Reparatieplan bestemmingsplan Goingarijp 2020
Bestemmingsplan - gemeente De Fryske Marren
Vastgesteld op 07-10-2020 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel A: Toepassingsbereik
Het bestemmingsplan 'Goingarijp 2016' (vastgesteld op 29 november 2017 en hervastgesteld op 24 april 2019), is, met uitzondering van de plandelen die van toepassing zijn op 'Recreatie – Verblijfsrecreatie 1', onverkort van toepassing op het plangebied van dit reparatieplan. In de navolgende artikelen is de wijze van reparatie opgenomen.
Buiten die regels blijven de regels en de verbeelding van het bestemmingsplan 'Goingarijp 2016' na reparatie ongewijzigd van toepassing.
Artikel 1 Begrippen
De bepalingen uit artikel 1 van het bestemmingsplan Goingarijp 2016, vastgesteld door de gemeenteraad van gemeente De Fryske Marren, met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPGOI16GOINGARIJP-VA01, blijven, met uitzondering van de daarin aangegeven beschrijving van 'bijbehorende bouwwerken', van toepassing.
(naamgeving plan)
1.1 plan:
het Reparatieplan bestemmingsplan Goingarijp 2020 met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPGOI20GOINGARIJP-VA03 van de gemeente De Fryske Marren;
1.2 bestemmingsplan Goingarijp 2016
het bestemmingsplan Goingarijp 2016, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente De Fryske Marren op 29 november 2017, met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPGOI16GOINGARIJP-VA01, en hervastgesteld op 24 april 2019, met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPGOI16GOINGARIJP-VA02.
1.3 bijbehorende bouwwerken twee
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Aan de regels van het bestemmingsplan 'Goingarijp 2016' wordt het navolgende artikel toegevoegd, dat als nieuw artikel 8 in het Bestemmingsplan Goingarijp 2016 gelezen moet worden.
Artikel 2 Recreatie - Verblijfsrecreatie 1 (Artikel 8)
2.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1 (artikel 8)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. zomerhuizen ten behoeve van recreatieve en/of permanente bewoning;
- b. bijbehorende bouwwerken twee bij zomerhuizen;
waarbij de instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit van het recreatieterrein wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
- c. nutsvoorzieningen;
- d. wegen en paden;
met de daarbij behorende:
- e. terreinen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. groenvoorzieningen;
- h. water en waterkering;
- i. andere bouwwerken.
2.2 Bouwregels
2.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 3 Overgangsrecht
3.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %.
- c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
3.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 4 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:
Regels deel uitmakende van het bestemmingsplan
Reparatieplan bestemmingsplan Goingarijp 2020 van de gemeente De Fryske Marren.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 7 oktober 2020.
Hoofdstuk 1 Aanleiding
Op 29 november 2017 is het bestemmingsplan Goingarijp 2016 vastgesteld. Tegen het bestemmingsplan is beroep aangetekend. In een tussenuitspraak op 6 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:336 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) opdracht gegeven tot aanpassing van het bestemmingsplan. Op 24 april 2019 heeft de gemeenteraad het plan hervastgesteld naar aanleiding van de tussenuitspraak. Die aanpassing is binnen dezelfde beroepszaak opnieuw door de Afdeling beoordeeld. De Afdeling heeft hierbij geconcludeerd dat de aanpassing onduidelijk en niet voldoende is geweest en verklaart het beroep in haar uitspraak van 14 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2768 alsnog gegrond. De Afdeling vernietigt daarbij het vaststellingsbesluit voor die gronden die zijn voorzien van de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1'. Een en ander betekent dat voor die gronden het voorheen geldende bestemmingsplan weer van kracht is geworden.
De Afdeling heeft zelf niet in de zaak voorzien, omdat onduidelijk was wat de gemeente voor ogen had met de aanpassing. De Afdeling doet zelf wel een voorstel voor aanpassing van het plan, waarmee de kwestie kan worden opgelost. De gemeente moet binnen een zekere termijn alsnog tot aanpassing van het bestemmingsplan komen. De Afdeling geeft aan dat de gemeente daarvoor niet opnieuw de procedure van artikel 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht hoeft te volgen.
Hoofdstuk 2 Reparatieplan
Voorliggend reparatieplan voorziet in de opdracht die de Afdeling de gemeente heeft gegeven om tot een nieuw besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan te komen voor de gronden die waren voorzien van de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1'. De voorgestelde regeling is in overleg met appellant, degene die het beroep tegen het bestemmingsplan heeft ingediend, tot stand gekomen.
Het beroep en daarmee de rechtszaak had betrekking op het zomerhuizengebied aan de westzijde van het dorp gelegen tegen de oever van Goingarijpster Poelen. In het dorp liggen evenwel ook nog enkele verspreide zomerhuizen die eveneens waren voorzien van de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1'. Ook voor die zomerhuizen is de bestemming komen te vervallen. De aanpassingen die nu in de bestemming als gevolg van de beroepszaak worden doorgevoerd, gelden ook voor die verspreide zomerhuizen.
In de bestemming is gekozen voor een begrip voor bijbehorende bouwwerken waaronder ook de uitbreiding van een hoofdgebouw kan vallen. Daarmee is het onderscheid tussen hoofdgebouw, in dit geval de zomerhuizen, en de bijbehorende bouwwerken minder expliciet. In de bouwregels is vervolgens aangegeven waaraan de bouw van een zomerhuis en een bijbehorend bouwwerk moeten voldoen. Die regels zijn afgestemd met appellant, zodat er niet opnieuw verschil van mening ontstaat over de toepasbaarheid van de regels.
Omdat voor de rest van het plangebied van Goingarijp een bestaand begrip voor bijbehorend bouwwerk van kracht is, dat afwijkt van het begrip dat in het reparatieplan is opgenomen, is er een andere naam aan gegeven, zodat dit nieuwe begrip straks niet voor het hele plangebied gaat gelden. Door die andere naam is het begrip in dit reparatieplan straks alleen van toepassing binnen de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1'.
Voorts moet het zomerhuis binnen een bouwvlak worden gebouwd, waarbij de oppervlakte van een zomerhuis zonder uitbreiding niet meer mag bedragen dan 70 m². Dat betekent dat een zomerhuis nooit groter mag zijn dan 70 m², tenzij de bestaande oppervlakte al groter is. De omvang van het bouwvlak zegt niets over de toegelaten grootte van het zomerhuis. Het bouwvlak zegt uitsluitend iets over de plek waar een zomerhuis gebouwd moet worden. De bouwregel met betrekking tot de oppervlakte regelt de toegelaten oppervlakte van een zomerhuis.
Een bijbehorend bouwwerk mag zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. Een bijbehorend bouwwerk kan ook de uitbreiding van het zomerhuis zijn. De gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken bij een zomerhuis mag maximaal 50 m² bedragen. De uitbreiding van het zomerhuis in de vorm van een bijbehorend bouwwerk hoeft dus niet binnen het bouwvlak plaats te vinden, maar dat mag wel als het bouwvlak daarvoor ruimte biedt.
Er kan op grond van de bouwregels nooit meer dan 120 m² worden gebouwd. Ook als het bestaande zomerhuis op dit moment groter is dan 70 m², is in de bouwregels opgenomen dat in dat geval de oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken slechts mag worden 'aangevuld' tot de maximale gezamenlijke oppervlakte van 120 m².
Het reparatieplan is zodanig opgezet dat alleen nieuwe regels voor de gronden met de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1' worden gegeven en opnieuw als nieuw artikel 8 in het moederplan gelezen moet worden. Alleen voor die gronden is het vaststellingsbesluit vernietigd. Voor de rest van het dorp is het bestemmingsplan Goingarijp 2016 onherroepelijk van kracht. Het is wenselijk dat de regels van het bestemmingsplan Goingarijp 2016 van overeenkomstige toepassing blijven ook op de gronden die nu deel uitmaken van dit reparatieplan, met uitzondering van de in het reparatieplan aangegeven regels. Daarvoor is een toepassingsbepaling opgenomen. Daarmee is voorkomen dat een geheel nieuw bestemmingsplan is gemaakt. Het reparatieplan voegt in principe een bestemming toe aan het moederplan om zo weer tot een geheel van nieuwe bestemmingen voor Goingarijp te komen. Dat betekent dat het plan alleen de regels bevat die voor de reparatie van belang zijn. Alle overige algemene regels, zoals begrippen en wijze van meten, staan in het moederplan en zijn, voor zover niet aangepast in de regels van het reparatieplan, ongewijzigd van kracht op dit reparatieplan.
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan doorloopt de in de Wro vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken.
Omdat dit reparatieplan ziet op een aanpassing voortvloeiend uit een beroepszaak en de aanpassingen in overleg met appellant zijn doorgevoerd, is de gemeenteraad meteen verzocht om het plan vast te stellen. De gemeenteraad heeft dit op 7 oktober 2020 gedaan. De raadsstukken zijn in bijlage 1 opgenomen. Tegen het vastgestelde reparatieplan kan vervolgens beroep worden aangetekend.
3.2 Economische Uitvoerbaarheid
Indien het bestemmingsplan voorziet in de uitvoering van werken door de gemeente moet de financieel-economische uitvoerbaarheid hiervan worden aangetoond. Van een dergelijk handelen is met het leggen van de bestemming in dit reparatieplan geen sprake, zodat de economische uitvoerbaarheid in deze niet hoeft te worden aangetoond.
3.3 Grondexploitatie
De onderhavige reparatie heeft een conserverend karakter, waarbij de bestaande situatie als uitgangspunt geldt en met inachtneming van de actuele bouw- en gebruiksregels wordt vastgelegd. In het plangebied worden slechts beperkte bouwmogelijkheden geboden, welke kunnen worden aangemerkt als aangewezen bouwplan zoals bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Het betreft particuliere initiatieven, waaraan in de meeste gevallen geen kosten voor de gemeente zijn verbonden, afgezien van kosten van het ambtelijk apparaat voor de begeleiding en toetsing van aanvragen. Deze kosten worden in voorkomend geval door middel van leges gedekt.