In deze regels wordt verstaan onder:

het bestemmingsplan Sint Nicolaasga - Eysinga State partiële herziening met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPSNC22PHEYSINGAST-VA01 van de gemeente De Fryske Marren.

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage.

Deze herziening ziet op hetgeen opgenomen is in de bestemmingsregels wat betreft de overige inleidende regels en de overige algemene regels is het bestemmingsplan 'Sint Nicolaasga - Recreatieterreinen Eysinga State' met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPSNC15REPAEYSINGA-VA01, vastgesteld op 15 december 2015, van overeenkomstige toepassing.

De regels van de bestemming Groen (Artikel 5) zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Sint Nicolaasga - Recreatieterreinen Eysinga State' met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPSNC15REPAEYSINGA-VA01, vastgesteld op 15 december 2015, zijn ongewijzigd van overeenkomstige toepassing.

Onderstaande wijziging van de regels is voor de 'Groen (Artikel 5)' bestemde percelen van toepassing in het bestemmingsplan 'Sint Nicolaasga - Recreatieterreinen Eysinga State' , vastgesteld op 15 december 2015.

De bijlage van sublid f. wordt vervangen door een nieuwe bijlage:

f. landschappelijke inpassing, zoals weergegeven in het Landschappelijk inpassingsplan (Bijlage 1);

De bijlage van sublid 2. wordt vervangen door een nieuwe bijlage:

2. overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan in Bijlage 1.

De regels van de bestemming Recreatie - Recreatiewoningen 4 (Artikel 11) zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Sint Nicolaasga - Recreatieterreinen Eysinga State' met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPSNC15REPAEYSINGA-VA01, vastgesteld op 15 december 2015, zijn van overeenkomstige toepassing.

Onderstaande wijziging van de regels is voor de 'Recreatie - Recreatiewoningen 4 (Artikel11)' bestemde percelen van toepassing in het bestemmingsplan 'Sint Nicolaasga - Recreatieterreinen Eysinga State' , vastgesteld op 15 december 2015.

De tekst van sublid c. wordt vervangen door de volgende tekst:

c. het gebruik van de gronden voor meer dan 30 recreatie-eenheden;

De bijlage van sublid d. onder 2. wordt vervangen door een nieuwe bijlage:

d.2. overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan in Bijlage 1;

De regels van de bestemming Verkeer - Ontsluiting (Artikel 13) zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Sint Nicolaasga - Recreatieterreinen Eysinga State' met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPSNC15REPAEYSINGA-VA01, vastgesteld op 15 december 2015, zijn ongewijzigd van overeenkomstige toepassing.

De regels van de bestemming Water (Artikel 14) zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Sint Nicolaasga - Recreatieterreinen Eysinga State' met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPSNC15REPAEYSINGA-VA01, vastgesteld op 15 december 2015, zijn ongewijzigd van overeenkomstige toepassing.

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
   1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
   2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
3. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4. d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:

Regels van hetbestemmingsplan Sint Nicolaasga - Eysinga State partiële herziening van de gemeente De Fryske Marren.

Inleiding

Op 15 december 2015 heeft de raad van de gemeente De Fryske Marren het bestemmingsplan 'Sint Nicolaasga - Recreatieterreinen Eysinga State' met identificatienummer NL.IMRO.1940.BPSNC15REPAEYSINGA-VA01 vastgesteld. De publicatie van het bestemmingsplan in de Staatscourant heeft op 20 januari 2016 plaatsgevonden. Er is geen beroep ingediend tegen het vastgestelde plan, zodat het plan onherroepelijk is geworden.

Dit bestemmingsplan vormt het juridisch-planologisch kader voor de ontwikkelingen op het recreatieterrein 'Eysinga State'. Deze partiële herziening heeft betrekking op een deel van dit plan en heeft tot doel om enkele geconstateerde afwijkingen hierin vast te leggen. De partiële herziening omvat het volgende plangebied (zie figuur 1.1).

Figuur 1.1: Ligging van het plangebied (zalmkleurige deel)

Recreatieterrein Eysinga State

Het recreatieterrein Eysinga State vormt een onderdeel van Landgoed Eysinga State en is sinds de jaren '60 ontwikkeld. Het bestemmingsplan maakt een verbreding van de verblijfsrecreatie rondom het landgoed in combinatie met een kwaliteitsimpuls mogelijk. Een deel van de recreatievoorzieningen voldeed niet meer aan de wensen en eisen van die tijd. Er zijn daarom plannen gemaakt om het bestaande aanbod uit te breiden met luxe recreatiewoningen en om een deel van het bestaande park om te zetten in luxere chalets of recreatiewoningen. De uitbreiding van het recreatieterrein aan de noordzijde is tevens de afronding van de recreatieve ontwikkeling in dit gebied.

'Meer van Eysinga'

Een van de mogelijkheden die in het geldende bestemmingsplan is geregeld, betreft het ontwikkelen van een nieuw terrein voor luxe recreatiewoningen aan de noordzijde van het landgoed. Dit is in het bestemmingsplan geregeld met een recreatieve bestemming (Recreatie - Recreatiewoningen 4) met een bouwvlak waarin de recreatiewoningen en de daar bijbehorende ontsluitingswegen primair gerealiseerd en gebouwd moeten worden. De beoogde groenvoorzieningen en waterpartijen zijn geregeld in dienovereenkomstige bestemmingen 'Groen' en 'Water'.

Op basis van de bouwregels mogen er binnen de bouwvlakken ten hoogste 50 recreatiewoningen gebouwd worden. De oppervlakte van een recreatiewoning is maximaal 100 m². Aan de hand van een afwijkingsmogelijkheid kunnen de recreatiewoningen geheel of gedeeltelijk buiten de bouwvlakken worden gebouwd, mits is aangetoond dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de landschappelijke inpassing, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

In de specifieke gebruiksregels van de bestemming 'Recreatie - Recreatiewoningen 4' is onder andere geregeld dat de recreatiewoningen alleen gebruikt mogen worden als de landschappelijke inpassing zoals die is opgenomen in bijlage 1 bij de regels van het bestemmingsplan 'Sint Nicolaasga - Recreatieterreinen Eysinga State' is gerealiseerd. Eenzelfde regeling die verwijst naar bijlage 1 is ook van toepassing op andere bestemmingen in het plangebied, waaronder de bestemming ‘Groen’. In figuur 1.2 is het vigerende bestemmingsplan met het plangebied van de partiële herziening (rood omlijnd vlak) weergegeven.

Figuur 1.2: Vigerend bestemmingsplan met plangebied partiële herziening (bron www.ruimtelijkeplannen.nl)

Ontwikkeling 'Meer van Eysinga'

Na vaststelling van het bestemmingsplan heeft de ontwikkelaar aangegeven de gekozen planopzet aan te passen en het aantal recreatiewoningen te verlagen. De ontwikkelaar wilde nog meer (ruimtelijke) kwaliteit in het plan. Door het vergroten van de kavels zijn er 30 recreatiewoningen ontwikkeld in plaats van 50. Op basis van de gewijzigde planopzet is ook de inrichting van het terrein aangepast. Voor de inrichting van het terrein is zoveel mogelijk vastgehouden aan de uitgangspunten uit het landschappelijke inpassingsplan.

Op basis van het geldende bestemmingsplan zijn door de gemeente De Fryske Marren omgevingsvergunningen verleend, waarna de recreatiewoningen gerealiseerd zijn. Bij de uiteindelijke uitvoering van de ontwikkeling is de opzet van het bestemmingsplan gedeeltelijk losgelaten. Het vastgestelde bestemmingsplan uit 2015 is juridisch niet aangepast aan de gewijzigde planopzet. Alhoewel de aanpassing toen niet juridisch is vastgesteld, is de gewijzigde planopzet stedenbouwkundig bezien wel akkoord bevonden.

In figuur 1.3 is de inrichting van de oorspronkelijke uitbreiding 'Meer van Eysinga' weergegeven, zoals deze is opgenomen in het geldende bestemmingsplan. Daaronder is in figuur 1.4 de gewijzigde situatie weergegeven zoals deze is uitgevoerd.

Figuur 1.3: Inrichting van het terrein zoals deze oorspronkelijk is vastgesteld in het bestemmingsplan 'Sint Nicolaasga - Recreatieterreinen Eysinga State' van 2015.

Figuur 1.4: Gewijzigde opzet inrichting recreatieterrein 'Meer van Eysinga' (Bron: Interra Joure)

Handhavingsverzoek

Bij de gemeente De Fryske Marren is een handhavingsverzoek ingediend, om te handhaven op de aanleg en het gebruik dat in strijd is met het vastgestelde bestemmingsplan 'Sint Nicolaasga - Recreatieterreinen Eysinga State'. Het verzoek richt zich tegen de ontwikkeling van het gebied 'Meer van Eysinga'. Er is geconstateerd dat de ontwikkeling van dit gebied niet volgens het bestemmingsplan is uitgevoerd. De afwijkingen met het bestemmingsplan zijn:

• enkele recreatiewoningen zijn deels buiten de bouwvlakken vergund. Eén recreatiewoning is hierbij ook deels binnen de bestemming 'Water' vergund;
• enkele recreatiewoningen zijn deels gebouwd in het gebied waarvoor een aanduiding van toepassing is die regelt dat bijgebouwen zijn uitgesloten;
• de centrale watergang is groter geworden;
• de ontsluitingsweg aan de westzijde van de recreatiewoningen is grotendeels in de bestemming 'Water' en voor een klein deel in de bestemming 'Groen' gerealiseerd waarbij het water ten westen hiervan grotendeels in de bestemming 'Groen' is gelegen;
• parkeerplaatsen bij de recreatiewoningen 1 tot en met 13 zijn aangelegd op gronden die zijn voorzien van de bestemming 'Water';

Ook is geconstateerd dat in het bestemmingsplan niet de recentste versie van het landschappelijk inpassingsplan is opgenomen.

Met deze partiële herziening worden de geconstateerde afwijkingen juridisch-planologisch hersteld en op een juiste manier geregeld.

In het plangebied is tevens het 'Paraplubestemmingsplan parkeernormen' van toepassing, dat op 27 juni 2018 is vastgesteld. De partiële herziening brengt hierin geen wijzigen te weeg, de regeling van het paraplubestemmingsplan blijft onverkort van kracht na vaststelling van deze partiële herziening.

Na deze aanleiding gaat de toelichting kort in op het beleid en de milieu- en omgevingsaspecten (voor zover nog niet beschreven in het vigerende bestemmingsplan) en de nieuwe juridische regeling van de partiële herziening.

Het vigerende bestemmingsplan is getoetst aan het destijds geldende beleid. Sinds de inwerkingtreding van het bestemmingsplan is op verschillende niveaus nieuw beleid in werking getreden.

Op provinciaal niveau is de 'Verordening Romte Fryslân 2014' van toepassing. De verordening is in 2018 en 2021 aangepast. Inmiddels heeft de provincie de 'Omgevingsverordening Fryslân 2021' in voorbereiding. Wat betreft het thema 'recreatie en toerisme' geeft de verordening voor het onderwerp 'recreatiewoningen' aan dat een ruimtelijk plan mogelijkheden voor uitbreiding van een bestaand complex van recreatiewoningen kan bevatten indien het aantal recreatiewoningen met niet meer dan 50 stuks toeneemt, dan wel met 50% van het bestaande aantal recreatiewoningen, tot een maximum van 75.

In deze partiële herziening is een recreatieterrein met recreatiewoningen mogelijk gemaakt en is de bestemming voor de ontsluitingsweg verbeterd. In totaal worden 30 recreatiewoningen toegestaan. Ten opzichte van geldende bestemmingsplan 'Sint Nicolaasga - Recreatieterreinen Eysinga State' wordt het aantal toegestane recreatiewoningen van 50 teruggebracht naar 30 woningen. Het aantal van 30 recreatiewoningen wordt in de juridische regeling van deze partiële herziening vastgelegd. De ontwikkeling van het recreatieterrein past binnen de regels van de 'Verordening Romte Fryslân 2014'.

Ook bevat de 'Verordening Romte' 'Bijzondere bepalingen recreatieve voorzieningen' voor de inpassing van een recreatieterrein. Voor de landschappelijke inpassing van een recreatieve voorziening moet een ruimtelijk inrichtingsplan worden opgesteld, waarvan de uitvoering als voorwaardelijke bepaling in het ruimtelijk plan is opgenomen.

Voor het plangebied is in 2015, gelijktijdig met het opstellen van het bestemmingsplan, een landschappelijke inpassingsplan opgesteld. Deze inpassing is tot stand gekomen in overleg met de gemeente en de provincie. In de planregels is een voorwaardelijke bepaling opgenomen, die het gebruik van de nieuwe recreatiewoningen afhankelijk stelt van de realisatie van de landschappelijke inpassing. Het gebruik van de recreatiewoningen is niet toegestaan indien de aanleg overeenkomstig het Landschappelijk Inpassingsplan niet binnen twee jaar is gerealiseerd.

Door nog meer (ruimtelijke) kwaliteit aan het plan toe te voegen is de planopzet van de ontwikkeling aangepast. In de gewijzigde planopzet zijn 30 recreatiewoningen op grotere kavels voorzien. De gewijzigde planopzet heeft ook geleid tot het aanpassen van de inrichting van het terrein. Voor de inrichting van het terrein is zoveel mogelijk vastgehouden aan de uitgangspunten uit het landschappelijke inpassingsplan. Het inpassingsplan ziet toe op de expressie van de woningen de aard en mate van afschermende middelen.

In de gewijzigde planopzet zijn de uitgangspunten van het landschappelijke inpassingsplan vertaald in de uiteindelijke uitwerking van het terrein. Hierbij is de expressie van de woningen overeenkomstig het oorspronkelijke inpassingsplan. Dit geldt ook voor de aard en mate van de toegepaste afschermende middelen. Het plan is in de nieuwe opzet alleszins ruimtelijk en landschappelijk aanvaardbaar.

Omdat de aanleg van de uitbreiding van het recreatieterrein niet conform het bestemmingsplan is uitgevoerd, dient ook de opgenomen landschappelijke inpassing aangepast te worden. Het landschappelijk inpassingsplan is op hoofdlijnen onveranderd maar wel toegesneden op het uitgevoerde plan.

De aangepaste landschappelijke inpassing is opgenomen als bijlage bij de regels van deze partiële herziening (zie hiervoor bijlage 1).

De partiële herziening is in overeenstemming met de regels van de 'Verordening Romte Fryslân 2014'.

Op gemeentelijk niveau is het beleid ten aanzien van de recreatie en het toerisme vastgelegd in de Toeristisch-recreatieve visie uit 2008 van de voormalige gemeente Skarsterlân. In deze visie wordt benadrukt dat toerisme en recreatie een van de belangrijke economische pijlers van de gemeente is. Een van de uitgangspunten in de visie is dan ook het versterken van onder andere het aanbod aan recreatievoorzieningen.

Naar aanleiding van de beleidsstukken, trends en hoe recreatie en toerisme beoordeeld worden binnen de gemeente De Fryske Marren, is een aantal ambities opgesteld. Deze paragraaf beperkt zich tot de ruimtelijke ambities. In de Omgevingsvisie, waar de gemeente momenteel aan werkt, zullen kaders opgesteld worden waarmee toeristische en recreatieve activiteiten ondersteund worden en de identiteit van het gebied wordt versterkt. Hierin worden initiatieven benaderd van uit een 'ja, mits' houding. Via uitnodigingsplanologie worden vakantieparken ontwikkeld die aansluiten bij de markt en schaal van het gebied. Onder uitnodigingsplanologie wordt verstaan dat vooral kansen die zich voordoen worden benut in plaats van het opleggen van beperkingen. Er wordt gekeken naar de toegevoegde waarde die een kans biedt ten aanzien van duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit, sociale en economische versterking.

Geconcludeerd wordt dat de recreatieve ontwikkeling die deze partiële herziening mogelijk maakt goed aansluit bij de ambities zoals verwoord in de recreatievisie. Er wordt een onderscheidend aanbod gecreëerd met de nadruk op luxe woningen.

Samengevat is de partiële herziening in overeenstemming met het beleid op verschillen bestuurslagen.

Het vigerende bestemmingsplan biedt een toetsing aan de milieu- en omgevingsaspecten, bedrijven en milieuzonering, wegverkeerslawaai, bodem, water, ecologie, cultuurhistorie, luchtkwaliteit en externe veiligheid en tevens is hier een vormvrije m.e.r.-beoordeling in opgenomen.

De uitgevoerde ontwikkeling en vergunde recreatiewoningen worden met deze partiële herziening met elkaar in overeenstemming gebracht. Het aantal recreatiewoningen wordt van 50 teruggebracht naar 30. De bouwvlakken worden conform de vergunde situatie op de juiste locatie neergelegd. De openbare ruimte, wegen, groenvoorzieningen en waterpartijen worden conform de uitgevoerde ontwikkeling in bestemd.

In het vigerende bestemmingsplan is aangetoond dat de recreatiefunctie uitvoerbaar is. De partiële herziening valt binnen de eerder beoordeelde kaders van het vigerende bestemmingsplan.

Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening gehouden worden met de natuurwaarden van de omgevingen met beschermde plant- en diersoorten. Bij de gebiedsbescherming gaat het om op Europees niveau aangewezen Natura 2000-gebieden. In de provinciale verordening worden gebieden die van belang zijn voor het Natuurnetwerk Nederland (NNN) beschermd. De bescherming van de natuurgebieden en ook de bescherming van soorten en hun verblijfplaatsen is geregeld in de Wet natuurbescherming.

Gebiedsbescherming

Stikstofdepositie

In Nederland staan veel Natura 2000-gebieden onder druk door een overbelasting van stikstofdepositie. Conform de wetswijziging van juli 2021, is het voor ruimtelijk plannen uitsluitend nog noodzakelijk om de gebruiksfase te berekenen. De dichtstbijzijnde stikstofgevoelige gebieden liggen op meer dan 10 kilometer afstand. Dit betreffen de gebieden Rottige Meenthe & Brandemeer, Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving en Van Oordt's Mersken.

De vervallen Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn)

Op 2 november 2022 heeft de Raad van State uitspraak gedaan over de bouwvrijstalling (Wetswijziging van juli 2021) in relatie tot stikstofdepositie. De Wsn en het Besluit stikstofreductie en natuurverbetering (Bsn) regelden een vrijstelling voor de vergunningsplicht van artikel 2.7 lid 2 Wet natuurbescherming (Wnb) voor de aanlegfase van bouwwerkzaamheden. Met de uitspraak van 2 november 2022 komt deze bouwvrijstelling (zgn. aanlegfase) te vervallen. Voor ruimtelijke plannen en projecten dient daarom de aanleg- en exploitatiefase meegenomen te worden om te bepalen of er een stikstofdepositie is.

Om de effecten van het plangebied op de stikstofgevoelige gebieden inzichtelijk te maken, is voor de ontwikkeling een stikstofonderzoek uitgevoerd dat is opgenomen in bijlage 1. Deze berekening is zowel uitgevoerd voor de exploitatiefase als voor de aanlegfase. Uit de berekeningen blijkt dat de stikstofdepositie nergens hoger is dan afgerond 0,00 mol/ha/jaar en er derhalve geen relevant effect is. Negatieve effecten in de vorm van vermesting en verzuring zijn derhalve niet aan de orde.

Samengevat gelden er voor de milieu- en omgevingsaspecten geen belemmeringen.

Deze partiële herziening bevat een verbeelding waarmee de bestemmingen conform de uitgevoerde ontwikkeling in overeenstemming worden gebracht. Het noordelijke deel (Meer van Eysinga) van het oorspronkelijke plangebied wordt opnieuw ingetekend. De bestemmingen 'Groen', 'Water', 'Verkeer - Ontsluiting' en Recreatie - Recreatiewoningen 4' en de daarin opgenomen bouwvlakken zijn ingetekend op basis van de in hoofdstuk 1 genoemde afwijkingen. In de juridische regeling van de bestemming 'Recreatie - Recreatiewoningen 4' wordt tevens het aantal toegestane recreatiewoningen teruggebracht naar 30 stuks. In het vigerende bestemmingsplan is een uitleg opgenomen van deze bestemmingen.

De andere artikelen in deze partiële herziening zijn opgenomen omdat dat op basis van het Besluit ruimtelijke ordening verplicht is. Het betreft de volgende artikelen. In artikel 1 (begrippen) is aangegeven wat het identificatienummer van het plan is en welke onderdelen het juridische deel van het plan omvat. Voor het overige zijn de begrippen uit het vigerende bestemmingsplan van toepassing. Ook wat betreft de wijze van meten zijn de bepalingen uit de vigerende bestemmingsplannen van toepassing. In artikel 7 is de anti-dubbeltelregeling opgenomen. Deze standaardbepaling is bedoeld om te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie mogelijk is gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw ten tweede male zou kunnen worden gebruik gemaakt. Tenslotte is er nog een standaardbepaling voor het overgangsrecht opgenomen (artikel 8) en een slotregel (artikel 9).

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid en grondexploitatie.

Zienswijzen

De ontwerpversie van deze partiële herziening wordt zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode wordt een ieder in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze in te dienen (artikel 3.8 Wro). Eventuele zienswijzen worden door de gemeente beantwoord en al dan niet gegrond verklaard. De indieners van de zienswijzen worden hiervan op de hoogte gesteld. Zienswijzen kunnen leiden tot wijziging van het vast te stellen bestemmingsplan.

Het ontwerpbestemmingsplan 'Sint Nicolaasga – Eysinga State partiële herziening' heeft met ingang van 22 augustus 2022 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Op het ontwerp is één zienswijze ontvangen die door de gemeente is beantwoord. De zienswijze heeft niet geleid tot een wijziging in het plan. Daarnaast is wel een ambtshalve wijziging doorgevoerd. De beantwoording van de zienswijze en de voorgestelde ambtshalve wijziging is opgenomen in de 'Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen'. De nota is opgenomen in bijlage 2.

Vaststelling

De partiële herziening is vervolgens vastgesteld op 22 februari 2023. Het besluit tot vaststelling wordt gepubliceerd en de partiële herziening wordt vervolgens nog een keer voor zes weken ter inzage gelegd. Tijdens die periode bestaat de mogelijkheid beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te stellen tegen het besluit en het plan.

Ten behoeve van de uitvoerbaarheid van het van belang te weten of het economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de manier van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).

Financiële haalbaarheid

Dit plan heeft betrekking op een particulier initiatief waarmee de gemeente geen directe financiële bemoeienis heeft. De kosten voor het realiseren van de ontwikkeling worden gedragen door de initiatiefnemer. Aangenomen wordt dat deze over voldoende financiële middelen beschikt om de woningen te kunnen realiseren. Het plan wordt hiermee economisch uitvoerbaar geacht.

Grondexploitatie

Deze partiële herziening biedt ten opzichte van het geldende bestemmingsplan geen extra bouwmogelijkheden. Gelet hierop is een exploitatieplan niet nodig.

In dit geval is een anterieure overeenkomst met de initiatiefnemers gesloten om het kostenverhaal te verzekeren. Hierin zijn onder andere de kosten met betrekking tot het begeleiden van de bestemmingsplanprocedure en daaraan verwante kosten opgenomen.