Balk - Noord
Bestemmingsplan - gemeente De Fryske Marren
Vastgesteld op 26-04-2016 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Balk - Noord met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPBLK13BALKNOORD-VA01 van de gemeente De Fryske Marren;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 ander bouwwerk:
een bouwwerk, geen gebouw, geen bijbehorend bouwwerk en geen overkapping zijnde;
1.6 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.7 bed & brochje:
het bieden van de, ten opzichte van het wonen ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
1.8 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel productiegebonden detailhandel plaatsvindt;
1.9 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.10 bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een bedrijf, een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.11 bedrijfswoning:
een woning op een terrein behorende bij een op hetzelfde bouwperceel aanwezig bedrijf, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon die (dat) werkgerelateerd is met dat bedrijf;
1.12 bestaand:
ten aanzien van de aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik:
- bestaand ten tijde van het inwerkingtreden van het bestemmingsplan;
1.13 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.14 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.15 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.16 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.17 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.18 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.19 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.20 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.21 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.22 cultuurgrond:
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden;
1.23 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.24 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of het leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.25 dienstverlenend bedrijf of dienstverlenende instelling:
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
1.26 erker:
een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een bedrijfswoning/hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een “lichte” constructie met een overwegend transparante uitstraling;
1.27 erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.28 gebouw:
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.29 geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
1.30 hogere grenswaarde:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en krachtens deze wet vastgestelde regels;
1.31 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
1.32 horecabedrijf en/of -instelling:
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.33 huishouden:
een zelfstandig(e) dan wel samenwonend persoon of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen, zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree;
1.34 kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.35 kap:
een dak met een zekere helling;
1.36 kleinschalige beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten:
de in Bijlage 1 genoemde beroepen en bedrijvigheid, dan wel naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen beroepen en bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de bewoner en de aan het beroep of de bedrijvigheid bij woningen gebonden medewerkers;
1.37 kleinschalige duurzame energiewinning:
energie die gewonnen wordt uit kleinschalige perceelsgebonden bronnen, niet zijnde windturbines, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en die in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaar is, zoals zon, wind, aard- en omgevingswarmte;
1.38 landschappelijke waarden:
de cultuurhistorische en visuele waarden van het landschap;
1.39 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.40 mantelzorg:
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
1.41 normaal onderhoud:
het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
1.42 nutsvoorzieningen:
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
1.43 opgaande beplanting:
de opgaande beplanting als heesters, bomen en struiken, waaronder het kweken van fruit aan houtige gewassen en naar de aard daarmee gelijk te stellen vormen van opgaande teelt van meerjarige gewassen;
1.44 overkapping:
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
1.45 pand:
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
1.46 peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- 1. de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. voor een bouwwerk dat in, op of over het water wordt gebouwd:
- 1. het NAP -0,52 m;
1.47 perifere detailhandel:
detailhandel die qua volumineuze aard van de goederen, gevaar en hinder of dagelijkse bevoorrading niet meer goed inpasbaar is in de bestaande winkelcentra, waaronder uitsluitend worden begrepen:
- detailhandel in brandbare of explosiegevaarlijke stoffen;
- detailhandel in auto's, boten, caravans en tenten, keukens, badkamers, meubelen, bouwmaterialen, landbouwwerktuigen, tuinartikelen, plant- en dierbenodigdheden, fietsen en autoaccessoires;
- detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit van industrie en ambacht in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen;
1.48 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.49 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
1.50 prostitutiebedrijf:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie wordt verricht.
Onder een prostitutiebedrijf wordt in ieder geval verstaan: een erotische-massagesalon, een sekstheater, een bordeel of een parenclub, of een daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.51 recreatieve bewoning:
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
1.52 risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.53 serre:
een overwegend transparante uitbouw vervaardigd in een lichte constructie in één bouwlaag aan een bedrijfswoning/hoofdgebouw, waarbij de serre verbonden is met de bedrijfswoning/het hoofdgebouw, en onderdeel van de bedrijfswoning/het hoofdgebouw uitmaakt;
1.54 voorkeursgrenswaarde:
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.55 vuurwerkbedrijf:
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
1.56 woning/wooneenheid:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.57 woongebouw:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat, welke woningen zijn te bereiken door middel van één of meer gemeenschappelijke verkeersruimten;
1.58 woonhuis:
een gebouw dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.2 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.3 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.4 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.6 de afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) grens van het bouwperceel.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Cultuurgrond
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Cultuurgrond' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. cultuurgrond;
waarbij de instandhouding van de landschappelijke en natuurlijke waarden wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
- b. een paardrijbak, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - rijbak';
- c. woonstraten en paden;
- d. sloten, bermen en beplanting;
- e. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- f. andere bouwwerken
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het aanplanten van opgaande beplanting.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, alsmede;
- 1. constructiebedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf;
- 2. winterstalling voor boten, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - winterstalling boten';
- 3. een timmerfabriek, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - timmerfabriek';
- 4. perifere detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer';
- 5. een groepsaccommodatie, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie';
- 6. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen;
- 7. bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, bed & brochje en/of mantelzorg, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
- b. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
- c. straten en paden;
- d. groenvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. water;
met de daarbijbehorende:
- g. parkeervoorzieningen;
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. andere bouwwerken
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 4.2.1 sub c in die zin dat, indien de gronden niet zijn voorzien van de aanduiding 'bedrijfswoning', een bedrijfswoning wordt gebouwd, mits:
- 1. er niet meer dan 1 bedrijfswoning per bestemmingsvlak zal worden gebouwd;
- 2. de woonfunctie geen onevenredige afbreuk doet aan de ontwikkelingsmogelijkheden van functies in de omgeving;
- b. het bepaalde in lid 4.2.2 sub f in die zin dat de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd, mits:
- 1. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast bij bedrijfswoningen waarvan de bouwhoogte ten minste 7,50 m bedraagt;
- 2. de bouwhoogte van het bijbehorend bouwwerk ten minste 0,50 m lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning waaraan wordt gebouwd;
- 3. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen;
- c. het bepaalde in lid 4.2.2 sub h in die zin dat de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd tot ten hoogste 6,00 m, mits de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - winterstalling boten', 'specifieke vorm van bedrijf - timmerfabriek', 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie' of 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf', in welk geval respectievelijk een winterstalling voor boten, een timmerfabriek, een groepsaccommodatie dan wel een constructiebedrijf is toegestaan;
- b. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel anders dan:
- 1. productiegebonden detailhandel;
- 2. perifere detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer';
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
- 50 m²;
- 2. er onvoldoende bergruimte in of bij de bedrijfswoning overblijft;
- 3. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 4. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de bedrijfswoning. Het totale aantal werkenden zal hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 5. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 6. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & brochje, zodanig dat:
- 1. de woonfunctie niet behouden blijft;
- 2. het aantal kamers ten behoeve van bed & brochje meer bedraagt dan 3;
- 3. de oppervlakte per bed & brochjekamer meer bedraagt dan 25 m²;
- 4. de bed & brochje functie geheel of gedeeltelijk plaatsvindt binnen vrijstaande bijbehorende bouwwerken.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 4.4 sub a in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2, mits:
- 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd, of om bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting kunnen hebben;
- 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft;
- b. het bepaalde in lid 4.4 sub b in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning ten behoeve van mantelzorg, mits:
- 1. de bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg voor personen;
- 2. de oppervlakte van de voor mantelzorg te gebruiken woonruimte in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 100 m²;
- 3. de inrichting van het vrijstaand bijbehorend bouwerk ten behoeve van de mantelzorg ongedaan wordt gemaakt na beëindiging van de mantelzorg zodanig dat het vrijstaand bijbehorend bouwwerk weer functioneel ondergeschikt is aan de bedrijfswoning;
- 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
- de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - winterstalling boten', 'specifieke vorm van bedrijf - timmerfabriek', 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie', 'detailhandel perifeer' of 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf' worden verwijderd, mits:
- 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorzieningen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorzieningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. wegen en paden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. water;
met de daarbijbehorende:
- f. terreinen;
- g. andere bouwwerken, waaronder een antennemast ter plaatse van de aanduiding 'antennemast'.
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Bedrijventerrein
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1, 2 en 3.1, alsmede:
- 1. betonfabricagebedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - fabricage betonelementen';
- 2. constructiebedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf';
- 3. kunststofverwerkingsbedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kunststofverwerkingsbedrijf';
- 4. een milieustraat, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - milieustraat';
- 5. perifere detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer';
- 6. een voedselbank, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - voedselbank';
met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
- 1. een bedrijfswoning met de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, al dan niet in combinatie met ruimte voor een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, bed & brochje en/of mantelzorg, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- 2. verkooppunten motorbrandstoffen met lpg en bijbehorende artikelen en accessoires, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- b. de opslag van lpg, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag lpg';
- c. een vulpunt voor lpg, ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
- d. een afleverzuil voor lpg, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg';
met daaraan ondergeschikt:
- e. wegen en paden;
- f. groenvoorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. water;
met de daarbijbehorende:
- i. parkeervoorzieningen;
- j. tuinen, erven en terreinen;
- k. andere bouwwerken
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, het bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 6.2.1 onder c in die zin dat het bebouwingspercentage van het binnen het bouwvlak gelegen gedeelte van het bouwperceel wordt vergroot tot ten hoogste 70%;
- b. het bepaalde in lid 6.2.1 onder g in die zin dat de afstand van een gebouw en/of overkapping tot de zijdelingse perceelgrens wordt verkleind tot 0 m, mits de bereikbaarheid voor hulpdiensten gegarandeerd blijft.
6.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken als vulpunt voor lpg, tenzij het betreft de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken als opslag voor lpg, tenzij het betreft de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag lpg';
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken als afleverzuil voor lpg, tenzij het betreft de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg';
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1, 2 en 3.1, tenzij ter plaatse van de aanduidingen voor een constructiebedrijf, een kunststofverwerkingsbedrijf, een milieustraat, een betonfabricagebedrijf en een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg;
- f. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, tenzij sprake is van een inpandige bedrijfswoning in een bedrijfsgebouw, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- g. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel anders dan:
- 1. productiegebonden detailhandel;
- 2. detailhandel in motorbrandstoffen, inclusief lpg, en bijbehorende artikelen en accessoires, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- 3. perifere detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'perifere detailhandel';
- h. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
- 50 m²;
- 2. er onvoldoende bergruimte in of bij de bedrijfswoning overblijft;
- 3. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 4. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de bedrijfswoning. Het totale aantal werkenden zal hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 5. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 6. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- i. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & brochje, zodanig dat:
- 1. de woonfunctie niet behouden blijft;
- 2. het aantal kamers ten behoeve van bed & brochje meer bedraagt dan 3;
- 3. de oppervlakte per bed & brochjekamer meer bedraagt dan 25 m²;
- 4. de bed & brochje functie geheel of gedeeltelijk plaatsvindt binnen vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
- j. het gebruik van gronden en bouwwerken voor zelfstandige kantoren, met uitzondering van de bestaande zelfstandige kantoren, en kantoren met een oppervlakte groter dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte per bedrijf en groter dan 1.200 m² per bedrijf.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 6.4 onder e in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in Bijlage 2 onder de categorieën 1, 2 en 3.1 en een constructiebedrijf, een kunststofverwerkingsbedrijf, een milieustraat, een betonfabricagebedrijf ter plaatse van de daarvoor specifiek aangeduide percelen, mits:
- 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 2, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd, of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 2 onder een hogere categorie dan 3.1, maar in een individueel geval een lagere milieubelasting kunnen hebben;
- 2. het geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft;
- b. het bepaalde in lid 6.4 onder g in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van perifere detailhandel, mits:
- 1. vestiging niet leidt tot een duurzame ontwrichting van het detailhandelscentrum in Balk.
6.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
- de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - fabricage betonelementen', 'specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf', 'specifieke vorm van bedrijf - kunststofverwerkingsbedrijf', 'specifieke vorm van bedrijf - milieustraat', 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg', 'specifieke vorm van bedrijf - opslag lpg', 'vulpunt lpg' en/of 'specifieke vorm van bedrijf - afleverzuil lpg' worden verwijderd, mits:
- 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.
Artikel 7 Bos
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bos/bebossing;
waarbij de instandhouding van de landschappelijke en natuurlijke waarden wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
- b. woonstraten en paden;
- c. sloten, bermen en beplanting;
- d. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- e. andere bouwwerken
7.2 Bouwregels
7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Detailhandel
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
met daaraan ondergeschikt:
- b. woonstraten en paden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. water;
met de daarbijbehorende:
- f. parkeervoorzieningen;
- g. terreinen;
- h. andere bouwwerken.
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken als horecabedrijf.
Artikel 9 Groen
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. plantsoenen, groenstroken en beplanting;
met daaraan ondergeschikt:
- b. speelvoorzieningen;
- c. paden;
- d. water;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. tuinen, erven en terreinen;
met de daarbijbehorende:
- g. andere bouwwerken
9.2 Bouwregels
Artikel 10 Maatschappelijk
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. woonstraten en paden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. water;
met de daarbijbehorende:
- f. parkeervoorzieningen;
- g. terreinen;
- h. andere bouwwerken.
10.2 Bouwregels
10.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van zelfstandige detailhandel;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige horecabedrijven.
Artikel 11 Recreatie
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. een zeilschool;
- 2. recreatieve verblijfsruimten;
- 3. een sauna;
- 4. conferentie-activiteiten;
- 5. sanitaire voorzieningen en onderhoud en beheer;
- 6. een bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met ruimte voor een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, bed & brochje en/of mantelzorg, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- b. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning;
- c. standplaatsen voor kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens;
waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
- d. straten en paden;
- e. groenvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water;
met de daarbijbehorende:
- h. parkeervoorzieningen;
- i. tuinen, erven en terreinen;
- j. andere bouwwerken.
11.2 Bouwregels
11.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 11.2.2 sub f in die zin dat de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd, mits:
- 1. deze afwijkingsmogelijkheid uitsluitend wordt toegepast bij bedrijfswoningen waarvan de bouwhoogte ten minste 7,50 m bedraagt;
- 2. de bouwhoogte van het bijbehorend bouwwerk ten minste 0,50 m lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning waaraan wordt gebouwd;
- 3. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen;
- b. het bepaalde in lid 11.2.2 sub h in die zin dat de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd tot ten hoogste 6,00 m, mits de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen.
11.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
- 50 m²;
- 2. er onvoldoende bergruimte in of bij de bedrijfswoning overblijft;
- 3. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 4. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de bedrijfswoning. Het totale aantal werkenden zal hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 5. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 6. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & brochje, zodanig dat:
- 1. de woonfunctie niet behouden blijft;
- 2. het aantal kamers ten behoeve van bed & brochje meer bedraagt dan 3;
- 3. de oppervlakte per bed & brochjekamer meer bedraagt dan 25 m²;
- 4. de bed & brochje functie geheel of gedeeltelijk plaatsvindt binnen vrijstaande bijbehorende bouwwerken.
11.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 11.4 sub a in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning ten behoeve van mantelzorg, mits:
- 1. de bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg voor personen;
- 2. de oppervlakte van de voor mantelzorg te gebruiken woonruimte in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 100 m²;
- 3. de inrichting van het vrijstaand bijbehorend bouwerk ten behoeve van de mantelzorg ongedaan wordt gemaakt na beëindiging van de mantelzorg zodanig dat het vrijstaand bijbehorend bouwwerk weer functioneel ondergeschikt is aan de bedrijfswoning;
- 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
11.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.7 Omgevingsvergunning voor het verwijderen van bouwwerken
11.8 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de aanduiding "karakteristiek" wordt verwijderd, mits:
- de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven is.
Artikel 12 Sport
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. voorzieningen ten behoeve van sport- en recreatieve doeleinden, zoals sport- en speelvelden en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
- b. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. verenigingsactviteiten;
- 2. kantines;
- 3. kleedruimtes;
- 4. onderhoud en beheer;
- 5. kassahokjes;
met de daarbijbehorende:
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. verhardingen;
- f. paden;
- g. andere bouwwerken, waaronder een tribune;
met daaraan ondergeschikt:
- h. sloten en bermen.
12.2 Bouwregels
12.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca anders dan ten dienste van de sportvoorziening;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel.
Artikel 13 Verkeer
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten;
- b. paden;
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het verkeer;
met daaraan ondergeschikt:
- c. sloten, bermen en beplanting;
- d. parkeervoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- e. andere bouwwerken.
13.2 Bouwregels
13.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak, zodanig dat wegen uit meer dan twee rijstroken bestaan.
13.4 Afwijken van de gebruiksregels
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 13.3 in die zin dat wegen uit meer dan twee rijstroken bestaan, mits hierdoor geen wezenlijke verslechtering van de geluidssituatie optreedt.
Artikel 14 Verkeer - Parkeerterrein
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Parkeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. parkeerterrein;
met de daarbijbehorende:
- b. straten en paden;
- c. groenvoorzieningen;
- d. andere bouwwerken;
- e. een standplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats;
met daaraan ondergeschikt:
- f. sloten, bermen en beplanting.
14.2 Bouwregels
Artikel 15 Verkeer - Verblijf
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. straten;
- b. paden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garagebox';
- e. een toiletgebouw, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - toiletgebouw';
- f. een bergbezinkbassin, ter plaatse van de aanduiding 'bergbezinkbassin';
met daaraan ondergeschikt:
- g. sloten, bermen en beplanting;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. tuinen, erven en terreinen;
met de daarbijbehorende:
- j. andere bouwwerken.
15.2 Bouwregels
Artikel 16 Water
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. sloten, vaarten en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
- b. waterpartijen;
met daaraan ondergeschikt:
- c. groenvoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. tuinen, erven en terreinen;
met de daarbijbehorende:
- f. oevers;
- g. andere bouwwerken.
16.2 Bouwregels
Artikel 17 Wonen
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
- 1. een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, bed & brochje en mantelzorg;
- 2. bedrijfsmatige opslag, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- b. bijbehorende bouwwerken;
waarbij, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
- c. woonstraten en paden;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. water;
met de daarbijbehorende:
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. andere bouwwerken.
17.2 Bouwregels
17.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 17.2.1 sub b in die zin dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
- 1. het buiten het bouwvlak gelegen gedeelte van het hoofdgebouw ten hoogste 20% van de oppervlakte van het hoofdgebouw zal bedragen;
- 2. bij de beoordeling van de voorgenomen uitbreiding van een hoofdgebouw, vooraf gekeken is of de bouw van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk wenselijker is;
- b. het bepaalde in lid 17.2.1 sub d in die zin dat de goothoogte van een hoofdgebouw wordt verhoogd, mits:
- 1. dit niet leidt tot het realiseren van een extra bouwlaag;
- c. het bepaalde in lid 17.2.1 sub f in die zin dat de dakhelling van een hoofdgebouw wordt verlaagd dan wel dat een hoofdgebouw (gedeeltelijk) wordt voorzien van een plat dak;
- d. het bepaalde in lid 17.2.1 sub f in die zin dat de dakhelling van een hoofdgebouw wordt verhoogd tot ten hoogste 80°;
- e. het bepaalde in lid 17.2.2 sub b in die zin dat de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de bouwperceelgrens wordt verkleind;
- f. het bepaalde in lid 17.2.2 sub c in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot:
- 1. ten hoogste 100 m², mits de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, zal bedragen;
- 2. ten hoogste 150 m², mits de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 40% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, zal bedragen;
- 3. ten hoogste 200 m², mits de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 30% van de oppervlakte van het bouwperceel, verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, zal bedragen;
mits de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van de uitoefening van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, dan wel hobbymatige activiteiten;
- g. het bepaalde in lid 17.2.2 sub f in die zin dat de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd, mits:
- 1. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast bij hoofdgebouwen waarvan de bouwhoogte ten minste 7,50 m bedraagt; en
- 2. de bouwhoogte van het aangebouwd bijbehorend bouwwerk ten minste 0,50 lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw waaraan wordt gebouwd;
- h. het bepaalde in lid 17.2.2 sub h in die zin dat de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt verhoogd tot ten hoogste 6,00 m, mits de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk binnen een afstand van 3,00 m van de perceelsgrens ten hoogste 5,00 m zal bedragen.
17.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor bedrijfsmatige opslagdoeleinden, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- b. het gebruik van woonhuizen voor meer dan één woning, tenzij ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden", in welk geval het aantal woningen ten hoogste het op de verbeelding aangegeven aantal zal bedragen;
- c. het gebruik van vrijstaande bijbehorend bouwwerken voor bewoning;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijvigheid anders dan in de vorm van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit;
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
- 50 m²;
- 2. de woonfunctie onevenredig wordt aangetast;
- 3. het uiterlijk van de betreffende woning met reclame-uitingen wordt aangetast. Uitsluitend niet-uitstekende, niet verlichte reclame-uitingen van beperkte omvang zijn toegestaan;
- 4. er onvoldoende bergruimte in of bij de woning overblijft;
- 5. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 6. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning. Het totale aantal werkenden zal hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 7. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 8. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & brochje, zodanig dat:
- 1. de woonfunctie niet behouden blijft;
- 2. het aantal kamers ten behoeve van bed & brochje meer bedraagt dan 3;
- 3. de oppervlakte per bed & brochjekamer meer bedraagt dan 25 m²;
- 4. de bed & brochje functie geheel of gedeeltelijk plaatsvindt binnen vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
- h. het gebruik van woonhuizen ten behoeve van recreatieve bewoning.
17.5 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 17.4 sub c in die zin dat een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, al dan niet gepaard gaande met interne bouwactiviteiten, wordt gebruikt voor bewoning ten behoeve van mantelzorg, mits:
- 1. de bewoning van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk uitsluitend plaatsvindt vanuit een oogpunt van mantelzorg voor personen;
- 2. de oppervlakte van de voor mantelzorg te gebruiken woonruimte in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk per bestemmingsvlak niet meer bedraagt dan 100 m²;
- 3. de inrichting van het vrijstaand bijbehorend bouwerk ten behoeve van de mantelzorg ongedaan wordt gemaakt na beëindiging van de mantelzorg zodanig dat het vrijstaand bijbehorend bouwwerk weer functioneel ondergeschikt is aan de bedrijfswoning;
- 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
17.6 Omgevingsvergunning voor het verwijderen van bouwwerken
17.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
- a. de aanduiding 'opslag' wordt verwijderd, mits:
- 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd;
- b. de aanduiding 'karakteristiek' wordt verwijderd, mits:
- 1. de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven is.
Artikel 18 Wonen - Wooncentrum
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Wooncentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woongebouwen ten behoeve van niet zelfstandige huisvesting van bijzondere doelgroepen, zoals senioren en gehandicapten, alsmede ten behoeve van voorzieningen die benodigd zijn voor het verlenen van sociale, sociaal-medische en/of medische verzorging en/of begeleiding alsmede voor dagbesteding van personen die tot deze doelgroep behoren;
met daaraan ondergeschikt:
- b. paden en stegen;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- g. tuinen, erven en terreinen;
- h. andere bouwwerken, waaronder vlaggenmasten.
18.2 Bouwregels
18.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden en bouwwerken voor meer woningen dan het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal.
18.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Wonen - Wooncentrum' (met de daarin opgenomen bouwvlakken, bouwaanduidingen en maatvoeringseisen) deels of geheel wordt gewijzigd naar de bestemming 'Wonen' en/of 'Wonen - Woongebouw', al dan niet in combinatie met zorgvoorzieningen, mits:
- a. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van de bestemming 'Wonen' en/of 'Wonen - Woongebouw' van overeenkomstige toepassing zijn, waarin ook een combinatie van wonen met zorg mogelijk is;
- b. eventueel aangepaste bouwvlakken, bouwaanduidingen en maatvoeringseisen op de verbeelding worden aangebracht;
- c. er ten hoogste 20 niet-zelfstandige woningen of ten hoogste 12 zelfstandige woningen worden gerealiseerd;
- d. de wijziging past binnen het geldende Woonplan.
Artikel 19 Wonen - Woongebouw
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woongebouwen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in Bijlage 1, en mantelzorg in de woningen;
met daaraan ondergeschikt:
- b. woonstraten en paden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. groenvoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. water;
met de daarbijbehorende:
- g. tuinen, erven en terreinen;
- h. andere bouwwerken
19.2 Bouwregels
19.3 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 19.2.1 onder a in die zin dat een woongebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
- het buiten het bouwvlak gelegen gedeelte van het woongebouw ten hoogste 20% van de oppervlakte van het woongebouw zal bedragen.
19.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor meer woningen dan het bestaande aantal dan wel het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- 30% van de begane grondvloeroppervlakte van de woning
- 50 m²;
- 2. de woonfunctie onevenredig wordt aangetast;
- 3. het uiterlijk van de betreffende woning met reclame-uitingen wordt aangetast. Uitsluitend niet-uitstekende, niet verlichte reclame-uitingen van beperkte omvang zijn toegestaan;
- 4. er onvoldoende bergruimte in of bij de woning overblijft;
- 5. opslag en/of stalling als gevolg van de bedrijfsactiviteiten buiten de gebouwen plaatsvindt;
- 6. het bedrijf niet wordt uitgeoefend door in ieder geval één van de bewoners van de woning. Het totale aantal werkenden mag hierbij niet meer bedragen dan twee;
- 7. het gaat om vormen van detailhandel en/of horeca;
- 8. er een onevenredige publieksaantrekkende werking van de activiteit uitgaat;
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan:
- c. het gebruik van woningen ten behoeve van recreatieve bewoning.
Artikel 20 Leiding - Riool
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een strook ten behoeve van een rioolpersleiding;
met de daarbijbehorende:
- b. andere bouwwerken.
20.2 Bouwregels
20.3 Afwijken van de bouwregels
Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.2.1 in die zin dat de in de basisbestemming(en) genoemde gebouwen, overkappingen of andere bouwwerken worden gebouwd, mits:
- a. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder;
- b. geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 21 Leiding - Water
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een strook ten behoeve van een hoofdwaterleiding;
met de daarbijbehorende:
- b. andere bouwwerken
21.2 Bouwregels
21.3 Afwijken van de bouwregels
Er kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.2.1 in die zin dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen, overkappingen of andere bouwwerken worden gebouwd, mits:
- a. vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder;
- b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding.
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 22 Waarde - Archeologie
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
22.2 Bouwregels
22.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 23 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 24 Algemene Bouwregels
24.1 Bestaande maatvoeringen
Daar waar bestaande afstanden meer of minder bedragen dan ingevolge de bouwregels is voorgeschreven, worden de bestaande afstanden als ten hoogste respectievelijk ten minste toelaatbaar aangehouden.
In die gevallen dat bestaande percentages, dakhellingen, kapvormen, hoogten, bestaande inhoud en/of bestaande oppervlakten afwijken van de bouwregels, worden de bestaande maatvoeringen als toelaatbaar aangehouden.
24.2 Overschrijding bouwgrenzen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, alsmede erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen buiten beschouwing gelaten, mits:
- de bouw- dan wel bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden.
24.3 Plaatselijke verhogingen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de maximum bouwhoogte van gebouwen worden plaatselijke verhogingen zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, buiten beschouwing gelaten, mits:
- a. de oppervlakte per plaatselijke verhoging niet meer dan 20 m² bedraagt;
- b. de verhoging leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximum bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt.
Artikel 25 Algemene Gebruiksregels
25.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en/of bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
- b. het storten van puin en/of afvalstoffen;
- c. de stalling en/of opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf;
- e. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van de gronden bestemd voor 'Recreatie'.
25.2 Uitzondering op het strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik als bedoeld in lid 25.1 wordt niet gerekend:
- kleinschalige duurzame energiewinning.
Artikel 26 Algemene Aanduidingsregels
26.1 veiligheidszone - lpg
26.2 vrijwaringszone - straalpad
Artikel 27 Algemene Afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. de bij recht in de bestemmingsregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- b. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van andere bouwwerken, in die zin dat de bouwhoogte van andere bouwwerken, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
- c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van andere bouwwerken, in die zin dat de bouwhoogte van andere bouwwerken, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m.
Artikel 28 Algemene Wijzigingsregels
28.1 Wijzigingsbevoegdheden
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan eventuele archeologische en ecologische waarden en de waterhuishouding, het plan wijzigen in die zin dat:
- a. bestemmingen worden gewijzigd ten behoeve van de aanleg van of een wijziging in de bestaande infrastructuur, mits:
- 1. deze activiteiten niet samenhangen met nieuwe planmatige stad- of dorspuitbreidingen waarover nog geen overeenstemming bestaat met Rijk, provincie en waterschap;
- b. het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft en voorzover bestemmingsgrenzen daarmee worden overschreden;
- c. bestemmingsgrenzen worden aangepast, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft.
Artikel 29 Overige Regels
29.1 Voldoende parkeergelegenheid
- a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden;
- b. bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid;
- c. bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde onder a in die zin dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 30 Overgangsrecht
30.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%;
- c. sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
30.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 31 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Balk - Noord.
Bijlage 1 Lijst Van Kleinschalige Beroeps- En Bedrijfsmatige Activiteiten
Uitoefening van (para-)medische beroepen, waaronder individuele praktijk voor dierenarts, huisarts, psychiater, psycholoog, fysiotherapie of bewegingsleer, voedingsleer, mondhygiëne, tandheelkunde, logopedie, enz.
Kledingmakerij, waaronder:
(maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf;
woningstoffeerderij.
Kantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend, zoals:
schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, glazenwasserij, maar ook ten behoeve van bijvoorbeeld een groothandelsbedrijf.
Reparatiebedrijfjes, waaronder:
schoen-/lederwarenreparatiebedrijf;
uurwerkreparatiebedrijf;
goud- en zilverwerkreparatiebedrijf;
reparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederen;
reparatie van muziekinstrumenten;
in ieder geval zijn autoreparatiebedrijven uitgezonderd.
Advies- en ontwerpbureaus, waaronder individuele praktijk voor:
reclame ontwerp;
grafisch ontwerp;
architect.
Computerservice- en informatietechnologiebedrijven
waaronder mede verstaan internet- of telefonische detailhandel waarbij de levering elders plaatsvindt.
(Zakelijke) dienstverlening, waaronder individuele praktijk voor:
notaris;
advocaat;
accountant;
assurantie-/verzekeringsbemiddeling;
exploitatie en handel in onroerende zaken.
Overige dienstverlening
kappersbedrijf;
schoonheidssalon.
Maatschappelijk
kinderdagverblijf.
Bedrijven
een individuele ondernemer zoals een loodgieter, een schilder of een metselaar.
Verblijfsrecreatie, in de vorm van logiesverstrekking in de vorm van bêd en brôchje (bieden logies- en ontbijtgelegenheid).
Onderwijs
autorijschool;
onderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium.
dan wel met voorgenoemde bedrijven naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen bedrijvigheid.
Bijlage 2 Bedrijvenlijst
Bijlage 1 Advies Externe Veiligheid
Bijlage 1 Advies Externe Veiligheid
Bijlage 2 Reactienota Overleg En Inspraak
Bijlage 2 Reactienota overleg en inspraak