KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch - Paardenhouderij
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden
Artikel 6 Bedrijf
Artikel 7 Bedrijf - Energiepark
Artikel 8 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 9 Bedrijf - Windturbine
Artikel 10 Bos
Artikel 11 Detailhandel
Artikel 12 Groen
Artikel 13 Horeca
Artikel 14 Maatschappelijk
Artikel 15 Maatschappelijk - Molen
Artikel 16 Natuur
Artikel 17 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 18 Recreatie - Recreatiewoning
Artikel 19 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 20 Recreatie - Volkstuin
Artikel 21 Sport
Artikel 22 Sport - Manege
Artikel 23 Verkeer
Artikel 24 Verkeer - Parkeerterrein
Artikel 25 Verkeer - Railverkeer
Artikel 26 Water
Artikel 27 Wonen
Artikel 28 Wonen - Landhuis
Artikel 29 Wonen - Woongebouw
Artikel 30 Leiding - Gas
Artikel 31 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 32 Leiding - Rioolpersleiding
Artikel 33 Waarde - Archeologie 1
Artikel 34 Waarde - Archeologie 2
Artikel 35 Waarde - Archeologische Verwachting 1
Artikel 36 Waarde - Archeologische Verwachting 2
Artikel 37 Waarde - Archeologische Verwachting 3
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 38 Anti-dubbeltelbepaling
Artikel 39 Algemene Bouwregels
Artikel 40 Algemene Gebruiksregels
Artikel 41 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 42 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 43 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 44 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 45 Overgangsrecht
Artikel 46 Slotregel
Bijlage 1 Indicatieve Bedrijvenlijst
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Kaart Log Azewijn
Bijlage 4 Kwaliteitseisen Log
Bijlage 1 Vooroverlegverslag, D.d. 7 Februari 2011
Bijlage 2 Inspraakverslag
Bijlage 3 Onderzoek Natuurwaarden Bestemmingsplan Buitengebied, D.d. 18 Maart 2011
Bijlage 4 Kaart 1 Natuurwaarden 1 Montferland, D.d. 10 November 2010
Bijlage 5 Kaart 2 Natuurwaarden 2 Montferland, D.d. 10 November 2010
Bijlage 6 Notitie Reikwijdte En Detailniveau Planmer Ten Behoeve Van Het Bestemmingsplan Buitengebied, D.d. 15 September 2010
Bijlage 7 Planmer Bestemmingsplan Buitengebied, D.d. 18 Maart 2011
Bijlage 8 Toetsingsadvies Over Het Milieueffectrapport Bestemmingsplan Buitengebied Montferland, D.d. 8 Juni 2011
Bijlage 9 Memo Toetsingsadvies Naar Aanleiding Van Toetsingsadvies Over Het Planmer Buitengebied Van Commissie M.e.r., D.d. 5 Augustus 2011
Bijlage 10 Nota Van Wijzigingen Naar Aanleiding Van Zienswijzen Bestemmingsplan Buitengebied, D.d. 29 September 2011
Bijlage 11 Nota Van Ambtshalve Wijzigingen Bestemmingsplan Buitengebied, D.d. 29 September 2011
Bijlage 12 Geamendeerd Raadsbesluit Bestemmingsplan Buitengebied
Bijlage 13 Advies Vnog
Bijlage 14 Advies Externe Veiligheid
Bijlage 15 Advies Externe Veiligheid Buisleidingen
Bijlage 16 Nota Van Zienswijzen

Bestemmingsplan Buitengebied

Bestemmingsplan - gemeente Montferland

Vastgesteld op 29-09-2011 - deels onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

  1. a. plan:
    het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Montferland;
  1. b. bestemmingsplan:
    de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1955.bplgbgalgmontferl-va01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
  1. c. beeldkwaliteitsplan:
    het beeldkwaliteitsplan Buitengebied Montferland, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 22 april 2010;
  1. d. aanduiding:
    een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
  1. e. aanduidingsgrens:
    de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
  1. f. aan huis gebonden beroep:
    het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, financieel, juridisch, (para)medisch, therapeutisch, persoonlijk, educatief, kunstzinnig, ontwerptechnisch, maatschappelijk of daarmee gelijk te stellen gebied, in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie in overwegende mate en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is. In ieder geval wordt hieronder niet verstaan: het voeren van een baliefunctie die niet als ondergeschikt aan het beroep kan worden aangemerkt, een seksbedrijf of een beroep in de prostitutie, in welke vorm dan ook. Hieronder wordt wel verstaan een kleinschalige voorziening ten behoeve van kinderopvang;
  1. g. aan- of uitbouw:
    een bijbehorend bouwwerk zijnde, een onderdeel van een hoofdgebouw dat door de vorm daarvan onderscheiden kan worden en dat door zijn ligging en/of in architectonische opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm;
  1. h. agrarisch bedrijf:
    een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren;
  1. i. agrarisch medegebruik:
    een gebruik voor kleinschalige niet-bedrijfsmatige agrarische activiteiten, al dan niet met een hobbymatig karakter;
  1. j. archeologisch deskundige:
    de regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het college van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
  1. k. archeologisch onderzoek:
    onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
  1. l. acheologische verwachting:
    een aanduiding van een gebied met een daaraan toegekende archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
  1. m. archeologische waarde:
    een aanduiding van een gebied met een daaraan toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
  1. n. bebouwing:
    één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
  1. o. bedrijfsmatige exploitatie van recreatiewoningen, stacaravans en andere voor verblijfsrecreatie bedoelde gronden:
    het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de recreatiewoningen, stacaravans en andere voor verblijfsrecreatie bedoelde gebouwen, permanent wisselende, recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden;
  1. p. bedrijf aan huis:
    het bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten in de woning en de daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie in overwegende mate en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is. In ieder geval wordt hieronder niet verstaan: het voeren van kappersactiviteiten, een detailhandelsvestiging, een horecabedrijf, een baliefunctie die niet als ondergeschikt aan het bedrijf kan worden aangemerkt, een seksbedrijf of een bedrijf in de prostitutie, in welke vorm dan ook;
  1. q. bedrijfswoning:
    een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bestemd voor één persoon, gezin of andere groep van personen, (of twee, indien er sprake is van een zelfstandige inwoningsituatie) van wie huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein noodzakelijk is;
  1. r. bed and breakfast:
    een kleinschalige overnachtingsaccommodatie in een woning of bedrijfswoning, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, waarbij de bed and breakfast ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
  1. s. bestaand:
    1. 1. ten aanzien van bebouwing:
      bebouwing die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan rechtens aanwezig is of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een vergunning;
    2. 2. ten aanzien van gebruik:
      het gebruik van grond en opstallen, zoals rechtens aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
    3. 3. ten aanzien van de locatie van een woning:
      de locatie van een woning op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, dan wel in het kader van herbouw, de locatie die overlap vertoont met de locatie van de op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezige woning;
  1. t. bestemmingsgrens:
    de grens van een bestemmingsvlak;
  1. u. bestemmingsvlak:
    een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
  1. v. bevoegd gezag:
    het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wet van 6 november 2008, staatsblad 496);
  1. w. binnenrijbaan:
    overdekte piste voorzien van een bewerkte of aangepaste bodem waar training en africhting van het paard, instructie aan derden (ingeval van een manege) en toetsing van prestaties van de paarden in diverse disciplines plaatsvinden;
  1. x. bijgebouw:
    een bijbehorend bouwwerk, zijnde een bij de (bedrijfs)woning of wooneenheid behorend vrijstaand of aaneengebouwd gebouw, zoals een garage, berging of hobbyruimte niet zijnde een (tunnel)kas of daarmee gelijk te stellen bouwwerk, dat niet voor bewoning is bestemd en naar aard en omvang ondergeschikt is aan de (bedrijfs)woning of wooneenheid;
  1. y. boomkwekerij:
    een agrarisch bedrijf gericht op het telen, kweken en verzorgen van bomen, heesters en struiken;
  1. z. bosbouw:
    het geheel van bedrijfsmatige handelingen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van één of meer van de volgende functies en aspecten: natuur, houtproductie, landschap, milieu, waaronder begrepen waterhuishouding, en recreatie;
  1. aa. bouwen:
    het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
  1. ab. bouwgrens:
    de grens van een bouwvlak;
  1. ac. bouwlaag:
    een al dan niet doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
  1. ad. bouwperceel:
    een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
  1. ae. bouwperceelgrens:
    de grens van een bouwperceel;
  1. af. bouwvlak:
    een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
  1. ag. bouwwerk:
    elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
  1. ah. buitenwerks gevelvlak:
    de buitenmuur van een gebouw inclusief de daaraan gebouwde aanbouwen en uitbouwen;
  1. ai. daghorecabedrijf:
    een horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van andere functies, met name functies als informatievoorziening en dagrecreatie, zoals theehuisjes, paviljoens, ijssalons, croissanterieën, dagcafés, dagrestaurants en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven;
  1. aj. dakoverstek:
    het deel van het dakvlak dat uitsteekt boven de gevel;
  1. ak. dakvlak:
    een hellend vlak in een dak behorend tot de (bedrijfs)woning of het bijgebouw;
  1. al. deel:
    de aan een bestaande of voormalige agrarische bedrijfswoning gekoppelde rechtstreeks (of via een tussenlid) vanuit de woning toegankelijke stalruimte (als onderdeel van het hoofdgebouw), die beeldbepalend, visueel, en van oorsprong functioneel verbonden is met de betreffende woning en daarmee een onlosmakelijke eenheid vormt, één en ander exclusief eventuele aan de deel grenzende ondergeschikte en niet meer met de woning in verbinding staande bebouwing;
  1. am. denkbeeldig bouwvlak:
    het bouwvlak inclusief de in deze regels via afwijkingen toegestane overschrijdingen;
  1. an. detailhandel:
    het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  1. ao. Ecologische hoofdstructuur (EHS):
    een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen, bestaande uit EHS-natuur, EHS-verweven en EHS-ecologische verbindingszone. EHS-natuur bestaat uit natuurgebieden en voor een kleiner deel uit natuurontwikkelingsgebieden die momenteel agrarische cultuurgrond zijn. EHS-verweven omvat landgoederen onder de Natuurschoonwet 1928, landbouwgebieden met natuurwaarden en landbouwgebieden met een hoge dichtheid aan natuur- en boselementen. EHS-ecologische verbindingzone bestaat uit een schakeling van natuur elementen die multifunctioneel gebied doorsnijdt;
  1. ap. evenement:
    verplaatsbare georganiseerde gebeurtenis die meestal publiek is, maar ook besloten kan zijn;
  1. aq. extensieve dagrecreatie:
    extensieve vorm van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen, vissen, picknicken en paardrijden, inclusief naar de aard en omvang daartoe behorende voorzieningen, zoals picknicktafels en informatieborden, waarbij de recreatievorm geen specifiek beslag legt op de ruimte;
  2. ar. functieverandering:
    het veranderen van de functie van gebouwen op een perceel, dan wel het oprichten van nieuwe bebouwing na sloop welke bebouwing een andere functie heeft dan de gesloopte bebouwing;
  1. as. gebouw:
    elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
  1. at. gebruiksgerichte paardenhouderij:
    paardenhouderij die is gericht op het africhten en trainen van paarden, het bieden van stalruimte voor paarden, het geven van instructie aan derden (ingeval van een manege), het trainen van paarden en uitbrengen in de sport, verhuur van diensten met behulp van paarden en de in- en verkoop van paarden;
  1. au. grondgebonden agrarisch bedrijf:
    een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren, met uitzondering van intensieve veehouderij;
  1. av. hoofdgebouw:
    een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een bouwperceel en, indien meer gebouwen op het bouwperceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
  1. aw. hooiberg (hooimijt):
    een van oorsprong agrarisch bouwwerk, dat diende als opslagplaats voor graan, stro of hooi, bestaande uit één of meerdere palen en een beweegbaar dak dat los aan de paal/palen is verbonden en dat niet is voorzien van wanden;
  1. ax. horeca:
    hotel, pension, restaurant, café, cafetaria of daaraan verwante inrichting, waar tegen vergoeding logies wordt verstrekt, dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt, een en ander tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, met uitzondering van nachtclubs, discotheken, dancings of soortgelijke inrichtingen; onder horeca is in ieder geval niet begrepen een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling;
  1. ay. hergebruik:
    gebruik van een bestaand gebouw voor nieuwe doeleinden omdat het gebouw zijn oorspronkelijke functie heeft verloren;
  1. az. huifkarcentrum:
    een bedrijf waar paarden en huifkarren worden gestald en van waaruit in de omgeving met paarden en huifkarren ritten worden gemaakt en kleinschalige dagrecreatieve activiteiten worden georganiseerd, zoals handboogschieten, klootschieten, ringsteken en naar de aard daarmee gelijk te stellen activiteiten;
  1. ba. indicatieve magneetveldzone:
    het gebied rond bovengrondse hoogspanningsleidingen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger wordt verondersteld dan 0,4 microtesla. De indicatieve magneetveldzone is bij 150 kV hoogspanningsleiding bepaald op 80 meter ter weerszijden van de leiding en bij een 380 kV hoogspanningsleiding op 135 meter ter weerszijden van de leiding;
  1. bb. indelingslijn:
    een als zodanig op de verbeelding aangewezen lijn ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering;
  1. bc. informatievoorziening:
    het verstrekken van informatie, het geven van educatie aan passanten, en de verkoop van streekgebonden producten;
  1. bd. inpandig bijgebouw:
    een in het, qua uitstraling en bestemming, belangrijkste deel van het hoofdgebouw ondergebrachte en bij de woning behorende ruimte, zoals garage berging of hobbyruimte (met uitzondering van de zolderruimten boven de woning) dat niet voor bewoning is bestemd, daaronder tevens begrepen de ruimte op de verdieping die als zodanig is aan te merken en voor zover deze ruimte niet rechtstreeks vanuit de woning toegankelijk is;
  1. be. intensieve veehouderij:
    een agrarisch bedrijf of dat deel van een agrarisch bedrijf waarvan tenminste 250 m2aan bedrijfsvloeroppervlak gebruikt wordt als veehouderij volgens de Wet milieubeheer, waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren biologisch gehouden worden en waar geen dieren gehouden worden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van natuurbeheer;
  1. bf. Kaart Landbouwontwikkelingsgebied Azewijn:
    bij deze regels behorende kaart waarop aangegeven een onderverdeling in deelgebieden waar specifieke voorwaarden gelden voor intensieve veehouderij;
  1. bg. kampeermiddel:
    een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, waarvoor ingevolge de Woningwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning vereist is; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
  1. bh. kampeerterrein:
    terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting, bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
  1. bi. kantine:
    een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat fungeert als ondersteunende functie van de hoofdfunctie ter plaatse, waarbinnen detailhandel in ter plaatse te nuttigen versnaperingen en dranken is toegestaan;
  1. bj. kleinschalig kamperen:
    terrein of plaats met een niet-recreatieve hoofdfunctie, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting, bestemd om daarop in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van maximaal 25 kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
  1. bk. loonwerkbedrijf:
    een bedrijf, dat is gericht op het verlenen van diensten aan (agrarische) bedrijven met behulp van werktuigen;
  1. bl. magneetveldbeoordelingsplichtige objecten:
    bij magneetveldgevoelige objecten behorende erven, schoolpleinen en speelplaatsen; - inrichtingen en bijbehorende terreinen voor cultuur, horeca, sport, entertainment, educatie, verblijfs- en dagrecreatie, logiesverstrekking, kerkgebouwen, buurt- en clubhuizen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, klinieken, dagverblijven;
  1. bm. magneetveldgevoelige objecten:
    woningen (daaronder begrepen dienstwoningen), woonwagenstandplaatsen, scholen voor basisonderwijs en voortgezet onderwijs, crèches, kinderopvangplaatsen;
  1. bn. manegebedrijf:
    paardenhouderij, bestaande uit één of meerdere binnenrijbanen, die uitsluitend is gericht op het bieden van paardrijdmogelijkheden en het geven van instructie aan derden, het houden van wedstrijden, al dan niet met een ondersteunende horecavoorziening;
  1. bo. monumentale gebouwen:
    gebouwen die geplaatst zijn op de gemeentelijke of rijksmonumentenlijst;
  1. bp. Nederlandse grootte-eenheden (nge):
    een maat waarmee de economische omvang van agrarische activiteiten wordt weergegeven;
  1. bq. nevenactiviteiten:
    activiteit die uitsluitend uitgeoefend kan worden naast een feitelijk aanwezige hoofdfunctie en hoofdzakelijk binnen bestaande bebouwing en die wat betreft vloeroppervlak en inkomensvorming ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
  1. br. nutsvoorzieningen:
    voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
  1. bs. ondersteunende horeca:
    horeca die onlosmakelijk is verbonden met de bestemming van een perceel en daaraan ondersteunend is, en dus niet geldt voor zelfstandige feesten, partijen en soortgelijke activiteiten;
  1. bt. overdekt terras/overkapping:
    een dak op “poten” zoals een carport dat minimaal aan twee zijden niet van wanden is voorzien, dan wel ten minste aan 1 zijde geheel én ten minste aan 1 zijde overwegend open is indien aangebouwd of onderdeel van het dakvlak van een woning of een bijgebouw. Voor zover sprake van een vrijstaande overkapping of terras, is het betreffende bouwwerk uitgevoerd met maximaal 2 wanden of een gedeelte daarvan. Een overdekt terras/overkapping wordt niet aangemerkt als gebouw;
  1. bu. paardenbak:
    een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;
  1. bv. participantenwoning:
    een woning waarvan de bewoner in zodanige mate betrokken is bij een inrichting -in dit geval een windturbinepark- dat de woning is aan te merken als behorende tot de inrichting; de betrokkenheid houdt in ieder geval in dat de bewoner:
    1. 1. toezicht houdt op de terreinen en servicewegen van de windturbines, en deze toegankelijk houdt voor de exploitant van de windturbines;
    2. 2. toezicht houdt op het functioneren van de windturbines en zo nodig storingen en calamiteiten meldt aan de exploitant en in voorkomend geval de betreffende windturbine kan stopzetten;
  1. bw. peil:
    1. 1. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst:
      de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
    2. 2. in andere gevallen:
      de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende afgewerkte maaiveld;
  1. bx. permanente bewoning:
    bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;
  1. by. productiegerichte paardenhouderij:
    grondgebonden paardenhouderij die is gericht op het fokken van paarden, het bieden van leefruimte aan paarden en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met (en daaraan ondergeschikte) trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden;
  1. bz. reconstructiewetzone-extensiveringsgebied:
    een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van in ieder geval intensieve veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk zal worden gemaakt;
  1. ca. reconstructiewetzone-landbouwontwikkelingsgebied:
    een ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat landbouw dat geheel of gedeeltelijk voorziet, of in het kader van de reconstructie zal voorzien, in de mogelijkheid tot uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij;
  1. cb. recreatiewoning:
    een gebouw, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders heeft/hebben; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
  1. cc. relatie:
    ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bouwvlakken of bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waarmee die bouwvlakken of bestemmingsvlakken één vlak vormen;
  1. cd. Ruimtelijke Verordening Gelderland:
    de op grond van artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening door Provinciale Staten van Gelderland vastgestelde verordening;
  1. ce. schuilgelegenheid:
    een niet voor bewoning, al dan niet ten dienste c.q. in het kader van een agrarisch bedrijf bestemd gebouw (inloopruimte), dat dient voor het onderbrengen van vee tegen weersinvloeden;
  1. cf. seksbedrijf:
    een inrichting waarin bedrijfsmatig, of in de vorm alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen, dan wel in enige vorm erotisch-pornografische werkzaamheden worden uitgevoerd. Hieronder wordt begrepen:
    1. 1. seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elke geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
    2. 2. sekswinkel: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd;
  1. cg. specifieke magneetveldzone:
    het aan de hand van berekeningen of metingen bepaalde gebied rond bovengrondse hoogspanningsleidingen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld gelijk of hoger is dan 0,4 microtesla;
  1. ch. stacaravan:
    een als een gebouw aan te merken caravan, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief woonverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief woonverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van mensen;
  1. ci. teeltondersteunende voorzieningen:
    voorzieningen die worden toegepast om de teelt van groente, fruit of potplanten te bevorderen en te beschermen. Hieronder worden verstaan tunnel- en boogkassen, containerteelt, schaduwhallen, hagelnetten, stellingen, regenkappen en soortgelijke bouwwerken;
  1. cj. tuincentrum:
    een detailhandelsvestiging met daarbij behorende kwekerij in kwekerijproducten, zoals bomen, (kamer)planten, bollen en bloemen, alsmede in artikelen voor tuinaanleg, -inrichting en –onderhoud en dierbenodigdheden voor huisdieren;
  1. ck. veekerende afrastering:
    overwegend open omheining bestaande uit hout, draad, gaas met als doel het vee binnen een daartoe bestemde weide te behouden;
  1. cl. vloeroppervlakte:
    de totale binnenwerks gemeten oppervlakte van alle voor mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
  1. cm. volkstuin:
    een particuliere tuin die niet bij de eigen woning ligt;
  1. cn. volwaardig agrarisch bedrijf:
    een agrarisch bedrijf waar sprake is van een bedrijfsomvang van minimaal 70 Nederlandse grootte-eenheden (nge), waarbij is aangetoond dat het bedrijf naar omvang en activiteiten aan ten minste één volwaardige arbeidskracht een volledige dagtaak biedt;
  1. co. voorerf:
    het naar de openbare weg gekeerde gedeelte van het agrarisch bouwvlak;
  1. cp. voorgevel:
    de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, die gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
  1. cq. voorgevelrooilijn:
    denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan;
  1. cr. vrijgekomen/vrijkomende/voormalige agrarische bebouwing:
    alle legale en duurzaam te handhaven (bedrijfs) gebouwen die in het verleden aan het oorspronkelijk gebruik zijn onttrokken of nog zullen worden onttrokken m.u.v. kassen of daarmee gelijk te stellen gebouwen;
  1. cs. waardevol landschap:
    gebied met zeldzame of unieke kwaliteiten van visuele, aardkundige en/of cultuurhistorische aard en in relatie daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten;
  1. ct. woning:
    een gebouw dat dient voor de huisvesting van één (of twee, indien er sprake is van een zelfstandige inwoningsituatie)huishouden (s);
  1. cu. woningsplitsing:
    het bouwkundig en functioneel in tweeën delen van een woning (c.q. de woning met de aangrenzende deel) op zodanige wijze dat, met handhaving van de bestaande woning, een tweede zelfstandig functionerende woning ontstaat;
  1. cv. wooneenheid:
    een zelfstandige woonruimte in een bestaand of nieuw gebouw, tot stand gekomen als gevolg van functieverandering naar wonen, waarop specifieke planologische voorwaarden van toepassing zijn;
  1. cw. woongebouw:
    een gebouw, tot stand gekomen als gevolg van functieverandering naar wonen, waarin meerdere wooneenheden ondergebracht kunnen worden;
  1. cx. zelfstandige inwoningsituatie:
    een situatie waarbij een gedeelte binnen of van één (bedrijfs)woning beschikt over alle voorzieningen die benodigd zijn om een zelfstandig huishouden te voeren, zonder dat het exterieur van de woning ingrijpende wijziging ondergaat en niet vallende onder het begrip woningsplitsing; onder ingrijpende wijziging wordt in ieder geval verstaan het realiseren van een tweede hoofdentree;
  1. cy. zorgboerderij:
    een voorziening gericht op dagbesteding door en voor mensen met een geestelijke en/of lichamelijke beperking, al dan niet in combinatie met het bieden van nachtopvang voor deze mensen.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  1. a. de goothoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
  1. b. de bouwhoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
  1. c. de inhoud van een bouwwerk:
    tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
  1. d. de oppervlakte van een bouwwerk:
    tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
  1. e. de oppervlakte van een paardenbak:
    gemeten op de bodem onder aan de hoefslagkering;
  1. f. de inhoud van een (bedrijfs)woning of wooneenheid:
    boven de begane grondvloer, of, voor zover de begane grondvloer niet overeenkomt met peil, boven peil, tussen de buitenwerkse gevelvlakken (en/of harten van scheidingsmuren) en (denkbeeldige) dakvlakken, met inbegrip van erkers, dakkapellen en soortgelijke delen, en met inbegrip van voor bewoning bestemde ruimten boven de verdiepingsvloer buiten de buitenwerkse gevelvlakken;
    1. 1. tot de inhoud van de (bedrijfs)woning worden niet gerekend overdekte terrassen, luifels en overkappingen buiten de buitenwerkse gevelvlakken, voor zover die onderdeel uitmaken van het dakvlak, en inpandige bijgebouwen, waaronder tevens de ruimte boven de inpandige bijgebouwen voor zover die ruimte niet rechtstreeks vanuit de woning bereikbaar is, geen onderdeel van de (bedrijfs)woning vormt en daarmee als behorend bij het inpandig bijgebouw is aan te merken;
    2. 2. onder de begane grondvloer, of, voor zover de begane grondvloer niet overeenkomt met peil, onder peil, aanwezige constructiedeel of -delen worden niet meegerekend, voor zover die zijn gelegen binnen de denkbeeldig doorgetrokken buitenwerkse gevelvlakken (en/of harten van scheidingsmuren) én voor zover niet rechtstreeks buiten de woning bereikbaar via een hellingbaan, trap of soortgelijke toegang;
  1. g. de hoogte van een windturbine:
    vanaf peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
  1. h. dakhelling:
    hoek die gevormd wordt door een schuin en een horizontaal vlak die elkaar snijden op de goothoogte;
  1. i. dakvlak-gevelverhouding:
    de hoogte van het dakvlak (bouwhoogte - goothoogte) gedeeld door de hoogte van de gevel (goothoogte - peil);
  1. j. de oppervlakte van een inpandig bijgebouw:
    tussen de buitenwerkse gevelvlakken en buitenzijde van inpandige scheidingsmuren met de (bedrijfs)woning of wooneenheid. Voor zover sprake is van een verdieping direct boven het inpandig bijgebouw die tevens als inpandig bijgebouw is aan te merken, wordt deze niet bij de oppervlakte meegeteld voor dat gedeelte dat direct boven de oppervlakte van het inpandig bijgebouw op de begane grondvloer is gesitueerd;
  1. k. de oppervlakte van een bijgebouw:
    tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk met dien verstande dat tot de oppervlakte van bijgebouwen niet worden gerekend overdekte terrassen, luifels en overkappingen buiten de buitenwerkse gevelvlakken, voor zover die onderdeel uitmaken van het dakvlak van een bijgebouw of een (bedrijfs)woning;
  1. l. de oppervlakte van een intensieve veehouderij:
    de oppervlakte van het gedeelte van het bouwvlak, waarop zich de bouwwerken bevinden die in gebruik zijn ten behoeve van de intensieve veehouderij, inclusief de daarbij behorende logistieke ruimte binnen het bouwvlak.

Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en dakoverstekken, inclusief de daaruit ontstane overschrijding van de bestemmingsgrens, buiten beschouwing gelaten, mits deze ondergeschikte bouwdelen zijn gebouwd op maximaal 80 cm uit het (denkbeeldig) dakvlak.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarische bedrijven, niet zijnde intensieve veehouderijen, boomkwekerijen en (glas-)tuinbouwbedrijven;
  2. b. intensieve veehouderijen, uitsluitend voor zover het bestaande intensieve veehouderijen betreft;
  3. c. boomkwekerijen, uitsluitend voor zover het bestaande boomkwekerijen betreft;
  4. d. (glas-)tuinbouwbedrijven, uitsluitend voor zover het bestaande (glas-)tuinbouwbedrijven betreft;
  5. e. het (hobbymatig) houden van dieren en telen van gewassen;
  6. f. aan huis gebonden beroep of het bestaande bedrijf aan huis;
  7. g. zelfstandige inwoningsituatie, ter plaatse van de in de onderstaande tabel genoemde adressen:
Adressen met inwoning Nr. Plaats
Pakopseweg 12 Didam
  1. h. productiegerichte paardenhouderij;
  2. i. bed and breakfast;
  3. j. uitoefening van nevenactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – nevenactiviteit' welke per adres zijn aangegeven in de onderstaande tabel:
Adres Nr. Plaats Nevenactiviteit Opmerkingen
Doetinchemseweg 52 Wijnbergen Loonwerkbedrijf De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
Gerwardstraat 2a Azewijn Reparatie en handel in landbouwmachines- en voertuigen De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen de bestaande gebouwen.
Hartjensstraat 7 Azewijn - Kleinschalig kamperen


- Wijnproeverij, streekproductenwinkel, terras en theetuin
- De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding.

- De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak en, voorzover in de gebouwen, uitsluitend binnen de bestaande gebouwen.
Hengelderweg 4 Didam Loonwerkbedrijf De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding.
Hoge Veldweg 4 Vethuizen Kleinschalig kamperen De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding.
Hogenend 85 Didam Winkel in ter plaatse vervaardigde land- en tuinbouwproducten De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen het bestaande gebouw tot een maximale omvang van 100 m²
Laarstraat 3 Vethuizen Kleinschalig kamperen De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
Laarstraat 7 Vethuizen Loonwerkbedrijf De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
Manhorstweg 16 Didam Loonwerkbedrijf De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
Op den Dam 10 Azewijn Kleiduivenschieten De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding.
Rinkomseweg 20-22 Kilder Loonwerkbedrijf en fouragehandel De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
Tatelaarweg 24 Didam Hondenpension De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen de bedrijfsgebouwen.
Wijnbergseweg 3 Braamt Loonwerkbedrijf De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
Wijnbergseweg 6 Braamt - Kleinschalig kamperen


- Landlevenwinkel/agrarisch gerelateerde workshops/ondergeschikte horeca
- De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding.

- De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen de bestaande gebouwen tot een maximale omvang van 25 m² voor de landlevenwinkel, en 100 m² voor de ondergeschikte horeca.
  1. k. duurzame energieopwekking door middel van zonnepanelen op het dakvlak van gebouwen;
  2. l. een LPG vulpunt ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
  3. m. een antennemast ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - antennemast';
  4. n. een GSM/UMTS-mast, ter plaatse van de aanduiding 'zend/-ontvangstinstallatie';
  5. o. het instandhouden van de groenvoorzieningen en houtopstanden, ter plaatse van de aanduiding 'groen';
  6. p. extensieve dagrecreatie met de daarbij behorende voorzieningen, zoals fiets- en voetpaden en picknickplaatsen voor zover de agrarische bedrijvigheid niet wordt belemmerd;
  7. q. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen;
  8. r. nutsvoorzieningen;
  9. s. opslag (al dan niet agrarisch) van al dan niet volumineuze goederen en stalling van vaar- en voertuigen, uitsluitend in vrijkomende, vrijgekomen en/of voormalige agrarische gebouwen zoals die voor wat betreft omvang en uitstraling aanwezig zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
  10. t. een loods uitsluitend ten behoeve van opslag ter plaatse van de aanduiding 'opslag',

met de daarbij behorende:

  1. u. erfbeplanting;
  2. v. erven en terreinen;
  3. w. wegen en paden.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de bouwregels

3.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie op adressen welke niet zijn genoemd in lid 3.1 sub g;
  2. b. het gebruik van meer dan 1 ha van het bouwvlak ten behoeve van de intensieve veehouderij, met uitzondering van:
      • bestaande intensieve veehouderijen, die op het moment van inwerkingtreding van het plan reeds meer dan 1 ha van het bouwvlak gebruiken ten behoeve van de intensieve veehouderij, waarbij maximaal dat bestaande gebruik is toegestaan;
      • bestaande intensieve veehouderijen ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', waarbij maximaal die oppervlakte van het bouwvlak mag worden gebruikt die op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat;
      • bestaande intensieve veehouderijen ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied', waarvan het gebruik ten behoeve van de intensieve veehouderij niet meer mag bedragen dan 1,5 ha dan wel de bestaande omvang van het bouwvlak;
  3. c. het gebruik van gronden en opstallen ten behoeve van nevenactiviteiten anders dan zoals is aangegeven in lid 3.1 sub j;
  4. d. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardenbak buiten het bouwvlak;
  5. e. het gebruik van gronden en opstallen ten behoeve van kleinschalig kamperen anders dan zoals is aangegeven in lid 3.1 sub j;
  6. f. het gebruik van agrarische bouwvlakken die op het moment van inwerkingtreding van het plan niet in gebruik zijn voor een intensieve veehouderij, ten behoeve van de intensieve veehouderij;
  7. g. het gebruik van meer dan één bouwlaag van een bouwwerk voor het houden van dieren ten behoeve van een intensieve veehouderij, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 2 bouwlagen toegestaan' waarbij het aantal bouwlagen niet meer dan 2 mag bedragen;
  8. h. het gebruik van agrarische gronden ten behoeve van het telen van bomen met uitzondering van de gronden zoals die op het moment van inwerkingtreding van het plan als zodanig aanwezig zijn;
  9. i. het gebruik van agrarische gronden ten behoeve van meerdaagse evenementen;
  10. j. opslag van hooirollen buiten het bouwvlak;
  11. k. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  12. l. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

3.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Agrarisch - Paardenhouderij

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Paardenhouderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. gebruiksgerichte paardenhouderij en/of productiegerichte paardenhouderij;
  2. b. aan huis gebonden beroep of het bestaande bedrijf aan huis;
  3. c. bed and breakfast;
  4. d. duurzame energieopwekking door middel van zonnepanelen op het dakvlak van gebouwen;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. opslag (al dan niet agrarisch) van al dan niet volumineuze goederen en stalling van vaar- en voertuigen, uitsluitend in vrijkomende, vrijgekomen en/of voormalige agrarische gebouwen zoals die voor wat betreft omvang en uitstraling aanwezig zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan,

met de daarbij behorende:

  1. g. erfbeplanting;
  2. h. erven en terreinen;
  3. i. parkeervoorzieningen;
  4. j. wegen en paden;
  5. k. water.

4.2 Bouwregels

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie;
  2. b. het gebruik van gronden en opstallen ten behoeve van nevenactiviteiten;
  3. c. het gebruik van gronden ten behoeve van een paardenbak buiten het bouwvlak;
  4. d. het gebruik van gronden en opstallen ten behoeve van kleinschalig kamperen;
  5. e. het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van een agrarisch bedrijf niet zijnde een productiegerichte paardenhouderij;
  6. f. het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van een intensieve veehouderij;
  7. g. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  8. h. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Agrarisch Met Waarden

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. agrarische bedrijven, niet zijnde intensieve veehouderijen, boomkwekerijen en (glas)-tuinbouwbedrijven;
  2. b. intensieve veehouderijen, uitsluitend voor zover het bestaande intensieve veehouderijen betreft;
  3. c. boomkwekerijen, uitsluitend voor zover het bestaande boomkwekerijen betreft;
  4. d. (glas-)tuinbouwbedrijven, uitsluitend voor zover het bestaande (glas-) tuinbouwbedrijven betreft;
  5. e. het (hobbymatig) houden van dieren en telen van gewassen;
  6. f. bescherming en versterking van waarden zoals aangegeven in artikel 41 lid 41.9;
  7. g. aan huis gebonden beroep of het bestaande bedrijf aan huis;
  8. h. zelfstandige inwoningsituatie, ter plaatse van de in de onderstaande tabel genoemde adressen:
Adressen met inwoning Nr. Plaats
Doesburgseweg 18, 20 Didam
  1. i. productiegerichte paardenhouderij;
  2. j. bed and breakfast;
  3. k. uitoefening van nevenactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – nevenactiviteit' welke per adres zijn aangegeven in de onderstaande tabel:
Adres Nr. Plaats Nevenactiviteit Opmerkingen
Foxheuvelstraat 10 Didam Twee logiesverblijven De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen de bebouwing.
Holthuizerstraat 2 Vethuizen Zorgboerderij De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen de bestaande gebouwen.
Holthuizerstraat 4 Vethuizen Kinderdagopvang De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen de bebouwing.
Truisweg 4 Didam Handel in silo's De nevenactiviteit is uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
  1. l. duurzame energieopwekking door middel van zonnepanelen op het dakvlak van gebouwen;
  2. m. een GSM/UMTS-mast, ter plaatse van de aanduiding 'zend/-ontvangstinstallatie';
  3. n. extensieve dagrecreatie met de daarbij behorende voorzieningen, zoals fiets- en voetpaden en picknickplaatsen voor zover de agrarische bedrijvigheid niet wordt belemmerd;
  4. o. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen;
  5. p. nutsvoorzieningen;
  6. q. de bestaande opslagruimte ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
  7. r. opslag (al dan niet agrarisch) van al dan niet volumineuze goederen en stalling van vaar- en voertuigen, uitsluitend in vrijkomende, vrijgekomen en/of voormalige agrarische gebouwen zoals die voor wat betreft omvang en uitstraling aanwezig zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan,

met de daarbij behorende:

  1. s. erfbeplanting;
  2. t. erven en terreinen;
  3. u. wegen en paden.

5.2 Bouwregels

5.3 Afwijken van de bouwregels

5.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie op adressen welke niet zijn genoemd in lid 5.1;
  2. b. het gebruik van meer dan 1 ha van het bouwvlak ten behoeve van de intensieve veehouderij, met uitzondering van:
    1. 1. bestaande intensieve veehouderijen, die op het moment van inwerkingtreding van het plan reeds meer dan 1 ha van het bouwvlak gebruiken ten behoeve van de intensieve veehouderij, waarbij maximaal dat bestaande gebruik is toegestaan;
    2. 2. bestaande intensieve veehouderijen ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied', waarbij maximaal die oppervlakte van het bouwvlak mag worden gebruikt die op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat;
    3. 3. bestaande intensieve veehouderijen ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied', waarvan het gebruik ten behoeve van de intensieve veehouderij niet meer mag bedragen dan 1,5 ha dan wel de bestaande omvang van het bouwvlak.
  3. c. het gebruik van de gronden en opstallen ten behoeve van nevenactiviteiten anders dan zoals is aangegeven in lid 5.1 sub k;
  4. d. het gebruik van de gronden ten behoeve van een paardenbak buiten het bouwvlak;
  5. e. het gebruik van gronden en opstallen ten behoeve van kleinschalig kamperen;
  6. f. het gebruik van agrarische bouwvlakken die op het moment van inwerkingtreding van het plan niet in gebruik zijn voor een intensieve veehouderij, ten behoeve van de intensieve veehouderij;
  7. g. het gebruik van meer dan één bouwlaag van een bouwwerk voor het houden van dieren ten behoeve van een intensieve veehouderij;
  8. h. het gebruik van agrarische gronden ten behoeve van het telen van bomen met uitzondering van die gronden zoals die op het moment van inwerkingtreding van het plan als zodanig aanwezig zijn;
  9. i. het gebruik van gronden ten behoeve van meerdaagse evenementen;
  10. j. opslag van hooirollen buiten het bouwvlak;
  11. k. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  12. l. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

5.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven genoemd in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, opgenomen in bijlage 2 'Staat van bedrijfsactiviteiten' van deze regels, met dien verstande dat bedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – bestaand bedrijf', tevens bestemd zijn voor de functie die onder 'nadere bestemming' in de onderstaande tabel is opgenomen;
Adres Nr. Plaats Nadere bestemming Bestaande oppervlakte aan gebouwen (m²)*) Maximale oppervlakte aan gebouwen (m²)*) Opmerking
Arnhemseweg 23 Beek Loonwerkbedrijf 897 1.031
Bosslagstraat 6 Didam 555 638
Botteramstraatje 3 Wijnbergen Vervaardigen van timmerwerk 1.990 2.288 De hoogte van buitenopslag ter plaatse van de aanduiding 'opslag', gemeten van het hoogste punt tot peil, mag niet meer dan 5 m bedragen.
Braamweg 3 Braamt 665 765
De Hogenend 88 Didam Hoveniersbedrijf 565 650
De Hogenend 88a Didam 855 983
Didamseweg 50 Loerbeek Meubelstoffeerderij, opslag 800 980
Dijksestraat 42-44 Didam Aannemersbedrijf 296 340
Dijksestraat 53a Didam Autoschade en spuiterij 400 460
Doesburgseweg 13 Didam 1.165 1.339
Doesburgseweg 15 Didam 630 725
Doetinchemseweg 14-16 Kilder Eierhandel en pluimveeuitsnijderij en winkel 610 702
Doetinchemseweg 21 Loer- beek 280 322
Fuukweg 1 Didam Loonwerkbedrijf/ opslag 840 924
Gendringseweg 2 Azewijn Staalconstructie-, Loodgietersbedrijf en verkooppunt van motorbrandstoffen 905 1.040
Gendringseweg 4a Azewijn Dienstverlening t.b.v. de landbouw 485 704
Gendringseweg 8 Azewijn 510 561
Gravenpark 1 Didam 1.123 1.291
Greffelkampseweg 13 Didam Aannemersbedrijf 656 755
Greffelkampseweg 23 Didam Sloopbedrijf met autorijschool 1.075 1.236
Greffelkampseweg 40 Didam 430 494
Groot Lobberikweg 4 Loerbeek Aannemers- en sloopbedrijf 2.000 2.200
Groot Lobberikweg 6 Loerbeek 1.172 1.348
Haaghweg 5 Didam Kwekerij, opslagbedrijf, opleidingscentrum tbv praktijkonderwijs, poelier en eierhandel 1.725 1.984 De oppervlakte van het opleidingscentrum mag niet meer bedragen dan 750 m2.
Haaghweg 6 Didam Timmerbedrijf 345 397
Heeghstraat 78-80 Didam Opslag, Loon- en grondverzetbedrijf 2.445 2.812
Kerckhoveweg 16 Didam Transport en verkoop van bestratingsmateriaal 330 380
Kerckhoveweg 91 Didam 680 782
Kerkhuisstraat 1 Didam 894 1.028
Kerkhuisstraat 20 Beek Agrarische dienstverlening/ hulpbedrijf 590 679
Kerkhuisstraat 24-24a Beek Loonbedrijf 1.899 2.184
Kerkwijkweg 4 Didam 2.960 3.404
Koningsweg 2b Beek 1.275 1.466
Koningsweg 11 Didam 2.794 3.213
Langeboomsestraat 11 Braamt 322 370
Langeboomsestraat 28 Braamt Groothandel in zaai- en pootgoed en gewasbeschermingsproducten 1.070 1.284
Langestraat 35 Braamt Kantoor, opslag en showroom van kunstofkozijnenbedrijf 295 339
Molenweg 2a-2b Kilder Meubelmakerij, paardensport, fabriek Keuben, management 897 1.031
Molenweg 8- 10- 12 Kilder Mengvoederfabriek, groot- en detailhandel in granen, veevoeders, meststoffen, zaai- en pootgoed en verdere agrarische bedrijfsbenodigdheden 760 880
Ompertsestraat 11 Azewijn Verhuur van medische hulpmiddelen, rolstoelen en invalidenwagens, opslag, mengen, samenstellen en verkoop van natuurproducten. Facilitair onderhoud van gebouwen van diverse instellingen, kweekvisvijvers en dagopvang van gehandicapten) 1.280 1.472
Oude Doetinchemseweg 1 Kilder Aannemersbedrijf 900 1.035
Oude Doetinchemseweg Zeddam Hoveniersbedrijf met daaraan verbonden verkoop van volumineuze goederen als bomen, struiken, plantgoed, tuinhout en (natuur)steen 891 1.025 Tegenover nummer 97

Opslag is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan, waarbij de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
Pakopseweg 3 Didam Hoveniers-, Groenvoorzieningsbedrijf met composteerinrichting middels geforceerde beluchting 2.411 2.737 Opslag is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'opslag'. De hoogte van (composteer) opslag mag niet meer bedragen dan 2 m gemeten vanaf peil
Rijksweg A18 1 Didam Benzineservicestation 560 644
Rijksweg A18 2 Didam Benzineservicestation 400 460
Rodenbroekweg 2 Wijnbergen Rietdekkersbedrijf 3.094 3.403
Sint Jansgildestraat 12 Beek Landmechanisatiebedrijf 1.465 1.685
Sint Jansgildestraat 16 Beek Fijnmechanicabedrijf 2.100 2.800
Sint Jansgildestraat 30a Beek Werkplaats en magazijn t.b.v. electrabedrijf 210 308
Sint Jansgildestraat 35 Beek 2.000 2.645
Sint Jansgildestraat 45a Beek Drukkerij/-installatiebedrijf 740 1.100
Tatelaarweg 7 Didam 1.443 1.659
Tatelaarweg 19 Didam 2.800 3.220
Tatelaarweg 20 Didam Hoveniersbedrijf 1.250 1.550 Opslag van materialen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'opslag'
Tatelaarweg 21-
21a
Didam Benzineservicestation 1.785 2.052
Terborgseweg 5a Zeddam 157 324
Terborgseweg 10 Zeddam Aannemers-, houtbewerkingsbedrijf en opslag van hout 1.165 1.340
Terborgseweg 28-
30-
30a-34
Azewijn Steenfabriek met de daarbij behorende activiteiten 33.500 38.525 Van maximaal 25% van de oppervlakte van de bij de steenfabriek behorende gebouwen mag de maximale goot- en bouwhoogte resp. 15 en 20 meter bedragen.
Tolweg 4 Didam 680 782
Truisweg 6-8 Didam Grondverzetbedrijf 2.590 2.980
Wehlseweg 10 Kilder Loonbedrijf 1.595 1.595 Niet meer dan 750 m² mag gebruikt worden ten behoeve van het loonbedrijf
Werfhout 1 Didam Dierenpension 345 397
Wijnbergseweg 5 Braamt Parketfabriek 2.880 3.335
Zeddamseweg 4 Lengel Verkoop en verhuur van aanhangwagens en caravans 551 633
  1. 1. *) De bestaande en maximaal toegestane oppervlakte is inclusief de bijgebouwen bij de bedrijfswoning, doch exclusief de bedrijfswoning
  1. b. duurzame energieopwekking door middel van zonnepanelen op het dakvlak van gebouwen;
  2. c. een GSM/UMTS-mast, ter plaatse van de aanduiding 'zend/-ontvangstinstallatie';
  3. d. aan huis gebonden beroep;
  4. e. nutsvoorzieningen,

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  1. f. tuinen, erven en groenvoorzieningen;
  2. g. ontsluitingen/inritten;
  3. h. parkeervoorzieningen.

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. indien een bouwvlak is aangegeven dienen gebouwen binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
  2. b. indien geen bouwvlak is aangegeven wordt het bestemmingsvlak gelijkgesteld met het bouwvlak;
  3. c. ten hoogste één bedrijfswoning is toegestaan, met dien verstande dat:
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen', het daar aangegeven maximum aantal bedrijfswoningen is toegestaan;
  4. d. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen, inclusief bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan de maximale toegestane oppervlakte zoals is weergegeven in de tabel van lid 6.1;
  5. e. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Functie van een bouwwerk
Goothoogte in m
Bouwhoogte in m Inhoud in m³ Oppervlakte in m²
Bedrijfsgebouw 6 10 - -
Bedrijfswoning




4,5, dan wel de goothoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning 9, dan wel de bouwhoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning 800




-
Bijgebouwen bij bedrijfswoning



3, dan wel de goothoogte van het hoofdgebouw voor zover sprake van een inpandig bijgebouw 6, dan wel de bouwhoogte van het hoofdgebouw voor zover sprake van een inpandig bijgebouw - 100
Erf- en terreinafscheidingen -

2,5 - -
Licht- en vlaggenmasten binnen het bouwvlak -


12 - -
Licht- en vlaggenmasten buiten het bouwvlak -


8 - -
GSM/UMTS-mast ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' -



bestaand - -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak -



10 - -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak -



2 - -
  1. f. in afwijking van het bepaalde in sub e zijn aan de Terborgseweg 30 te Azewijn bedrijfsgebouwen toegestaan met een maximale goothoogte van 9 meter en een maximale bouwhoogte van 12 meter. Tevens zijn schoorstenen, rookgasreinigers, luchtkokers en soortgelijke bouwwerken en installaties toegestaan met een maximale hoogte van 25 meter, voor zover die voor een doelmatige bedrijfsvoering en/of uit oogpunt van milieu noodzakelijk zijn;
  2. g. bouwkundige voorzieningen zijn toegestaan ten behoeve van zelfstandige inwoningsituaties uitsluitend waar dit op grond van lid 6.5.1 kan worden en wordt toegestaan;
  3. h. indien de bestaande bebouwing voor wat betreft de maatvoering groter is dan het bepaalde in sub e, dan geldt de bestaande maatvoering als maximaal toegestaan.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 sub e ten behoeve van het bouwen van silo's waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 m, mits de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering is aangetoond.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie;
  2. b. buitenopslag, tenzij buitenopslag een onlosmakelijk en inherent onderdeel is van de bedrijfsvoering;
  3. c. het gebruik van gebouwen ten behoeve van horeca en detailhandel;
  4. d. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

6.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 7 Bedrijf - Energiepark

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Energiepark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het opwekken van energie door middel van het omzetten van zonlicht in elektriciteit met gebruik van zonnepanelen met de daarbij behorende voorzieningen;
  2. b. agrarische bedrijvigheid.

Een bedrijfswoning is niet toegestaan.

7.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven;
Functie van een bouwwerk
Goothoogte in m
Bouwhoogte in m Inhoud in m³ Oppervlakte in m²
Bedrijfsgebouw - 3 - 120
Zonnepanelen en bijbehorende installaties - 3 - -
Palen en masten - 10 - -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde -


2 - -

indien de bestaande bebouwing voor wat betreft de maatvoering groter is dan het bepaalde in sub a, dan geldt de bestaande maatvoering als maximaal toegestaan.

Artikel 8 Bedrijf - Nutsvoorziening

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. nutsvoorzieningen, welke nader zijn omschreven in de onderstaande tabel:
Straat Nr. Plaats Nadere bestemming Bestaande oppervlakte aan gebouwen (m2) Maximale toegestane oppervlakte aan gebouwen (m2)
Boskant 2 Kilder Gasontvangststation 21 21
Oude Eltenseweg 2 Zeddam Winning Zuivering en distributie van drinkwater 200 220
Oude Eltenseweg 4 Zeddam Winning Zuivering en distributie van drinkwater 278 306
Oldegoorweg 4 Didam Drinkwatervoorziening met pompgemaal met de bestaande ondergrondse voorzieningen 50 58
Oude Sluisweg Wijnbergen Opslagterrein van materialen i.v.m. waterhuishouding van de Oude IJssel (nabij de zwaaikom) 0 0
Oude Tramweg 30-32 Lengel Telefooncentrale 142 163
Vincwijcweg 6 Didam Gemeentelijk gronddepot en opslagterrein 405 466
Terborgseweg 30 Azewijn Gasontvangststation 85 85

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  1. b. tuinen en erven
  2. c. groenvoorzieningen;
  3. d. ontsluitingen/inritten;
  4. e. parkeervoorzieningen.

Een bedrijfswoning is niet toegestaan.

8.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. de oppervlakte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan de maximale toegestane oppervlakte zoals is weergegeven in de tabel van lid 8.1;
  2. b. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Functie van een bouwwerk
Goothoogte in m
Bouwhoogte in m Inhoud in m³ Oppervlakte in m²
Bedrijfsgebouw - 3 - -
Erf- en terreinafscheidingen -

2,5 - -
Licht- en vlaggenmasten -
8 - -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde -


2 - -

Indien de bestaande bebouwing voor wat betreft de maatvoering groter is dan het bepaalde in sub b, dan geldt de bestaande maatvoering als maximaal toegestaan.

Artikel 9 Bedrijf - Windturbine

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. windturbines en daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen inkoopstations ten behoeve van de levering van elektriciteit aan het openbare net;
  2. b. agrarische bedrijvigheid;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - serviceweg', voor wegen ten dienste van windturbines, met een rijbaanbreedte van maximaal 4 m.

9.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 9.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

  1. a. ten hoogste één windturbine binnen elk bestemmingsvlak, met inachtneming van de volgende bepalingen:
    1. 1. de hoogte van een windturbine mag niet meer dan 98 m bedragen;
    2. 2. het hoogste punt van de wieken van een windturbine mag op maximaal 139 m boven het peil liggen;
    3. 3. de rotordiameter van een windturbine, gemeten tussen de uiteinden van de wieken, mag niet meer dan 82 m bedragen;
    4. 4. de uiteinden van de wieken mogen het verticale vlak dat door de bestemmingsgrens loopt, niet doorsnijden;
  2. b. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, behorende bij de bestemming waaronder begrepen schakelkasten en andere nutsvoorzieningen, waarvan de inhoud niet meer dan 50 m³ en de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen.

Artikel 10 Bos

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. instandhouding van bos ten behoeve van aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen natuur- en landschapswaarden;
  2. b. bosbouw voor zover de onder a bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast;
  3. c. extensieve dagrecreatie en voorzieningen ten behoeve van het extensief recreatief medegebruik;
  4. d. water;
  5. e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
  6. f. natuurkampeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' met de daarbij behorende bergingen en sanitaire ruimten;
  7. g. een hondendressuurterrein uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - hondendressuur';
  8. h. voorzieningen ten behoeve van bijenteelt uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - bijenteelt';
  9. i. de aan het bos verbonden open plekken, heidevelden en schraalland voor zover deze uit oogpunt van landschaps- en natuurbeheer noodzakelijk zijn.

10.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan, tenzij de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein', 'specifieke vorm van bos - hondendressuur' of 'specifieke vorm van bos - bijenteelt';
    1. 1. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' gelden de volgende regels:
      • de oppervlakte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 100 m2 dan wel maximaal de bestaande oppervlakte;
      • de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m dan wel maximaal respectievelijk de bestaande goot- en bouwhoogte;
    2. 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - hondendressuur' gelden de volgende regels:
      • de oppervlakte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte;
      • de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
    3. 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - bijeenteelt' gelden de volgende regels:
      • de oppervlakte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte;
      • de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte.
  2. b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

10.3 Afwijken van de bouwregels

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 10.1 bedoelde gronden de volgende werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    1. 1. aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeerterreinen en andere verhardingen;
    2. 2. egaliseren, ophogen, afgraven van gronden;
    3. 3. vellen en rooien van houtopstanden, tenzij al een kapvergunning nodig is op basis van de Bomenverordening, alsmede indien de Boswet van toepassing is;
    4. 4. aanleg ondergrondse leidingen;
    5. 5. dempen van sloten en graven van watergangen.
  1. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
  1. c. Geen omgevingsvergunning als bedoeld in sub a is vereist voor:
    1. 1. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden ten behoeve van normaal beheer en onderhoud zoals toegestaan in lid 10.1;
    2. 2. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden welke op het moment van het inwerking treden van het plan legaal in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende, dan wel aangevraagde vergunning;
    3. 3. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden ten behoeve van de realisering en aanleg van landgoed Oortveld, overeenkomstig het Inrichtings-, beplantings- en beheerplan d.d. 13 april 2010;
    4. 4. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van kabels en leidingen ten behoeve van de realisering van landgoed Oortveld;
    5. 5. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de waterhuishouding, waarop de Keur van waterschappen van toepassing is.

Artikel 11 Detailhandel

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel, met de nadere bestemming welke is weergegeven in de onderstaande tabel:
Adres Nr. Plaats Nadere bestemming Bestaande oppervlakte aan gebouwen (m2)*) Maximale toegestane oppervlakte aan gebouwen (m2)*) Opmerkingen
Sint Jansgildestraat 37 Beek Woninginrichtingsbedrijf 2.675 3.076
Wehlseweg 4 Kilder Woninginrichtingsbedrijf 2.000 3.000
Wehlseweg 92 Loil Supermarkt 271 312

*)De bestaande en maximaal toegestane oppervlakte is inclusief de bijgebouwen bij de bedrijfswoning, doch exclusief de bedrijfswoning

  1. b. aan huis gebonden beroep indien een bedrijfswoning is toegestaan of het bestaande bedrijf aan huis,

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  1. c. tuinen, erven en groenvoorzieningen;
  2. d. ontsluitingen/inritten;
  3. e. parkeervoorzieningen.

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen, inclusief bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan de maximale toegestane oppervlakte zoals is weergegeven in de tabel van lid 11.1;
  2. b. ten hoogste is één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
  3. c. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Functie van een bouwwerk
Goothoogte in m
Bouwhoogte in m Inhoud in m³ Oppervlakte in m²
Bedrijfsgebouw 6 10 - -
Bedrijfswoning 4,5, dan wel de goothoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning 9, dan wel de bouwhoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning 800




-
Bijgebouwen bij bedrijfswoning 3, dan wel de goothoogte van het hoofdgebouw voor zover sprake van een inpandig bijgebouw 6, dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw voor zover sprake van een inpandig bijgebouw - 100
Erf- en terreinafscheidingen -

2,5 - -
Licht- en vlaggenmasten -
12 - -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde -


10 - -
  1. d. bouwkundige voorzieningen zijn toegestaan ten behoeve van zelfstandige inwoningsituaties uitsluitend waar dit op grond van lid 11.4.1 kan worden en wordt toegestaan;
  2. e. indien de bestaande bebouwing voor wat betreft de maatvoering groter is dan het bepaalde in sub c, dan geldt de bestaande maatvoering als maximaal toegestaan.

11.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie;
  2. b. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  3. c. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis.
  4. d. een gebruik voor andersoortige detailhandel dan genoemd in lid 11.1 sub a.

11.4 Afwijken van de gebruiksregels

11.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die gevallen als genoemd in artikel 43.

Artikel 12 Groen

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. (afschermende) groenvoorzieningen en de instandhouding daarvan;
  2. b. lichtmasten op het adres Braamweg 7 te Braamt;
  3. c. een hertenkamp, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - hertenkamp';
  4. d. een grondwal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - grondwal';
  5. e. paden en toegangswegen;
  6. f. water.

12.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. Op of in de deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - hertenkamp', waar 1 gebouw is toegestaan met een maximale oppervlakte van 20 m² en een maximale bouwhoogte van 3 m;
  2. b. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
  3. c. in afwijking van het gestelde onder b, mag de bouwhoogte van de lichtmasten op het adres Braamweg 7 te Braamt niet meer bedragen dan 8 m.

Artikel 13 Horeca

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horeca, met de nadere bestemming welke is weergegeven in de onderstaande tabel:
Adres Nr. Plaats Nadere bestemming Bestaan de opper vlakte aan gebouwen (m2)*) Maximale toegestane oppervlakte aan gebouwen (m2) *) Opmerkingen
Arnhemseweg 19 Beek Restaurant 550 633
Beekseweg Ongenummerd Zeddam Daghorecabedrijf met informatievoorziening - 300
Dijksestraat 52 Didam Restaurant en zalencentrum 1.160 1.334
Drieheuvelenweg 1 Lengel Restaurant 545 627
Hartjensstraat 2a Lengel Restaurant 640 736
Hooglandseweg 6 Braamt Hotel en restaurant 380 418
Kilderseweg 18 Zeddam Restaurant 375 740
Kilderseweg 27 Zeddam Hotel, restaurant en pension 1.015 1.900
Langeboomsestraat 5 Vethuizen Hotel, restaurant en vergaderzalen 1460 1460 Met dien verstande dat ten behoeve van het hotel en horecagedeelte max. 1.162 m² is toegestaan.
Montferland 1 Zeddam Hotel en restaurant 730 803
Sint Jansgildestraat 27 Beek Hotel en restaurant 1.635 1.880
Terborgseweg 2 Zeddam Restaurant 819 942
Tolweg 9 Didam Restaurant 1.705 1.960
Van Voorstweg 1 Didam Zalenverhuur, café en verenigingsactiviteiten 602 692

*)De bestaande en maximaal toegestane oppervlakte is inclusief de bijgebouwen bij de bedrijfswoning, doch exclusief de bedrijfswoning

  1. b. aan huis gebonden beroep of het bestaande bedrijf aan huis;
  2. c. zelfstandige inwoningsituatie, ter plaatse van de in de onderstaande tabel genoemde adressen:
Adressen met inwoning Nr. Plaats
Van Voorstweg 1 Didam

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  1. d. tuinen, erven en groenvoorzieningen;
  2. e. ontsluitingen/inritten;
  3. f. parkeervoorzieningen.

13.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. indien een bouwvlak is aangegeven dienen gebouwen binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
  2. b. indien geen bouwvlak is aangegeven wordt het bestemmingsvlak gelijkgesteld met het bouwvlak;
  3. c. ten hoogste is één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan;
  4. d. indien de aanduiding 'bedrijfswoning' is aangegeven, is uitsluitend ter plaatse van die aanduiding, een bedrijfswoning inclusief bijgebouwen toegestaan;
  5. e. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen, inclusief bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan de maximale toegestane oppervlakte zoals is weergegeven in de tabel van lid 13.1;
  6. f. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven;
Functie van een bouwwerk
Goothoogte in m
Bouwhoogte in m Inhoud in m³ Oppervlakte in m²
Bedrijfsgebouw 6 10 - -
Bedrijfswoning 4,5, dan wel de goothoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning 9, dan wel de bouwhoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning 800




-
Bijgebouwen bij bedrijfswoning 3, dan wel de goothoogte van het hoofdgebouw voor zover sprake van een inpandig bijgebouw 6, dan wel de bouwhoogte van het hoofdgebouw voor zover sprake van een inpandig bijgebouw - 100
Erf- en terreinafscheidingen -

2,5 - -
Licht- en vlaggenmasten binnen het bouwvlak -


12 - -
Licht- en vlaggenmasten buiten het bouwvlak -


8 - -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak -



10 - -
Overige bouwwerken geen gebouw zijnde buiten het bouwvlak -



2 - -
  1. g. bouwkundige voorzieningen zijn toegestaan ten behoeve van zelfstandige inwoningsituaties uitsluitend daar waar dat op grond van de tabel , zoals weergegeven in lid 13.1 onder c is toegestaan, alsmede bouwkundige voorzieningen ten behoeve van zelfstandige inwoningsituaties waar dit op grond van lid 13.4.1 kan worden en wordt toegestaan;
  2. h. indien de bestaande bebouwing voor wat betreft de maatvoering groter is dan het bepaalde in sub f, dan geldt de bestaande maatvoering als maximaal toegestaan.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie, op adressen welke niet zijn genoemd in lid 13.1;
  2. b. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  3. c. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis;
  4. d. een gebruik voor detailhandel;
  5. e. een gebruik voor andersoortige horeca dan genoemd in lid 13.1 sub a.

13.4 Afwijken van de gebruiksregels

13.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die gevallen als genoemd in artikel 43.

Artikel 14 Maatschappelijk

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend met de nadere bestemming welke is weergegeven in de onderstaande tabel:
Adres Nr. Plaats Nadere bestemming Bestaande oppervlakte aan gebouwen (m²)*) Maximale oppervlakte aan gebouwen (m²)*) Opmerkingen
Arnhemseweg 26, 26b Beek Dierenpension en huisdierenbegraafplaats 1.400 1.610
Bovendorpstraat ong Zeddam Heemkundigmuseumterrein 175 201
Kilderseweg ong Zeddam Begraafplaats 0 0
Lage Eltenseweg 1 Loerbeek Opslagruimte voor natuurbeheer met bijbehorende kantoorruimte 315 362
Doetinchemseweg 11 Didam Postduivenvereniging 170 196
Landeweer 1 Didam Dierenpension 825 949
Manhorstweg 3a Didam Verenigingsgebouw Schutterij 279 327
Nevelhorstpad 7 Didam Scouting 175 201
Oude Eltenseweg 1 Loerbeek Opslagruimte voor natuurbeheer met bijbehorende kantoorruimte 400 567
Peeskesweg 13 Beek Jeugdherberg en groepsverblijfaccommodatie 285 413
Sint Jansgildestraat 31 Beek Gildegebouw 575 660
Vinkwijk 2a Zeddam Scouting 267 320
Vinkwijkseweg 36 Zeddam Dierenkliniek 875 1.254

*)De bestaande en maximaal toegestane oppervlakte is inclusief de bijgebouwen bij de bedrijfswoning, doch exclusief de bedrijfswoning

  1. b. aan huis gebonden beroep indien een bedrijfswoning is toegestaan of het bestaande bedrijf aan huis,

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  1. c. tuinen en erven;
  2. d. groenvoorzieningen;
  3. e. ontsluitingen/inritten;
  4. f. parkeervoorzieningen.

14.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. indien een bouwvlak is aangegeven dienen gebouwen binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
  2. b. indien geen bouwvlak is aangegeven wordt het bestemmingsvlak gelijk gesteld met het bouwvlak;
  3. c. één bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  4. d. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen, inclusief bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan de maximale toegestane oppervlakte zoals is weergegeven in de tabel van lid 14.1;
  5. e. bouwkundige voorzieningen zijn toegestaan ten behoeve van zelfstandige inwoningsituaties uitsluitend waar dit op grond van lid 14.4.1 kan worden en wordt toegestaan;
  6. f. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Functie van een bouwwerk
Goothoogte in m
Bouwhoogte in m Inhoud in m³ Oppervlakte in m²
Bedrijfsgebouw 6 10 - -
Bedrijfswoning 4,5, dan wel de goothoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning 9, dan wel de bouwhoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning 800




-
Bijgebouwen bij bedrijfswoning 3, dan wel de goothoogte van het hoofdgebouw voor zover sprake van een inpandig bijgebouw 6, dan wel de bouwhoogte van het hoofdgebouw voor zover sprake van een inpandig bijgebouw - 100
Erf- en terreinafscheidingen -
2,5 - -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde -


10 - -
  1. g. in afwijking van het bepaalde van sub f geldt voor het verenigingsgebouw op het adres Manhorstweg 3a te Didam een goot-, resp. bouwhoogte van 3 resp. 4,5 meter;
  2. h. indien de bestaande bebouwing voor wat betreft de maatvoering groter is dan het bepaalde in sub f, dan geldt de bestaande maatvoering als maximaal toegestaan.

14.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie;
  2. b. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen en tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  3. c. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis.

14.4 Afwijken van de gebruiksregels

14.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die gevallen als genoemd in artikel 43.

Artikel 15 Maatschappelijk - Molen

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor de instandhouding en/of het herstel van de aanwezige molen,

met de daarbij behorende voorzieningen:

  1. a. tuinen en erven;
  2. b. ontsluitingen/inritten;
  3. c. groenvoorzieningen.

Een bedrijfswoning is niet toegestaan.

15.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing geldt de volgende regel:

  1. a. Op of in deze gronden is de bestaande molen op de bestaande plaats en met de bestaande oppervlakte, goot- en bouwhoogte toegestaan.

15.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het wijzigen van de gronden welke zijn aangeduid met 'Maatschappelijk - Molen' naar de bestemming:

  • Bedrijf;
  • Detailhandel;
  • Horeca;
  • Recreatie - Dagrecreatie;
  • Recreatie - Recreatiewoning;
  • Wonen;
  • Wonen - Woongebouw;

mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  1. a. de wijziging is gericht op de instandhouding en het herstel van de molen;
  2. b. andere functies in de omgeving mogen door de wijziging niet worden belemmerd;
  3. c. met onderzoek is aangetoond dat er sprake is van een aanvaardbaar leefklimaat op het gebied van geur, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid.

Artikel 16 Natuur

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden;
  2. b. instandhouding van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  3. c. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden van water, bergen, aan- en afvoeren van water en natuurvriendelijke oeverzones langs watergangen;
  4. d. extensieve dagrecreatie voor zover de in sub a, b en c bedoelde waarden niet onevenredig worden aangetast.

16.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. het bouwen van gebouwen is niet toegestaan;
  2. b. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag de bouwhoogte niet meer dan 2 m bedragen.

16.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 16.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, uit te voeren:
    1. 1. aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeerterreinen (> 200 m2) en andere verhardingen;
    2. 2. egaliseren, ophogen, afgraven van gronden;
    3. 3. bebossen en beplanten met houtopstanden;
    4. 4. vellen en rooien van houtopstanden, tenzij al een kapvergunning nodig is op basis van de Bomenverordening, alsmede indien de Boswet van toepassing is;
    5. 5. aanleg ondergrondse leidingen;
    6. 6. dempen van sloten en graven van watergangen.
  1. b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
  1. c. Geen omgevingsvergunning als bedoeld in sub a is vereist voor:
    1. 1. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden ten behoeve van normaal beheer en onderhoud zoals toegestaan in lid 16.1;
    2. 2. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden welke op het moment van het inwerking treden van het plan legaal in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende, dan wel aangevraagde vergunning;
    3. 3. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden ten behoeve van de realisering en aanleg van landgoed Oortveld, overeenkomstig het Inrichtings-, beplantings- en beheerplan d.d. 13 april 2010;
    4. 4. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van kabels en leidingen ten behoeve van de realisering van landgoed Oortveld;
    5. 5. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de waterhuishouding, waarop de Keur van waterschappen van toepassing is.

Artikel 17 Recreatie - Dagrecreatie

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. dagrecreatieve voorzieningen, met bijbehorende ondersteunende horeca, uitsluitend met de nadere bestemming welke is weergegeven in de onderstaande tabel:
Adres Nr. Plaats Nadere bestemming Bestaande oppervlakte aan gebouwen (m2)*) Maximale oppervlakte aan gebouwen (m2)*) Opmerkingen
Baarleweg 4-6 Didam Dagrecreatie met manege 2.155 2.478 Op het spelterrein (buiten bouwvlak) mogen in afwijking van het bepaalde in artikel 17.2 gebouwen worden opgericht tot een max oppervlakte van 50m² en met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2,5 m
Doetinchemseweg 9 Loerbeek Huifkarcentrum annex zorgboerderij en opslag* ten behoeve van het huifkarcentrum 1.515 1.515 * Opslag is uitsluitend toegestaan achter de denkbeeldige lijn welke loopt op 55 m vanuit de as van de Doetinchemseweg.
Gildeweg 6 Braamt Speelpark 2.685 4.460
Gildeweg 7 Braamt Sportvelden, fiets- en wandelpaden, survival rivierbaan en daarmee vergelijkbare onderdelen en daarbij behorende sanitaire- en opslagvoorzieningen 750 De gebouwen mogen geen grotere goothoogte en bouwhoogte hebben dan 3 m resp. 6 m.
Stroombroek 1 Braamt Dagrecreatieterrein 335 640
Waterskibaan (Europaweg ong.) 255 281 De gebouwen ten behoeve van de waterskibaan mogen geen grotere goothoogte en bouwhoogte hebben dan 3 m resp. 6 m.
Onder- steunende horecavoorziening is beperkt tot maximaal
50 m² van de maximaal toegestane oppervlakte aan gebouwen
Nevelhorstpad 2 Didam Dagrecreatieterrein 85 98 De gebouwen ten behoeve van het dagrecreatieterrein mogen geen grotere goothoogte en bouwhoogte hebben dan 3 m resp. 6 m
Peeskesweg 12 Beek Informatievoorziening, daghoreca en bijbehorend kampeerterrein 480 552

*)De bestaande en maximaal toegestane oppervlakte is inclusief de bijgebouwen bij de bedrijfswoning, doch exclusief de bedrijfswoning

  1. b. aan huis gebonden beroep indien een bedrijfswoning is toegestaan of het bestaande bedrijf aan huis;
  2. c. een kampeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein',

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  1. d. tuinen en erven.
  2. e. groenvoorzieningen;
  3. f. ontsluitingen/inritten;
  4. g. parkeervoorzieningen.

17.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. indien een bouwvlak is aangegeven dienen gebouwen binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
  2. b. indien geen bouwvlak is aangegeven wordt het bestemmingsvlak gelijkgesteld met het bouwvlak;
  3. c. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen', het daar aangegeven maximum aantal bedrijfswoningen is toegestaan;
  4. d. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen, inclusief bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan de maximale toegestane oppervlakte zoals is weergegeven in de tabel van lid 17.1;
  5. e. bouwkundige voorzieningen ten behoeve van zelfstandige inwoningsituaties uitsluitend waar dit op grond van lid 17.4.1 kan worden en wordt toegestaan;
  6. f. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven, tenzij in artikel 17.1 sub a anders is bepaald:
Functie van een bouwwerk
Goothoogte in m
Bouwhoogte in m Inhoud in m³ Oppervlakte in m²
Bedrijfsgebouw 6 10 - -
Bedrijfswoning 4,5, dan wel de goothoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning 9, dan wel de bouwhoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning 800




-
Bijgebouwen bij bedrijfswoning 3
6 - 100
Erf- en terreinafscheidingen -

2,5 - -
Licht- en vlaggenmasten -
12 - -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde -


10 - -
  1. g. indien de bestaande bebouwing voor wat betreft de maatvoering groter is dan het bepaalde in sub f, dan geldt de bestaande maatvoering als maximaal toegestaan.

17.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie;
  2. b. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  3. c. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis;
  4. d. het houden van zelfstandige, geen relatie met de (nadere) bestemming hebbende, feesten en partijen.

17.4 Afwijken van de gebruiksregels

17.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die gevallen als genoemd in artikel 43.

Artikel 18 Recreatie - Recreatiewoning

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. recreatiewoningen,

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  1. b. tuinen, erven en groenvoorzieningen;
  2. c. parkeervoorzieningen.

18.2 Bouwregels

  1. a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    1. 1. het aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan één;
    2. 2. de inhoud van een recreatiewoning, inclusief de inhoud van de daarbij behorende bijgebouwen mag niet meer dan 200 m³ bedragen, de goot- en bouwhoogte mag niet meer dan 3, resp. 5 m. bedragen,
    3. 3. indien de bestaande bebouwing voor wat betreft de maatvoering groter is dan het bepaalde in sub 2, dan geldt de bestaande maatvoering als maximaal toegestaan;
    4. 4. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens mag niet minder bedragen dan 2,5 m.
  1. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel:
    1. 1. de maatvoering van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan aangegeven in de onderstaande tabel:
Functie van het bouwwerk Bouwhoogte (m)
Overkappingen en pergola's 3
Erf- of terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn 2
Overige erf- of terreinafscheidingen 1
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2

18.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik ten behoeve van permanente bewoning.

Artikel 19 Recreatie - Verblijfsrecreatie

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatieve voorzieningen met bijbehorende ondersteunende horeca, welke uitsluitend zijn toegestaan door middel van bedrijfsmatige exploitatie, uitsluitend met de nadere bestemming welke is weergegeven in de onderstaande tabel:
Adres Nr. Plaats Omschrijving Maxi- maal aantal recrea- tiewoningen Bestaande oppervlakte aan gebouwen (m2)*) Maximale oppervlakte aan gebouwen (m2)*) Opmerkingen
Braamweg
2 Braamt Kampeerterrein met groepsaccommodatie** en kinderboerderij 0

- 851 ** De oppervlakte en de inhoud van een groepsaccommodatie mag niet meer bedragen dan respectievelijk 95 m2 en 450 m3. Stacaravans zijn niet toegestaan.
Eltenseweg 18(a) Stokkum Kampeerterrein 0 260 300
Eltenseweg 20 Stokkum Kampeerterrein 0 320 368
Gildeweg 7 Braamt Ontvangstpaviljoen met klimtoren en tokkelbaan 0 - 1.000 Met dien verstande dat ten behoeve van de klimtoren en de tokkelbaan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 16 m. Stacaravans zijn niet toegestaan.
Overnachtings- paviljoen met groepskampeerterrein 0 - 1.150
Indoor sport- en activiteitenhal en opslagvoorzieningen ten behoeve van de nadere bestemming 0 - 2.100
Landeweerswal 2 Braamt Terrein voor recreatiewoningen 225 250 500 Stacaravans zijn niet toegestaan.
Voor verblijfsrecreatie ondersteunende voorzieningen zoals zwembad, sauna, kegelbaan, restaurant, wasserette inclusief ondergeschikte detailhandel 5.600 6.600
Detailhandel zoals bovengenoemd 0 - 200
Stroombroek 1 Braamt Hotel met vergadercapaciteit 0 0 4.000 Stacaravans zijn niet toegestaan.
Langestraat 24 Braamt Kampeerterrein 0 840 975
Melkweg 2 Beek Kampeerterrein 53 890 1.500
St. Isidorusstraat 12 Stokkum Kampeerterrein 0 485 557

*)De bestaande en maximaal toegestane oppervlakte is inclusief de bijgebouwen bij de bedrijfswoning, doch exclusief de bedrijfswoning en exclusief de oppervlakte van bestaande recreatiewoningen, stacaravans en kampeermiddelen

  1. b. aan huis gebonden beroep of het bestaande bedrijf aan huis,

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  1. c. tuinen en erven;
  2. d. (afschermende) groenvoorzieningen;
  3. e. ontsluitingen/inritten;
  4. f. parkeervoorzieningen.

19.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. indien een bouwvlak is aangegeven dienen de gebouwen binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
  2. b. indien geen bouwvlak is aangegeven wordt het bestemmingsvlak gelijk gesteld met het bouwvlak;
  3. c. ten hoogste één bedrijfswoning is toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning is toegestaan en dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen', het daar aangegeven maximum aantal bedrijfswoningen is toegestaan;
  4. d. de oppervlakte van de (bedrijfs)gebouwen inclusief bijgebouwen mag niet meer bedragen dan de maximale toegestane oppervlakte zoals is weergegeven in de tabel van lid 19.1;
  5. e. het aantal recreatiewoningen mag niet meer bedragen dan aangegeven in de tabel van lid 19.1;
  6. f. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Functie van een bouwwerk
Goothoogte in m
Bouwhoogte in m Inhoud in m³ Oppervlakte in m²
Bedrijfsgebouw 4 8 - -
Bedrijfswoning 4,5, dan wel de goothoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning 9, dan wel de bouwhoogte van het bedrijfsgebouw bij een inpandige bedrijfswoning 800




-
Bijgebouwen bij bedrijfswoning 3
6 - 100
Recreatiewoning inclusief bergruimte 3

6 300 >70 doch max. 75
Erf- en terreinafscheidingen -
2,5 - -
Licht- en vlaggenmasten -
12 - -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde -


10 - -
  1. g. bouwkundige voorzieningen ten behoeve van zelfstandige inwoningsituaties waar dit op grond van lid 19.4.1 kan worden en wordt toegestaan;
  2. h. indien de bestaande bebouwing voor wat betreft de maatvoering groter is dan het bepaalde in sub f, dan geldt de bestaande maatvoering als maximaal toegestaan;
  3. i. binnen een afstand van 5 m tot de bestemmingsgrens mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd.

19.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie;
  2. b. permanente bewoning van kampeermiddelen of andere recreatieverblijven;
  3. c. het plaatsen van kampeermiddelen of andere recreatieverblijven binnen een afstand van 5 meter tot de bestemmingsgrens;
  4. d. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  5. e. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis;
  6. f. het houden van zelfstandige, geen relatie met de (nadere) bestemming hebbende, feesten en partijen.

19.4 Afwijken van de gebruiksregels

19.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die gevallen als genoemd in artikel 43.

Artikel 20 Recreatie - Volkstuin

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. volkstuinen;
  2. b. groenvoorzieningen,

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  1. c. tuinen, erven en paden.

20.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. een bedrijfswoning is niet toegestaan;
  2. b. per bestemmingsvlak met ten minste 0,5 ha. grondoppervlak mag maximaal 80 m² aan gebouwen worden opgericht met dien verstande dat de oppervlakte van een gebouw tenminste 10 en ten hoogte 50 m² mag bedragen, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
  3. c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 2 m mag bedragen.

20.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van gronden voor opslag-, stort- of bergplaats van al dan niet afgedankte goederen, materialen, producten, vaar- en voertuigen, kampeermiddelen en daarmee gelijk te stellen voorwerpen;
  2. b. het gebruik van de gronden en opstallen voor nachtverblijf van al dan niet recreatieve aard.

Artikel 21 Sport

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportvoorzieningen met bijbehorende ondersteunende horeca, uitsluitend met de nadere bestemming welke is weergegeven in de onderstaande tabel:
Adres Nr. Plaats Nadere bestemming Bestaande oppervlakte aan gebouwen (m2)*) Maximale oppervlakte aan gebouwen (m2)*) Opmerkingen
Baarleweg 8 Didam Kleiduivenschietsport 246 283
Baarleweg 8 Didam Hondensport 100 115
Groeneweg 8 Zeddam Sportvelden 310 415
Luijnhorststraat 8 Didam Sportvelden 265 305
Vincwijcweg 1a, 1b Didam Sportcentrum met tennisbanen 4.700 5.405
Vinkwijk 6 Zeddam Sportvelden 635 730
Vincwijcweg 12 Didam Sportvelden 1.925 2.213

*)De bestaande en maximaal toegestane oppervlakte is inclusief de bijgebouwen bij de bedrijfswoning, doch exclusief de bedrijfswoning

  1. b. aan huis gebonden beroep indien een bedrijfswoning is toegestaan of het bestaande bedrijf aan huis,

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  1. c. erven, terreinen en groenvoorzieningen
  2. d. ontsluitingen/inritten;
  3. e. parkeervoorzieningen.

21.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  2. b. de oppervlakte van de gebouwen inclusief bijgebouwen mag niet meer bedragen dan de maximale toegestane oppervlakte zoals is weergegeven in de tabel van lid 21.1;
  3. c. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen in de onderstaande tabel is aangegeven:
Functie van een bouwwerk
Goothoogte in m
Bouwhoogte in m Inhoud in m³ Oppervlakte in m²
Bedrijfsgebouw 4 8 - -
Bedrijfswoning 4,5 9 800 -
Bijgebouwen bij bedrijfswoning 3
6 - 100
Erf- en terreinafscheidingen -
2,5 - -
Licht- en vlaggenmasten -
15 - -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde -


10 - -
  1. d. bouwkundige voorzieningen ten behoeve van zelfstandige inwoningsituaties uitsluitend waar dit op grond van lid 21.4.1 kan worden en wordt toegestaan;
  2. e. indien de bestaande bebouwing voor wat betreft de maatvoering groter is dan het bepaalde in sub c, dan geldt de bestaande maatvoering als maximaal toegestaan;
  3. f. in afwijking van het bepaalde van sub c gelden voor de kleiduivenschietvereniging en de hondensport aan de Baarleweg 8 de volgende afwijkende maatvoeringen:
Adres Nadere bestemming Goothoogte Bouwhoogte Opmerkingen
Baarleweg 8 Kleiduivenschietvereniging 4 6 Ter plaatse van de kleiduivenschietvereniging is één bouwlift toegestaan met een maximale bouwhoogte van 20 m.
Baarleweg 8 Hondensport - 4,5 De maximale bouwhoogte van de erf- en terreinscheiding bedraagt 1 m.

21.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie;
  2. b. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  3. c. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis;
  4. d. het houden van zelfstandige, geen relatie met de (nadere) bestemming hebbende, feesten en partijen;
  5. e. het gebruik van de gronden en opstallen voor nachtverblijf van al dan niet recreatieve aard.

21.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 22 Sport - Manege

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. manegebedrijf, uitsluitend met de nadere bestemming welke is weergegeven in de onderstaande tabel:
Straat Nr. Plaats Nadere bestemming Bestaande oppervlakte aan gebouwen (m2)*) Maximale toegestane oppervlakte aan gebouwen (m2)*) Opmerkingen
De Bijvanck 4(a) Beek Manege en handelsstal voor paarden en pony's 3.530 4.059
Braamweg 7 Braamt Manege en daarop afgestemde gastverblijven 2.075 2.386 De oppervlakte die voor de gastenverblijven mag worden gebruikt bedraagt maximaal 150 m²
Hartjensstraat 6 Lengel Manege 1.600 1.840
Hengelderweg 4 Didam Manege en stal 3.940 4.531

*)De bestaande en maximaal toegestane oppervlakte is inclusief de bijgebouwen bij de bedrijfswoning, doch exclusief de bedrijfswoning

  1. b. aan huis gebonden beroep of het bestaande bedrijf aan huis;
  2. c. bed and breakfast;
  3. d. ondergeschikte horeca als onderdeel van de maximaal toegestane oppervlakte, met dien verstande dat de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m2 en deze inpandig wordt gerealiseerd;

met de daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen:

  1. e. voorzieningen behorende bij een manegebedrijf, zoals een stapmolen, longeercirkel, één of meer binnenrijbanen en één of meer paardenbakken;
  2. f. tuinen, erven en terreinen;
  3. g. ontsluitingen/inritten;
  4. h. parkeervoorzieningen;
  5. i. groenvoorzieningen;
  6. j. paden;
  7. k. water.

22.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. indien een bouwvlak is aangegeven dienen de gebouwen binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
  2. b. indien geen bouwvlak is aangegeven wordt het bestemmingsvlak gelijk gesteld met het bouwvlak;
  3. c. ten hoogste één bedrijfswoning per bouwvlak, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen', het daar aangegeven maximum aantal bedrijfswoningen is toegestaan;
  4. d. de oppervlakte van de gebouwen, inclusief bijgebouwen, mag niet meer bedragen dan de maximale toegestane oppervlakte zoals is weergegeven in de tabel van lid 22.1;
  5. e. de maatvoering van de bebouwing mag niet meer bedragen dan in de onderstaande tabel is aangegeven:
Functie van een bouwwerk
Goothoogte in m
Bouwhoogte in m Inhoud in m³ Oppervlakte in m²
Bedrijfsgebouw 6 10 - -
Bedrijfswoning 4,5 9 800 -
Bijgebouwen bij bedrijfswoning 3
6 - 100
Erf- en terreinafscheidingen -
2,5 - -
Licht- en vlaggenmasten -
10 - -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak -



10 - -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak -



2 - -
  1. f. bouwkundige voorzieningen ten behoeve van zelfstandige inwoningsituaties uitsluitend waar dit op grond van lid 22.4.1 kan worden en wordt toegestaan;
  2. g. indien de bestaande bebouwing voor wat betreft de maatvoering groter is dan het bepaalde in sub e, dan geldt de bestaande maatvoering als maximaal toegestaan.

22.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.2. sub e ten behoeve van het oprichten of verhogen van lichtmasten tot een maximale bouwhoogte van 12 m, mits dit geen onevenredige belemmeringen met zich brengt voor de omliggende functies en natuurwaarden.

22.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie;
  2. b. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  3. c. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis;
  4. d. het houden van zelfstandige, geen relatie met de (nadere) bestemming hebbende, feesten en partijen;
  5. e. het gebruik van de gronden en opstallen voor nachtverblijf van al dan niet recreatieve aard.

22.5 Afwijken van de gebruiksregels

22.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die gevallen als genoemd in artikel 43.

Artikel 23 Verkeer

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, waarbij het aantal rijstroken niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
  2. b. een GSM/UMTS-mast, ter plaatse van de aanduiding 'zend/-ontvangstinstallatie';

met de daarbij behorende:

  1. c. rotondes;
  2. d. in- en uitvoegstroken;
  3. e. kunst- en bouwwerken ten dienste van de bestemming, zoals (vee-)tunnels;
  4. f. parkeerstroken;
  5. g. opstelstroken;
  6. h. fiets- en voetpaden;
  7. i. bermen;
  8. j. bermsloten;
  9. k. nutsvoorzieningen;
  10. l. groenvoorzieningen;
  11. m. overige noodzakelijke en passende voorzieningen, andere bouwwerken, geen gebouw zijnde en andere werken.

23.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. het bouwen van gebouwen is niet toegestaan;
  2. b. de maatvoering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan aangegeven in de onderstaande tabel:
Functie van het bouwwerk Bouwhoogte (m)
Viaducten en soortgelijke kunstwerken 10
Verkeerstekens, palen en masten 20
GSM/UMTS-mast ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' bestaand
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 6

Artikel 24 Verkeer - Parkeerterrein

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Parkeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. parkeren;
  2. b. busoverstapstation ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – busoverstapstation';
  3. c. een GSM/UMTS-mast, ter plaatse van de aanduiding 'zend/-ontvangstinstallatie';
  4. d. met de daarbij behorende voorzieningen, andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere werken.

24.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. het bouwen van gebouwen is niet toegestaan;
  2. b. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
    1. 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m;
    2. 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
    3. 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - busoverstapstation' zijn overkappingen toegestaan waarvan de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 1.600 m2 en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2,5 m;
    4. 4. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' is een GSM/UMTS-mast toegestaan waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de bestaande bouwhoogte.

Artikel 25 Verkeer - Railverkeer

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een spoorweg;
  2. b. nutsvoorzieningen;
  3. c. sein- en relaishuisjes;
  4. d. met de daarbij behorende voorzieningen, andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere werken.

25.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10 m bedragen.

Artikel 26 Water

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. watergangen, waterpartijen, oevers, taluds, onderhoudspaden en kaden;
  2. b. waterhuishouding en verkeer te water;
  3. c. instandhouding en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden;
  4. d. extensieve dagrecreatie.

26.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. het bouwen van gebouwen is niet toegestaan;
  2. b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

Artikel 27 Wonen

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. aan huis gebonden beroep of het bestaande bedrijf aan huis;
  3. c. agrarisch medegebruik ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - agrarisch medegebruik';
  4. d. cultureel medegebruik, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - cultureel medegebruik';
  5. e. voorzieningen en gebouwen ten behoeve van de paardensport ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen – sport' waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 100 m²;
  6. f. het instandhouden van de groenvoorzieningen en houtopstanden, ter plaatse van de aanduiding 'groen';
  7. g. bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in de onderstaande tabel bij de woonbestemming ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf'. Indien een maximale oppervlakte is aangegeven mag de oppervlakte van de bedrijfsactiviteit niet meer bedragen dan deze maximale oppervlakte. Ter plaatse van de aanduiding 'opslag' is tevens buitenopslag ten behoeve van de toegestane bedrijfsactiviteiten toegestaan;
Adres Nr. Plaats Bedrijfsactiviteit Toegestane oppervlakte bedrijfsactiviteiten in gebouwen in m2 Opmerkingen
Doesburgseweg 5 Didam Zorgboerderij -
Doesburgseweg 8a Didam Kleinschalig kamperen met dien verstande dat het maximum aantal kampeermiddelen niet meer dan 7 mag bedragen. Voorzieningen ten behoeve van het kamperen zijn enkel toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf'
Doetinchemseweg 8 Kilder Hovenier met kwekerij 150 De toegestane oppervlakte heeft betrekking op het maximaal te gebruiken gedeelte van de bijgebouwen ten behoeve van de functie.
Fluunseweg 7 Didam Computerbedrijf/Kantoor 170 De bedrijfsfunctie wordt uitgeoefend binnen de bestaande bijgebouwen op het perceel
Gendringseweg 10 Azewijn Hovenier 150 De toegestane oppervlakte heeft betrekking op het maximaal te gebruiken gedeelte van de bijgebouwen ten behoeve van de functie.
Kloosterstraat 8 Didam Maalderij 538
Kloosterstraat 8a Didam Kinderdagverblijf - Kinderdagverblijf is toegestaan binnen de bestaande bebouwing
Korenweg 5 Didam Hovenier met kwekerij 100 De toegestane oppervlakte heeft betrekking op het maximaal te gebruiken gedeelte van de bijgebouwen ten behoeve van de functie
Loilseweg 3 Didam Landlevenwinkel met workshopruimte en adviesbureau 100 De functie wordt uitgeoefend binnen de bestaande gebouwen
Tatelaarweg 5 Didam Glazenwasser 100 De functie wordt uitgeoefend binnen de bestaande bijgebouwen
Tatelaarweg 26 Didam Advies, bemiddeling, reparatie en ombouw van muziekinstrumenten annex muziekonderwijs 50 De functie wordt uitgeoefend binnen de bestaande bijgebouwen
Zeddamseweg 8 Kilder Landlevenwinkel annex theetuin 200 De landlevenwinkel en bijbehorende voorzieningen zijn toegestaan binnen de bestaande bijgebouwen
  1. h. zelfstandige inwoningsituatie, ter plaatse van de in de onderstaande tabel genoemde adressen:
Adressen met inwoning Nr. Plaats
Bosslagstraat 8 Didam
Greffelkampseweg 32 Didam
Heesweg 4a Didam
Heuvelwijk 16 Braamt
Holhuizerstraat 13 Didam
Kastanjelaan 24 Stokkum
Koningsweg 19 Didam
Loilseweg 4 Didam
Melderstraat 13 Didam
Nachtegaalslaantje 15 's-Heerenberg
Paltsweg 5 Didam
Passtraat 4 Azewijn
Polmanstraat 10 Beek
Rinkomseweg 6 Kilder
Rinkomseweg 12 Kilder
Van Rouwenoortweg 38 Didam
Zuidermarkweg 1a Loerbeek
  1. i. één paardenbak tot een oppervlakte van maximaal 800 m2;
  2. j. bed and breakfast;
  3. k. opslag (al dan niet agrarisch) van al dan niet volumineuze goederen en stalling van vaar- en voertuigen, uitsluitend in vrijkomende, vrijgekomen en/of voormalige agrarische gebouwen zoals die voor wat betreft omvang en uitstraling aanwezig zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
  4. l. een GSM/UMTS-mast, ter plaatse van de aanduiding 'zend/-ontvangstinstallatie',

met de daarbij behorende:

  1. m. tuinen;
  2. n. erven en terreinen;
  3. o. ontsluitingen/inritten.

27.2 Bouwregels

27.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 27.2 onder 27.2.2 sub a ten behoeve van het herbouwen van een woning op een andere locatie dan de bestaande locatie, mits:
    1. 1. wordt voldaan aan het bepaalde in lid 27.2 sub 27.2.2 onder b en c;
    2. 2. de agrarische functie van aangrenzende, niet bij de woning behorende gronden en bebouwing niet onevenredig wordt belemmerd;
    3. 3. op geen van de gevels van de woning, bij voltooiing, de geluidsbelasting vanwege een weg de ter plaatse toegestane grenswaarden bij of krachtens de Wet geluidhinder overschrijdt;
    4. 4. vaststaat dat de bestaande woning wordt gesloopt binnen drie maanden na oplevering/gereedkomen van de nieuwe woning;
    5. 5. de externe veiligheid wordt gewaarborgd;
    6. 6. de woning landschappelijk wordt ingepast;
  2. b. lid 27.2 onder 27.2.2 sub b ten behoeve van het vergroten van de woning met de inhoud van de aangrenzende deel, mits het aantal woningen niet toeneemt;
  3. c. lid 27.2 onder 27.2.3 sub a ten behoeve van het bouwen van bijgebouwen tot een gezamenlijke oppervlakte van 50% van de bestaande oppervlakte aan bijgebouwen, die voorkomt op de bij de betreffende woning behorende gronden, met een maximum van 400 m², onverminderd het bepaalde in lid 27.2 onder 27.2.3 sub b en i;
  4. d. lid 27.2 onder 27.2.3 sub d ten behoeve van een eenmalige uitbreiding van de maximaal toegestane oppervlakte aan bijgebouwen voor het agrarisch medegebruik met maximaal 100 m², met dien verstande dat de bestaande oppervlakte aan bijgebouwen voor agrarisch medegebruik ten minste 200 m² bedraagt en voor zover de oppervlakte van 350 m² wordt overschreden de noodzaak hiertoe wordt aangetoond;
  5. e. lid 27.2 onder 27.2.3 sub h ten behoeve van het oprichten van bijgebouwen vóór (het verlengde van) de voorgevel van de woning dan wel binnen een afstand van 3 meter tot (het verlengde van) de voorgevel, mits het bijgebouw zich bevindt op ten minste 25 meter afstand uit de weg;
  6. f. lid 27.2 onder 27.2.2 sub c ten behoeve van het vergroten van de goothoogte van één der zijden van de woning tot maximaal 6 m;
  7. g. lid 27.2 onder 27.2.4 ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen tot een bouwhoogte van 2 m tot aan en voor de voorgevelrooilijn en tot 1 meter achter de voorgevelrooilijn, mits:
    1. 1. daardoor geen onaanvaardbare gevolgen ontstaan voor aangrenzende percelen betreffende beschaduwing, privacy en gebruiksmogelijkheden van die percelen, en
    2. 2. daardoor geen ondoorzichtige afscheidingen ontstaan.

27.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie op adressen welke niet zijn genoemd in lid 27.1 sub h;
  2. b. het gebruik van gedeelten van de woning of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  3. c. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis;
  4. d. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  5. e. het gebruik van het bijgebouw voor sociaal - culturele activiteiten voor:
    1. 1. een gebruik in een aaneengesloten periode van langer dan 6 maanden per kalenderjaar;
    2. 2. een gebruik voor het houden van feesten en partijen en andere horeca-gerelateerde activiteiten;
    3. 3. een gebruik als nachtverblijf;
    4. 4. een gebruik dat leidt tot onveilige situaties.

27.5 Afwijken van de gebruiksregels

27.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 28 Wonen - Landhuis

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. per woning een aan huis gebonden beroep of het bestaande bedrijf aan huis;
  3. c. bed and breakfast
  4. d. groen,

met daaraan ondergeschikt:

  1. e. extensieve dagrecreatie,

met de daarbij behorende:

  1. f. terreinen;
  2. g. tuinen en erven;
  3. h. ontsluitingen, inritten, wegen en paden;
  4. i. parkeervoorzieningen;
  5. j. water;
  6. k. maximaal 1 paardenbak per landhuis.

28.2 Bouwregels

  1. a. Voor het bouwen van het hoofdgebouw gelden de volgende regels:
    1. 1. het aantal woningen in het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 3;
    2. 2. de inhoud mag niet meer bedragen dan 2.000 m³;
    3. 3. de bouwhoogte mag niet minder dan 9 m en niet meer dan 11 m bedragen;
    4. 4. de dakhelling mag niet meer bedragen dan 30 graden.
  1. b. Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
    1. 1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen van 6 m;
    2. 2. de totale oppervlakte aan bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 300 m².
  2. c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de maatvoering van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer mag bedragen dan aangegeven in de onderstaande tabel:
Functie van het bouwwerk Bouwhoogte (m) Toegestane oppervlakte (m²)
Erf- en terreinafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn 2 -
Overige erf- en terreinafscheidingen 1 -
Verbindende muur 2,5 -
Overkappingen en pergola's, uitsluitend achter de voorgevel 3 45*
Hooiberg, uitsluitend achter de voorgevel 10 -
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend achter de voorgevel 10 -
Afscheiding van een paardenbak 1,5 -

*Overkappingen als onderdeel van het dakvlak van de woning of een bijgebouw worden niet meegerekend bij de toegestane oppervlakte aan overkappingen.

28.3 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het gebruik van woningen ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie;
  2. b. het gebruik van gedeelten van de gebouwen voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep indien:
    1. 1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van het woonhuis waarbij één arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    2. 2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende bijgebouwen tot een maximum van 50 m², dan wel meer bedraagt dan 50 m²;
    3. 3. buitenopslag plaatsvindt;
    4. 4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
  3. c. het gebruik ten behoeve van bedrijf aan huis;
  4. d. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning.

28.4 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 29 Wonen - Woongebouw

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. het instandhouden van de groenvoorzieningen en houtopstanden, ter plaatse van de aanduiding 'groen',

met de daarbij behorende:

  1. c. tuinen;
  2. d. erven en terreinen;
  3. e. ontsluitingen/inritten.

29.2 Bouwregels

  1. a. Voor het bouwen van woongebouwen gelden de volgende regels:
    1. 1. indien een bouwvlak is aangegeven dienen de woongebouwen binnen het bouwvlak gebouwd te worden;
    2. 2. indien geen bouwvlak is aangegeven wordt het bestemmingsvlak gelijk gesteld met het bouwvlak;
    3. 3. ter plaatse van de aanduiding 'maximaal aantal wooneenheden' is uitsluitend het aangegeven aantal wooneenheden toegestaan;
    4. 4. de inhoud van een wooneenheid, niet zijnde een wooneenheid aangeduid als 'specifieke bouwaanduiding – bestaand woongebouw' en 'specifieke bouwaanduiding – woongebouw Luijnhorststraat 16', bedraagt maximaal 400 m³, dan wel maximaal de bestaande inhoud tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
    5. 5. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal respectievelijk 4,5 m en 9 m;
    6. 6. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bestaand woongebouw' geldt dat het bestaande gebouw als woongebouw is toegestaan met dien verstande dat het aantal wooneenheden, inhoud, goot- en bouwhoogte niet mogen worden gewijzigd;
    7. 7. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – woongebouw Luijnhorststraat 16' zijn de wooneenheden toegestaan, zoals aanwezig ten tijde van het inwerkingtreden van het plan, met dien verstande dat inhoud, goot- en bouwhoogte niet mogen worden gewijzigd.
  1. b. Voor het bouwen van (inpandige) bijgebouwen bij wooneenheden gelden de volgende regels:
    1. 1. de oppervlakte mag per wooneenheid niet meer bedragen dan 50 m²;
    2. 2. bijgebouwen dienen inpandig in het woongebouw dan wel in één gezamenlijk bijgebouw per woongebouw of per meerdere woongebouwen te worden opgericht;
    3. 3. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 6 m, dan wel niet meer dan de bestaande goot- en bouwhoogte(n) indien deze meer bedraagt;
    4. 4. in afwijking van het bepaalde onder 3 bedragen de goot- en bouwhoogte van een inpandig bijgebouw niet meer dan de goot- en bouwhoogte van het woongebouw;
    5. 5. indien de bestaande oppervlakte aan bijgebouwen groter is dan 50 m² per wooneenheid, is maximaal de bestaande oppervlakte toegestaan, waarbij geen vergroting van de oppervlakte, goot- en bouwhoogte en wijziging van de situering van de bestaande bijgebouwen mag plaatsvinden. Als de bestaande oppervlakte geldt in dat verband de oppervlakte die na reductie of sanering op het perceel aanwezig is.
  1. c. Het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde is niet toegestaan.

29.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 29.2 onder a sub 6 ten behoeve van het wijzigen van het aantal wooneenheden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bestaand gebouw' mits:

  1. a. het aantal wooneenheden in het woongebouw niet meer bedraagt dan 3;
  2. b. de inhoud, goot- en bouwhoogte van het gebouw niet worden gewijzigd;
  3. c. wordt voldaan aan de bouwtechnische vereisten
  4. d. de oppervlakte aan gebouwen op het perceel niet toeneemt.

29.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  1. a. het gebruik van wooneenheden ten behoeve van een zelfstandige inwoningsituatie;
  2. b. het gebruik van (gedeelten van) woongebouwen voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep;
  3. c. het gebruik van (gedeelten van) woongebouwen en/of bijgebouwen voor de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis;
  4. d. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning.

Artikel 30 Leiding - Gas

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en de instandhouding van een ondergrondse hogedruk hoofdaardgastransportleiding.

30.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. op of in de in lid 30.1 bedoelde gronden met de bestemming 'Leiding – Gas' mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding worden gebouwd;
  2. b. de oppervlakte en de bouwhoogte van een gebouw mogen niet meer dan respectievelijk 10 m² en 3 m bedragen.

30.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden op of in de in lid 30.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    1. 1. het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting, bijvoorbeeld rietbeplanting;
    2. 2. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
    3. 3. het verrichten van grondroeractiviteiten (bijvoorbeeld het aanbrengen van rioleringen, kabels, drainage, leidingen, met uitzondering van hoofdaardgastransportleidingen) anders dan normaal spit- en ploegwerk;
    4. 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    5. 5. diepploegen;
    6. 6. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
    7. 7. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
    8. 8. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
    9. 9. het plaatsen van onroerende objecten, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
  1. b. Het verbod als bedoeld in sub a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
    1. 1. voorkomen op de beplantingslijst van de leidingbeheerder;
    2. 2. mechanisch worden uitgevoerd en daarmee vallen onder de werking van de Wet Informatie Uitwisseling Ondergrondse Netwerken;
    3. 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
    4. 4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
    5. 5. normaal onderhoud betreffen of worden uitgevoerd t.b.v. de instandhouding van de leiding(en).
  1. c. De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden bedoeld in sub a zijn slechts toelaatbaar indien dit niet strijdig is met de belangen van de leidingen.
  1. d. Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning zoals bedoeld in sub a te beslissen, wint het bevoegd gezag tijdig schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden de belangen in verband met de leidingen niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.

Artikel 31 Leiding - Hoogspanningsverbinding

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. het transport van elektrische energie en de daarbij behorende bouwwerken;
  2. b. de aanleg en instandhouding van hoogspanningsleidingen;
  3. c. installaties ten behoeve van mobiel dataverkeer mits gekoppeld aan de bestaande masten ten behoeve van de bestemming.

31.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:

  1. a. op de gronden als bedoeld in lid 31.1 mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de hoogspanningsverbinding worden gebouwd, waarbij geldt dat de bouwhoogte van palen en masten ten behoeve van de hoogspanningsleidingen niet meer mag bedragen dan 53 meter, en de bouwhoogte van overige bouwwerken niet meer mag bedragen dan 1,5 m;
  2. b. voor zover gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, die zijn toegestaan op grond van de andere daar voorkomende bestemming(en), zijn gelegen binnen de gronden als bedoeld in lid 31.1, mag de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan de bestaande bouwhoogte.

31.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 31.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de in lid 31.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemming(en), niet zijnde de bouw van magneetveldgevoelige en magneetveldbeoordelingsplichtige objecten indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende hoogspanningsverbinding en ter zake vooraf eerst advies bij de beheerder is ingewonnen.

31.4 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. a. het gebruik van bouwwerken als drager van reclame-uitingen.

31.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden op binnen de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' gelegen gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
    1. 1. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
    2. 2. het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen, allen dieper dan 0,60 m onder maaiveld, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd, alsmede de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van bestaande drainage;
    3. 3. het bebossen of anderszins beplanten van gronden met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters in verband met tuinbouw of als (agrarische) houtteelt;
    4. 4. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden, alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m²;
    5. 5. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur.
  1. b. Het bepaalde in sub a is niet van toepassing:
    1. 1. op werken of werkzaamheden waarvoor op het tijdstip van inwerkingtreden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden is verleend;
    2. 2. op werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren en hiervoor een vergunning is verleend;
    3. 3. op werken of werkzaamheden welke betreffen het normale onderhoud en beheer van leidingen.
  1. c. De in sub a genoemde werken en werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien en voorzover geen onevenredige aantasting van de belangen van de leidingen en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan.

Artikel 32 Leiding - Rioolpersleiding

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Rioolpersleiding' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en de instandhouding van een ondergrondse rioolpersleiding.

32.2 Bouwregels

  1. a. Op of in de in lid 32.1 bedoelde gronden met de bestemming 'Leiding – Rioolpersleiding' mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding worden gebouwd.
  2. b. De oppervlakte en de bouwhoogte van een gebouw mogen niet meer dan respectievelijk 10 m² en 3 m bedragen.

32.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden op of in de in lid 32.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    1. 1. het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplanting, bijvoorbeeld rietbeplanting;
    2. 2. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
    3. 3. het verrichten van grondroeractiviteiten dieper dan 50 cm;
    4. 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    5. 5. diepploegen;
    6. 6. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
    7. 7. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
    8. 8. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
    9. 9. het plaatsen van onroerende objecten, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
  1. b. Het verbod als bedoeld in sub a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
    1. 1. voorkomen op de beplantingslijst van de leidingbeheerder;
    2. 2. mechanisch worden uitgevoerd en daarmee vallen onder de werking van de Wet Informatie Uitwisseling Ondergrondse Netwerken;
    3. 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
    4. 4. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
    5. 5. normaal onderhoud betreffen of worden uitgevoerd t.b.v. de instandhouding van de leiding(en).
  1. c. De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden bedoeld in sub a zijn slechts toelaatbaar indien dit niet strijdig is met de belangen van de leidingen.
  1. d. Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning zoals bedoeld in sub a te beslissen, wint het bevoegd gezag tijdig schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden de belangen in verband met de leidingen niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.

Artikel 33 Waarde - Archeologie 1

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde – Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden in de bodem.

33.2 Bouwregels

33.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit vroegtijdig archeologisch inventariserend veldonderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

33.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.

Artikel 34 Waarde - Archeologie 2

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde – Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden in de bodem.

34.2 Bouwregels

34.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit archeologisch bureauonderzoek met eventueel karterend veldonderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

34.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

34.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.

Artikel 35 Waarde - Archeologische Verwachting 1

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde – Archeologische Verwachting 1' (aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.

35.2 Bouwregels

35.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit archeologisch inventariserend veldonderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

35.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

35.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologische Verwachting 1' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.

Artikel 36 Waarde - Archeologische Verwachting 2

36.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde – Archeologische Verwachting 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.

36.2 Bouwregels

36.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit archeologisch bureauonderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

36.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

36.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologische Verwachting 2' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.

Artikel 37 Waarde - Archeologische Verwachting 3

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde – Archeologische Verwachting 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.

37.2 Bouwregels

37.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit archeologisch inventariserend veldonderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.

37.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

37.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologische Verwachting 3' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 38 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 39 Algemene Bouwregels

Bouwen langs wegen en water

  1. a. Onverminderd het overigens in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde, mag of mogen op en in gronden die grenzen aan de gronden als bedoeld in:
    1. 1. artikel 23 (Verkeer) uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd:
Soort weg Afstanden waarbinnen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd*
Snelwegen met gescheiden rijstroken, op- en afritten en bermen 100 m
Doorgaande gebiedsontsluitingswegen met bijbehorende parkeerstroken. Opstelstroken, fiets- en voetpaden, bermen en bermsloten 30 m
Lokale stroomwegen met bijbehorende fiets- en voetpaden, bermen en bermsloten 20 m
Fiets- en voetpaden, bermen en bermsloten 10 m

*de genoemde afstanden zijn loodrecht gemeten vanuit de as van de weg.

    1. 1. artikel 25 (Verkeer – Railverkeer) binnen een afstand van 30 m, loodrecht gemeten uit de buitenste spoorstaaf;
    2. 2. artikel 26 (Water) binnen een afstand van 5 m, loodrecht gemeten op de bestemmingsgrens van die gronden niet worden gebouwd.
  1. b. Indien de afstand van de bestaande bebouwing tot aan de onder 39.a bedoelde gronden minder bedraagt dan aldaar is aangegeven, is de bestaande afstand eveneens toegestaan.
  1. c. Het bevoegd gezag kan, na schriftelijk advies te hebben ingewonnen van de desbetreffende wegbeheerder omtrent de aanvaardbaarheid daarvan uit oogpunt van wegbeheer en verkeersveiligheid, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a.1 ten behoeve van het bouwen op een kleinere afstand tot de as van de weg of van de op- of afrit.
  1. d. Het bevoegd gezag kan, na schriftelijk advies te hebben ingewonnen van de beheerder van de betreffende watergang omtrent de waterstaatkundige aanvaardbaarheid daarvan, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sub a.3 ten behoeve van het bouwen tot aan de bestemmingsgrens van die gronden.

Artikel 40 Algemene Gebruiksregels

40.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met deze regels wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de onbebouwde grond en/of de daarop aanwezige bebouwing ten behoeve van seksbedrijven;
  2. b. het gebruik van de onbebouwde grond en/of de daarop aanwezige bebouwing ten behoeve van een evenement voor zover dat evenement, inclusief opbouw- en afbraakperiode, langer duurt dan 5 dagen en/of voor zover dat evenement leidt tot een wezenlijke inbreuk op de bestemming en uitgezonderd die evenementen waarvoor ingevolge artikel 42 sub c bij omgevingsvergunning is afgeweken van deze planregels;
  3. c. het gebruik van bijgebouwen voor permanente of tijdelijke bewoning;
  4. d. het gebruik van gronden ten behoeve van lawaaisporten, tenzij die sporten als onderdeel zijn aan te merken van het, op grond van deze regels toegestane gebruik.

40.2 Uitzondering strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik met deze regels wordt in ieder geval niet gerekend het gebruik van (voormalig) agrarische bedrijfsgebouwen ten behoeve van sociaal culturele activiteiten voor zover:

  1. a. dat gebruik plaatsvindt in een aaneengesloten periode niet langer dan 6 maanden per kalenderjaar;
  2. b. geen bouwkundige voorzieningen ten behoeve van dit gebruik worden getroffen;
  3. c. dat gebruik niet betreft het houden van feesten en partijen en andere horeca-gerelateerde activiteiten;
  4. d. dat gebruik niet gericht is op het bieden van nachtverblijf;
  5. e. dat gebruik niet leidt tot buitenopslag;
  6. f. parkeren op het eigen erf plaatsvindt;
  7. g. dat gebruik niet leidt tot een blijvende ongeschiktheid van het meest doelmatige gebruik van het gebouw;
  8. h. dat gebruik niet leidt tot onveilige situaties.

Artikel 41 Algemene Aanduidingsregels

41.1 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden mede bestemd voor de waterwinning en de bescherming van de kwaliteit van het grondwater.
  2. b. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de andere, expliciet aan deze gronden toegekende bestemmingen worden gebouwd.

41.2 Milieuzone - waterwingebied

  1. a. Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn de gronden mede bestemd voor een waterwingebied en daarbij behorende voorzieningen.
  2. b. In afwijking van hetgeen is bepaald in de regels met betrekking tot het bouwen mogen op deze gronden, zoals bedoeld in sub a, enkel bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van de functies genoemd in sub a. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
    1. 1. de bouwhoogte van palen, masten en technische installaties mag niet meer bedragen dan 10 m;
    2. 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 2 m.

41.3 Milieuzone - windturbine

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - windturbine' worden de op die gronden voorkomende (bedrijfs)woningen, op de percelen Netterdseweg 2 en Meilandsedijk 4, tevens aangemerkt als participantenwoning behorende bij de bestemming 'Bedrijf - Windturbine'.

41.4 Vrijwaringszone - molenbiotoop

41.5 Veiligheidszone - lpg

41.6 Veiligheidszone - bevi

41.7 Veiligheidszone - schietbaan

Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - schietbaan' is menselijk verblijf of menselijke activiteit niet toegestaan gedurende het in bedrijf zijn van de schietbaan.

41.8 Geluidszone - industrie

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone – industrie' nieuwe geluidsgevoelige functies te realiseren, tenzij uit akoestisch rapport blijkt dat wordt voldaan of kan worden voldaan aan de geluidsnormen op grond van de Wet geluidhinder

41.9 Waarden

41.10 Ehs - natuur

Ter plaatse van de aanduiding 'ehs- natuur' zijn de gronden tevens bestemd voor bescherming, behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.

41.11 Ehs - verweven

Ter plaatse van de aanduiding 'ehs - verweven' zijn de gronden tevens bestemd voor bescherming, behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van landgoederen, landbouwgebieden met natuurwaarden en landbouwgebieden met een hoge dichtheid aan natuur- en boselementen.

Bij de ontwikkeling van landgoederen, landbouwgebieden met natuurwaarden en landbouwgebieden met een hoge dichtheid aan natuur- en boselementen dient rekening te worden gehouden met de kernkwaliteiten van de EHS en dienen de kernkwaliteiten zo mogelijk verder te worden ontwikkeld.

41.12 Waardevol landschap

Ter plaatse van de aanduiding 'waardevol landschap' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud en versterking van de kernkwaliteiten van het waardevol landschap.

Artikel 42 Algemene Afwijkingsregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de landschappelijke (kern-)kwaliteiten, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van deze planregels:

  1. a. indien er afwijkingen zijn ten aanzien van de ligging van bestemmings- en bebouwingsgrenzen welke noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen;
  2. b. voor afwijkingen van regels, gesteld ten aanzien van maten en percentages, mits die afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten en percentages. Deze afwijking geldt niet voor maten met betrekking tot:
    1. 1. de inhoud van wooneenheden;
    2. 2. de oppervlakte van bijgebouwen;
    3. 3. de oppervlakte van bedrijfsgebouwen binnen de bestemmingen: 'Bedrijf', 'Bedrijf - Energiepark', 'Bedrijf - Nutsvoorziening', 'Detailhandel', 'Horeca', 'Maatschappelijk', 'Recreatie - Dagrecreatie', 'Recreatie - Verblijfsrecreatie', 'Sport' en 'Sport - Manege';
    4. 4. de ashoogte, tiphoogte en rotordiameter van windturbines;
  3. c. voor een gebruik van een terrein als evenemententerrein voor meerdaagse evenementen, tot een maximum van 3 evenementen per jaar, voor ten hoogste 15 dagen per evenement, inclusief opbouw- en afbraakperiode, mits het evenement niet leidt een onomkeerbare inbreuk op de bestemming dan wel de aan deze bestemming verbonden waarden, en daaraan door het stellen van voorwaarden niet voldoende tegemoet kan worden gekomen;
  4. d. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde (al dan niet ondergrondse) bouwwerken voor nutsvoorzieningen, zoals gasdruk- regelstations, wachthuisjes, telefooncellen en transformatorhuisjes, uitgezonderd verkooppunten van motorbrandstoffen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3 m en de inhoud, voor zover boven peil, niet meer dan 50 m3 mag bedragen.

Artikel 43 Algemene Wijzigingsregels

43.1 Wijzigingen ten behoeve van agrarische bedrijven in de bestemmingen Agrarisch en Agrarisch met waarden

43.2 Wijziging naar wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de volgende bestemmingen te wijzigen naar de bestemming 'Wonen' conform de navolgende subleden van dit artikel.

  • Agrarisch
  • Agrarisch – Paardenhouderij
  • Agrarisch met waarden
  • Bedrijf
  • Detailhandel
  • Horeca
  • Maatschappelijk

Bij de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheden dienen de volgende voorwaarden in acht te worden genomen:

  1. a. er dient ten minste 1 bedrijfswoning aanwezig te zijn;
  2. b. de agrarische activiteiten dan wel bedrijfsmatige activiteiten ter plaatse dienen te zijn beëindigd;
  3. c. aangegeven dient te worden dat voor zover van toepassing tot intrekking van de milieurechten kan worden overgegaan;
  4. d. het aantal woningen mag niet toenemen;
  5. e. omliggende functies worden door de wijziging niet belemmerd.

43.3 Functieverandering naar wonen

43.4 Functieverandering naar werken

  1. a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden met de bestemmingen:
    - Agrarisch
    - Agrarisch – Paardenhouderij
    - Agrarisch met waarden
    - Wonen
    te wijzigen om de functies die zijn genoemd in sub b te realiseren in de gebieden genoemd in sub c. Daarbij mag de oppervlakte van de functies niet meer bedragen dan aangegeven in sub c, tenzij sprake is van een agrarisch bouwvlak waarbij ten minste 50% wordt gesloopt en één bestaand gebouw voor de functie in gebruik wordt genomen waarvan de omvang groter is dan volgens sub c is toegestaan. Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dienen de volgende voorwaarden in acht te worden genomen:
    1. 1. door hergebruik van bebouwing in het buitengebied worden de bestaande (agrarische) bedrijven en gevoelige functies in de omliggende omgeving niet belemmerd;
    2. 2. behoudens hergebruik van monumentale gebouwen dan wel hergebruik van een aanwezige deel is functieverandering eerst aan de orde indien op een perceel ten minste 400 m2 aan bijgebouwen aanwezig is. De deel maakt onderdeel uit van genoemde 400 m2 wanneer deze in het kader van functieverandering kan worden en wordt gesloopt;
    3. 3. indien sprake is van de bestemming 'Wonen' mag niet meer dan 100 m2 worden gebruikt ten behoeve van een nieuwe werkfunctie;
    4. 4. functieverandering mag niet leiden tot beperking van ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw voor gronden ter plaatse van de aanduiding 'grondgebonden landbouw' en 'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied';
    5. 5. functieverandering van vrijgekomen gebouwen mag niet leiden tot knelpunten in de verkeersafwikkeling, dan wel een ten opzichte van de bestaande situatie onaanvaardbare verkeersaantrekkende werking;
    6. 6. functieverandering mag niet leiden tot aantasting van landschappelijke waarden en natuurwaarden, waarvan laatstgenoemde door middel van onderzoek dient te worden aangetoond;
    7. 7. indien de functieveranderingslocatie is gelegen binnen gronden ter plaatse van de aanduiding 'ehs - ecologische verbindingszone', 'ehs - natuur' of 'ehs - verweven', mogen de wezenlijke kenmerken of waarden van het EHS gebied niet significant worden aangetast, tenzij door het stellen van compenserende of mitigerende maatregelen hieraan voldoende tegemoet kan worden gekomen;
    8. 8. functieverandering dient bij te dragen aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en de landschappelijke kwaliteit, waarbij (in geval van inpassing op erfniveau) wordt getoetst aan het beeldkwaliteitsplan;
    9. 9. indien de functieveranderingslocatie is gelegen op gronden ter plaatse van de aanduiding 'waardevol landschap', mag geen afbreuk worden gedaan aan de kernkwaliteiten van het waardevol landschap;
    10. 10. indien de functieveranderingslocatie is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' mag de nieuwe functie niet leiden tot een hoger risico voor het grondwater in vergelijking met de situatie voor functieverandering;
    11. 11. de bedrijfsfunctie(s) in de bestaande bedrijfsbebouwing wordt uitgeoefend met dien verstande dat de oppervlakte en in de inhoud van de gebouwen niet mag worden vergroot;
    12. 12. geen bedrijven zijn toegestaan die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen vallen, gevaarlijke of explosieve stoffen of producten opslaan als onderdeel van de bedrijfsvoering, auto of motorreparatiebedrijven of daarmee gelijk te stellen bedrijven, vervoersbedrijven of zelfstandige horeca. Hieronder wordt niet verstaan de reparatie en handel van landbouwmachines en landbouwvoertuigen;
    13. 13. buitenopslag is niet toegestaan;
    14. 14. detailhandel is niet toegestaan met uitzondering van ondergeschikte detailhandel in de vorm van ter plaatse vervaardigde goederen en streekeigen producten;
    15. 15. de bedrijvigheid heeft een maximale hinderafstand van 30 m overeenkomstig de VNG publicatie Bedrijven en Milieuzonering, tenzij sprake is van gebiedsgebonden functie als genoemd in bijlage 1 van deze regels;
    16. 16. bodemonderzoek heeft aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik, dan wel sanering heeft plaatsgevonden;
    17. 17. er dient sprake te zijn van een aanvaardbaar leefklimaat voor wat betreft het aspect geur;
    18. 18. functieverandering geen negatieve gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit.
  1. b. De functies die gerealiseerd mogen worden door middel van een wijzigingsbevoegdheid zijn genoemd in tabel 1 en uitgewerkt in bijlage 1 'Indicatieve bedrijvenlijst'. Indien functies naar aard en omvang gelijk te stellen zijn met deze functies, zijn ook deze functies toegestaan.
  1. c. In tabel 1 is de maximale omvang van de functie per gebied aangegeven:

Tabel 1

Aanduiding Dagrecreatie, verblijfsrecreatie, zorg en functies die het recreatief routenetwerk versterken Agrarisch verwante gebiedsgebonden functies Gebiedsgebonden functies Niet gebiedsgebonden functies Verevening
'ehs - natuur' 500 m2
(100 m² bij een woonbestemming)
- - - 50% oppervlakte reductie van de bebouwing, realisatie van nieuwe natuur met een oppervlak van ten minste de gereduceerde m² bebouwing en landschappelijke inpassing *
'ehs - verbindingszone' en 'ehs - verweven' 750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)
750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)
750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)
500 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)
50% oppervlakte reductie van de bebouwing, realisatie van nieuwe natuur met een oppervlak van ten minste de gereduceerde m² bebouwing en landschappelijke inpassing *
'waardevol landschap' 750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)
750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)
750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)
500 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)
50% oppervlaktereductie van de bebouwing en landschappelijke inpassing*
'reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied - - - - -
'grondgebonden landbouw' 750 m2***
(100 m2 bij een woonbestemming)
750 m2***
(100 m2 bij een woonbestemming)
750 m2***
(100 m2 bij een woonbestemming)
500 m2***
(100 m2 bij een woonbestemming)
50% oppervlaktereductie van de bebouwing en landschappelijke inpassing*
'overige gronden' 750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)
750 m2** (100 m2 bij een woonbestemming) 750 m2
(100 m2 bij een woonbestemming)
500 m2
(100 m2 bijeen woonbestemming)
50% oppervlaktereductie van de bebouwing en landschappelijke inpassing*

* indien sprake is van monumentale gebouwen en deze in gebruik worden genomen ten behoeve van de functie, dan wordt de vereveningsbijdrage gevormd door de instandhouding van deze gebouwen. In dat geval is tevens een oppervlakte toegestaan ter grootte van de omvang van deze gebouwen.

** geen verevening noodzakelijk. Alle gebouwen kunnen worden omgezet naar de bedrijfsfunctie indien sprake is van een agrarisch bouwvlak. Indien reeds sprake is van een woonbestemming dan moet verevening plaatsvinden met 50%, aangezien in dat geval een kwalitatief mindere situatie ontstaat.

*** voor alle omzettingen geldt een zware motiveringsplicht ten aanzien van het voorkomen van het opwerpen van belemmeringen voor de landbouw die het primaat heeft in het gebied.

43.5 Wijziging naar natuur

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het wijzigen van de gronden welke zijn aangeduid met 'ehs – ecologische verbindingszone' en 'ehs – verweven' naar de bestemming Natuur, mits:

  1. a. de agrarische functie van de aangrenzende, niet bij het bedrijf behorende gronden en bebouwing niet onevenredig wordt belemmerd;
  2. b. de invulling in overeenstemming is met het beleid voor de EHS en het landschapsbeleid van de gemeente;
  3. c. de omzetting betrekking heeft op een gebied van ten minste 2 ha;
  4. d. de gerechtigden ten aanzien van de betreffende gronden zulks wensen.

Artikel 44 Algemene Procedureregels

Bij de voorbereiding van een besluit tot het stellen van nadere eisen op grond van het bepaalde in de regels van dit plan is de navolgende voorbereidingsprocedure van toepassing:

  1. a. voorafgaand aan de terinzagelegging maken burgemeester en wethouders het voornemen om nadere eisen te stellen in een huis-aan-huisblad dat in de gemeente wordt verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze bekend;
  2. b. het ontwerpbesluit en de daarop betrekking hebbende stukken liggen gedurende twee weken voor een ieder ter inzage;
  3. c. de bekendmaking houdt de mededeling in dat belanghebbenden schriftelijk of mondeling een zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren kunnen brengen bij burgemeester en wethouders gedurende de termijn van terinzagelegging;
  4. d. indien tegen het voornemen zienswijzen zijn ingediend, wordt het besluit omtrent het stellen van nadere eisen met redenen omkleed;
  5. e. burgemeester en wethouders stellen de indiener(s) van een zienswijze in kennis van hun besluit.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 45 Overgangsrecht

45.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  1. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a. een omgevingsvergunning voor het bouwen verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a. met maximaal 10%.
  1. c. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

45.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  1. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  1. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  1. d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 46 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied'.

Bijlage 1 Indicatieve Bedrijvenlijst

Bijlage 1 Indicatieve bedrijvenlijst

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat van bedrijfsactiviteiten

Bijlage 3 Kaart Log Azewijn

Bijlage 3 Kaart LOG Azewijn

Bijlage 4 Kwaliteitseisen Log

Bijlage 4 Kwaliteitseisen LOG

Bijlage 1 Vooroverlegverslag, D.d. 7 Februari 2011

Bijlage 1 Vooroverlegverslag, d.d. 7 februari 2011

Bijlage 2 Inspraakverslag

Bijlage 2 Inspraakverslag

Bijlage 3 Onderzoek Natuurwaarden Bestemmingsplan Buitengebied, D.d. 18 Maart 2011

Bijlage 3 Onderzoek natuurwaarden Bestemmingsplan Buitengebied, d.d. 18 maart 2011

Bijlage 4 Kaart 1 Natuurwaarden 1 Montferland, D.d. 10 November 2010

Bijlage 4 Kaart 1 Natuurwaarden 1 Montferland, d.d. 10 november 2010

Bijlage 5 Kaart 2 Natuurwaarden 2 Montferland, D.d. 10 November 2010

Bijlage 5 Kaart 2 Natuurwaarden 2 Montferland, d.d. 10 november 2010

Bijlage 6 Notitie Reikwijdte En Detailniveau Planmer Ten Behoeve Van Het Bestemmingsplan Buitengebied, D.d. 15 September 2010

Bijlage 6 Notitie Reikwijdte en Detailniveau planMER ten behoeve van het Bestemmingsplan Buitengebied, d.d. 15 september 2010

Bijlage 7 Planmer Bestemmingsplan Buitengebied, D.d. 18 Maart 2011

Bijlage 7 PlanMER Bestemmingsplan Buitengebied, d.d. 18 maart 2011

Bijlage 8 Toetsingsadvies Over Het Milieueffectrapport Bestemmingsplan Buitengebied Montferland, D.d. 8 Juni 2011

Bijlage 8 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Bestemmingsplan Buitengebied Montferland, d.d. 8 juni 2011

Bijlage 9 Memo Toetsingsadvies Naar Aanleiding Van Toetsingsadvies Over Het Planmer Buitengebied Van Commissie M.e.r., D.d. 5 Augustus 2011

Bijlage 9 Memo Toetsingsadvies naar aanleiding van toetsingsadvies over het planMER buitengebied van commissie m.e.r., d.d. 5 augustus 2011

Bijlage 10 Nota Van Wijzigingen Naar Aanleiding Van Zienswijzen Bestemmingsplan Buitengebied, D.d. 29 September 2011

Bijlage 10 Nota van Wijzigingen naar aanleiding van zienswijzen Bestemmingsplan Buitengebied, d.d. 29 september 2011

Bijlage 11 Nota Van Ambtshalve Wijzigingen Bestemmingsplan Buitengebied, D.d. 29 September 2011

Bijlage 11 Nota van ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan Buitengebied, d.d. 29 september 2011

Bijlage 12 Geamendeerd Raadsbesluit Bestemmingsplan Buitengebied

Bijlage 12 Geamendeerd raadsbesluit Bestemmingsplan Buitengebied

Bijlage 13 Advies Vnog

Bijlage 13 Advies VNOG

Bijlage 14 Advies Externe Veiligheid

Bijlage 14 Advies externe veiligheid

Bijlage 15 Advies Externe Veiligheid Buisleidingen

Bijlage 15 Advies externe veiligheid buisleidingen

Bijlage 16 Nota Van Zienswijzen

Bijlage 16 Nota van zienswijzen