Beheersverordening Facetregeling geitenhouderijen
Beheersverordening - gemeente Het Hogeland
Vastgesteld op 28-10-2020 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
de beheersverordening Facetregeling geitenhouderijen, met identificatienummer NL.IMRO.1966.BVHHLherzGh- VS01 van de gemeente Het Hogeland;
1.2 beheersverordening:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;
1.3 bestaand:
- 1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
- 2. het onder 1° bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende beheersverordening, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van de beheersverordening, of een andere planologische toestemming;
1.4 geitenhouderij:
het houden van dertig geiten of meer.
Artikel 2 Relatie- En Reikwijdtebepaling
- 1. Deze beheersverordening omvat een aanpassing van de regels van de beheersverordeningen als genoemd in Bijlage 1 (Overzicht van beheersverordeningen) bij de regels in de gemeente Het Hogeland. De regels van de in Bijlage 1 (Overzicht van beheersverordeningen) genoemde beheersverordeningen blijven gelden, met dien verstande dat in geval van strijdigheid van regels de regels van deze facetbeheersverordening voorgaan.
- 2. Deze facetregeling ziet uitsluitend op de gezondheidsrisico's voor mensen en heeft niet tot doel de bestemmingen uit onderliggende beheersverordeningen te verruimen of verder in te perken.
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Anti - Dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 4 Algemene Gebruiksregels
4.1 Verbod
In afwijking van het gestelde in de beheersverordeningen die zijn genoemd in Bijlage 1 bij deze regels is het gebruik van gronden en gebouwen voor geitenhouderijen, niet zijnde bestaande geitenhouderijen, en het bouwen ten behoeve hiervan niet toegestaan . Hieronder wordt in ieder geval begrepen:
- 1. (nieuw)vestiging van geitenhouderijen, al dan niet als neventak bij een (agrarisch) bedrijf;
- 2. het uitbreiden van een bestaande geitenhouderij, door het aantal met één of meer geiten dat wordt gehouden te vergroten.
4.2 Omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels
- a. Het bevoegd gezag kan van het verbod in lid 4.1 afwijken met een omgevingsvergunning indien uit onderzoek in voldoende mate is gebleken dat gezondheidsrisico's voor de gezondheid van personen die verblijven in nabij gelegen functies, zijn uit te sluiten.
- b. Het bevoegd gezag betrekt bij het al dan niet verlenen van de vergunning in ieder geval:
- 1. de afstand van de geitenhouderij tot bestaande of geprojecteerde woonfuncties of andere gevoelige verblijffuncties;
- 2. een advies van de GGD of andere onafhankelijke deskundige zo lang er geen algemene nieuwe inzichten zijn.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Overgangsregels bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van die verordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a met maximaal 10%.
- c. Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende verordening, daaronder begrepen de overgangsbepaling van die verordening.
5.2 Overgangsregels gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met die verordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van de verordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met de voorheen geldende beheersverordening, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van die verordening.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het beheersverordening 'Facetregeling geitenhouderijen'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Op 27 mei 2020 heeft de gemeenteraad van de gemeente Het Hogeland een voorbereidingsbesluit genomen. Een voorbereidingsbesluit is een verklaring van de gemeenteraad dat een bestemmingsplan voor het betreffende gebied wordt voorbereid. Met een voorbereidingsbesluit wordt een voorbereidingsbescherming beoogd, waarmee een aanhoudingsplicht geldt voor bouw- en aanlegactiviteiten. Een voorbereidingsbesluit kan worden genomen op grond van artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening en heeft een opschortende werking voor alle bouw- en gebruiksactiviteiten zoals beschreven in het voorbereidingsbesluit.
Met het voorbereidingsbesluit heeft de gemeenteraad ook verklaard dat er binnen een jaar een nieuw bestemmingsplan voor het betreffende gebied wordt vastgesteld. Voor een deel van het grondgebied gelden echter geen bestemmingsplannen maar beheersverordeningen. Voor die gebieden kan sneller een aangepaste verordening worden vastgesteld. Met de voorliggende facetbeheersverordening wordt daar inhoud aan gegeven.
1.2 Inhoud Facetbeheersverordening
Met de voorliggende facetbeheersverordening wordt het eerder genoemde voorbereidingsbesluit uitgewerkt. Een facetregeling regelt slechts één of enkele (beleids)onderdelen in een plan. In dit geval betekent dat dat ten aanzien van het thema geitenhouderijen de nu geldende beheersverordeningen in de gemeente Het Hogeland gedeeltelijk worden herzien. Paragraaf 1.4 (Geldende beheersverordeningen) geeft aan om welke beheersverordeningen het gaat.
Deze beheersverordening regelt dat nieuwe geitenhouderijen en uitbreiding van bestaande geitenhouderijen niet meer zonder zwaarwegene afwegingen ten aanzien van de gezondheidsrisico's van in omliggende functies aanwezige personen worden toegestaan. Onder geitenhouderijen wordt de activiteit houden van meer dan dertig geiten begrepen. Het maakt dus in beginsel niet uit of de geitenhouderij in het kader van een bedrijf of hobby wordt gehouden, los van het feit dat het houden van dit aantal geiten volgens milieurechtelijke begrippen niet als hobbymatige activiteit wordt gezien. Zie verder ook Hoofdstuk 2 (Wijzigingen). Voor de zaken die deze facetbeheersverordening niet regelt, geldt dat de regels uit de onderliggende beheersverordeningen ongewijzigd blijven.
Deze voorliggende beheersverordening geldt voor vigerende beheersverordeningen. Voor de vigerende bestemmingsplannen wordt eenzelfde besluit genomen. Deze twee facetregelingen zijn inhoudelijk gezien vrijwel exact gelijk aan elkaar. Het verschil tussen de facetregelingen (meer precies: één beheersverordening en één bestemmingsplan) betreft het plangebied. In zijn geheel genomen gaat het om:
- 1. Bestemmingsplan 'Facetregeling geitenhouderijen'.
- 2. Beheersverordening 'Facetregeling geitenhouderijen'.
Het facetbestemmingsplan en de facetbeheersverordening herzien de plannen die op ruimtelijkeplannen.nl staan.
1.3 Motivering
Onderzoek rondom geitenhouderijen heeft uitgewezen dat mensen die in de buurt wonen van deze bedrijven, een grotere kans hebben op een longontsteking. Dat blijkt uit studies gedaan in:
- 1. 2017 (Hagenaars, T.J., Hoeksma, P., De Roda Husman, A.M., Swart, A., Wouters, I.M., Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (aanvullende studies): Analyse van gezondheidseffecten, risicofactoren en uitstoot van bio-aerosolen, Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 2017). Dit onderzoek is opgenomen als Bijlage 1 (Analyse van gezondheidseffecten (aanvullende studie) 2017) bij deze toelichting.
- 2. en in 2018 (IJzermans, C.J., Smit, L.A.M., Heederik, D.J.J., Hagenaars, T.J., Veehouderij en gezondheid omwonenden III: longontsteking in de nabijheid van geiten- en pluimveehouderijen; actualisering van gegevens uit huisartspraktijken 2014 - 2016, Utrecht: Nivel, 2018.). Dit onderzoek is opgenomen als Bijlage 2 (Veehouderij gezondheid omwonenden III 2018) bij deze toelichting.
Omdat de bovengenoemde onderzoeken uitsluitend in Noord-Brabant en Limburg zijn uitgevoerd was niet duidelijk of longonsteking ook in andere provincies vaker zou voortkomen rond geitenhouderijen. Daarom is er een vervolg gegeven aan het VGO III door onderzoek te doen in Gelderland, Overijssel en de oostkant van Utrecht. Dit onderzoek (Smit, L.A.M., Huss, A., Jacobs, J., Veehouderij en Gezondheid Omwonenden III, Longontsteking in de nabijheid van geiten- en pluimveehouderijen in Gelderland, Overijssel en Utrecht, Utrecht: IRAS 2019) is in november 2019 uitgebracht. Daarmee werd duidelijk dat voor deze regios's hetzelfde het geval was. Dit onderzoek is opgenomen als Bijlage 3 (Veehouderij en GezondheidOmwonenden III - Gelderland, Overijssel en Utrecht 2019) bij deze toelichting.
Het is nog onduidelijk wat hier precies de oorzaak van is. Verder onderzoek is daarom noodzakelijk.
Er loopt op dit moment een landelijk onderzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) naar de mogelijke samenhang tussen geitenhouderijen en longklachten bij omwonenden van geitenhouderijen. Naar verwachting is dit onderzoek in 2022 afgerond.
Uit bovenstaande blijkt dat het tot nu toe is bekend dat er een verhoogd risico is op longontsteking in een straal van twee kilometer rondom geitenhouderijen. Dit geldt in beginsel ook voor gebieden buiten Brabant en Limburg. Het ministerie van VWS en het RIVM leiden dit o.a. af naar aanleiding van het bovengenoemde vervolgonderzoek.
Eventuele risico's voor de gezondheid voor omwonenden van veehouderijen moeten in het kader van een goede ruimtelijke ordening en onder de Omgevingswet in het kader van een goede fysieke leefomgeving worden meegewogen bij het vaststellen van ruimtelijke plannen. Het uitgangspunt is daarbij het waarborgen van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en een gezonde leefomgeving. De huidige bestemmingsplannen en beheersverordeningen bevatten nog maar zeer beperkte regelingen gericht op gezondheidsrisico's rondom geitenhouderijen.
In de meeste provincies is er uit voorzorg besloten om juridische maatregelen (in de onderzoeken wordt gesproken over moratoria) te treffen om te voorkomen dat er meer geitenhouderijen bij komen of dat geitenhouderijen uitbreiden. In de provincie Groningen acht de provincie dit geen taak van het provinciaal bestuur maar van iedere gemeente apart. De gemeenteraad heeft zich al een tijd geleden uitgesproken voor het treffen van maatregelen, vandaar ook het eerder genoemde voorbereidingsbesluit.
Deze beheersverordening zorgt er voor dat er niet zonder gedegen nadere afwegingen van het gemeentebestuur ten aanzien van dit specifieke gezondheidsrisico's nieuwe geitenhouderijen kunnen worden gevestigd of bestaande kunnen worden uitgebreid.
In deze beheersverordening is een geitenhouderij gedefinieerd als een houderij met dertig of meer geiten. Dat aantal is in zekere zin een keuze die voortkomt uit de gedachte dat bij hierbij de gezondheidsrisico's gering worden geacht en het idee dat agrariërs hierdoor ook niet te zwaar worden ingeperkt. In de hierboven genoemde onderzoeken, waar ook op kennisplatformveehouderij.nl naar wordt verwezen, wordt een ondergrens van vijftig geiten aangehouden. Daarbij wordt ook vermeld dat dit niet betekent dat daar beneden gezondheidsrisico's kunnen worden uitgesloten. Kijkend naar het Activiteitenbesluit milieu, wordt voor geurhinder uitgegaan van geitenhouderijen met tien of meer geiten. Feitelijk lijkt daar dus ook de grens te liggen voor het hobbymatig houden van geiten omdat dit als inrichting of bedrijsmatige activiteit wordt gezien. Aangezien geurhinder nog niets zegt over gezondheid en gezien bovenstaande onderzoeken lijkt dertig geiten een aardige middeling. Daarnaast kan worden opgemerkt dat de risico's ook nog verder beperkt worden omdat het bedrijfsmatig houden van geiten (tien geiten of meer) op grond van de (blijvend) geldende beheersverordeningen alleen mogelijk is binnen agrarische bestemmingen. Deze bestemmingen liggen bijna altijd al op enige afstand van woongebieden.
Als gevolg van deze facetbeheersverordening (in combinatie met de parallel optrekkende facetbestemmingsplan) wordt een ongecontroleerde groei van geitenhouderijen met gezondheidsrisico's voorkomen. Gezondheidsrisico's rondom geitenhouderijen kunnen immers niet worden uitgesloten.
1.4 Geldende Beheersverordeningen
Deze facetbeheersverordening herziet andere beheersverordeningen op één specifiek onderwerp c.q. facet: geitenhouderijen. Deze facetbeheersverordening herziet alle beheersverordeningen die staan genoemd in de tabel die is opgenomen als Bijlage 1 bij de regels (Overzicht van beheersverordeningen).
Hoofdstuk 2 Wijzigingen
Naar aanleiding van het besluit van de gemeenteraad van Het Hogeland wordt in deze facetbeheersverordening het verbod zonder omgevingsvergunning voor het oprichten of uitbreiden van een geitenhouderij, alsmede de omschakeling van een bestaand agrarisch bedrijf tot geitenhouderij geregeld. Het is dus niet zonder vergunning toegestaan om:
- 1. een nieuwe geitenhouderij te beginnen met dertig geiten of meer;
- 2. het geheel of gedeeltelijk wijzigen of uitbreiden van een bestaand (agrarisch) bedrijf door (onder andere) geiten te gaan houden;
- 3. het uitbreiden van een bestaande geitenhouderij met één of meer geiten. Bij een eventuele uitbreiding kan het dat gaan om zowel het plegen van nieuwbouw als om bestaande bouwwerken geschikt maken voor het houden van geiten.
Op deze uitgangspunten gelden echter de onderstaande uitzonderingen:
- A. geitenhouderijen die wensen uit te breiden in het kader van dierenwelzijn, mits het aantal vergunde geiten niet worden uitgebreid;
- B. houden van geiten tot dertig geiten.
Om het bovenstaande te realiseren worden de beheersverordeningen die worden genoemd in de tabel die is opgenomen als Bijlage 1 bij de regels (Overzicht van beheersverordeningen) herzien. Voor al het overige blijven de beheersverordeningen als genoemd in Bijlage 1 bij de regels (Overzicht vanbeheersverordeningen) onverminderd van kracht.
Hoofdstuk 3 Juridische Toelichting
Deze paragraaf bespreekt de juridische vormgeving van de beheersverordening. Deze beheersverordening bestaat uit:
- een plancontour van het plangebied, zowel analoog als digitaal, waarin alle bestemmingen van de gronden worden aangewezen;
- regels waarin wordt beschreven wat is toegestaan en wat niet.
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht is het verplicht om een besluit in het algemeen, en dus ook een beheersverordening, te voorzien van een goede motivering. Deze motivering geeft aan welke gedachte aan de verordening ten grondslag ligt. Om die reden is bij deze beheersverordening ook voorliggende toelichting op de beheersverordening gevoegd.
De beheersverordening wordt langs elektronische weg vastgelegd en ook in die vorm vastgesteld, tegelijk met een analoge versie van het beheersverordening. Als de digitale en analoge versie tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale versie leidend. Hieronder worden de aanwezige planregels puntsgewijs besproken.
3.1 Verordeningsregels
In het navolgende wordt de algemeen gehanteerde opbouw van de regels toegelicht. Deze ziet er als volgt uit:
- Inleidende regels;
- Algemene regels;
- Overgangs- en slotregels.
De tekst hieronder bespreekt deze hoofdstukken puntsgewijs.
3.1.1 Inleidende regels
Dit onderdeel bestaat uit de begrippen (Begrippen). Deze artikelen geven aan wat in de regels onder bepaalde begrippen moet worden verstaan. Dit is alleen het geval wanneer begrippen niet op voorhand voor een eenduidige uitleg, in overeenstemming met normaal spraakgebruik, vatbaar zijn. In deze verordening zijn slecht een zeer beperkt aantal begrippen opgenomen omdat de huidige verordeningen van kracht blijven. Het belangrijkste begrip is het begrip 'geitenhouderij': "het houden van dertig geiten of meer". Op het houden van minder dan dertig geiten is deze op het voorkomen van gezondheidsrisico's bij mensen gerichte regeling dus niet van toepassing.
In Artikel 1 zijn alleen de relevante begrippen opgenomen, in dit geval het begrip geitenhouderij dat eerder is toegelicht. Artikel 2 is een zogenaamde Relatie- en reikwijdtebepaling.
Dat artikel bepaalt in het eerste lid dat alle beheersverordeningen, als genoemd in Bijlage 1 (Overzicht vanbeheersverordeningen), worden aangevuld en indien nodig worden gewijzigd als gevolg van deze voorliggende facetbeheersverordening. Dat betekent dat de regels van deze voorliggende facet voorrang krijgen indien sprake is van strijdigheid. Voor het overige blijven de regels van de in Bijlage 1 genoemde beheersverordeningen gelden. Op die manier blijven de in Bijlage 1 genoemde beheersverordeningen van kracht zoals ze dat nu reeds doen, de verordeningen worden op het onderwerp geitenhouderijen slechts aangevuld. Als een beheersverordening als genoemd in Bijlage 1 wel regels bevat omtrent geitenhouderijen, dan wordt die beheersverordening (alleen voor het onderwerp geitenhouderijen) herroepen en gelden de regels uit deze facetregeling.
In het tweede lid van de Relatie- en reikwijdtebepaling wordt de reikwijdte van de regeling aangegeven. Feitelijk wordt hier de doelstelling van de regeling weergegeven, namelijk gezondheidsrisico's bij mensen voorkomen. Daarbij is ook direct bepaald dat het niet de bedoeling is van deze beheersverordening om de regelingen in andere zin verder te veranderen. Het is dus niet zo dat op grond van dit plan kan worden geconcludeerd dat het houden van negenentwintig of minder geiten als een hobby kan worden gezien. Dat soort activiteiten blijven nog steeds bedrijfsmatige activiteiten die dus ook niet passen in bijvoorbeeld een woonbestemming of andere bestemmingen dan agrarische bestemmingen.
3.1.2 Algemene regels
De algemene regels bestaan uit een tweetal regels:
- 1. Anti - dubbeltelregel;
- 2. Algemene gebruiksregels.
De 'Algemene gebruiksregels' betreft de kern van dit facetbeheersverordening. Deze regeling (artikel 4.1) bevat het verbod voor het uitbreiden van het gebruik of bouwen van bouwwerken (met name stallen) ten behoeve van geitenhouderijen. Uitgezonderd worden die geitenhouderijen die de stalvloeroppervlakte willen vergroten in het kader van dierenwelzijn, mits het aantal vergunde geiten niet worden vergroot.
Om de regeling niet te zwaar maken en te voldoen aan het evenredigheidsbeginsel, kent de algemeen gebruiksregel, naast bovengenoemde uitzondering, ook een afwijkingsmogelijkheid. Die afwijkingsmogelijkheid heeft betrekking op het alsnog kunnen uitbreiden als uit onderzoek onomstotelijk is gebleken dat er geen gezondheidsrisico's zijn voor mensen die in de omgeving verblijven.
3.1.3 Overgangs- en slotregels
In dit hoofdstuk zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen. Voor de redactie van het overgangsrecht is aangesloten bij het Besluit ruimtelijke ordening. Bebouwing die niet voldoet aan de regels van is onder het overgangsrecht gebracht.
Tot slot bevat hoofdstuk 3 de slotregel waarin is aangegeven hoe de facetbeheersverordening kan worden aangehaald.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
In het kader van de te voeren planologische procedure wordt de verordening gepubliceerd in de daarvoor gebruikelijke kanalen en in de Staatscourant. De verordening is ook raadpleegbaar op de website van de gemeente en op www.ruimtelijkeplannen.nl.
Voorts wordt nog opgemerkt dat het parallel optrekkende bestemmingsplan ter inzage heeft gelegen. Dat ontwerpbestemmingsplan lag van 9 juli 2020 tot en met 27 augustus 2020 ter inzage. Tijdens genoemde periode zijn er drie brieven met zienswijzen ingediend. Ook is er een nadere reactie gevraagd van de GGD Groningen op het facetbeheersverordening (en de facetbeheersverordening) en de ingediende zienswijzen.
Een samenvatting van de zienswijzen en de reacties hierop van de gemeente en de GGD Groningen zijn opgenomen in Bijlage 4 (Zienwijzennota ontwerpbestemmingsplan) bij deze toelichting. Op grond hiervan zijn er enkele aanpassingen gedaan in de regeling van artikel 4.2. Deze bijlage maakt deel uit van de toelichting op deze beheersverordening om inzicht te bieden in de totstandkoming ervan.
Bijlage 1 Overzicht Van Beheersverordeningen
Bijlage 1 Overzicht van beheersverordeningen
Bijlage 1 Analyse Van Gezondheidseffecten (Aanvullende Studie) 2017
Bijlage 1 Analyse van gezondheidseffecten (aanvullende studie) 2017
Bijlage 2 Veehouderij Gezondheid Omwonenden Iii 2018
Bijlage 2 Veehouderij gezondheid omwonenden III 2018
Bijlage 3 Veehouderij En Gezondheid Omwonenden Iii - Gelderland, Overijssel En Utrecht 2019
Bijlage 3 Veehouderij en Gezondheid Omwonenden III - Gelderland, Overijssel en Utrecht 2019