KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Agrarisch (Artikel 3)
Artikel 3 Bedrijf (Artikel 7)
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 4 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
1.2 Geldende Regeling
1.3 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
2.1 Situatie
2.2 Toetsing Aan De Wijzigingscriteria
Hoofdstuk 3 Beleidskader
3.1 Provinciaal Beleid
3.2 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 4 Planologische Randvoorwaarden
4.1 Water
4.2 Bedrijven En Milieuzonering
4.3 Bodem
4.4 Archeologie
4.5 Cultuurhistorie
4.6 Luchtkwaliteit
4.7 Ecologie
4.8 Geluid
4.9 Externe Veiligheid
4.10 Kabels En Leidingen
Hoofdstuk 5 Juridische Regeling
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
6.2 Economische Uitvoerbaarheid
6.3 Grondexploitatie
Bijlage 1 Watertoets

Buitengebied - Oudebildtdijk 906, St.-Jacobiparochie

Wijzigingsplan - Gemeente Waadhoeke

Vastgesteld op 27-10-2017 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het wijzigingsplan Buitengebied - Oudebildtdijk 906, St.-Jacobiparochie met identificatienummer NL.IMRO.1949.WPOBD906-VAS1 van de gemeente Waadhoeke.

De begrippen, voor zover relevant voor dit wijzigingsplan, van het bestemmingsplan Buitengebied hetBildt, vastgesteld 12 mei 2010, zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Agrarisch (Artikel 3)

De regels van de bestemming 'Agrarisch', voor zover relevant voor dit wijzigingsplan, van het bestemmingsplan Buitengebiedhet Bildt, vastgesteld 12 mei 2010, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Bedrijf (Artikel 7)

De regels van de bestemming 'Bedrijf', voor zover relevant voor dit wijzigingsplan, van het bestemmingsplan Buitengebiedhet Bildt, vastgesteld 12 mei 2010, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autohandel', handel in oldtimers en daarmee vergelijkbare auto's, motoren en objecten is toegestaan.

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het

wijzigingsplanBuitengebied - Oudebildtdijk 906, St.-Jacobiparochie

van de gemeente Waadhoeke.

Behorende bij de besluitvorming van het college van de gemeente het Bildt d.d. 27 oktober 2017.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op het perceel Oudebildtdijk 906 te St. Jacobiparochie is het bedrijf Cars, Cola, Coins gevestigd. Het betreft een bedrijf dat zich voornamelijk bezighoudt met het in- en verkopen van oldtimers van Amerikaanse automerken en voert hieraan reparatie- en servicewerkzaamheden uit.

Het bedrijf is niet toegestaan binnen de agrarische bestemming die het perceel volgens het geldende bestemmingsplan heeft. De gemeente is echter voornemens mee te werken aan de planologische inpassing van het betreffende bedrijf. Het bestemmingsplan kent voor de omzetting van een agrarisch bedrijf naar een niet-agrarisch bedrijf een wijzigingsbevoegdheid

Het voorliggende wijzigingsplan voorziet in de planologische inpassing van het betreffende bedrijf. in figuur 1.1 is de ligging van het bedrijfsperceel weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1949.WPOBD906-VAS1_0001.jpg"

figuur 1.1 ligging plangebied

1.2 Geldende Regeling

Het geldende bestemmingsplan dat betrekking heeft op het plangebied is het bestemmingsplan Buitengebied van de voormalige gemeente Het Bildt, vastgesteld op 12 mei 2010. Het plangebied heeft daarin de bestemming 'Agrarisch', onder meer voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - bouwperceel agrarisch grondgebonden bedrijf' (bouwperceel).

Het vestigen van een niet-agrarisch bedrijf is op basis van de bestemming niet mogelijk. In de bestemming 'Agrarisch' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt om onder voorwaarden de bestemming te wijzigen in 'Bedrijf' (artikel 3 lid 3.7 sub g ). Bij toepassing van de betreffende wijzigingsbevoegdheid moet aan de volgende criteria worden voldaan:

  1. a. het agrarisch bouwperceel moet worden verwijderd;
  2. b. er mag geen sprake zijn van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  3. c. de functie moet worden ondergebracht in de bestaande gebouwen, die aanwezig zijn op het moment van toepassing van deze wijziging en waarbij de woonfunctie bij het bedrijf gehandhaafd moet blijven;
  4. d. de woonfunctie moet worden ondergebracht in de voormalige bedrijfswoning, dan wel het voormalige boerderijpand;
  5. e. het voormalige boerderijpand of andere beeldbepalende bouwvormen moet als landschappelijk waardevolle verschijningsvorm worden gehandhaafd;
  6. f. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

In paragraaf 2.2 wordt nader ingegaan op deze toetsingscriteria.

1.3 Leeswijzer

De toelichting van dit wijzigingsplan is als volgt opgezet: in hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de bestaande situatie, de voorgenomen situatie en vindt een toetsing aan de wijzigingscriteria plaats. Hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van de relevante beleidskaders. Vervolgens bevat hoofdstuk 4 de toetsing aan de voor dit wijzigingsplan relevante wet- en regelgeving voor de verschillende omgevingsaspecten. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de juridische regeling van het plan. Tot slot gaat hoofdstuk 6 in op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Situatie

Het perceel waarop dit wijzigingsplan betrekking heeft, ligt aan de Oudebildtdijk 906, te St.-Jacobiparochie. Planologisch gezien is er sprake van een agrarische bedrijfsbestemming, maar feitelijk zijn de gronden in gebruik voor als autohandel in oldtimers en daarmee samenhangende objecten. Het bedrijf is gericht op de internationale markt en de handel vindt grotendeels plaats via internet (aan- en verkoop). De openingstijden van het bedrijf zijn zeer beperkt en het bezichtigen van de objecten is voornamelijk op afspraak.

Het gebied ligt in het buitengebied ten noorden van het bedrijfsperceel van het metaalbedrijf aan de Oudebildtdijk 894 te St.-Jacobiparochie. De ontsluiting van de autohandel vindt plaats ter hoogte van dat metaalbedrijf via een ongeveer 600 meter lange ontsluitingsweg.

Op het perceel zijn een aantal voormalige agrarische bedrijfsgebouwen aanwezig, welke dient doen als opslagruimte en werkplaats. Tevens is een bedrijfswoning aanwezig.

De huidige situatie van het plangebied is weergegeven in figuur 2.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.1949.WPOBD906-VAS1_0002.jpg"

figuur 2.1 Overzicht van het perceel Oudebildtdijk 906

Het gebied rondom het plangebied heeft een open, landelijk karakter. In alle richtingen is sprake van aangrenzende agrarische gronden. Ten noordwesten, westen, zuiden en oosten van het perceel zijn, op enige afstand, andere woningen en bedrijven gelegen. Dit is weergegeven op figuur 1.1. Ten westen van het plangebied loopt de erftoegangsweg, die vanuit de Oudebildtdijk noordelijk naar het perceel loopt.

2.2 Toetsing Aan De Wijzigingscriteria

De bedrijfsactiviteiten dienen de worden getoetst aan de wijzigingscriteria die in de regeling van het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente het Bildt zijn opgenomen (artikel 3, lid 3.7 sub g):

Het plan dient te voldoen aan alle criteria die hierna zijn opgenomen, om doorgang te kunnen vinden.

  1. 1. Na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid zijn respectievelijk de regels van artikel 7 van overeenkomstige toepassing:

Met dit wijzigingsplan worden de regels van artikel 7 van het geldende bestemmingsplan Buitengebied van toepassing voor het plangebied.

  1. 2. Het bouwperceel ter plaatse moet worden verwijderd;

De planologische mogelijkheid voor vestiging van een agrarisch bedrijf is opgeheven. De bestemming is gewijzigd naar de bestemming Bedrijf en de niet benutte gronden voor het bedrijf zijn als 'Agrarisch' (zonder bouwperceel) bestemd.

In relatie tot de landschappelijke inpassing kan worden gesteld dat de bestaande erfbeplanting die aan de voor- en zijkant de erfafscheiding benadrukken, in stand blijft. De achterkant van het perceel behoudt net als in de huidige situatie, een relatie met het open landschap waar geen erfbeplanting is voorzien. Er blijft daarmee sprake van een goede landschappelijke inpassing van het perceel.

  1. 3. Er mag geen sprake zijn van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;

In paragraaf 4.2 'Bedrijven en milieuzonering' is onderbouwd dat er geen beperkingen voor omringende, aangrenzende (agrarische) bedrijven optreden als gevolg van deze functiewijziging.

  1. 4. De functie moet worden ondergebracht in de bestaande gebouwen, waarbij de woonfunctie bij het bedrijf gehandhaafd moet blijven;

De bedrijfsfunctie vindt plaats in de bestaande bedrijfsgebouwen.

  1. 5. De woonfunctie moet ondergebracht worden in de voormalige bedrijfswoning, dan wel het voormalige boerderijpand;

De woonfunctie is gevestigd in de bestaande bedrijfswoning.

  1. 6. Het voormalige boerderijpand of andere beeldbepalende bouwvormen moet als landschappelijk waardevolle verschijningsvorm worden gehandhaafd;

De bestaande bebouwing blijft gehandhaafd.

  1. 7. Er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Er is uitsluitend sprake van een gebruiksverandering die geen onevenredige afbreuk aan de woonsituatie. doet bedrijf is reeds gevestigd in het plangebied.

Ten aanzien van het verkeer kan worden gesteld dat het er sprake is van zeer beperkte verkeersintensiteiten. Het bedrijf is gericht op de internationale markt en de handel vindt grotendeels plaats via internet (aan- en verkoop). De openingstijden van het bedrijf zijn zeer beperkt en het bezichtigen van de objecten is voornamelijk op afspraak. Daarnaast vindt een groot deel van de bezichtigingen van de auto's op beurzen en evenementen plaats.

Van een verkeersaantrekkende werking die leidt tot een onevenredige afbreuk van de verkeersveiligheid op de toegangsweg en de inrit ter plaatse van de Oudebildtdijk is derhalve geen sprake. Mede in het licht bezien van de aanwezigheid van het metaalbedrijf aan de Oudebildtdijk 894 die de inrit op dezelfde plek heeft, zijn de verkeersbewegingen naar het autobedrijf marginaal.

Voor het parkeren van bezoekers is voldoende ruimte op het eigen erf.

De gevolgen voor de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de milieusituatie worden omschreven in paragraaf 4.2.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het ruimtelijk beleid dat voor zover relevant het kader vormt voor dit wijzigingsplan. Hierbij komt het provinciaal en het gemeentelijk beleid aan bod. Dit beleid is afgestemd op het Rijksbeleid ten aanzien van de ruimtelijke ordening.

3.1 Provinciaal Beleid

Verordening Romte Frylân

Op 25 juni 2014 hebben de Provinciale Staten de Verordening Romte Fryslân 2014 vastgesteld. Deze verordening behelst een aanpassing van de op 15 juni 2011 vastgestelde verordening en is op 16 augustus 2014 in werking getreden. In deze verordening is het beleid, zoals verwoord in het Streekplan, vertaald naar regels voor bestemmingsplannen.

In de bestemmingswijziging in dit plan wordt het perceel van een agrarische bestemming naar een bedrijfsbestemming gewijzigd. Hoewel het beoogde bedrijf reeds in het plangebied gevestigd is, geldt vanuit de verordening nog wel artikel 1.2.1 'Hergebruik vrijkomende (niet-) agrarische bebouwing'. Hierin is opgenomen dat stedelijke functies in het landelijk gebied worden toegestaan indien sprake is van hergebruik, verbouw of vervanging van vrijkomende bebouwing. Onder meer de functies wonen, dienstverlening en niet-industriële bedrijven zijn onder deze regeling toegestaan. Er is hier sprake van een autohandel voor een specifieke doelgroep die als niet-industrieel kan worden beschouwd.

Het voornemen is daarom in overeenstemming met de Verordening Romte Fryslân.

3.2 Gemeentelijk Beleid

Bestemmingsplan Buitengebied

Het geldende bestemmingsplan voor het buitengebied van de gemeente Het Bildt vormt het meest recente beleids- en uitvoeringskader voor het gemeentelijk beleid ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied.

Voor dit plan wordt gebruik gemaakt van de in het bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid, waarna de regeling voor het bedrijf is één op één overgenomen uit het bestemmingsplan. Daarmee wordt voldaan aan de beleidsuitgangspunten die de gemeente hiervoor hanteert en aan de criteria die voor de wijzigingsbevoegdheid gelden.

Hoofdstuk 4 Planologische Randvoorwaarden

Naast het feit dat ontwikkelingen in het plangebied binnen het beleidskader van Rijk, provincie en gemeente tot stand moeten komen, moet rekening worden gehouden met de aanwezige functies in en rond het plangebied. Uitgangspunt voor het wijzigingsplan is dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In dit hoofdstuk worden de milieu- en omgevingsaspecten behandeld.

4.1 Water

Toetsingskader en beleid

Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is de wettelijk verplichte 'watertoets'. De watertoets kan worden gezien als een procesinstrument dat moet waarborgen dat gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder. Het onderhavige plangebied ligt in het beheersgebied van het waterschap Wetterskip Fryslân.

Toetsing

Ter invulling van de watertoets is het wijzigingsplan aangemeld via www.dewatertoets.nl. Na het doorlopen van een aantal standaardvragen is gebleken dat voor het plan de procedure 'Geen Waterschapsbelang' geldt.

Het plan betreft alleen een functieverandering van bestaande bebouwing en heeft geen invloed op de waterhuishouding. Er is geen waterschapsbelang. Deze conclusie is getrokken naar aanleiding van een digitale watertoets. Het proces van de watertoets is goed doorlopen conform de Handreiking Watertoets III.

Verder overleg met Wetterskip Fryslân is niet noodzakelijk. Het resultaat van de watertoets is opgenomen in bijlage 1.

4.2 Bedrijven En Milieuzonering

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (waaronder woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming wordt gebruik gemaakt van de richtafstanden uit de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009). Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten.

Toetsing

Het bedrijf aan de Oudebildtdijk 906 te St.-Jacobiparochie betreft een bedrijf dat voornamelijk doet aan hetin- en verkopen van oldtimers van Amerikaanse automerken en voert hieraan reparatie- en servicewerkzaamheden uit. Op basis van de VNG-brochure geldt voor dit type bedrijven een richtafstand van 30 meter op basis van geluid. De dichtstbijzijnde milieugevoelige functie zit op bijna 200 meter van het plangebied. Er wordt daarmee voldaan aan de richtafstand.

De andere omliggende functies, zijnde (agrarische) bedrijven liggen op een zodanige ruime afstand van het bedrijfsperceel dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van deze percelen. De grond rond het bedrijfsperceel blijft agrarisch in gebruik (akkerbouw / weiland).

De omliggende functies vormen geen belemmering voor de vestiging van het autobedrijf.

4.3 Bodem

Het uitgangspunt wat betreft de bodemkwaliteit in het plangebied is dat de kwaliteit ervan zodanig dient te zijn, dat er geen risico's voor de volksgezondheid ontstaan. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging, moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd.

Toetsing

In de huidige situatie is het plangebied reeds geschikt bevonden voor wonen ter plaatse van de huidige woning. De huidige indeling en het huidige gebruik van het plangebied wijzigen niet met dit wijzigingsplan. Er kan redelijkerwijs vanuit worden gegaan dat de bodemkwaliteit geschikt is voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de vestiging van het autobedrijf.

4.4 Archeologie

Per 1 juli 2016 is de Monumentenwet 1988 vervallen. Een deel van de wet is op deze datum overgegaan naar de Erfgoedwet. Het deel dat betrekking heeft op de besluitvorming in de fysieke leefomgeving gaat over naar de Omgevingswet, wanneer deze in 2019 in werking treedt. Dit geldt ook voor de verordeningen, bestemmingsplannen, vergunningen en ontheffingen op het gebied van archeologie. Vooruitlopend op de datum van ingang van de Omgevingswet zijn deze artikelen te vinden in het Overgangsrecht in de Erfgoedwet, waar ze ongewijzigd van toepassing blijven zolang de Omgevingswet nog niet van kracht is.


De kern van de wet is dat wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten intact moeten blijven. Als dit niet mogelijk is, is opgraving een optie. Om inzicht te krijgen in de kans op het aantreffen van archeologische resten in bepaalde gebieden zijn op basis van historisch onderzoek archeologische verwachtingskaarten opgesteld.

Toetsing

In dit wijzigingsplan is slechts sprake van een functiewijziging en vindt geen externe nieuw-, uit- en verbouw plaats. Archeologisch onderzoek is daarom per definitie niet noodzakelijk.

Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor de vestiging van het autobedrijf.

4.5 Cultuurhistorie

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening moet iedere ontwikkeling een analyse van cultuurhistorische waarden bevatten.

Toetsing

Het perceel maakt deel uit van het beschermd gezicht 'Beschermd dorpsgezicht Oude en Nieuwe Bildtdijken', zoals door het rijk aangewezen bij besluit van 22 januari 2015. Deze aanwijzing voorziet in de bescherming van de bebouwing aan de Nieuwebildtdijk en Oudebildtdijk en de kernkwaliteiten van het landschap tussen beide dijken.

Het gaat hier om een bedrijfsperceel dat tussen beide Bildtdijken ligt. De gebruiksverandering van de opstallen op het bedrijfsperceel tast de kernkwaliteiten van het landschap en daarmee de cultuurhistorische waarden van het gebied niet aan.

In het geldende bestemmingsplan Buitengebied is de aanduiding 'waarde - verkaveling' van toepassing ten behoeve van het behoud, herstel en de ontwikkeling van de landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle verkaveling. De verkaveling wordt in dit plan niet gewijzigd. Er vindt geen wijziging aan het bebouwingsbeeld en de inrichting van het plangebied plaats.

Het aspect cultuurhistorie vormt derhalve geen belemmering voor de gebruiksverandering.

4.6 Luchtkwaliteit

Voor het aspect luchtkwaliteit is de Wet Milieubeheer van toepassing. De wet is bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging, aan te pakken.

Toetsing

Het wijzigingsplan betreft slechts een planologische wijziging waarbij de bestemming van het perceel Oudebildtdijk 906 gewijzigd wordt. Het reeds in het plangebied aanwezige bedrijf blijft ook in de voorgenomen situatie aanwezig. Dit plan heeft daarom geen gevolgen voor de luchtkwaliteit.

Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor dit plan.

4.7 Ecologie

Met de Wet natuurbescherming (Wnb) zijn alle bepalingen met betrekking tot de bescherming van natuurgebieden en dier- en plantensoorten samengebracht in één wet. De Wnb implementeert diverse Europeesrechtelijke regelgeving, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving. in de Wnb wordt een onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming.

Gebiedsbescherming

De Natura 2000-gebieden zijn door de Minister van Economische Zaken aangewezen gebieden die deel uitmaken van het Europese netwerk van natuurgebieden. Daarnaast bestaat het Natuur Netwerk Nederland (NNN) uit gebieden die worden aangewezen in de provinciale verordening. Binnen de NNN-gebieden mogen in beginsel geen ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden.

Toetsing

Het plangebied maakt geen onderdeel uit van Natura 2000-gebieden en NNN-gebieden. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied betreft de Waddenzee op circa 1 kilometer ten noorden van het plangebied. De ontwikkeling betreft slechts een functiewijziging. Er worden geen extra functies binnen het plangebied toegevoegd. Bovendien is het beoogde bedrijf reeds in het plangebied aanwezig. Zodoende ontstaan er door toedoen van dit wijzigingsplan geen veranderingen ten opzichte van de huidige situatie. Het is in dit geval puur een planologische wijziging.

Soortenbescherming

In de Wnb wordt onderscheid gemaakt tussen soorten die worden beschermd in de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn en daarnaast de overige soorten. De Wnb bevat onder andere verbodsbepalingen ten aanzien van het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten, als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn.

Toetsing

In dit plan is geen sprake van externe nieuw-, uit- en verbouwactiviteiten. Het bestaande bedrijf blijft in de beoogde situatie in het plangebied aanwezig. De wijziging is slechts planologisch van aard en heeft daarom geen gevolgen voor mogelijk aanwezige beschermde soorten.

Het aspect ecologie vormt geen belemmering voor dit plan.

4.8 Geluid

Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) is rond inrichtingen die ''in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken'', wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/u en spoorwegen een geluidzone van kracht. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones dient akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de in de Wet bepaalde voorkeursgrenswaarde van 48 dB.

Toetsing

Er worden geen nieuwe geluidgevoelige objecten mogelijk gemaakt.

Het aspect geluid vormt geen belemmering voor dit wijzigingsplan.

4.9 Externe Veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over “externe veiligheid” om de burger niet onnodig aan te hoge risico's bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), Besluit externe veiligheid transportroutes (BEVT) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).

Toetsing

In het kader van het aspect externe veiligheid is de risicokaart geraadpleegd. Hieruit blijkt dat binnen of in de directe omgeving van het plangebied geen risicovolle inrichtingen aanwezig zijn, waarvan de risicocontouren of de invloedsgebieden over het plangebied lopen.

Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor dit plan.

4.10 Kabels En Leidingen

In (de omgeving van) het plangebied kunnen kabels en leidingen aanwezig zijn die beperkingen opleggen voor de bouwmogelijkheden in het plangebied. Hierbij valt te denken aan hoogspanningsverbindingen, waterleidingen en straalpaden. Bij leidingen, zoals gas-, water- en rioolpersleidingen, volgen deze belemmeringen uit het zakelijk recht. Bij hoogspanningsverbindingen gaat het om veiligheid en gezondheid. De beperkingen bij straalpaden zijn van belang voor het goed functioneren van de straalpaden.

Toetsing

In en rond het plangebied zijn geen kabels en leidingen aanwezig waarmee in dit plan rekening gehouden dient te worden.

Het aspect kabels en leidingen vormt geen belemmering voor dit plan.

Hoofdstuk 5 Juridische Regeling

Verbeelding

Het Wijzigingsplan 'Buitengebied - Oudebildtdijk 906, St.-Jacobiparochie' gaat vergezeld van een verbeelding. Na onherroepelijk worden van het wijzigingsplan maakt de verbeelding deel uit van het bestemmingsplan 'Buitengebied' van de gemeente Het Bildt.

Regels

De regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan 'Buitengebied' zijn onverkort van toepassing op dit wijzigingsplan. In dit geval betreft het de bestemming 'Bedrijf' en de bestemming 'Agrarisch' (onbebouwd) voorzover het betreft het voormalige agrarische bouwperceel dat geen deel uitmaakt van het nieuwe bedrijfsperceel. Dit laatste is een vereiste om de wijzigingsprocedure toe te kunnen passen, teneinde te voorkomen dat het nieuwe bedrijfsperceel zich qua omvang strekt tot de omvang van een agrarisch bouwperceel (zie ook paragraaf 2.2).

In de regels is een koppeling gelegd met deze bestemmingen.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een wijzigingsplan. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.

6.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Het concept-ontwerp van voorliggende wijzigingsplan is in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro) voorgelegd aan de provincie Fryslân en het Wetterskip Fryslân. De provincie heeft bij brief van 3 oktober 2017 aangegeven dat de provinciale belangen op een juiste wijze zijn verwerkt. Van het waterschap is geen reactie ontvangen. Mede gelet op de uitkomst van de watertoets (paragraaf 4.1) is ervan uitgegaan dat zij geen aan- of opmerkingen op het concept-wijzigingsplan hebben.

Het ontwerpwijzigingsplan heeft met ingang van donderdag 7 december 2017 gedurende zes weken ter inzage gelegen (artikel 3.8 Wro). Tijdens deze periode is aan belanghebbenden de mogelijkheid geboden tot het indienen van zienswijzen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Op grond van de besluitvorming van het college van de voormalige gemeente het Bildt d.d. 27 oktober 2017 is het wijzigingsplan vastgesteld.

De vaststelling van het wijzigingsplan is vanwege de herindeling per 1 januari 2018 door het college van burgemeester en wethouders van de nieuwe gemeente Waadhoeke bekend gemaakt en ter inzage gelegd. Tegen het besluit is beroep mogelijk bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

6.2 Economische Uitvoerbaarheid

Bij dit plan is slechts sprake van een planologische wijziging, de bestaande bebouwing in het plangebied wijzigt niet. De initiatiefnemer heeft aannemelijk gemaakt dat hij over voldoende financiële middelen beschikt om het plan uit te voeren.

6.3 Grondexploitatie

Door middel van de grondexploitatieregeling beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten, bijvoorbeeld voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor de ruimtelijke procedure. Indien er sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente hiervoor in beginsel een exploitatieplan op te stellen. Van deze verplichting kan worden afgezien als het kostenverhaal anderszins verzekerd is. Dit kan middels een anterieure overeenkomst. Voor vaststelling van het planologisch besluit dient duidelijk te zijn op welke wijze de kosten zullen worden verhaald.

Er is in dit plan geen sprake van een bouwplan. Het opstellen van een exploitatieplan is daardoor niet aan de orde. De gemeentelijke kosten voor het wijzigingsplan worden verhaald via leges.

Bijlage 1 Watertoets

Bijlage 1 Watertoets