Bosch 7A - Sint Annaparochie
Wijzigingsplan - Gemeente Waadhoeke
Vastgesteld op 09-11-2021 - geheel onherroepelijk in werking
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het wijzigingsplan Bosch 7A-St.-Annaparochie met identificatienummer NL.IMRO.1949.WPStABosch7a-VAS1.
1.2 Bestemmingsplan
Het bestemmingsplan Sint Annaporochiemet identificatienummer NL.IMRO.0063.StAnna-VA01 , zoals vastgesteld op 27 oktober 2016.
1.3 Verbeelding
De verbeelding van het wijzigingsplan wijzigingsplan Bosch 7A Sint Annaporochie met identificatienummer NL.IMRO.1949.WPStABosch7a-VAS1.
1.4 Van toepassing verklaring
De begrippen, voor zover relevant voor dit wijzigingsplan, van het bestemmingsplan Sint Annaparochie zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Op dit wijzigingsplan is de wijze van meten van het bestemmingsplan Sint Annaparochie van overeenkomstige toepassing
2 Bestemmingsregels
Van toepassing zijn de regels in verband met de bestemmingen van bestemmingsplan Stedelijk gebied Echt-Susteren, vastgesteld door de gemeenteraad van Echt-Susteren op 26 mei 2016, met identificatienummer NL.IMRO.1711.BP20150950-VG02, met dien verstande dat het aantal wooneenheden niet meer mag bedragen dan op de verbeelding is aangegeven middels de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’.
Artikel 3 Wonen - Ruimte Opzet
3.1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen – Ruime opzet’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
- aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- tuinen en erven;
met daaraan ondergeschikt:
- woonstraten en paden;
- groenvoorzieningen;
- parkeervoorzieningen
- speelvoorzieningen;
- sloten, bermen en beplanting.
3.2. Bouwregels
3.2.1 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
- als hoofdgebouw mogen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
- het aantal woonhuizen zal ten hoogste 1 bedragen;
- een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
- de oppervlakte van het hoofgebouw zal ten hoogste 180 m2 bedragen;
- de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 4,50 m bedragen;
- de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 30° bedragen;
- de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten hoogste 60° bedragen.
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
- de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel in of achter het verlengde daarvan worden gebouwd;
- de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen per hoofdgebouw zal ten hoogste 60 m² bedragen;
- de goothoogte van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 3,00 m bedragen;
- de dakhelling van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten hoogste 60° bedragen.
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het (de) hoofdgebouw(en) en het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
- de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
3.3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
3.4. Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, vrijstelling verlenen van:
- het bepaalde in lid 3.2.1. onder e en toestaan dat de goothoogte van het hoofdgebouw wordt verhoogd tot ten hoogste 6,50 m;
- het bepaalde in lid 3.2.1. onder f en toestaan dat de dakhelling van een hoofdgebouw wordt verlaagd c.q. dat een hoofdgebouw (gedeeltelijk) wordt voorzien van een plat dak;
- het bepaalde in lid 3.2.1. onder g en lid 3.2.2. onder d en toestaan dat de dakhelling van een gebouw wordt verhoogd tot ten hoogste 80º;
- het bepaalde in lid 3.2.2. onder a en toestaan dat de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen vóór de naar de weggekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel in of voor het verlengde daarvan worden gebouwd;
- het bepaalde in lid 3.2.2. onder b en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 150 m2.
3.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel en horeca;
- het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijvigheid, anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroep;
- het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte:
- meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
- meer bedraagt dan 50 m²;
- het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep;
- het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
- het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de woonsituatie;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de verkeersveiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.5 sub c in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in Bijlage 1, mits de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat:
- de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer dan 50 m² mag bedragen;
- de activiteiten niet mogen plaatsvinden binnen vrijstaande bijgebouwen.
3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Van Toepassing Verklaring
Op het plan zijn verder de algemene regels van het bestemmingsplan Buitengebied 2009 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Overige Regels
6.1Parkeergelegenheid
Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd of gebruikt wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van de Nota Parkeernormen Gemeente Waadhoeke, of het meeste actuele gemeentelijke parkeerbeleid zoals deze geldt ten tijde van de aanvraag, bepaald of sprake is van voldoende parkeergelegenheid;
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.
6.2 Voldoende laad- en losruimte
Indien het beoogde gebruik van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen uitsluitend verleend indien aan of in dat bouwwerk dan wel op het onbebouwde terrein bij het bouwwerk wordt voorzien in die ruimte. Deze bepaling geldt niet:
- voor bestaand gebruik, waarbij de herbouw van een bouwwerk zonder functiewijziging wordt beschouwd als bestaand gebruik;
- voor zover op andere wijze in de nodige laad- of losruimte wordt voorzien.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende laad- en losgelegenheid wordt voorzien indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Van Toepassing Verklaring
Op het plan zijn de overgangsregels van het bestemmingsplan Sint Annaparochie van overeenkomstige toepassing.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het wijzigingsplan St.-Annaparochie Bosch 7a'.