KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Maatschappelijk
Artikel 6 Tuin
Artikel 7 Verkeer
Artikel 8 Woongebied
Artikel 9 Leiding - Water
Artikel 10 Waterstaat - Waterkering
Artikel 11 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 12 Anti-dubbeltelregel
Artikel 13 Algemene Bouwregels
Artikel 14 Algemene Gebruiksregels
Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 16 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 17 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 18 Overgangsrecht
Artikel 19 Slotregel
Bijlage 1 Geluidbeleid Goede Ruimtelijke Ordening
Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten
Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Sportterrein 'De Trekdam' Ten Behoeve Van Woningbouw Op Een Perceel Aan De Kilweg 19 Te 'S-gravendeel
Bijlage 1 Toets 'Ladder Voor Duurzame Verstedelijking'
Bijlage 2 Notitie Verkeer En Parkeren Bouwplan Tuinzigt 'S-gravendeel
Bijlage 3 Onderzoek Flora En Fauna Volgens De Natuurwetgeving T.b.v. / Bouwlocatie Tuinzigt Te 'S-gravendeel
Bijlage 4 Quickscan Stikstofonderzoek Bestemmingsplan 'Bij De Watertoren'
Bijlage 5 Archeologisch Bureauonderzoek Ontwikkeling Woonlocatie 'Tuinzigt'
Bijlage 6 Quickscan Bodem
Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai En Scheepvaartlawaai; Woningbouwlocatie Tuinzigt Te 'S-gravendeel, Van Kooten Akoestisch Advies
Bijlage 8 Ev-scan Project Tuinzigt Te 'S-gravendeel
Bijlage 9 Akoestisch Onderzoek Sportterrein 'De Trekdam' Ten Behoeve Van Woningbouw Op Een Perceel Aan De Kilweg 19 Te 'S-gravendeel
Bijlage 10 Lichtmeting Tuinzigt 'S-gravendeel
Bijlage 11 Notitie Parkeren Bp "Bij De Watertoren"
Bijlage 12 Nota Inspraak En Vooroverlegreacties
Bijlage 13 Verkeerskundige Onderbouwing 'Bij De Watertoren'

Bij de Watertoren, ‘s-Gravendeel

Bestemmingsplan - Gemeente Hoeksche Waard

Vastgesteld op 09-07-2019 - geheel in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan "Bij de Watertoren, 's-Gravendeel" van de gemeente Hoeksche Waard.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1963.BPSGDBijdewatertor-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 verbeelding:

de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijk informatie.

Verdere begrippen in alfabetische volgorde:

1.4 aanbouw:

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.5 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.6 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.7 aanduidingsvlak:

een vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens.

1.8 aaneengebouwde woning:

een woning die deel uitmaakt van een aaneenbouwde rij van woningen.

1.9 aan huis verbonden beroep:

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.

1.10 aan huis verbonden bedrijf:

het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en waarbij de woonfunctie blijft behouden en dat niet krachtens milieuwetgeving vergunning- of meldingplichtig is.

1.11 achtererf:

erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.

1.12 archeologische deskundige:

een deskundige met betrekking tot archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties.

1.13 archeologische waarde:

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende of te verwachten archeologische relicten.

1.14 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.15 beneden/bovenwoning

boven elkaar gelegen eengezinswoningen met ieder een hoofdingang op straatniveau.

1.16 bestaand:

  1. a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  2. b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald.

1.17 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.18 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.19 bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.20 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.21 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.22 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.23 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.24 bouwperceelsgrens:

een grens van een bouwperceel.

1.25 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.26 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.27 cultuur en ontspanning:

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning, zoals bijvoorbeeld een atelier, congrescentrum, creativiteitscentrum, dansschool, evenementterrein, kinderboerderij, museum, muziekschool, muziektheater en speeltuin, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.28 dakterras:

een niet door wanden omsloten bouwlaag op de eerste of hogere verdieping van een hoofd-, bij- of aanbouw, welke geschikt is gemaakt voor verblijf.

1.29 dove gevel:

  1. a. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede,
  2. b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits deze niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte.

1.30 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.

1.31 erker:

een ondergeschikte transparante toevoeging aan de wegzijde op de begane grond.

1.32 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.33 gebruiken:

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.

1.34 gestapelde woning:

een woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen.

1.35 grondgebonden woning:

een gebouw, dat een vrijstaande woning of meerdere aaneengebouwde, uitsluitend naast elkaar en niet boven elkaar gelegen, woningen omvat, en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.

1.36 hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken.

1.37 horeca:

een onderneming waar in hoofdzaak en waarbinnen bedrijfsmatig:

  1. a. dranken, maaltijden of logies worden verstrekt en;
  2. b. gelegenheid wordt geboden voor het gebruik van de producten ter plaatse en;
  3. c. sprake is van een zekere dienstverlening, zoals het serveren en/of verstrekken van servies en bestek;

met een in principe open karakter (voor een ieder toegankelijk).

In het kader van het bestemmingsplan worden hierbij onderscheiden:

  • categorie 1: logiesverstrekkers, zoals hotels, pensions en motels;
  • categorie 2: maaltijdverstrekkers, zoals restaurants, bistro's, eetcafés;
  • categorie 3: spijsverstrekkers, zoals ijssalons, lunchrooms, croissanterieën, koffie-/theehuizen, waarbij in principe geen alcoholische dranken worden geschonken;
  • categorie 4: cafetaria's/snackbars, fast-food restaurants, creperies, grillrooms, shoarma/pizzabedrijven;
  • categorie 5: drankverstrekkers, zoals cafés/bars en nachtclubs, dancings, disco's en partycentra.

1.38 maatschappelijke voorzieningen:

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.

1.39 omgevingsvergunning:

een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.40 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening.

1.41 overkapping:

een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot/gebruiksgenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren.

1.42 peil:

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst of ten hoogste 5 m uit de weggrens is gelegen: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. in alle andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld maar niet hoger dan de kruin van de weg het meest nabij het bouwwerk gelegen;
  3. c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water, in het peilbesluit vastgestelde peil, grenst aan het vaste land.

1.43 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.44 recreatieve voorzieningen:

voorzieningen gericht op recreatie, verblijfsrecreatie uitgezonderd;

1.45 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.46 twee-aaneen woning:

een woning waarvan het hoofdgebouw een geheel vormt met het hoofdgebouw van één andere woning en waarbij gebruik gemaakt wordt van een gemeenschappelijke scheidingsmuur.

1.47 uitbouw:

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.

1.48 voorerf:

gedeelte van een erf dat aan de voorkant (voor de voorgevel) van het gebouw is gelegen.

1.49 voorgevel:

de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt, dan wel de gevel naar die weg die volgens het straatnamenregister bepalend is voor de adressering.

1.50 voorste bouwgrens:

elke naar de weg of de openbare ruimte gekeerde bouwgrens.

1.51 vrijstaande woning:

een woning waarvan het hoofdgebouw niet grenst aan een ander hoofdgebouw.

1.52 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.53 zijerf:

gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen.

1.54 zijdelingse bouwperceelsgrens:

een evenwijdig aan de zijgevel van een hoofdgebouw liggende grens van het perceel.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

2.3 Dakkapel

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen wordt de goothoogte van een dakkapel buiten beschouwing gelaten mits de dakkapel voldoet aan de volgende eisen:

  1. a. zijwanden ondoorzichtig;
  2. b. hoogte, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, minder dan 1,5 m;
  3. c. onderzijde meer dan 0,5 m en minder dan 1 m boven de dakvoet;
  4. d. bovenzijde dan 0,5 onder de daknok;
  5. e. zijkanten meer dan 0,5 m van de zijkanten van het dakvlak, en
  6. f. niet gebouwd op een woning of woongebouw gebouwd met een tijdelijke vergunning als bedoeld in artikel 2.23, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op een woonwagen of op een woning of woongebouw die niet voor permanente bewoning is bestemd.

2.4 Toepassing

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. uitsluitend een nutsvoorziening, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

3.2 Bouwregels

3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 onder a voor het toestaan van een ander bedrijf dan op grond van de betreffende categorie is toegestaan, mits:

  1. a. het een bedrijf betreft dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2 van de bij dit bestemmingsplan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. b. het een bedrijf betreft dat is opgenomen in categorie 3.1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel een bedrijf dat wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in categorie 3.1, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
    1. 1. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de verkeersveiligheid;
    2. 2. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden;
    3. 3. de betreffende bedrijfsactiviteiten kunnen, gezien de gevolgen daarvan voor de omgeving, redelijkerwijs worden gelijkgesteld met bedrijfsactiviteiten die overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.1 op het betreffende bouwvlak rechtstreeks zijn toegestaan;
    4. 4. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
  2. b. paden, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, onder- en bovengrondse huisvuilcontainers, water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen, parkeervoorzieningen en met inachtneming van de Keur van het Waterschap.

4.2 Bouwregels

Artikel 5 Maatschappelijk

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. de duurzame instandhouding of ontwikkeling van cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - monument'.

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

5.2 Bouwregels

Artikel 6 Tuin

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  2. b. paden;
  3. c. parkeren op eigen terrein.

6.2 Bouwregels

6.2.1

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen worden gebouwd.

6.2.2

In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.1 zijn gebouwen in de vorm van erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen toegestaan, mits:

  1. a. de horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
  2. b. de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2 m bedraagt;
  3. c. voor zover de erker wordt gebouwd tegen een gevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
  4. d. de bouwhoogte maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m bedraagt.

6.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal:

  1. a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het gebouw 1 m;
  2. b. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 1 m.

Artikel 7 Verkeer

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten, pleinen, wandel- en fietspaden met een functie gericht op zowel verblijf als op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  2. b. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
  3. c. onder- en bovengrondse vuilopslag;
  4. d. nutsvoorzieningen;
  5. e. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  6. f. geluidwerende voorzieningen;
  7. g. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 1', 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 2' en 'specifieke vorm van verkeer - geluidscherm 3' zijn de gronden tevens bestemd voor een geluidscherm;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2 Bouwregels

Artikel 8 Woongebied

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, met inachtname van het bepaalde in sublid 8.2.3 onder b;
  2. b. aan huis verbonden beroepen en aan huis verbonden bedrijven in categorie 1 van de bij dit bestemmingsplan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  3. c. (ondergronds) parkeren;
  4. d. wegen, fiets- en voetpaden;
  5. e. groenvoorzieningen;
  6. f. water en voorzieningen voor de waterhuishouding;
  7. g. speelvoorzieningen;
  8. h. (openbare) nutsvoorzieningen;
  9. i. ter plaatse van de aanduiding 'tuin' zijn de gronden uitsluitend bestemd voor tuinen en bergingen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dakterrassen, tuinen en erven.

8.2 Bouwregels

8.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 8.2.3 sub g, voor het verkleinen van de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens, mits dit vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is en de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.

8.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 9 Leiding - Water

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse waterleiding.

9.2 Bouwregels

9.3 Afwijken van de bouwregels

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 10 Waterstaat - Waterkering

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van zowel de primaire als de secundaire waterkering, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals duikers, keerwanden en merktekens.

10.2 Bouwregels

10.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 10.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 11 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
  2. b. de waterhuishouding;
  3. c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;

met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.

11.2 Bouwregels

11.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 24.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterstaatkundige functie.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 12 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 13 Algemene Bouwregels

13.1 Bestaande maten c.q. bebouwing

Daar waar een hoofdgebouw, aan,- uit- of bijgebouw, overkapping of erfafscheiding niet voldoet aan de gestelde regels in de voorgaande artikelen gelden de bestaande maten, afmetingen, afstanden en/of aantallen wooneenheden zoals deze zijn gerealiseerd of waarvoor een onherroepelijke vergunning is verleend ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan als maximaal toegestane afmetingen en/of afstanden.

13.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, toegangstrappen, stoepen, Delftse stoepen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, hekwerken rond dakterrassen en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt.

13.3 Algemene regels met betrekking tot ondergronds bouwen

Ondergrondse ruimten zijn uitsluitend toegestaan binnen de bestemmingen Bedrijf en Maatschappelijk. Op het bouwen van ondergrondse bouwwerken zijn de aanduidingen op de verbeelding en de bouwregels van het plan op overeenkomstige wijze van toepassing, met dien verstande dat:

  1. a. de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer bedraagt dan 3 m beneden peil;
  2. b. de verticale diepte van een ondergronds bouwwerk dat in gebruik is als rioolgemaal niet meer bedraagt dan 6 m beneden peil.

Artikel 14 Algemene Gebruiksregels

14.1 Strijdig gebruik

Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming(en). Onder gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  2. b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  3. c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

14.2 Voorwaardelijke verplichting parkeren

Een omgevingsvergunning voor het (ver)bouwen, uitbreiden en/of wijzigen van de functie van een gebouw of perceel wordt slechts verleend wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  1. a. voorzien moet worden in voldoende parkeermogelijkheden op of in directe nabijheid van het eigen terrein, waarbij ruimte dient te worden gereserveerd overeenkomstig de CROW-publicatie 317;
  2. b. bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.

Artikel 15 Algemene Afwijkingsregels

15.1

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
  2. b. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  3. c. de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden voor ondergrondse bouwwerken zoals kelders, kelderkoekoeken en kelderingangen, mits de bovenzijde daarvan niet hoger gelegen is dan het peil;
  4. d. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;
  5. e. de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m.

15.2

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.1 kan slechts worden verleend, mits:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 16 Algemene Wijzigingsregels

16.1 Algemene wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  2. b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 17 Overige Regels

16.1 Werking wettelijke regels

De wettelijke regelingen, waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.

16.2 Parkeren

Binnen het plangebied dienen ten minste 162 parkeerplaatsen gerealiseerd te worden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 18 Overgangsrecht

18.1 Overgangsrecht voor bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen 2 jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 14, lid 1 sub a onder 1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 16.1 sub a onder 1 met niet meer dan 10%.
  3. c. Het bepaalde in lid 16.1 sub a onder 1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

18.2 Overgangsrecht voor gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 14, lid 2 sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met het plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in 18.2 sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. lid 18.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 19 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van bestemmingsplan 'Bij de Watertoren, 's-Gravendeel’ van de gemeente Hoeksche Waard.

Bijlage 1 Geluidbeleid Goede Ruimtelijke Ordening

Bijlage 1 Geluidbeleid goede ruimtelijke ordening

Bijlage 2 Staat Van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Bijlage 3 Akoestisch Onderzoek Sportterrein 'De Trekdam' Ten Behoeve Van Woningbouw Op Een Perceel Aan De Kilweg 19 Te 'S-gravendeel

Bijlage 3 Akoestisch onderzoek sportterrein 'De Trekdam' ten behoeve van woningbouw op een perceel aan de Kilweg 19 te 's-Gravendeel

Bijlage 1 Toets 'Ladder Voor Duurzame Verstedelijking'

Bijlage 1 Toets 'Ladder voor duurzame verstedelijking'

Bijlage 2 Notitie Verkeer En Parkeren Bouwplan Tuinzigt 'S-gravendeel

Bijlage 2 Notitie verkeer en parkeren bouwplan Tuinzigt 's-Gravendeel

Bijlage 3 Onderzoek Flora En Fauna Volgens De Natuurwetgeving T.b.v. / Bouwlocatie Tuinzigt Te 'S-gravendeel

Bijlage 3 Onderzoek flora en fauna volgens de natuurwetgeving t.b.v. / bouwlocatie Tuinzigt te 's-Gravendeel

Bijlage 4 Quickscan Stikstofonderzoek Bestemmingsplan 'Bij De Watertoren'

Bijlage 4 Quickscan stikstofonderzoek bestemmingsplan 'Bij de Watertoren'

Bijlage 5 Archeologisch Bureauonderzoek Ontwikkeling Woonlocatie 'Tuinzigt'

Bijlage 5 Archeologisch bureauonderzoek ontwikkeling woonlocatie 'Tuinzigt'

Bijlage 6 Quickscan Bodem

Bijlage 6 Quickscan Bodem

Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai En Scheepvaartlawaai; Woningbouwlocatie Tuinzigt Te 'S-gravendeel, Van Kooten Akoestisch Advies

Bijlage 7 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai en scheepvaartlawaai; Woningbouwlocatie Tuinzigt te 's-Gravendeel, Van Kooten akoestisch advies

Bijlage 8 Ev-scan Project Tuinzigt Te 'S-gravendeel

Bijlage 8 EV-scan project Tuinzigt te 's-Gravendeel

Bijlage 9 Akoestisch Onderzoek Sportterrein 'De Trekdam' Ten Behoeve Van Woningbouw Op Een Perceel Aan De Kilweg 19 Te 'S-gravendeel

Bijlage 9 Akoestisch onderzoek sportterrein 'De Trekdam' ten behoeve van woningbouw op een perceel aan de Kilweg 19 te 's-Gravendeel

Bijlage 10 Lichtmeting Tuinzigt 'S-gravendeel

Bijlage 10 Lichtmeting Tuinzigt 's-Gravendeel

Bijlage 11 Notitie Parkeren Bp "Bij De Watertoren"

Bijlage 11 Notitie Parkeren BP "Bij de Watertoren"

Bijlage 12 Nota Inspraak En Vooroverlegreacties

Bijlage 12 Nota inspraak en vooroverlegreacties

Bijlage 13 Verkeerskundige Onderbouwing 'Bij De Watertoren'

Bijlage 13 Verkeerskundige onderbouwing 'Bij de Watertoren'