Buitengebied 1998, Hoofdweg Wedderveer 75
Wijzigingsplan - Gemeente Westerwolde
Vastgesteld op 30-04-2020 - geheel onherroepelijk in werking
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaand onder:
1.1 plan:
het wijzigingsplan Buitengebied 1998, Hoofdweg Wedderveer 75 van de gemeente Westerwolde;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1950.WZ2003-vs01 met de bijbehorende regels;
2 Bestemmingsregels
Artikel 2 Relatie Met Het Vigerende Bestemmingsplan
Ten aanzien van de bestemmingsregels geldt dat de regels van het bestemmingsplan Buitengebied 1998 van toepassing zijn. Er is op basis van dat bestemmingsplan sprake van de bestemming ‘Agrarisch gebied met een gesloten landschap’, met de aanduiding ‘agrarisch bouwperceel’ en de aanduiding ‘karakteristiek’. Op basis van artikel 5.6 (Wijzigingsbevoegdheden) kan het college van burgemeester en wethouders de bestemming ‘Agrarisch gebied met een gesloten landschap’ wijzigen naar de bestemming ‘Woondoeleinden’, waarbij bij dit wijzigingsplan de aanduiding ‘karakteristiek’ op het hoofdgebouw is gelegd. De aard van de toe te laten functieverandering is via een stappenplan te benaderen.
Voor voorliggende wijzigingsplan geldt dat voor het perceel de bestemming Woondoeleinden geldt. De voorschriften/regels van de bestemming Woondoeleinden vanuit het bestemmingsplan Buitengebied 1988 van de gemeente Bellingwedde is als bijlage bijgevoegd. Aangezien de bestemming Woondoeleinden niet overeenkomstig de SVBP2012 is geldt dat de bestemming op de verbeelding is aangegeven als Wonen (en als zodanig overeenkomstig de systematiek van de SVBP2012).
Aanvullend op de voorschriften/regels zoals die gelden vanuit de als bijlage bij dit wijzigingsplan opgenomen bestemming "Woondoeleinden" gelden onderstaande artikelen als aanvulling hierop als directe doorwerking vanuit de provinciale omgevingsverordening. Daar waar sprake is van een afwijkende regeling ten opzichte van de regels zoals die gelden vanuit de bijlage ‘Woondoeleinden’ gelden de onderstaand opgenomen regels boven die vanuit de bijlage ‘Woondoeleinden’.
Deze aanvullingen zijn gebaseerd op de artikelen 2.9.1. en artikel 2.13.3, lid 1 en 2 van de Omgevingsverordening provincie Groningen.
Aanvulling vanuit artikel 2.9.1 POV Groningen (bescherming beeldbepalende en/of karakteristieke gebouwen)
2.1 Omgevingsvergunning voor het slopen 2.1.1 Vergunningplicht Ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek" mogen gebouwen niet zonder of in
afwijking van een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk worden gesloopt.
2.1.2 Uitzondering Het bepaalde in artikel 2.1.1 is niet van toepassing op:
- gewoon onderhoud en herstel van een gebouw;
- sloop van inpandige delen van een gebouw;
- het uitvoeren van destructief onderzoek aan een gebouw;
- op het tijdstip van het van kracht worden van het plan al vergunde sloopwerkzaamheden;
- noodzakelijke sloop van een gebouw, ter voorkoming van instortingsgevaar, wanneer sprake is van een acute bedreiging van de veiligheid van personen of beschadiging van omliggende bebouwing en andere maatregelen het instortingsgevaar niet kunnen voorkomen;
- beschermde monumenten als bedoeld in de Erfgoedwet of in de gemeentelijke erfgoedverordening.
- Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
- sprake is van een algemeen ruimtelijk belang waarvoor het gebouw redelijkerwijs moet wijken; of,
- de karakteristieke hoofdvorm van het gebouw niet langer aanwezig is en alleen met ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld; of,
- het delen van een gebouw betreffen die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop van deze delen geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt: of,
- het delen van een gebouw betreffen die weliswaar als karakteristiek zijn aan te merken, maar deze delen worden vervangen door gelijkwaardige karakteristieke delen; of,
- zinvol (her)gebruik van het gebouw overeenkomstig de geldende bestemming of een andere, uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening, passende bestemming objectief gezien niet mogelijk is en het belang van de vergunningaanvrager bij sloop van het gebouw in redelijkheid dient te prevaleren boven het cultuurhistorisch belang bij behoud ervan. De aanvrager om vergunning dient daartoe een rapport van een onafhankelijke deskundige te overleggen dat ingaat op:
- de bouwkundige en gebruikstechnische staat van het gebouw;
- de mate waarin het gebouw geschikt is of door het treffen van voorzieningen geschikt kan worden gemaakt voor zinvol (her)gebruik overeenkomstig de geldende bestemming of een andere, uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening, passende bestemming.
- Het overleggen van een deskundigenrapport, bedoeld lid 1, onder e, is niet nodig indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders uit andere beschikbare informatie afdoende blijkt of het gebouw bouwkundig en gebruikstechnisch geschikt is of door het treffen van voorzieningen geschikt kan worden gemaakt voor zinvol (her)gebruik.
- Indien burgemeester en wethouders het voornemen hebben om een vergunning op basis van het bepaalde in lid 1 te verlenen wordt de gemeentelijke Monumentencommissie of een onafhankelijke dan wel een bij de gemeente werkzame deskundige op het gebied van stedenbouw, landschapsarchitectuur en cultuurhistorie om een schriftelijk advies gevraagd.
Aanvulling vanuit artikel 2.13.3 lid 1 en 2 POV
Deze aanvulling is gebaseerd op artikel 2.13.3, lid 1 en 2 van de Omgevingsverordening provincie Groningen van de geconsolideerde versie van februari 2019.
2.2 Bouw- en verbouwmogelijkheden vrijgekomen gebouwen in het buitengebied Het is verboden:
- gebouwen te vergroten;
- nieuwe gebouwen op te richten, ander dan vervangende nieuwbouw.
In afwijking van dit verbod kan een omgevingsvergunning worden verleend voor:
- het vergroten van gebouwen, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen met niet meer dan 20% toeneemt;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de gebouwen passen in het aanwezige bebouwingsbeeld;
- het vergroten van de gebouwen met een grotere oppervlakte dan 20% van de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen, mits voor deze uitbreiding de maatwerkmethode is gevolgd onder begeleiding van een onafhankelijke of een bij de gemeente werkzame deskundige op het gebied van stedebouw en landschapsarchitectuur, waarbij rekening wordt gehouden met:
- de historische gegroeide landschaps- en bebouwingsstructuur;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de bestaande gebouwen;
- een evenwichtige ordening en in de omgeving passende maatvoering en vormgeving van de gebouwen;
- het woon- en leefklimaat van direct omwonenden; en
- het aspect nachtelijke lichtuitstraling
- het oprichten van een of meer nieuwe bijbehorende gebouwen, mits:
- de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen met niet meer dan 20% toeneemt;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de nieuwe gebouwen passen in het aanwezige bebouwingsbeeld;
- het oprichten van een of meer nieuwe bijbehorende gebouwen met een grotere oppervlakte dan 20% van de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen, mits voor deze uitbreiding de maatwerkmethode is gevolgd onder begeleiding van een bij de provincie werkzame deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur, waarbij rekening wordt gehouden met:
- de historische gegroeide landschaps- en bebouwingsstructuur;
- de ruimtelijk relevante kenmerken van de bestaande gebouwen;
- een evenwichtige ordening en in de omgeving passende maatvoering en vormgeving van de gebouwen;
- het woon- en leefklimaat van direct omwonenden; en
- het aspect nachtelijke lichtuitstraling.
3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 3 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied 1998, Hoofdweg Wedderveer 75 van de gemeente Westerwolde.