partiële herziening geluidzones industrie Franeker
Bestemmingsplan - Gemeente Waadhoeke
Vastgesteld op 26-01-2023 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan 'partiële herziening geluidzones industrie Franeker' met identificatienummer NL.IMRO.1949.PHFraIndustWenOGZ-VAS1 van de gemeente Waadhoeke;
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waar gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 geluidgevoelige objecten
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
1.5 hogere grenswaarde
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.6 voorkeursgrenswaarde
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
Artikel 2 Toepassingsregels
Dit bestemmingsplan is van toepassing op de bestemmingsplannen, zoals opgenomen in onderstaande tabel:
naam bestemmingsplan | identificatienummer | Datum vaststelling | |
Buitengebied 2013 | NL.IMRO.0070.BPBUITENGEBIED2013-VAS2 | 07-11-2013 / 25-06-2015 | |
Wijzigingsplan Herbaijum - Kiesterzijl 51 | NL.IMRO.1949.WPKiesterzijl51-VAS1 | 27-11-2018 | |
Franeker West | NL.IMRO.1949.BPFRAWEST2018-VAS1 | 05-04-2018 | |
Franeker Zuid | NL.IMRO.1949.BPFranekerZuid-VAS1 | 17-05-2018 | |
Industrieterrein West Kiesterzijl | NL.IMRO.1949.BPFRAKIESZIJL2016-VAS2 | 05-09-2019 / 05-11-2019 | |
Franeker - Noord en Oost | NL.IMRO.1949.BPFranNoordenOost-VAS1 | 25-04-2019 | |
Franeker - Harlingerweg 54a en 58 | NL.IMRO.1949.BPFraHarlingerweg-VA01 | 28-05-2020 | |
Wijzigingsplan Franeker - Zevenhuizen 44 | NL.IMRO.1949.WPFraZevenhuizen44-VAS1 | 22-06-2021 |
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 4 Algemene Aanduidingsregels
4.1 geluidzone - industrie
- De verbeelding van de in artikel 2 genoemde plannen wordt herzien op de wijze zoals aangegeven op de bij deze herziening behorende verbeelding.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de volgende regels van toepassing:
4.2 overige zone - gezoneerd industrieterrein
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein' zijn de gronden aangewezen als gezoneerd industrieterrein.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
- c. sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. het lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan
'partiële herziening geluidzones industrie Franeker'
van de gemeente Waadhoeke.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
In Franeker zijn vier bedrijventerreinen / industrieterreinen aanwezig waarop vestiging van geluidzoneringsplichtige bedrijven mogelijk zijn:
- bedrijventerrein Oost;
- bedrijventerrein Vliet en Tuinen;
- bedrijventerrein West;
- bedrijventerrein Zuid.
Op deze bedrijventerreinen is de vestiging van geluidzoneringsplichtige bedrijven c.q. 'grote lawaaimakers' mogelijk. Vanwege de mogelijkheid voor geluidzoneringsplichtige inrichtingen is er vanuit de Wet geluidhinder (Wgh) een verplichting om een geluidzone voor industrielawaai om deze bedrijventerreinen in de bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen te regelen. Het opnemen van de geluidzone biedt duidelijkheid over de afbakening van het terrein (binnenste begrenzing) waar de geluidzoneringsplichtige bedrijven zich mogen vestigen en biedt voor geluidgevoelige functies zoals woningen een beschermende regeling. In de geluidzone gelden er beperkingen voor het bestemmen van geluidgevoelige bestemmingen. Voor woningen en andere geluidgevoelige objecten in de zone geldt een voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Door een 'hogere waarde procedure' kan een hogere geluidsbelasting (hogere waarde) worden toegestaan op woningen en andere geluidgevoelige gebouwen of geluidgevoelige terreinen. Deze verhoging is mogelijk tot een maximale ontheffingswaarde. Deze maximale ontheffingswaarde is afhankelijk van de situatie (zoals nieuwe of bestaande woningen). Buiten de geluidzone mag de geluidbelasting vanwege het bedrijventerrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan. Om deze reden is in de volgende plannen een gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' geregeld:
- Bestemmingsplan Woongebied Franeker - Zuid (vastgesteld op 7 juni 2007);
- Bestemmingsplan Buitengebied 2013 (vastgesteld op 7 november 2013 en partieel hervastgesteld op 25 juni 2015);
- Bestemmingsplan Franeker - Binnenstad (vastgesteld op 27 oktober 2016):
- Bestemmingsplan Franeker West (vastgesteld op 5 april 2018);
- Bestemmingsplan Franeker Zuid (vastgesteld op 17 mei 2018);
- Wijzigingsplan Herbaijum - Kiesterzijl 51 (vastgesteld op 27 november 2018);
- Bestemmingsplan Franeker - Lanenbuurt en Rietbuurt (vastgesteld op 6 december 2018);
- Bestemmingsplan Franeker - Noord en Oost (vastgesteld op 25 april 2019);
- Bestemmingsplan Franeker - Industrieterrein West Kiesterzijl (vastgesteld op 2 november 2017 en partieel hervastgesteld op 5 november 2019);
- Bestemmingsplan Franeker - Harlingerweg 54a en 58 (vastgesteld op 28 mei 2020);
- Wijzigingsplan Franeker - Zevenhuizen 44 (vastgesteld op 22 juni 2021);
- Uitwerkingsplan Franeker - Rietbuurt fase 2 (Eiland 1 en 4) (vastgesteld op 21 juni 2022).
Omdat het eerstgenoemde bestemmingsplan nog op basis van de Wet op de ruimtelijke ordening tot stand is gekomen, is hiervoor de aanvullende bestemming 'Geluidszone' gehanteerd in plaatsen van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' die daarna als (SVBP) standaard is ingevoerd. De binnenste begrenzing van het bedrijventerreinen waar geluidzoneringsplichtige bedrijven c.q. 'grote lawaaimakers' mogelijk zijn, is geregeld met de gebiedsaanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein'.
Het beloop van de geluidzones is in de loop der jaren aangepast. Er is geconstateerd dat de geldende geluidzones voor de bedrijventerreinen Oost en West per abuis niet in alle voorgenoemde bestemmingsplannen op de juiste manier op de verbeelding is opgenomen. Ook is niet de gehele binnenste begrenzing van de geluidzone van bedrijventerrein West voorzien van de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein'. Deze partiële herziening heeft tot doel om dit te herstellen en op deze wijze de correcte gebiedsaanduidingen voor zowel de geluidzones als het gezoneerd industrieterrein juridisch-planologisch te regelen om hiermee een goede basis te bieden voor de aanstaande inwerkingtreding van de Omgevingswet.
1.2 Leeswijzer
Na deze inleiding worden in hoofdstuk 2 de voorgestelde wijzigingen toegelicht. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 een korte uiteenzetting gegeven over het beleid en de omgevingsaspecten. In hoofdstuk 4 wordt het juridische systeem toegelicht. In hoofdstuk 5 ten slotte wordt de uitvoerbaarheid van het plan behandeld.
Hoofdstuk 2 Voorgestelde Wijzigingen
Vanuit de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) is het juiste beloop van de geluidzones van bedrijventerreinen Oost en West verstrekt. Dit is vergeleken met de geluidzones zoals deze in de geldende bestemmingsplannen zijn opgenomen. In figuur 1 zijn de verschillen aangegeven. Voor de volledigheid is hierin het (juiste) beloop van de geluidzones van bedrijventerreinen Vliet en Tuinen en Zuid tevens opgenomen. Deze geluidzones kloppen nog steeds en hoeft dan ook niet te worden meegenomen in deze partiële herziening.
Figuur 1 Verschillen geluidzones
Uit de toetsing blijkt dat de in de bestemmingsplannen geregelde geluidzone van bedrijventerrein Oost te ruim is ingetekend, en die van bedrijventerrein West te krap. Deze partiële herziening corrigeert dit op de verbeeldingen van de desbetreffende bestemmingsplannen. Voor de volledigheid wordt hierbij de volledige, juiste geluidzone in de partiële herziening opgenomen. Hierbij worden de volgende bestemmingsplannen herzien:
- Bestemmingsplan Buitengebied 2013 (vastgesteld op 7 november 2013 en partieel hervastgesteld op 25 juni 2015);
- Bestemmingsplan Franeker West (vastgesteld op 5 april 2018);
- Bestemmingsplan Franeker Zuid (vastgesteld op 17 mei 2018);
- Wijzigingsplan Herbaijum - Kiesterzijl 51 (vastgesteld op 27 november 2018);
- Bestemmingsplan Franeker - Noord en Oost (vastgesteld op 25 april 2019);
- Bestemmingsplan Franeker - Industrieterrein West Kiesterzijl (vastgesteld op 2 november 2017 en partieel hervastgesteld op 5 november 2019);
- Bestemmingsplan Franeker - Harlingerweg 54a en 58 (vastgesteld op 28 mei 2020);
- Wijzigingsplan Franeker - Zevenhuizen 44 (vastgesteld op 22 juni 2021).
Het beloop van de juiste geluidzones ziet er als volgt uit, waarbij met de arcering de geluidzones zijn aangegeven en met de dikke stippellijn de begrenzing van de partiële herziening:
Figuur 2 Beloop geluidzone Franeker West
Figuur 3 Beloop geluidzone Franeker Oost
Daar waar in het plangebied van de partiële herziening geen gebiedsaanduiding voor de geluidzone is opgenomen, wordt de geluidzone in het onderliggende bestemmingsplan 'wegbestemd'. Ook is geconstateerd dat er tussen het beloop van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' en de gebiedsaanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein' bij bedrijventerrein West een stuk grond aanwezig is waar de laatstgenoemde aanduiding ontbreekt. Dit betreft grotendeels de gronden van het Van Harinxmakanaal die in de bestemmingsplannen zijn voorzien van de bestemming 'Water'. Ook dit wordt met deze partiële herziening gecorrigeerd, waarbij deze gronden worden voorzien van de gebiedsaanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein'. Inhoudelijk zijn er behalve dat het beloop van de geluidzones en het gezoneerd industrieterrein op de juiste wijze wordt geregeld geen juridische wijzigingen.
Hoofdstuk 3 Beleid En Omgevingsaspecten
In de geldende bestemmingsplannen is een uitgebreide toetsing opgenomen aan het beleid en de omgevingsaspecten. De in deze partiële herziening voorgestelde wijzigingen past binnen deze toetsing. Inhoudelijk zijn er buiten het op een juiste manier regelen van het beloop van de geluidzones en het gezoneerd industrieterrein geen wijzigen waarvoor een toetsing aan het beleid en de omgevingsaspecten nodig is. De waterbelangen zijn in de geldende bestemmingsplannen op een zorgvuldige wijze afgewogen en hierbij heeft de watertoets ook plaatsgevonden. Het is daarom niet noodzakelijk om een nieuwe watertoets te doorlopen. Ook is er voor deze partiële herziening geen (vormvrije)mer-beoordeling noodzakelijk.
Hoofdstuk 4 Juridische Regeling
Er is gekozen voor de vorm van de partiële herziening van de geldende bestemmingsplannen, waarin alleen de in hoofdstuk 2 aangegeven wijzigingen op de verbeeldingen worden doorgevoerd. In de regels is in Artikel 2 aangegeven welke bestemmingsplannen worden herzien waarbij er een koppeling is gemaakt met de geldende regelingen voor de geluidzones zodat er aan de huidige regelingen niets wijzigt. Daar waar in het plangebied van deze partiële herziening de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' is geregeld, is deze aan de geldende plannen toegevoegd c.q. opnieuw volgens het correcte beloop aangegeven. Daar waar deze gebiedsaanduiding niet is opgenomen in het plangebied van deze partiële herziening, is de regeling uit de geldende plannen komen te vervallen. Op de gronden waar de aanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein' is opgenomen, is deze aanduiding toegevoegd aan de geldende bestemmingsplannen.
De andere artikelen in deze partiële herziening zijn opgenomen omdat dat op basis van het Besluit ruimtelijke ordening verplicht is. Het betreft de volgende artikelen.
In Artikel 1 is aangegeven wat het identificatienummer van het plan is en welke onderdelen het juridische deel van het plan omvat. Voor het overige zijn de begrippen uit de geldende bestemmingsplannen van toepassing. Dit geldt ook voor de wijze van meten. In Artikel 3 is de anti-dubbeltelregeling opgenomen. Deze standaardbepaling is bedoeld om te voorkomen dat van ruimte die in een bestemmingsplan voor de realisering van een bepaald gebruik of functie mogelijk is gemaakt, na realisering daarvan, ten gevolge van feitelijke functie- of gebruiksverandering van het gerealiseerde, opnieuw ten tweede male zou kunnen worden gebruik gemaakt. Tenslotte is er nog een standaardbepaling voor het overgangsrecht opgenomen (Artikel 5) en een slotregel (Artikel 6).
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid
5.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Deze partiële herziening doorloopt de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vastgelegde bestemmingsplanprocedure.
Omdat er geen sprake is van een nieuw beleidsvoornemen, is inspraak niet nodig. Tevens zijn er geen provinciale belangen of waterschapsbelangen aanwezig. Wel is de provincie in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gevraagd om een reactie te geven op het plan. Hier zijn geen opmerkingen uit voortgekomen op basis waarvan het plan aangepast moet worden.
Het ontwerpbestemmingsplan is vervolgens zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kon een ieder een zienswijze kenbaar maken. Tijdens deze periode zijn geen zienswijzen ingediend. Het bestemmingsplan is vervolgens op 26 januari 2023 ongewijzigd vastgesteld.
Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State.
5.2 Economische Uitvoerbaarheid
Indien het bestemmingsplan voorziet in de uitvoering van werken door de gemeente moet de financieel-economische uitvoerbaarheid hiervan worden aangetoond. Van een dergelijk handelen is met het aanpassen van de juridische regeling in deze herziening geen sprake, zodat de economische uitvoerbaarheid in deze niet hoeft te worden aangetoond.
5.3 Grondexploitatie
Het doel van de grondexploitatieregeling is het inzichtelijk maken van de financiële haalbaarheid en het bieden van meerdere mogelijkheden voor het kostenverhaal, waardoor er meer sturingsmogelijkheden zijn.
In de geldende bestemmingsplannen is aangegeven hoe hiermee wordt omgegaan. Omdat in de voorliggende herziening geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt waarvoor de gemeente kosten moet maken, is het opstellen van een exploitatieplan in de zin van de Wro niet aan de orde.