Paraplubestemmingsplan parkeernormen Gooise Meren
Bestemmingsplan - Gemeente Gooise Meren
Vastgesteld op 03-04-2019 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan parkeernormen Gooise Meren met identificatienummer NL.IMRO.1942.BPPGM- va01 van de gemeente Gooise Meren;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;
1.3 plangebied
het gebied waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft;
1.4 verbeelding
de digitale verbeelding;
1.5 ruimtelijke plannen
alle bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, wijzigingsplannen, en daarmee gelijk te stellen plannen en besluiten.
Artikel 2 Toepassingsregels
2.1 Herziene bestemmingsplannen
Met dit bestemmingsplan worden alle ruimtelijke plannen binnen het plangebied herzien.
2.2 Relatie met onderliggende plannen
De in artikel 4 van dit bestemmingsplan opgenomen regels gelden in aanvulling op c.q. in afwijking van de regels van de in lid 2.1 genoemde plannen voor wat betreft het onderwerp 'parkeren’ en 'laden en lossen', en laten de overige regels uit die plannen ongewijzigd.
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 4 Overige Regels
4.1 Voldoende parkeergelegenheid
- a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte parkeergelegenheid wordt verwacht, mag niet worden gebouwd wanneer voor dit bouwwerk op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien.
- b. Bij een omgevingsvergunning wordt beoordeeld of sprake is van voldoende parkeergelegenheid aan de hand van de normen die zijn neergelegd in het parkeerbeleid van de gemeente Gooise Meren, met dien verstande dat indien gedurende de planperiode een nieuwe versie verschijnt of vervangen wordt door een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen beleidsregel, met deze nieuwe versie of beleidsregel rekening wordt gehouden. Hierbij kunnen voorschriften worden opgenomen over het realiseren en in stand houden van parkeergelegenheid op eigen terrein.
- c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, indien de structuur van de omgeving daartoe aanleiding geeft en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid.
4.2 Laden en lossen
- a. Indien het beoogde gebruik van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen uitsluitend verleend indien aan of in dat bouwwerk dan wel op het onbebouwde terrein bij het bouwwerk wordt voorzien in die behoefte en waarbij die laad- en losgelegenheid in stand wordt gehouden. Deze bepaling geldt niet:
- 1. voor bestaand gebruik, waarbij de herbouw van een bouwwerk zonder functiewijziging wordt beschouwd als bestaand gebruik;
- 2. voor zover op andere wijze in de nodige laad- of losruimte wordt voorzien.
- b. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende laad- en losgelegenheid wordt voorzien, indien de structuur van de omgeving daartoe aanleiding geeft en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan parkeernormen Gooise Meren'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Eind 2014 is de Woningwet gewijzigd waarbij is bepaald dat een groot deel van de bouwverordening uiterlijk op 1 juli 2018 van rechtswege is komen te vervallen. Het gaat dan onder andere om de stedenbouwkundige bepalingen waaronder de parkeernormbepaling. Alle bestemmingsplannen moeten op dit onderdeel zijn aangepast. Er kan dan niet meer verwezen worden naar stedenbouwkundige bepalingen.
Het is voor bijna elke ruimtelijke ontwikkeling belangrijk dat er voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd. De gemeente Gooise Meren wil dan ook de mogelijkheid hebben om eisen te stellen aan het realiseren van voldoende parkeerplaatsen. In de bestemmingsplannen die na 29 november 2014 zijn vastgesteld, zijn regels ten aanzien van het aspect 'parkeren' opgenomen. Er is echter geen eenduidige regeling in deze plannen opgenomen. Bij bestemmingsplannen die voor deze datum zijn vastgesteld is hier nauwelijks sprake van omdat die noodzaak er niet was. Veel van deze bestemmingsplannen worden niet op korte termijn geactualiseerd. Omdat naast de hiervoor genoemde redenen het overgangsrecht ook is verlopen, is gekozen om voor het gehele gemeentelijk grondgebied de parkeernormen met dit paraplubestemmingsplan vast te leggen. Omdat de voorgestelde parkeerregeling overkoepelend geldt voor (vrijwel) alle bestemmingsplannen wordt het een paraplubestemmingsplan genoemd.
1.2 Opzet Van Het Paraplubestemmingsplan
Via het voorliggende paraplubestemmingsplan wordt een nieuw artikel opgenomen waarin het beleid met betrekking tot parkeernormen wordt geregeld. Dit artikel gaat gelden voor de bestemmingsplannen die helemaal nog niet voorzien in een parkeerregeling. De bestemmingsplannen die al parkeernormen bevatten vallen buiten de reikwijdte van dit paraplubestemmingsplan. Dit zijn de bestemmingsplannen 'Bredius' en 'De Krijgsman'. Het paraplubestemmingsplan heeft dus alleen betrekking op het laten doorwerken van de gemeentelijke parkeernormen voor zover deze nog niet zijn opgenomen in vigerende bestemmingsplannen.
Gooise Meren heeft nog geen parkeerbeleid en parkeernormen die voor de gehele gemeente gelden. Dat komt mede doordat de gemeente Gooise Meren een samengestelde gemeente is. Gooise Meren heeft nieuw parkeerbeleid in voorbereiding, waarin wordt aangehaakt bij de parkeernormen uit de landelijke publicatie 317 van CROW. In dit paraplubestemmingsplan wordt daarom aangehaakt bij dit parkeerbeleid. Ook moet het mogelijk zijn dat altijd getoetst wordt aan het op dat moment geldende beleid.
Indien nieuw gemeentelijk parkeerbeleid wordt vastgesteld of een nieuwe CROW publicatie ten aanzien van parkeren wordt uitgegeven, wordt hieraan getoetst. Door deze dynamische regeling hoeft niet telkens een nieuw paraplubestemmingsplan te worden vastgesteld indien parkeernormen wijzigen.
1.3 Ligging Plangebied
Het plangebied van dit paraplubestemmingsplan wordt gevormd door het gemeentelijk grondgebied (zie figuur 1.1). Het geldende juridisch-planologisch kader wordt gevormd door bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen. Dit paraplubestemmingsplan is een bestemmingsplan dat als een paraplu over andere, al bestaande bestemmingsplannen (en wijzigings- en uitwerkingsplannen) van de gemeente Gooise Meren heen hangt, met uitzondering van de bestemmingsplannen 'Bredius' en 'De Krijgsman'.
Figuur 1.1 Ligging plangebied
1.4 Leeswijzer
Deze toelichting is als volgt opgebouwd. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2 met een beschrijving van de parkeernormen. Tevens worden in dit hoofdstuk de juridische aspecten van deze parapluherziening beschreven. In hoofdstuk 3 wordt tenslotte ingegaan op de beschrijving van de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Hoofdstuk 2 Juridische Regeling
2.1 Algemeen
Dit bestemmingsplan bevat een aantal artikelen waarin de nieuwe parkeernormen als het ware worden ingepast in de geldende regelingen. In de regels van dit paraplubestemmingsplan is een bepaling opgenomen op welke wijze de regeling in het betreffende bestemmingsplan is verwerkt en welke bestemmingsplannen en artikelen c.q. leden en/of subleden zijn aangepast, toegevoegd of geschrapt.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gooise Meren zal de beleidsregel "Richtlijnen voor parkeernormen" (zie bijlage 1) vaststellen. In dezelfde vergadering, wordt het voorliggende paraplubestemmingsplan, door de raad vastgesteld. In deze beleidsregel zijn parkeernormen opgenomen die van toepassing zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen. De gemeente Gooise Meren wil de vraag naar parkeergelegenheid op zodanige wijze faciliteren dat de kwaliteit van de openbare gebied behouden blijft. Als aan een ruimtelijke ontwikkeling geen voorwaarden kunnen worden gesteld, dan wordt de parkeerbehoefte afgewenteld op het openbaar gebied. Omdat dit gebied hier vaak niet in kan voorzien, kan dit leiden tot overlast bij de bestaande gebruikers van de openbare ruimte. Door het stellen van parkeernormen wordt enerzijds voorkomen dat door nieuwe ontwikkelingen parkeeroverlast ontstaat (omdat wordt geregeld dat ontwikkelingen moeten voorzien in voldoende parkeergelegenheid) en anderzijds wordt de bereikbaarheid van de nieuwe functies gewaarborgd.
Het doel van deze nota is dan ook om er voor te zorgen dat er voldoende parkeerplaatsen bij nieuwbouw of verbouw (gebruik) worden gerealiseerd. Centraal staat dat de veroorzaker van de parkeervraag verantwoordelijk is voor het realiseren van de hoeveelheid benodigde parkeerplaatsen bij een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Bij het bepalen van de hoeveelheid benodigde parkeerplaatsen voor het parkeren of stallen van auto's, dient met de in deze beleidsregel opgenomen normen rekening te worden gehouden. Daarnaast zijn in dit document regels opgenomen onder welke voorwaarden van de parkeernormen afgeweken mag worden. Met deze beleidsregels wordt duidelijkheid en rechtszekerheid geboden aan (bouw)aanvragers en belanghebbenden.
Het is mogelijk dat binnen de looptijd van dit paraplubestemmingsplan de beleidsregel "Richtlijnen voor Parkeernormen" wordt geactualiseerd. In dat geval geldt de nieuwe beleidsregel en dient getoetst te worden aan de inhoud van de dan geldende parkeernormen. Hiervoor is in de regels van dit paraplubestemmingsplan een zogeheten 'dynamische verwijzing' opgenomen.
Het Paraplubestemmingsplan parkeernormen Gooise Meren is vervat in de planregels, een verbeelding en een toelichting. De verbeelding bestaat uitsluitend uit een plancontour waarvoor het paraplubestemmingsplan van toepassing is. Deze contour komt overeen met de gemeentegrens. De twee bestemmingsplannen die al parkeernormen bevatten zijn uit deze contour gelaten. In de regels wordt aangegeven in welke bestemmingsplannen en op welke wijze de nieuwe uniforme parkeerregeling wordt toegevoegd. De bindende planstukken (regels en verbeelding) worden nader onderbouwd met deze toelichting.
2.2 Uitleg Regels
De regels zijn onderverdeeld in drie hoofdstukken:
- Inleidende regels;
- Algemene regels;
- Overgangs- en slotregels.
2.2.1 Inleidende regels
In artikel 1 van dit hoofdstuk zijn enkele begrippen opgenomen. De begrippen 'plan' en 'bestemmingsplan' zijn begrippen die verplicht moeten worden verklaard en geven de naamgeving van het bestemmingsplan aan. Daarnaast wordt aangegeven wat met het begrip 'ruimtelijke plannen' wordt bedoeld. In artikel 2 opgenomen op welke bestemmingsplannen dit paraplubestemmingsplan van toepassing is en wat de relatie met deze plannen is.
2.2.2 Algemene regels
Dit hoofdstuk bevat de feitelijke inhoud van het bestemmingsplan. In artikel 3 is de antidubbeltelregel opgenomen. In het eerste lid van artikel 4 zijn de regels opgenomen voor het aspect 'parkeren' overeenkomstig de beleidsregel "Richtlijnen voor parkeernormen" (zie bijlage 1). De regeling is zo vormgegeven dat bij (bouw)activiteiten wordt getoetst of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid aan de hand van deze beleidsregels. Deze toetsing vindt plaats bij de omgevingsvergunning. Omdat een omgevingsvergunning ook betrekking kan hebben op het afwijken van het bestemmingsplan, vindt deze toetsing daar ook plaats. In dat geval wordt ook het gebruik getoetst, niet alleen het bouwen. Echter gebruiksveranderingen die bij recht zijn toegestaan volgens het bestemmingsplan vallen hier niet onder (zie uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zaaknr. 201800074/1/R6).
In deze nota is geen beleid opgenomen ten aanzien van het laden en/of lossen van goederen. Er bestaat echter wel behoefte aan een regeling voor laden en lossen, omdat ook deze bepaling uit de bouwerordening vervalt. Daarom is in het tweede lid van artikel 4 een bepaling opgenomen dat voor een bouwwerk, waarbij de verwachting bestaat dat er behoefte zal zijn aan ruimte voor laden en/of lossen van goederen, de omgevingsvergunning slechts zal worden verleend wanneer wordt voorzien in die behoefte. In het artikel is voor zowel parkeren als voor laden en lossen een afwijkingsbevoegdheid opgenomen.
2.2.3 Overgangs- en slotregels
In het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en.of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd. In de slotregel is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan deze parapluherziening worden aangehaald.
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Economische Uitvoerbaarheid
Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6, eerste lid, sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het plan.
Dit paraplubestemmingsplan voorziet in het planologisch-juridisch borgen van het parkeerbeleid binnen diverse bestemmingsplannen. Aan deze herziening zijn, behoudens de (ambtelijke) kosten van het opstellen van het plan, geen kosten verbonden. De wijzigingen in de planregels die met deze herziening worden doorgevoerd, leiden niet tot een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is daarom niet nodig om een exploitatieplan conform artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening op te stellen. Dit paraplubestemmingsplan is economisch uitvoerbaar.
3.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Dit bestemmingsplan doorloopt de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en andere belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken.
Omdat geen sprake is van een nieuw beleidsvoornemen, is dit paraplubestemmingsplan direct als ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegd. Deze periode liep van 25 oktober tot en met 5 december 2018. In deze periode kon eenieder zijn zienswijze kenbaar maken. Op het ontwerpbestemmingsplan zijn twee zienswijzen ingediend. Deze zijn samengevat en van een beantwoording voorzien in de Nota zienswijzen, zoals opgenomen in bijlage 1 bij de toelicting. De zienswijzen hebben niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.
Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State.