KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Wonen (Artikel 17)
Artikel 3 Leiding - Gas (Artikel 18)
Artikel 4 Waarde - Archeologie 3 (Artikel 21)
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 5 Algemene Aanduidingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 6 Overgangsregel
Artikel 7 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Ligging Plangebied
1.3 Planologische Regeling
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 De Bestaande Situatie
2.2 Voorgenomen Situatie
2.3 Toetsing Wijzigingscriteria
Hoofdstuk 3 Beleidskader
3.1 Rijksbeleid
3.2 Provinciaal Beleid
3.3 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 4 Milieu- En Omgevingsaspecten
4.1 Bedrijven En Milieuzonering
4.2 Ecologie
4.3 Bodem
4.4 Geluid
4.5 Water
4.6 Luchtkwaliteit
4.7 Archeologie
4.8 Cultuurhistorie
4.9 Externe Veiligheid
4.10 Kabels En Leidingen
Hoofdstuk 5 Juridische Toelichting
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
6.2 Economische Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Formulier Omwonenden
Bijlage 2 Watertoets

Bitgummole - It Bosk 6

Wijzigingsplan - Gemeente Waadhoeke

Vastgesteld op 29-09-2020 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het wijzigingsplan Bitgummole - It Bosk 6, met identificatienummer NL.IMRO.1949.WPBtmItBosk6-VAS1;

1.2 wijzigingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

De begrippen, voor zover relevant voor dit wijzigingsplan, van het bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole 2017, van de gemeente Waadhoeke, zoals vastgesteld op 2 november 2017, zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Wonen (Artikel 17)

De regels van de bestemming 'Wonen', voor zover relevant voor dit wijzigingsplan, van het bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole 2017, van de gemeente Waadhoeke, zoals vastgesteld op 2 november 2017, zijn van overeenkomstige toepassing;

Artikel 3 Leiding - Gas (Artikel 18)

De regels van de dubbelbestemming 'Leiding - Gas', voor zover relevant voor dit wijzigingsplan, van het bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole 2017, van de gemeente Waadhoeke, zoals vastgesteld op 2 november 2017, zijn van overeenkomstige toepassing;

Artikel 4 Waarde - Archeologie 3 (Artikel 21)

De regels van de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3', voor zover relevant voor dit wijzigingsplan, van het bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole 2017, van de gemeente Waadhoeke, zoals vastgesteld op 2 november 2017, zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 5 Algemene Aanduidingsregels

5.1 luchtvaartverkeerzone - ILS verstoringsgebied 1 (artikel 25.2)

De regels van de gebiedsaanduiding 'luchtvaartverkeerzone - ILS verstoringsgebied 1', voor zover relevant voor dit wijzigingsplan, van het bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole 2017, van de gemeente Waadhoeke, zoals vastgesteld op 2 november 2017, zijn van overeenkomstige toepassing.

5.2 luchtvaartverkeerzone - obstakelbeheergebied (artikel 25.3)

De regels van de gebiedsaanduiding 'luchtvaartverkeerzone - obstakelbeheergebied', voor zover relevant voor dit wijzigingsplan, van het bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole 2017, van de gemeente Waadhoeke, zoals vastgesteld op 2 november 2017, zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 6 Overgangsregel

Voor de overgangsregels wordt verwezen naar het bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole 2017, van de gemeente Waadhoeke, zoals vastgesteld op 2 november 2017. Deze regels zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als

Regels van het wijzigingsplanBitgummole - It Bosk 6 van gemeente Waadhoeke.

Behorende bij het besluit van 29 september 2020.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De initiatiefnemer heeft het voornemen de voormalige bedrijfswoning van het bedrijfsperceel It Bosk 6 en 6a te Bitgummole in gebruik te nemen als reguliere burgerwoning. De bedrijfsvoering op het perceel is inmiddels beëindigd. Dit is echter niet mogelijk op basis van het geldende bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole 2017 omdat het perceel in de huidige juridisch-planologische regeling is bestemd als 'Bedrijf'.

Daarop is bij de gemeente Waadhoeke het verzoek ingediend om de bestaande bestemming te wijzigen zodat de woning als reguliere burgerwoning in gebruik kan worden genomen. Om dit voornemen mogelijk te maken wordt gebruik gemaakt van een in het geldende bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Met het voorliggende wijzigingsplan wordt hier toepassing aan gegeven.

1.2 Ligging Plangebied

Het plangebied ligt in het westen van de bebouwde kom van Bitgummole. De ligging van het plangebied is weergegeven in figuur 1.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.1949.WPBtmItBosk6-VAS1_0001.jpeg"

Figuur 1.1 Globale ligging van het plangebied

1.3 Planologische Regeling

Het plangebied is momenteel geregeld in het bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole 2017, vastgesteld op 2 november 2017 door de voormalige gemeente Menameradiel (nu gemeente Waadhoeke). Een uitsnede van het bestemmingsplan ter plaatse van het plangebied is weergegeven in figuur 1.2. In het bestemmingsplan is het plangebied bestemd als 'Bedrijf'. Daarnaast gelden de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 3' en 'Leiding - Gas' en de gebiedsaanduidingen 'luchtvaartverkeerzone - ILS verstoringsgebied 1' en 'luchtvaartverkeerzone - obstakelbeheergebied'.

afbeelding "i_NL.IMRO.1949.WPBtmItBosk6-VAS1_0002.jpeg"

Figuur 1.2 Uitsnede geldende bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole 2017

De gronden binnen de bestemming 'Bedrijf' zijn bestemd voor bedrijven die in de categorieën 1 en 2 van de bij het bestemmingsplan opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten staan, dan wel bestaande bedrijven die buiten deze categorieën vallen. Verder is detailhandel in goederen die ter plaatse zijn vervaardigd, verwerkt of hersteld toegestaan en detailhandel in goederen in een onderneming waarin een ambachtelijk bedrijf wordt uitgeoefend, mits deze uitoefening wezenlijk deel uit maakt van de totale bedrijfsvoering in de onderneming. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is een bedrijfswoning toegestaan. Verder mogen per bouwperceel gebouwen van één bedrijf worden gebouwd.

De gronden binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Ter plaatse geldt voor het bouwen van bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m2 dat voor verlening van een omgevingsvergunning een archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden.

De gronden binnen de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een hoofdgastransportleiding met een belemmeringenstrook, alsmede het onderhoud en beheer van de hoofdgastransportleiding. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd anders dan ten behoeve van deze bestemming.

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'luchtvaartverkeerzone - ILS verstoringsgebied 1' zijn de gronden mede aangeduid voor het voorkomen van verstoring van het ILS systeem van de vliegbasis Leeuwarden. Ter plaatse is voor een bouwhoogte bepaald dat wanneer gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd die hoger zijn, deze uitsluitend mogen worden gebouwd wanneer uit een daaromtrent verstrekt advies van de beheerder van het ILS-systeem blijkt dat dit systeem niet op onaanvaardbare wijze wordt verstoord. Deze bouwhoogtegrens bedraagt 40,8 meter.

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'luchtvaartverkeerzone - obstakelbeheergebied' zijn de gronden mede aangeduid voor het tegengaan van te hoge bouwwerken en beplantingen in verband met de gebruiksmogelijkheden en veiligheidssituatie van de vliegbasis Leeuwarden, waaronder begrepen het vrijhouden van de invliegfunnel. De maximale bouwhoogte is vastgesteld op 40,8 meter.

1.4 Leeswijzer

Na deze inleiding, wordt in hoofdstuk 2 ingegaan op de huidige situatie en het voorgenomen plan. Dit wordt in de hoofdstukken 3 en 4 getoetst aan het beleid en de milieu- en omgevingsaspecten. Hoofdstuk 5 geeft een uitleg aan de juridische regeling van het bestemmingsplan, hoofdstuk 6 gaat tenslotte in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Het mogelijk maken van de beoogde ontwikkeling (het initiatief) is het belangrijkste uitgangspunt voor dit bestemmingsplan en wordt in dit hoofdstuk beschreven. De ontwikkeling moet op een goede manier passen binnen de huidige situatie. Een beschrijving van de huidige situatie is om die reden ook in dit hoofdstuk opgenomen.

2.1 De Bestaande Situatie

Het plangebied betreft het perceel It Bosk 6 en 6a te Bitgummole. In de huidige situatie zijn op de locatie de bedrijfswoning en bedrijfsgebouwen van het voormalig gevestigde bedrijf aanwezig. Deze staan op het westelijke deel van het perceel. De bedrijfsbebouwing bestaat uit twee schuren van één bouwlaag met een kap. De woning staat ten zuiden van de schuren en bestaat eveneens uit één bouwlaag met kap. Aan de noordzijde van het perceel, langs de weg It Bosk staat een groot aantal bomen ter afscherming van het perceel. Ook direct ten oosten van de bedrijfswoning staan bomen.

Het plangebied ligt in het westen van de dorpskern van Bitgummole. Ten noorden van het plangebied, aan de overzijde van de weg, liggen agrarische gronden. Direct ten westen van het plangebied is een woonperceel aanwezig, met daarachter de velden van de plaatselijke voetbalclub. Ook ten oosten en zuiden liggen agrarische gronden, waarbij verder richting het oosten de overige bebouwing uit de dorpskern staat. Dit betreffen voornamelijk woningen. De huidige inrichting van het plangebied is weergegeven in figuur 2.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.1949.WPBtmItBosk6-VAS1_0003.jpeg"

Figuur 2.1 Luchtfoto van de bestaande situatie

2.2 Voorgenomen Situatie

Reguliere bewoning

De bestaande bebouwing is niet meer in gebruik ten behoeve van bedrijfsvoering en is om die reden verkocht. De nieuwe eigenaar heeft het voornemen om de bestaande bebouwing in gebruik te nemen ten behoeve van reguliere bewoning. Hierbij zal de bestaande bedrijfswoning als reguliere woning gaan dienen en de overige bebouwing als bijgebouwen. Er zullen geen sloopwerkzaamheden en externe nieuw- en verbouwwerkzaamheden plaatsvinden. Daarmee blijft de inrichting van beide percelen gelijk aan de huidige situatie en wijzigt alleen de functie van de percelen. Het voornemen is vervolgens om het gehele perceel aan te duiden als It Bosk 6 en daarmee It Bosk 6a te laten vervallen.

Verkeer en parkeren

In de huidige situatie is het toegestaan een bedrijf te vestigen in het plangebied. In de voorgenomen situatie gaat het nog slechts om één vrijstaande woning. Het aantal verkeersbewegingen en de parkeerbehoefte nemen als gevolg van deze wijziging af. De verkeer- en parkeersituatie worden daarmee verbeterd.

Op het perceel is voldoende ruimte om te voorzien in de parkeerbehoefte. Het perceel wordt ontsloten middels een oprit aan It Bosk. In oostelijke richting is de provinciale weg N383 te bereiken, die in zuidelijke richting aansluit op de A31. Op die manier is het perceel op goede wijze ontsloten.

Conclusie

De ontsluiting van het plangebied is goed. De nieuwe ontwikkeling zal niet leiden tot problemen in de verkeersafwikkeling en het parkeren.

2.3 Toetsing Wijzigingscriteria

Om de voorgenomen situatie juridisch-planologisch te kunnen regelen wordt gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid die is opgenomen in artikel 5.7 van het bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole. In deze wijzigingsbevoegdheid is opgenomen dat:

Burgemeester en wethouders het plan kunnen wijzigen in die zin dat de bestemming kan worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen', met dien verstande dat:

  1. 1. bij indiening van het verzoek tot wijziging inzicht dient te worden gegeven op welke wijze afstemming met de omgeving heeft plaatsgevonden en wat daarvan de resultaten zijn;
  2. 2. de bedrijfsactiviteiten ter plaatse volledig beëindigd dienen te zijn;
  3. 3. de woonfunctie uitsluitend mag worden gerealiseerd in de bestaande bebouwing;
  4. 4. het parkeren ten behoeve van het wonen wordt gerealiseerd op het eigen terrein;
  5. 5. het aantal woningen past binnen een door Gedeputeerde Staten geaccordeerd woonplan;
  6. 6. voor het overige de bestemmingsregels van de bestemming ‘Wonen’ van overeenkomstige toepassing is.

In deze paragraaf is het voornemen getoetst aan de geldende wijzigingscriteria.

  1. 1. bij indiening van het verzoek tot wijziging inzicht dient te worden gegeven op welke wijze afstemming met de omgeving heeft plaatsgevonden en wat daarvan de resultaten zijn.

De initiatiefnemer is persoonlijk bij de buren van aangrenzende percelen langs geweest om ze op de hoogte te stellen van het voornemen. De buren hebben kenbaar gemaakt geen bezwaren te hebben tegen de voorgenomen functiewijziging. Daarvoor hebben zij tevens een formulier ondertekend. Omwille van privacy is het niet ondertekend exemplaar van dit formulier opgenomen als bijlage 1. De ondertekende exemplaren zijn in bezit van de initiatiefnemer.

  1. 2. de bedrijfsactiviteiten ter plaatse volledig beëindigd dienen te zijn.

De bedrijfsactiviteiten zijn geheel beëindigd.

  1. 3. de woonfunctie uitsluitend mag worden gerealiseerd in de bestaande bebouwing.

De bestaande bedrijfswoning gaat dienen als reguliere woning. Er wordt geen nieuwe woning gerealiseerd.

  1. 4. het parkeren ten behoeve van het wonen wordt gerealiseerd op het eigen terrein.

Op het terrein is ruim voldoende ruimte om de parkeerbehoefte op te vangen. Dit zal dan ook op eigen terrein plaatsvinden.

  1. 5. het aantal woningen past binnen een door Gedeputeerde Staten geaccordeerd woonplan.

Het aantal woningen neemt in het plangebied niet toe. Het verschil is slechts dat een bedrijfswoning als reguliere woning wordt betrokken. Daarmee past deze wijziging binnen het woonplan van de gemeente.

  1. 6. voor het overige de bestemmingsregels van de bestemming ‘Wonen’ van overeenkomstige toepassing is.

In de juridisch regeling van dit wijzigingsplan zijn de betreffende regels onverkort van toepassing verklaard.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 door de minister vastgesteld. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Om de verantwoordelijkheden te leggen waar deze het beste passen brengt het Rijk de ruimtelijke ordening meer over aan gemeenten en provincies. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 14 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 14 belangen hebben decentrale overheden beleidsruimte voor het faciliteren van ontwikkelingen.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) is op 30 december 2011 in werking getreden. Het Barro stelt regels omtrent de 14 aangewezen nationale belangen zoals genoemd in de SVIR. Voor het bestemmingsplan zijn geen nationale belangen van belang.

Wel zijn de beleidsregels met betrekking tot de Waddenzee relevant. Bij nieuwe bestemmingsplannen die betrekking hebben op de Waddenzee en het Waddengebied moet een beoordeling plaatsvinden van de mogelijke gevolgen voor de landschappelijke en cultuurhistorische waarden in het gebied. Deze waarden zijn in de verordening benoemd. Nieuwe bebouwing of verandering van het gebruik is niet toegestaan als dit leidt tot significante aantasting van de waarden in het gebied.

Het plangebied ligt in het bestaand stedelijk gebied van Bitgummole. Een bestaand bedrijfsperceel wordt herbestemd tot woonperceel. Daarmee leidt het initiatief niet tot aantasting van de kernkwaliteit van het Barro die betrekking hebben op het Waddengebied. Het voornemen is daarom niet in strijd met het gestelde in de SVIR en het Barro.

Ladder voor Duurzame verstedelijking

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is 'de ladder voor duurzame verstedelijking' geïntroduceerd. De ladder is per 1 oktober 2012 ook als procesvereiste opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In 2017 is de Ladder herzien. In de Ladder voor duurzame verstedelijking is opgenomen dat de toelichting van een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, een beschrijving bevat van de behoefte aan de voorgenomen stedelijke ontwikkeling. Indien blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan worden voorzien, bevat de toelichting een motivering daarvan en een beschrijving van de mogelijkheid om in die behoefte te voorzien op de gekozen locatie buiten het bestaand stedelijk gebied.

Toepassing ladder voor duurzame verstedelijking

Het omzetten van een bestaand bedrijfsperceel, inclusief bedrijfswoning, naar een regulier woonperceel, waarbij de bedrijfswoning als reguliere woning gaat dienen, is geen stedelijke ontwikkeling in het kader van de ladder voor duurzame verstedelijking. Daarom is toetsing aan de ladder niet noodzakelijk.

3.2 Provinciaal Beleid

Verordening Romte Fryslân

In 2014 heeft Provinciale Staten de Verordening Romte Fryslân 2014 vastgesteld, deze is in 2018 partieel aangepast. In deze verordening is het beleid, zoals verwoord in het Streekplan, vertaald naar regels voor bestemmingsplannen. De regeling uit de Verordening Romte Fryslân heeft geen betrekking op de voorgenomen functiewijziging omdat het gebied zich binnen bestaand stedelijk gebied bevindt en het slechts om een functiewijziging gaat en het aantal woningen niet toeneemt. Daarmee is het voornemen niet in strijd met de provinciale verordening.

3.3 Gemeentelijk Beleid

Geldende bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole

Het gemeentelijk beleid met betrekking tot het plangebied is neergelegd in het geldende bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole. Het bestemmingsplan heeft betrekking op de dorpskernen van beide in de titel genoemde dorpen.

Met betrekking tot het plangebied van dit wijzigingsplan is in het geldende bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen via welke het mogelijk is om de bedrijfsbestemming te wijzigen in een woonbestemming. Daarbij moet worden voldaan aan de daarvoor geldende wijzigingscriteria. In paragraaf 2.3 is aangetoond dat hieraan wordt voldaan. Daarmee is het voornemen in overeenstemming met het gemeentelijk beleid.

Hoofdstuk 4 Milieu- En Omgevingsaspecten

4.1 Bedrijven En Milieuzonering

Toetsingskader

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009). Een richtafstand kan worden beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. In geval van een gemengd gebied kan worden gewerkt met een verkleinde richtafstand.

Toetsing

Het plangebied is aan de noord-, zuid- en oostzijde omringd door agrarische gronden. Verder ligt ten oosten een woonperceel. Daarachter zijn de velden van de plaatselijke voetbalvereniging aanwezig. Zij beschikken over een sportveld met verlichting. Voor een dergelijke inrichting geldt een richtafstand van 50 meter ten opzichte van gevoelige objecten. De afstand van de voetbalvereniging tot aan de woning bedraagt circa 56 meter. Er wordt voldaan aan de richtafstand. Bovendien is de tussenliggende woning maatgevend. Voor het overige is geen sprake van bedrijven in de omgeving.

Er is geen nader onderzoek noodzakelijk naar milieuzonering. Daarmee vormt dit aspect geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

4.2 Ecologie

Toetsingskader

Met de Wet natuurbescherming (Wnb) zijn alle bepalingen met betrekking tot de bescherming van natuurgebieden en dier- en plantensoorten samengebracht in één wet. De Wnb implementeert diverse Europeesrechtelijke regelgeving, zoals de Vogelrichtlijn in de Nederlandse wetgeving. In de Wnb wordt een onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming

De Wnb kent diverse soorten natuurgebieden. De Natura 2000-gebieden zijn door de Minister van Economische Zaken aangewezen gebieden die deel uitmaken van het Europese netwerk van natuurgebieden. Daarnaast bestaat het Natuur Netwerk Nederland (NNN) uit gebieden die worden aangewezen in de provinciale verordening. Binnen de NNN-gebieden mogen in beginsel geen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden.

Toetsing

Het plangebied maakt geen deel uit van beschermde gebieden als Natura 2000 en Natuur Netwerk Nederland. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is de Waddenzee op circa 10,3 kilometer afstand tot het plangebied, deze is hier niet stikstofgevoelig. Het plangebied is gelegen binnen bestaand stedelijk gebied. Binnen het plangebied wordt de bedrijfsfunctie gewijzigd naar een woonfunctie, waarbij de bestaande bedrijfswoning als reguliere woning gaat dienen. Het aantal verkeersbewegingen van en naar het plangebied neemt door de functiewijziging af. Daarom kan redelijkerwijs gesteld worden dat de ontwikkeling in het plangebied geen significante gevolgen heeft voor omringende beschermde natuurgebieden.

Natura 2000-gebieden: stikstofdepositie

Het plangebied ligt op ruim 18 kilometer afstand van een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied. In relatie tot de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden vinden bij de voorgenomen functiewijziging geen nieuwbouwwerkzaamheden plaats. Daarmee is er geen sprake van een aanlegfase waarbij sprake zou kunnen zijn van stikstofuitstoot. Vanuit de gebruiksfase geldt dat er geen toenemende stikstofemissie is te verwachten, gezien het feit dat het perceel nu in gebruik is ten behoeve van bedrijfsvoering en in de voorgenomen situatie slechts ten behoeve van één woning. De functiewijziging naar wonen brengt geen extra verkeersbewegingen met zich mee en de stikstofuitstoot van het gebruik van de panden is ook in de huidige situatie al aanwezig en zal eveneens niet toenemen.

Daarom hoeft voor dit plan geen vergunning op grond van de Wnb te worden aangevraagd.


Soortenbescherming

In de Wnb wordt onderscheid gemaakt tussen soorten die worden beschermd in de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn en daarnaast de overige soorten. De Wnb bevat onder andere verbodsbepalingen ten aanzien van het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten, als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn.

Toetsing

In het plangebied vinden geen sloop- en kapwerkzaamheden plaats. Mogelijke verblijfplaatsen voor beschermde soorten worden niet aangetast ten opzichte van de huidige situatie. Daarom is het niet noodzakelijk om onderzoek te doen naar beschermde soorten.

Het aspect ecologie vormt geen belemmering voor dit plan omdat zowel voor soortenbescherming als voor gebiedsbescherming geen onderzoeken noodzakelijk zijn.

4.3 Bodem

Toetsingskader

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening, moet in geval van ruimtelijke ontwikkelingen worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging, moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. In geval van verontreinigingen is de Wet bodembescherming van toepassing. In de wet is geregeld dat als ter plaatse van een plangebied ernstige verontreinigingen worden aangetroffen, er sprake is van een saneringsgeval.

Toetsing

In het plangebied zijn de gronden gebruikt ten behoeve van bedrijfsvoering van het voormalige bedrijf. Ter plaatse van de bedrijfswoning zijn de gronden ook in de huidige situatie al gebruikt voor bewoning. De voormalige bedrijfswoning wordt in de voorgenomen situatie als reguliere woning in gebruik genomen. Omdat de woonfunctie hier al is toegestaan kan ervan uit worden gegaan dat de bodem van voldoende kwaliteit is voor de voorgenomen woonfunctie. Daarmee vormt het aspect bodem geen belemmering voor dit bestemmingsplan.

4.4 Geluid

Toetsingskader

Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die 'in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken', een geluidzone. Bij de ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd. Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen binnen de wettelijke geluidzone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB.

Toetsing

Wegverkeerslawaai

Het plangebied ligt ten zuiden van It Bosk, waar een maximaal toegestane snelheid van 60 km/uur geldt. Het plangebied ligt binnen de geluidzone van de weg. Echter wordt geen nieuwe woning gerealiseerd, omdat de bestaande bedrijfswoning als reguliere woning wordt betrokken. Daarom is een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai niet noodzakelijk. In de huidige situatie moet al worden voldaan aan geluidsnormen. Dit blijft gelijk in de voorgenomen situatie en hoeft daarom niet opnieuw onderzocht te worden. Het aspect geluid vormt geen belemmering voor dit bestemmingsplan.

4.5 Water

Toetsingskader

Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is de wettelijk verplichte 'watertoets'. De watertoets kan worden gezien als een procesinstrument dat moet waarborgen dat gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder. Het onderhavige plangebied ligt in het beheersgebied van Wetterskip Fryslân.

Toetsing

Het plan is via de digitale watertoets kenbaar gemaakt bij het Wetterskip Fryslân (kenmerk: 20200506-2-23218). De uitkomst van deze toets is dat, gezien het feit dat het uitsluitend om een functiewijziging gaat, er geen waterschapsbelang is, Het resultaat van de watertoets is opgenomen als bijlage 2. Daarmee is geen nader onderzoek noodzakelijk en hoeven er geen maatregelen genomen te worden. Het aspect water vormt geen belemmering voor uitvoering van dit plan.

4.6 Luchtkwaliteit

Toetsingskader

In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden op het gebied van de luchtkwaliteit vastgelegd. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) van belang. Projecten die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan de luchtverontreiniging zijn op grond van de algemene maatregel van bestuur 'Niet in betekenende mate bijdragen' (Besluit NIBM) vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden. Tevens moet worden bekeken of de luchtkwaliteit ter plaatse voldoende is voor de voorgenomen functie.

Toetsing

Volgens de Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten Nederland (2015) is er in de directe omgeving van het plangebied sprake van een goede luchtkwaliteit. Dit vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

In het plangebied wordt een bedrijfsperceel omgezet naar een woonperceel. Gezien de kleinschalige omvang van het plan kan op voorhand gesteld worden dat dit project niet in betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Het aspect luchtkwaliteit vormt daarmee geen belemmering voor dit plan.

4.7 Archeologie

Toetsingskader

Per 1 juli 2016 is de Monumentenwet 1988 vervallen. Een deel van de wet is op deze datum overgegaan naar de Erfgoedwet. Het deel dat betrekking heeft op de besluitvorming in de fysieke leefomgeving gaat over naar de Omgevingswet, wanneer deze in werking treedt. Dit geldt ook voor de verordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen en ontheffingen op het gebied van archeologie. Vooruitlopend op de datum van ingang van de Omgevingswet zijn deze artikelen te vinden in het Overgangsrecht in de Erfgoedwet, waar ze ongewijzigd van toepassing blijven zolang de Omgevingswet nog niet van kracht is. De kern van de wet is dat wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten intact moeten blijven. Als dit niet mogelijk is, is opgraving een optie.

FAMKE

Voor een globaal inzicht in mogelijke waarden heeft de provincie de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE) gepubliceerd. De FAMKE bestaat uit twee advieskaarten, één voor de periode steentijd-bronstijd (300.000 - 800 v Chr.), en één voor de periode ijzertijd - middeleeuwen (800 v Chr. - 1500 n Chr.).

Conform de steentijd-bronstijd advieskaart is geen onderzoek noodzakelijk, ongeacht de grootte van de ontwikkeling. Conform de ijzertijd-middeleeuwen advieskaart valt het plangebied binnen het gebied 'karterend onderzoek 1', waar voor ontwikkelingen met een minimale oppervlakte van 500 m² archeologisch onderzoek noodzakelijk is.

Toetsing

In dit geval is uitsluitend sprake van een functiewijziging van bedrijf naar wonen. Hierbij vinden geen nieuwbouw werkzaamheden plaats en worden dus geen nieuwe gronden geroerd. Daarom is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk en vormt archeologie geen belemmering voor dit bestemmingsplan.

4.8 Cultuurhistorie

Toetsingskader

Goede ruimtelijke ordening betekent dat er een integrale afweging plaatsvindt van alle belangen die effect hebben op de kwaliteit van de ruimte. Een van die belangen is de cultuurhistorie. Per 1 januari 2012 is in het kader van de modernisering van de monumentenzorg (MOMO) in het Besluit ruimtelijke ordening van het rijk opgenomen dat gemeenten bij het maken van bestemmingsplannen rekening moeten houden met cultuurhistorische waarden.

Toetsing

Om te onderzoeken of sprake is van cultuurhistorische waarden is gebruik gemaakt van de Cultuurhistorische Kaart Fryslân. Hieruit komt naar voren dat binnen het plangebied geen sprake is van cultuurhistorische waarden. Omliggend zijn deze er wel in de vorm van boerderijplaatsen en een oude weg. Omdat slechts sprake is van een functiewijziging wordt geen afbreuk gedaan aan cultuurhistorische waarden in de omgeving.

4.9 Externe Veiligheid

Toetsingskader

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over 'externe veiligheid' om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), Besluit externe veiligheid transportroutes (BEVT) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Er wordt getoetst aan twee verschillende normen: het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Ten aanzien van het plaatsgebonden risico geldt een kans van 10-6 als grenswaarde. Dit betekent dat binnen de zogenaamde PR 10-6-contour geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden toegestaan. Voor ontwikkeling van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, geldt deze norm als streefwaarde. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten is vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

Toetsing

In het kader van het aspect externe veiligheid is de risicokaart geraadpleegd. In de nabijheid is geen sprake van risicovolle inrichtingen en transportroutes. Wel is sprake van twee buisleidingen waarvan één deels door het plangebied loopt en één ten oosten ervan.

In beide gevallen gaat het om aardgasleidingen met een maximale werkdruk van 40 bar en een diameter van 4 inch. Hiervoor geldt een inventarisatieafstand van 45 meter. De woning valt binnen deze inventarisatieafstand. Echter is er geen sprake van een toename van het aantal personen binnen de inventarisatieafstand, omdat de woning al in het gebied aanwezig is. Er is eerder sprake van een afname omdat de bedrijfsfunctie beëindigd wordt. Daarom is geen nadere verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk. Het aspect externe veiligheid vormt daarmee geen belemmering voor dit plan.

4.10 Kabels En Leidingen

Toetsingskader

In (de omgeving van) het plangebied kunnen kabels en leidingen aanwezig zijn die beperkingen opleggen voor de bouwmogelijkheden in het plangebied. Hierbij valt te denken aan hoogspanningsverbindingen, waterleidingen en straalpaden. Bij leidingen, zoals gas-, water- en rioolpersleidingen, volgen deze belemmeringen uit het zakelijk recht. Bij hoogspanningsverbindingen gaat het om veiligheid en gezondheid. De beperkingen bij straalpaden zijn van belang voor het goed functioneren van de straalpaden.

Toetsing

Binnen het plangebied loopt deels een aardgasleiding, die eerder is benoemd in paragraaf 4.9. Ter plaatse van de aardgasleiding worden geen ontwikkelingen voorzien. In de planregels is een dubbelbestemming opgenomen die een beschermende regeling bevat ten aanzien van deze leiding. Daarmee is vormt deze geen belemmering voor dit plan.

Hoofdstuk 5 Juridische Toelichting

Verbeelding

Een bijbehorende verbeelding maakt deel uit van dit wijzigingsplan. Na onherroepelijk worden van het wijzigingsplan maakt de verbeelding deel uit van het bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole.

Op de verbeelding zijn de gronden als 'Wonen' bestemd. Tevens zijn de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 3' en 'Leiding - Gas' opgenomen. Tot slot gelden ook de gebiedsaanduidingen 'luchtvaartverkeerzone - ILS verstoringsgebied 1' en 'luchtvaartverkeerzone - obstakelbeheergebied'.

Regels

De regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan Bitgum-Bitgummole zijn onverkort van toepassing op dit wijzigingsplan. De bestemmingsregels die van toepassing zijn op het plangebied van het wijzigingsplan betreffen in dit geval de bestemming 'Wonen', de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 3' en 'Leiding - Gas' en de gebiedsaanduidingen 'luchtvaartverkeerzone - ILS verstoringsgebied 1' en 'luchtvaartverkeerzone - obstakelbeheergebied'.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

In het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het wijzigingsplan eerst voorgelegd aan de betrokken overleginstanties. Er zijn tijdens deze periode geen reacties binnen gekomen.

Het ontwerpwijzigingsplan is vervolgens gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn tijdens deze periode geen zienswijzen ingediend.

Vervolgens wordt het plan, al dan niet gewijzigd, vastgesteld. Na de vaststelling wordt het wijzigingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode is het mogelijk beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

6.2 Economische Uitvoerbaarheid

Voor de uitvoerbaarheid van het plan is het van belang te weten of het economisch uitvoerbaar is. De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds bepaald door de exploitatie van het plan (financiële haalbaarheid) en anderzijds door de wijze van kostenverhaal van de gemeente (grondexploitatie).

Financiële haalbaarheid

Het bestemmingsplan vormt het toetsingskader voor een particuliere ontwikkeling. De initiatiefnemer heeft aannemelijk gemaakt dat het plan financieel haalbaar is.

Grondexploitatie

In dit geval is geen exploitatieplan noodzakelijk omdat er slechts sprake is van een functiewijziging. Er wordt geen bouwplan uitgevoerd.

Bijlage 1 Formulier Omwonenden

Bijlage 1 Formulier omwonenden

Bijlage 2 Watertoets

Bijlage 2 Watertoets