KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschap 2
Artikel 4 Natuur
Artikel 5 Verkeer
Artikel 6 Water
Artikel 7 Leiding - Gas
Artikel 8 Waarde - Archeologie 1
Artikel 9 Waarde - Archeologie 3
Artikel 10 Waarde - Archeologie 4
Artikel 11 Waterstaat - Stroomvoerend Rivierbed
Artikel 12 Waterstaat - Waterkering
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 13 Anti-dubbeltelregel
Artikel 14 Algemene Bouwregels
Artikel 15 Algemene Gebruiksregels
Artikel 16 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 17 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 18 Algemene Wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 19 Overgangsrecht
Artikel 20 Slotregel
Bijlage 1 De Inrichting Van De Ooijse Graaf
Bijlage 2 Toegestane Overige Bouwwerken Binnen De Inrichting Ooijse Graaf
Bijlage 3 Beheerplan Herinrichting Ooijse Graaf
Bijlage 1 Boekje Inrichtingselementen Herinrichting Ooijse Graaf
Bijlage 2 Mer Herinrichtingsplan Ooijse Graaf
Bijlage 3 Aanvulling Mer
Bijlage 4 Bodemonderzoek
Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 6 Fijnstofonderzoek
Bijlage 7 Onderzoek Externe Veiligheid
Bijlage 8 Onderzoek Niet Gesprongen Explosieven
Bijlage 9 Addendum Van Onderzoek Niet Gesprongen Explosieven
Bijlage 10 Geohydrologische Modelstudie Herinrichting Ooijse Graaf
Bijlage 11 Natuurtoets
Bijlage 12 Stikstofonderzoek
Bijlage 13 Inrichtingsnotitie Optimalisatie Ontwerp En Inrichtingsadviezen
Bijlage 14 Rekenmethodiek Groene Ontwikkelingszone
Bijlage 15 Archeologie
Bijlage 16 Selectiebesluit Archeologie
Bijlage 17 Verkeersonderzoek
Bijlage 18 Communicatie- En Participatieplan
Bijlage 19 Nota Van Zienswijzen

Herinrichting Ooijse Graaf

Bestemmingsplan - Gemeente Berg en Dal

Vastgesteld op 14-12-2023 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Herinrichting Ooijse Graaf met identificatienummer NL.IMRO.1945.BPOOIJSEGRAAF-VSG1 van de gemeente Berg en Dal;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 de verbeelding

de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 aardkundige waarde

de aan het gebied toegekende waarde in verband met de gaafheid en zeldzaamheid van de daar voorkomende geomorfologische verschijnselen en samenhangende bodemkundige verschijnselen;

1.7 afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels

een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

1.8 agrarisch bedrijf

een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;

1.9 agrarisch natuurbeheer

agrarisch gebruik van gronden dat tevens is gericht op behoud of verbetering van de kwaliteit van natuur en landschap;

1.10 archeologisch onderzoek

onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling beschikkend over een certificaat conform de Erfgoedwet;

1.11 archeologische verwachting

gronden met verwachtingswaarden, die kunnen bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang kunnen zijn en het cultuurhistorisch erfgoed kunnen vertegenwoordigen;

1.12 archeologische waarden

waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen;

1.13 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.14 bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.15 bedrijfsactiviteiten

handelingen en werkzaamheden die plaatsvinden in het kader van de uitoefening van een bedrijf;

1.16 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.17 beperkt kwetsbaar object

  1. a. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare;
  2. b. dienst- en bedrijfswoningen van derden;
  3. c. kantoorgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder c, vallen;
  4. d. hotels en restaurants, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder c, vallen;
  5. e. winkels, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder c, vallen;
  6. f. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
  7. g. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder d, vallen;
  8. h. bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder c, vallen;
  9. i. objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en
  10. j. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval;

1.18 bestaand

  1. a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  2. b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;

1.19 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.20 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.21 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

1.22 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of bouwwerk geen gebouw zijnde, met een dak;

1.23 bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.24 bos

elk terrein waarop al dan niet bedrijfsmatig activiteiten worden uitgevoerd gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding) en extensieve recreatie;

1.25 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.26 bouwlaag

een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd. Bij de bepaling van het aantal bouwlagen worden de ruimten in de kap (zolder) en de bouwlagen die onder de begane grond zijn gelegen binnen de hoofdbouw (kelder e.d.) niet meegerekend;

1.27 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.28 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.29 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.30 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.31 cultuurhistorische waarden

kenmerkende historische elementen, zoals wielen, kazematten en dergelijke;

1.32 ecologische verbindingszone

zone die dienstdoet als verspreidingsgebied respectievelijk migratieroute voor planten en dieren tussen verschillende natuurgebieden. Aanleg van verbindingszones heeft als doel barrières tussen deze gebieden op te heffen;

1.33 extensief recreatief medegebruik

die vormen van natuurvriendelijke recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving die verder geen op de activiteit gerichte inrichting of organisatie vergen, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, zwemmen, vissen, picknicken, kanoën, survivaltochten en natuurgerichte recreatie zoals vogelobservatie, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte;

1.34 extensieve recreatie

recreatief medegebruik van gronden dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen;

1.35 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.36 gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

1.37 Gelders Natuurnetwerk

een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuur van internationaal, nationaal en provinciaal belang;

1.38 geomorfologisch

de vorm van het landschap, ontstaan door geologische processen en beïnvloed door menselijk handelen;

1.39 grondgebonden agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of hoofdzakelijk afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf;

1.40 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.41 kwetsbaar object

  1. a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen, woonschepen of woonwagens als bedoeld in het begrip beperkt kwetsbaar object, onder 1.17 a;
  2. b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
    1. 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    2. 2. scholen, of
    3. 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
  3. c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
    1. 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object, of
    2. 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en
  4. d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;

1.42 landschappelijke waarden / landschapswaarden

de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht;

1.43 nadere eis

een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;

1.44 natuurwaarden

aan een gebied eigen zijnde ecologische waarden;

1.45 normaal onderhoud, gebruik en beheer

een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;

1.46 omgevingsvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.47 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.48 ondergronds

onder peil;

1.49 ontgronding

alle werkzaamheden die iets aan of in de hoogteligging van een terrein veranderen, of waarbij de bodem van een water wordt verlaagd;

1.50 overig bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;

1.51 peil

    1. 1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg, pad of stoep grenst (dat wil zeggen dat er geen ruimte zit tussen de hoofdtoegang en de weg, het pad of de stoep):
      • de hoogte van die weg, dat pad of die stoep ter plaatse van de hoofdtoegang;
    2. 2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan een weg, pad of stoep grenst:
      • de hoogte van het afgewerkte maaiveld ter hoogte van de hoofdtoegang na voltooiing van de bouw. Bij aan- en uitbouwen geldt de hoofdtoegang van het hoofdgebouw;
    3. 3. voor een bouwwerk waarbij geen sprake is van een toegang:
      • 15 m + NAP;
    4. 4. indien in of op het water wordt gebouwd in het buitendijkse gebied:
      • 15 m + NAP;

1.52 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.53 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.54 uitvoeren

uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;

1.55 vrij groen

alle landschapselementen die na 17 april 2000 op vrijwillige basis zijn aangelegd en die overeenkomstig het Convenant Landschapselementen buitengebied zijn geregistreerd;

1.56 waterhuishoudingsvoorziening

voorziening die nodig is ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit;

1.57 waterhuishoudkundige doeleinden

doeleinden die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang e.d.;

1.58 watergang

een voor de oppervlaktewaterkwantiteit van overwegend belang zijnde watergang;

1.59 wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.60 zandklasseerinstallatie

bouwwerk waarmee het uit de bodem opgezogen zand naar korrelgrootte gescheiden en ontwatert wordt;

1.61 zandwinningsfase

een periode van maximaal 6 aaneengesloten jaren welke van start gaat 6 maanden na het moment van het verkrijgen van een onherroepelijke ontgrondingsvergunning en omgevingsvergunning of zoveel eerder als de daadwerkelijke werkzaamheden in het veld zijn gestart, welke betrekking hebben op activiteiten ten behoeve van zandwinning, zoals het ontgronden met behulp van een zandzuiger, het instaleren, gebruiken en verwijderen van bouwwerken zoals een zandklasseerinstallatie, een zandtransportband en zandtransportleiding.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.2

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, indien de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.

2.3

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch Met Waarden - Landschap 2

3.1 Bestemmingsomschrijving

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 5 Verkeer

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

6.2 Bouwregels

Artikel 7 Leiding - Gas

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstroken.

7.2 Voorrangsbepaling

De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.

7.3 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in artikel 7.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het opslaan van goederen, met uitzondering het opslaan van goederen van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding;
  2. b. het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten.

7.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 8 Waarde - Archeologie 1

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende bekende archeologische waarden.

8.2 Bouwregels

8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

8.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 9 Waarde - Archeologie 3

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende hoge en middelhoge archeologische verwachtingswaarden.

9.2 Bouwregels

9.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

9.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 10 Waarde - Archeologie 4

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de op en/of in deze gronden voorkomende lage archeologische verwachtingswaarden.

10.2 Bouwregels

10.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

10.4 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 11 Waterstaat - Stroomvoerend Rivierbed

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs, voor de waterhuishouding, voor verkeer te water en voor aanleg, onderhoud en verbetering van de hoofdwaterkering, alsmede voor de vergroting van de afvoercapaciteit.

11.2 Bouwregels

Op de in artikel 11.1 bedoelde gronden mag, in afwijking van de regels behorende bij de ter plaatse geldende bestemming, niet worden gebouwd, met uitzondering van:

  1. a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed';
  2. b. de gedeeltelijke of gehele vervangende herbouw/vernieuwing van een bouwwerk, mits de oppervlakte van het bouwwerk niet wordt vergroot ten opzichte van de bestaande oppervlakte;
  3. c. gebouwen en bouwwerken waarvoor op grond van artikel 6.12 lid 2 van het Waterbesluit geen watervergunning is vereist.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), mits de afvoercapaciteit van de rivier in voldoende mate is gewaarborgd. Hieromtrent wordt de beheerder van het oppervlaktewaterlichaam gehoord.

Artikel 12 Waterstaat - Waterkering

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. het treffen van voorzieningen ten behoeve van de waterkering;
  2. b. behoud, bescherming en het vervullen van een waterkerende functie, onder meer door middel van de aanleg en instandhouding van een dijklichaam;
  3. c. instandhouding, dan wel herstel en ontwikkeling van de landschapswaarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan rivierdijken, alsmede werkzaamheden in het kader van de verbetering van de aangrenzende (hoofd)waterkering.

12.2 Bouwregels

Op de gronden als bedoeld in artikel 12.1 zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en andere bouwwerken die ten dienste staan van de bestemming met een bouwhoogte van maximaal 2 m, met dien verstande dat bestaande gebouwen en andere bouwwerken mogen blijven bestaan.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2 voor het oprichten van (nieuwe) bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), alsmede voor hogere bouwwerken dan toegestaan in artikel 12.2 mits het belang van de rivierdijk in voldoende mate is gewaarborgd. Hieromtrent wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 13 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 14 Algemene Bouwregels

14.1 Maatvoering

In die gevallen dat de goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, horizontale dan wel verticale diepte en/of de afstand tot enige aanduiding van bouwwerken, die krachtens het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze planregels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud, horizontale dan wel verticale diepte en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

Artikel 15 Algemene Gebruiksregels

15.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in elk geval verstaan:

  1. a. de voor het perceel geldende regels met betrekking tot de maximale oppervlakte, de maatvoering en de situering van de bebouwing ingevolge het bepaalde in Hoofdstuk 2 blijven van kracht;
  2. b. het (proef)boren naar gas waaronder schaliegas;
  3. c. het gebruik van verlichting ten behoeve van de zandwinning tijdens de zandwinningsfase buiten werktijden van 7:00 tot 19.00 op werkdagen en gericht op de omgeving in plaats van op de werkzaamheden;
  4. d. de afvoer van zand anders dan per schip tijdens de zandwinningsfase, met uitzondering van de toplaag welke lokaal afgevoerd wordt.

Artikel 16 Algemene Aanduidingsregels

16.1 Vrijwaringszone - dijk - 1

16.2 Vrijwaringszone - dijk - 2

16.3 Vrijwaringszone - molenbiotoop

Artikel 17 Algemene Afwijkingsregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van dit plan ten behoeve van:

  1. a. het geheel of gedeeltelijk herbouwen van een gebouw op, dan wel het geheel of gedeeltelijk verplaatsen van een gebouw naar een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming van de voorwaarde, dat de herbouw respectievelijk verplaatsing naar de andere locatie niet leidt tot een verslechtering van:
    1. 1. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
    2. 2. de waterhuishouding;
    3. 3. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
    4. 4. de milieuhygiënische, akoestische en/of verkeerstechnische situatie;
  2. b. het vervangen van meerdere gebouwen door één nieuw gebouw, dan wel door een kleiner aantal gebouwen, met inachtneming van de voorwaarde dat de vervanging niet leidt tot een verslechtering van:
    1. 1. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
    2. 2. de waterhuishouding;
    3. 3. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
    4. 4. de milieuhygiënische, akoestische en/of verkeerstechnische situatie;
  3. c. alvorens te beslissen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17 onder a en b dient advies te worden gevraagd aan de rivierbeheerder.

Artikel 18 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het veranderen van de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap 2', 'Natuur' en 'Water' in de bestemmingen 'Natuur' en 'Water' met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. voor het overige de bepalingen van de desbetreffende bestemming van toepassing zijn.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 19 Overgangsrecht

19.1 Overgangsrecht bouwwerken

19.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 20 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Herinrichting Ooijse Graaf'.

Bijlage 1 De Inrichting Van De Ooijse Graaf

Bijlage 1 De inrichting van de Ooijse Graaf

Bijlage 2 Toegestane Overige Bouwwerken Binnen De Inrichting Ooijse Graaf

Bijlage 2 Toegestane overige bouwwerken binnen de inrichting Ooijse Graaf

Bijlage 3 Beheerplan Herinrichting Ooijse Graaf

Bijlage 3 Beheerplan herinrichting Ooijse Graaf

Bijlage 1 Boekje Inrichtingselementen Herinrichting Ooijse Graaf

Bijlage 1 Boekje inrichtingselementen Herinrichting Ooijse Graaf

Bijlage 2 Mer Herinrichtingsplan Ooijse Graaf

Bijlage 2 MER Herinrichtingsplan Ooijse Graaf

Bijlage 3 Aanvulling Mer

Bijlage 3 Aanvulling MER

Bijlage 4 Bodemonderzoek

Bijlage 4 Bodemonderzoek

Bijlage 5 Akoestisch Onderzoek

Bijlage 5 Akoestisch onderzoek

Bijlage 6 Fijnstofonderzoek

Bijlage 6 Fijnstofonderzoek

Bijlage 7 Onderzoek Externe Veiligheid

Bijlage 7 Onderzoek Externe Veiligheid

Bijlage 8 Onderzoek Niet Gesprongen Explosieven

Bijlage 8 Onderzoek Niet Gesprongen Explosieven

Bijlage 9 Addendum Van Onderzoek Niet Gesprongen Explosieven

Bijlage 9 Addendum van onderzoek Niet Gesprongen Explosieven

Bijlage 10 Geohydrologische Modelstudie Herinrichting Ooijse Graaf

Bijlage 10 Geohydrologische modelstudie Herinrichting Ooijse Graaf

Bijlage 11 Natuurtoets

Bijlage 11 Natuurtoets

Bijlage 12 Stikstofonderzoek

Bijlage 12 Stikstofonderzoek

Bijlage 13 Inrichtingsnotitie Optimalisatie Ontwerp En Inrichtingsadviezen

Bijlage 13 Inrichtingsnotitie optimalisatie ontwerp en inrichtingsadviezen

Bijlage 14 Rekenmethodiek Groene Ontwikkelingszone

Bijlage 14 Rekenmethodiek Groene Ontwikkelingszone

Bijlage 15 Archeologie

Bijlage 15 Archeologie

Bijlage 16 Selectiebesluit Archeologie

Bijlage 16 Selectiebesluit archeologie

Bijlage 17 Verkeersonderzoek

Bijlage 17 Verkeersonderzoek

Bijlage 18 Communicatie- En Participatieplan

Bijlage 18 Communicatie- en participatieplan

Bijlage 19 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 19 Nota van zienswijzen