KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Woongebied - 1
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Artikel 5 Algemene Gebruiksregels
Artikel 6 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 7 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 8 Overgangsrecht
Artikel 9 Slotregel
Bijlage 1 Lijst Met Toelaatbare Beroepen En Vormen Van Bedrijvigheid Bij Het Wonen
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai
Bijlage 3 Aerius-berekening
Bijlage 4 Standaard Waterparagraaf
Bijlage 5 Nota Van Beantwoording Zienswijze

Ter Apel Dorp, Barnflair West tussen 15-17

Wijzigingsplan - gemeente

Vastgesteld op 11-01-2024 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijhorende regels en daarbij behorende bijlagen;

1.2 bestemmingsplan "Ter Apel Dorp"

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0048.BP0902-vg02 met de bijbehorende regels, van de gemeente Westerwolde.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 aan-huis-verbonden beroep

een beroep, dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het verlenen van diensten;

1.6 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.7 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.8 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.9 bijbehorend bouwwerk

een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.10 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten;

1.11 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.12 bouwlaag

een gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping;

1.13 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.14 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.15 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.16 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.17 e-commerce

het verhandelen van goederen aan particulieren, waarbij het contact met die particulieren uitsluitend verloopt via post, fax, telefoon, e-mail of internet, waardoor geen handelswaren op het bedrijf worden aangeprezen en uitgestald ten verkoop en waarbij het (bedrijfs)pand de ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de binnen de bestemming toegelaten bedrijvigheid, met dien verstande dat goederen wel en slechts ter plekke kunnen worden afgehaald;

1.18 erf

het bouwperceel, voor zover binnen het bouwvlak gelegen;

1.19 functionele verbondenheid

het gebruik van het bijbehorende bouwwerk dat in planologisch opzicht gerelateerd is aan het gebruik van het hoofdgebouw;

1.20 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.21 geluidsbelasting

de geluidsbelasting vanwege een weg, een spoorweg en/of een industrieterrein;

1.22 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.23 huishouden

de samenlevingsvorm van één gezin, waaronder mede wordt begrepen

  1. a. de inwoning, al dan niet bij wijze van mantelzorg, met eigen voorzieningen van ten hoogste drie verwanten of andere personen;
  2. b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband;

1.24 kleinschalig bedrijfsmatige activiteit

een bedrijf dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van een ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk;

1.25 laden en lossen

het onmiddellijk nadat het voertuig tot stilstand is gebracht bij voortduring in- of uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht gedurende de tijd die daarvoor nodig is.

1.26 logiesverstrekking

het verstrekken van logies, tegen vergoeding, waarbij de logieseenheden enkel zijn ingericht voor nachtverblijf; naast het verstrekken van logies worden accommodaties aangeboden voor dagverblijf en maaltijdbereiding;

1.27 mantelzorg

het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan een persoon uit het sociale netwerk die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak;

1.28 onderbouw

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1,2 m boven peil is gelegen;

1.29 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand;

1.30 parkeren

het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen;

1.31 peil

  1. 1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. 2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;

1.32 recreatieverblijf

een permanent aanwezig gebouw, geen stacaravan zijnde, bestemd om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar bewoond te worden, uitsluitend voor recreatieve bewoning;

1.33 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens is begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.34 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden, niet zijnde een bijzondere woonvorm, en/of voor de huisvesting van maximaal drie personen naast de huishouding;

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 de afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel

vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel;

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak voorzover in de regels een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, de bovenste dakvlakken van mansardekappen en op dakvlakken die niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen;

2.4 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.5 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.6 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Woongebied - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, al dan niet met ruimte voor:
    1. 1. een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsactiviteit, zoals genoemd in Bijlage 1;
    2. 2. mantelzorg;
    3. 3. kamerverhuur;

met de daarbij behorende:

  1. b. tuinen, erven en terreinen;
  2. c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  3. d. groen- en speelvoorzieningen en water;
  4. e. nutsvoorzieningen;
  5. f. waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. a. een goede woonsituatie;
  2. b. de milieusituatie;
  3. c. de verkeersveiligheid;
  4. d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • het bebouwingsbeeld;
  • de verkeersveiligheid;

worden afgeweken van het bepaalde in:

  1. a. lid 3.2.1, sub c:

voor het bouwen van het hoofdgebouw voor of achter de bestaande voorgevellijn;

  1. b. lid 3.2.1, sub d:

ten behoeve een geringere afstand tot de grens van het bouwperceel, dan wel het bouwen op de grens van het bouwperceel;

  1. c. lid 3.2.1, sub g:

voor een geringere dakhelling en/of een platte afdekking of een andere afwijkende dakvorm;

  1. d. lid ,3.2.2 sub a:
    1. 1. voor de bouw van erkers en toegangsportalen voor de naar de weg gekeerde gevel tot een oppervlakte van 6 m2 met een bouwhoogte van maximaal 3 m;
    2. 2. voor de bouw van bijbehorende bouwwerken, voorzover deze niet voldoen aan het bepaalde in lid 3.2.1 en 3.2.2, voor de (naar de weg gekeerde) zijgevel van hoekwoningen, mits:
      • de afstand tot (het verlengde van) de naar de weg gekeerde voorgevel van de hoekwoning minimaal 3 m bedraagt;
      • het stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken dat in strijd is met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gronden en gebouwen voor de vestiging van bedrijven, genoemd in een naast hogere categorie van bedrijven;
  2. b. het splitsen van een woning in meer dan één woning;
  3. c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning, anders dan het gebruik ten behoeve van mantelzorg;
  5. e. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning voor kamerverhuur, indien meer dan drie kamers worden verhuurd;
  6. f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, met uitzondering van logiesverstrekking in de woning en de niet vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij de woning, waarbij niet meer dan drie logieseenheden per woning mogen worden gevestigd;
  7. g. het gebruik van gedeelten van een woning en bijbehorende bouwwerken voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zoals genoemd in bijlage 1, indien:
    1. 1. het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend door een van de bewoners van de woning;
    2. 2. de beroeps-/bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 90 m2 bedraagt of meer dan de bestaande oppervlakte indien deze meer dan 90 m2 bedraagt;
    3. 3. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    4. 4. detailhandel plaatsvindt, tenzij het detailhandel betreft bij een aan huis verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit worden vervaardigd.
  8. h. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, zoals een pension.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  1. a. lid 3.1 en lid 3.5, sub a:

voor de vestiging van bedrijven in de naast hogere categorie (categorie 3.1, grootste afstand 50 m), mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2 van de in Bijlage 2 opgenomen ;

  1. b. lid 3.5, sub e:

voor kamerverhuur met meer dan drie kamers, mits niet meer dan vijf kamers worden verhuurd, waarbij de volgende regels in acht worden genomen;

    1. 1. het gebruik mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren, dan wel mag geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omringende woonomgeving;
    2. 2. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeersituatie ter plaatse.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene Gebruiksregels

5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken dat in strijd is met de bestemmingen wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  2. b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  3. c. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;
  4. d. het storten van puin en afvalstoffen;
  5. e. de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen;
  6. f. de stalling en opslag van caravans, boten, oldtimers en dergelijke, anders dan in bouwwerken;
  7. g. het gebruik van de gronden voor het plaatsen en/of aanbrengen van niet-perceelsgebonden handelsreclame en/of reclame voor ideële doeleinden of overtuigingen;
  8. h. het gebruik van gronden voor het innemen van standplaatsen ten behoeve van ambulante handel, braderieën, verenigingsactiviteiten en daarmee vergelijkbare activiteiten gedurende een aaneengesloten periode van meer dan twee dagen.

5.2 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in dit plan opgenomen gebruiksregels indien strikte toepassing van die regels zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Artikel 6 Algemene Afwijkingsregels

6.1 Afwijken van de regels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. de in het plan gegeven maten en afmetingen tot niet meer dan 10% van die maten en afmetingen;
  2. b. het bepaalde in het plan voor het in geringe mate aanpassen van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  3. c. het bepaalde in het plan voor het overschrijden van de bestemmings- of bouwgrenzen, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  4. d. het bepaalde in het plan voor het bouwen van nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes, mits:
    1. 1. de inhoud per gebouwtje niet meer dan 50 m3 bedraagt;
  5. e. het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennemasten ten behoeve van telecommunicatie tot een bouwhoogte van 40 m, mits wordt voorzien in een goede landschappelijke en stedenbouwkundige inpassing.

6.2 Voorwaarden

De onder 6.1 bedoelde afwijkingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:

  1. a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
  2. b. de verkeersveiligheid.

Artikel 7 Overige Regels

7.1 Parkeerregelgeving

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan parkeerplaatsen wordt de omgevingsvergunning slechts verleend indien;

  1. a. in voldoende mate op eigen terrein wordt voorzien in ruimte voor parkeren;
  2. b. de beoordeling of in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's bij, in, op of onder het gebouw, zoals gesteld onder sub a., wordt op basis van de door de CROW vastgestelde richtlijnen (publicatie 381 - december 2018, of de meest actuele uitgave), dan wel aan de hand van de van toepassing zijnde beleidsregels van de gemeente Westerwolde ten aanzien van parkeren bepaald.

7.2 Laden of lossen

Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan laad- en losvoorzieningen wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen of voor een gebruiksverandering slechts verleend indien;

  1. a. in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het laden en lossen van goederen, aan, bij, in, of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, onverminderd het bepaalde elders in de regels van dit plan;
  2. b. van voldoende mate van laad- en losvoorzieningen voor het laden en lossen van goederen zoals bedoeld in sub a. is sprake indien is voldaan aan de normen zoals opgenomen in het ASVV 2021 (uitgave van het CROW), dan wel het geldende ASVV (uitgave van het CROW) zoals dat geldt op het tijdstip van indiening van de aanvraag als bedoeld in sub a. voor het bouwen en/of voor een gebruiksverandering en/of afwijking of het uitwerken of het wijzigen.

7.3 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de leden 7.1 en 7.2:

  1. a. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, of
  2. b. voor zover op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.

7.4 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in de leden 7.1 en 7.2 is slechts mogelijk, indien;

  1. a. het verlenen van de omgevingsvergunning niet leidt tot aantasting van de samenhang in het straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. het verlenen van de omgevingsvergunning niet leidt tot verkeersonveilige situaties;
  3. c. bij de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3 een parkeeronderzoek wordt overgelegd dat aantoont dat kan worden voorzien in het benodigde aantal parkeerplaatsen. Voor het parkeeronderzoek worden de richtlijnen van het CROW gehanteerd.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Er kan eenmalig bij omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.1, sub a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 8.1, sub a met maximaal 10%.
  3. c. Lid 8.1, sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

8.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 8.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 8.2 sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan één jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

Lid 8.2, sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan Ter Apel Dorp, Barnflair West tussen 15-17

Bijlage 1 Lijst Met Toelaatbare Beroepen En Vormen Van Bedrijvigheid Bij Het Wonen

Bijlage 1 Lijst met toelaatbare beroepen en vormen van bedrijvigheid bij het wonen

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek

Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek

Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai

Bijlage 2 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

Bijlage 3 Aerius-berekening

Bijlage 3 AERIUS-berekening

Bijlage 4 Standaard Waterparagraaf

Bijlage 4 Standaard waterparagraaf

Bijlage 5 Nota Van Beantwoording Zienswijze

Bijlage 5 Nota van beantwoording zienswijze