KadastraleKaart.com

1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf
Artikel 5 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf 1
Artikel 6 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf 2
Artikel 7 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf 3
Artikel 8 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf 4
Artikel 9 Agrarisch - Fruitteelt
Artikel 10 Agrarisch - Kwekerij
Artikel 11 Agrarisch - Paardenhouderij
Artikel 12 Agrarisch - Paardenhouderij 2
Artikel 13 Agrarisch Met Waarden - Natuur
Artikel 14 Bedrijf
Artikel 15 Bedrijf - 1
Artikel 16 Bedrijf - Afval
Artikel 17 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 18 Bedrijf - Opslag
Artikel 19 Gemengd
Artikel 20 Groen
Artikel 21 Maatschappelijk - Landschappelijke Waarde
Artikel 22 Natuur
Artikel 23 Natuur - Agrarisch
Artikel 24 Recreatie - Dagrecreatie
Artikel 25 Recreatie - Verblijfsrecreatie
Artikel 26 Sport - Manege
Artikel 27 Tuin
Artikel 28 Verkeer
Artikel 29 Verkeer - 3
Artikel 30 Verkeer - 4
Artikel 31 Verkeer - Verblijf
Artikel 32 Water
Artikel 33 Wonen
Artikel 34 Wonen - 1
Artikel 35 Wonen - A1
Artikel 36 Wonen - Zorg
Artikel 37 Leiding - Gas
Artikel 38 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 39 Leiding - Riool
Artikel 40 Waarde - Archeologie 2
Artikel 41 Waarde - Archeologie 3
Artikel 42 Waarde - Archeologie 4
Artikel 43 Waarde - Archeologie 5
Artikel 44 Waarde - Archeologie 6
Artikel 45 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht
Artikel 46 Waarde - Besloten Gebied
Artikel 47 Waarde - Blokverkaveling
Artikel 48 Waarde - Cultuurhistorie 2
Artikel 49 Waarde - Houtsingelreservaat
Artikel 50 Waarde - Landgoed
Artikel 51 Waarde - Landschap
Artikel 52 Waarde - Natuur En Landschap
Artikel 53 Waarde - Open Gebied
Artikel 54 Waarde - Reliëf
Artikel 55 Waarde - Rijksmonument
Artikel 56 Waarde - Wierde
Artikel 57 Waarde - Wierde Invloedszone
Artikel 58 Waterstaat - Waterberging
Artikel 59 Waterstaat - Waterkering
3 Algemene Regels
Artikel 60 Anti-dubbeltelregel
Artikel 61 Algemene Bouwregels
Artikel 62 Algemene Gebruiksregels
Artikel 63 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 64 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 65 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 66 Algemene Procedureregels
Artikel 67 Overige Regels
4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 68 Overgangsrecht
Artikel 69 Slotregel

Veegplan reparatiepercelen buitengebied

Bestemmingsplan - Gemeente Westerkwartier

Vastgesteld op 10-07-2024 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan "Veegplan reparatiepercelen buitengebied Westerkwartier" van de gemeente Westerkwartier;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1969.BPBG21BEHE1-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 aan huis verbonden beroep

  1. zakelijke en persoonlijke dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven of personen zoals administratiekantoor, advocatenkantoor, reisbureau, artsenpraktijk, schoonheidssalon, kapsalon, en dergelijke, al dan niet met hieraan ondergeschikte detailhandel;
  2. praktijkpand, praktijkruimte, kantoor, atelier: een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat door de indeling en inrichting bestemd is als beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte voor medische, administratieve, artistieke, ambachtelijke en daarmee gelijk te stellen beroepen, al dan niet in combinatie met hieraan ondergeschikte detailhandel;
mits de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de ruimtelijke uitwerking of uitstraling met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.4 aanbouw

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;

1.5 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.6 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.7 afhaalpunt

een locatie waar de consument uitsluitend via internethandel bestelde goederen kan afhalen of retourneren, waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten behoeve van verkoop en/of overige activiteiten;

1.8 afwijking

een afwijking als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

1.9 agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (boom- en sierkwekerijen en fruit- en houtteelt daaronder begrepen) en/of door middel van het houden van dieren, niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij, een bollenteeltbedrijf of een vis- of wormenkwekerij;

1.10 agrarisch grondgebruik

het telen van gewassen, niet in een volkstuin(complex), en/of het weiden van dieren;

1.11 agrarische bedrijfsbestemming

de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1', Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3' of 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4';

1.12 archeologische waarde

de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;

1.13 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.14 bebouwingspercentage

de bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden;

1.15 bed & breakfast

het bieden van ten opzichte van het hoofdgebruik, ondergeschikte mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, welk verblijf en ontbijt moeten plaatsvinden in de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen;

1.16 bedrijf

een bedrijfseconomische eenheid, gericht op het behalen van winst; onder eenheid worden ook verstaan rechtspersonen die ruimtelijk als één bedrijf optreden;

1.17 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.18 bedrijfsmatig

gericht op het behalen van winst;

1.19 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.20 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.21 bestaand

  1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing (de maatvoering van een bouwwerk, de afstand tot een bouwwerk of een te bebouwen percentage) die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen;
  2. het onder 1 bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder mede begrepen het overgangsrecht, of een afwijking als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening.

1.22 bestaande geitenhouderijen

de in de gemeente Westerkwartier aanwezigheden geitenhouderijen gelegen aan de:
  • Provincialeweg 103 te Opende;
  • Oostindie 43 te Zevenhuizen;
  • Dijkswijk 11 te De Wilp;
met het, op het moment van inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit Geitenhouderijen, d.d. 2 december 2020, op grond van de Wet milieubeheer vergunde aantal geiten;

1.23 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.24 bestemmingsvlak

en geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.25 bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; voor vrijstaande bijgebouwen is ook functionele ondergeschiktheid vereist;

1.26 boerderijkamer

een of meerdere ruimtes in een (voormalig) agrarisch bedrijfsgebouw, die is/zijn ingericht voor recreatieve bewoning, inclusief daarbij behorende voorzieningen;

1.27 boerderijterras

een terras bij een agrarisch bedrijf, waar in hoofdzaak eigen of door agrariërs uit de regio geproduceerde producten worden verkocht voor consumptie ter plaatse;

1.28 boerderijwinkel

een winkel bij een agrarisch bedrijf, waarin hoofdzaak eigen of door agrariërs uit de regio geproduceerde agrarische producten worden verkocht;

1.29 boom- en/of sierkwekerij

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van beplantingsgewassen zoals bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen, sierheesters en overige sierbeplanting, een en ander in de vorm van vollegrondteelt dan wel containerteelt;

1.30 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.31 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.32 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.33 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.34 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.35 chalet

  • een gebouw, bestaande uit een lichte constructie, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning;
  • een stacaravan met een oppervlakte groter dan 40 m2;

1.36 co-substraten

organische materialen/producten, die mogen worden toegevoegd aan een mestvergistingsproces, waarbij het eindproduct nog steeds onder de definitie meststof valt als bedoeld in de milieuwetgeving;

1.37 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;

1.38 daghoreca

een horecabedrijf dat in hoofdzaak kleine maaltijden, broodjes, gebak, koffie, thee en niet-alcoholische (fris)dranken verstrekt en dat qua openingstijden vergelijkbaar is met die van de detailhandel;

1.39 dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.40 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.41 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

1.42 eerste verdieping

de tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen;

1.43 erfinrichtingsplan

een plan waarin met toepassing van de maatwerkmethode in overleg met het betrokken bedrijf de omvang, situering en ruimtelijke inrichting van het bouwperceel en de landschappelijke inpassing van de bebouwing en opslag- of andere voorzieningen, geen bouwwerken zijnde, zijn vastgelegd;

1.44 erker

een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een 'lichte' constructie met een overwegend transparante uitstraling;

1.45 fruitteeltbedrijf

een bedrijf dat is gericht op het telen van fruit;

1.46 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.47 gebruiksgerichte paardenhouderij

een bedrijf dat hoofdzakelijk is gericht op het beleren en trainen van paarden door het bedrijf zelf, het bieden van pensionstalling en/of een kunstmatig inseminatie bedrijf voor paarden of pony's, niet zijnde een manege;

1.48 geitenhouderij

het houden van vijftig geiten of meer;

1.49 gevaarlijke stoffen

gevaarlijke stoffen, gevaarlijke afvalstoffen en/of bestrijdingsmiddelen als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dit luidde op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan;

1.50 hobbymatig agrarisch gebruik

het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren (niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij, een bollenteeltbedrijf of een vis- of wormenkwekerij) op niet bedrijfsmatige wijze;

1.51 hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;

1.52 houtteelt

de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet;

1.53 huishouden

één of meerdere personen, die gemeenschappelijk samenleven in een onderlinge persoonlijke verbondenheid gericht op een duurzaam samenzijn;

1.54 intensieve veehouderij

agrarische bedrijfsvoering, zelfstandig of als neventak, gericht op het geheel of nagenoeg geheel in gebouwen houden van varkens, pluimvee, vleeskalveren en vleesstieren, alsmede pelsdieren, met uitzondering van het biologisch houden van dieren overeenkomstig de geldende biologische regelgeving en met uitzondering van het houden van leghennen volgens het 'vrije-uitloopsysteem';

1.55 internethandel

handel in goederen en/of diensten die plaatsvindt via het internet;

1.56 kampeermiddel

een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan, dan wel enig ander onderkomen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, dat is bedoeld om te kunnen worden verplaatst;

1.57 kamphuis/groepsaccommodatie

een gebouw dat periodiek dient voor recreatief verblijf van personen die elders hun hoofdverblijf hebben, waarbij wordt overnacht in gemeenschappelijke slaapzalen en/of kamers;

1.58 karakteristieke gebouwen

gebouwen die van cultuurhistorische waarde zijn op grond van karakteristieke hoofdvorm, architectuur, landschappelijke en/of stedenbouwkundige situering, bijdragen aan de herkenbaarheid van de omgeving, gaafheid of zeldzaamheid;

1.59 karakteristieke hoofdvorm

ruimtelijke verschijningsvorm van een gebouw zoals die wordt bepaald door bouwmassa naar hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen, dakvorm, nokrichting, dakoverstekken, goothoogte, daklijsten en schoorstenen, erkers en balkons;

1.60 kas

een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;

1.61 kleinschalig kampeerterrein

een kampeerterrein met een oppervlakte van niet meer dan 5.000 m2 én voor maximaal 25 kampeermiddelen (tenten, vouwwagens, campers, toercaravans of huifkarren) gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;

1.62 landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;

1.63 maatschappelijke voorzieningen

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

1.64 maatwerkmethode

methode van overleg via keukentafelgesprekken met als doel om op bedrijfsniveau overeenstemming te bereiken over omvang, situering en inrichting van het bouwperceel;

1.65 manege

een bedrijf met een publieksgericht karakter, dat is gericht op het bieden van gelegenheid tot het stallen van paarden/pony's en/of het berijden van paarden/pony's, waaronder begrepen lesgeven, verhuur en het houden van wedstrijden en/of andere hippische evenementen;

1.66 nadere eis

een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;

1.67 natuurlijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de geologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied;

1.68 nieuwvestiging geitenhouderijen

de start van een geitenhouderij op een andere locatie dan de locatie van bestaande geitenhouderijen. Hieronder wordt mede begrepen het toevoegen van geiten op een andere locatie waar al geiten zijn gevestigd waardoor een geitenhouderij ontstaat;

1.69 normaal onderhoud

activiteiten die gericht zijn op het behoud van een bouwwerk waarbij vormgeving, detaillering en profilering niet wijzigen;

1.70 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden

werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;

1.71 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.72 onderkomens

voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen;

1.73 paardenbak

een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;

1.74 peil

  1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
    de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
    de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. indien in of op het water wordt gebouwd:
het plaatselijke niveau ten opzichte van het Nieuw Amsterdams Peil;

1.75 pension

een gebouw met een of meer pensionkamers, die zijn ingericht voor recreatief verblijf, inclusief daarbij behorende voorzieningen;

1.76 permanente bewoning

bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;

1.77 plattelandswoning

een agrarische bedrijfswoning die is gelegen binnen een agrarisch bouwperceel en die gebruikt mag worden door derden die geen binding hebben met het agrarisch bedrijf;

1.78 productiegebonden detailhandel

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;

1.79 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;

1.80 recreatief medegebruik

de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;

1.81 recreatieve bewoning

de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;

1.82 recreatiewoning

een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;

1.83 reëel agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf dat nu of op redelijke termijn voldoende werk en inkomen kan opleveren voor één (gedeeltelijke) arbeidskracht die in duurzaam (neven)beroep aan het bedrijf verbonden is;

1.84 risicovolle inrichting

een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

1.85 seksinrichting

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.86 stacaravan

een caravan die als bouwwerk is aan te merken, die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die als één geheel te verplaatsen is;

1.87 teeltondersteunenede kassen

assen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
  • verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating;
  • verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen of
  • het voorkomen van schade door vorst;

1.88 teeltondersteunende voorzieningen

voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
  • verbetering van de productie, onder meer door teeltvervroeging en -verlating, terugdringing van onkruidgroei en beperking van vraatschade;
  • verbetering van de arbeidsomstandigheden, onder meer door gewassen verhoogd te telen;
  • het bereiken van positieve effecten op milieu en water (bodembescherming, terugdringing onkruidbestrijding, effectief omgaan met water) of
  • het voorkomen van schade door vorst;

1.89 theetuin

een aan de hoofdfunctie ondergeschikte kleinschalige horecagelegenheid die is gericht op het verstrekken van alcoholvrije dranken, almede het verstrekken van etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, gedurende de dagperiode (07:00 – 19:00 uur);

1.90 trekkershut

een kleinschalig gebouw, bestaande uit een lichte constructie, dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor kortdurend recreatief nachtverblijf;

1.91 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist;

1.92 verbeelding

  1. de digitale verbeelding van het bestemmingsplan Veegplan reparatiepercelen buitengebied Westerkwartier;
  2. de verbeelding op papier van het bestemmingsplan Veegplan reparatiepercelen buitengebied Westerkwartier, bestaande uit de kaarten met NL.IMRO.1969.BPBG21BEHE1-VA01;

1.93 volwaardig agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf dat nu of op redelijke termijn voldoende werk en inkomen kan opleveren voor ten minste één volwaardige arbeidskracht die in duurzaam hoofdberoep aan het bedrijf verbonden is;

1.94 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een woning of, bij onduidelijkheid daarover, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;

1.95 voorziening

bouwkundige of bouwtechnische maatregel aan een gebouw die strekt tot verbetering van de gebruiksfunctie, waaronder begrepen de daarbij noodzakelijke opheffing van gebreken aan de constructieve veiligheid;

1.96 vrijgekomen gebouwen

gebouwen die blijvend zijn of worden onttrokken aan het gebruik waarvoor ze oorspronkelijk zijn opgericht en/of zijn bestemd;

1.97 wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

1.98 windturbine

door de wind aangedreven bouwwerk, waarmee energie wordt opgewekt;

1.99 woning

een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.100 woonhuis

een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat;

1.101 zorgboerderij

een of meerdere bestaande gebouwen van een (voormalig) agrarisch bedrijf, waar bedrijfsmatig dagbesteding voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking, personen met een psychische of sociale hulpvraag en/of zorgbehoevende ouderen, al dan niet in combinatie met overnachtingsmogelijkheden voor de doelgroepen wordt geboden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 Gebouwen en bouwwerken

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, overstekende daken en erkers buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt.

2.3 Maatvoering

Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
  1. voor lengten in meters (m);
  2. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
  3. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
  4. voor verhoudingen in procenten (%);
  5. voor hoeken/hellingen in graden (°).

2.4 Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.

2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het agrarische grondgebruik, met uitzondering van een boom- en/of sierkwekerij-, houtteelt- of fruitteeltbedrijf;
  2. infrastructurele voorzieningen zoals deze bestonden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  3. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water, niet zijnde voorzieningen ten behoeve van ijsbanen of siervijvers;
  4. natuurvriendelijke oeverzones van 5 m breed aan weerzijde van een watergang;
  5. voorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik en educatief medegebruik, zoals wandel- en fiets- en ruiterpaden en parkeervoorzieningen ten behoeve van toeristische overstappunten;
  6. fruitverkoop en ondergeschikte detailhandel ten dienste van het nabijgelegen fruitteeltbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - ondergeschikte detailhandel';
  7. het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren ter plaatse van het adres Tolbertervaart 6 te Tolbert, waarbij een relatie aanwezig is met het gebruik binnen de bestemming 'Wonen - Zorg';
  8. volkstuinen, ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
  9. twee-aaneengebouwde recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';
  10. een parkeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  11. een kleinschalig kampeerterrein met maximaal 15 kampeermiddelen ter plaatse van de aanduiding 'kleinschalige kampeerterrein';
  12. een veeschuur ter plaatse van de aanduiding 'veeschuur'.
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde - geen windturbines zijnde -, erven, terreinen, parkeervoorzieningen en andere werken.

3.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.3 Nadere eisen

3.4 Afwijken van de bouwregels

3.5 Specifieke gebruiksregels

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf - met uitzondering van een boom- en/of sierkwekerij, houtteelt- of fruitteeltbedrijf - met daarbij behorende gebouwen, bouwwerk, geen gebouw zijnde, tuinen, erven en agrarische gronden, met dien verstande dat:
  1. per bestemmingsvlak niet meer dan 1 agrarisch bedrijf is toegestaan;
  2. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  3. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  4. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een theetuin;
  5. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een landschappelijk ingepast, kleinschalig kampeerterrein;
  6. de gebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen (zoals een boerderijwinkel, een boerderijterras, een zorgboerderij, een ontvangstruimte voor rondleidingen of lezingen) tot een oppervlakte van niet meer dan 120 m2;
  7. de bedrijfswoning en/of een aan de bedrijfswoning aangebouwd bedrijfsgebouw mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m2;
  8. de gronden mede zijn bestemd voor een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:
    1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2;
    2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, binnen welke gebouwen de uitoefening dient plaats te vinden;
    3. buitenopslag niet is toegestaan;
    4. internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheden en zonder afhaalpunt is toegestaan
  9. ter plaatse van de aanduiding 'plattelandswoning' de gronden mede zijn bestemd voor een plattelandswoning;
  10. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - beeldbepalend' en het bijbehorende erf de gronden mede zijn bestemd voor het behoud van de cultuurhistorische, architectuurhistorische, stedenbouwkundig ensemble-, authenticiteits- en/of zeldzaamheidswaarden;
  11. per bouwperceel niet meer dan 1 hobbymatige paardenbak voor eigen gebruik is toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 800 m2, waarvoor geldt dat de afstand tussen de paardenbak en een woning van derden niet minder dan 25 m mag bedragen;
  12. parkeervoorzieningen op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd.

4.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.3 Nadere eisen

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.5 Specifieke gebruiksregels

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 5 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf - met uitzondering van een boom- en/of sierkwekerij, houtteelt- of fruitteeltbedrijf - met daarbij behorende gebouwen, bouwwerk, geen gebouw zijnde, tuinen, erven en agrarische gronden, met dien verstande dat:
  1. per bestemmingsvlak niet meer dan 1 agrarisch bedrijf is toegestaan;
  2. intensieve veehouderijen, zowel als hoofdtak als neventak, uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
  3. de oppervlakte van het bouwperceel niet meer mag bedragen dan 0,5 ha;
  4. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  5. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  6. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een theetuin;
  7. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een landschappelijk ingepast, kleinschalig kampeerterrein;
  8. de gebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen (zoals een boerderijwinkel, een boerderijterras, een zorgboerderij, een ontvangstruimte voor rondleidingen of lezingen) tot een oppervlakte van niet meer dan 120 m2;
  9. de bedrijfswoning en/of een aan de bedrijfswoning aangebouwd bedrijfsgebouw mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m2;
  10. de gronden mede zijn bestemd voor een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:
    1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2;
    2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, binnen welke gebouwen de uitoefening dient plaats te vinden;
    3. buitenopslag niet is toegestaan;
    4. internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheden en zonder afhaalpunt is toegestaan;
  11. per bouwperceel niet meer dan 1 hobbymatige paardenbak voor eigen gebruik is toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 800 m2, waarvoor geldt dat de afstand tussen de paardenbak en een woning van derden niet minder dan 25 m mag bedragen;
  12. parkeervoorzieningen op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd.

5.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

5.3 Nadere eisen

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.5 Specifieke gebruiksregels

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

5.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 6 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf 2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf - met uitzondering van een boom- en/of sierkwekerij, houtteelt- of fruitteeltbedrijf - met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven en agrarische gronden, met dien verstande dat:
  1. per bestemmingsvlak niet meer dan 1 agrarisch bedrijf is toegestaan;
  2. de oppervlakte van het bouwperceel niet meer mag bedragen dan 1,5 ha;
  3. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  4. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  5. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een landschappelijk ingepast, kleinschalig kampeerterrein;
  6. ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel' de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van houtsingels;
  7. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een theetuin;
  8. de gebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen (zoals een boerderijwinkel, een boerderijterras, een zorgboerderij, een ontvangstruimte voor rondleidingen of lezingen) tot een oppervlakte van niet meer dan 120 m2;
  9. de bedrijfswoning en/of een aan de bedrijfswoning aangebouwd bedrijfsgebouw mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast tot een oppervlakte van niet meer 50 m2;
  10. de gronden mede zijn bestemd voor een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:
    1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2;
    2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke grondoppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, binnen welke gebouwen de uitoefening dient plaats te vinden;
    3. buitenopslag is niet toegestaan;
    4. internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheden en zonder afhaalpunt is toegestaan;
  11. per bouwperceel niet meer dan 1 hobbymatige paardenbak voor eigen gebruik is toegestaan met een oppervlak van ten hoogste 800 m2, waarvoor geldt dat de afstand tussen de paardenbak en een woning van derden niet minder dan 25 m mag bedragen;
  12. parkeervoorzieningen op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd.

6.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.3 Nadere eisen

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.5 Specifieke gebruiksregels

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

6.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

6.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 7 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf 3

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf - met uitzondering van een boom- en/of sierkwekerij, houtteelt- of fruitteeltbedrijf - met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven en agrarische gronden, met dien verstande dat:
  1. per bestemmingsvlak niet meer dan 1 agrarisch bedrijf is toegestaan;
  2. intensieve veehouderijen, zowel als hoofdtak als neventak, uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
  3. de oppervlakte van het bouwperceel niet meer mag bedragen dan 1,5 ha;
  4. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  5. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  6. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een landschappelijk ingepast, kleinschalig kampeerterrein;
  7. ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel' de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van houtsingels;
  8. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een theetuin;
  9. de gebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen (zoals een boerderijwinkel, een boerderijterras, een zorgboerderij, een ontvangstruimte voor rondleidingen of lezingen) tot een oppervlakte van niet meer dan 120 m2;
  10. de bedrijfswoning en/of een aan de bedrijfswoning aangebouwd bedrijfsgebouw mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast tot een oppervlakte van niet meer 50 m2;
  11. de gronden mede zijn bestemd voor een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:
    1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2;
    2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke grondoppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, binnen welke gebouwen de uitoefening dient plaats te vinden;
    3. buitenopslag is niet toegestaan;
    4. internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheden en zonder afhaalpunt is toegestaan;
  12. per bouwperceel niet meer dan 1 hobbymatige paardenbak voor eigen gebruik is toegestaan met een oppervlak van ten hoogste 800 m2, waarvoor geldt dat de afstand tussen de paardenbak en een woning van derden niet minder dan 25 m mag bedragen;
  13. parkeervoorzieningen op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd.

7.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 3' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

7.3 Nadere eisen

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.5 Specifieke gebruiksregels

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

7.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

7.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 8 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf 4

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarische bedrijf - met uitzondering van een boom- en/of sierkwekerij, houtteelt- of fruitteeltbedrijf - met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen, erven en agrarische gronden, met dien verstande dat:
  1. per bestemmingsvlak niet meer dan 1 agrarisch bedrijf is toegestaan;
  2. intensieve veehouderijen, zowel als hoofdtak als neventak, uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
  3. de oppervlakte van het bouwperceel niet meer mag bedragen dan 2 ha;
  4. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  5. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  6. de gronden mogen worden gebruikt ten behoeve van een theetuin;
  7. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een landschappelijk ingepast, kleinschalig kampeerterrein;
  8. de gebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen (zoals een boerderijwinkel, een boerderijterras, een zorgboerderij, een ontvangstruimte voor rondleidingen of lezingen) tot een oppervlakte van niet meer dan 120 m2, tenzij op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan een grotere oppervlakte daarvoor werd aangewend, in welk geval die grotere oppervlakte als maximum geldt;
  9. de bedrijfswoning en/of een aan de bedrijfswoning aangebouwd bedrijfsgebouw mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m2;
  10. de gronden mede zijn bestemd voor een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:
    1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2;
    2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, binnen welke gebouwen de uitoefening dient plaats te vinden;
    3. buitenopslag niet is toegestaan;
    4. internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheden en zonder afhaalpunt is toegestaan;
  11. per bouwperceel niet meer dan 1 hobbymatige paardenbak voor eigen gebruik is toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 800 m2, waarvoor geldt dat de afstand tussen de paardenbak en een woning van derden niet minder dan 25 m mag bedragen;
  12. parkeervoorzieningen op eigen terrein worden gerealiseerd.

8.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

8.3 Nadere eisen

8.4 Afwijken van de bouwregels

8.5 Specifieke gebruiksregels

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

8.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

8.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 9 Agrarisch - Fruitteelt

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Fruitteelt' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een fruitteeltbedrijf, met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde en windturbines zijnde, tuinen, erven en gronden, met dien verstande dat:
  1. per bestemmingsvlak niet meer dan 1 fruitteeltbedrijf is toegestaan;
  2. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  3. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  4. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een landschappelijk ingepast, kleinschalig kampeerterrein;
  5. de gebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen (zoals een boerderijwinkel, een boerderijterras, een zorgboerderij, een ontvangstruimte voor rondleidingen of lezingen) tot een oppervlakte van niet meer dan 120 m2;
  6. de bedrijfswoning en/of een aan de bedrijfswoning aangebouwd bedrijfsgebouw mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m2;
  7. de gronden mede zijn bestemd voor een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:
    1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2;
    2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke grondoppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, binnen welke gebouwen de uitoefening dient plaats te vinden;
    3. buitenopslag is niet toegestaan;
    4. internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheden en zonder afhaalpunt is toegestaan;
  8. per bouwperceel niet meer dan 1 hobbymatige paardenbak is toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 800 m2, waarvoor geldt dat de afstand tussen de paardenbak en een woning van derden niet minder dan 25 m mag bedragen;
  9. parkeervoorzieningen op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd.

9.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch - Fruitteelt' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

9.3 Nadere eisen

9.4 Afwijken van de bouwregels

9.5 Specifieke gebruiksregels

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

9.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

9.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 10 Agrarisch - Kwekerij

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Kwekerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een boom- en/of sierkwekerij, met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde - geen windturbines zijnde -, tuinen, erven en gronden, met dien verstande dat:
  1. per bestemmingsvlak niet meer dan 1 kwekerij is toegestaan;
  2. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  3. de gronden mede zijn bestemd voor het behouden, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  4. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een landschappelijk ingepast, kleinschalig kampeerterrein;
  5. de gebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen (zoals een boerderijwinkel, een boerderijterras, een zorgboerderij, een ontvangstruimte voor rondleidingen of lezingen) tot een oppervlakte van niet meer dan 120 m2;
  6. de bedrijfswoning en/of een aan de bedrijfswoning aangebouwd bedrijfsgebouw mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m2;
  7. de gronden mede zijn bestemd voor een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:
    1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2;
    2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke grondoppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, binnen welke gebouwen de uitoefening dient plaats te vinden;
    3. buitenopslag is niet toegestaan;
    4. internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheden en zonder afhaalpunt is toegestaan;
  8. per bouwperceel niet meer dan 1 hobbymatige paardenbak is toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 800 m2, waarvoor geldt dat de afstand tussen de paardenbak en een woning van derden niet minder dan 25 m mag bedragen.

10.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch - Kwekerij' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

10.3 Nadere eisen

10.4 Afwijken van de bouwregels

10.5 Specifieke gebruiksregels

10.6 Afwijken van de gebruiksregels

10.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

10.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 11 Agrarisch - Paardenhouderij

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Paardenhouderij' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een gebruiksgerichte paardenhouderij, waaronder begrepen de stalling van pensionpaarden, met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde - waaronder begrepen paardenbakken - tuinen, erven en gronden, met dien verstande dat:
  1. per bestemmingsvlak niet meer dan 1 paardenhouderij is toegestaan;
  2. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  3. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  4. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een landschappelijk ingepast, kleinschalig kampeerterrein;
  5. de gebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen tot een oppervlakte van niet meer dan 120 m2;
  6. de bedrijfswoning en/of een aan de bedrijfswoning aangebouwd bedrijfsgebouw mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m2;
  7. de gronden mede zijn bestemd voor een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:
    1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2;
    2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke grondoppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, binnen welke gebouwen de uitoefening dient plaats te vinden;
    3. buitenopslag niet is toegestaan;
    4. internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheid of zonder afhaalpunt is toegestaan.

11.2 Bouwregels

Op voor 'Agrarisch - Paardenhouderij' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

11.3 Nadere eisen

11.4 Afwijken van de bouwregels

11.5 Specifieke gebruiksregels

11.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

11.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 12 Agrarisch - Paardenhouderij 2

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Paardenhouderij 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een productiegerichte paardenhouderij met in ondergeschikte mate een gebruiksgerichte paardenhouderij;
  2. per bestemmingsvlak niet meer dan 1 paardenhouderij is toegestaan;
  3. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij' de gronden mede zijn bestemd voor een zorgboerderij;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'manege' de gronden mede zijn bestemd voor een manege;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - ondergeschikte dagbesteding' de gronden mede zijn bestemd voor een ondergeschikte dagbesteding;
  6. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  7. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  8. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een landschappelijk ingepast, kleinschalig kampeerterrein;
  9. de gebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen tot een oppervlakte van niet meer dan 120 m2;
  10. de bedrijfswoning en/of een aan de bedrijfswoning aangebouwd bedrijfsgebouw mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m2;
  11. de gronden mede zijn bestemd voor een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:
    1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2;
    2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke grondoppervlakte van de bedrijfswoning en de daarbij behorende aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen, binnen welke gebouwen de uitoefening dient plaats te vinden;
    3. buitenopslag niet is toegestaan;
    4. internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheid of zonder afhaalpunt is toegestaan;
met daaraan ondergeschikt:
  1. infrastructurele voorzieningen;
  2. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  3. voorzieningen ten behoeve van het extensief recreatief medegebruik, zoals wandel-, fiets- en ruiterpaden;
met de daarbij behorende:
  1. tuinen, erven, terreinen en paardenbakken;
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

12.2 Bouwregels

12.3 Nadere eisen

12.4 Afwijken van de bouwregels

12.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
  1. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van meer dan 1 paardenhouderij;
  2. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor meer dan 1 bedrijfswoning;
  3. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijgebouwen bij een bedrijfswoning voor bewoning;
  4. het gebruik van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning ten behoeve van mantelzorg;
  5. het gebruik van een bedrijfswoning ten behoeve van een niet op hetzelfde terrein gelegen bedrijf.

12.6 Afwijken van de gebruiksregels

12.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

12.8 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 13 Agrarisch Met Waarden - Natuur

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het agrarisch grondgebruik, met uitzondering van een boom- en/of sierkwekerij-, houtteelt- of fruitteeltbedrijf;
  2. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  3. bos- en/of natuurelementen met een oppervlakte van minder dan 2 hectare;
  4. infrastructurele voorzieningen zoals deze bestonden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  5. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water, niet zijnde voorzieningen ten behoeve van ijsbanen of siervijvers;
  6. natuurvriendelijke oeverzones van 5 m breed aan weerszijden van een watergang;
  7. voorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik en educatief medegebruik, zoals wandel-, fiets- en ruiterpaden en parkeervoorzieningen ten behoeve van toeristische overstappunten;
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde - geen windturbines zijnde - en andere-werken.

13.2 Bouwregels

Op de voor 'Agrarisch met waarden - Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

13.3 Nadere eisen

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

13.5 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 14 Bedrijf

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor het uitoefen van bedrijfsmatige activiteiten, opslag en installaties, met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde - geen windturbines zijnde -, tuinen, erven, terreinen en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:
  1. uitsluitend bedrijven zijn toegelaten als genoemd in de Bijlage 2 'Bedrijvenlijst';
  2. verhuur van opslagruimte, uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – opslagbedrijf';
  3. detailhandel niet is toegestaan, met uitzondering van internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheden en zonder afhaalpunt;
  4. in afwijking van het bepaalde onder a en b ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' op de volgende adressen tevens de volgende bedrijfsactiviteiten en ondergeschikte detailhandel zijn toegestaan:
Oostindie 45 - Zevenhuizen loonbedrijf/bedrijfsmatig houden van koeien overeenkomstig de bestaande situatie
Gaweg 14 - Zuidhorn
timmerwerkplaats en uitsluitend binnenopslag en binnenstalling van bouwmaterialen, machines en gereedschappen en voertuigen, waaronder caravans
Drachtersweg 96 - Opende siloreparatiebedrijf
Oosterweg 65-67 - De Wilp
fouragebedrijf
Ontginningsweg 11 - Opende grondverzetbedrijf
Schilligepad 17 - Boerakker loonwerkbedrijf
  1. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  2. inrichtingen als bedoeld in de Wet geluidhinder niet zijn toegestaan;
  3. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  4. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen.

14.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

14.3 Nadere eisen

14.4 Afwijken van de bouwregels

14.5 Specifieke gebruiksregels

14.6 Afwijken van de gebruiksregels

14.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 15 Bedrijf - 1

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten, opslag en installaties, met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde - geen windturbines zijnde-, tuinen, erven, terreinen en parkeervoorzieningen, met dien verstande dat:
  1. ter plaatse van Scheiding 43 - Opende uitsluitend een bedrijf in productie, verkoop en reparatie van aanhangwagens en aanverwante artikelen is toegestaan, alsmede bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 2;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn', dient de naar de Scheiding gerichte gevel van het bedrijfsgebouw overwegend in de gevellijn te worden geplaatst;
  3. één bedrijfswoning is toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  4. ter plaatse van de aanduiding 'tuin' uitsluitend tuin is toegestaan, behorend bij het op hetzelfde perceel gelegen bedrijf;
  5. risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
  6. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  7. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen.

15.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden mogen:
  1. behalve ter plaatse van de aanduiding 'tuin' uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'tuin' geen overkappingen of bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van de onder artikel 15.2.4 sub a en b toegestane bouwwerken en/of bouwwerken die op basis van de reclameregels van de gemeente Westerkwartier zijn toegestaan.

15.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 16 Bedrijf - Afval

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Afval' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. een afvalbedrijf, met dien verstande dat de volgende voorwaarden gelden:
    1. de verwerkingscapaciteit van de composteerinrichting mag maximaal 10.000 ton/jaar bedragen;
    2. puinbreken is toegestaan tot een maximum capaciteit van 100.000 ton/jaar;
    3. de hoogte van buitenopslag mag maximaal 4 m bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag' de hoogte niet meer mag bedragen dan 9 m;
  2. een (gemeentelijke) milieustraat;
  3. ondersteunende activiteiten;
met de daarbij behorende:
  1. gebouwen;
  2. bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'bedrijfswoning' en met dien verstande dat bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder a tot en met c ter plaatse niet zijn toegestaan;
  3. bouwwerken geen gebouw zijnde;
  4. werken, geen bouwwerk zijnde, onder meer in de vorm van ontsluitingswegen;
  5. voorzieningen, onder meer in de vorm van groen- en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  6. parkeervoorzieningen.

16.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijf - Afval' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

16.3 Nadere eisen

16.4 Afwijken van de bouwregels

16.5 Specifieke gebruiksregels

Artikel 17 Bedrijf - Nutsvoorziening

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. op het openbare net aangesloten nutsvoorzieningen, zoals transformatoren, gasdrukregel en -meetstations en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
  2. gemalen;
  3. molens;
  4. landschappelijke inpassing;
met daarbij behorende gebouwen - geen bedrijfswoningen zijnde -, bouwwerken, geen gebouw zijnde en terreinen

17.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

17.3 Nadere eisen

Artikel 18 Bedrijf - Opslag

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Opslag' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de opslag van materialen, met uitzondering van de opslag van gevaarlijke stoffen;
  2. landschappelijke inpassing;
  3. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
met daarbij behorende:
  1. gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en terreinen.

18.2 Bouwregels

18.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken voor het (bedrijfs)wonen.

18.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
  1. de bestemming 'Bedrijf - Opslag' wordt gewijzigd in 'Groen' ten behoeve van een goede landschappelijk inpassing van de aanpassingen van de infrastructuur, mits:
    1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 2';
    2. voorzienbaar is dat de betreffende opslagfunctie ter plaatse wordt beëindigd.

Artikel 19 Gemengd

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. maatschappelijke voorzieningen;
  2. sportvoorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
  1. horeca;
met daarbij behorende:
  1. tuinen;
  2. houtsingels;
  3. erven;
  4. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. groenvoorzieningen;
  6. wegen en paden;
  7. parkeervoorzieningen.

19.2 Bouwregels

Op de voor 'Gemengd' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

19.3 Nadere eisen

19.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
  1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  2. het bebouwingsbeeld;
  3. de verkeersveiligheid.
afwijken van het bepaalde in:
  • artikel 19.2.1 mits wordt voldaan aan de vereiste van een goede landschappelijke inpassing.

19.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
  1. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, anders dan in de vorm van een kantine ten behoeve van de ter plaatse uitgeoefende maatschappelijke activiteiten en sportactiviteiten.

Artikel 20 Groen

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. groenvoorzieningen;
  2. landschappelijke en/of ecologische voorzieningen;
  3. de bescherming en ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden;
  4. speelvoorzieningen;
  5. bermen en waterlopen en -partijen;
met daaraan ondergeschikt;
  1. nutsvoorzieningen;
  2. geluid- en/of lichtwerekende voorzieningen;
  3. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. in- en uitritten;
  5. fiets- en wandelpaden;
  6. erftoegangswegen;
  7. verhardingen;
  8. cultuurgrond;
met de daarbij behorende:
  1. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.

20.2 Bouwregels

Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

20.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend de aanleg van parkeervoorzieningen

20.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
  1. de bestemming 'Groen' wordt gewijzigd in de bestemming 'Water', mits:
    1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1';
    2. de noodzaak van de verbreding van het Van Starkenborghkanaal aanwezig is;
    3. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 32 van toepassing zijn.

Artikel 21 Maatschappelijk - Landschappelijke Waarde

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - landschappelijke waarde' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. educatieve, sociaal-medische en sociaal-culturele voorzieningen in de vorm van een multifunctionele accommodatie ten behoeve van een geschikte werkplek voor kwetsbare inwoners om werkritme en werkervaring op te doen, alsmede, in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen:
    1. ondergeschikte horeca, in de vorm van een theehuis met theetuin;
    2. een kantoor;
    3. een bijeenkomstruimte
    4. parkeervoorzieningen.
  2. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  3. voorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik en educatief medegebruik, zoals wandel-, fiets- en ruiterpaden en parkeervoorzieningen ten behoeve van toeristische overstappunten;
  4. cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  5. infrastructurele voorzieningen zoals deze bestonden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  6. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water, niet zijnde voorzieningen ten behoeve van ijsbaan of siervijvers;
  7. natuurvriendelijke oeverzones van 5 m breed aan weerszijden van een watergang;
Met dien verstande dat:
  1. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en andere-werken.

21.2 Bouwregels

Op de voor 'Maatschappelijk - landschappelijke waarde' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

21.3 Nadere eisen

21.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 22 Natuur

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  2. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  3. infrastructurele voorzieningen zoals deze bestonden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  4. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
  5. natuurvriendelijke oeverzones van 5 m breed aan weerszijden van een watergang;
  6. voorzieningen ten behoeve van extensief recreatief en educatief medegebruik, zoals wandel-, fiets- en ruiterpaden en parkeervoorzieningen ten behoeve van toeristische overstappunten;
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en andere werken.
Onder de bestemming zijn maatregelen met het oog op de ontwikkeling van natuurwaarden in combinatie met dagrecreatieve voorzieningen begrepen, conform de door de provincie en het waterschap voor het gebied vastgestelde inrichtingsplannen.

22.2 Bouwregels

Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

22.3 Specifieke gebruiksregels

22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 23 Natuur - Agrarisch

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur - Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het agrarisch grondgebruik, met uitzondering van een boom- en/of sierkwekerij, een houtteelt- of fruitteeltbedrijf;
  2. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
    waarbij geldt dat de gronden die zijn ingericht voor natuur niet mogen worden omgezet in agrarische gronden en dat het gebruik voor agrarische doeleinden respectievelijk natuurdoeleinden geen onevenredige nadelige gevolgen mag hebben voor de andere functie;
  3. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen.
  4. infrastructurele voorzieningen zoals deze bestonden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan;
  5. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
  6. natuurvriendelijke oeverzones van 5 m breed aan weerzijden van een watergang;
  7. voorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik en educatief medegebruik, zoals wandel- , fiets- en ruiterpaden en parkeervoorzieningen ten behoeve van toeristische overstappunten;
  8. ontsluitingswegen van aangrenzende bouwpercelen, waarbij de ontsluiting op de openbare weg uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' is toegestaan.
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere werken.

23.2 Bouwregels

Op de voor 'Natuur - Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

23.3 Nadere eisen

23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 24 Recreatie - Dagrecreatie

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. ter plaatse van de aanduiding 'attractiepark':
    1. een kinderboerderij, een miniatuurstoomtreinbaan, een modelspoorbaan, een speeltuin, een overdekte speelhal en daarmee vergelijkbare recreatieve voorzieningen;
    2. niet meer dan twee trekkershutten ten behoeve van recreatieve overnachting;
    3. een wandel- en fietspark;
    4. sportdoeleinden;
    5. daghoreca;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'museum': een museum;
  3. landschappelijke inpassing;
  4. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.

24.2 Bouwregels

Op de voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

24.3 Nadere eisen

24.4 Afwijken van de bouwregels

24.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 25 Recreatie - Verblijfsrecreatie

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. ter plaatse van kampeerterrein Overdaips te Roodehaan:
    1. een bedrijfsmatig geëxploiteerd kampeerterrein, met dien verstande dat:
      • op het bestemmingsvlak maximaal vijftien camper- en/of toercaravanplaatsen gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober zijn toegestaan, met de daarbij behorende voorzieningen;
      • aan de verblijfsrecreatie ondergeschikte horeca is toegestaan;
      • een passantensteiger en een botenhuis, met daarbij behorende voorzieningen zoals een hellingbaan;
      • botenverhuur en fietsverhuur;
      • dagrecreatieve voorzieningen, een en ander uitsluitend of in hoofdzaak ten dienste van de verblijfsrecreatieve voorzieningen;
      • openbaar water;
  2. ter plaatse van Westerzand 11 te Sebaldeburen:
    1. een bedrijfsmatig geëxploiteerd natuurkampeerterrein voor toercaravans, vouwwagens, campers, tenten, huifkarren met dien verstande dat:
      • het aantal standplaatsen niet meer mag bedragen dan 30 per hectare;
      • per bestemmingsvlak ten hoogste 1 groepsaccommodatie is toegestaan;
      • 1 bedrijfswoning is toegestaan;
      • 1 woning is toegestaan;
    2. daarbij behorende voorzieningen, waaronder begrepen dagrecreatieve voorzieningen, detailhandel, horeca en dienstverlenende bedrijven, een en ander uitsluitend of in hoofdzaak ten dienste van de verblijfsrecreatieve voorzieningen;
  3. landschappelijke inpassing;
  4. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.

25.2 Bouwregels

Op de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

25.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 26 Sport - Manege

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor een manege, met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, tuinen, erven en gronden, met dien verstande dat:
  1. per bestemmingsvlak niet meer dan 1 manege is toegestaan;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'plattelandswoning' 1 plattelandswoning is toegestaan;
  3. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  4. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  5. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van een landschappelijk ingepast, kleinschalig kampeerterrein;
  6. de gebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen tot een oppervlakte van niet meer dan 120 m2;
  7. de bedrijfswoning en/of een aan de bedrijfswoning aangebouwd bedrijfsgebouw mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m2;
  8. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van kleinschalige horeca ten dienste van de manege.

26.2 Bouwregels

Op de voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

26.3 Nadere eisen

26.4 Afwijken van de bouwregels

26.5 Afwijken van de gebruiksregels

26.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

26.7 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 27 Tuin

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. tuinen, geen erven zijnde, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen woonhuizen;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

27.2 Bouwregels

Op de voor 'Tuin' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 28 Verkeer

28.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het vervoer over de weg;
  2. bruggen, ter plaatse van de aanduiding 'brug';
  3. een laad- en losplaats, ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats'
  4. water;
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en voorzieningen, fiets- en voetpaden, op- en afritten, bermen en beplanting en parkeervoorzieningen.

28.2 Bouwregels

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

28.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
  1. het gebruik van de gronden als verkooppunt van motorbrandstoffen
  2. het inrichten van het bestemmingsvlak met een groter aantal rijstroken dan 2;
  3. het in gebruik nemen van de nieuw aan te leggen weg/nieuw te bouwen bruggen op het moment dat het compenseren van de te dempen karakteristieke sloten, zoals benoemd en beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan "Aduard-Nieuwklap, Vervanging brug Aduard en aanleg rondweg Aduard - Nieuwklap", nog niet zijn vastgelegd in een concreet haalbaar en door Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen vastgesteld compensatieplan dat de instemming heeft van burgemeester en wethouders.

28.4 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 28.3 sub b in die zin dat wordt afgeweken van het aantal rijstroken per weg, mits de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.

Artikel 29 Verkeer - 3

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het vervoer over de weg;
  2. waterlopen;
met daarbij behorende gebouwen, zoals bushaltes, bouwwerken, geen gebouw zijnde en voorzieningen, fietspaden, bermen en bermsloten, taluds, ongelijkvloerse kruisingen, faunapassages, carpoolplaatsen, parkeer- en groenvoorzieningen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen niet is toegestaan.

29.2 Bouwregels

Op de voor 'Verkeer - 3' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

29.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het aanleggen van een weg, bestaande uit meer dan twee rijstroken.

Artikel 30 Verkeer - 4

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het vervoer over de weg;
  2. waterlopen;
met daarbij behorende gebouwen, zoals bushaltes, bouwwerken, geen gebouw zijnde en voorzieningen, fietspaden, bermen en bermsloten, taluds, ongelijkvloerse kruisingen, faunapassages, carpoolplaatsen, parkeer- en groenvoorzieningen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen niet is toegestaan.

30.2 Bouwregels

Op de voor 'Verkeer - 4' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

30.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het aanleggen van een weg, bestaande uit meer dan twee rijstroken.

Artikel 31 Verkeer - Verblijf

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wegen en straten;
  2. voet- en rijwielpaden;
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water. Met daaraan ondergeschikt tuinen en erven.

31.2 Bouwregels

Op de voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

Artikel 32 Water

32.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. kanalen, vaarten, plassen, waterbergingen, watergangen, voorzieningen voor het keren en beheersen van water en andere waterhuishoudkundige voorzieningen;
  2. oeverstroken;
  3. de recreatie- en beroepsvaart;
  4. extensief recreatief medegebruik;
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en voorzieningen, zoals dammen, duikers, beschoeiingen, bermen, beplanting en groenvoorzieningen.

32.2 Bouwregels

Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

32.3 Afwijken van de bouwregels

32.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
  1. het gebruik van de gronden ten behoeve van het met een woonschip innemen van een ligplaats;
  2. het gebruik van de gronden ten behoeve van aanleg- en vissteigers.

Artikel 33 Wonen

33.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen in woonhuizen met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, met dien verstande dat:
  1. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  2. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  3. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van hobbymatig agrarisch gebruik en voor bestaand agrarisch gebruik door derden;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'boomgaard' de gronden zijn bestemd voor een boomgaard;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'groen' de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van houtsingels;
  6. per bouwperceel niet meer dan 1 hobbymatige paardenbak voor eigen gebruik is toegestaan met een oppervlak van ten hoogste 800 m2, waarvoor geldt dat de afstand tussen de paardenbak en een woning van derden niet minder dan 25 m mag bedragen;
  7. de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m2;
  8. de gronden mede zijn bestemd voor een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:
    1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2;
    2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke grondoppervlakte van het hoofdgebouw, aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen;
    3. internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheden en zonder afhaalpunt is toegestaan;
    4. buitenopslag is niet toegestaan;
  9. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' uitsluitend recreatieve bebouwing is toegestaan in een recreatiewoning, met een maximale oppervlakte van 70 m2 inclusief aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde, waarbij vrijstaande bijgebouwen niet zijn toegestaan, een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale bouwhoogte van 6 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte recreatiewoning (m2)' het oppervlakte van de reactiewoning maximaal het aangegeven oppervlakte mag bedragen;
  10. ter plaatse van de aanduiding 'atelier' een atelier/galerie;
  11. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' en de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vrijkomende bebouwing buitengebied' de instandhouding van de bestaande architectonische, cultuurhistorische en/of situatieve waarde wordt nagestreefd, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 61;
  12. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - kleinschalig pension' de gronden mede zijn bestemd voor een kleinschalig pension in vrijstaande bijgebouwen tot 180 m2;
  13. indien ter plaatse de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woning' is opgenomen, mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding gewoond worden in een woonhuis;
  14. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis' op de bestemmingsvlakken gelegen op de volgende adressen, tevens de volgende nevenactiviteiten zijn toegestaan tot de aangegeven oppervlakte in m2.
Adres Nevenactiviteit Max. oppervlakte
Jonkersvaart 12, Jonkersvaart handel in watersportartikelen met winkel 550
Jonkersvaart 88A, Jonkersvaart dierenartspraktijk gespecialiseerd in grote landbouwdieren 340
Jouwer 12, Sebaldeburen timmerbedrijf bestaand
Haarsterweg 38, Marum recreatieboerderij 1120
Lietsweg 6, Nuis training en begeleiding loopbaan en persoonlijke effectiviteit 160
met daaraan ondergeschikt:
  1. groenvoorzieningen;
  2. nutsvoorzieningen;
  3. speelvoorzieningen;
  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. wegen, straten en paden;
met de daarbij behorende:
  1. tuinen en erven;
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

33.2 Bouwregels

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

33.3 Afwijken van de bouwregels

33.4 Specifieke gebruiksregels

33.5 Afwijken van de gebruiksregels

33.6 Wijzigingsbevoegdheid

Artikel 34 Wonen - 1

34.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen in woonhuizen met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, met dien verstande dat:
  1. de gronden mede zijn bestemd voor landschappelijke inpassing;
  2. de gronden mede zijn bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  3. de gronden mede mogen worden gebruikt ten behoeve van hobbymatig agrarisch gebruik en voor bestaand agrarisch gebruik door derden;
  4. per bouwperceel niet meer dan 1 hobbymatige paardenbak voor eigen gebruik is toegestaan met een oppervlak van ten hoogste 800 m2, waarvoor geldt dat de afstand tussen de paardenbak en een woning van derden niet minder dan 25 m mag bedragen;
  5. de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen mede mogen worden gebruikt en verbouwd ten behoeve van bed & breakfast tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m2;
  6. de gronden mede zijn bestemd voor een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat:
    1. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 70 m2;
    2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke grondoppervlakte van het hoofdgebouw, aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen;
    3. internethandel zonder fysieke bezoekmogelijkheden en zonder afhaalpunt is toegestaan;
    4. buitenopslag is niet toegestaan;
met daaraan ondergeschikt:
  1. groenvoorzieningen;
  2. nutsvoorzieningen;
  3. speelvoorzieningen;
  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. wegen, straten en paden;
met de daarbij behorende:
  1. tuinen en erven;
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

34.2 Bouwregels

Op de voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

34.3 Afwijken van de bouwregels

34.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 35 Wonen - A1

35.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Wonen - A1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbon­den beroep en bestaande kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. gebouwen en aangebouwde overkappingen ten behoeve van het wonen;
  3. per bouwperceel één hobbymatige, landschappelijk ingepaste paardrijdbak voor eigen gebruik met een oppervlakte van ten hoogste 800 m2, waarvoor geldt dat de afstand tussen de paardenbak en een woning van derden ten minste 25,00 m zal bedragen;
met daaraan ondergeschikt:
  1. tuinen;
met de daarbijbehorende:
  1. erven en verhardingen;
  2. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

35.2 Bouwregels

35.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
  1. het gebruik van vrijstaande gebouwen buiten het bouwvlak voor zelfstandige bewoning;
  2. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
  3. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten, anders dan in de vorm van een aan-huis-verbonden beroep of bestaande kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  4. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep, zodanig dat:
    1. de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane grondvloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
    2. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep meer bedraagt dan 50 m²;
    3. het gebruik van de gronden ten behoeve van een horecabedrijf;
    4. het gebruik van een woonhuis voor meer dan één woning;
    5. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor meer woningen dan het bestaande aantal.

Artikel 36 Wonen - Zorg

36.1 Bestemmingsomschrijving

De op voor 'Wonen - Zorg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. zorgwoningen, al dan niet in combinatie met bijbehorende:
    1. gemeenschappelijke ruimtes;
    2. dagbesteding;
    3. fysiotherapie;
    4. sanitaire voorzieningen;
    5. ondersteunende bedrijfsruimtes;
met daaraan ondergeschikt:
  1. parkeervoorzieningen;
  2. straten, fiets- en wandelpaden, trottoirs en paden;
  3. water (waterberging/waterafvoer);
  4. erven, tuinen;
  5. groen- en speelvoorzieningen;
  6. overige voorzieningen zoals nutsvoorzieningen;
  7. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

36.2 Bouwregels

36.3 Nadere eisen

36.4 Specifieke gebruiksregels

36.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 36.4.2 indien in plaats van de landschapsmaatregelen zoals opgenomen in Bijlage 31, andere landschapsmaatregelen worden getroffen, met dien verstande dat:
  1. de landschapsmaatregelen minimaal gelijk zijn aan de in Bijlage 31opgenomen landschapsmaatregelen en voorzien in een minimaal gelijk beschermingsniveau van de landschappelijke waarden waarvoor de in Bijlage 31genoemde landschapsmaatregelen zijn bepaald;
  2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden.

Artikel 37 Leiding - Gas

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen basisbestemmingen, tevens bestemd voor:
  1. ter plaatse en in de directe nabijheid van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas' voor één of meer leidingen ten behoeve van het transport van aardgas;
  2. hoofdgastransportleidingen;
  3. een belemmeringenstrook ten behoeve van een hoofdgastransportleiding en het onderhoud en beheer daarvan;
  4. de aanleg en instandhouding van een afsluitervoorziening ten behoeve van een aardgastransportleiding;
  5. de bescherming van de leiding(en) ten behoeve van het transport van aardgas;
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en voorzieningen.
In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel vóór de regels die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' voorrang krijgt.

37.2 Bouwregels

Op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden:
  1. mag niet worden gebouwd ten dienste van de basisbestemming;
  2. mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd ten dienste van de aardgastransportleiding, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m mag bedragen

37.3 Afwijken van de bouwregels

37.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 38 Leiding - Hoogspanningsverbinding

38.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor:
  1. ter plaatse en in de directe nabijheid van de aanduiding 'hartlijn leiding - hoogspanningsverbinding' voor leidingen ten behoeve van het transport van elektriciteit;
  2. de bescherming van de leidingen ten behoeve van het transport van elektriciteit,
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en voorzieningen.

38.2 Bouwregels

Op de tot 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden:
  1. mag niet worden gebouwd ten dienste van de basisbestemming;
  2. mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd ten dienste van de hoogspanningsleiding, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 60 m mag bedragen.

38.3 Afwijken van de bouwregels

38.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 39 Leiding - Riool

39.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen(en), mede bestemd voor een rioolpersleiding en de daarbij behorende belemmeringenstrook.

39.2 Bouwregels

Op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden:
  1. mag niet worden gebouwd ten dienste van de basisbestemming;
  2. mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd ten dienste van de aardgastransportleiding, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2,00 m mag bedragen

39.3 Afwijken van de bouwregels

39.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 40 Waarde - Archeologie 2

40.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige archeologische waarden (archeologisch waardevol gebied).

40.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, tenzij het betreft:
  1. bouwwerken waarvan de bestaande oppervlakte met ten hoogste 50 m2 wordt uitgebreid;
  2. bouwwerken ten behoeve van archeologisch onderzoek en bouwwerken met een oppervlakte kleiner dan 50 m² ten behoeve van andere daar voorkomende bestemming(en).

40.3 Afwijken van de bouwregels

40.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

40.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' wordt verwijderd:
  1. indien uit deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen sprake is van behoudenswaardige archeologische waarden;
  2. voor gronden die zijn aangewezen als beschermd monument.

Artikel 41 Waarde - Archeologie 3

41.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige archeologische waarden, waarbij geldt dat, indien strijd ontstaat tussen het belang van het behoud en de bescherming van archeologische waarden en andere bestemmingen, de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' prevaleert.

41.2 Bouwregels

41.3 Afwijken van de bouwregels

41.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

41.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' wordt verwijderd:
  1. indien uit deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen sprake is van behoudenswaardige archeologische waarden;
  2. voor gronden die zijn aangewezen als beschermd monument.

Artikel 42 Waarde - Archeologie 4

42.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de in de grond verwachte (hoge of specifieke (beekdal)) archeologische waarden, waarbij geldt dat indien strijd ontstaat tussen het belang van het behoud en de bescherming van archeologische waarden en andere bestemmingen de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' prevaleert.

42.2 Bouwregels

42.3 Afwijken van de bouwregels

42.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

42.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' wordt verwijderd:
  1. indien uit deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen sprake is van behoudenswaardige archeologische waarden;
  2. voor gronden die zijn aangewezen als beschermd monument.

Artikel 43 Waarde - Archeologie 5

43.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige archeologische waarden (middelhoge archeologische verwachting), waarbij geldt dat, indien strijd ontstaat tussen het belang van het behoud en de bescherming van archeologische waarden en andere bestemmingen, de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' prevaleert.

43.2 Bouwregels

43.3 Afwijken van de bouwregels

43.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

43.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' wordt verwijderd:
  1. indien uit deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen sprake is van behoudenswaardige archeologische waarden;
  2. voor gronden die zijn aangewezen als beschermd monument.

Artikel 44 Waarde - Archeologie 6

44.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de in de grond aanwezige archeologische waarden (lage archeologische verwachting), waarbij geldt dat, indien strijd ontstaat tussen het belang van het behoud en de bescherming van archeologische waarden en andere bestemmingen, de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' prevaleert.

44.2 Bouwregels

44.3 Afwijken van de bouwregels

44.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 6' wordt verwijderd:
  1. indien uit deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen sprake is van behoudenswaardige archeologische waarden;
  2. voor gronden die zijn aangewezen als beschermd monument.

Artikel 45 Waarde - Beschermd Dorpsgezicht

45.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en behoud van het beschermde dorpsgezicht van Zuidhorn, zoals is aangewezen bij besluit van 26 oktober 2007.
De waarden van het beschermde dorpsgezicht komen onder meer tot uitdrukking in:
  1. de situering en ritmiek van de begeleidende bebouwing langs De Gast en de Hoofdstraat;
  2. de ruimtelijke inrichting van de open ruimte, zoals de ruime voortuinen;
  3. de begeleidende watergangen langs De Gast en de Hoofdstraat;
  4. de begeleidende bomen langs De Gast en de Hoofdstraat.

45.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 46 Waarde - Besloten Gebied

46.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Besloten gebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de vorm van besloten gebieden met houtsingelstructuur, de pingoruïnes en de daarbij behorende (opstrekkende) verkaveling.

46.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 47 Waarde - Blokverkaveling

47.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Blokverkaveling' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de vorm van onregelmatig gevormde percelen die worden gescheiden door kromme sloten.

47.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 48 Waarde - Cultuurhistorie 2

48.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘ Waarde - Cultuurhistorie 2 ’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van Aduarderzijl. Hieronder wordt het behoud en herstel van de volgende essentiële ruimtelijke kenmerken begrepen:
  • de ligging van dit dorp aan het Reitdiep en het Aduarderdiep;
  • de sluizen en ’t Waarhuis (het huis van de sluiswachter);
  • het tracé van de oude watergang (’t Oude Gat);
  • de samenhang tussen de woningen en het onderscheid tussen de arbeiderswoningen en de voornamere woningen;
  • de kleinschaligheid;
  • de aanzichten van het dorp vanuit het landschap.

48.2 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

Artikel 49 Waarde - Houtsingelreservaat

49.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Houtsingelreservaat aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de vorm van besloten gebied met houtsingelstructuur, de pingoruïnes en de daarbij behorende (opstrekkende) verkaveling.

49.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 50 Waarde - Landgoed

50.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Landgoed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de kenmerkende (opstrekkende) verkaveling.

50.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 51 Waarde - Landschap

51.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Landschap aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

51.2 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
  1. Het diepploegen, egaliseren en afschuiven van gronden;
  2. het gebruik van de gronden voor nieuwe houtteelt;
  3. het gebruik van de gronden voor de aanleg van bossen en boomgaarden.

51.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 52 Waarde - Natuur En Landschap

52.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Natuur en Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke waarden die gebonden zijn aan de waterlopen en zoals deze tot uitdrukking komen in het profiel en de geomorfologie van de waterloop.

52.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 53 Waarde - Open Gebied

53.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Open gebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de vorm van grootschalige open weidegebieden met een dicht slotenstelsel en een hoge grondwaterstand.

53.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 54 Waarde - Reliëf

54.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Reliëf' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de al dan niet zichtbare hoogtes of laagtes in het landschap en daarmee samenhangende geomorfologische en cultuurhistorische waarden.

54.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 55 Waarde - Rijksmonument

55.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Rijksmonument' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van rijksmonumenten.

55.2 Bouwregels

Voor het (ver)bouwen van bouwwerken is in de meeste gevallen een vergunning noodzakelijk. Een aanvraag daartoe dient bij de gemeente te worden ingediend.

55.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Voor het aanleggen van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, is in de meeste gevallen een vergunning noodzakelijk. Een aanvraag daartoe dient bij de gemeente te worden ingediend.

Artikel 56 Waarde - Wierde

56.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Wierde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden zoals deze tot uitdrukking komen in de aanwezigheid van wierden en de daarmee samenhangende hoogteverschillen en bebouwings- en beplantingskarakteristiek: bebouwing op de wierde, met voor zover nog aanwezig de windsingel, gracht en grote siertuin voor het voorhuis.

56.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 57 Waarde - Wierde Invloedszone

57.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘ Waarde - Wierde invloedszone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor het behoud, herstel en ontwikkeling van de openheid van, het zicht op en de herkenbaarheid van wierden en wierdendorpen.

57.2 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
  1. het gebruik van de gronden voor nieuwe houtteelt;
  2. het gebruik van de gronden voor de aanleg van bossen en boomgaarden.

57.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. het is verboden op of in de als ‘Waarde - Wierde invloedszone' bestemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • het afgraven en ophogen van gronden;
    • het egaliseren van gronden, met uitzondering van het egaliseren met een kilverbord;
    • het diepploegen en mengwoelen van gronden;
    • het graven en dempen van sloten en watergangen;
    • het vergroten of verkleinen van het doorstromingsprofiel van sloten en watergangen;
    • het verwijderen van stuwen en dammen;
  2. de onder a bedoelde vergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft die het normale onderhoud tot doel hebben.
  3. voor zover voor meerdere werken en/of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.
  4. de onder a bedoelde vergunning mag geen afbreuk doen aan de in artikel 57.1 omschreven waarden.
  5. voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend moet worden vastgesteld dat er geen elders in het bestemmingsplan opgenomen verboden ter bescherming van landschappelijke, cultuurhistorische of natuurlijke waarden worden overtreden.

Artikel 58 Waterstaat - Waterberging

58.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterberging' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor:
  1. de waterberging.
Onder de bestemming zijn de aanleg van dijken, waterlopen, kaden, gemalen, inlaten en overige kunstwerken ten behoeve van het inlaten, bergen en afvoeren van boezemwater begrepen, conform de door de provincie en het waterschap voor het gebied vastgestelde inrichtingsplannen.

58.2 Bouwregels

  1. op de voor 'Waterstaat - Waterberging' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de dubbelbestemming worden gebouwd;
  2. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 5,00 m;
  3. de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding bedraagt maximaal 11,00 m;
  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3,00 m;
  5. ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming, mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende bouwregels uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de waterbergingscapaciteit gelijk blijft.

58.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 58.2 met inachtneming van de volgende regels:
  1. de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels worden in acht genomen;
  2. er mag alleen hoogwaterbestendig worden gebouwd;
  3. de waterbergingscapaciteit wordt niet onevenredig geschaad en vooraf wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.

58.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
    1. het ophogen van gronden;
    2. het ontgronden, afgraven of egaliseren van gronden;
    3. het dempen van watergangen;
    4. het aanbrengen van oppervlakteverharding;
    5. het aanbrengen van opgaande beplanting;
    6. het aanbrengen van ondergrondse (transport)leidingen.
  2. het in sub a genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
    1. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 58.3 ;
    2. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
    3. die worden uitgevoerd krachtens een vastgesteld beheersplan;
    4. betrekking hebben op het inrichten van het gebied conform de inrichtingsplannen;
    5. die op het tijdstip van inwerkingtreding van het inpassingsplan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
    6. die door de beheerder van de waterkering (kunnen) worden uitgevoerd.
  3. de werken en werkzaamheden als bedoeld in sub a zijn slechts toelaatbaar indien de waterbergingscapaciteit gelijk blijft en vooraf advies in ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.

Artikel 59 Waterstaat - Waterkering

59.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangegeven gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor deze gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor het waterbeheer en de waterkering.

59.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, anders dan voor deze bestemming. Deze regels is niet van toepassing op bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

59.3 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de werking van de waterkering, kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 59.2 voor het realiseren van bouwwerken die ingevolge de basisbestemming zijn toegestaan, mits vooraf positief advies is ontvangen van het waterschap.

3 Algemene Regels

Artikel 60 Anti-dubbeltelregel

60.1 Grond

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

60.2 Woningen

Bij de beoordeling van een bouwaanvraag voor een (agrarische) bedrijfswoning worden mede in aanmerking genomen bestaande woningen welke als (agrarische) bedrijfswoning zijn gebouwd of als zodanig in gebruik zijn geweest. Ook bedrijfswoningen die ten gevolge van verkoop, verhuur, bedrijfssplitsing of andere transacties niet meer als (agrarische) bedrijfswoning fungeren, worden daartoe gerekend.

Artikel 61 Algemene Bouwregels

61.1 Karakteristieke, beeldbepalende en vrijkomende bebouwing

Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', 'specifieke bouwaanduiding - beeldbepalend' of de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - vrijkomende bebouwing buitengebied'/'specifieke bouwaanduiding - vrijgekomen bebouwing' gelden de kenmerken van de bestaande architectonische, cultuurhistorische en/of situatieve waarden van het hoofdgebouw voor het behoud van de karakteristieke hoofdvorm van gebouwen.

61.2 Bebouwingsgrenzen

61.3 Geluidzones langs wegen

Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van:
  1. 250 m ter weerszijden van een weg met een of twee rijstroken;
  2. 400 m ter weerszijden van een weg met drie of vier rijstroken;
mogen toegelaten geluidsgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd of vervangen met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde, behoudens voor zover artikel 76, lid 3 van de Wet geluidhinder van toepassing is.

61.4 Reclame-uitingen

Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen geldt dat de oppervlakte van reclame-uitingen niet meer dan 0,5 m2 mag bedragen.

61.5 Reclamemasten

Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen geldt dat de bouwhoogte van reclamemasten niet meer dan 6 m mag bedragen.

61.6 Lichtmasten

Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen geldt dat lichtmasten:
  1. niet mogen worden opgericht binnen een afstand van 100 m van de bestemmingen 'Bos', 'Natuur' en 'Natuur - Agrarisch';
  2. een bouwhoogte mogen hebben van niet meer dan 6 m.

61.7 Windturbines

Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen geldt dat de ashoogte van windturbines niet meer dan 15 m mag bedragen.

Artikel 62 Algemene Gebruiksregels

62.1 Strijdig gebruik

Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:
  1. het uitvoeren van de in de Bijlage 1'Tabel Omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden' genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming of aanduiding in de tabel een "S" is vermeld;
  2. het uitvoeren van de in de Bijlage 1'Tabel Omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden' genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover deze de aan de gronden toegekende te behouden en/of te beschermen waarden onevenredig aantasten, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden onevenredig verkleinen;
  3. het kappen of rooien van houtsingels anders dan voor normaal onderhoud;
  4. het gebruiken of het laten gebruiken van gronden voor de opslag van hooibalen buiten de agrarische bedrijfsbestemming;
  5. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale, ter plaatse toegestane bedrijfsvoering;
  6. het gebruiken of het laten gebruiken van gronden als paardenbak, renbaan of menterrein, tenzij dat uitdrukkelijk is toegestaan;
  7. het gebruiken of het laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting, tenzij dat uitdrukkelijk is toegestaan;
  8. het gebruiken of laten gebruiken van gronden ten behoeve van gemotoriseerde of gemechaniseerde sporten, tenzij dat uitdrukkelijk is toegestaan;
  9. het gebruiken of laten gebruiken van boerderijkamers, recreatiewoningen, groepsaccommodaties, chalets, stacaravans, trekkershutten, toercaravans, vouwwagens, campers, tenten, huifkarren en andere recreatieobjecten voor permanente bewoning;
  10. het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  11. het gebruiken of laten gebruiken van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen voor bewoning door een ander huishouden dan het huishouden dat de woning bewoond;
  12. het gebruik van gronden ter plaatse van een bestemmingsvlak of een aanduidingsvlak die op een afstand van 50 meter of minder van elkaar zijn gelegen voor het oprichten of vergroten van agrarische bedrijfsbebouwing, niet zijnde bestaande agrarische bedrijfsbebouwing, die, gelet op hun organisatorische, functionele of technische verbondenheid, tot hetzelfde bedrijf behoren en waarbij de gezamenlijke oppervlakte van de bestemmingsvlakken of aanduidingsvlakken meer bedraagt dan 1 hectare;
  13. het gebruik van gronden en gebouwen voor de nieuwvestiging van geitenhouderijen, al dan niet als neventak bij een (agrarisch) bedrijf;
  14. het gebruik van gronden en gebouwen voor de uitbreiding van een bestaande geitenhouderij met één of meer geiten;
  15. het gebruik van windturbines zodanig dat tevens energie aan derden wordt geleverd.

62.2 Uitzondering strijdig gebruik

Het bepaalde in artikel 62.1 onder l is niet van toepassing indien:
  1. de in deze bepaling bedoelde gronden voorafgaand aan de inwerkingtreding van het voorbereidingsbesluit (d.d. 20 november 2016) reeds aantoonbaar in eigendom waren bij één eigenaar en binnen één bedrijfsvoering mochten worden gebruikt, en
  2. vóór 20 november 2019 een aanvraag om omgevingsvergunning voor het oprichten of vergroten van agrarische bedrijfsbebouwing is ingediend.

62.3 Toegestaan gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval niet gerekend:
  1. het uitvoeren van de in de Bijlage 1'Tabel Omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden' genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming of aanduiding in de tabel een "T" is vermeld;
  2. het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift een omgevingsvergunning is vereist en deze is verleend;
  3. het gebruik van gronden en gebouwen voor daghoreca, waaronder wordt verstaan het verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, daar waar bij de hoofdfunctie de nevenactiviteiten dagrecreatie, dagopvang/dagbesteding, bed & breakfast, zorgboerderij, boerderijwinkel, boerderijterras en/of theetuin zijn toegestaan;
  4. de opslag van materiaal en het stallen van caravans in (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen;
  5. het tijdelijk gebruiken van de gronden voor doorloopstallen;
  6. het aanleggen of het laten aanleggen van kabels en/of leidingen ten behoeve van de drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de datacommunicatie, met uitzondering van:
    1. aardgastransportleidingen met een diameter van meer dan 4" en/of een druk van meer dan 40 bar;
    2. transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie met een diameter van meer dan 4";
    3. hoogspanningsleidingen;
    4. buisleidingen voor het transport van water, afvalwater of stoom met een doorsnede van 1 meter of meer en een lengte van 10 km of meer.

62.4 Afwijken van de gebruiksregels

62.5 Afstemmingsregel

Indien in de Bijlage 1'Tabel Omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden' voor bepaalde gronden een "S" en/of een "A" en/of een "T" zijn vermeld, geldt dat het meeste belang wordt toegekend aan respectievelijk de "S", de "A" en de "T".

62.6 Afwegingskader omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

De uitvoering van de in Bijlage 1'Tabel Omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden' genoemde omgevingsvergunningsplichtige werken en werkzaamheden is in strijd met de bestemming, indien daardoor, dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de waarden van deze gronden onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden onevenredig (kunnen) worden verkleind.

Artikel 63 Algemene Aanduidingsregels

63.1 geluidzone - weg

  1. de ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - weg' aangewezen gronden zijn bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai op geluidsgevoelige objecten;
  2. voor het bouwen van gebouwen geldt dat een op grond van de basisbestemming toelaatbaar geluidsgevoelig gebouw of een uitbreiding van een geluidsgevoelig gebouw niet mag worden gebouwd;
  3. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder b en toestaan dat nieuwe geluidsgevoelige gebouwen of uitbreidingen van geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd, mits de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer van de gevels van deze geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;
  4. het is verboden niet-geluidsgevoelige objecten te gebruiken als geluidsgevoelig object;
  5. het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder d en toestaan dat niet-geluidsgevoelige objecten worden gebruikt als geluidsgevoelig objecten, mits de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer op het geluidgevoelige object niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde.

63.2 veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen

63.3 veiligheidszone - leiding

  1. de voor 'veiligheidszone - leiding' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede aangewezen voor het tegengaan van de vestiging van objecten voor langdurig verblijf van groepen verminderd zelfredzame personen.
  2. gebouwen en/of terreinen mogen niet worden gebruikt als een object voor langdurig verblijf van verminderd zelfredzame personen.
  3. in afwijking van het bepaalde onder a en b mag bestaand gebruik worden voortgezet.
  4. met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub b en toestaan dat gebouwen en/of terreinen worden gebruikt als een object voor het langdurig verblijf van verminderd zelfredzame personen binnen de als 'veiligheidszone - leiding' aangeduide gronden, mits vooraf een positief advies is afgegeven door de veiligheidsregio.

63.4 vrijwaringszone - molenbiotoop

63.5 vrijwaringszone - vaarweg

  1. de voor ‘vrijwaringszone - vaarweg’ aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen (dubbel)bestemmingen, mede aangewezen voor een vrijwaringszone voor de beroepsvaart.
  2. ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone - vaarweg’ geldt dat een op grond van de basisbestemming toelaatbaar gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, slechts mag worden gebouwd indien uit onderzoek is gebleken dat het gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, geen nadelige invloed heeft op de scheepvaart op de aangrenzende waterweg.
  3. ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone - vaarweg’ mogen gebouwen en/of terreinen niet worden gebruikt als een object voor langdurig verblijf van verminderd zelfredzame personen.
  4. met inachtneming van het bepaalde onder b mag het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde onder c en toestaan dat gebouwen en/of terreinen worden gebruikt als een object voor het langdurig verblijf van verminderd zelfredzame personen binnen de ‘vrijwaringszone - vaarweg’, mits:
    1. uit een berekening blijkt dat er geen sprake is van een overschrijding van de oriënterende waarde;
    2. vooraf een positief advies is afgegeven door de veiligheidsregio.

Artikel 64 Algemene Afwijkingsregels

64.1 Afwijkingsbevoegdheid

64.2 Afwegingskader

Artikel 65 Algemene Wijzigingsregels

65.1 Wijzigingsbevoegdheid

65.2 Afwegingskader wijziging

65.3 Procedure

Voor een besluit tot wijziging geldt de procedure als genoemd in artikel 3.9a lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 66 Algemene Procedureregels

66.1 Afwijking

Bij de gebruikmaking van de afwijkingsbevoegdheid en de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de volgende procedure van toepassing:
  1. het voornemen tot afwijking, dan wel tot het stellen van nadere eisen ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
  2. de bekendmaking bevat de mededeling dat belanghebbenden schriftelijk hun zienswijzen kunnen indienen gedurende de onder a genoemde termijn;
  3. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen hebben ingediend de beslissing daaromtrent mede.

Artikel 67 Overige Regels

67.1 Parkeergelegenheid en los- en laadmogelijkheden

  1. bij de verlening van een omgevingsvergunning voor bouwen of voor een gebruiksverandering moet, indien de omvang of de bestemming van een gebouw daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's, (motor)fietsen of andere voertuigen in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het bijbehorend bouwperceel.
    Van voldoende parkeergelegenheid is sprake als wordt voldaan aan de parkeerkencijfers in de CROW-publicatie 381 en/of het gemeentelijke beleid; indien deze gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging.
  2. indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het bijbehorend bouwperceel.
  3. gerealiseerde voorzieningen als bedoeld in sub a en b, dienen na de realisering in stand te worden gehouden.
  4. burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in sub a en b:
    1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
    2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.

67.2 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

67.3 Verwijzing naar adressen

De adressen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, betreffen de adressen zoals deze op de zijn terug te vinden op het moment van vaststelling van het plan.

4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 68 Overgangsrecht

68.1 Bouwwerken

68.2 Gebruik

68.3 Persoonsgebonden overgangsrecht

In afwijking van en in aanvulling van het bepaalde in artikel 68.2.4 geldt dat op de in de tabel genoemde locatie het in de tabel genoemde gebruik mag worden voorgezet door de in de tabel genoemde personen.
Locatie Gebruik Personen
recreatiewoning bij Oostindie 52, Zevenhuizen als tijdelijke woning H. Top

Artikel 69 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Veegplan reparatiepercelen buitengebied Westerkwartier".