Herziening aanloopstraten en solitaire winkels ('Laaghangend Fruit')
Bestemmingsplan - Gemeente Meierijstad
Vastgesteld op 24-06-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan 'Herziening aanloopstraten en solitaire winkels ('Laaghangend Fruit')' met identificatienummer NL.IMRO.1948.PAR000BP0022020-VG01 van de gemeente Meierijstad;
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aaneengebouwde woning
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneen gebouwde woningen niet zijnde gestapelde woningen;
1.4 aansluitend terrein
aan een bouwwerk grenzend onbebouwd gedeelte van een perceel of openbaar toegankelijk gebied;
1.5 achtererfgebied
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1m achter de voorgevel en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
1.6 achtergevel
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel;
1.7 afhaalpunt
een locatie waar de consument uitsluitend - voorafgaande aan het bezoek - via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, waar uitsluitend logistiek en opslag van deze eerder bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ter verkoop en/of overige activiteiten;
1.8 bed & breakfast
een kleinschalige verblijfsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt;
1.9 bedrijfsvloeroppervlakte bij aan huis gebonden beroepen en aan huis gebonden bedrijven
de totale vloeroppervlakte van de ruimten die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, een bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag-, wacht- en administratieruimten en dergelijke;
1.10 bedrijfswoning/dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van een huishouden dat daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is;
1.11 beroep of bedrijf aan huis
het beroepsmatig of bedrijfsmatig verlenen van diensten of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, niet zijnde detailhandel (met uitzondering van internetwinkels zonder afhaalpunt of showroom), horeca en seksuele dienstverlening en dat op kleine schaal in een woning en of in het bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend;
1.12 bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
1.13 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw of functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar wel of niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
aanbouw: een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig, (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan en in een directe verbinding staat met het hoofdgebouw en een toevoeging van een afzonderlijke ruimte inhoudt;
aangebouwd bijgebouw: een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig, (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan en niet in een directe verbinding staat met het hoofdgebouw en een toevoeging van een afzonderlijke ruimte inhoudt;
vrijstaand bijgebouw: een vrijstaand gebouw dat zowel in bouwkundig (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
uitbouw: een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk van één bouwlaag een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan en in een directe verbinding staat met het hoofdgebouw en een vergroting van een bestaande ruimte inhoudt.
1.14 bouwperceel
aaneengesloten (virtueel) vlak waarop functioneel bij elkaar behorende bebouwing en voorzieningen worden geconcentreerd, bestaande uit een bouwvlak, waarbinnen de gebouwen zijn toegelaten, met de direct daaraan grenzende gronden waar ook bouwwerken geen gebouwen zijnde en vergunningvrije bouwwerken zijn toegestaan.
1.15 bruto-vloeroppervlakte
de totale binnen een gebouw beschikbare vloeroppervlakte inclusief die van eventuele verdiepingen.
1.16 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop het verkopen en of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.17 gebruiksoppervlakte
gebruiksoppervlakte als bedoeld in artikel 1 van het Bouwbesluit 2012 juncto NEN 2580
1.18 gestapelde woning
boven dan wel beneden en of naast elkaar gesitueerde woningen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau gewaarborgd is;
1.19 grondgebonden woning
woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau en waarvan een van de bouwlagen aansluit op het maaiveld.
1.20 hoofdgebouw
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.21 horeca
bedrijfsmatig verstrekken van dranken of etenswaren voor gebruik ter plaatse of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, nader te onderscheiden in:
1a Lichte daghoreca:
horecabedrijven die qua exploitatievorm primair gericht zijn op de ochtend en middag en waarbij openingstijden veelal zijn afgestemd op openingstijden van andere dagvoorzieningen (zoals winkels en musea) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken.
1b Lichte avondhoreca:
Horecabedrijven die in beginsel overdag en ‘s avonds geopend zijn (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken.
2 Middelzware horeca:
horecabedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken;
3 Zware horeca:
horecabedrijven die voor een goed functioneren ook ‘s nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen.
4 Logiesverstrekker:
Horecabedrijven die geheel of in overwegende mate zijn gericht op het verstrekken van nachtverblijf.
1.22 huishouden
een persoon, of groep personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voert. Indien het huishouden uit twee of meer personen bestaat, betreft het een leefvorm of samenlevingsvorm met een continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid.
Kenmerken van continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid zijn:
- voor onbepaalde tijd samenleven;
- een ieder neemt deel aan het gezinsleven, bijvoorbeeld samen eten en verdeling huishoudelijke taken;
- eigen kamer, maar gemeenschappelijk sanitair, keuken en woonkamer;
- personen worden niet door instelling geplaatst, er vindt geen behandelingstraject plaats.
Bedrijfsmatige kamerverhuur valt niet onder het begrip 'huishouden'.
1.23 huisvesting in verband met mantelzorg
huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.
1.24 kamerverhuur
het opdelen van een woning in twee of meer onzelfstandige wooneenheden óf het opdelen van een woning in één zelfstandige en één of meer onzelfstandige wooneenheden;
1.25 kantoor
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen. Hierbij zijn bijeenkomstfuncties als een bedrijfsrestaurant of vergaderzalen inbegrepen.
1.26 maatschappelijke voorzieningen
het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, gezondheidszorg, zorg en welzijn, jeugd / kinder / ouderen / gehandicaptenopvang, onderwijs, religie, uitvaart / begraafplaats, bibliotheken, openbare dienstverlening, verenigingsleven, sport-, spel- en speelvoorzieningen.
1.27 mantelzorg
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van
huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;
1.28 ondergeschikte detailhandel
detailhandel als activiteit die in ruimtelijk functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard omvang en verschijningsvorm overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
1.29 ondersteunende horeca
het ter plaatse nuttigen van etenswaren en dranken, die worden aangeboden als ondersteuning van een nevenfunctie bij een andere dan als horeca bestemde hoofdfunctie, waarbij er een directe relatie is tussen de nevenfunctie en de hoofdfunctie. Dit geldt voor recreatiebedrijven (t.b.v. eigen dag- of verblijfsgasten) en voor agrarische bedrijven (bijv. consumpties bij een rondleiding op een bedrijf, bij boerengolf, bij een workshop, of bij proeven van producten van het bedrijf);
1.30 onzelfstandige woonruimte
woonruimte die geen eigen toegang heeft en die niet door een huishouden kan worden bewoond zonder gebruik te maken van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, zoals een keuken en sanitaire voorzieningen;
1.31 overkapping/carport
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen, die niet wordt aangemerkt als een gebouw;
1.32 peil
- voor hoofdgebouwen: het bouwkundige peil dat gelijk is aan de wegkruin van de voorliggende weg of, indien niet direct aan een weg gebouwd wordt, de bestaande gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein;
- voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken: de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer van het hoofdgebouw;
- in overige gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven;
- indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil.
1.33 pergola
- a. een vrijstaand of aangebouwd bouwwerk geen gebouw zijnde, bestaande uit een constructie van verticaal geplaatste palen of kolommen op een onderlinge afstand van minimaal 1,50 meter h.o.h., gekoppeld op een bovenlegger met eventueel hierop onder een hoek van 90º geplaatste dwarsligger(s);
- b. de pergola mag tot maximaal 1 meter boven het maaiveld als een gesloten constructie worden uitgevoerd;
- c. tussen de kolommen mag gaas ter begeleiding van planten worden aangebracht;
1.34 productiegebonden detailhandel
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een (agrarisch) bedrijf dat die goederen teelt/vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.35 showroom
uitstallingsruimte ten behoeve van het te koop aanbieden, verkopen, en/of leveren van goederen;
1.36 twee-aaneen gebouwde woning
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen alsmede door garages geschakelde woningen waarbij het hoofdgebouw aan een zijde op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mag worden;
1.37 voorgevellijn
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
1.38 vrijstaande woning
een woning die hoogstens door middel van de bijbehorende bouwwerken met een andere woning verbonden is en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan;
1.39 woning
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.40 woonruimte
besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden;
1.41 zelfstandige woonruimte
woonruimte die een eigen toegang heeft en die door een huishouden kan worden bewoond zonder dat dit huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten de woonruimte;
1.42 zijdelingse (bouw)perceelsgrens
de perceelsgrenzen van een bouwperceel, niet zijnde de begrenzing van het perceel aan de achter- of voorzijde;
1.43 zone erf
gronden gelegen aan de achterkant en zijkant van het hoofdgebouw tot op 1 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan en niet behorende tot het bouwvlak;
1.44 zone tuin
gronden gelegen aan de voorkant en zijkant van het hoofdgebouw vanaf 1 meter terugliggend vanaf de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan tot aan het openbaar gebied of de openbare weg waaraan de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen en niet behorende tot het bouwvlak;
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de bouwperceelsgrens
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
2.2 de afstand tussen gebouwen
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
2.3 de brutovloeroppervlak van een gebouw
gemeten (op alle bouwlagen) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, of tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie, indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw;
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.6 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.7 de inhoud van een bouwwerk
tussen de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.8 de lengte, breedte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidsmuren);
2.9 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
2.10 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. akkerbouw, waarbij geldt dat bedrijfswoningen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 1' voor detailhandel in bloemen, planten en accessoires bij die bloemen en planten
- c. ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw', tevens voor de uitoefening van niet meer dan één glastuinbouwbedrijf per aanduidingsvlak;
- d. behoud, versterking en ontwikkeling van abiotische, landschappelijke, cultuurhistorische en aardkundige waarden;
- e. extensief dagrecreatief gebruik;
- f. kleinschalig kamperen;
- g. voet- en fietspaden;
- h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
3.3 Afwijken van de bouwregels
- a. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 3.2.4 lid d en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toestaan met een bouwhoogte van ten hoogste 5 m;
- b. afwijken zoals bedoeld in lid a kan worden toegestaan indien het bouwplan niet leidt tot een onevenredige aantasting van het stedenbouwkundige beeld.
3.4 Gebruik van bebouwing voor een beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan. Daarbij gelden de algemene voorwaarden in artikel 30.2
3.5 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van een ander gebruik van (bedrijfs)woningen (kamerverhuur)
Voor het middels omgevingsvergunning toestaan voor kamerverhuur in afwijking van de bestemmingsomschrijving en het begrip '1.39 woning', kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.1.
3.6 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van bed & breakfast
Voor het middels omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsomschrijving voor het gebruiken van een deel van een woning en bijbehorende bouwwerken voor logies in de vorm van een bed & breakfast, kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.2.
Artikel 4 Centrum - 1
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel, met dien verstande dat de verkoopruimte van de detailhandelsvestiging uitsluitend op de begane grondlaag mag worden gesitueerd;
- b. kantoren en dienstverlening, met dien verstande dat:
- 1. de kantoren winkelondersteunend dienen te zijn;
- 2. de dienstverlening op de begane grondlaag moet worden uitgeoefend;
- c. wonen in woningen:
- 1. op de verdiepingen van het hoofdgebouw, voor zover deze woningen legaal aanwezig zijn ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan;
- 2. in de vorm van grondgebonden woningen, voor zover deze woningen legaal aanwezig zijn ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan;
- d. bedrijven en bedrijfsactiviteiten, voor zover deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende lijst van bedrijfsactiviteiten, met dien verstande, dat:
- 1. de bedrijfsactiviteit zoveel mogelijk ten dienste staat van, en afgestemd is op een rechtstreeks contact met het publiek;
- 2. de bedrijfsactiviteiten uitsluitend op de begane grondlaag mogen worden uitgeoefend;
- 3. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' voor de uitoefening van de hoofdfunctie niet is toegestaan, en met uitzondering van:
- geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
- de opslag en verkoop van motorbrandstoffen (inclusief LPG);
- e. horeca, met dien verstande, dat de horeca-activiteit uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grondlaag, met uitzondering van:
- 1. een hotel, waarbij de hotelfunctie ook op de verdiepingen mag worden uitgeoefend;
- 2. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', voor de uitoefening van de hoofdfunctie niet is toegestaan;
en met uitzondering van: een nachtclub, dancing (discotheek), casino, snookercentrum en automatenhal;
- f. maatschappelijke voorzieningen;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. tuinen en erven;
- k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- l. verhardingen ten behoeve van wegen, paden, parkeervoorzieningen, in- en uitritten erven en brandgangen.
Ten aanzien van de winkelfunctie geldt, dat publieksingang en - uitgang aan de voorzijde van de winkel moet zijn gesitueerd. Voor panden die gelegen zijn aan de Markt is dit de Markt.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Gebruik van bebouwing voor een beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan. Daarbij gelden de algemene voorwaarden in artikel 30.2
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.7 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van een ander gebruik van (bedrijfs)woningen (kamerverhuur)
Voor het middels omgevingsvergunning toestaan voor kamerverhuur in afwijking van de bestemmingsomschrijving en het begrip 'woning', kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.1.
4.8 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van bed & breakfast
Voor het middels omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsomschrijving voor het gebruiken van een deel van een woning en bijbehorende bouwwerken voor logies in de vorm van een bed & breakfast, kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.2.
4.9 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van commerciële doeleinden op verdiepingen
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 sub a en sub e, voor het toestaan van horeca en detailhandel op de verdiepingen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. op de begane grond zijn onvoldoende (geschikte) mogelijkheden om in voldoende (uitbreidings)mogelijkheden te voorzien;
- b. er dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn.
Artikel 5 Centrum - 2
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in woningen:
- 1. op de verdiepingen van het hoofdgebouw, voor zover deze woningen legaal aanwezig zijn ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan;
- 2. in de vorm van grondgebonden woningen, voor zover deze woningen legaal aanwezig zijn ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan;
- 3. in de vorm van gestapelde woningen ter plaats van de aanduiding 'gestapeld';
- b. kantoren en dienstverlening, op de begane grond en op de verdieping, ter plaatse van de functieaanduiding 'dienstverlening';
- c. bedrijven en bedrijfsactiviteiten, voor zover deze bedrijven/inrichtingen voorkomen in categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende lijst van bedrijfsactiviteiten, met dien verstande, dat:
- 1. de bedrijfsactiviteit zoveel mogelijk ten dienste staat van en afgestemd is op een rechtstreeks contact met het publiek;
- 2. de bedrijfsactiviteiten uitsluitend op de begane grondlaag mogen worden uitgeoefend;
- 3. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', voor de uitoefening van de hoofdfunctie niet is toegestaan;
en met uitzondering van:
- geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
- de opslag en verkoop van motorbrandstoffen (inclusief LPG);
- d. horeca, in de horecacategorie 1b, ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1', met dien verstande, dat:
- 1. de horeca activiteit uitsluitend mag worden uitgeoefend op de begane grondlaag;
- 2. omzetting van de bestaande horecavoorziening in een andersoortige horecavoorziening niet is toegestaan;
- 3. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', voor de uitoefening van de hoofdfunctie niet is toegestaan;
- e. maatschappelijke voorzieningen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor', tevens voor een kantoor;
- g. parkeervoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. tuinen en erven;
- k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- l. verhardingen ten behoeve van wegen, paden, parkeervoorzieningen, in- en uitritten erven en brandgangen.
Ten aanzien van de winkelfunctie geldt, dat publieksingang en - uitgang aan de voorzijde van de winkel moet zijn gesitueerd.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Gebruik van bebouwing voor een beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan. Daarbij gelden de algemene voorwaarden in artikel 30.2
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.7 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van een ander gebruik van (bedrijfs)woningen (kamerverhuur)
Voor het middels omgevingsvergunning toestaan voor kamerverhuur in afwijking van de bestemmingsomschrijving en het begrip '1.39 woning', kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.1.
5.8 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van bed & breakfast
Voor het middels omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsomschrijving voor het gebruiken van een deel van een woning en bijbehorende bouwwerken voor logies in de vorm van een bed & breakfast, kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.2.
Artikel 6 Cultuur En Ontspanning
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
6.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 7 Detailhandel
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. detailhandel, uitsluitend in de vorm van
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 2'; detailhandel in volumineuze waren en woningdecoratie;
- ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 3'; detailhandel in volumineuze waren, fietsen en fietsbenodigdheden;
- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 4'; detailhandel in levensmiddelen, uitgezonderd een supermarkt, met op de verdieping wonen in woningen;
met daaraan ondergeschikt kantoren, dienstverlening en een kantine ten dienste van het met de met de bestemming beoogde gebruik;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', voor wonen in woningen;
met de daarbij behorende:
- c. tuinen, erven en terreinen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
- f. voorzieningen van algemeen nut;
- g. wegen, straten en paden;
- h. waterlopen en waterpartijen;
- i. werken, geen bouwwerken zijnde zoals de aanleg van verhardingen ten behoeve van paden (waaronder brandgangen), in- en uitritten, terrassen en de aanleg van siertuin en/of gazon, alsmede parkeerplaatsen.
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de milieusituatie;
- e. de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
7.4 Gebruik van bebouwing voor een beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan. Daarbij gelden de algemene voorwaarden in artikel 30.2
7.5 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van een ander gebruik van (bedrijfs)woningen (kamerverhuur)
Voor het middels omgevingsvergunning toestaan voor kamerverhuur in afwijking van de bestemmingsomschrijving en het begrip '1.39', kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.1.
7.6 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van bed & breakfast
Voor het middels omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsomschrijving voor het gebruiken van een deel van een woning en bijbehorende bouwwerken voor logies in de vorm van een bed & breakfast, kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.2.
Artikel 8 Gemengd - 1
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. uitsluitend op de begane grond bedrijven die zijn genoemd in de als bijlage opgenomen lijst van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 en 2 met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 5' uitsluitend op de begane grond detailhandel in de vorm van een kunstgalerie en een atelier voor kunst en kunstnijverheid;
- c. uitsluitend op de begane grond dienstverlening, tevens met baliefunctie;
- d. wonen in woningen;
- e. kantoor;
- f. maatschappelijk;
- g. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang', een onderdoorgang;
met de daarbij behorende:
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. groenvoorzieningen;
- k. voorzieningen van algemeen nut;
- l. wegen, straten en paden;
- m. waterlopen en waterpartijen;
- n. werken, geen bouwwerken zijnde zoals de aanleg van verhardingen ten behoeve van paden (waaronder brandgangen), in- en uitritten, terrassen en de aanleg van siertuin en/of gazon, alsmede parkeerplaatsen.
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de milieusituatie;
- e. de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.4 Gebruik van bebouwing voor een beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan. Daarbij gelden de algemene voorwaarden in artikel 30.2
8.5 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van een ander gebruik van (bedrijfs)woningen (kamerverhuur)
Voor het middels omgevingsvergunning toestaan voor kamerverhuur in afwijking van de bestemmingsomschrijving en het begrip '1.39 woning', kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.1.
8.6 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van bed & breakfast
Voor het middels omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsomschrijving voor het gebruiken van een deel van een woning en bijbehorende bouwwerken voor logies in de vorm van een bed & breakfast, kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.2.
Artikel 9 Gemengd - 2
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in woningen in de vorm van:
- 1. maximaal één woning; of
- 2. maximaal twee gestapelde woningen uitgezonderd op de eerste bouwlaag;
per bouwperceel, met dien verstande dat ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan het aantal woningen meer bedraagt, dat aantal als maximum geldt;
- b. dienstverlening;
- c. kantoren;
- d. maatschappelijke voorzieningen;
- e. bedrijven die zijn genoemd in de als bijlage 1 opgenomen lijst van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 en 2 met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', tevens voor detailhandel uitsluitend op de begane grond met een maximum verkoopvloeroppervlakte van 500 m²;
- g. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 6' uitsluitend op de begane grond detailhandel in woninginrichting en projectinrichting;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 8'; uitsluitend op de begane grond detailhandel in foto, film en accessoires voor foto en film;
- i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 9'; detailhandel in motorkleding en accessoires bij motorkleding en voor motorfietsen;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 10'; uitsluitend op de begane grond detailhandel in stoffen, naai- en breibenodigdheden;
- k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 1b', tevens voor horeca tot en met categorie 1b uitsluitend op de begane grond;
met de daarbij behorende:
- l. tuinen, erven en terreinen;
- m. (gebouwde) parkeervoorzieningen;
- n. groenvoorzieningen;
- o. voorzieningen van algemeen nut;
- p. wegen, straten en paden;
- q. waterlopen en waterpartijen;
- r. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- s. werken, geen bouwwerken zijnde zoals de aanleg van verhardingen ten behoeve van paden (waaronder brandgangen), in- en uitritten, terrassen en de aanleg van siertuin en/of gazon, alsmede parkeerplaatsen.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de milieusituatie;
- e. de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
9.4 Gebruik van bebouwing voor een beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan. Daarbij gelden de algemene voorwaarden in artikel 30.2
9.5 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van een ander gebruik van (bedrijfs)woningen (kamerverhuur)
Voor het middels omgevingsvergunning toestaan voor kamerverhuur in afwijking van de bestemmingsomschrijving en het begrip '1.39 woning', kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.1.
9.6 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van bed & breakfast
Voor het middels omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsomschrijving voor het gebruiken van een deel van een woning en bijbehorende bouwwerken voor logies in de vorm van een bed & breakfast, kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.2.
9.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen voor het realiseren van nieuwe woningen, al dan niet op de verdieping, onder de volgende voorwaarden:
- a. aangetoond dient te worden, dat voldaan wordt aan de relevante (milieuhygiënische) wet- en regelgeving;
- b. de woningen dienen te passen binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
- c. de maximale goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan de als maximale goot- en bouwhoogte opgenomen maten;
- d. de woningen dient ontsloten te kunnen worden met behulp van bestaande infrastructuur;
- e. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- f. de financieel-economische uitvoerbaarheid dient te zijn verankerd;
- g. voor het overige is het bepaalde in artikel 9 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 10 Gemengd - 3
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. uitsluitend op de begane grond bedrijven die zijn genoemd in de als bijlage opgenomen lijst van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 en 2 met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
- b. uitsluitend op de begane grond en eerste verdieping maatschappelijke voorzieningen;
- c. uitsluitend op de begane grond en eerste verdieping dienstverlening, tevens met baliefunctie;
- d. uitsluitend op de begane grond en eerste verdieping kantoren, tenzij de functieaanduiding 'kantoor uitgesloten' aanwezig is;
- e. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 7' uitsluitend op de begane grond detailhandel in meubelen, woningstoffering en woningdecoratie;
- f. ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van horeca - 2' uitsluitend op de begane grond zalenverhuur voor feesten en partijen en conferentiecentrum;
- g. wonen in woningen;
met de daarbij behorende:
- h. tuinen, erven en terreinen;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. groenvoorzieningen;
- k. voorzieningen van algemeen nut;
- l. wegen, straten en paden;
- m. waterlopen en waterpartijen;
- n. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- o. werken, geen bouwwerken zijnde zoals de aanleg van verhardingen ten behoeve van paden (waaronder brandgangen), in- en uitritten, terrassen en de aanleg van siertuin en/of gazon, alsmede parkeerplaatsen.
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de milieusituatie;
- e. de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10.4 Gebruik van bebouwing voor een beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan. Daarbij gelden de algemene voorwaarden in artikel 30.2
10.5 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van een ander gebruik van (bedrijfs)woningen (kamerverhuur)
Voor het middels omgevingsvergunning toestaan voor kamerverhuur in afwijking van de bestemmingsomschrijving en het begrip '1.39 woning', kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.1.
10.6 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van bed & breakfast
Voor het middels omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsomschrijving voor het gebruiken van een deel van een woning en bijbehorende bouwwerken voor logies in de vorm van een bed & breakfast, kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.2.
Artikel 11 Gemengd - 4
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in woningen in de vorm van:
- 1. maximaal één woning; of
- 2. maximaal twee gestapelde woningen uitgezonderd op de eerste bouwlaag;
per bouwperceel, met dien verstande dat ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan het aantal woningen meer bedraagt, dat aantal als maximum geldt;
- b. dienstverlening;
- c. kantoren;
- d. maatschappelijke voorzieningen;
- e. bedrijven die zijn genoemd in de als bijlage 1 opgenomen lijst van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 en 2 met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
met de daarbij behorende:
- f. tuinen, erven en terreinen;
- g. (gebouwde) parkeervoorzieningen;
- h. groenvoorzieningen;
- i. voorzieningen van algemeen nut;
- j. wegen, straten en paden;
- k. waterlopen en waterpartijen;
- l. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- m. werken, geen bouwwerken zijnde zoals de aanleg van verhardingen ten behoeve van paden (waaronder brandgangen), in- en uitritten, terrassen en de aanleg van siertuin en/of gazon, alsmede parkeerplaatsen.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de milieusituatie;
- e. de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.4 Gebruik van bebouwing voor een beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan. Daarbij gelden de algemene voorwaarden in artikel 30.2
11.5 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van een ander gebruik van (bedrijfs)woningen (kamerverhuur)
Voor het middels omgevingsvergunning toestaan voor kamerverhuur in afwijking van de bestemmingsomschrijving en het begrip '1.39 woning', kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.1.
11.6 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van bed & breakfast
Voor het middels omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsomschrijving voor het gebruiken van een deel van een woning en bijbehorende bouwwerken voor logies in de vorm van een bed & breakfast, kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.2.
11.7 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen voor het realiseren van nieuwe woningen, al dan niet op de verdieping, onder de volgende voorwaarden:
- a. aangetoond dient te worden, dat voldaan wordt aan de relevante (milieuhygiënische) wet- en regelgeving;
- b. de woningen dienen te passen binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
- c. de maximale goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan de als maximale goot- en bouwhoogte opgenomen maten;
- d. de woningen dient ontsloten te kunnen worden met behulp van bestaande infrastructuur;
- e. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- f. de financieel-economische uitvoerbaarheid dient te zijn verankerd;
- g. voor het overige is het bepaalde in artikel 11 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 12 Gemengd - 5
12.1 Bestemmingsomschrijving
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
12.4 Afwijken van de bouwregels
12.5 Gebruik van bebouwing voor een beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan. Daarbij gelden de algemene voorwaarden in artikel 30.2
12.6 Specifieke gebruiksregels
12.7 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van een ander gebruik van (bedrijfs)woningen (kamerverhuur)
Voor het middels omgevingsvergunning toestaan voor kamerverhuur in afwijking van de bestemmingsomschrijving en het begrip '1.39 woning', kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.1.
12.8 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van bed & breakfast
Voor het middels omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsomschrijving voor het gebruiken van een deel van een woning en bijbehorende bouwwerken voor logies in de vorm van een bed & breakfast, kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.2.
Artikel 13 Gemengd - 6
13.1 Bestemmingsomschrijving
13.2 Bouwregels
13.3 Nadere eisen
13.4 Specifieke gebruiksregels
13.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 14 Maatschappelijk
14.1 Bestemmingsomschrijving
14.2 Bouwregels
14.3 Nadere eisen
14.4 Afwijken van de bouwregels
14.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 15 Tuin
15.1 Bestemmingsomschrijving
De gronden met de bestemming ‘Tuin’ zijn bestemd voor:
- a. tuin en dan wel groenvoorzieningen;
- b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
15.2 Bouwregels
15.3 Nadere eisen
15.4 Afwijken van de bouwregels
15.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 16 Wonen - 1
16.1 Bestemmingsomschrijving
De gronden met de bestemming ‘Wonen - 1’ zijn bestemd voor;
- a. wonen in woningen;
- b. aan-huis-verbonden beroepen;
- c. tuinen, parkeervoorzieningen en overige verhardingen, waarbij moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 30.3;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
16.2 Bouwregels
16.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van een goede woonsituatie, de beeldkwaliteit, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en/of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan:
- a. de situering en de afmetingen van de bebouwing;
- b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ten aanzien van het erf grenzend aan de openbare weg of openbaar groen;
- c. de situering van gebouwen in de nabijheid van een gebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - gemeentelijk monument '.
16.4 Gebruik van bebouwing voor een beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan. Daarbij gelden de algemene voorwaarden in artikel 30.2
16.5 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van een ander gebruik van (bedrijfs)woningen (kamerverhuur)
Voor het middels omgevingsvergunning toestaan voor kamerverhuur in afwijking van de bestemmingsomschrijving en het begrip '1.39 woning', kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.1.
16.6 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van bed & breakfast
Voor het middels omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsomschrijving voor het gebruiken van een deel van een woning en bijbehorende bouwwerken voor logies in de vorm van een bed & breakfast, kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.2.
Artikel 17 Wonen - 2
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wonen in woningen;
- b. ter plaatse van het adres Vlas en Graan 146 te Veghel tevens voor wonen in de vorm van 4 eenheden voor kamergewijze bewoning;
- c. de uitoefening van een beroep aan huis in hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken door de hoofdbewoner(s) van het hoofdgebouw;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' voor het uitoefenen van dienstverlening op de begane grond;
met de daarbij behorende:
- e. ter plaatse van de aanduiding 'tuin', tuinen;
- f. ter plaatse van de aanduiding 'erf', erven;
- g. groen- en speelvoorzieningen;
- h. voorzieningen van algemeen nut;
- i. (gebouwde) parkeervoorzieningen;
- j. waterlopen en waterpartijen;
- k. waterhuishoudkundige voorzieningen;
- l. werken, geen bouwwerken zijnde zoals de aanleg van verhardingen ten behoeve van paden (waaronder brandgangen), in- en uitritten, terrassen en de aanleg van siertuin en/of gazon, alsmede parkeerplaatsen.
17.2 Bouwregels
17.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de sociale veiligheid;
- d. de milieusituatie;
- e. de situering van en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
17.4 Afwijken van de bouwregels
17.5 Gebruik van bebouwing voor een beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan. Daarbij gelden de algemene voorwaarden in artikel 30.2
17.6 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van een ander gebruik van (bedrijfs)woningen (kamerverhuur)
Voor het middels omgevingsvergunning toestaan voor kamerverhuur in afwijking van de bestemmingsomschrijving en het begrip '1.39 woning', kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.1.
17.7 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van bed & breakfast
Voor het middels omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsomschrijving voor het gebruiken van een deel van een woning en bijbehorende bouwwerken voor logies in de vorm van een bed & breakfast, kan gebruik gemaakt worden van de bevoegdheid in artikel 32.2.
Artikel 18 Waarde - Archeologie 1
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
18.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 18.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;
- c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
- 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan 30 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
18.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 1" geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Artikel 19 Waarde - Archeologie 2
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
19.2 Bouwregels
- a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m2 en een diepte van meer dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens die aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld en waarin in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
- b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- 1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor ondanks de activiteit (althans uitvoering van een bouw- of aanlegplan), archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
- 2. De verplichting tot het doen van opgravingen.
- 3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 19.2 onder a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld naar het oordeel van het bevoegd gezag.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
19.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 20 Waarde - Archeologie 3
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van bekende archeologische waarden en bekende archeologische waarden van de voormalige hoeves en molens.
20.2 Bouwregels
20.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 20.2.1 sub a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld, danwel bij ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of veranderd.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' (geheel of gedeeltelijk) van de verbeelding wordt verwijderd, indien uit archeologisch onderzoek, blijkt dat in het aangewezen gebied geen archeologische waarden zijn aangetroffen.
Artikel 21 Waarde - Archeologie 4
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
21.2 Bouwregels
- a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m2 en een diepte van meer dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens die aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld en waarin in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
- b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- 1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor ondanks de activiteit (althans uitvoering van een bouw- of aanlegplan), archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
- 2. De verplichting tot het doen van opgravingen.
- 3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
21.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 21.2 onder a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld naar het oordeel van het bevoegd gezag.
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
21.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 22 Waarde - Archeologie 5
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische verwachtingswaarden van de oude kernen.
22.2 Bouwregels
22.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 22.2.1 sub a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld, danwel bij ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of veranderd.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
22.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' (geheel of gedeeltelijk) van de verbeelding wordt verwijderd, indien uit archeologisch onderzoek, blijkt dat in het aangewezen gebied geen archeologische waarden zijn aangetroffen.
Artikel 23 Waarde - Archeologie 6
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de middelhoge archeologische verwachtingswaarden van de gronden.
23.2 Bouwregels
23.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 23.2.1 sub a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld, danwel bij ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of veranderd.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' (geheel of gedeeltelijk) van de verbeelding wordt verwijderd, indien uit archeologisch onderzoek, blijkt dat in het aangewezen gebied geen archeologische waarden zijn aangetroffen.
Artikel 24 Waarde - Archeologie 7
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
24.2 Bouwregels
- a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m2 en een diepte van meer dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens die aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld en waarin in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
- b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- 1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor ondanks de activiteit (althans uitvoering van een bouw- of aanlegplan), archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
- 2. De verplichting tot het doen van opgravingen.
- 3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
24.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 24.2 onder a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld naar het oordeel van het bevoegd gezag.
24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
24.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
24.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 25 Waarde - Archeologie 8
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
25.2 Bouwregels
- a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m2 en een diepte van meer dan 0,3 m (of 0,5 m bij esdekken en agrarisch bestemde gronden) ten opzichte van het maaiveld een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens die aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld en waarin in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
- b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- 1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor ondanks de activiteit (althans uitvoering van een bouw- of aanlegplan), archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
- 2. De verplichting tot het doen van opgravingen.
- 3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
25.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 25.2 onder a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld naar het oordeel van het bevoegd gezag.
25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
25.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 26 Waarde - Cultuurhistorie 1
26.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor Waarde - Cultuurhistorie 1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel en versterking van de karakteristieke groen- en wegenstructuur, bestrating en bebouwingswanden.
- b. Al hetgeen in deze regels omtrent de hoofdbestemmingen binnen het gebied met de bestemming Waarde - Cultuurhistorie 1 is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien het verenigbaar is met het belang van de cultuurhistorische waarden van de bouwwerken.
- c. Indien strijd ontstaat tussen het belang van de cultuurhistorische waarden als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de regeling zoals opgenomen in de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1'.
26.2 Nadere eisen
26.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:
- a. door de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:
- 1. op basis van een cultuurhistorisch rapport is aangetoond dat de cultuurhistorische waarden niet langer aanwezig zijn op de betreffende als dubbelbestemming 'Waarde -Cultuurhistorie 1' aangewezen gronden, dan wel dat deze waarden niet meer als zodanig bescherming behoeven;
- 2. de cultuurhistorische waarden welke aanwezig zijn op de met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' gelegen gronden, redelijkerwijs niet langer of gedeeltelijk te handhaven zijn in relatie tot de functie die het bouwwerk moet of uitsluitend nog kan vervullen;
- 3. zwaarwegende maatschappelijke belangen dit vergen.
- b. indien door verbeterwerkzaamheden, danwel door gewijzigde inzichten, een bouwwerk welke gelegen is op gronden waarop niet de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' van toepassing is, cultuurhistorische waarden bezit of verkrijgt, deze gronden tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' toe te kennen.
Artikel 27 Waarde - Cultuurhistorie 2
27.1 Bestemmingsomschrijving
- a. De voor Waarde - Cultuurhistorie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel en versterking van de karakteristieke hoofdvorm van het hoofdgebouw in de vorm van hoogte-, breedte- en diepteverhoudingen, kapvorm en kaprichting in de bouwvlakken;
- b. Al hetgeen in deze regels omtrent de hoofdbestemmingen binnen het gebied met de bestemming Waarde - Cultuurhistorie 2 is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien het verenigbaar is met het belang van de cultuurhistorische waarden van de bouwwerken.
- c. Indien strijd ontstaat tussen het belang van de cultuurhistorische waarden als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de regeling zoals opgenomen in de bestemming Waarde - Cultuurhistorie 2.
27.2 Bouwregels
27.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 27.2 voor het toestaan van platte afdekkingen, indien vooraf advies is ingewonnen bij een door de gemeente aan te wijzen deskundige.
27.4 Nadere eisen
Het bevoegd gezag is bevoegd om nadere eisen te stellen met betrekking tot de situeringen, afmetingen, vormgeving, kaprichting, kaphelling en / of kapvorm van de bebouwing, indien dit noodzakelijk is voor de instandhouding en versterking van de cultuurhistorische waarden.
27.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:
- a. door de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:
- 1. op basis van een cultuurhistorisch rapport is aangetoond dat de cultuurhistorische waarden niet langer aanwezig zijn op de betreffende als dubbelbestemming 'Waarde -Cultuurhistorie 2' aangewezen gronden, dan wel dat deze waarden niet meer als zodanig bescherming behoeven;
- 2. de cultuurhistorische waarden welke aanwezig zijn op de met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' gelegen gronden, redelijkerwijs niet langer of gedeeltelijk te handhaven zijn in relatie tot de functie die het bouwwerk moet of uitsluitend nog kan vervullen;
- 3. zwaarwegende maatschappelijke belangen dit vergen.
- b. indien door verbeterwerkzaamheden, danwel door gewijzigde inzichten, een bouwwerk welke gelegen is op gronden waarop niet de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' van toepassing is, cultuurhistorische waarden bezit of verkrijgt, deze gronden tevens de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' toe te kennen.
Artikel 28 Waarde - Cultuurhistorie 3
28.1 Bestemmingsomschrijving
De als ‘Waarde - Cultuurhistorie 3’ aangeduide bouwwerken zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de cultuurhistorische waarden van de bouwwerken.
28.2 Bouwregels
28.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 28.2 voor het verbouwen en/of uitbreiden van indien strikte toepassing zou leiden tot een onevenredige afbreuk van de gebruiksmogelijkheden van de gronden en bouwwerken onder de voorwaarde dat de verbouw en/of uitbreiding mag geen onevenredige beschadiging van het bouwwerk en/of wezenlijke aantasting van de cultuurhistorische waarde van het bouwwerk of de samenhang van gebouwen tot gevolg hebben, tenzij het herstel van de oorspronkelijke waarde betreft. Onder onevenredige beschadiging wordt in ieder geval verstaan:
- a. het geheel slopen van het bouwwerk;
- b. het substantieel wijzigen van de bouwmassa;
- c. het aanbrengen van substantiële wijzigingen aan de gevel en/of dakvorm.
28.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 3' te verwijderen dan wel toe te voegen, indien de cultuurhistorische waarden van een bouwwerk daartoe aanleiding geven. Alvorens gebruik te maken van deze wijzigingsbevoegdheid wordt advies ingewonnen bij de gemeentelijke monumentencommissie.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 29 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 30 Algemene Gebruiksregels
30.1 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
- a. het gebruiken of laten gebruiken van onbebouwde gronden als opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe bouwmaterialen, afval, puin, grind en brandstoffen, tenzij dit gebruik noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
- b. het gebruiken of laten gebruiken van onbebouwde gronden als uitstallings- of opslagplaats van al dan niet voor gebruik geschikte voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan, tenzij dit gebruik noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
- c. het gebruiken of laten gebruiken van onbebouwde gronden als uitstallings- of opslagplaats, dan wel staan- of ligplaats voor onderkomens, tenzij dit gebruik noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
- d. het gebruiken of laten gebruiken van woningen voor enige vorm van detailhandel (uitgezonderd internetwinkels zonder afhaalpunt of showroom in het kader van aan-huis-verbonden bedrijvigheid en productiegebonden detailhandel als nevenactiviteit bij agrarische bedrijfswoningen in het buitengebied) en/of horeca (uitgezonderd ondersteunende horeca als nevenfunctie bij agrarische bedrijfswoningen in het buitengebied);
- e. het gebruiken of laten gebruiken van een gedeelte van een bedrijfsgebouw of bijbehorend bouwwerk bij een (bedrijfs)woning als woonruimte;
- f. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting en/of prostitutie.
30.2 Gebruik van bebouwing voor een beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. het beroep of bedrijf aan huis vindt plaats in de (bedrijfs)woning en/of bijbehorende bouwwerken;
- b. maximaal 40% van de brutovloeroppervlakte van de (bedrijfs)woning en/of bijbehorende bouwwerken is in gebruik ten behoeve van het beroep of bedrijf aan huis, met een absoluut maximum van 100 m²;
- c. het beroep of bedrijf aan huis ondersteunt de woonfunctie, dat wil zeggen dat degene die het beroep of bedrijf aan huis in de (bedrijfs)woning en/of bijbehorende bouwwerken uitoefent, tevens de hoofdbewoner van de (bedrijfs)woning is;
- d. het aantal werkzame personen bij een beroep of bedrijf aan huis bedraagt maximaal 2 personen, waaronder inbegrepen de eigenaar van de woning;
- e. het parkeren ten behoeve van het beroep of bedrijf aan huis vindt plaats op eigen terrein.
- f. vanaf de openbare weg zichtbare excessieve reclame-uitingen zijn niet toegestaan, voor reclame-uitingen gelden de regels van de welstandsnota;
- g. het beroep of bedrijf aan huis leidt niet tot een onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking in relatie tot de functie en aard van de omliggende weg(en);
- h. het beroep of bedrijf aan huis mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven.
- i. de belangen van derden (omwonenden) worden niet geschaad;
- j. het aan huis verbonden beroep of bedrijf komt voor in de milieucategorie 1 of 2 van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' of kan, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën;
- k. er vindt geen buitenopslag plaats ten behoeve van het beroep of bedrijf aan huis;
- l. beroepen of bedrijven aan huis in de vorm van detailhandel (uitgezonderd internetwinkels zonder afhaalpunt of showroom) of horeca zijn niet toegestaan.
30.3 Voorwaardelijke verplichting parkeren
- a. bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen of uitbreiden van een gebouw en/of voor het veranderen van de functie van een gebouw of bouwperceel, dient voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of op openbaar gebied aanwezig te zijn of gerealiseerd te worden, dan wel in stand te worden gehouden.
- b. Voor de sub a genoemde voldoende parkeergelegenheid dienen de normen zoals bedoeld in de beleidsregel 'Nota Parkeernormen Meierijstad 2018' als vastgesteld op 18 december 2018, in acht genomen te worden.
- c. Indien deze beleidsregels of de bijlagen gedurende worden gewijzigd door het bevoegd gezag, dient rekening gehouden te worden met deze wijziging. De parkeernormen uit de beleidsregels en/of bijlagen zoals die gelden ten tijde van de ontvangst van de aanvraag worden toegepast.
30.4 Afwijkingsbevoegdheid parkeernorm
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 30.3 indien:
a. er in voldoende parkeer- of stallingruimte wordt voorzien op een andere wijze, of;
b. het ruimtelijk gezien niet wenselijk is de nodige parkeer- of stallingruimte op eigen terrein te voorzien en er voldoende openbare parkeerplaatsen binnen een acceptabele afstand aanwezig zijn; en;
- er een parkeertelling aanwezig is die aantoont dat er voldoende parkeerplaatsen in de openbare ruimte aanwezig zijn die benut kunnen worden,
of;
- aangetoond kan worden dat volstaan kan worden met een lagere parkeernorm.
Artikel 31 Algemene Aanduidingsregels
31.1 vrijwaringzone - molenbiotoop
31.2 wetgevingszone - zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen
- a. Het is verboden op of in de gronden met de gebiedsaanduiding 'wetgevingszone - zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren
- 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m², anders dan een bouwwerk;
- 2. het ophogen van gronden.
- b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
- 1. werken en werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de bestemming van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
- 2. werken en werkzaamheden, die op het tijdstip, waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
- c. Alvorens de vergunning zoals bedoeld in sub a wordt verleend wint het bevoegd gezag advies in bij het betrokken waterschapsbestuur.
31.3 wetgevingszone - zoekgebied ecologische verbindingszone
- a. Het is verboden op of in de gronden met de gebiedsaanduiding 'wetgevingszone - zoekgebied ecologische verbindingszone' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
- 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100 m², anders dan een bouwwerk.
- b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op:
- 1. werken en werkzaamheden die het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de bestemming van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
- 2. werken en werkzaamheden, die op het tijdstip, waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
- c. De onder a bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien wordt aangetoond dat door het gebruik van de gronden als hiervoor aangegeven, het zoekgebied ecologische verbindingszone niet wordt aangetast.
Artikel 32 Algemene Afwijkingsregels
32.1 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van een ander gebruik van (bedrijfs)woningen (kamerverhuur)
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1, 5.1, 7.1, 8.1, 9.1, 10.1, 11.1, 12.1.1, 16.1 en 17.1 en bewoning in afwijking van het begrip '1.39 woning' toestaan voor kamerverhuur, indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. de huisvesting vindt plaats in een bestaande grondgebonden (bedrijs)woning, die reeds aanwezig is ten tijde van terinzagelegging van dit ontwerpbestemmingsplan;
- b. bij het gebruik voor de huisvesting van kamerhuurders mogen, indien er een huishouden in de woning woont, naast dit huishouden maximaal 3 kamerhuurders in de (bedrijfs)woning worden gehuisvest. Indien er geen huishouden woonachtig is, mogen er maximaal 4 kamerhuurders worden gehuisvest;
- c. bij het gebruik voor de huisvesting van kamerhuurders mag huisvesting alleen plaatsvinden op de begane grond en op de eerste verdieping;
- d. er mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking optreden dat deze leidt of kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
- e. er ontstaat geen onevenredige aantasting van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en nabijgelegen bedrijven;
- f. er dient te worden aangetoond dat er sprake is van een verantwoord woon- en leefmilieu/klimaat;
- g. in een straal van 75 meter wordt voor niet meer dan één perceel/gebouw een omgevingsvergunning verleend voor kamerverhuur.
32.2 Afwijkingsbevoegdheid voor het toestaan van bed & breakfast
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van artikel 3.1, 5.1, 7.1, 8.1, 9.1, 10.1, 11.1, 12.1.1, 14.1.1, 16.1 en 17.1 voor het gebruiken van een deel van een woning voor logies in de vorm van een bed & breakfast, onder de volgende voorwaarden:
- 1. het betreft maximaal 4 bedden en 2 slaapkamers;
- 2. het uitoefenen van een bed & breakfast mag uitsluitend plaatsvinden bij grondgebonden woningen;
- 3. de bed & breakfast dient in bestaande bebouwing gerealiseerd te worden;
- 4. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken mag ten behoeve van een bed & breakfast in gebruik zijn;
- 5. de woonfunctie dient als hoofdfunctie behouden te blijven;
- 6. bedoeld gebruik mag geen hinder voor het woonmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
- 7. permanente bewoning is niet toegestaan;
- 8. bedoeld gebruik mag geen belemmering voor de omliggende bedrijven opleveren;
- 9. het gebruik dient de woonfunctie te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning of een bijbehorend bouwwerk uitoefent, tevens de hoofdbewoner van de woning is;
- 10. er mag geen duurzame ontwrichting van de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur ontstaan;
- 11. de ontwikkeling mag niet leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 33 Overgangsrecht
33.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
- c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
33.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
33.3 Hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Artikel 34 Slotregel
Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald onder de titel:
bestemmingsplan 'Herziening aanloopstraten en solitaire winkels ('Laaghangend Fruit')' van de gemeente Meierijstad.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
.........................................................
De griffier,
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Op grond van de Centrumvisie Meierijstad (2018) en de nadere uitwerkingen daarvan in de Horecavisie en Detailhandelvisie van Meierijstad (2019) wordt geconstateerd dat door een wijziging in het consumentengedrag door onder andere online winkelen er minder vraag is naar winkelruimte in de drie grootste centra van Meierijstad. Om een goed functionerend kernwinkelgebied te krijgen is het de wens van de gemeente om te komen tot een compacter centrumgebied.
1.2 Doel Van Het Plan
Voor een aantal locaties zijn detailhandel en/of horeca momenteel mogelijk volgens het bestemmingsplan, waar dit beleidsmatig niet langer gewenst is. Indien duidelijk is dat deze panden een andere bestemming krijgen, kunnen daar de mogelijkheden voor detailhandel en/of horeca verwijderd worden.
In het bestemmingsplan Herziening aanloopstraten en solitaire winkels ('Laaghangend Fruit') worden de bestemmingen van een aantal van deze locaties aangepast.
1.3 Begrenzing Van Het Plangebied
Het plangebied van dit bestemmingsplan bestaat uit diverse commerciële locaties binnen de kernen Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel, buiten de concentratiegebieden voor detailhandel.
Hoofdstuk 2 Beleidskader
2.1 Rijksbeleid
2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR, 13 maart 2012)
Op 13 maart 2012 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu het vaststellingsbesluit van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) ondertekend (TK 2011-2012, 32.660, nr. A; 50). Daarmee is het nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsbeleid zoals uiteengezet in de SVIR van kracht geworden. Het Rijk streeft naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland op de middellange termijn (2028).
Om dit te bereiken, brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij diegene die het aangaat (burgers en bedrijven), laat het meer over aan gemeenten en provincies ('decentraal, tenzij') en komt de gebruiker centraal te staan. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van beleid op slechts dertien nationale belangen.
Buiten de nationale belangen hebben decentrale overheden beleidsruimte. Het Rijk gaat zo min mogelijk op de stoel van provincies en gemeenten zitten en laat verstedelijkings- en landschapsbeleid over aan de provincies en gemeenten. De gemeente is in dat opzicht de overheid die het dichtst bij de burger staat en zorg draagt voor een veilige en leefbare woon- en werkomgeving. In het ruimtelijk domein gaat het om de ruimtelijke ontwikkeling van stad en platteland in brede zin, waarbij onder meer belangen van mobiliteit, milieu, natuur, water, economie en wonen worden afgewogen.
De onderwerpen die in het bestemmingplan Herziening aanloopstraten en solitaire winkels ('Laaghangend Fruit') aan bod komen, hebben geen betrekking op de activiteiten die door het Rijk aangemerkt zijn als van nationaal belang.
2.2 Provinciaal Beleid
2.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (19 maart 2014)
Op 19 maart 2014 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening (SVRO) in werking getreden. Deze structuurvisie is een actualisatie van de visie die in 2010 werd vastgesteld. De SVRO bevat de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie Noord-Brabant en vormt de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. Eén van deze instrumenten is de provinciale verordening. In de Verordening Ruimte zijn de kaderstellende elementen uit de SVRO vertaald in concrete regels die van toepassing zijn op (gemeentelijke) bestemmingsplannen.
De provincie streeft naar een robuuste, dat wil zeggen economisch levensvatbare, voorzieningenstructuur. Vanwege de verwachte geringe groei van de bevolking is er een beperkte ruimte voor de uitbreiding van detailhandelsvoorzieningen. Daarom is het belangrijk zorgvuldig om te gaan met de bestaande winkelcentra. Dit is een primaire verantwoordelijkheid van de gemeenten. Regionale afstemming rondom ontwikkelingen vindt plaats via de regionale ruimtelijke overleggen.
2.2.2 Omgevingsvisie ‘De kwaliteit van Brabant' (14 december 2018)
De Omgevingsvisie Noord-Brabant 'De Kwaliteit van Brabant, Visie op de Brabantse leefomgeving', is vastgesteld door Provinciale Staten op 14 december 2018. Aan de hand van de Omgevingsvisie geven Provinciale Staten aan wat de belangrijkste ambities voor de fysieke leefomgeving voor de komende jaren zijn. De Omgevingsvisie geldt als opvolger van de strategische elementen van eerdere provinciale plannen, zoals de structuurvisie, het verkeers- en vervoersplan, het milieu- en waterplan en de natuurvisie. Voor wat betreft sectorale beleidsdoelen blijven de huidige plannen, waaronder de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening vooralsnog gelden.
In de aankomende Omgevingswet staan de waarden veiligheid, gezondheid en duurzame omgevingskwaliteit centraal. De Brabantse Omgevingsvisie voegt daar ambities aan toe voor vier hoofdopgaven: de energietransitie, een klimaatproof Brabant, Brabant als slimme netwerkstad en een concurrerende, duurzame economie. Voor elk van deze opgaven geeft de Omgevingsvisie aan wat de ambities op lange termijn zijn, te weten wat is er nodig om Brabant in 2050 een gezonde, veilige en prettige leefomgeving te laten zijn.
Het plan voorziet in de aanpassing van bestemmingen in de aanloopstraten naar de centra van Sint-Oedenrode, Schijndel en Veghel, om zo te komen tot een compacter centrumgebied en een beter functionerend kernwinkelgebied in deze kernen. Het plan draagt bij aan de provinciale doelstellingen, te weten een concurrerende, duurzame economie.
2.2.3 Interim Omgevingsverordening (25 oktober 2019)
De provincie wil met haar regels aansluiten op de werkwijze van haar omgevingsvisie en de Omgevingswet. Daarom is ervoor gekozen om de verschillende provinciale verordeningen voor de fysieke leefomgeving samen te voegen tot een Interim Omgevingsverordening. In het algemeen geldt daarbij dat de inzet van de verordening in de provincie Noord-Brabant is beperkt tot die onderdelen van het beleid waarvoor het vanuit provinciale belangen nodig is om regels in te zetten of waarvoor het vanuit de wet verplicht is om regels te stellen in de verordening.
In artikel 3.42 van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant worden instructieregels gesteld over een bestemmingsplan dat voorziet in de ontwikkeling van een locatie voor wonen, werken of voorzieningen ligt binnen 'Stedelijk gebied' op de verbeelding van de verordening. Deze instructieregel schrijft voor dat het bestemmingsplan een onderbouwing bevat dat:
- a. de ontwikkeling past binnen de regionale afspraken, bedoeld in afdeling 5.4 Regionaal samenwerken;
- b. het een duurzame stedelijke ontwikkeling is. Een duurzame stedelijke ontwikkeling voor wonen, werken of voorzieningen:
- 1. bevordert een goede omgevingskwaliteit met een veilige en gezonde leefomgeving;
- 2. bevordert zorgvuldig ruimtegebruik, waaronder de transformatie van verouderde stedelijke gebieden;
- 3. geeft optimaal invulling aan de mogelijkheden voor productie en gebruik van duurzame energie;
- 4. houdt rekening met klimaatverandering, waaronder het tegengaan van hittestress en voldoende ruimte voor de opvang van water;
- 5. geeft optimaal invulling aan de mogelijkheden voor duurzame mobiliteit;
- 6. draagt bij aan een duurzame, concurrerende economie.
Daar het in onderhavig bestemmingsplan alleen gaat om een wijziging van gebruiksmogelijkheden van bebouwing en gronden, is er geen sprake van 'ontwikkeling van een locatie' voor voorzieningen. Het maken van regionale afspraken over een duurzame concurrerende economie of het geven van een nadere onderbouwing over fysieke duurzaamheidsaspecten is dan ook niet aan de orde. Het bestemmingsplan draagt wel bij aan een duurzame, concurrerende economie.
2.3 Gemeentelijk Beleid
Het beleid van Meierijstad richt zich op een concentratie van commerciële voorzieningen. De raad stelde in december 2018 de centrumvisie vast. De detailhandelsvisie en de horecavisie stelde de raad in september 2019 vast. Die twee visies sluiten inhoudelijk aan op de centrumvisie. De drie visies worden verwerkt in het nieuwe omgevingsbeleid. Bij dat verwerken van het beleid is gelegenheid voor participatie geboden: de sessie van 14 mei 2020 van het ThuisLab Omgevingswet ging over de concentratie van detailhandel en horeca in de centra en over de mogelijkheden voor aanloopstraten en perifere detailhandel. Deze participatie was bescheiden vormgegeven, omdat voor de centrum-, detailhandels- en horecavisies al veel participatie had plaatsgevonden. Dan heeft de participatie voor het omgevingsbeleid slechts een aanvullend karakter.
2.3.1 Centrumvisie Meierijstad (20 december 2018)
In het collegewerkprogramma 2017-2023 'Mijlpalen van Meierijstad' is aangegeven dat de gemeente een gedragen centrumvisie ontwikkelt voor de drie hoofdkernen. Omschreven is dat we economisch sterke en aantrekkelijke winkelcentra willen, met respect voor de eigen identiteit van de verschillende kernen. Deze visie geeft aan welke kaders we daarbij willen aanhouden zodat dit in beleidsstukken zoals een detailhandelsbeleid (zie 2.3.2) en een horecabeleid (zie 2.3.3) verder kan worden uitgewerkt.
De centrumvisie helpt de gemeente om met inachtneming van kernkwaliteiten, de centrumgebieden aantrekkelijker te maken zodat ze relevant blijven voor inwoners en bezoekers. Dit doen we door onze focus te verbreden en de centra in de volle breedte van hun maatschappelijke ontmoetingsfunctie te benaderen. De visie wijst ons hoe we komen tot compacte, vitale, kwalitatief complete en aantrekkelijke centra.
De drie grootste kernen in Meierijstad (Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel) beschikken ieder over een duidelijk hoofdcentrum voor het eigen verzorgingsgebied. De primaire focus op het eigen verzorgingsgebied betekend dat het belang van de dagelijkse (boodschappen)voorzieningen verder toeneemt. Supermarkten worden waar mogelijk ingezet als publiekstrekkers voor overige centrumfuncties.
Centrumgebied Schijndel
Het huidige aanbod in de dagelijkse sector voldoet aan de berekende indicatieve marktruimte, waarbij enige groei in de toekomst mogelijk is door de geprognosticeerde bevolkingstoename en verwachte stijging van de koopkrachtbinding. Het niet-dagelijkse winkelaanbod is nu te groot voor het lokale verzorgingsgebied. Afbouw van aanbod in de aanloopgebieden blijft dan ook het streven.
Figuur 2.3.4.1: Visiekaart centrum Schijndel, Centrumvisie Meierijstad
Centrumgebied Sint-Oedenrode
Het huidige aanbod in de dagelijkse sector voldoet aan de berekende indicatieve marktruimte. Met de geplande supermarktontwikkelingen (met name door de komst van een vijfde supermarkt) zal er in de toekomst een forse overmaat ontstaan in het dagelijkse winkelaanbod. Ook het niet-dagelijkse winkelaanbod is nu te groot voor het lokale verzorgingsgebied. Naast de reeds ingezette afbouw van winkelaanbod in de aanloopgebieden zal er, met het oog op de toekomstige toename van internetwinkelen, ook elders in het centrum niet-dagelijks winkelvloeroppervlak gesaneerd moeten worden. Deze opgave komt bovenop de aanpak van de huidige leegstand in het centrum.
Figuur 2.3.4.2: Visiekaart centrum Sint-Oedenrode, Centrumvisie Meierijstad
Centrumgebied Veghel
Het huidige aanbod in de dagelijkse sector voldoet aan de berekende indicatieve marktruimte. De geprognosticeerde bevolkingstoename compenseert de te verwachten afname van winkelomzet door een toename van de internetaankopen. Het niet-dagelijkse winkelaanbod is nu en in de toekomst te groot voor het lokale verzorgingsgebied. Er is in 2027 naar verwachting circa 35% te veel aan niet-dagelijkse winkelmeters (exclusief volumineuze branches) in het centrum van Veghel (inclusief Heilig Hartplein en Hoogstraat). Deze saneringsopgave komt bovenop de huidige leegstand in het centrum.
Het centrum van Veghel heeft in de toekomst primair een kernverzorgende functie, wat inhoudt dat er rekening moet worden gehouden met een vermindering van het niet-dagelijkse winkeloppervlak met circa 3.500 m2 winkelvloeroppervlakte. Daarnaast ligt er een opgave om de bestaande leegstand van circa 7.500 m2 winkelvloeroppervlakte terug te dringen. Deze ruimte kan echter niet één op één worden ingevuld met andere centrumfuncties. Alleen door het totale centrumgebied te verkleinen kan (het negatieve effect van) de huidige leegstand structureel aangepakt worden.
Er zijn veel mogelijkheden om de inkrimping van het centrumgebied te vangen in een nieuwe ruimtelijke (hoofd)structuur. De Hoofdstraat wordt daarbij gezien als belangrijkste verbinding in het centrum. Via dit historische lint worden de Markt en Meijerijplein met elkaar verbonden. Door een sterke bundeling van bezoekersstromen in een compacte hoofdstructuur wordt er een basis gevormd waar andere centrumfuncties op kunnen aanhaken.
Figuur 2.3.4.3: Visiekaart centrum Veghel, Centrumvisie Meierijstad
2.3.2 Detailhandelsvisie en - beleid Gemeente Meierijstad (19 september 2019)
Op 20 december 2018 heeft de gemeenteraad de centrumvisie voor Meierijstad vastgesteld. Deze centrumvisie vormde de basis voor een detailhandelsvisie en gemeentebreed detailhandelsbeleid (vastgesteld 19 september 2019). In dit visiedocument beschrijven we hoe we in Meierijstad, vanuit een economisch perspectief, denken over onze detailhandel en hoe we hier de komende jaren mee willen omgaan. Daar horen beleidsregels bij en vervolgacties die we moeten oppakken om onze ambities op dit gebied te realiseren.
We hebben kaders voor de detailhandel nodig om initiatieven voor nieuwe winkels of uitbreiding van winkels te kunnen beoordelen vanuit een economisch perspectief. Ook geldt het als richtinggevend beleidskader bij het aanwijzen van bestemmingen vanuit de ruimtelijke invalshoek. Voor ondernemers biedt het beleid duidelijkheid over waar we wel kansen voor detailhandel zien en waar juist niet. Het detailhandelsbeleid geldt als afwegingskader bij het uitwerken van plannen op ander gebied.
Uitgangspunten voor het detailhandelsbeleid
De volgende beleidskeuzes zijn bepalend voor de ruimtelijke structuur en de mogelijkheden die geboden worden via het bestemmingsplan:
- a. We kiezen voor dagelijkse boodschappen op redelijke afstand
De basis van de detailhandelsstructuur wordt gevormd door de drie hoofdwinkelgebieden in Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel. Daarnaast fungeren ondersteunende wijk- en dorpscentra als boodschappencentrum dichtbij huis. Buurtsteunpunten maken onze structuur compleet. De keuzes die we maken leiden tot compacte en complete winkelgebieden en een beter functionerende detailhandel.
- b. We versterken detailhandel op haalbare locaties maar maken daarmee ook de keuze om dit op andere locaties niet te doen
Een berekening geeft aan dat er geen uitbreidingsruimte is voor dagelijks aanbod. Ook voor het niet-dagelijks aanbod zijn er in de toekomst minder detailhandelsmeters nodig. We gaan terughoudend om met nieuwe ontwikkelingen en concentreren ons op het behouden van voorzieningen daar waar de kansen liggen.
- c. Winkels zijn geclusterd in aangewezen gebieden
Het vergroot de aantrekkelijkheid van onze centra als winkels daar geclusterd zijn. Voor de consument is het prettig wanneer er duidelijke winkelgebieden zijn.
- d. Buiten de winkelconcentratiegebieden bieden we mogelijkheden voor omzetten van winkelruimte naar andere bestemmingen, als dit meer toekomstperspectief heeft
Met het oog op concentratie van winkels in onze centra willen we ondernemers buiten de geschetste centrumgebieden de mogelijkheid bieden om winkelmeters om te zetten naar een andere meer rendabele bestemming, als zij dit willen. Bij langdurige leegstand zouden we hierin een actieve rol kunnen pakken.
Aanpak van transformatie van detailhandel buiten de centra
Om succesvol ruimtelijk detailhandelsbeleid te kunnen voeren is het van belang dat de visie wordt vertaald in bestemmingsplannen. In het bestemmings- (of omgevings)plan kan de gemeente gebieden aanwijzen waar detailhandel mag plaatsvinden. Buiten de genoemde winkelgebieden in de centra is er geen ruimte voor nieuwe detailhandel en/of uitbreiding van bestaande detailhandel. Het toevoegen van winkelmeters buiten de geschetste detailhandelsstructuur zal leiden tot een verzwakking van de duurzame winkelstructuur en daarmee van het totale winkelaanbod in de gemeente.
Het bestaande verspreid gelegen detailhandelsaanbod wordt op termijn bij voorkeur afgebouwd om zo de gewenste voorzieningenstructuur te versterken. In alle gevallen wordt ten minste een passieve benadering gehanteerd, waarbij winkelmeters uit de markt worden genomen door met eigenaren mee te werken aan transformatie naar andere bestemmingen (zoals wonen). Hiervoor dient wel voldoende woningbouwprogramma beschikbaar te zijn. Bij leegstaande panden buiten de winkelgebieden wordt bij voorkeur de bestemming gewijzigd in een niet-winkelfunctie. Hiervoor kan een overgangsregeling worden opgesteld.
Het is niet mogelijk om gelijktijdig overal een actieve aanpak te hanteren. Prioritering is daarbij gewenst. Op dit moment wordt er in ieder geval gekozen voor een actieve aanpak in de drie hoofdwinkelgebieden, zoals beschreven in de centrumvisie. Het vervolgtraject in Veghel-Centrum en de transitie van Borchgrave in Sint-Oedenrode zijn hierbij de meest urgente opgaven.
2.3.3 Horecavisie en horecabeleid gemeente Meierijstad (19 september 2019)
In december 2018 heeft de gemeenteraad de centrumvisie voor Meierijstad vastgesteld. Deze centrumvisie vormde de basis voor een horecavisie en breed en toekomstgericht integraal horecabeleid. De horecavisie geeft aan hoe we aankijken tegen onze horecavoorzieningen, waar en hoe de verschillende soorten horeca kunnen inspelen op behoeften en motieven van diverse bezoekersgroepen en hoe horeca kan bijdragen aan een aantrekkelijk woon- en leefklimaat, vitale centra en een aantrekkelijk buitengebied. De beleidskaders hebben we nodig bij de beoordeling van ontwikkelingen (vanuit een economisch perspectief) en ze scheppen duidelijkheid voor zowel ondernemers als inwoners.
Horeca-categorieën in de bestemmingsplannen
Het is wenselijk om in bestemmingsplannen onderscheid te kunnen maken tussen lichte en zware vormen van horeca. Een ontwikkeling die door het lichte karakter gewenst is, kan anders door bestemmingsplannen worden tegengehouden. Door bij herziening van bestemmingsplannen categorieën aan te geven kunnen we ruimte bieden waar dat kan en sturen waar dit wenselijk is.
Figuur 2.3.3.1: Horeca-categorieën van Meierijstad, Horecavisie Meierijstad
In principe is er binnen het gehele publieksgerichte centrumgebied in Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel ruimte voor (versterking van) horeca-activiteiten. Vermenging van horeca met bijvoorbeeld detailhandel of dienstverlening is hier mogelijk, mits passend binnen de Drank- en Horecawet.
In de centrumvisie zijn tevens kansrijke verblijfs- en horecalocaties aangegeven waar bundeling of uitbreiding van horeca-activiteiten met name gewenst is ten behoeve van een aantrekkelijk en compleet dorpscentrum. Deze concentratiegebieden helpen daarnaast de overlast van het (uitgaans)publiek tot een klein gebied te beperken. In de overige centrumstraten is alleen een lichtere vorm van (dag)horeca gewenst
2.3.4 Visie herstructurering centrum Veghel (7 november 2019)
Naar aanleiding van de centrumvisie die in 2018 is vastgesteld, is de visie voor het centrum van Veghel verder uitgewerkt. Een hoofdstructuur met als basis de Hoofdstraat van Markt tot Meijerijplein vormde daarbij het uitgangspunt. In de visie Herstructurering centrum Veghel is aangegeven welke keuzes we maken en welke perspectieven er zijn voor deelgebieden die in de toekomst geen deel uitmaken van de centrumstructuur.
Bij de vaststelling van de centrumvisie voor Meierijstad, in december 2018, is voor het centrum van Veghel aangegeven dat de opgave dusdanig groot was dat hiervoor aanvullend onderzoek noodzakelijk was. Het actiepunt voor centrum Veghel was dan ook de gekozen ontwikkelrichting verder uit te werken. Wat duidelijk was, was dat de omvang van het winkelgebied fors verkleind zou moeten worden. Er zou volgens de berekeningen 11.000 m2 winkeloppervlak ingekrompen moeten worden. Het toekomstbestendige compacte centrum heeft een duidelijke ontmoetingsfunctie, inwoners moeten weer graag naar het centrum komen.
Een modellenstudie toonde aan dat dit op veel verschillende manieren mogelijk zou zijn. Een nieuwe hoofdstructuur met als basis de Hoofdstraat van Markt tot Meijerijplein vormde daarbij het uitgangspunt. Het doel was te komen tot een keuze van gebieden die deel uitmaken van de nieuwe compacte centrumstructuur, het bepalen van nieuwe perspectieven voor gebieden die geen deel uitmaken van deze compacte centrumstructuur en het creëren van draagvlak voor deze keuzes. Hieruit is in gezamenlijkheid de visie voor herstructurering van het Veghelse centrum voortgekomen.
Deze visie is getoetst bij ondernemers en vastgoedeigenaren. Het is duidelijk dat men zich bewust is van de noodzaak van herstructurering en men is op zoek naar een duidelijke visie. Er is behoefte aan regie. De visie wordt onderschreven, ondernemers en vastgoedeigenaren kunnen zich er over het algemeen in vinden, alhoewel er ook een groep ondernemers is die kritisch is ten opzichte van de voorgestelde structuur en keuzes. Op 7 november 2019 heeft de raad ingestemd met de 'Visie herstructurering centrum Veghel'.
Figuur 2.3.4.1 deelgebieden binnen de toekomstige centrumstructuur van Veghel (Visie herstructurering centrum Veghel)
De Molenstraat vormt vanwege de aanwezige horecavoorzieningen een aantrekkelijk deelgebied in de namiddag en avond. Deze (restaurant)straat blijft dan ook 'op de kaart', maar vormt nadrukkelijk een op zichzelf staand bezoekdoel (in de avonduren).
Voor de aan- en uitloopgebieden aan de randen van het compacte centrum (Hoogstraat, Stationsstraat, Meijerijstraat, Bolkenplein, De Kempen en Stadhuisplein) geldt dat het aantal publiekgerichte functies afgebouwd moet gaan worden, zodat er ruimte ontstaat voor een nieuwe (kansrijke) invulling. In hoeverre locaties zich lenen voor een transformatie naar (commerciële of maatschappelijke) dienstverlening of voor wonen zal per deelgebied afgewogen moeten worden.
2.3.5 Relatie met de Dienstenrichtlijn
Als onderdeel van de Europese Unie geldt ook in Meierijstad dat het vrije verkeer van goederen en diensten en de vrije vestiging van aanbieders van belang zijn. De Dienstenrichtlijn (2006/123) werkt door in de Nederlandse ruimtelijke ordening. Dat betekent dat beperkingen die voortvloeien uit een bestemmingsplan of omgevingsvergunning:
- 1. niet mogen discrimineren: de eisen maken geen (in)direct onderscheid naar nationaliteit of, voor vennootschappen, de plaats van hun statutaire zetel;
- 2. noodzakelijk zijn: de eisen zijn gerechtvaardigd om een dwingende reden van algemeen belang;
- 3. evenredig zijn: de eisen moeten geschikt zijn om het nagestreefde doel te bereiken, ze gaan niet verder dan nodig is om dat doel te bereiken, en dat doel kan niet met andere, minder beperkende maatregelen worden bereikt.
Dienstenrichtlijn: 1. non-discriminerend
Over non-discriminatie is weinig toe te lichten. In de ruimtelijke ordening worden met regelgeving geen lokale, regionale of nationale bedrijven voorgetrokken of achtergesteld. Het is wel zo dat inwoners met sociaal-economisch beleid gestimuleerd kunnen worden om ondernemer te worden. En dat eenmaal hier gevestigde bedrijven object worden van en vaak ook partner zijn in economisch beleid.
Dienstenrichtlijn: 2. noodzaak
Dat Nederlandse ruimtelijke ordening en detailhandelsbestemmingen in algemene zin noodzakelijk kunnen zijn, is gerechtelijk onderkend. Voor specifiek Meierijstad maakt een aantal factoren dat het gebruik van ruimtelijke regels gerechtvaardigd is om een dwingende reden van algemeen belang. Die dwingende reden is, kort gezegd, het behoud van vitale centra in de drie grootste kernen. Die vitale centra, zonder veel leegstand, vergen een concentratie van de detailhandel en van de horeca.
De centra van Sint-Oedenrode, Schijndel en Veghel zijn in een recent verleden uitgebreid: denk aan Borchgrave in Sint-Oedenrode, Kluisstraat in Schijndel, Stationsstraat – Molenstraat en Meijerijstraat – De Kempen in Veghel. Naar het zo toegevoegde winkelvloeroppervlak bleek onvoldoende vraag te zijn. Schijndel heeft hoe dan ook een langgerekte dorpsstructuur die een spreiding van commerciële voorzieningen in de hand heeft gewerkt.
De krimp van fysieke winkels, mede door de groei van internetwinkels en bezorgdiensten, wordt hard gevoeld in middelgrote gemeenten. Die gemeenten hadden in het verleden een centrumfunctie in hun subregio: je kon er gaan winkelen. Anders dan de grote steden lukt het middelgrote gemeenten meestal niet om beleving en funshoppen zo belangrijk te laten worden dat die het verminderde winkelen in direct verlengde van boodschappen doen kunnen compenseren. In Meierijstad is wel geïnvesteerd in het aanzien van de openbare ruimte in de centra, en organiseren winkeliers en horeca-exploitanten (met steun van de gemeente) animatie en evenementen. Maar deze beleving en funshoppen raken slechts een lokaal verzorgingsgebied. De vroegere opzet van de winkelgebieden, voor een bovenlokale verzorging, is dan te ruim.
Dienstenrichtlijn: 3. evenredigheid
Voor de evenredigheid is onderkend dat in algemene zin ruimtelijke regels over detailhandel, over branches daarin en maatvoeringen daarvan, geschikt zijn om een doel van vitale centra te (helpen) bereiken. Dat geldt ook voor Meierijstad omdat hier de noodzaak van concentratie prominent naar voren komt en voor dat concentreren het bestemmingsplan bij uitstek het Nederlandse instrument is. Met de ruimtelijke regels gaat Meierijstad niet verder dan nodig is om het doel te bereiken. De leegstand neemt nog niet af. Detailhandels- en horecabestemmingen worden niet dusdanig grootschalig of snel doorgehaald dat hierdoor bedrijven verplicht worden zich elders te vestigen (het overgangsrecht remt hier ook in).
De richting van het beleid is duidelijk, onze communicatie is helder en de ruimtelijke regels worden zeker gebruikt, maar dit laatste weloverwogen en behoedzaam. Het doel van vitale centra kan ook niet met andere, minder beperkende maatregelen, worden bereikt. Er zijn andere maatregelen, met name de inrichting en het beheer van de openbare ruimte in de centra, de verkeerscirculatie en het parkeren in en bij de centra, het stimuleren van centrummanagement en ondernemersverenigingen, maar die maatregelen op zich volstaan niet om leegstand tegen te gaan en de centra vitaal te houden.
2.3.6 Voorbereidingsbesluit omgevingsplan (8 april 2020)
In het voorbereidingsbesluit van de raad van 8 april 2020 is aangegeven dat de concentratie van commerciële voorzieningen zal doorwerken in de ruimtelijke ordening. In besluitvak 1 van dat voorbereidingsbesluit zijn aanloopstraten van de centra en solitaire winkels opgenomen:
- Borchmolendijk, Neulstraat, Borchgrave en Odaplein te Sint-Oedenrode;
- Hoofdstraat (uitgezonderd tussen enerzijds Groeneweg – Kluisstraat en anderzijds Akkerstraat, dat wil zeggen tot en met Hoofdstraat 135) te Schijndel;
- Frisselsteinstraat, Deken Van Miertstraat, Molenstraat (uitgezonderd horeca tussen Franciscanessenlaan en Meijerijstraat), Meijerijstraat, De Kempen en de Hoofdstraat (uitgezonderd tussen Markt en Meijerijstraat) te Veghel;
- Sluisstraat en Vondelstraat te Veghel;
- Zuidkade te Veghel, met uitzondering van nummers 1 en 3;
- Veghelsedijk 66-68 te Wijbosch.
Voor dit bestemmingsplan is dan ook onderzocht in hoeverre de bestemming van de genoemde locaties geactualiseerd kan worden. Daarbij speelt mee wat het actueel gebruik van een locatie is en welk initiatief eventueel al wordt ondernomen voor die locatie. Bij actueel gebruik voor detailhandel of horeca gaat het vooral om de aard van die detailhandel of horeca in relatie tot wat de bestemming mogelijk maakt. En bij initiatieven voor een ander ruimtelijk programma gaat het vaak om de relatie tot de woningbouwprogrammering en de parkeersituatie.
Hoofdstuk 3 Toelichting Van De Beleidskeuzes Per Gebied
3.1 Zone Sluisstraat - Heilig Hartplein Te Veghel
De in dit bestemmingsplan genoemde locaties aan het Heilig Hartplein en de Sluisstraat te Veghel behoren tot nog toe tot het plangebied van het bestemingsplan Veghel-West, deelgebied Eikelkamp-Hoogeind. Voor de nieuwe bestemmingsomschrijvingen is aansluiting gezocht bij de bestaande regels van het bestemingsplan Veghel-West, deelgebied Eikelkamp-Hoogeind.
Vanuit de centrum-, detailhandels- en horecavisies die zijn vastgesteld, geldt dat de Sluisstraat te Veghel niet behoort tot het centrum of de concentratiegebieden voor detailhandel en horeca. In de omgevingsvisie die in voorbereiding is, wordt de Sluisstraat aangeduid als gebiedstypologie VI. verstedelijkt (woon)gebied.
3.2 Zone Hoogstraat Te Veghel
De in dit bestemmingsplan genoemde locaties aan de Hoogstraat te Veghel behoren tot nog toe tot het plangebied van het bestemingsplan Veghel-West, deelgebied Hoogstraat-Oranjewijk. Vanuit de centrum-, detailhandels- en horecavisies die zijn vastgesteld, geldt de Hoogstraat niet als concentratiegebied voor winkels of horeca. Wel blijft de straat de verbinding tussen de Markt enerzijds en het cultuur- en foodcluster aan de Noordkade anderzijds.
In de omgevingsvisie die in voorbereiding is, worden de Hoogstraat en een deel van de Kolonel Johnsonstraat aangeduid als gebiedstypologie v. centrumstedelijk gebied. De redenen hiervoor zijn niet alleen de verbinding tussen Veghel-Centrum en Noordkade, maar ook de aanwezige cultuurhistorische waarden (villa's, boerderij, kapel) en het regelmatige gebruik bij evenementen.
3.3 Zone Meijerijstraat Te Veghel
De in dit bestemmingplan genoemde locatie aan de Meijerijstraat te Veghel behoort tot nog toe tot het plangebied van het bestemmingsplan Centrumgebied Veghel. Voor de nieuwe bestemmingsomschrijving is aansluiting gezocht bij de bestaande regels van het bestemingsplan Centrumgebied Veghel.
Vanuit de centrum-, detailhandels- en horecavisies die zijn vastgesteld, geldt dat in Veghel het noordelijke deel van de Molenstraat, het Bolkenplein, de Meijerijstraat, De Kempen en het oostelijke deel van de Hoofdstraat niet behoren tot het centrum of de concentratiegebieden voor detailhandel en horeca. In de omgevingsvisie die in voorbereiding is, wordt deze zone aangeduid als gebiedstypologie vi. verstedelijkt (woon)gebied.
3.4 Zone Vlas En Graan Te Veghel
De in dit bestemmingplan genoemde locatie aan Vlas en Graan te Veghel behoort tot nog toe tot het plangebied van het bestemmingsplan Centrumgebied Veghel. Vlas en Graan kan beschouwd worden als verbinding tussen Hoofdstraat en Stadhuisplein, en als achterzijde voor bijvoorbeeld winkels en een kerk aan de Hoofdstraat. In deze zone bevinden zich tal van woningen (appartementen). De toekomst van een binnenzwembad en een discount supermarkt in de zone zijn onderwerp van studie. Deze zone valt buiten de concentratiegebieden voor detailhandel en horeca volgens het actuele beleid.
3.5 Zone Udenseweg Te Veghel
De in dit bestemmingplan genoemde locatie aan de Udenseweg te Veghel behoort tot nog toe tot het plangebied van het bestemmingsplan Veghels Buiten – Noordoost. Het gaat om een bedrijfsperceel dat aan de voorzijde grenst aan het oude tracé van de N265 en dat zich achteraan in agrarisch gebied bevond. In de actuele situatie springen aan de voorzijde meer in het oog een halte van hoogwaardig openbaar vervoer, onderwijsinstellingen en de toegang tot de wijk De Bunders.
In de omgevingsvisie die in voorbereiding is, wordt deze zijde aangeduid als gebiedstypologie vi. verstedelijkt (woon)gebied. Achter het perceel wordt Veghels Buiten ontwikkeld. In de omgevingsvisie die in voorbereiding is, wordt deze zijde aangeduid als gebiedstypologie iii. landelijk gebied, verweving van functies.
3.6 Zone Molenstraat Te Veghel
De in dit bestemmingplan genoemde locaties aan de Molenstraat te Veghel behoren tot het plangebied van het bestemmingsplan Centrumgebied Veghel. Het gebied laat zich typeren als aanloopstraat naar het centrum waar nu een grote variëteit aan winkels, horeca en bedrijvigheid het straatbeeld bepalen. De Molenstraat tussen de Franciscanessenlaan en de Meijerijstraat kan tot Veghel-Centrum gerekend worden. Er zijn verschillende horeca-bedrijven gevestigd. Maar deze zone valt buiten het concentratiegebied voor detailhandel. De Molenstraat verderop, overgaand in de Stationsstraat, is duidelijker een aanloopstraat.
Het gebied kenmerkt zich door enkele sfeervolle historische panden van voor 1900 (Bijvoorbeeld het aanzienlijke woongebouw bij het kruispunt van de Meijerijstraat en de Molenstraat) en diverse pandjes die verspreid zijn gelegen door de Molenstraat en een oorsprong hebben in de jaren dertig van de vorige eeuw. De monumentaliteit wordt afgewisseld door enkele moderne panden uit de jaren vijftig en zestig en zelfs postmoderne ingrepen uit de huidige eeuw. Helaas behoort ook sporadische leegstand tot de plint van de huidige Molenstraat.
Het is de visie van de gemeente om horeca en detailhandel voornamelijk te concentreren in het centrum waardoor het straatbeeld van de Molenstraat op termijn minder chaotisch zal zijn en meer gericht op wonen zal worden. In de omgevingsvisie die in voorbereiding is wordt het noordelijke deel van de Molenstraat aangeduid als aanloopstraat. Het noordelijke gedeelte van de Molenstraat is tevens aan te duiden met de gebiedstypologieVI. Verstedelijkt (woon)gebied terwijl het zuidelijke gedeelte onder gebiedstypologiev. Centrumstedelijk gebied valt. Het kruispunt met de Meijerijstraat fungeert hierbij als de grens tussen de twee gebieden.
3.7 Zone Stationsstraat Te Veghel
De in dit bestemmingplan genoemde locatie aan de Stationsstraat te Veghel behoort tot het plangebied van het bestemmingsplan Vijverwijk-Burgemeester De Kuijperlaan. De Stationsstraat is een kenmerkende aanloopstraat waar veel gewoond wordt en waarin sporadisch (in mindere mate) detailhandel en horeca valt te ontdekken. Het straatbeeld wordt veelal bepaald door de sfeervolle jaren dertig woningen in het zuidelijk deel van de Stationsstraat en diverse modernere (en toch regionale) architectuurstijlen in het noorden van de Stationsstraat.
De verkeersader die door de Stationsstraat loopt zorgt hier voor substantieel verkeer en in lijn met de visie van de gemeente is het wenselijk om detailhandel en horeca in het centrum van Veghel te concentreren. Hiertoe is er gekeken naar de bestaande detailhandel, de hoeveelheid detailhandel in vierkante meters en de omschrijvingen van die detailhandel. In de omgevingsvisie die in voorbereiding is, wordt de gehele Stationsstraat getypeerd als een aanloopstraat waarop de gebiedstypologie VI. Verstedelijkt (woon)gebied van toepassing is.
3.8 Zone Borchmolendijk Te Sint-oedenrode
De Borchmolendijk is een oude straat in het centrum van Sint-Oedenrode in het verlengde van Heuvel en Markt en nog voor de oversteek over de Dommel. De straat behoort tot het plangebied van bestemmingsplan Centrum, herziening 2013 van de voormalige gemeente Sint-Oedenrode. Historische en beeldbepalende panden dragen bij aan het karakter van de straat.
In de toekomst zullen twee supermarkten een belangrijk aandeel hebben op het beeld van de Borchmolendijk. De Aldi en de Albert Heijn (wordt verplaatst vanaf de Markt). In de centrumvisie ligt dit deel van de Borchmolendijk buiten het centrumgebied waar centrumfuncties als detailhandel en horeca zich kunnen vestigen. Als aanloopstraat naar het centrum is een woonmilieu met dienstverlening of kleine kantoren op termijn voorstelbaar. In de omgevingsvisie die in voorbereiding is, wordt de Borchmolendijk getypeerd als VI. Verstedelijkt (woon)gebied.
3.9 Zone Hoofdstraat (Noordzijde) Te Schijndel
De hoofdader door Schijndel loopt van de Boschweg via de Hoofdstraat tot aan de Europalaan. Aan dit lange lint zijn van oudsher veel voorzieningen gehuisvest in de vorm van bedrijven, kantoren en andere publieksgerichte functies zoals horeca, detailhandel en dienstverlening. Tot op de dag van vandaag zijn langs dit lange lint nog voorzieningen aanwezig en pandjes in gebruik voor commerciële functies. Het gedeelte van dit gebied ten noorden van het winkel concentratiegebied wordt gekenmerkt door een afwisselend beeld van woningen en (publieksgerichte) commerciële functies en kwalificeert zich daarmee als aanloopstraat van het centrum. Kenmerkend voor deze zijde van de Hoofdstraat zijn de grotere bedrijvenlocaties die aan het lint liggen en waarvan sommigen nog herkenbaar zijn in het stedenbouwkundig beeld. Dit gedeelte van de Hoofdstraat ten noorden van het winkel concentratiegebied (centrum) is grotendeels gelegen binnen het bestemmingsplan 'Kom Schijndel 2013'. Een beperkt deel is gelegen binnen het geldende bestemmingsplan 'Centrumplan 2009'. Voor de nieuwe bestemmingsomschrijvingen is aansluiting gezocht bij de bestaande regels van het bestemmingsplan 'Kom Schijndel 2013'.
Vanuit de centrum-, detailhandels- en horecavisie die zijn vastgesteld, geldt dat dit gedeelte van de Hoofdstraat niet behoort tot het centrum of de concentratiegebieden voor detailhandel en horeca. In de omgevingsvisie die in voorbereiding is, wordt dit deel van de Hoofdstraat aangeduid als gebiedstypologie VI. verstedelijkt (woon)gebied.
3.10 Zone Hoofdstraat (Zuidzijde) Te Schijndel
De hoofdader door Schijndel loopt van de Boschweg via de Hoofdstraat tot aan de Europalaan. Aan dit lange lint zijn van oudsher veel voorzieningen gehuisvest in de vorm van bedrijven, kantoren en andere publieksgerichte functies zoals horeca en detailhandel. Tot op de dag van vandaag zijn langs dit lange lint nog voorzieningen aanwezig en pandjes in gebruik voor publieksgerichte functies. Het gedeelte van dit gebied ten zuiden van het winkel concentratiegebied is gelegen binnen de bestemmingsplannen 'Centrumplan 2009', 'Hoofdstraat 162-164', 'Molenstraat e.o.' en 'Kom Schijndel 2013'. Dit gebied wordt gekenmerkt door een afwisselend beeld van woningen en (publieksgerichte) commerciële functies en kwalificeert zich daarmee als aanloopstraat van het centrum. Kenmerkend voor deze zijde van de Hoofdstraat zijn een aantal prachtige monumentale villa's en andere authentieke en voor Schijndel kenmerkende gebouwen, die aan het lint liggen. Verder mag aan deze zijde van de Hoofdstraat het Jansenpark langs het lint niet onbenoemd blijven. Voor de nieuwe bestemmingsomschrijvingen is waar mogelijk aansluiting gezocht bij de bestaande regels van de vigerende bestemmingsplannen. Waar dit niet mogelijk bleek is aansluiting gezocht bij de plansystematiek van bestemmingsplan 'Kom Schijndel 2013'.
Vanuit de centrum-, detailhandels- en horecavisie die zijn vastgesteld, geldt dat dit gedeelte van de Hoofdstraat niet behoort tot het centrum of de concentratiegebieden voor detailhandel en horeca. In dit kader specifiek aandacht voor het gedeelte van de Hoofdstraat ter hoogte van het Catharinaplein tot aan de Akkerstraat. Dit gebiedje behoorde in de voormalige gemeente Schijndel onderdeel uit van het kernwinkelgebied zoals dat op basis van de Detailhandelsvisie was geformuleerd. Op basis van de nu geldende Centrumvisie Meierijstad is het winkelconcentratiegebied compacter geworden en wordt dit deel thans gekwalificeerd als aanloopgebied naar het centrum. In de omgevingsvisie die in voorbereiding is, wordt de zone Hoofdstraat zuidzijde aangeduid als gebiedstypologie VI. verstedelijkt (woon)gebied. Het gebiedje rondom het Catharinaplein wordt vooralsnog aangemerkt als gebiedstypologie IV. Centrumdorps gebied.
Hoofdstuk 4 Toelichting Van De Aanpassingen Per Locatie
4.1 Heilig Hartplein 36, 37, 38 Te Veghel
De locaties Heilig Hartplein 36, 37, 38 te Veghel zijn feitelijk woningen. Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast om detailhandel en horeca uit te sluiten.
4.2 Heilig Hartplein 39 En De Sluisstraat 1, 1a, 1b Te Veghel
De locatie van het Heilig Hartplein 39 en de Sluisstraat 1, 1a, 1b te Veghel is al, op basis van een omgevingsvergunning, omgevormd tot een woonblok. Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast om detailhandel en horeca uit te sluiten.
4.3 Sluisstraat 17, 17a, 17b Te Veghel
De locatie van de Sluisstraat 17, 17a, 17b te Veghel is al, op basis van een omgevingsvergunning, omgevormd tot een woongebouw. Nu wordt de bestemming 'Detailhandel' omgezet in 'Wonen'.
4.4 Sluisstraat 19 Te Veghel
Het monumentale pand aan de Sluisstraat 19 te Veghel is gerenoveerd en heeft een eigentijds gebruik gekregen: een kunsthandel. En met een omgevingsvergunning is er een woning gecreëerd. Nu wordt de bestemming 'Detailhandel' omgezet in een bestemming 'Gemengd' en een functieaanduiding 'wonen' vastgelegd. De bestemmingsomschrijving houdt een positieve bestemming in van de kunsthandel, maar sluit andere detailhandel uit.
4.5 Sluisstraat 27 Te Veghel
Op de locatie aan de Sluisstraat 27 te Veghel bevinden zich een winkel op de begane grond en een woning. Nu wordt de bestemming 'Detailhandel' aangepast om vormen van detailhandel uit te sluiten die zeker te concentreren zijn in het centrum. De bestemmingsomschrijving houdt een positieve bestemming in van de aanwezige winkel. De functieaanduiding 'wonen' wordt behouden.
4.6 Sluisstraat 29, 31 Te Veghel
Het monumentale pand aan de Sluisstraat 29 en 31 te Veghel wordt bewoond. In een deel van het pand bevindt zich een kleinschalige kantoorfunctie. Nu wordt de bestemming 'Detailhandel', met al een functieaanduiding 'wonen', omgezet in een bestemming 'Wonen'. Voor de nieuwe bestemmingsomschrijving wordt voor de uitoefening van het aanwezige uitzendbureau een aanduiding 'dienstverlening' opgenomen. Deze nevenfunctie willen we in dit pand niet onnodig belemmeren.
4.7 Sluisstraat 32 Te Veghel
Op de locatie aan de Sluisstraat 32 te Veghel is er een leegstaande snackbar en er wordt gewoond. Nu wordt de bestemming 'Horeca' omgezet in 'Wonen'. Er bestaat particuliere belangstelling om op deze locatie verder in wonen of dienstverlening te investeren. Dat initiatief wordt dan getoetst aan onder andere het parkeerbeleid.
4.8 Sluisstraat 33 Te Veghel
Op de locatie aan de Sluisstraat 33 te Veghel bevinden zich een winkel en werkplaats op de begane grond en een woning. Nu wordt de bestemming 'Detailhandel' aangepast om die vormen van detailhandel uit te sluiten die zeker te concentreren zijn in het centrum. De bestemmingsomschrijving houdt een positieve bestemming in van de aanwezige fietsenhandel. De functieaanduiding 'wonen' wordt behouden.
4.9 Hoogstraat 5 En 7 Te Veghel
Aan de Hoogstraat te Veghel was op de nummers 5 en 7 voorheen een winkel gevestigd met boeken, tijdschriften, kantoor-, kunst- en hobby-benodigdheden en delicatessen. Intussen is het winkelpand verbouwd tot kantoorverzamelgebouw. Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast om detailhandel en horeca uit te sluiten.
4.10 Hoogstraat 15, 15a, 15b, 15c, 15d, 15e Te Veghel
Aan de Hoogstraat te Veghel is op de nummers 15, 15a, 15b, 15c, 15d, 15e een winkelruimte op de begane grond met daarboven twee woonlagen. De winkelruimte is leeg komen staan. Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast om detailhandel en horeca uit te sluiten. Er blijven nog andere vormen van exploitatie over voor dit vastgoed.
4.11 Hoogstraat 19, 19a, 19b Te Veghel
Op de locatie aan de Hoogstraat 19, 19a, 19b te Veghel is op de begane grond een winkel gevestigd met daarboven twee woonlagen. Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast om horeca uit te sluiten en om die vormen van detailhandel uit te sluiten die zeker te concentreren zijn in het centrum. De bestemmingsomschrijving houdt een positieve bestemming in van de aanwezige winkel.
4.12 Hoogstraat 21 Te Veghel
Op de locatie aan de Hoogstraat 21 te Veghel bevindt zich een rijksmonumentale, bewoonde boerderij. Deze locatie wordt gebruikt voor feesten, seminars en vergaderingen. Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast om detailhandel uit te sluiten. Ook andere horeca dan het huidige gebruik wordt uitgesloten.
4.13 Beatrixsingel 1c Te Veghel
Op de locatie aan de Beatrixsingel 1c te Veghel bevindt zich een praktijk voor orthodontie. Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast om detailhandel, horeca en kantoren uit te sluiten. De bestemmingsomschrijving houdt een positieve bestemming in van de aanwezige praktijk, en biedt de eigenaar nog gelegenheid voor mogelijk ander gebruik.
4.14 Meijerijstraat 1 Te Veghel
De locatie Meijerijstraat 1 te Veghel betreft een reisbureau. Het is een commerciële ruimte in de plint van een appartementengebouw. Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast om detailhandel uit te sluiten. Voor deze commerciële ruimte blijven andere functies wel mogelijk. De bestemmingsomschrijving houdt een positieve bestemming in van het aanwezige reisbureau.
4.15 Vlas En Graan 146 Te Veghel
Voor de locatie Vlas en Graan 146 te Veghel is een omgevingsvergunning verleend om winkelruimte te verbouwen voor huisvesting. In aansluiting bij die vergunning wordt de bestemming 'Gemengd' veranderd in 'Wonen'.
4.16 Udenseweg 8 Te Veghel
De locatie Udenseweg 8 te Veghel betreft een bedrijf in bloemen en planten. Onder de bestemming 'Agrarisch' worden nu de mogelijkheden van de functieaanduiding 'detailhandel' aangepast. De mogelijkheid van veehouderij wordt geschrapt. De bestemmingsomschrijving houdt een positieve bestemming in van het aanwezige bedrijf met zijn bedrijfswoning en kas.
4.17 Stationsstraat 36 Te Veghel
Op de locatie Stationsstraat 36 te Veghel is een bakkerij gevestigd. Nu wordt de bestemming 'Detailhandel' veranderd zodat de ter plaatse toegestane detailhandel beperkt wordt tot detailhandel op de begane grond, in de vorm van detailhandel in levensmiddelen, uitgezonderd een supermarkt.
4.18 Stationsstraat 45 Te Veghel
Op Stationsstraat 45 te Veghel is een woning aanwezig. Nu wordt de bestemming 'Kantoor' veranderd in 'Wonen'.
4.19 Stationsstraat 47 Te Veghel
Op Stationsstraat 47 te Veghel is een beeldbepalende woning aanwezig. Nu wordt de bestemming 'Kantoor' veranderd in 'Wonen'.
4.20 Molenstraat 26, 26a Te Veghel
De locatie Molenstraat 26 betreft een winkel in motorkleding en er is een woning aanwezig in de vorm van appartement Molenstraat 26a. Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast door detailhandel te beperken tot een winkel in 'motorkleding en accessoires bij motorkleding en voor motorfietsen'.
4.21 Molenstraat 38a Te Veghel
De locatie Molenstraat 38a betreft een pand wat momenteel op de begane grond leeg staat. Op de verdiepingen zijn appartementen aanwezig. Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast door de functieaanduidingen 'detailhandel' te verwijderen.
4.22 Molenstraat 40 Te Veghel
De locatie Molenstraat 40 betreft een beeldbepalend pand wat momenteel leeg staat op de begane gronden wordt nu tijdelijk gebruikt vanuit de kringloopwinkel. Op de verdieping is met hetzelfde adres een woning aanwezig. Het pand kent al langere tijd geen volwaardig commercieel gebruik en nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast door de functieaanduiding 'detailhandel' te verwijderen.
4.23 Molenstraat 44, 44a, 46 Te Veghel
De locatie Molenstraat 46 te Veghel betreft een interieurwinkel met daar boven twee appartementen. Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast om detailhandel te beperken tot een winkel in 'woninginrichting en projectinrichting'.
4.24 Meijerijstraat 51, 53, 54 T/m 67 Te Veghel
Op de locatie Meijerijstraat 51 te Veghel is een broodjeszaak aanwezig. Op Meijerijstraat 53 is een kapsalon aanwezig. Op de verdiepingen boven deze commerciële ruimten zijn er appartementen. Binnen de bestemming 'Gemengd' is voor de broodjeszaak geen aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 1b' aanwezig. Deze functieaanduiding wordt toegevoegd.
4.25 Molenstraat 27, 27a Te Veghel
De locatie Molenstraat 27 te Veghel betreft een beeldbepalend pand met daarin een winkel in breiwol, handwerken en fournituren, met daarboven wonen (27a). Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast door detailhandel te beperken tot een winkel in ''stoffen, naai- en breibenodigdheden'.
4.26 Molenstraat 25, 25a Te Veghel
De locatie Molenstraat 25 te Veghel betreft gemeentelijk monument met daarin een winkel in fotografische artikelen, met daarboven wonen (25a). Nu wordt de bestemming 'Gemengd' aangepast door detailhandel te beperken tot een winkel in 'foto, film en accessoires voor foto en film' .
4.27 Markt 14 Sint-oedenrode
In het bestemmingsplan Centrum, herziening 2013 is geregeld dat "Ten aanzien van de winkelfunctie geldt, dat publieksingang en - uitgang aan de voorzijde van de winkel moet zijn gesitueerd." Dit pand ligt op de hoek Markt met de Neulstraat. Bij een hoekpand kan onduidelijkheid bestaan over wat de voorgevel is. Nu wordt aangegeven dat hier de voorzijde naar de Markt is georiënteerd en niet naar de Neulstraat.
4.28 Borchmolendijk 15, 15a, 15b, 15c Te Sint-oedenrode
Op de locatie Borchmolendijk 15, 15a, 15b en 15c is een appartementencomplex aanwezig. Omdat de huidige bestemming 'Centrum' alleen wonen op de verdieping toestaat, wordt toegevoegd dat wonen in de vorm van 'gestapelde woningen' toegestaan wordt (bouwaanduiding 'gestapeld').
4.29 Borchmolendijk 17, 17a Te Sint-oedenrode
Op de locatie Borchmolendijk 17 en 17a te Sint-Oedenrode is een accountantskantoor en een salarisadviesbureau aanwezig op de begane grond en op de verdieping. Omdat de huidige bestemming 'Centrum' alleen dienstverlening op de begane grond toestaat, wordt voor deze locatie toegevoegd dat dit ook op de verdieping toegestaan is (functieaanduiding 'dienstverlening').
4.30 Borchmolendijk 19, 19a Te Sint-oedenrode
Op de locatie Borchmolendijk 19 en 19a te Sint-Oedenrode is in een beeldbepalend pand een stichting gevestigd die het bevoegd gezag vormt voor zeven katholieke basisscholen en een adviesbureau op het gebied van management en bedrijfsvoering aanwezig op de begane grond en op de verdieping. Omdat de huidige bestemming 'Centrum' alleen dienstverlening op de begane grond toestaat, wordt voor deze locatie toegevoegd dat dit ook op de verdieping toegestaan is (functieaanduiding 'dienstverlening').
4.31 Borchmolendijk 21, 21a, 23, 23a, 25, 25a Te Sint-oedenrode
Op de locatie Borchmolendijk 21, 21a, 23, 23a, 25, 25a is een appartementencomplex aanwezig. Omdat de huidige bestemming 'Centrum' alleen wonen op de verdieping toestaat, wordt toegevoegd dat wonen in de vorm van 'gestapelde woningen' toegestaan wordt (bouwaanduiding 'gestapeld').
4.32 Borchmolendijk 32 Te Sint-oedenrode
Op de locatie Borchmolendijk 32 te Sint-Oedenrode is een pizzeria aanwezig en wordt er gewoond. Deze locatie komt niet voor in bijlage 2 van de regels van het geldende plan 'Centrum, herziening 2013', waarin alle toegestane horeca binnen het plangebied staat. Nu wordt een functieaanduiding 'horeca' toegevoegd om het aanwezige restaurant toe te staan.
4.33 Hoofdstraat 5-5a Te Schijndel
Op de locatie Hoofdstraat 5-5a te Schijndel is omgevingsvergunning verleend voor het omzetten van een winkel (praktijkruimte) met woonhuis naar in totaal twee appartementen, één op de begane grond en één op de verdieping. Nu wordt de bestemming 'Gemengd' veranderd naar 'Wonen' met de bouwaanduiding 'gestapeld' conform de verleende omgevingsvergunning. Daarmee komen de mogelijkheden voor uitoefenen van detailhandel, dienstverlening en een praktijkruimte te vervallen.
4.34 Hoofdstraat 7, 7a, 7b, 9, 9a, 9b Te Schijndel
Op de locatie Hoofdstraat 7, 7a, 7b, 9, 9a, 9b te Schijndel was voorheen een garagebedrijf gevestigd en is in 2013 maatwerkbestemming 'Gemengd-4' opgenomen voor de op dat moment voorkomende functies. Op Hoofdstraat 7, 7b en 9 (het aan de Hoofdstraat gelegen gedeelte van het pand) is detailhandel mogelijk via een functieaanduiding 'detailhandel'. Op Hoofdstraat 7 is deze detailhandel aanwezig in de vorm van een fietsenwinkel en op Hoofdstraat 7b zit een winkel in scooters en bromfietsen. Op Hoofdstraat 9 te Schijndel is een bedrijf in het verzorgen van exclusieve ballonvaarten aanwezig. Nu wordt de functieaanduiding 'detailhandel' veranderd, zodat detailhandel op Hoofdstraat 9 niet langer mogelijk is. Dit heeft voor de aanwezige bedrijfsvoering geen gevolgen. De functieaanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg' blijft aanwezig voor het tankstation dat ter plaatse aanwezig is.
4.35 Hoofdstraat 11 Te Schijndel
Op de locatie Hoofdstraat 11 te Schijndel is een bedrijf in vrijetijdsbesteding aanwezig in de vorm van een escaperoom. Nu wordt de bestemming '' veranderd naar 'Cultuur en ontspanning', waarmee de bestaande activiteiten geborgd worden.
4.36 Hoofdstraat 43 En 45 Te Schijndel
Op de locatie Hoofdstraat 43 en 45 te Schijndel bevindt zich een dienstverleningscentrum annex kantoorverzamelgebouw, op de begane grond en op de verdieping. Binnen de geldende bestemming 'Gemengd' is bepaald dat het uitoefenen van kantoren en dienstverlening uitsluitend op de begane grond plaats mag vinden. Nu wordt toegevoegd dat kantoren ook toegestaan zijn op de verdieping voor deze locatie.
4.37 Hoofdstraat 141 Te Schijndel
Op de locatie Hoofdstraat 141 te Schijndel is een dagbesteding voor verstandelijk gehandicapten aanwezig. Onderdeel van de activiteiten bestaat uit het verkopen van zelfgemaakte producten. Nu wordt de bestemming 'verspreide voorzieningen' met functieaanduiding 'kantoor' veranderd naar de bestemming 'Maatschappelijk’ met de aanduiding ‘ondergeschikte detailhandel’. Hiermee wordt de verleende omgevingsvergunning verwerkt in het bestemmingsplan.
4.38 Hoofdstraat 143, 143a Te Schijndel
Op de locatie Hoofdstraat 143, 143a te Schijndel is een kapper gevestigd. Nu wordt de bestemming 'verspreide voorzieningen' met functieaanduiding 'detailhandel' gewijzigd in een bestemming 'Gemengd' met mogelijkheden tot het uitoefenen van dienstverlening en kantoren op de begane grond en voor wonen.
4.39 Hoofdstraat 177 Te Schijndel
Het pand op de locatie Hoofdstraat 177 te Schijndel is in gebruik voor wonen, in de vorm van een vrijstaande woning. Nu wordt de bestemming 'Maatschappelijk' veranderd naar 'Wonen’ en daarmee de omgevingsvergunning geborgd in het bestemmingsplan.
4.40 Hoofdstraat 192 Te Schijndel
Het gemeentelijke monument Hoofdstraat 192 te Schijndel is in gebruik als kinderdagverblijf. Nu wordt de bestemming veranderd van 'Wonen' naar 'Maatschappelijk'.
4.41 Catharinaplein 27-01 T/m 27-12 Te Schijndel
Aan het Catharinaplein (grenzend aan de Hoofdstraat) is een appartementencomplex in 3 bouwlagen voor in totaal 12 appartementen gerealiseerd. Nu wordt de bestemming 'Centrum' gewijzigd naar 'Wonen' conform de verleende omgevingsvergunning.
Hoofdstuk 5 Juridische Opzet Van Het Plan
5.1 Inleiding
Dit bestemmingsplan betreft een zogenaamd ‘paraplubestemmingsplan’. Dit houdt in dat meerdere vigerende bestemmingsplannen tegelijkertijd worden herzien op een specifiek onderdeel. Dit betekent dat de vigerende bestemmingsplannen voor alle overige onderdelen van kracht blijven en alleen de bepalingen met betrekking tot een specifiek onderwerp partieel worden herzien of toegevoegd. Dit bestemmingsplan stelt de andere bestemmingsplannen ten aanzien van dit onderwerp buiten werking of vult de regels aan en bepaalt daarmee voor het gehele grondgebied van de gemeente Meierijstad het te volgen beleid met betrekking tot deze onderwerpen.
5.2 Methodiek
De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. Voor de systematiek is aangesloten op de Standaard voor Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012).
5.3 Planregeling
Bij het opstellen van de regels is zoveel mogelijk aangesloten op de bestaande regelingen die gelden voor de betreffende locaties die genoemd zijn in Hoofdstuk 4. Indien onderdelen niet meer actueel waren, is ervoor gekozen om harmonisatie toe te passen. Zo wordt bijvoorbeeld voor de gebruiksmogelijkheden binnen de bestemming 'Wonen' aangesloten op de regeling die in het bestemmingsplan 'Harmonisatie van diverse regelingen (laaghangend fruit)' opgenomen is en zijn ook de begripsbepalingen en de toepassing van de parkeernormen uit de gemeentelijke parkeernota van Meierijstad geborgd in dit plan.