Veghels Buiten Noordoost
Bestemmingsplan - Gemeente Meierijstad
Vastgesteld op 27-06-2024 - geheel in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
het bestemmingsplan Veghels Buiten Noordoost met identificatienummer NL.IMRO.1948.VHL004BP0012022M-VG01 van de gemeente Meierijstad;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 aaneengebouwde woning
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde een gestapelde woning;
1.6 achtergevel
een van de weg afgekeerde gevel van een woning die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel;
1.7 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.8 bed & breakfast
een kleinschalige verblijfsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt;
1.9 beroep of bedrijf aan huis
het beroepsmatig of bedrijfsmatig verlenen van diensten of het bedrijfsmatig uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, niet zijnde detailhandel (met uitzondering van internetwinkels zonder afhaalpunt of showroom), horeca en seksuele dienstverlening en dat op kleine schaal in een woning en of in het bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend;
1.10 bestaand
- bij bebouwing: bebouwing zoals legaal aanwezig conform het ter plaatse geldende bestemmingsplan, dan wel en onherroepelijke omgevingsvergunning voor het bouwen op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, dan wel bebouwing die mag worden gebouwd krachtens of bij de Woningwet;
- bij gebruik: gebruik zoals legaal aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen conform het voorheen geldende bestemmingsplan, dan wel op basis van een verleende onherroepelijke omgevingsvergunning;
1.11 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.12 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.13 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw of functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar wel of niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
aanbouw: een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig, (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan en in een directe verbinding staat met het hoofdgebouw en een toevoeging van een afzonderlijke ruimte inhoudt;
aangebouwd bijgebouw: een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig, (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan en niet in een directe verbinding staat met het hoofdgebouw en een toevoeging van een afzonderlijke ruimte inhoudt;
vrijstaand bijgebouw: een vrijstaand gebouw dat zowel in bouwkundig (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
uitbouw: een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk van één bouwlaag een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan en in een directe verbinding staat met het hoofdgebouw en een vergroting van een bestaande ruimte inhoudt.
1.14 binnenplaatsgebouw
een gebouw bestaande uit één of meerdere grondgebonden woningen, gesitueerd op een bouwperceel binnen de bestemming 'Woongebied - Buitenhof', dat niet grenst aan één of meer van de volgende bestemmingen 'Agrarisch', 'Groen', 'Bos' en 'Water';
1.15 bosbaken
een gebouw dat een ruimtelijk-stedenbouwkundig accent vormt binnen de bestemming 'Woongebied -Bosbuurt';
1.16 bouwperceel
aaneengesloten (virtueel) vlak waarop functioneel bij elkaar behorende bebouwing en voorzieningen worden geconcentreerd, bestaande uit een bouwvlak, waarbinnen de gebouwen zijn toegelaten, met de direct daaraan grenzende gronden waar ook bouwwerken geen gebouwen zijnde en vergunningvrije bouwwerken zijn toegestaan;
1.17 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.18 bruto vloeroppervlakte
de totale binnen een gebouw beschikbare vloeroppervlakte inclusief die van eventuele verdiepingen;
1.19 buitenhofbaken
een gebouw dat een ruimtelijk-stedenbouwkundig accent vormt binnen de bestemming 'Woongebied -Buitenhof';
1.20 buitenhofgebouw
een gebouw bestaande uit één of meerdere grondgebonden woningen, gesitueerd op een bouwperceel binnen de bestemming 'Woongebied - Buitenhof', dat grenst aan of georiënteerd is op de landschapszijde;
1.21 carport
een vrijstaand of aangebouwd bouwwerk ten behoeve van de stalling van (motor)voertuigen, bestaande uit een gesloten dakconstructie, ondersteund door palen of kolommen; de wanden van de bebouwing waartegen wordt aangebouwd kunnen als ondersteuningsconstructie fungeren;
1.22 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.23 eindwoning
woning die het einde vormt van een blok van minimaal drie aaneengebouwde woningen;
1.24 entreegebouw
een woongebouw, bestaande uit één of meerdere grondgebonden woningen, gesitueerd aan de entree van een erf of woongebied;
1.25 erfwoongebouw
een woongebouw, bestaande uit één of meerdere grondgebonden woningen, gesitueerd op een bouwperceel binnen de bestemming 'Woongebied - Erf', niet zijnde een entreegebouw;
1.26 extensief recreatief medegebruik
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, spelen, paardrijden, vissen, zwemmen, natuurobservatie, dierenweides, heemtuinen en beeldentuinen;
1.27 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.28 geluidsgevoelige functie
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;
1.29 geluidsgevoelige objecten
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
1.30 geluidsgevoelige ruimte
een ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van ten minste 11 m2;
1.31 geschakelde woning
woningen waarvan de hoofdgebouwen door middel van bijbehorende bouwwerken met elkaar zijn verbonden;
1.32 gestapelde woning
geheel of gedeeltelijk boven en/of onder elkaar gelegen woningen in een gebouw of complex van gebouwen;
1.33 grondgebonden woning
een vrijstaande, aaneengebouwde, twee-aaneengebouwde, geschakelde of rug-aan-rug gebouwde woning met een zich op hetzelfde bouwperceel bevindend tuin en/of erf;
1.34 hobbymatig agrarisch grondgebruik
het telen van gewassen, waaronder agrarische houtteelt, en/of het houden en/of fokken van dieren, zonder winstoogmerk;
1.35 hoofdgebouw
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het bouwperceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
1.36 horeca
bedrijfsmatig verstrekken van dranken of etenswaren voor gebruik ter plaatse of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, nader te onderscheiden in:
1a Lichte daghoreca:
horecabedrijven die qua exploitatievorm primair gericht zijn op de ochtend en middag en waarbij openingstijden veelal zijn afgestemd op openingstijden van andere dagvoorzieningen (zoals winkels en musea) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken.
1b Lichte avondhoreca:
horecabedrijven die in beginsel overdag en ‘s avonds geopend zijn (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken.
2 Middelzware horeca:
horecabedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken;
3 Zware horeca:
horecabedrijven die voor een goed functioneren ook ‘s nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen.
4 Logiesverstrekker:
horecabedrijven die geheel of in overwegende mate zijn gericht op het verstrekken van nachtverblijf.
1.37 huishouden
een persoon, of groep personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voert. Indien het huishouden uit twee of meer personen bestaat, betreft het een leefvorm of samenlevingsvorm met een continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid.
Kenmerken van continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid zijn:
- voor onbepaalde tijd samenleven;
- een ieder neemt deel aan het gezinsleven, bijvoorbeeld samen eten en verdeling huishoudelijke taken;
- eigen kamer, maar gemeenschappelijk sanitair, keuken en woonkamer;
- personen worden niet door instelling geplaatst, er vindt geen behandelingstraject plaats.
Bedrijfsmatige kamerverhuur valt niet onder het begrip 'huishouden'.
1.38 kamerverhuur
het opdelen van een woning in twee of meer onzelfstandige wooneenheden óf het opdelen van een woning in één zelfstandige en één of meer onzelfstandige wooneenheden;
1.39 kantoor
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
1.40 kloosterbaken
een gebouw, of ensemble van gebouwen dat fungeert als baken en zich onderscheidt ten opzichte van de overige bebouwing / gebouwen binnen de bestemming 'Woongebied - Klooster', in massa en hoogte;
1.41 kloosterhoven
een gebouw bestaande uit één of meerdere grondgebonden en/of gestapelde woningen, gesitueerd op een bouwperceel binnen de bestemming 'Woongebied - Klooster';
1.42 landschappelijke waarden
de relatieve betekenis van de elementen die de opbouw van het landschap bepalen, zoals terreinvormen, hoogteligging, beplantingen, wegen, watergangen en bebouwing, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;
1.43 landschapszijde
naar de bestemmingen 'Agrarisch', 'Groen', 'Bos' en/of 'Water' gekeerde zijde(n) van een bouwperceel, voor zover er geen sprake is van (een) tussenliggend(e) bouwperce(e)l(en);
1.44 medische dienstverlening
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van medische diensten aan derden, waaronder zijn begrepen tandarts-, dokters- en fysiotherapiepraktijken en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen;
1.45 nevengebouw
een gebouw, niet bestaande uit woningen, gesitueerd binnen een woongebied, niet behorende tot het bouwperceel van één woning;
1.46 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
1.47 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder eigen wanden dat aan tenminste een deel van één zijde een gesloten wand kent, waaronder begrepen een carport;
1.48 peil
- voor hoofdgebouwen: het bouwkundige peil dat gelijk is aan de wegkruin van de voorliggende weg of, indien niet direct aan een weg gebouwd wordt, de bestaande gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkt terrein;
- voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken: de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer van het hoofdgebouw;
- in overige gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitend afgewerkt terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven;
- indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil.
1.49 perceelsgrens
een grenslijn tussen bouwpercelen onderling;
1.50 poortgebouw
een gebouw met afwijkende maatvoering ter accentuering van de entree van een woongebied, bestaande uit één of meerdere grondgebonden en/of gestapelde woningen, gesitueerd op een bouwperceel binnen de bestemming 'Woongebied - Buitenhof';
1.51 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.52 rug aan rug gebouwde woning
woningen, waarvan de achtergevel van het hoofdgebouw tegen de achtergevel van een andere woning is gebouwd;
1.53 seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.54 twee-aaneengebouwde woning
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen, alsmede door garages geschakelde woningen waarbij het hoofdgebouw aan één zijde op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd mag worden;
1.55 voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
1.56 voorgevellijn
de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw of nevengebouw is gebouwd;
1.57 vrijstaande woning
een woning waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan, en niet door middel van bijbehorende bouwwerken met een andere woning is verbonden;
1.58 water
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, etc.;
1.59 waterhuishoudkundige voorzieningen
waterhuishoudkundige voorzieningen zijn voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit;
1.60 woning
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.61 woongebouw
een gebouw, bestaande uit één of meerdere woningen;
1.62 zijerf
het gedeelte van een erf, gelegen tussen (het verlengde van) de zijgevel van een hoofdgebouw en de zijdelingse bouwperceelsgrens;
1.63 zijgevel
een gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de achtergevel of voorgevel;
1.64 zorgwoning
al dan niet zelfstandige woningen die geschikt en bedoeld zijn voor bewoners met een zorgbehoefte, die al dan niet een huishouden vormen, inclusief ondergeschikte en ondersteunende voorzieningen, zoals zorgvoorzieningen, gemeenschappelijke (ontmoetings)ruimten, kantine/pantry en dienstverlening.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot (bouw)perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2 Bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 Breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
2.4 Dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.5 Goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.6 Oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7 Inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. behoud, versterking en ontwikkeling van abiotische, landschappelijke, cultuurhistorische en aardkundige waarden;
- b. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- c. voedselbossen;
- d. volkstuinen;
- e. speelvoorzieningen;
- f. extensief recreatief medegebruik;
- g. voet- en fietspaden;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, nutsvoorzieningen;
- j. ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden', tevens voor de aanleg en instandhouding van landschappelijke inpassing van het aangrenzende bouwperceel;
- k. een doorgaande gebiedsontsluitingsweg voor gemotoriseerd verkeer van maximaal 2x1 rijstrook, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - lint';
- l. buurtontsluitingswegen voor gemotoriseerd verkeer van maximaal 2x1 rijstrook, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - buurt';
- m. parkeervoorzieningen en kiss&ride ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' na toepassing van de om 24.3 en/of 24.4 bevoegdheid c.q. bevoegdheden.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Bos
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen;
- b. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van bos;
- c. behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van landschappelijke, ecologische en/of cultuurhistorische waarden;
- d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- e. voet- en fietspaden;
- f. beeldende kunstwerken;
- g. speelvoorzieningen;
- h. bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen;
- i. een doorgaande gebiedsontsluitingsweg voor gemotoriseerd verkeer van maximaal 2x1 rijstrook, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - lint';
- j. buurtontsluitingswegen voor gemotoriseerd verkeer van maximaal 2x1 rijstrook, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - buurt'.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van sport- en speeltoestellen bedraagt ten hoogste 5 m;
- c. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - lint' en 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - buurt' bedraagt ten hoogste 8 meter;
- d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
Artikel 5 Gemengd
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. opslag/beheer ten dienste van agrarisch gebruik van omliggende gronden;
- b. detailhandel en/of horeca, in categorie 1a dan wel 1b, inclusief daarbij behorende terrassen;
- c. kantoren;
- d. een schuilgelegenheid voor dieren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuilgelegenheid';
- e. groenvoorzieningen;
- f. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. tuinen en erven.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Groen
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en voet- en fietspaden;
- b. bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen;
- c. een doorgaande gebiedsontsluitingsweg voor gemotoriseerd verkeer van maximaal 2x1 rijstrook, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - lint'.
6.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van sport- en speeltoestellen bedraagt ten hoogste 5 m;
- c. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - lint' bedraagt ten hoogste 8 meter;
- d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
Artikel 7 Verkeer
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen met ten hoogste 2 rijstroken, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden;
- b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, water en waterberging.
7.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 3 meter.
7.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 8 Water
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- b. taluds, bermen, oevers, beschoeiingen en onderhoudspaden;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. een doorgaande gebiedsontsluitingsweg voor gemotoriseerd verkeer van maximaal 2x1 rijstrook, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - lint'.
- e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken, kademuren, bruggen, steigers, dammen en/of duikers.
8.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd;
- b. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - lint' bedraagt ten hoogste 8 meter;
- c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 meter.
Artikel 9 Wonen - Vrij
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Vrij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen in woningen conform de definitie 'woning', met dien verstande dat:
- 1. ten aanzien van het maximum aantal woningen het bepaalde in lid 21.1 van toepassing is;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' tevens het aangeduide aantal als maximum aantal woningen binnen het betreffende maatvoeringsvlak geldt;
- 3. dient te worden voldaan aan het bepaalde in lid 22.1;
- b. het uitoefenen van beroepen en bedrijven aan huis comform het bepaalde in lid 22.5;
- c. groenvoorzieningen;
- d. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- f. parkeervoorzieningen;
- g. nutsvoorzieningen;
- h. tuinen en erven.
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 10 Woongebied - Bosbuurt
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - Bosbuurt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen in woningen conform de definitie 'woning', met dien verstande dat ten aanzien van het maximum aantal woningen het bepaalde in lid 21.1 van toepassing is en dient te worden voldaan aan het bepaalde in lid 22.1;
- b. het uitoefenen van beroepen en bedrijven aan huis comform het bepaalde in lid 22.5;
- c. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
- d. een doorgaande gebiedsontsluitingsweg voor gemotoriseerd verkeer van maximaal 2x1 rijstrook, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - lint';
- e. buurtontsluitingswegen en woonstraten;
- f. groenvoorzieningen;
- g. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- i. parkeervoorzieningen;
- j. speelvoorzieningen;
- k. extensief recreatief medegebruik;
- l. voet- en fietspaden;
- m. nutsvoorzieningen;
- n. tuinen en erven;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - vormverandering bouwveld afweegbaar 1', uitsluitend voor één of meer van de volgende doeleinden:
- 1. groenvoorzieningen;
- 2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- 3. volkstuinen;
- 4. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- 5. extensief recreatief medegebruik;
- 6. voet- en fietspaden;
- 7. nutsvoorzieningen;
- 8. speelvoorzieningen;
- 9. een doorgaande gebiedsontsluitingsweg voor gemotoriseerd verkeer van maximaal 2x1 rijstrook, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - lint'.
- p. zorgwoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bosbaken', met dien verstande dat ten aanzien van het maximum aantal zorgwoningen het bepaalde in lid 21.1 van toepassing is en dient te worden voldaan aan het bepaalde in lid 22.1.
10.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.4 Specifieke gebruiksregels
10.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 11 Woongebied - Buitenhof
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - Buitenhof' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen in woningen conform de definitie 'woning', met dien verstande dat ten aanzien van het maximum aantal woningen het bepaalde in lid 21.1 van toepassing is en dient te worden voldaan aan het bepaalde in lid 22.1;
- b. het uitoefenen van beroepen en bedrijven aan huis conform het bepaalde in lid 22.5;
- c. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
- d. buurtontsluitingswegen en woonstraten;
- e. groenvoorzieningen;
- f. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. speelvoorzieningen;
- j. extensief recreatief medegebruik;
- k. voet- en fietspaden;
- l. nutsvoorzieningen;
- m. tuinen en erven;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - afwijkingsgebied gezondheidscentrum' tevens voor een gezondheidscentrum, uitsluitend na toepassing van de in lid 24.4 opgenomen afwijkingsbevoegdheid en met inachtneming van de daarin opgenomen voorwaarden;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - vormverandering bouwveld afweegbaar 1', uitsluitend voor één of meer van de volgende doeleinden:
- 1. groenvoorzieningen;
- 2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- 3. volkstuinen;
- 4. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- 5. extensief recreatief medegebruik;
- 6. voet- en fietspaden;
- 7. nutsvoorzieningen;
- 8. speelvoorzieningen;
- 9. buurtontsluitingswegen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - buurt';
- p. zorgwoningen, met dien verstande dat ten aanzien van het maximum aantal zorgwoningen het bepaalde in lid 21.1 van toepassing is en dient te worden voldaan aan het bepaalde in lid 22.1.
11.2 Bouwregels
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.4 Specifieke gebruiksregels
11.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 12 Woongebied - Erf
12.1 Bestemmingsomschrijving
- a. het wonen in woningen conform de definitie 'woning', met dien verstande dat:
- 1. ten aanzien van het maximum aantal woningen het bepaalde in lid 21.1 van toepassing is;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' tevens het aangeduide aantal als maximum aantal woningen binnen het betreffende maatvoeringsvlak geldt;
- 3. dient te worden voldaan aan het bepaalde in lid 22.1;
- b. het uitoefenen van beroepen en bedrijven aan huis conform het bepaalde in lid 22.5;
- c. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
- d. buurtontsluitingswegen en woonstraten;
- e. groenvoorzieningen;
- f. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. speelvoorzieningen;
- j. extensief recreatief medegebruik;
- k. voet- en fietspaden;
- l. nutsvoorzieningen;
- m. tuinen en erven;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - vormverandering bouwveld afweegbaar 1', uitsluitend voor één of meer van de volgende doeleinden:
- 1. groenvoorzieningen;
- 2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- 3. volkstuinen;
- 4. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- 5. extensief recreatief medegebruik;
- 6. voet- en fietspaden;
- 7. nutsvoorzieningen;
- 8. speelvoorzieningen;
- 9. buurtontsluitingswegen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - buurt'.
12.2 Bouwregels
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 13 Woongebied - Gehucht
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - Gehucht' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen in woningen conform de definitie 'woning', met dien verstande dat ten aanzien van het maximum aantal woningen het bepaalde in lid 21.1 van toepassing is en dient te worden voldaan aan het bepaalde in lid 22.1;
- b. het uitoefenen van beroepen en bedrijven aan huis conform het bepaalde in lid 22.5;
- c. een doorgaande gebiedsontsluitingsweg voor gemotoriseerd verkeer van maximaal 2x1 rijstrook, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - lint';
- d. buurtontsluitingswegen en woonstraten;
- e. groenvoorzieningen;
- f. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. speelvoorzieningen;
- j. extensief recreatief medegebruik;
- k. voet- en fietspaden;
- l. nutsvoorzieningen;
- m. tuinen en erven;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - afwijkingsgebied gezondheidscentrum' tevens voor een gezondheidscentrum, uitsluitend na toepassing van de in lid 24.4 opgenomen afwijkingsbevoegdheid en met inachtneming van de daarin opgenomen voorwaarden;
- o. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - vormverandering bouwveld afweegbaar 1', uitsluitend voor één of meer van de volgende doeleinden:
- 1. groenvoorzieningen;
- 2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- 3. volkstuinen;
- 4. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- 5. extensief recreatief medegebruik;
- 6. voet- en fietspaden;
- 7. nutsvoorzieningen;
- 8. speelvoorzieningen;
- 9. een doorgaande gebiedsontsluitingsweg voor gemotoriseerd verkeer van maximaal 2x1 rijstrook, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - lint'.
- p. zorgwoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - hart', met dien verstande dat ten aanzien van het maximum aantal zorgwoningen het bepaalde in lid 21.1 van toepassing is en dient te worden voldaan aan het bepaalde in lid 22.1.
13.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.4 Specifieke gebruiksregels
13.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 14 Woongebied - Klooster
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - Klooster' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het wonen in woningen conform de definitie 'woning', met dien verstande dat:
- 1. ten aanzien van het maximum aantal woningen het bepaalde in lid 21.1 van toepassing is;
- 2. dient te worden voldaan aan het bepaalde in lid 22.1;
- b. het uitoefenen van beroepen en bedrijven aan huis conform het bepaalde in lid 22.5;
- c. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen;
- d. buurtontsluitingswegen en woonstraten;
- e. groenvoorzieningen;
- f. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. speelvoorzieningen;
- j. extensief recreatief medegebruik;
- k. voet- en fietspaden;
- l. nutsvoorzieningen;
- m. tuinen en erven;
- n. ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - afwijkingsgebied gezondheidscentrum' tevens voor een gezondheidscentrum, uitsluitend na toepassing van de in lid 24.4 opgenomen afwijkingsbevoegdheid en met inachtneming van de daarin opgenomen voorwaarden;
- o. maatschappelijke voorzieningen uitsluitend na toepassing van de in lid 24.3 opgenomen afwijkingsbevoegdheid en met inachtneming van de daarin opgenomen voorwaarden.
- p. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - vormverandering bouwveld afweegbaar 1', uitsluitend voor één of meer van de volgende doeleinden:
- 1. groenvoorzieningen;
- 2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- 3. volkstuinen;
- 4. hobbymatig agrarisch grondgebruik;
- 5. extensief recreatief medegebruik;
- 6. voet- en fietspaden;
- 7. nutsvoorzieningen;
- 8. speelvoorzieningen;
- 9. buurtontsluitingswegen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - ontsluiting - buurt'.
- q. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kloosterbaken', tevens voor zorgwoningen, met dien verstande dat ten aanzien van het maximum aantal zorgwoningen het bepaalde in lid 21.1 van toepassing is en dient te worden voldaan aan het bepaalde in lid 22.1.
14.2 Bouwregels
14.3 Afwijken van de bouwregels
14.4 Specifieke gebruiksregels
14.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 15 Leiding - Gas
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een aardgastransportleiding met een diameter van ten hoogste 168 mm en een druk van ten hoogste 40 bar. De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
15.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
15.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 15.2 onder b. Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen en de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
- b. Alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in lid a wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
15.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. Het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen t.b.v. inspectie en onderhoud van de aardgastransportleiding.
- b. Het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten.
15.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 16 Leiding - Water
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor een waterleiding.
16.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
16.3 Afwijken van de bouwregels
- a. Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 16.2 onder b, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
- b. Alvorens te beslissen op een aanvraag zoals bedoeld in lid a wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder. Het vermelde advies betreft de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 17 Waarde - Archeologie 2
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden (AMK-terreinen, de overige terreinen van waarde, de gebufferde historische elementen en de zones met een verwachting op militaire relicten) zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
17.2 Bouwregels
- a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken met een oppervlakte groter dan 50 m² en een diepte van meer dan 30 cm ten opzichte van het maaiveld een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens die aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld en waarin in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
- b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- 1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor ondanks de activiteit (althans uitvoering van een bouw- of aanlegplan), archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
- 2. De verplichting tot het doen van opgravingen.
- 3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
17.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 17.2 onder a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld naar het oordeel van het bevoegd gezag.
17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
17.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Artikel 18 Waarde - Archeologie 4
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden (gebieden waarbinnen archeologische resten uit alle perioden worden verwacht) zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
18.2 Bouwregels
- a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en een diepte van meer dan 30 cm ten opzichte van het maaiveld een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens die aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld en waarin in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
- b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- 1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor ondanks de activiteit (althans uitvoering van een bouw- of aanlegplan), archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
- 2. De verplichting tot het doen van opgravingen.
- 3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
18.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 18.2 onder a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld naar het oordeel van het bevoegd gezag.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
18.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' (geheel of gedeeltelijk) van de verbeelding wordt verwijderd, indien uit archeologisch onderzoek, blijkt dat in het aangewezen gebied geen archeologische waarden zijn aangetroffen.
Artikel 19 Waarde - Archeologie 7
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden (gebieden zonder archeologische verwachting) zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
19.2 Bouwregels
- a. Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken met een oppervlakte groter dan 10.000 m² en een diepte van meer dan 50 cm ten opzichte van het maaiveld een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens die aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld en waarin in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
- b. Indien uit het onder a genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
- 1. De verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor ondanks de activiteit (althans uitvoering van een bouw- of aanlegplan), archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden.
- 2. De verplichting tot het doen van opgravingen.
- 3. De verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 19.2 onder a indien de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld naar het oordeel van het bevoegd gezag.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 7' (geheel of gedeeltelijk) van de verbeelding wordt verwijderd, indien uit archeologisch onderzoek, blijkt dat in het aangewezen gebied geen archeologische waarden zijn aangetroffen.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 20 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 21 Algemene Bouwregels
21.1 Aantal (zorg)woningen
- a. Het maximum aantal woningen, daaronder mede begrepen zorgwoningen, binnen de bestemmingen 'Wonen - Vrij', 'Woongebied - Bosbuurt', 'Woongebied - Buitenhof', 'Woongebied - Erf', 'Woongebied- Gehucht' en 'Woongebied - Klooster' gezamenlijk bedraagt 1.250 woningen, een en ander met inachtname van het bepaalde in artikel 24.3 sub b. en 24.4 sub b.
- b. Het onder a. bedoelde maximum aantal woningen bedraagt na toepassing van het bepaalde in artikel 24.3 sub b. en 24.4 sub b. maximaal 1.200, tenzij toepassing is gegeven aan artikel 24.5.
21.2 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:
- a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 meter bedraagt;
- b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 meter bedraagt.
21.3 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen
21.4 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
21.5 Parkeernormen
Artikel 22 Algemene Gebruiksregels
22.1 Categorieën woningbouw
Van het maximaal te realiseren aantal woningen binnen de bestemmingen 'Wonen - Vrij', 'Woongebied -Bosbuurt', 'Woongebied - Buitenhof', 'Woongebied - Erf', 'Woongebied - Gehucht' en 'Woongebied -Klooster' gezamenlijk, zoals bedoeld in lid 21.1 dient:
- a. ten minste 30% van het aantal woningen, als sociale huurwoning zoals bedoeld in de 'Verordening doelgroepen woningbouw gemeente Meierijstad' zoals die geldt ten tijde van de vaststelling van het plan, te worden gerealiseerd en conform de bepalingen in de bedoelde verordening in stand te worden gehouden;
- b. ten minste 10% van het aantal woningen, als sociale koopwoning zoals bedoeld in de 'Verordening doelgroepen woningbouw gemeente Meierijstad' zoals die geldt ten tijde van de vaststelling van het plan, te worden gerealiseerd en conform de bepalingen in de bedoelde verordening in stand te worden gehouden;
- c. ten minste 15% van het aantal woningen, als middeldure huurwoning zoals bedoeld in de 'Verordening doelgroepen woningbouw gemeente Meierijstad' zoals die geldt ten tijde van de vaststelling van het plan, te worden gerealiseerd en conform de bepalingen in de bedoelde verordening in stand te worden gehouden;
- d. ten minste 20% van het aantal woningen, als middeldure koopwoning zoals bedoeld in de 'Verordening doelgroepen woningbouw gemeente Meierijstad' zoals die geldt ten tijde van de vaststelling van het plan, te worden gerealiseerd en conform de bepalingen in de bedoelde verordening in stand te worden gehouden.
22.2 Afwijken categorieën woningbouw
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.1 ten behoeve van het bouwen van een lager percentage van het aantal als sociale huur/koopwoning en/of middeldure huur/koopwoning te bouwen woningen, indien dit wenselijk is met het oog op:
- a. een doelmatige verkaveling in relatie tot het beoogde totale kwalitatieve woningbouwprogramma; en/of
- b. een maatschappelijke behoefte; en/of
- c. de faseerbaarheid van de ontwikkeling van de woongebieden; en/of
- d. gewijzigd vastgesteld beleid aangaande de kwalitatieve woningbouwprogrammering;
met dien verstande dat er een onderbouwing wordt gegeven van het beoogde totale kwalitatieve woningbouwprogramma binnen het plangebied waarbij aangetoond wordt dat in het plangebied sprake is van een evenwichtige kwalitatieve woningbouwprogrammering en -verdeling.
22.3 Strijdig gebruik onbebouwde gronden
Onder met dit plan een strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan een gebruik van de onbebouwde gronden als:
- a. opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe bouwmaterialen, afval, puin, grind en brandstoffen;
- b. uitstallings- of opslagplaats voor al dan niet voor gebruik geschikte voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan;
- c. uitstallings- of opslagplaats dan wel staan- of ligplaats voor onderkomens.
22.4 Strijdig gebruik
Onder een strijdig gebruik strijdig met het plan wordt in ieder geval verstaan (een):
- a. gebruik van woningen voor enige vorm van detailhandel en/of horeca;
- b. gebruik van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;
- c. prostitutie;
- d. het gebruik van een woning in strijd met het begrip woning, met uitzondering van het in de bestemmingsomschrijvingen genoemde gebruik;
- e. het niet-instandhouden van de verplichte waterberging of parkeervoorzieningen, zoals bedoeld in lid 21.5 en 22.6.
22.5 Beroep of bedrijf aan huis
Binnen een woning of in bijbehorende bouwwerken bij een woning is een beroep of bedrijf aan huis toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
- a. het beroep of bedrijf aan huis vindt plaats in de woning en/of bijbehorende bouwwerken;
- b. maximaal 40% van de brutovloeroppervlakte van de woning en/of bijbehorende bouwwerken is in gebruik ten behoeve van het beroep of bedrijf aan huis, met een absoluut maximum van 100 m²;
- c. het beroep of bedrijf aan huis ondersteunt de woonfunctie, dat wil zeggen dat degene die het beroep of bedrijf aan huis in de woning en/of bijbehorende bouwwerken uitoefent, tevens de hoofdbewoner van de woning is;
- d. het aantal werkzame personen bij een beroep of bedrijf aan huis bedraagt maximaal 2 personen, waaronder inbegrepen de eigenaar van de woning;
- e. het parkeren ten behoeve van het beroep of bedrijf aan huis vindt plaats op eigen terrein.
- f. vanaf de openbare weg zichtbare excessieve reclame-uitingen zijn niet toegestaan, voor reclame-uitingen gelden de regels van de welstandsnota;
- g. het beroep of bedrijf aan huis leidt niet tot een onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking in relatie tot de functie en aard van de omliggende weg(en);
- h. het beroep of bedrijf aan huis mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering en bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven.
- i. de belangen van derden (omwonenden) worden niet geschaad;
- j. het aan huis verbonden beroep of bedrijf komt voor in de milieucategorie 1 of 2 van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' of kan, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën;
- k. er vindt geen buitenopslag plaats ten behoeve van het beroep of bedrijf aan huis;
- l. beroepen of bedrijven aan huis in de vorm van detailhandel (uitgezonderd internetwinkels zonder afhaalpunt of showroom) of horeca zijn niet toegestaan.
22.6 Waterberging
- a. Alvorens de gronden in gebruik genomen worden voor de doeleinden als bedoeld in de bestemmingen 'Verkeer', 'Wonen - Vrij', 'Woongebied - Bosbuurt', 'Woongebied - Buitenhof', 'Woongebied - Erf', 'Woongebied - Gehucht' en 'Woongebied - Klooster', alsmede voorafgaand aan de realisatie van verhardingen binnen de overige bestemmingsplan, met uitzondering van voortzetting van bestaand gebruik, dient voldaan te worden aan de volgende voorwaarden:
- 1. dient te zijn aangetoond dat de toename van de afvoer van afstromend regenwater ten gevolge van een toename van verhard oppervlak gecompenseerd wordt conform de eisen van het waterschap en de gemeente en voorzien is een waterberging met voldoende capaciteit;
- 2. de compensatie dient ten minste naar evenredigheid van de realisatie van toename van verhardingen gerealiseerd te worden;
- 3. de compensatie bedraagt ten minste de conform de Verordening fysieke leefomgeving van de gemeente Meierijstad vereiste omvang.
- b. Ongeacht het bepaalde onder a., dient bij het toevoegen of vervangen van verhard oppervlak te allen tijden te worden voldaan aan de Verordening fysieke leefomgeving van de gemeente Meierijstad. Indien deze beleidsregels en/of de bijlagen gedurende worden gewijzigd door het bevoegd gezag, dient rekening gehouden te worden met deze wijziging.
Artikel 23 Algemene Aanduidingsregels
23.1 Milieuzone - aandachtsgebied geluid industrie 1
23.2 Milieuzone - aandachtsgebied geluid industrie 2
23.3 Milieuzone - aandachtsgebied geluid wegverkeer
Indien een bouwplan ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - aandachtsgebied geluid wegverkeer' voorziet in de realisatie van (een) geluidsgevoelig(e) object(en), dient
- a. de volgens de NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied aantoonbaar niet kleiner te zijn dan het verschil tussen de ten hoogst berekende cumulatieve geluidsbelasting uit het geluidrapport 'Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai BP Veghels Buiten Noordoost' (opgenomen in Bijlage 6 Akoestischonderzoek wegverkeerslawaai);
- b. de uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsruimte volgens de NEN 5077 een bepaalde karakteristieke geluidwering te hebben die maximaal 2 dB lager is dan karakteristieke geluidwering bedoeld onder a.
23.4 Milieuzone - hogere waarde wegverkeerslawaai
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - hogere waarde wegverkeerslawaai' is het oprichten van gebouwen voor geluidsgevoelige functies uitsluitend toegestaan, indien wordt voldaan aan één van de volgende voorwaarden:
- a. de geluidbelasting op de gevel is lager of gelijk aan de voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai uit de Wet geluidhinder; of
- b. wordt voldaan aan de voorwaarden, die zijn genoemd in een door de gemeente verleende beschikking hogere grenswaarden met betrekking tot de betreffende gronden en daarop geprojecteerde bebouwing.
23.5 Milieuzone - boringsvrije zone
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone' zijn behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bedoeld voor het behoud van de beschermende kleilaag in de bodem. Voor deze gronden gelden de regels zoals opgenomen in de Interim omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant, dan wel de opvolger van de betreffende verordening.
23.6 Milieuzone - geur
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - geur' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de gezondheid van personen in geurgevoelige objecten;
- b. Het oprichten van bouwwerken als geurgevoelig object of het in gebruik nemen van geurgevoelige objecten is niet toegestaan;
- c. In afwijking van het bepaalde in sub b kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen voor het toestaan van het oprichten van geurgevoelige objecten binnen de 'Milieuzone - geur' indien:
- 1. de geurhinderveroorzakende activiteit in feitelijke en planologische zin is beëindigd;
- 2. er vanuit het oogpunt van geurhinder een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.
- 3. dan wel er een planwijziging is doorgevoerd en de 'Milieuzone - geur' is verwijderd danwel verkleind zoals bedoeld in lid 25.1.
23.7 Milieuzone - spuitzone
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - spuitzone' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de gezondheid van personen op nabijgelegen verblijfslocaties;
- b. Het oprichten van bouwwerken of in gebruik nemen van bouwwerken voor langdurig verblijf is niet toegestaan, tenzij de 'Milieuzone - spuitzone' door gewijzigde exploitatie dan wel wet- en regelgeving vervalt;
- c. In afwijking van het bepaalde in sub b kan het bevoegd gezag een omgevingsvergunning verlenen voor het toestaan van het oprichten van bouwwerken bedoeld voor langdurig verblijf binnen de 'Milieuzone - spuitzone' indien:
- 1. uit onderzoek is gebleken dat de spuitzone kan worden verkleind al dan niet in combinatie met het treffen van maatregelen die de drift beperken ten behoeve van het bereiken van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
- 2. met eigenaren/exploitanten van omliggende agrarische gronden aantoonbaar permanente privaatrechtelijke afspraken zijn vastgelegd omtrent het (beperken van het) gebruik van gewasbestrijdingsmiddelen, al dan niet in combinatie met het treffen van maatregelen die de drift beperken ten behoeve van het bereiken van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
- 3. danwel er een planwijziging is doorgevoerd en de 'Milieuzone - spuitzone' is verwijderd dan wel verkleind zoals bedoeld in lid 25.2.
23.8 Overige zone - ecologie 1
- a. De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - ecologie 1' mogen slechts worden gebruikt conform de ter plaatse voorkomende enkelbestemming(en), indien maatregelen zijn getroffen en in stand worden gehouden ter compensatie van de verstoring van ecologische waarden, waarbij voldaan moet worden aan de inrichtingsvereisten ten behoeve van de das, die zijn opgenomen in Bijlage 1 Inrichtingsmaatregelen dassenplan bij de regels;
- b. In afwijking van het bepaalde onder a., behoeven geen maatregelen als bedoeld onder a te worden getroffen en in stand gehouden, indien uit een compensatieplan blijkt dat op andere wijze voldaan wordt aan de compensatie van de verstoring van de ecologische waarden ten behoeve van de das.
23.9 Overige zone - ecologie 2
23.10 Overige zone - ecologie 3
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - ecologie 3' mogen slechts worden gebruikt conform de ter plaatse voorkomende enkelbestemming(en), indien bij aanvraag van een omgevingsvergunning is aangetoond dat op basis een door een deskundige ecoloog goedgekeurd inrichtings- en verlichtingsplan voor de betreffende gronden geen onevenredig negatieve lichteffecten op het op de aangrenzende gronden gelegen Natuur Netwerk Brabant plaatsvinden.
23.11 Overige zone - groenblauwe mantel
23.12 Vrijwaringszone - radar
De maximale hoogte van bouwwerken in een radarverstoringsgebied wordt bepaald door elke denkbeeldige rechte lijn die wordt getrokken vanaf een punt op de top van de radarantenne, waarvan de hoogteligging ten opzichte van NAP is opgenomen in bijlage 8 van de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (voor Volkel: 49 meter ten opzichte van N.A.P.), oplopend met 0,25 graden tot een punt gelegen 15 kilometer vanaf voornoemde radarantenne.
Artikel 24 Algemene Afwijkingsregels
24.1 Algemeen
- a. Het bevoegd gezag kan – tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afgeweken kan worden – bij omgevingsvergunning afwijken van de regels voor overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
- b. Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld onder a., wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
24.2 Afwijkingsbevoegdheid Bed & Breakfast
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van artikel 22.5 voor het gebruiken van een deel van een woning voor logies in de vorm van een Bed & Breakfast, onder de volgende voorwaarden:
- a. het betreft maximaal 4 bedden en 2 slaapkamers;
- b. het uitoefenen van een Bed & Breakfast mag uitsluitend plaatsvinden bij grondgebonden woningen;
- c. de Bed & Breakfast dient in bestaande bebouwing gerealiseerd te worden;
- d. maximaal 40% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken mag ten behoeve van een Bed & Breakfast in gebruik zijn;
- e. de woonfunctie dient als hoofdfunctie behouden te blijven;
- f. bedoeld gebruik mag geen hinder voor het woonmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
- g. permanente bewoning is niet toegestaan;
- h. bedoeld gebruik mag geen belemmering voor de omliggende bedrijven opleveren;
- i. het gebruik dient de woonfunctie te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning of een bijbehorend bouwwerk uitoefent, tevens de hoofdbewoner van de woning is;
- j. er mag geen duurzame ontwrichting van de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur ontstaan;
- k. de ontwikkeling mag niet leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten.
24.3 Afwijkingsbevoegdheid maatschappelijke functies
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bestemming ''Woongebied - Klooster' voor het gebruiken en bouwen van een gebouw ten behoeve van maatschappelijke functies, onder de volgende voorwaarden:
- a. de bevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - afwijkingsgebied maatschappelijk';
- b. de bevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast, mits het in artikel 21.1 bedoelde aantal gerealiseerde en/of vergunde woningen niet meer dan 1.200 bedraagt, tenzij door middel van verkeerskundig onderzoek is aangetoond dat een hoger aantal woningen in combinatie toepassing van deze bevoegdheid niet leidt tot een onacceptabele verkeersafwikkeling op het omliggende wegennet. Hiervan is in ieder geval sprake, indien de verkeersgeneratie vanwege het bedoelde hogere aantal woningen gelijk te stellen is met of minder is dan de verkeersgeneratie van de functies die met toepassing van de afwijkingsbevoegdheden onder 24.3 en/of 24.4 waarvoor vergunning is aangevraagd dan wel verleend;
- c. als maatschappelijke voorzieningen zijn de volgende vormen toegestaan:
- 1. onderwijsvoorzieningen, al dan niet in combinatie met kinderopvang;
- 2. sportvoorzieningen, zoals een gymzaal;
- 3. een wijkfunctie;
- 4. ondersteunende horeca ten dienste van bovengenoemde maatschappelijke functies;
- d. de maximale oppervlakte van de onder c. sub 1 t/m 4 bedoelde voorzieningen bedraagt 6.000 m² bruto vloeroppervlak;
- e. aanvullend op het bepaalde onder d. zijn ondersteunende bijbehorende bouwwerken toegestaan tot een maximale gezamenlijke oppervlakte van 750 m²;
- f. de ruimtelijk-stedenbouwkundige opzet van de bedoelde voorziening(en) is ruimtelijk-stedenbouwkundig aanvaardbaar, met dien verstande dat:
- 1. indien het gebouw als kloosterbaken wordt gebouwd, gelden de bouwregels zoals opgenomen in tabel 1 van lid 14.2.2;
- 2. indien het gebouw als kloosterhof wordt gebouwd, gelden de volgende regels:
- de goothoogte bedraagt aan de naar de landschapszijde gekeerde gevel(s) maximaal 3,5 meter en maximaal 7 meter aan de overige zijden, waarbij incidenteel hoogte-accenten met een goothoogte van maximaal 8 meter zijn toegestaan;
- voor het overige: de bouwregels zoals opgenomen in tabel 1 van lid 14.2.2;
- g. bedoeld gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
- h. bedoeld gebruik mag geen onevenredige belemmering voor de omliggende bedrijven opleveren;
- i. de ontwikkeling mag niet leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten.
24.4 Afwijkingsbevoegdheid vestiging gezondheidscentrum
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van artikel 22.4 voor het gebruiken en bouwen van een deel van een (gedeelte van een) gebouw anders dan voor 'wonen' ten behoeve van een gezondheidscentrum, onder de volgende voorwaarden:
- a. de bevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast binnen de bestemming 'Woongebied - Buitenhof', 'Woongebied - Gehucht' dan wel 'Woongebied - Klooster' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - afwijkingsgebied gezondheidscentrum';
- b. de bevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast, mits het in artikel 21.1 bedoelde aantal gerealiseerde en/of vergunde woningen niet meer dan 1.200 bedraagt, tenzij door middel van verkeerskundig onderzoek is aangetoond dat een hoger aantal woningen in combinatie toepassing van deze bevoegdheid niet leidt tot een onacceptabele verkeersafwikkeling op het omliggende wegennet. Hiervan is in ieder geval sprake, indien de verkeersgeneratie vanwege het bedoelde hogere aantal woningen gelijk te stellen is met of minder is dan de verkeersgeneratie van de functies die met toepassing van de afwijkingsbevoegdheden onder 24.3 en/of 24.4 waarvoor vergunning is aangevraagd dan wel verleend;
- c. er is maximaal één voorziening voor medische dienstverlening binnen het plangebied toegestaan;
- d. de maximale oppervlakte van de voorziening bedraagt 1.000 m² bruto vloeroppervlak, waarbij een maximum geldt van 400 m² bruto vloeroppervlak per individuele functie;
- e. de locatie van de bedoelde voorziening is ruimtelijk-stedenbouwkundig aanvaardbaar;
- f. voor de situering van hoofdgebouwen gelden de stedenbouwkundige uitgangspunten van het Kwaliteitshandboek Veghels Buiten Noordoost, alsmede de bouwregels voor het bouwen van gebouwen binnen de bestemming 'Woongebied - Bosbuurt', 'Woongebied - Buitenhof', 'Woongebied- Gehucht' dan wel 'Woongebied - Klooster';
- g. bedoeld gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
- h. bedoeld gebruik mag geen onevenredige belemmering voor de omliggende bedrijven opleveren;
- i. er mag geen duurzame ontwrichting van de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur ontstaan;
- j. de ontwikkeling mag niet leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten.
24.5 Afwijkingsbevoegdheid totaal aantal (zorg)woningen
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van artikel 21.1 sub b. voor het toestaan van maximaal 1.250 (zorg)woningen binnen de bestemmingen 'Wonen - Vrij', 'Woongebied- Bosbuurt', 'Woongebied - Buitenhof', 'Woongebied - Erf', 'Woongebied - Gehucht' en 'Woongebied -Klooster' gezamenlijk, onder de volgende voorwaarden:
- a. de bevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast, indien door middel van verkeerskundig onderzoek is aangetoond dat een hoger aantal woningen niet leidt tot een onacceptabele verkeersafwikkeling op het omliggende wegennet. Hiervan is in ieder geval sprake, indien de verkeersgeneratie vanwege het hogere aantal woningen gelijk te stellen is met of minder is dan de verkeersgeneratie van de functies die met toepassing van de afwijkingsbevoegdheden onder 24.3 en/of 24.4 zijn vergund;
- b. door de toevoeging van het aantal woningen, in combinatie met de toepassing van overige in het plan opgenomen afwijkingsbevoegdheden, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waarbij in ieder geval dient te worden voldaan aan de stedenbouwkundige uitgangspunten van het Kwaliteitshandboek Veghels Buiten Noordoost.
Artikel 25 Algemene Wijzigingsregels
25.1 Verwijderen aanduiding 'milieuzone - geur'
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de aanduiding 'milieuzone - geur' te verkleinen of te verwijderen, indien:
- 1. de geurhinderveroorzakende activiteit is beëindigd; of
- 2. verwijderen van de aanduiding niet in strijd is met de geurverordening of de Wet geurhinder en veehouderij;
- 3. er vanuit het oogpunt van geurhinder een goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd;
- 4. er geen andere milieu-technische belemmeringen zijn.
25.2 Verwijderen aanduiding 'milieuzone - spuitzone'
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door middel van het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de aanduiding 'milieuzone - spuitzone', indien:
- a. sprake is van gewijzigde wet- en regelgeving, waardoor het hanteren van een spuitzone niet of niet meer in zijn geheel noodzakelijk is;
- b. het aanwezige bedrijf gesaneerd is en planologisch uitgesloten is dat een exploitatie met (mogelijk) gebruik van gewasbestrijdingsmiddelen op de betreffende gronden toegstaan is.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 26 Overgangsrecht
26.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
26.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 27 Slotregel
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Veghels Buiten Noordoost'.
Bijlage 1 Inrichtingsmaatregelen Dassenplan
Bijlage 1 Inrichtingsmaatregelen dassenplan
Bijlage 1 Regiekaart
Bijlage 2 Ladderonderbouwing Wonen
Bijlage 2 Ladderonderbouwing wonen
Bijlage 3 Ladderonderbouwing Huisartsenpost/gezondheidscentrum
Bijlage 3 Ladderonderbouwing huisartsenpost/gezondheidscentrum
Bijlage 4 Onderbouwing Lagenbenadering
Bijlage 4 Onderbouwing lagenbenadering
Bijlage 5 Mobiliteitsstudie
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 6 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai
Bijlage 7 Quickscan Bedrijven En Milieuzonering
Bijlage 7 Quickscan Bedrijven en milieuzonering
Bijlage 8 Akoestisch Onderzoek Industrielawaai
Bijlage 8 Akoestisch onderzoek industrielawaai
Bijlage 9 Luchtkwaliteitonderzoek
Bijlage 9 Luchtkwaliteitonderzoek
Bijlage 10 Locatiespecifiek Onderzoek Spuitzone
Bijlage 10 Locatiespecifiek onderzoek spuitzone
Bijlage 11 Onderzoeken Externe Veiligheid
Bijlage 11 Onderzoeken Externe veiligheid
Bijlage 12 Geuronderzoek
Bijlage 13 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 13 Quickscan flora en fauna
Bijlage 14 Vervolgonderzoek Ecologie
Bijlage 14 Vervolgonderzoek ecologie
Bijlage 15 Effectenanalyse Nnb
Bijlage 15 Effectenanalyse NNB
Bijlage 16 Onderzoek Stikstofdepositie
Bijlage 16 Onderzoek stikstofdepositie
Bijlage 17 Bodemonderzoeken
Bijlage 18 Waterparagraaf
Bijlage 19 Historisch Vooronderzoek Ontplofbare Oorlogsresten
Bijlage 19 Historisch vooronderzoek ontplofbare oorlogsresten
Bijlage 20 Notitie Volksgezondheid I.r.t. Veehouderijen
Bijlage 20 Notitie Volksgezondheid i.r.t. veehouderijen
Bijlage 21 Adviesbrief Ggd Volksgezondheid I.r.t. Veehouderijen
Bijlage 21 Adviesbrief GGD Volksgezondheid i.r.t. veehouderijen
Bijlage 22 Aanmeldnotitie M.e.r.
Bijlage 22 Aanmeldnotitie m.e.r.
Bijlage 23 Compensatieplan Das
Bijlage 23 Compensatieplan Das
Bijlage 24 Kwaliteitshandboek En Lior
Bijlage 24 Kwaliteitshandboek en LIOR