Bedrijventerreinen Montferland, geconsolideerd
Bestemmingsplan - Gemeente Montferland
Geconsolideerd op 30-03-2017 - geconsolideerd
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Bedrijventerreinen Montferland, geconsolideerd met identificatienummer NL.IMRO.1955.bplggmbdrmfgecon-gc01 van de gemeente Montferland;
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
1.4
(-)
1.5 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.6 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6a achtergevel
een gevel van een gebouw aan de tegenovergestelde zijde van de voorgevel;
1.6b afhaalpunt voor consumenten
een locatie waar de consument uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop en/of overige activiteiten;
1.7 afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
1.8 agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren;
1.9 antenne-installatie
het geheel van één of meerdere antennes, antennedrager, bedrading en apparatuur- of techniekkast met bijbehorende bevestigingsconstructie dat gebruikt wordt voor het verzenden en/of ontvangen van radiofrequente elektromagnetische velden;
1.10
(-)
1.11
(-)
1.12 archeologisch monument
Terrein dat op basis van de Erfgoedwet, dan wel op basis van het overgangsrecht van die wet, is aangewezen als beschermd archeologisch monument;
1.13 archeologisch onderzoek
Onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysich onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een certificaat als bedoeld in artikel 5.1 van de Erfgoedwet en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie;
1.14 bebouwing
één of meer gebouwen en/of overige bouwwerken;
1.15 bebouwingspercentage
de oppervlakte van bebouwing binnen het bebouwingsvlak of bij afwezigheid daarvan, het bestemmingsvlak uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;
1.16 bedrijf
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, transporteren, op-/overslag, warehousing, bewerken, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, uitsluitend daar waar dat blijkens de verbeelding is toegestaan, met inbegrip van een afhaalpunt voor consumenten als bedoeld in artikel 1.6b. Een beroep aan huis is daaronder niet begrepen;
1.17 bedrijventerrein
een niet geluidgezoneerd terrein voor hoofdzakelijk bedrijven.
1.18 bedrijf aan huis
het bedrijfsmatig uitoefenen van bedrijfsactiviteiten in (een gedeelte van) een woning en/of de bijbehorende bouwwerken en dat gericht is op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door een bewoner van de woning, met behoud van de woonfunctie in overwegende mate en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie verenigbaar is. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: een detailhandelsvestiging, kinderopvang, een horecabedrijf, een baliefunctie die niet als ondergeschikt aan het bedrijf kan worden aangemerkt of een seksbedrijf;
1.19 bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.20 bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.21 beperkt kwetsbaar object
- a.
- 1. verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen, woonschepen of woonwagens per hectare;
- 2. dienst- en bedrijfswoningen van derden;
- b. kantoorgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder c, vallen;
- c. hotels en restaurants, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder c, vallen;
- d. winkels, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder c, vallen;
- e. sporthallen, sportterreinen, zwembaden en speeltuinen;
- f. kampeerterreinen en andere terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder d, vallen;
- g. bedrijfsgebouwen, voor zover zij niet onder het begrip kwetsbaar object, onder c, vallen;
- h. objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voor zover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en
- i. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.
- j. Objecten die onderdeel uitmaken van een Bevi-inrichting maken hiervan geen onderdeel uit;
1.22 beroep aan huis
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in (een gedeelte van) een woning en/of de bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend door een bewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met dien verstande dat er geen detailhandel is toegestaan met uitzondering van detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van het beroep. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: kinderopvang, een baliefunctie die niet als ondergeschikt aan het beroep kan worden aangemerkt of een seksbedrijf;
1.23 bestaand
- a. ten aanzien van bebouwing: bebouwing die dat op het moment van inwerkingtreding van het plan rechtens aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning;
- b. ten aanzien van gebruik: het gebruik van grond en opstallen, zoals dat op het moment van inwerkingtreding van het plan rechtens bestaat;
1.24 bestemming
de doeleinden waarvoor bepaalde gronden kunnen worden gebruikt;
1.25 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.26 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.27 Bevi-inrichting
een inrichting als bedoeld in het besluit externe veiligheid inrichtingen zoals dat geldt op het tijdstip van vaststelling van het plan;
1.28 bevoegd gezag
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
1.28a bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.29
(-)
1.30 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.31 bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.32 bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.33 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.34 bouwperceelsgrens
de grens van een bouwperceel;
1.35 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en overige bouwwerken zijn toegelaten;
1.36 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.37 cultuur en ontspanning
het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten, gericht op vrijetijdsbesteding, creatieve uitingsvormen, spel en vermaak;
1.38 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Hieronder wordt ook verstaan verkoop via internet waarbij sprake is van publieksgerichte activiteiten, anders dan uitsluitend een afhaalpunt voor consumenten als bedoeld in artikel 1.6b;
1.39 detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een relatief groot oppervlakte nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, banden, boten, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen. Onder detailhandel in volumineuze goederen worden tevens verstaan kringloopwinkels waarvan ten minste 60% van de verkoopvloeroppervlakte voor uitstalling van volumineuze goederen bedraagt;
1.40 dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
1.41
(-)
1.42 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.43 gezoneerd industrieterrein
een bedrijventerrein zoals bedoeld in artikel 1 van de Wgh. Een dergelijk bedrijventerrein biedt plaats aan 1 of meerdere grote lawaaimakers;
1.44 geluidzone
een gebied rond het betrokken industrieterrein, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan;
1.45 groepsrisico
cummulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is;
1.46 grondgebonden agrarisch bedrijf
een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel;
1.47 hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.48 horeca
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie. Hieronder wordt in ieder geval niet verstaan: bed & breakfast, een seksbedrijf of een bedrijf dat voorziet in het gebruik van psychotrope stoffen en/of planten, die psychotrope stoffen bevatten. Onder horeca worden tevens begrepen bioscopen en conferentie- en congrescentra;
1.49 industrieterrein
terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken;
1.50 kantoor
een gebouw, dan wel een ruimte die blijkens zijn indeling en inrichting, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
1.51 kelder
onder de begane grondvloer, of, voor zover de begane grondvloer niet overeenkomt met peil, onder peil, aanwezige constructiedeel of -delen worden niet meegerekend voor zover die zijn gelegen binnen de denkbeeldig doorgetrokken buitenwerkse gevelvlakken (en/of harten van de scheidingsmuren) én voor zover niet rechtstreeks buiten de woning bereikbaar via een hellingbaan, trap of soortgelijke toegang;
1.52 kwetsbaar object
- a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen, woonschepen of woonwagens als bedoeld in het begrip beperkt kwetsbaar object, onder a;
- b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
- 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
- 2. scholen, of
- 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
- c. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
- 1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m2 per object, of
- 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd, en
- d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
- e. Objecten die deel uitmaken van een Bevi-inrichting maken hiervan geen onderdeel uit;
1.53 lpg doorzet
de afzet van LPG in m³ per jaar;
1.54 maatschappelijke voorzieningen
culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen. Hieronder wordt in ieder geval verstaan voorzieningen ten zake van kinderopvang, gezondheidszorg en bejaardenzorg;
1.54a mini windturbine
een windmolen met een horitzontale of verticale rotoras die wordt gebruikt voor kleinschalige opwekking en levering van elektriciteit achter de meter of aan een accu ten behoeve van eigen gebruik, met een maximaal vermogensbereik van 6 kW;
1.55 normaal onderhoud, gebruik en beheer
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
1.56 omgevingsvergunning
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.57 onderbouw
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
1.58 ondergeschikte detailhandel
niet-zelfstandige detailhandel, die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie, in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte goederen, tot een maximum van 10% van het vloeroppervlakte van de hoofdfunctie tot maximaal 200 m2.
1.58a ondergeschikte functie
de functie die ondersteunend is aan de primaire functie overeenkomstig de planologische bestemming van het hoofdgebouw;
1.58b overig bouwwerk
een bouwkundige constructie, geen gebouw zijnde, van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.59 overkapping
een bouwwerk dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
1.60 peil
- a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
1.60a perceel
een bij het kadaster geregistreerd stuk grond;
1.60aa perceelsgrens
grens van een perceel;
1.60b primaire functie
de functie conform de planologische bestemming van het hoofdgebouw, bijvoorbeeld het bedrijf;
1.61 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
1.62 PR-contour
plaatsgebonden risico contour 10-6. Dit is de kans dat een denkbeeldig persoon, die zich een jaar lang permanent op de betreffende plek bevindt (de plek waarvoor het risico is uitgerekend), dodelijk verongelukt door een ongeval. Deze kans mag niet groter zijn dan eens in de miljoen jaar;
1.63 risicovolle inrichting
- a. een Bevi-inrichting;
- b. een AMVB-inrichting waarvan krachtens artikel 8.40 van de Wet Milieubeheer regels gelden met betrekking tot minimaal aan te houden afstanden bij de opslag en/of het gebruik van gevaarlijke stoffen;
- c. een inrichting waarin sprake is van opslag van ontplofbare stoffen als genoemd in onderdeel C, categorie 3, onder 3.6, a t/m i van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht;
1.64 seksbedrijf
een inrichting waarin bedrijfsmatig, of in de vorm alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen, dan wel in enige vorm erotisch-pornografische werkzaamheden worden uitgevoerd. Hieronder wordt begrepen:
- a. seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof het bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elke geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
- b. sekswinkel: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd.
1.65 sport en gezondheidscentrum
fitness/gezondheidscentrum, inclusief squash, fysiotherapie, kapper, zonnestudio, schoonheidssalon, diëtiste, kinderopvang, kinderdagverblijf, bowlingcentra, internet/sportcafé, groepslessen, paramedische zorg, tandarts, huisarts, gymnastiekzalen;
1.66 Staat van Bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
1.67
(-)
1.68 verkavelingskaart
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende kaart met gegevens over de beschikbare milieuruimte per kavel. Deze gegevens worden beschikbaar gesteld bij verandering, revisie of oprichting van bedrijfsactiviteiten;
1.68a verkoopvloeroppervlakte
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke inpandige ruimte ten behoeve van de detailhandel;
1.69 vloeroppervlak
de totale binnenwerks gemeten vloeroppervlakte van voor alle mensen toegankelijke ruimten binnen een gebouw;
1.69a voorerf
het gedeelte van het bouwperceel dat zich vóór het verlengde van de voorgevel bevindt;
1.70 voorgevel
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft net meer dan één naar de weg gekeerde gevel, die gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
1.71 voorgevelrooilijn:
denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan;
1.72 voorzieningen van algemeen nut
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, met uitzondering van verkooppunten voor motorbrandstoffen;
1.73 voorziening voor het vrachtvervoer
voorziening voor met name vrachtverkeer die functioneert als rustplaats en tankvoorziening met de daarbij behorende voorzieningen voor overnachting, horeca et cetera;
1.74 wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
1.75 woning
een gebouw dat dient voor de huisvesting van (het huishouden) van één persoon;
1.76 zelfstandig kantoor
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder congres- en vergaderaccommodatie, en de werkzaamheden niet ten dienste staan van en verbonden zijn aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, maar een afzonderlijke eenheid vormen;
1.76a zijgevel
een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of een achtergevel is;
1.77 zonebeheerplan
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende plan opgesteld ter vervulling van de in de Wet geluidhinder vastgestelde plicht om voldoende informatie beschikbaar over de geluidsruimte en binnen de zone en verdeling van geluidsruimte op het industrieterrein beschikbaar te stellen;
1.78
(-)
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de zijdelingse en achterste bouwperceelsgrens
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, dakkapellen uitgezonderd;
2.3 de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 de diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.7 ondergeschikte bouwdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, luchtbehandelingskasten, schoorstenen, trappen, liftschachten, installaties, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt en de aangegeven maximale bouwhoogten met niet meer dan 35% wordt overschreden. Toepassing van dit artikel kan niet leiden tot een verkleining van het in de regels gestelde ten aanzien van de minimale afstand van gebouwen tot de zijdelingse dan wel achterste bouwperceelsgrens.
2.8 startpunt meting
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn.
2.9 tiphoogte van een mini windturbine
- Ingeval van horizontale as-turbines: de som van de mastlengte en de radius van de rotor.
- Ingeval van verticale as-turbines: de som van de mastlengte en de hoogte van de rotor.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
3.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming om te zetten naar de bestemming Bedrijventerrein, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. uitsluitend bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan;
- b. het bebouwingspercentage van een bouwperceel bedraagt maximaal 80%;
- c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 10 m;
- d. de regels van de bestemming Bedrijventerrein zijn van toepassing.
Artikel 4 Bedrijf - Gasontvangststation
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
Artikel 6 Bedrijventerrein
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Bedrijventerrein" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijven in de categorieën:
- 1. 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2';
- 2. 1 tot en met 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
- 3. 1 tot en met 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
- 4. 1 tot en met 4.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
- 5. 1 tot en met 4.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2';
- 6. 1 tot en met 5.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 5.1';
alsmede ook voor:
- b. een risicovolle inrichting ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting';
- c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
- d. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' met dien verstande dat:
- 1. het vulpunt uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
- 2. de lpg doorzet maximaal 1.500 m3 mag bedragen;
- e. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- f. een opleidingsinstituut ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - opleidingsinstituut';
- g. een dierenkliniek ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - dierenkliniek';
- h. een fitnesscentrum ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - fitnesscentrum';
- i. een gemeentewerf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - gemeentewerf';
- j. een koelhuis ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - koelhuis';
- k. een para-medische instelling ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - para-medisch instelling';
- l. een tandartspraktijk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - tandartspraktijk';
- m. nachtverblijf ten behoeve van vrachtwagenchauffeurs ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - overnachting';
- n. een bedrijf voor de verwerking van en detailhandel in visproducten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - verwerking en detailhandel visproducten';
- o. detailhandel in dieren- en tuinartikelen ten behoeve van het buitenleven (Welkoop) ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – detailhandel in dieren- en tuinartikelen ten behoeve van het buitenleven';
- p. een zelfstandig kantoor kleiner dan 1.500 m2 vloeroppervlak ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - zelfstandig kantoor';
- q. detailhandel in volumineuze goederen;
- r. ondergeschikte detailhandel;
- s. voorzieningen van algemeen nut;
- t. de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zonder functieaanduiding zijn tevens bestemd voor het bouwen van praalwagens ten behoeve van sociale culturele activiteiten;
met bijbehorende bouwwerken, wegen en paden, laad- en losvoorzieningen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
6.2 Bouwregels
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.4 Specifieke gebruiksregels
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Gemengd
7.1 Bestemmingsomschrijving
7.2 Bouwregels
7.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.1, onder d voor het toestaan van een bebouwingspercentage van minimaal 15 mits dit uit stedenbouwkundig oogpunt wenselijk is.
7.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:
- a. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;
- b. risicovolle inrichtingen;
- c. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit m.e.r.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.1.1 onder h voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan,
- a. mits het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een ter plaatse toegestaan bedrijf, waarbij er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden;
- b. indien het bedrijf is opgenomen in een hogere categorie en, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk kan worden gesteld met een ter plaatse toegestaan bedrijf waarbij er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van omliggende gronden.
Artikel 8 Groen
8.1 Bestemmingsomschrijving
8.2 Bouwregels
8.3 Afwijken van de gebruiksregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.1 voor het toestaan van parkeervoorzieningen mits:
- a. dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de groenstructuur van het gebied;
- b. de parkeervoorzieningen vanaf het openbaar gebied van het zicht worden onttrokken door inbedding in het groen.
8.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 9 Kantoor
9.1 Bestemmingsomschrijving
9.2 Bouwregels
9.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 5' wijzigen in de bestemming "Bedrijventerrein", met dien verstande dat:
- a. het bepaalde in artikel 6 van toepassing is;
- b. bedrijven in maximaal de categorie van de Staat van bedrijfsactiviteiten overeenkomstig de categorie van de naastgelegen bestemming "Bedrijventerrein" zijn toegestaan.
Artikel 10 Maatschappelijk
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
10.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemming "Bedrijventerrein"; met dien verstande dat:
- a. het bepaalde in artikel 6 van toepassing is;
- b. de bouwhoogte van gebouwen maximaal 12 m mag bedragen.
Artikel 11 Natuur
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Natuur" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuurwaarden;
- b. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de ecologische verbindingszone;
- c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
- d. extensieve dagrecreatie;
met bijbehorende overige bouwwerken, wegen en paden.
11.2 Bouwregels
11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 12 Tuin
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Tuin" aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen.
12.2 Bouwregels
12.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 13 Verkeer
13.1 Bestemmingsomschrijving
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden in afwijking van het aangegeven dwarsprofiel (bijlage 7).
Artikel 14 Verkeer - Railverkeer
14.1 Bestemmingsomschrijving
14.2 Bouwregels
14.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 14.2.2 voor het toestaan van een antenne-installatie tot een hoogte van 40 m, mits:
- a. aangetoond wordt dat de antenne-installatie noodzakelijk is voor het goed functioneren van het mobiele netwerk;
- b. aangetoond wordt dat het delen van een antenne-installatie met andere telecommunicatieaanbieders (site-sharing) op bestaande antennemasten niet mogelijk is;
- c. aangetoond wordt dat plaatsing op bestaande hoge bouwwerken niet mogelijk is;
- d. de antennemast alleen gebruikt wordt voor telecommunicatiedoeleinden;
- e. de antennemast landschappelijk en stedenbouwkundig zorgvuldig wordt ingepast waarbij:
- 1. de mast zoveel mogelijk uit het zicht geplaatst wordt;
- 2. de installatie zoveel mogelijk worden geïntegreerd in de architectuur en/of de omgeving.
Artikel 15 Verkeer - Verblijfsgebied
15.1 Bestemmingsomschrijving
15.2 Bouwregels
15.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.2.2 voor het toestaan van een antenne-installatie tot een hoogte van 40 m, mits:
- a. aangetoond wordt dat de antenne-installatie noodzakelijk is voor het goed functioneren van het mobiele netwerk;
- b. aangetoond wordt dat het delen van een antenne-installatie met andere telecommunicatieaanbieders (site-sharing) op bestaande antennemasten niet mogelijk is;
- c. aangetoond wordt dat plaatsing op bestaande hoge bouwwerken niet mogelijk is;
- d. de antennemast alleen gebruikt wordt voor telecommunicatiedoeleinden;
- e. de antennemast landschappelijk en stedenbouwkundig zorgvuldig wordt ingepast waarbij:
- 1. de mast zoveel mogelijk uit het zicht geplaatst wordt;
- 2. de installatie zoveel mogelijk worden geïntegreerd in de architectuur en/of de omgeving.
Artikel 16 Water
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Water" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
- b. de bescherming en het beheer van watergangen;
met bijbehorende overige bouwwerken waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
16.2 Bouwregels
Artikel 17 Wonen
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.2 Bouwregels
17.3 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 18 Leiding - Gas
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. een ondergrondse gasleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas';
- b. het beheer en onderhoud van de leiding;
- c. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;
met bijbehorende overige bouwwerken.
18.2 Bouwregels
18.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 19 Leiding - Riool
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Leiding - Riool" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. een ondergrondse rioolpersleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool';
- b. het beheer en onderhoud van de leiding;
met bijbehorende overige bouwwerken.
19.2 Bouwregels
19.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 20 Leiding - Water
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Leiding - Water" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. een ondergrondse waterleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - water';
- b. het beheer en onderhoud van de leiding;
met bijbehorende overige bouwwerken.
20.2 Bouwregels
20.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
20.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 21 Waarde - Archeologie
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor "Waarde - Archeologie" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van de archeologische waarden in de bodem.
21.2 Bouwregels
21.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden
21.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie" geheel of gedeeltelijk te laten vervallen indien op basis van nader (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
Artikel 22 Waarde - Archeologische Verwachting 2
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologische Verwachting 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
22.2 Bouwregels
22.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden
22.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
- a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische Verwachting 2' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
- b. de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologische Verwachting 2' te wijzigen in 'Waarde - Archeologie', indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 23 Waarde - Archeologische Verwachting 3
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologische Verwachting 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
23.2 Bouwregels
23.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden
23.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
- a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische Verwachting 3' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
- b. de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologische Verwachting 3' te wijzigen in 'Waarde - Archeologie', indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.
Artikel 24 Waarde - Archeologische Verwachting 4
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologische Verwachting 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
24.2 Bouwregels
24.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit (archeologisch) onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen gebouw zijnde, of van werkzaamheden
24.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
- a. de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische Verwachting 4' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
- b. de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologische Verwachting 4' te wijzigen in 'Waarde - Archeologie', indien uit nader archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 25 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 26 Algemene Bouwregels
26.1
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, situering en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
26.2
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
26.3
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Artikel 27 Algemene Gebruiksregels
27.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in ieder geval begrepen:
- a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
- c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksbedrijf dan wel ten behoeve van prostitutie;
- d. een gebruik van gronden en bouwwerken voor het bedrijfsmatig kweken, te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van planten, en/of benodigdheden voor het kweken, gebruiken en/of bewerken van psychotrope stoffen en/of planten, die psychotrope stoffen bevatten.
27.2 Parkeernormen
Voor de gronden van dit plan gelden de minimale parkeernormen van het CROW voor matig stedelijk gebied zoals opgenomen in bijlage 2 van de regels.
27.3 Uitzondering strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik met deze regels wordt in ieder geval niet gerekend:
- a. het bestaande gebruik van gronden en opstallen als bedoeld in artikel 1.23, sub b;
- b. gebruik van bedrijfsgebouwen ten behoeve van sociaal culturele activiteiten voorzover:
- 1. dat gebruik plaatsvindt in een aaneengesloten periode niet langer dan 6 maanden per kalenderjaar;
- 2. geen bouwkundige voorzieningen ten behoeve van dat gebruik worden getroffen;
- 3. dat gebruik niet betreft het houden van feesten en partijen en andere horeca-gerelateerde activiteiten;
- 4. dat gebruik niet gericht is op het bieden van nachtverblijf;
- 5. dat gebruik niet leidt tot buitenopslag;
- 6. parkeren ten behoeve van dat gebruik plaatsvindt binnen het bouwperceel van het betreffende bedrijfsgebouw;
- 7. dat gebruik niet leidt tot een blijvende ongeschiktheid van het meest doelmatige gebruik van het gebouw;
- 8. dat gebruik niet leidt tot onveilige situaties;
- 9. dat gebruik niet plaatsvindt in gebouwen die zijn gelegen binnen gronden ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone';
- 10. dat gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bedrijven en omliggende gronden.
27.4 Afwijken van de parkeernormen
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.2 voor het toepassen van een lagere parkeernorm:
- a. mits het belang dat met het voldoen aan de parkeernormen is gediend niet onevenredig wordt aangetast; en/of
- b. indien er op andere wijze in de benodigde parkeerruimte wordt voorzien.
Artikel 28 Algemene Aanduidingsregels
28.1 Geluidzone - gezoneerd industrieterrein
28.2 Geluidzone - industrie
28.3 Veiligheidszone
28.4 Veiligheidszone - lpg
28.5 Wetgevingzone - wijzigingsgebied 3
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' wijzigen in de bestemmingen "Verkeer - Verblijfsgebied" en / of "Bedrijventerrein" met dien verstande dat:
- a. het bepaalde in artikel 15 ("Verkeer - Verblijfsgebied") respectievelijk artikel 6 ("Bedrijventerrein") van toepassing zijn;
- b. uitsluitend bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan.
28.6 Wetgevingzone wijzigingsgebied 6
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Wetgevingzone - wijzigingsgebied 6' wijzigen in de bestemming "Bedrijventerrein" met dien verstande dat:
- a. het bepaalde in artikel 6 ("Bedrijventerrein") van toepassing is;
- b. uitsluitend bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan.
28.7 Overige zone - archeologie vervallen
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - archeologie vervallen' zijn niet (meer) aangewezen voor behoud en bescherming van de archeologische waarden in de bodem. Op deze gronden gelden geen beperkingen die verband houden met eventueel aanwezige archeologische waarden in de bodem.
Artikel 29 Algemene Afwijkingsregels
29.1
29.2
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.1 kan slechts worden verleend, mits:
- a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 30 Algemene Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
- a. bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven;
- b. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
- c. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 31 Overgangsrecht
31.1 Overgangsrecht bouwwerken
31.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 32 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland, geconsolideerd'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
Op 30 maart 2017 heeft de gemeenteraad van Montferland het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening' vastgesteld. Dit bestemmingsplan betreft in hoofdlijnen een reparatie en actualisatie van het bestemmingsplan 'BedrijventerreinenMontferland' (va02).
Met het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Monterferland, eerste herziening’ heeft een gedeeltelijke aanpassing plaatsgevonden van de regels en de verbeelding van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ (va02). Voor de aanpassingen in de regels van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ wordt in de regels van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening’ verwezen naar een bijlage bij de regels waarin de wijzigingen welke onderdeel uitmaken van de eerste herziening met markeringen en doorhalingen zijn weergegeven.
De praktijk leert dat de raadpleegbaarheid van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ er met dit plan voor de non-professional niet eenvoudiger op is geworden. Er moeten meerdere bestemmingsplannen worden geraadpleegd om inzicht te krijgen in de bestemming op een perceel en de daarbij behorende regels.
Het SVBP kent echter ook de mogelijkheid tot geconsolideerde bestemmingsplannen, waarbij het moederplan (in dit geval het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ (va02) en de algemene herziening daarop met elkaar zijn geïntegreerd. Deze geconsolideerde bestemmingsplannen hebben geen juridische rechtskracht, maar bieden de non-professional wel goed inzicht in de geldende bestemming met de bijbehorende regels op een perceel.
Het geconsolideerde bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’, betreft de onherroepelijke versie van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ (va02) waarin de wijzigingen welke met het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening’ daarin hebben plaatsgevonden, zijn verwerkt.
Op deze wijze behoeft slechts één plan te worden geraadpleegd ten einde duidelijkheid te krijgen omtrent de van toepassing zijnde bestemming en de bijbehorende regels.
Hoofdstuk 2 Huidige Raadpleegbaarheid Bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland, Eerste Herziening'
Op www.ruimtelijkeplannen.nl moeten op dit moment twee bestemmingsplannen worden geraadpleegd om inzicht te krijgen in de bestemming van een perceel en de daarbij behorende regels. Zo zal het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening’ ook moeten worden geraadpleegd om inzicht te krijgen in de wijzigingen die met dit bestemmingsplan zijn doorgevoerd in de regels van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’.
Hoofdstuk 3 Doel Geconsolideerd Bestemmingsplan
Het doel van het geconsolideerde bestemmingsplan is het eenvoudiger raadpleegbaar maken van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ en de algemene herzieningen van dat plan (zoals het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening’) voor de non-professional. Ook de nog komende algemene herzieningen kunnen in het geconsolideerde bestemmingsplan ‘Buitengebied’ worden verwerkt. Het geconsolideerde plan brengt met zich dat zowel de verbeelding als de daarbij behorende regels eenvoudig via ruimtelijkeplannen.nl te raadplegen is.
Van aangepaste bestemmingen welke onderdeel uitmaken van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening’ wordt in de geconsolideerde versie direct de juiste detailinformatie weergegeven, waarbij direct de bijbehorende regels te raadplegen zijn.
Hoofdstuk 4 Hoe Ziet De Geconsolideerde Versie Eruit?
De geconsolideerde versie van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ is een geïntegreerde versie van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland' en het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening’. Voor het plangebied is de begrenzing aangehouden van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen , eerste herziening’. Plangebieden die buiten het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen, eerste herziening’ vielen, vallen dus ook buiten het plangebied van het geconsolideerde bestemmingsplan. Het betreft hier het Euregionaal Bedrijventerrein (EBT) in 's-Heerenberg.
De geconsolideerde versie wordt vormgegeven overeenkomstig de RO standaarden 2012. Dit betekent dat enkele aanduidingen zoals opgenomen in het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ (dat nog is vormgegeven volgens de RO standaarden 2008) in het geconsolideerde plan een bijgestelde naam hebben gekregen.
In het geconsolideerde bestemmingsplan zijn de doorhalingen en markeringen, zoals opgenomen in bijlage 1 ‘Integrale regels Bedrijventerreinen Montferland inclusief eerste herziening’ (behorende bij het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening') verwijderd. Daar waar teksten of tekstgedeelten zijn doorgehaald zijn deze tekstgedeelten in het geconsolideerde plan volledig verwijderd. Daar waar teksten zijn gemarkeerd zijn deze in het geconsolideerde plan van deze markering ontdaan. De nummering zoals deze is ontstaan door de aanpassingen van de regels van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ door middel van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland, eerste herziening’ blijft in stand.
Hoofdstuk 5 Juridische Status Geconsolideerd Bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Montferland'
Deze geconsolideerde versie van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ is niet vastgesteld, heeft geen juridische status en is slechts vormgegeven om de raadpleegbaarheid te vereenvoudigen. Mocht het voorkomen dat er sprake is van een verschil tussen het geconsolideerde bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ en het juridisch geldende bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’, dan kunnen aan dit geconsolideerde bestemmingsplan ‘Bedrijventerreinen Montferland’ geen rechten worden ontleend.
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 2 Parkeernormen
Bijlage 3 Verkavelingskaart Fluun
Bijlage 3 Verkavelingskaart Fluun
Bijlage 4 Verkavelingskaart 'T Goor
Bijlage 4 Verkavelingskaart 't Goor
Bijlage 5 Zonebeheersplan Industrieterrein De Fluun
Bijlage 5 Zonebeheersplan industrieterrein de Fluun
Bijlage 6 Zonebeheersplan Industrieterrein 'T Goor
Bijlage 6 Zonebeheersplan industrieterrein 't Goor