KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Toepassingsregels
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf (Artikel 5)
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Artikel 5 Algemene Aanduidingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 6 Overgangsrecht
Artikel 7 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Opstellen Bestemmingsplan
1.2 Plangebied
1.3 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Bestaande Situatie
2.1 Aanwezige Bedrijven
2.2 Geluidzone
2.3 Aanwezige Woningen
Hoofdstuk 3 Planologische Beleidskader
3.1 Wet Geluidhinder
3.2 Activiteitenbesluit Milieubeheer
3.3 Geldend Bestemmingsplan
Hoofdstuk 4 Planologische En Milieuaspecten
4.1 Dezonering Industrieterrein
4.2 Overige Aspecten
Hoofdstuk 5 Juridische Planbeschrijving
5.1 Algemeen
5.2 Regels
5.3 Verbeelding
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid
6.1 Economische Uitvoerbaarheid
6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlage 1 Onderzoek Dezonering
Bijlage 2 Nota Vooroverlegreacties
Bijlage 3 Vooroverlegreacties

Opheffen geluidzone bedrijventerrein Marum De Hoek

Bestemmingsplan - Gemeente Westerkwartier

Ontwerp op 07-11-2023 - in voorbereiding

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 het plan:

het bestemmingsplan Opheffen geluidzone bedrijventerrein Marum De Hoek met identificatienummer NL.IMRO.1969.BPBT23BEHE-OW01 van de gemeente Westerkwartier;

1.2 plan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.6 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

Artikel 2 Toepassingsregels

Dit bestemmingsplan is van toepassing op het bestemmingsplan, zoals opgenomen in onderstaande tabel:

Naam plan Identificatienummer Vaststelling
Marum Dorp 2015 NL.IMRO.0025.BPMA15BEHE1-VA01 16-12-2015

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf (Artikel 5)

Onderstaande wijzigingen van de regels zijn voor alle voor 'Bedrijf' bestemde percelen van toepassing in het bestemmingsplan Marum Dorp 2015 , vastgesteld op 16-12-2015.

3.1 Bestemmingsomschrijving (5.1)

In de bestemmingsomschrijving na sublid b. komt een deel van de tekst te vervallen, zodat de tekst als volgt komt te luiden:

met uitzondering van risicovolle inrichtingen, geluidszoneringsplichtige inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;

3.2 Specifieke gebruiksregels (5.5)

In artikel 5.5 onder a komt een deel van de tekst te vervallen, zodat de tekst als volgt komt te luiden:

  1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van risicovolle inrichtingen, geluidszoneringsplichtige inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;

3.3 Afwijken van de gebruiksregels (5.6)

In artikel 5.6 onder a, b en c komt een deel van de tekst te vervallen, zodat de tekst als volgt komt te luiden:

a.2 het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;

b.2 het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;

c.2 het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft;

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Algemene Aanduidingsregels

5.1 geluidzone - industrie (24.1)

De gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' komt in de regels en op de verbeelding te vervallen.

5.2 overige zone - gezoneerd industrieterrein (24.2)

De gebiedsaanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein' komt in de regels en op de verbeelding te vervallen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

6.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig omgevingsvergunning verlenen van sublid a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
  3. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

6.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 7 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Opheffen geluidzone bedrijventerrein Marum De Hoek van de gemeente Westerkwartier.

Behorende bij het besluit van....... 202

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding Opstellen Bestemmingsplan

De voormalige gemeente Marum heeft eind 2018 onderzoek laten uitvoeren (rapport DGMR, zie 4.1) om een afweging te kunnen maken voor het opheffen van de geluidzone rond het industrieterrein De Hoek in Marum. Door herindeling is de gemeente Marum samen met de gemeente Leek, Grootegast, Zuidhorn en een deel van de gemeente Winsum opgegaan in de nieuwe gemeente Westerkwartier. Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Westerkwartier heeft het voornemen om de geluidzone op te heffen.

In het geldende bestemmingsplan Marum Dorp 2015 (zie paragraaf 3.3) is het industrieterrein De Hoek bestemd als een 'gezoneerd industrieterrein'. Dat betekent dat er zich 'grote lawaaimakers' mogen vestigen. Op het industrieterrein zijn geen grote lawaaimakers meer aanwezig of gewenst. Om te voorkomen dat grote lawaaimakers zich alsnog op De Hoek kunnen vestigen wordt deze mogelijkheid verwijderd en ook de bijbehorende geluidzone rondom het gezoneerde industrieterrein.

Het voorliggende facet-bestemmingsplan ziet toe op een aanpassing van het bestemmingsplan 'Marum Dorp 2015' waarbij de gebiedsaanduidingen 'geluidzone – industrie' en 'overige zone – gezoneerd industrieterrein' uit de regels en op de verbeelding worden verwijderd en het uitsluiten van geluidzoneringsplichtinge inrichtingen in de juridische regeling binnen de bestemming 'Bedrijf'.
Het geldende bestemmingsplan 'Marum Dorp 2015' wordt voor wat betreft het opheffen van de geluidzone bedrijventerrein De Hoek alleen op deze onderdelen gewijzigd.

1.2 Plangebied

Het industrieterrein De Hoek ligt ten noorden van Marum langs de rijksweg A7. Aan de noordzijde wordt het gebied begrensd door de Noorderringweg en aan de oostzijde door de Noorderweg.

Ten oosten van de Noorderweg bevindt zich het bedrijventerrein De Poort. Dit bedrijventerrein is nog in ontwikkeling en maakt géén deel uit van het gezoneerde industrieterrein. In het geldende bestemmingsplan 'Marum Dorp 2015' wordt op het bedrijventerrein De Poort geen 'grote lawaaimakers' toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.1969.BPBT23BEHE-OW01_0001.png"

Figuur 1.1: ligging plangebied (bron onderzoek opheffen geluidzone industrieterrein De Hoek, Marum, DGMR 2018).

De begrenzing van het plangebied wordt bepaald door de begrenzing van de geluidzone rondom het gezoneerde industrieterrein De Hoek, voor zover gelegen binnen het bestemmingsplan 'Marum Dorp 2015'. Een deel van de geluidzone ligt in het naastgelegen bestemmingsplan 'Buitengebied Marum' waar deze niet is vastgelegd. Dit betekent dat een deel van de geluidzone planologisch al is wegbestemd.
Het plangebied is in figuur 1.2 weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1969.BPBT23BEHE-OW01_0002.jpg"

Figuur 1.2: begrenzing plangebied (bron: Pdok-viewer)

1.3 Leeswijzer

In vervolg op dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 de bestaande situatie beschreven. In hoofdstuk 3 wordt stil gestaan bij het beleid.
In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de relevante milieuaspecten. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 een juridische planbeschrijving gegeven. Hoofdstuk 6 gaat in op de uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Bestaande Situatie

2.1 Aanwezige Bedrijven

Het industrieterrein De Hoek betreft een van de drie bedrijventerreinen aan de noordzijde van Marum. Het industrieterrein omvat ruim 12 hectare.

Op het industrieterrein De Hoek bevinden (anno 2018) zich 20 bedrijven, één beschikbare vrije kavel en één leegstaande ruimte in een bedrijfsverzamelgebouw. Het industrieterrein is daarmee nagenoeg volledig uitgegeven. Uit een inventarisatie van de DGMR (zie bijlage 1) blijkt dat het daarbij gaat om:

  • handel in auto's en motorfietsen;
  • reparatie en servicebedrijven;
  • bouwnijverheid;
  • vervaardiging van producten van metaal;
  • distributie van stroom, aardgas en water;
  • goederenwegvervoer;
  • milieudienstverlening.

In de bijlage 1 van het onderzoek van de DGMR is een bedrijvenlijst van alle bedrijven op het industrieterrein opgenomen. Het onderzoek van DGMR is als bijlage 1 in de toelichting van dit bestemmingsplan opgenomen.

Alle bedrijven vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit milieubeheer, type A of B. Geen van de inrichtingen valt onder de Bor categorieën uit bijlage I, onderdeel D, waardoor er geen grote lawaaimakers aanwezig zijn.

2.2 Geluidzone

Rond het industrieterrein de Hoek is een geluidzone vastgesteld. Deze is in het geldende bestemmingsplan Marum Dorp 2015 vastgelegd. Het deel van de zone dat in het bestemmingsplan Buitengebied Marum ligt is niet in dat bestemmingsplan vastgelegd. Het gaat hier om het gedeelte van de zone die over de rijksweg A7 ligt.

afbeelding "i_NL.IMRO.1969.BPBT23BEHE-OW01_0003.png"

Figuur 2.1: geluidzone industrieterrein De Hoek (bron onderzoek opheffen geluidzone industrieterrein De Hoek, Marum, DGMR 2018).

De geluidzone betreft het gebied buiten het industrieterrein (binnenste zonegrens) tot de (buitenste) zonegrens. Op de buitenste zonegrens mag de cumulatieve geluidsbelasting (van alle bedrijven op het industrieterrein tezamen) ten hoogste 50 dB(A) bedragen. De geluidzone biedt enerzijds ontwikkelingsmogelijkheid voor bedrijven en anderzijds bescherming voor de omliggende woningen.

Op dit moment zijn er geen grote lawaaimakers meer op het industrieterrein aanwezig. Omdat het terrein nagenoeg volledig is uitgegeven kunnen de bestaande bedrijven niet doorontwikkelen tot deze categorie. Afgezet tegen de ruimtebehoefte van een grote lawaaimaker wordt het niet meer aannemelijk geacht dat een grote lawaaimaker zich vestigt op de beschikbare kavel. Bovendien ligt de betreffende kavel op korte afstand van bestaande woningen, waardoor er beperkte geluidsruimte beschikbaar is.
De gemeente acht het niet aannemelijk dat in de nabije toekomst een grote lawaaimaker bestaande bedrijven uit zal kopen om zich op De Hoek te vestigen. Dergelijke grotere en zwaardere bedrijven zullen zich eerder vestigen op nabij gelegen grotere (regionale) industrieterreinen.

2.3 Aanwezige Woningen

Binnen de bestaande geluidzone bevinden zich diverse woningen:

  • voor een aantal woningen (Energieweg 8, Noorderringweg 3 en 8) is een maximaal toelaatbare geluidbelasting (MTG) van 55 dB(A) vastgesteld.
  • Voor de overige woningen (Noorderringweg 3 en 3c, Noorderweg 15 en 17 en Poortweg 1 t/m 10) zijn geen hogere waarden vastgesteld.

Op het bedrijventerrein bevinden zich zes bestaande bedrijfswoningen. De woningen Energieweg 5 en 6a, Industrieweg 8, Noorderringweg 14 en Noorderweg 22. De bedrijfswoning Noorderringweg 4a is per abuis niet op de verbeelding als (bestaande) bedrijfswoning aangeduid. Dit wordt vanaf 2024 in het omgevingsplan hersteld.

Hoofdstuk 3 Planologische Beleidskader

3.1 Wet Geluidhinder

De basis van de zonering (en dezonering) van industrielawaai ligt in het bestemmingsplan. Er is sprake van een industrieterrein in het kader van de Wet geluidhinder (art. 1 Wgh) als in het bestemmingsplan voor een bepaald terrein:

  • in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen/bedrijven;
  • én waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid biedt voor vestiging van 'grote lawaaimakers'.

De begrenzing van de geldende geluidzone is in het voorliggende geval opgenomen in het bestemmingsplan.

Het veranderen (verkleinen, vergroten of opheffen) van een industrieterrein kan alleen worden geregeld via een bestemmingsplan waarbij het industrieterrein verkleind, vergroot of opgeheven wordt. Opheffen van een geluidszone is alleen mogelijk als de bestemming van het terrein zodanig wordt gewijzigd dat het geen gezoneerd industrieterrein meer is. Grote lawaaimakers mogen zich dan niet meer vestigen.

Het vaststellen van een bestemmingsplan is in principe de bevoegdheid van de gemeenteraad.

Voor het opgeheven industrieterrein verandert het regime van de Wet geluidhinder (toetsen aan de geluidzone en eventueel MTG/hogere waarden) naar de Wet milieubeheer en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Van belang daarbij is dat bedrijfswoningen op een gezoneerd industrieterrein niet getoetst worden, terwijl dit op een bedrijventerrein wel het geval is. Reguliere woningen in de geluidzone worden niet meer getoetst op basis van de gezamenlijke geluidsbelasting van alle bedrijven op het industrieterrein, maar op basis van de geluidsbelasting per individueel bedrijf.

3.2 Activiteitenbesluit Milieubeheer

De meldingsplichtige bedrijven vallen onder het Activiteitenbesluit milieubeheer. In het Activiteitenbesluit staan milieuregels, vooral voor bedrijven. Het Activiteitenbesluit geeft standaard geluidsvoorschriften. Het bevoegd gezag kan per bedrijf van deze standaardvoorschriften af wijken door maatwerk te stellen; hiervoor is geen bovengrens (grenswaarde) vastgelegd.

3.3 Geldend Bestemmingsplan

Regeling in het bestemmingsplan
Voor het bedrijventerrein De Hoek geldt het bestemmingsplan Marum Dorp 2015, zoals dit is vastgesteld op 16 december 2015.

afbeelding "i_NL.IMRO.1969.BPBT23BEHE-OW01_0004.png"

Figuur 3.1 uitsnede geldend bestemmingsplan (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)

De bedrijven op het industrieterrein De Hoek zijn bestemd als 'Bedrijf', met de nadere functieaanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2'. Ter plaatse zijn bedrijven toegestaan tot en met milieucategorie 3.2. Op delen van het industrieterrein is perifere detailhandel toegestaan. De bestaande bedrijfswoningen, met uitzondering van bedrijfswoning aan de Noorderringweg 4a, zijn op de verbeelding weergegeven. Onder voorwaarden zijn nieuwe bedrijfswoningen mogelijk.

Voor het industrieterrein De Hoek geldt ook de gebiedsaanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein'. Dit betekent dat er zwaardere, meer millieubelastende, geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn toegestaan. Dit zijn bedrijven die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken (categorie 2.1-3 Bor-inrichtingen), de 'grote lawaaimakers'. Op grond van de Wet geluidhinder is op de verbeelding rondom het gezoneerde terrein de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' aangegeven. Binnen deze geluidzone zijn woningen (of andere geluidgevoelige objecten) pas toegestaan als wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde, dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde.

Hoofdstuk 4 Planologische En Milieuaspecten

4.1 Dezonering Industrieterrein

Ten behoeve van het opheffen van de geluidzone is door de DGMR een geluidsonderzoek uitgevoerd. Het betreffende onderzoek 'Onderzoek naar het opheffen van de geluidzone in het kader van de Wet geluidhinder (dezoneren)' met kenmerk M.2018.0103.00.R001 van 21 november 2018 is als bijlage 1 in de toelichting opgenomen. In het onderzoeksrapport wordt nagegaan of er belemmeringen/knelpunten zijn voor het opheffen van de geluidzone en wat de daarbij behorende oplossingsrichtingen zijn.

Door de DGMR zijn de voorwaarden voor het opheffen van een industrieterrein als volgt samengevat:

  1. 1. opheffen van een geluidzone is alleen mogelijk bij vaststelling, wijziging of herziening van een bestemmingsplan.
  2. 2. in het bestemmingsplan moet de vestigingsmogelijkheid voor grote lawaaimakers op het op te heffen industrieterrein zijn uitgesloten.
  3. 3. op het op te heffen industrieterrein mogen geen grote lawaaimakers aanwezig zijn, dan wel moet er zekerheid zijn dat deze grote lawaaimakers hun activiteiten staken.
  4. 4. zo lang grote lawaaimakers gevestigd blijven, blijft een te op te heffen geluidzone bestaan.
  5. 5. het bestaand recht van bedrijven (=de vergunde activiteiten) mag als gevolg van het opheffen van de geluidzone niet (zonder meer) worden aangetast. bedrijven mogen niet belemmerd worden in hun normale bedrijfsuitoefening.
  6. 6. in samenhang met voorwaarde 5 mogen woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen geen onaanvaardbare geluidsbelasting ondervinden van de bedrijven op het opgeheven deel van het industrieterrein.

4.1.1 Kansen en belemmeringen

In het rapport zijn de akoestische kansen en belemmeringen omtrent het opheffen van de geluidzone in beeld gebracht.

Kansen opheffen geluidzone

De kansen als gevolg van het opheffen van de geluidzone zijn:

  • minder administratieve lasten, kosten en procedures voor bedrijven en gemeente;
  • de aard van bedrijvigheid sluit beter aan op het karakter en het huidige gebruik van het gebied;
  • de mogelijkheid van ontwikkeling van woningbouw en/of kantoren binnen de opgeheven geluidzone.

Belemmering opheffen geluidzone

Uit het onderzoek volgen de volgende belemmeringen voor het opheffen van de geluidzone in de huidige situatie:

  1. 1. Actuele geluidsituatie 2018 (huidige geluidzone):
    geen belemmering.
  2. 2. Vergunde geluidsituatie 2018 (huidige geluidzone):
    1. a. overschrijding van de geluidzone aan de noord- west- en zuidzijde. De overschrijding bedraagt ten hoogste 9 dB (westzijde);
    2. b. overschrijding van de standaard geluidsvoorschriften Activiteitenbesluit bij drie woningen in de bestaande geluidzone.
  3. 3. Geluidsituatie 2018 (na opheffen geluidzone):
    overschrijding standaard geluidvoorschriften Activiteiten besluit door zes bedrijven en mogelijk door een toekomstig bedrijf.
  4. 4. Grote lawaaimakers mogen zich niet meer vestigen op het bedrijventerrein.

Beschouwing belemmering opheffen geluidzone en conclusie

  • Ad 2: Vergunde situatie 2018 (huidige geluidzone)
    Uit de beschouwing van de bedrijven volgt dat het opheffen van de geluidzone en daarmee de wijziging van de geluidsvoorschriften geen beperking oplevert voor de meeste bedrijven. Alleen de maximale geluidniveaus als gevolg van vrachtwagenbewegingen bij Remon Waterbehandeling vormen een aandachtspunt. Dit bedrijf verhuist naar Oosterwolde waardoor de maximale geluidsniveaus van de vrachtwagenbewegingen na verhuizen niet meer aan de orde is.
    Omdat het een bestaande situatie betreft wordt door de DGMR voorgesteld om de optredende maximale geluidsniveaus in de nachtperiode als maatwerkvoorschrift vast te leggen.
  • Ad 3: Geluidsituatie 2018 (na opheffen geluidzone)
    Het bestaande recht van bedrijven als gevolg van het opheffen van de geluidzone wordt niet aangetast. Uit het onderzoek blijkt dat de woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen geen onaanvaardbare geluidsbelasting ondervinden van de bedrijven op het op te heffen industrieterrein.
  • Ad 4: Geluidsituatie 2018 (na opheffen geluidzone)
    Toen het industrieterrein De Hoek gezoneerd werd, vielen veel bedrijven onder de categorie 'grote lawaaimakers'. Bovendien koos de gemeente er destijds voor om de mogelijkheid te bieden voor de vestiging van grote lawaaimakers op dit terrein. Door de voortgang van de milieuwetgeving zijn de categorieën van bedrijven die aangewezen zijn als grote lawaaimaker aanzienlijk verminderd.
    Op dit moment zijn grote lawaaimakers niet meer aanwezig en kunnen, gelet op de aard, omvang en categorieën, de bestaande bedrijven niet uitgroeien tot deze categorie.
    Feitelijk is het industrieterrein uitgekristalliseerd. Op één na zijn alle kavels bezet. Afgezet tegen de ruimtebehoefte van een grote lawaaimaker acht de DGMR het niet meer aannemelijk dat een grote lawaaimaker zich vestigt op de beschikbare kavel. Bovendien ligt deze kavel op korte afstand van woningen, waardoor beperkte geluidsruimte beschikbaar is. Ook acht de DGMR het niet aannemelijk dat een grote lawaaimaker bestaande bedrijven uitkoopt om zich in Marum te vestigen. Zware industrie vestigt zich eerder op grotere (regionale) industrieterreinen. Het provinciaal beleidsplan (Omgevingsvisie) is hierop gericht.

De DGMR concludeert dat de actuele geluidsituatie voldoet aan de hierboven geformuleerde voorwaarden voor het opheffen van een geluidzone uit de Wet geluidhinder.

4.1.2 Overwegingen

DGMR stelt dat het opheffen van de geluidzone kansen en belemmeringen biedt. Belangrijk daarbij is de overweging of de gemeente grote lawaaimakers wil blijven toestaan op De Hoek. Antwoord op deze vraag volgt uit de onderstaande vraag:

  • Is het realistisch dat een grote lawaaimaker zich vestigt op het industrieterrein De Hoek (zie onder Ad 4).

Bij het handhaven van de geluidzone is er onvoldoende geluidsruimte beschikbaar voor ontwikkeling van de bestaande bedrijven. In de actuele situatie is sprake van overschrijding van de geluidseisen bij woningen. Bij uitbreiding van bedrijven dreigt overschrijding van de geluidzone. Bedrijven kunnen zich niet verder ontwikkelen, omdat de geluidzone hiervoor geen ruimte biedt.
Bij handhaving van de geluidsruimte zijn de volgende acties nodig:

  1. 1. Verruimen van de geluidzone in overeenstemming met het bestemmingsplan.
  2. 2. Verhogen van de bestaande of van rechtswege geldende MTG-waarden bij woningen.
  3. 3. Vaststellen van hogere waarden bij de overige woningen (Poortweg).
  4. 4. Stellen van maatwerkvoorschriften bij bedrijven.

Hiervoor is uitgebreid planologisch akoestisch onderzoek nodig. Bovendien blijft de huidige wijze van zonebeheer in tact.

Bij het opheffen van de geluidzone vervalt het zonebeheer met de bijbehorende administratieve lasten. Bedrijven kunnen zich blijven ontwikkelen. Zoals eerder aangegeven voldoet industrieterrein De Hoek aan de voorwaarden voor het opheffen van de geluidzone uit de Wet geluidhinder.
Bij het opheffen van een geluidzone zijn de acties nodig:

  1. 1. Stellen van maatwerkvoorschriften bij bedrijven. Dit voorkomt een toename van de cumulatieve geluidsbelasting voor de aanwezige geluidsgevoelige objecten (woningen). In een maatwerkvoorschrift worden de optredende maximale geluidsniveaus in de nachtperiode vastgelegd.
  2. 2. Opstellen van planologisch onderzoek voor de ruimtelijke onderbouwing van de wijziging van het bestemmingsplan.
  3. 3. Uitsluiten van de grote lawaaimakers in het bestemmingsplan en bedrijvenlijst.
  4. 4. Opheffen geluidzone in omliggende bestemmingsplannen.

4.1.3 Vertaling naar het bestemmingsplan

Omdat het niet realistisch is dat er zich in de nabije toekomst op het industrieterrein De Hoek nog een grote lawaaimaker zal vestigen heeft de gemeente besloten, mede op basis van het rapport van de DGMR, om de geluidzone op te heffen. Daarmee is dus geen sprake meer van een industrieterrein maar van het bedrijventerrein De Hoek.

Om een en ander planologisch-juridisch te borgen wordt het voorliggende bestemmingsplan in procedure gebracht. In het voorliggende bestemmingsplan worden voor het industrieterrein De Hoek de vestiging van geluidszoneringsplichtige inrichtingen uitgesloten. Ook wordt de geluidzone rondom het industrieterrein De Hoek opgeheven.

Voor de betreffende bedrijven worden voor zover nodig aanvullende maatwerkvoorschriften opgesteld in het kader van de Wet milieubeheer/Activiteitenbesluit.

4.2 Overige Aspecten

Het voorliggende facetbestemmingsplan ziet uitsluitend toe op het opheffen van de geluidzone. Voor het overige blijft het geldende bestemmingsplan Marum Dorp 2015 van kracht. Dit betekent dat er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt en dat er geen ander aanvullend onderzoek nodig is.

Hoofdstuk 5 Juridische Planbeschrijving

5.1 Algemeen

Het voorliggende bestemmingsplan is juridisch vormgegeven als een facetbestemmingsplan. Dit betekent dat de herziening niet rechtstreeks is verwerkt in het onderliggende geldende bestemmingsplan Marum Dorp 2015, maar dat het plan slechts een facet van dit onderliggende plan herziet.
Ten aanzien van de geluidzone rondom het industrieterrein De Hoek komen de regels in het onderliggende bestemmingsplan Marum Dorp 2015 te vervallen, dan wel gelden de regels in dit facetbestemmingsplan als een nadere aanvulling op het geldende bestemmingsplan.

In de regels is aangegeven dat het geldende bestemmingsplan Marum Dorp 2015 van kracht is en voor welke bestemmingen binnen deze facetregeling van kracht is.

Het facetbestemmingsplan wordt digitaal beschikbaar gemaakt. Voor wat betreft de regels en verbeelding is aangesloten op de wettelijke standaardiseringsvereisten van het IMRO 2012/SVBP 2012 (verplicht sinds 1 juli 2013) en zijn een overgangsregeling en een anti-dubbeltelregel uit het Bro opgenomen.

5.2 Regels

In de planregels is opgenomen dat het bestemmingsplan Marum Dorp 2015 van toepassing is.

In artikel 3 "Bedrijf (artikel 5)' wordt voor het bedrijventerrein De Hoek de vestiging van 'geluidszoneringsplichtige inrichtingen' uitgesloten. Hiertoe komen delen van de bepaling in de bestemmingsomschrijving (lid 5.1), specifieke gebruiksregels (lid 5.5) en Afwijken van de gebruiksregels (lid 5.6) te vervallen.

In de algemene aanduidingsregels is vastgelegd dat de gebiedsaanduidingen 'geluidzone - industrie' en 'overige zone - gezoneerd industrieterrein' in de planregels en op de verbeelding komen te vervallen.

5.3 Verbeelding

Het voorliggende facetbestemmingsplan ziet vooral toe op het wijzigen van enkele planregels voor wat betreft de geluidzone om het industrieterrein De Hoek. Op de verbeelding is volstaan met een plancontour.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Economische Uitvoerbaarheid

Het facet bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het plan leidt daarom niet tot kosten en kan dus als economisch uitvoerbaar worden geacht. Het is dan ook niet noodzakelijk om een exploitatieplan of een overeenkomst over kostenverhaal op te stellen.

6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

De maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan kan worden aangetoond door het doorlopen van de in de Wro opgenomen bestemmingsplanprocedure. De gemeente Westerkwartier kiest er bij dit bestemmingsplan voor om de inspraakprocedure over te slaan en het plan direct als ontwerp ter inzage te leggen.

Vooroverleg:

Het bestemmingsplan Opheffen geluidzone bedrijventerrein Marum De Hoek is in het kader van vooroverleg toegestuurd aan de provincie Groningen en de omgevingsdienst Groningen. De ingekomen reacties zijn samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie. De nota vooroverlegreacties is opgenomen in bijlage 2. De ingekomen reacties zijn opgenomen in bijlage 3.

Zienwijzen

Vervolgens wordt voor de start van de wettelijke procedure op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening de Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht) doorlopen. Hierbij wordt een ieder gedurende zes weken in de gelegenheid gesteld een zienswijze naar voren te brengen over het ontwerpbestemmingsplan.

Vaststelling

Nadat de gemeente op eventueel ingekomen zienswijzen heeft gereageerd en waar nodig het bestemmingsplan hierop heeft aangepast, wordt het plan door de gemeenteraad vastgesteld. Het besluit tot vaststelling wordt samen met het bestemmingsplan ter inzage gelegd, waarbij voor belanghebbenden beroep mogelijk is bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Bijlage 1 Onderzoek Dezonering

Bijlage 1 Onderzoek dezonering

Bijlage 2 Nota Vooroverlegreacties

Bijlage 2 Nota vooroverlegreacties

Bijlage 3 Vooroverlegreacties

Bijlage 3 Vooroverlegreacties