening van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, dan wel hobbymatige activiteiten;
- g. het bepaalde in lid 13.2.2 sub f in die zin dat de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd, mits:
- 1. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast bij hoofdgebouwen waarvan de bouwhoogte ten minste 7,50 m bedraagt; en
- 2. de bouwhoogte van het aangebouwd bijbehorend bouwwerk ten minste 0,50 lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd;
- h. het bepaalde in lid 13.2.2 sub h in die zin dat de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd tot ten hoogste 6,00 m, mits de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen.
13.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van hoofdgebouwen voor meer woningen dan het bestaande aantal;
- b. het gebruik van vrijstaande bijbehorend bouwwerken voor bewoning;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel anders dan ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijvigheid anders dan in de vorm van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
- 50 m²;
- 2. de woonfunctie onevenredig wordt aangetast;
- 3. het uiterlijk van de betreffende woning met reclame-uitingen wordt aangetast. Uitsluitend niet-uitstekende, niet verlichte reclame-uitingen van beperkte omvang zijn toegestaan;
- 4. er onvoldoende bergruimte in of bij de woning overblijft;
- 5. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 6. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning. Het totale aantal werkenden mag hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 7. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 8. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & brochje, zodanig dat:
- 1. de woonfunctie niet behouden blijft;
- 2. het aantal kamers ten behoeve van bed & brochje meer bedraagt dan 3;
- 3. de oppervlakte per bed & brochjekamer meer bedraagt dan 25 m²;
- 4. de bed & brochje functie geheel of gedeeltelijk plaatsvindt binnen vrijstaande bijbehorende bouwwerken.
13.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 13.4 onder b in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning ten behoeve van mantelzorg, mits:
- 1. de bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg voor personen;
- 2. de oppervlakte van de voor mantelzorg te gebruiken woonruimte in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 100 m²;
- 3. de inrichting van het vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van de mantelzorg ongedaan wordt gemaakt na beëindiging van de mantelzorg zodanig dat het vrijstaand bijbehorend bouwwerk weer functioneel ondergeschikt is aan de bedrijfswoning;
- 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Artikel 14 Wonen - Woongebouw
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woongebouwen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, met uitzondering van bed & brochje, en mantelzorg;
met daaraan ondergeschikt:
- b. straten en paden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. water en waterkering;
met de daarbijbehorende:
- g. tuinen, erven en terreinen;
- h. andere bouwwerken.
14.2 Bouwregels
14.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.2.1 onder a in die zin dat een woongebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
- het buiten het bouwvlak gelegen gedeelte van het woongebouw ten hoogste 20% van de oppervlakte van het woongebouw zal bedragen.
14.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor meer woningen dan het bestaande aantal;
- b. het gebruik van de gronden voor bedrijfsmatige opslagdoeleinden;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijvigheid anders dan in de vorm van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de bijbehorende woning;
- 50 m²;
- 2. de woonfunctie onevenredig wordt aangetast;
- 3. het uiterlijk van de betreffende woning met reclame-uitingen wordt aangetast. Uitsluitend niet-uitstekende, niet verlichte reclame-uitingen van beperkte omvang zijn toegestaan;
- 4. er onvoldoende bergruimte in of bij de woning overblijft;
- 5. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 6. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning. Het totale aantal werkenden mag hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 7. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 8. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- f. het gebruik van woningen ten behoeve van recreatieve bewoning.
Artikel 15 Leiding - Riool
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een strook ten behoeve van een rioolpersleiding;
met de daarbijbehorende:
- b. andere bouwwerken.
15.2 Bouwregels
15.3 Afwijken van de bouwregels
Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 15.2.1 in die zin dat de in de basisbestemming(en) genoemde gebouwen, overkappingen of andere bouwwerken, worden gebouwd, mits:
- a. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder;
- b. geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding.
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 Waarde - Archeologie
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
16.2 Bouwregels
16.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 17 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht 'aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel en de uitbouw van de in Beschermd dorpsgezicht toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht.
17.2 Bouwregels
Voor het bouwen van gebouwen gelden, in aanvulling van de regels van de andere daar voorkomende bestemming(en), de volgende regels:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' zal ten minste één gevel van een gebouw in de gevellijn worden gebouwd;
- b. de ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' gebouwde gebouwen zullen vrijstaand dan wel individueel aaneen gebouwd worden gebouwd;
- c. de goothoogte van een ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' gebouwd gebouw zal ten minste 2,50 m bedragen;
- d. de gevelbreedte van een ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' gebouwd gebouw zal ten minste 5,00 m bedragen en ten hoogste 8,00 m bedragen;
- e. de hoogte van de gevelopeningen van een ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' gebouwde gevel zal groter zijn dan de breedte van de gevelopening;
- f. een ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' gebouwd gebouw zal over een diepte van ten minste 15,00 m worden voorzien van een kap, waarvan de dakhelling ten minste 40° en ten hoogste 70° zal bedragen;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' of daarachter gebouwde gevel(s) van een gebouw zal (zullen) worden voorzien van een topgevel dan wel een dakschild.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in hoofdstuk 2 en 5 van de toelichting aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 17.2 sub d in die zin dat de gevelbreedte van een ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' gebouwd gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 15,00 m;
- b. het bepaalde in lid 17.2 sub e in die zin dat wordt afgeweken van de gevelindeling van een ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' gebouwd gebouw;
- c. het bepaalde in lid 17.2 sub f in die zin dat de maximale dakhelling van een ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' gebouwd gebouw wordt vergroot tot ten hoogste 80°.
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.5 Omgevingsvergunning voor het verwijderen van stoepen, stoeppalen en de tussen de stoeppalen aanwezige kettingen en stangen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 18 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 19 Algemene Bouwregels
19.1 Bestaande maatvoeringen
Daar waar bestaande afstanden meer of minder bedragen dan ingevolge de bouwregels is voorgeschreven, worden de bestaande afstanden als ten hoogste respectievelijk ten minste toelaatbaar aangehouden.
In die gevallen dat bestaande percentages, dakhellingen, kapvormen, hoogten, bestaande inhoud en/of bestaande oppervlakten afwijken van de bouwregels, worden de bestaande maatvoeringen als toelaatbaar aangehouden.
19.2 Overschrijding bouwgrenzen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, alsmede erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen buiten beschouwing gelaten, mits:
de bouw- dan wel bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden.
19.3 Plaatselijke verhogingen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maximum bouwhoogte van gebouwen worden plaatselijke verhogingen zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, buiten beschouwing gelaten, mits:
de oppervlakte per plaatselijke verhoging niet meer dan 20 m² bedraagt;
de verhoging leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximum bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt.
Artikel 20 Algemene Gebruiksregels
20.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en/of bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
- b. het storten van puin en/of afvalstoffen;
- c. de stalling en/of opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf;
- e. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
20.2 Uitzondering op het strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval niet gerekend:
- a. het tijdelijk, al dan niet periodiek gebruik van de gronden voor evenementen binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijf';
- b. kleinschalige duurzame energiewinning.
Artikel 21 Algemene Aanduidingsregels
21.1 vrijwaringszone - straalpad
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' geldt voor het bouwen van bouwwerken de volgende regel:
- een op grond van de daar voorkomende bestemming(en) toelaatbaar bouwwerk, of de uitbreiding daarvan, mag slechts worden gebouwd indien de bouwhoogte van de betreffende bouwwerken niet meer bedraagt dan 18,00 m.
Artikel 22 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van andere bouwwerken, in die zin dat de bouwhoogte van andere bouwwerken, met uitzondering van reclamemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
- c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van andere bouwwerken, in die zin dat de bouwhoogte van andere bouwwerken, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m.
Artikel 23 Algemene Wijzigingsregels
23.1 Wijzigingsbevoegdheden
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan eventuele archeologisch en ecologische waarden en de waterhuishouding, het plan wijzigen in die zin dat:
- a. bestemmingen, met uitzondering van 'Recreatie - Watersportcentrum', worden gewijzigd ten behoeve van een bedrijfs-, sport-, maatschappelijke of woonfunctie, voorzover dit niet valt onder de afwijkingsmogelijkheden van artikel 2.12 lid 1 sub a onder 2 Wabo juncto artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, mits:
- 1. een uitbreiding van het aantal woningen in overeenstemming is met een actueel Woonplan waarmee Gedeputeerde Staten hebben ingestemd;
- 2. het bedrijven en/of voorzieningen betreft die passen binnen de bedrijfscategorieën 1 en 2, zoals vermeld in de VNG brochure Bedrijven en milieuzonering;
- b. bestemmingen worden gewijzigd ten behoeve van een kantoorfunctie, mits:
- 1. het bruto vloeroppervlak niet meer bedraagt dan 1200 m² per kantoor;
- c. bestemmingen worden gewijzigd ten behoeve van de aanleg van of een wijziging in de bestaande infrastructuur, mits:
- 1. deze activiteiten niet samenhangen met nieuwe planmatige stad- of dorspuitbreidingen waarover nog geen overeenstemming bestaat met Rijk, provincie en waterschap;
- d. het beloop of profiel van straten of de aansluiting van straten onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft en voorzover bestemmingsgrenzen daarmee worden overschreden;
- e. bestemmingsgrenzen worden aangepast, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft.
23.2 Toetsingscriteria
De in lid 23.1 onder a en b genoemde wijziging is primair bedoeld voor hergebruik van de bestaande gebouwen. Indien een woonfunctie in de bestaande bebouwing redelijkerwijs niet mogelijk is, mag onder strikte stedenbouwkundige randvoorwaarden (gedeeltelijke) nieuwbouw plaatsvinden.
Artikel 24 Overige Regels
24.1 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
- b. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
- c. de ruimte tussen bouwwerken.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 25 Overgangsrecht
25.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sublid a met maximaal 10%.
- c. Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
25.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van de grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in lid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 26 Slotregel
Deze regels worden aangehaald onder de titel:
Regels van het
bestemmingsplanBalk - Centrum
van de gemeente De Fryske Marren
Behorende bij besluit van 26 april 2016
Bijlage 1 Lijst Van Kleinschalige Beroeps- En Bedrijfsmatige Activiteiten
Uitoefening van (para-)medische beroepen, waaronder individuele praktijk voor dierenarts, huisarts, psychiater, psycholoog, fysiotherapie of bewegingsleer, voedingsleer, mondhygiëne, tandheelkunde, logopedie, enz.
Kledingmakerij, waaronder:
(maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf;
woningstoffeerderij.
Kantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend, zoals:
schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, glazenwasserij, maar ook ten behoeve van bijvoorbeeld een groothandelsbedrijf.
Reparatiebedrijfjes, waaronder:
schoen-/lederwarenreparatiebedrijf;
uurwerkreparatiebedrijf;
goud- en zilverwerkreparatiebedrijf;
reparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederen;
reparatie van muziekinstrumenten;
in ieder geval zijn autoreparatiebedrijven uitgezonderd.
Advies- en ontwerpbureaus, waaronder individuele praktijk voor:
reclame ontwerp;
grafisch ontwerp;
architect.
Computerservice- en informatietechnologiebedrijven
waaronder mede verstaan internet- of telefonische detailhandel waarbij de levering elders plaatsvindt.
(Zakelijke) dienstverlening, waaronder individuele praktijk voor:
notaris;
advocaat;
accountant;
assurantie-/verzekeringsbemiddeling;
exploitatie en handel in onroerende zaken.
Overige dienstverlening
kappersbedrijf;
schoonheidssalon.
Maatschappelijk
kinderdagverblijf.
Bedrijven
een individuele ondernemer zoals een loodgieter, een schilder of een metselaar.
Verblijfsrecreatie, in de vorm van logiesverstrekking in de vorm van bêd en brôchje (bieden logies- en ontbijtgelegenheid).
Onderwijs
autorijschool;
onderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium.
dan wel met voorgenoemde bedrijven naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijvigheid.
Bijlage 2 Bedrijvenlijst
Bijlage 3 Beschermd Dorpsgezicht Toelichting
Bijlage 3 Beschermd dorpsgezicht toelichting
Bijlage 1 Reactienota Inspraak En Overleg
Bijlage 1 Reactienota inspraak en overleg