Overboeicop 44, Schoonrewoerd
Bestemmingsplan - gemeente Vijfheerenlanden
Vastgesteld op 17-12-2024 - geheel onherroepelijk in werking
Bestanden
1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 Plan
Het bestemmingsplan Overboeicop 44, Schoonrewoerd van de gemeente Vijfheerenlanden;
1.2 Bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
1.3 Aan het buitengebied gebonden functie
Een functie die door de activiteiten aan het buitengebied is gebonden, zoals agrarische bedrijven, agrarisch aanverwante bedrijven en buitengebied gebonden bedrijven;
1.4 Aanbouw
Een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.5 Aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.6 Aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.7 Agrarisch aanverwant bedrijf
Een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het leveren van diensten aan agrarische bedrijven en groene en recreatieve functies in het buitengebied zonodig met behulp van werktuigen en apparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van werktuigen of apparatuur. Kenmerkende werkzaamheden zijn cultuurtechnische werken en grondverzet, meststoffendistributie en agrarisch loonwerk;
1.8 Agrarisch bedrijf
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren, met dien verstande dat maneges, kennels en dierenasiels niet als agrarische bedrijven worden aangemerkt;
1.9 Archeologisch gebied
De aan een gebied toegekende archeologische waarden;
1.10 Archeologisch verwachtingsgebied
De in een gebied verwachte middelhoge of hoge trefkans op archeologische waarden;
1.11 Archeologische waarden
De toegekende waarden in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit oude tijden;
1.12 Bebouwing
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.13 Bed and breakfast
Recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt;
1.14 Bedrijfsgebouw
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten, hieronder begrepen de gebouwen die worden aangewend ten behoeve van een nevenactiviteit;
1.15 Bedrijfswoning
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bedrijfsvoering noodzakelijk moet worden geacht;
1.16 Bestaand
- Bij bouwwerken: aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan; alsmede bouwwerken die op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen worden gebouwd krachtens een daartoe verleende bouwvergunning;
- Bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
1.17 Bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak;
1.18 Bestemmingsvlak
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.19 Bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
1.20 Bouwgrens
De grens van een bouwvlak;
1.21 Bouwperceel
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.22 Bouwperceelgrens
Een grens van een bouwperceel;
1.23 Bouwvlak
Een geometrisch bepaald vlak, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.24 Bouwwerk
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.25 Buitengebied gebonden bedrijf
Een bedrijf dat aan het buitengebied is gerelateerd, zoals hoveniersbedrijven, dierenklinieken, dierenpensions en producten en/of diensten levert aan particulieren of niet-agrarische bedrijven;
1.26 Bijgebouw
Een al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw waarbij het behoort, dat niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt en functioneel dienstbaar is aan dat hoofdgebouw;
1.27 Detailhandel
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.28 Erfafscheiding
Afscheiding van een erf of perceel door middel van schutting, gaaswerk of hekwerk, waaronder begrepen afrasteringen en omheiningen;
1.29 Extensief recreatief medegebruik
Vorm van recreatie die in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen, waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes;
1.30 Gebouw
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.31 Gemeentelijk parkeerbeleid
De door burgemeester en wethouder vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren., zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Indien er geen geldende beleidsregels aanwezig zijn, gelden de actuele CROW kencijfers. Zijn er wel beleidsregels en wijzigen deze gedurende de planperiode dan gelden de gewijzigde regels;
1.32 Hoofdgebouw
Een (deel van een) gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
1.33 Hoveniersbedrijf
Een dienstverlenend bedrijf in aanleg en onderhoud van tuinen en andere groenvoorzieningen, met daaraan ondergeschikt het kweken en verkopen van planten en siergewassen;
1.34 Huishouden
Persoon of groep personen die gemeenschappelijk samenleven in een onderlinge persoonlijke verbondenheid gericht op een duurzaam samenzijn waarbij sprake is van de continuïteit in de samenstelling ervan en die binnen een woning gebruik maakt van dezelfde voorzieningen;
1.35 Kamergewijze verhuur
Woonvorm waarbij een pand door meerdere personen die geen gezamenlijke huishouden vormen wordt bewoond, en waarbij sprake is van woonruimtes waarbij afzonderlijke huishoudens afhankelijk zijn van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten de woonruimte;
1.36 Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Bedrijfsmatige activiteiten die naar aard en ruimtelijke verschijningsvorm duidelijk ondergeschikt zijn aan de hoofdbestemming die ter plaatse geldt;
1.37 Nevenactiviteiten
Een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel;
1.38 Niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit
Een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten niet specifiek publiekgericht zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;
1.39 Nieuwvestiging
Het vestigen van een bedrijf, waaronder begrepen zowel vestiging op een bestaand als een nieuw perceel en herhuisvesting;
1.40 Omschakeling
Omzetten van een bedrijfstype in een ander bedrijfstype;
1.41 Onzelfstandige woonruimte
Woonruimte, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden zelfstandig kan worden bewoond, zonder dat dit huishouden daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte;
1.42 Overkapping
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat bestaat uit een dakconstructie met maximaal één eigen wand;
1.43 Paardenbak
Een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining;
1.44 Perceel
Gronden die bij elkaar horen, omdat zij aan elkaar grenzen en in het gebruik een eenheid vormen, doordat zij uitsluitend bij hetzelfde bedrijf, dezelfde woning of instelling behoren;
1.45 Publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit
Een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak publieksaantrekkend zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan;
1.46 Seksinrichting
Een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, escortbedrijf, parenclub en (raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.47 Slopen
Het afbreken van een bouwwerk of een gedeelte daarvan;
1.48 Statische opslag
Opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zonder dat deze ter plaatse bewerkt, verwerkt, gerepareerd of verhandeld worden. Hieronder wordt o.a. verstaan de opslag van (antieke) auto's, boten en caravans;
1.49 Stedelijke zone
Een gebiedstypering,op basis van de meest actuele CROW publicatie, zoals vervat in bijlagen bij de regels ‘Stedelijke zones’. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen ‘centrum’, ‘schil/overloopgebied’ en de ‘rest bebouwde kom’;
1.50 Teeltondersteunende voorzieningen
Voorzieningen in, op of boven de grond, die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de productie onder meer gecontroleerde omstandigheden te laten plaatsvinden;
1.51 Uitbouw
Een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
1.52 Voldoende parkeergelegenheid
Van voldoende parkeergelegenheid is sprake, indien wordt voldaan aan het gemiddelde van de CROW kencijfers zoals opgenomen in de rij ‘weinig stedelijk’, aanwezigheidspercentages en berekeningsaantallen zoals opgenomen in de meest actuele CROW publicatie of het gemeentelijk parkeerbeleid;
1.53 Voorgevel
De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
1.54 Voorgevelrooilijn
De denkbeeldige lijn die langs de voorgevel van een (bedrijfs)woning loopt, dan wel indien geen (bedrijfs)woning aanwezig is het dichts bij de openbare weg gelegen gebouw, alsmede het verlengde van die lijn tot aan de bouwperceelgrens;
1.55 Wonen
Het gehuisvest zijn in een woning of wooneenheid conform het begrip 'woning of wooneenheid';
1.56 Woning of wooneenheid
Een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
2.1 De afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens
de kortste afstand tussen de zijdelingse perceelsgrens(zen) van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
2.2 De bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 De dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.4 De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.5 De inhoud van een bouwwerk:
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.6 De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.7 Peil
- Gebouwen in niet-geaccidenteerd terrein:
- De kruin van de weg waarlangs het gebouw wordt ontsloten;
- Gebouwen in geaccidenteerd terrein:
- Voor zover de voorgevel van een gebouw is gelegen binnen een afstand van 3 meter uit de grens met het openbaar gebied en tot en met een afstand van 13 meter vanaf de grens met het openbaar gebied: de kruin van de weg waarlangs het gebouw wordt ontsloten;
- Overig: het hoogste punt van het aan het gebouw aansluitende bestaande afgewerkte terrein;
- Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
- De gemiddelde hoogte van het aansluitende terrein.
2.8 Vloeroppervlak
De gezamenlijke oppervlakte, gemeten op vloerniveau, die voor een functie wordt gebruikt; voorzover inpandig, wordt de oppervlakte gemeten tussen de binnenwerkse gevelvlakken en de binnenzijde van bouwmuren.
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- Grondgebonden agrarisch grondgebruik als opgenomen in artikel 3 lid 1.1;
- Behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige, archeologische en ecologische waarden;
- Groen, bermen en beplanting;
- Extensief dagrecreatief medegebruik;
- Water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
- Paden en landwegen;
Eén en ander met de bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in artikel 3 lid 1.1 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
3.2 Bouwregels
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
- Het aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen;
- Boomteelt;
- Het gebruik van gronden voor kamperen;
- Permanente bewoning van kampeermiddelen of verblijfsrecreatieve voorzieningen;
- Het gebruik van gronden als volkstuin;
- Het beoefenen van lawaaisporten;
- Het gebruik van gronden en opstallen voor de bewerking van grondstoffen ten behoeve van het produceren van meststoffen;
- Het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, waaronder kuilvoer- en mestopslag;
- Het gebruik van gronden voor paardenbakken.
3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- Ter plaatse van de functieaanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – handel- en opslagbedrijf: een handel- en opslagbedrijf;
- Kleinschalig ambachtelijke bedrijven in milieucategorie 1 en 2 of daarmee gelijk te stellen bedrijven;
- Bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals, in- en uitritten, verkeer- en parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
één en ander overeenkomstig de in artikel 4 lid 1.1 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
- Een seksinrichting;
- Zelfstandige bewoning of afhankelijke woonruimte van een bijgebouw;
- Een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit aan huis;
- Het gebruik van gronden voor kamperen;
- Permanente bewoning van kampeermiddelen;
- Het gebruik van gronden voor paardenbakken.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 5 Groen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- Groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
- Water en waterhuishoudkundige voorzieningen
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 6 Tuin
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- Tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
- Bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals, in- en uitritten, verkeer- en parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, groen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- Water ten behoeve van de waterhuishouding;
- Verkeer te water;
- Taluds en natuurvriendelijke oevers;
- Voorzieningen, zoals kunstwerken en andere waterstaatwerken, en ten behoeve van de waterafvoer en waterberging.
7.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
- Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
- De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
Artikel 8 Waarde - Archeologie 1
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
8.4 Afwijken van de bouwregels
8.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.6 Wijzigingsbevoegdheid
3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Aanduidingsregels
10.1 Wetgevingszone
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding:
- 'Wetgevingszone - wijzigingsgebied buitengebied gebonden functies';
gelden specifieke regels. Deze specifieke regels zijn opgenomen in de bestemming waarbinnen dit geldt.
Artikel 11 Algemene Afwijkingsregels
11.1 Gebouwen voor openbaar nut
Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover niet reeds op grond van een andere bepaling ontheffing kan worden verleend, ontheffing verlenen van het plan voor het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwtjes van openbaar nut, zoals telefooncellen, wachthuisjes, gasreduceerstations en schakelstations, mits de inhoud niet meer bedraagt dan 50 m3 en de goothoogte niet meer dan 3 m.
11.2 Ontheffing sloop-bonusregeling
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen om na sloop extra gebouwen toe te staan in de bestemming Bedrijf, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- Er dienen krachtens een rechtsgeldige omgevingsvergunning gebouwde gebouwen binnen de gemeente Vijfheerenlanden te worden gesloopt. Cultuurhistorisch waardevolle gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' komen niet voor deze regeling in aanmerking;
- Van de gesloopte inhoud aan bijgebouwen mag maximaal 50% worden teruggebouwd, met dien verstande dat de inhoud van de terug te bouwen gebouwen ook nooit meer mag bedragen dan 50% van de inhoud van de gesloopte gebouwen;
- Voor de bestemming 'Bedrijf' geldt dat het terugbouwen van gebouwen uitsluitend mag geschieden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
- De totale oppervlakte aan terug te bouwen gebouwen mag in totaal niet meer bedragen dan 150 m2, waarbij de te bebouwen gronden voor niet meer dan 50% mogen worden bebouwd;
- Met de nieuwbouw ontstaat een ruimtelijke eenheid met bestaande hoofd- en bijgebouwen;
- Er dient te zijn voorzien in een goede stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing;
- De wijziging mag niet leiden tot (extra) belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
- Door middel van een flora- en faunaonderzoek dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de natuurbeschermingswetgeving;
- Door middel van een onderzoek naar de waterstaatkundige consequenties dient te worden aangetoond dat het waterbelang voldoende is meegewogen;
- Voor de overige maatvoeringen van de bijgebouwen dient bovendien te worden voldaan aan de eisen zoals die voor gebouwen zijn opgenomen in de betreffende bestemmingen;
- Deze ontheffing mag per te slopen oppervlakte gebouwen slechts eenmaal worden verleend;
- Indien het uit ruimtelijk, stedebouwkundig en/of landschappelijk oogpunt niet gewenst is dat het mogelijk blijft om na toepassing van deze ontheffing het gesloopte gebouw te herbouwen, dan wordt aanvullend een wijzigingsbevoegdheid als opgenomen in artikel 12 lid 1 doorlopen.
Artikel 12 Algemene Wijzigingsregels
12.1 Wijziging ten behoeve van sloop-bonusregeling
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde de verbeelding zodanig aan te passen dat bouwmogelijkheden worden beperkt, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheid als opgenomen in artikel 11 lid 2 ten behoeve van een sloop-bonusregeling blijkt dat het uit ruimtelijk, stedebouwkundig en/of landschappelijk oogpunt niet gewenst is dat het mogelijk blijft om na toepassing van de genoemde ontheffing het gesloopte gebouw te herbouwen;
- Op de verbeelding wordt de aanduiding 'bouwvlak' verkleind of, in de situaties dat de afwijkingenregeling als opgenomen in artikel 4 lid 2.6, van toepassing is, wordt een aanduiding 'specifieke bouwaanduidig - gebouwen uitgesloten' op de verbeelding opgenomen op de locatie waar het gesloopte gebouw was gesitueerd. Aan deze aanduiding wordt in de regels de regeling gekoppeld dat de betreffende afwijkingenregeling niet van toepassing is.
Artikel 13 Parkeerregels
13.1 Parkeerregels
13.2 Gebruiksregels parkeren
13.3 Afwijken parkeren
13.4 Nadere eisen parkeervoorzieningen
13.5 Afwijking verbod kamergewijze verhuur en/of woon (zorg) initiatieven
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het toegestane gebruik van een woning en/of wooneenheid door kamergewijze verhuur en / of woon (zorg) initiatieven met meerdere huishoudens toe te staan mits het:
- Past binnen de daarvoor geldende gemeentelijke beleidsregels;
- Past binnen de geldende bouwregels en de voor het overige geldende gebruiksbepalingen;
- De belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- Het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
- Door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
- De afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 14 Overgangsrecht
14.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- Gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- Na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
- Dit lid onder a en b is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- Het gebruik, dan wel laten gebruiken, van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- Indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- Dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 15 Slotregel
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Overboeicop 44, Schoonrewoerd'.
Bijlagen Bij Toelichting - 1
Landschappelijk inpassingsplan
Bijlagen Bij Toelichting - 2
Bijlagen Bij Toelichting - 3
Bijlagen Bij Toelichting - 4
Stikstofdepositieonderzoek (Aerius-berekening)