KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
Artikel 4 Maatschappelijk
Artikel 5 Verkeer - Verblijf
Artikel 6 Water
Artikel 7 Wonen
Artikel 8 Wonen - Zorg
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Artikel 10 Algemene Bouwregels
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 14 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht
Artikel 16 Slotregel
Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek (2020)
Bijlage 2 Verkennend Bodemonderzoek (2023)
Bijlage 3 Aerius-berekening
Bijlage 4 Quickscan Flora En Fauna
Bijlage 5 Notitie Waterhuishouding
Bijlage 6 Nieuwe Waterstructuur Sintmaheerdt
Bijlage 7 Watertoetsresultaat Fase 4
Bijlage 8 Zienswijze
Bijlage 9 Zienswijzenota

Bestemmingsplan Sintmaheerdt, voormalig zorgterrein

Bestemmingsplan - gemeente

Vastgesteld op 14-01-2024 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het 'Bestemmingsplan Sintmaheerdt, voormalig zorgterrein' met identificatienummer NL.IMRO.1969.BPTB23HERS1-VA01 van de gemeente Westerkwartier;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aanbouw:

een gebouw dat door een scheidingsmuur is begrensd met het hoofdgebouw;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.7 bebouwingspercentage:

Een als aanduiding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van een bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

1.8 bed & breakfast:

het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, welk verblijf en ontbijt moeten plaatsvinden in de woning;

1.9 bestaand:

ten aanzien van de bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, en het overige gebruik:

  • bestaand ten tijde van het inwerkingtreden van het bestemmingsplan;

1.10 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.11 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.12 bijgebouw:

een gebouw dat een gebruikseenheid vormt met en dienstbaar is aan een, op hetzelfde bouwperceel gelegen, hoofdgebouw, maar daarmee niet in directe verbinding staat;

1.13 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.14 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.15 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.16 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.17 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.18 dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw;

1.19 dakhelling:

schuin beloop van een dak;

1.20 dakopbouw:

de bovenste bouwlaag van een hoofdgebouw, waarbij de oppervlakte maximaal 30% van het basisoppervlak van het hoofdgebouw bedraagt;

1.21 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.22 dienstverlenende voorzieningen:

het beroepsmatig verlenen van diensten, met uitzondering van prostitutie, waarbij onderscheid gemaakt kan worden in:

  1. a. administratieve, financiële en zakelijke dienstverlening e.d.: het verrichten van administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, al dan niet met daaraan ondergeschikte baliewerkzaamheden;
  2. b. publieksgerichte dienstverlening: dienstverlening door een bedrijf of instelling dat in hoofdzaak baliewerkzaamheden verricht of andere diensten verleent gericht op het publiek, zoals stomerijen, wasserettes, kappers, pedicures, makelaars, reis- en uitzendbureaus, e.d.;

1.23 erfafscheiding:

schuttingen, muren, terrasschermen en andere gebouwde verticale afscheidingen welke al dan niet op de erfgrens zijn geplaatst.

1.24 erker:

een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een 'lichte' constructie met een overwegend transparante uitstraling;

1.25 erotisch getinte vermaaksfunctie:

een vermaaksfunctie welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

1.26 evenement:

een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de openlucht of in tijdelijke onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve, of daarmee gelijk te stellen activiteiten, zoals markten, braderieën, beurzen, kermissen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, festivals, e.d.;

1.27 garage:

een gebouw dat blijkens zijn aard kennelijk is bestemd voor het stallen van een motorvoertuig

1.28 gebouw:

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.29 hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw valt aan te merken;

1.30 hospice:

een woonzorginstelling die zich in terminale zorg heeft gespecialiseerd;

1.31 huishouden:

één, of meerdere personen, die gemeenschappelijk samenleven in een onderlinge persoonlijke verbondenheid gericht op een duurzaam samenzijn;

1.32 internethandel:

handel in goederen en/of diensten die plaatsvindt via het internet;

1.33 kap:

een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;

1.34 maatschappelijke voorzieningen:

educatieve, sociaal medische, sociaal culturele, levensbeschouwelijke, sport en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen;

1.35 meetverschil:

een door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnen in het veld en een aangegeven bestemmings- of bouwgrens;

1.36 met het wonen verenigbare functies:

  1. a. zakelijke en persoonlijke dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan bedrijven of personen zoals administratiekantoor, advocatenkantoor, reisbureau, artsenpraktijk, schoonheidssalon, kapsalon, en dergelijke, al dan niet met hieraan ondergeschikte detailhandel;

  1. b. praktijkpand, praktijkruimte, kantoor, atelier:

een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat door de indeling en inrichting bestemd is als beroeps- of bedrijfsmatige werkruimte voor medische, administratieve, artistieke, ambachtelijke en daarmee gelijk te stellen beroepen, al dan niet in combinatie met hieraan ondergeschikte detailhandel;

mits de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de ruimtelijke uitwerking of uitstraling met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.37 nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;

1.38 ondergeschikte horeca:

een lichte vorm van horeca, in de vorm van het verstrekken van dranken en kleine versnaperingen, die ondergeschikt is aan de hoofdbestemming;

1.39 overkapping:

elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;

1.40 peil:

  1. a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
    1. 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. in andere gevallen:
    1. 1. de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld;
  3. c. indien in, op of over het water wordt gebouwd:
    1. 1. het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);

1.41 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.42 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.

Onder een seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.43 uitbouw:

een gebouw dat in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en dat een uitbreiding van een ruimte in dat gebouw vormt;

1.44 voorgevel:

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;

1.45 voorgevelrooilijn:

  1. a. de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
  2. b. in aanvulling op het bepaalde onder a geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' deze lijn als voorgevellijn word aangemerkt;

1.46 weg:

alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende parkeergelegenheden;

1.47 wonen:

de huisvesting van één huishouden in een woning;

1.48 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.49 woonhuis:

een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat;

1.50 zorgwoning:

een individuele, maar niet-zelfstandige wooneenheid met bijbehorende voorzieningen, bestemd voor de huisvesting van een persoon of een samenwonende groep van personen onder begeleiding of met zorg van professionele zorgverleners.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.2 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 de afstand tot de perceelgrens:

vanaf de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de perceelgrens.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen en bermen;
  2. b. waterpartijen en watergangen;
  3. c. bruggen;
  4. d. fiets- en wandelpaden;
  5. e. speelvoorzieningen;
  6. f. voorzieningen ter ondersteuning van ontmoeting;
  7. g. nutsvoorzieningen

met de daarbij behorende:

  1. h. verhardingen;
  2. i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde

3.2 Bouwregels

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

3.4 Specifieke gebruiksregels

3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

  1. a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning) van Burgemeester en wethouders op de gronden aangeduid met ‘specifieke vorm van groen - te handhaven beplanting’ beplanting te rooien of te kappen;
  2. b. de in lid a bedoelde vergunning is niet vereist voor zover het betreft kappen ten behoeve van het dunnen van beplantingen;
  3. c. de in lid a bedoelde vergunning mag slechts worden verleend, indien door uitvoering van het werk of de werkzaamheid geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke betekenis van de beplante perceelscheidingen.

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen;
  2. b. dienstverlenende voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. ondergeschikte horeca;
  2. d. parkeervoorzieningen;
  3. e. straten, fiets- en wandelpaden, trottoirs en paden;
  4. f. water (waterberging/waterafvoer);
  5. g. erven, tuinen;
  6. h. groen- en speelvoorzieningen;
  7. i. verblijfsgebied;
  8. j. overige voorzieningen zoals nutsvoorzieningen;
  9. k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 5 Verkeer - Verblijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen en straten;
  2. b. bruggen;
  3. c. voet- en rijwielpaden;
  4. d. groenvoorzieningen, bermen en water;
  5. e. nutsvoorzieningen;
  6. f. parkeervoorzieningen;
  7. g. speelvoorzieningen;
  8. h. voorzieningen ter ondersteuning van ontmoeting;
  9. i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. j. tuinen en erven;

met de daarbij behorende:

  1. k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwregels

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 6 Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterlopen en waterpartijen;
  2. b. waterberging;
  3. c. afvoer van water;
  4. d. recreatief gebruik;
  5. e. taluds en beschoeiingen;
  6. f. groenvoorzieningen;
  7. g. steigers;

met de daarbij behorende:

  1. h. bruggen;
  2. i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels

6.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
    1. 1. met het wonen verenigbare functies;
    2. 2. een bed and breakfast;
  2. b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

met daaraan ondergeschikt:

  1. c. groenvoorzieningen;
  2. d. nutsvoorzieningen;
  3. e. speelvoorzieningen;
  4. f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. g. wegen, straten en paden;

met de daarbij behorende:

  1. h. tuinen en erven;
  2. i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2 Bouwregels

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  1. a. het bepaalde in lid 7.2.2 sub a in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen wordt vergroot tot ten hoogste 100 m² indien de oppervlakte van het bouwperceel ten hoogste 600 m² bedraagt en na de toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid:
    1. 1. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan 200 m²;
    2. 2. het bebouwingspercentage van het bouwperceel ten hoogste 50% bedraagt;
  2. b. het bepaalde in lid 7.2.2 sub a in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen wordt vergroot tot 70 m² vermeerderd met 5% van de oppervlakte van het bouwperceel tot ten hoogste 150 m² indien de oppervlakte van het bouwperceel ten minste 600 m² bedraagt en na de toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid:
    1. 1. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan 300 m²;
  3. c. het bepaalde in lid 7.2.2 sub c in die zin dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen minder dan 3,00 m achter de voorgevelrooilijn of op de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
  4. d. het bepaalde in lid 7.2.2 sub g en h in die zin dat de goot- of bouwhoogte van (gedeelten van) een aan- of uitbouw wordt vergroot tot ten hoogste de goot- of bouwhoogte van het hoofdgebouw, mits:
    1. 1. de afstand van de aan- of uitbouw tot de perceelgrens ten minste 3 m bedraagt.

7.5 Specifieke gebruiksregels

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

7.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de gronden binnen ‘Wonen’ geheel of gedeeltelijk worden bestemd voor 'Wonen - Zorg'. Na wijziging in de bestemming ‘Wonen - Zorg’ is het bepaalde in Artikel 8 van toepassing.

Artikel 8 Wonen - Zorg

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Zorg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. zorgwoningen, al dan niet in combinatie met:
    1. 1. gemeenschappelijke ruimtes;
    2. 2. fysiotherapie;
    3. 3. hospice;
    4. 4. met wonen verenigbare overige functies, tot een maximum van 30% van de brutovloeroppervlakte van het hoofdgebouw plus maximaal 50% van de oppervlakte van de bijgebouwen.

met daaraan ondergeschikt:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. nutsvoorzieningen;
  3. c. speelvoorzieningen;
  4. d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  5. e. wegen, straten en paden;

met de daarbij behorende:

  1. f. tuinen en erven;
  2. g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2 Bouwregels

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

8.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  1. a. het bepaalde in lid 8.2.1 lid b tot een maximum bebouwingspercentage van 70%;
  2. b. het bepaalde in lid 8.2.2 sub a in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen wordt vergroot tot ten hoogste 100 m² indien de oppervlakte van het bouwperceel ten hoogste 600 m² bedraagt en na de toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid:
    1. 1. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan 200 m²;
    2. 2. het bebouwingspercentage van het bouwperceel ten hoogste 50% bedraagt;
  3. c. het bepaalde in lid 8.2.2 sub a in die zin dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen wordt vergroot tot 70 m² vermeerderd met 5% van de oppervlakte van het bouwperceel tot ten hoogste 150 m² indien de oppervlakte van het bouwperceel ten minste 600 m² bedraagt en na de toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid:
    1. 1. de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen per bouwperceel niet meer bedraagt dan 300 m²;
  4. d. het bepaalde in lid 8.2.2 sub b in die zin dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen minder dan 3,00 m achter de voorgevelrooilijn of op de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
  5. e. het bepaalde in lid 8.2.2 sub c en d in die zin dat de goot- of bouwhoogte van (gedeelten van) een aan- of uitbouw wordt vergroot tot ten hoogste de goot- of bouwhoogte van het hoofdgebouw, mits:
    1. 1. de afstand van de aan- of uitbouw tot de perceelgrens ten minste 3 m bedraagt.

8.5 Specifieke gebruiksregels

8.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de gronden binnen 'Wonen - Zorg’ geheel of gedeeltelijk worden bestemd voor 'Wonen'. Na wijziging in een bestemming 'Wonen'.

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene Bouwregels

10.1 Ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- of kroonlijsten en erkers buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. de bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden.

10.2 Dakopbouwen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van de bouwhoogte van een bouwwerk, worden dakopbouwen als ondergeschikte bouwonderdelen aangemerkt, mits de bouwhoogte van een bouwwerk met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden.

10.3 Meetverschil

Bij toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis kan worden aangemerkt.

10.4 Afwijkende maatvoering

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, bebouwingspercentage en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, bebouwingspercentage en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

10.5 Afwijkende afstand

In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in Hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.

Artikel 11 Algemene Gebruiksregels

11.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:

  1. a. het gebruik van de gronden voor de opslag van (aan het oorspronkelijk verkeer onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen, anders dan in het kader van de bedrijfsvoering;
  2. b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil, anders dan in het kader van de bedrijfsvoering;
  3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  4. d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.

Artikel 12 Algemene Afwijkingsregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  1. a. afwijkingen ten aanzien van de aanduidingen en in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, met dien verstande dat deze regel niet van toepassing is op reclamemasten;
  2. b. de bestemmingsregels in die zin dat niet voor bewoning bestemde bouwwerken ten behoeve van openbaar nut zoals wachthuisjes en telefooncellen en naar de aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen, voor zover deze bouwwerken een bouwhoogte hebben van ten hoogste 3,50 m en geen grotere inhoud hebben dan 60 m3;
  3. c. de bestemmingsregels in die zin dat straatmeubilair zoals lichtmasten en verkeersinstallaties, wordt geplaatst met een bouwhoogte van ten hoogste 15,00 m;
  4. d. de bestemmingsregels in die zin dat abri's, kunstwerken, vlaggenmasten, en daarmee gelijk te stellen bouwwerken worden geplaatst;
  5. e. Ten aanzien van ondergeschikte punten met het oog op de aanpassingen aan de werkelijke afmetingen in het terrein en aan het beloop van bepaalde gegevenheden, met dien verstande dat de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de afwijking gewenst of noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;
  6. f. de bestemmingsregels in die zin dat voorzieningen ten dienste van het ontvangen en zenden van telecommunicatiesignalen worden geplaatst, voorzover deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de bouwhoogte ten hoogste 40,00 m bedraagt;
  7. g. voor het oprichten van een duurzame energievoorziening op deelwijkniveau (biomassa/warmtepomp);
  8. h. de bestemmingsregels ten behoeve van het tijdelijk gebruik van gronden voor een evenement van terugkerende aard, mits:
    1. 1. er sprake is van een evenement in de vorm van een voor publiek bestemde uitvoering/verrichting van vermaak, op het gebied van sport, muziek, of op sociaal-cultureel vlak;
    2. 2. het aantal dagen waarop een evenement wordt gehouden niet meer dan 50 bedraagt;
    3. 3. het evenement maximaal 10 (aaneengesloten) dagen duurt en ieder evenement maximaal 2 keer per jaar zal plaatsvinden;
    4. 4. het evenement voldoet aan de uitgangspunten van het Gemeentelijk Evenementenbeleid;
    5. 5. er zorg wordt gedragen voor voldoende parkeergelegenheid op het terrein en/of in de directe nabijheid van het terrein;
    6. 6. de aan te brengen voorzieningen tijdelijk van aard zijn, hetgeen betekent dat het houden van een evenement niet mag leiden tot onomkeerbare voorzieningen/ingrepen;
    7. 7. er geen onevenredige aantasting van de binnen het gebied aanwezige waarden zal plaatsvinden;
  9. i. de bestemmingsregels in die zin dat binnen de bestemming 'Groen' ondergeschikt wegen worden toegestaan indien de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit daar toe aanleiding geeft.

Artikel 13 Algemene Wijzigingsregels

13.1 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:

  1. a. ten behoeve van een overschrijding van de bestemmingsgrenzen en bebouwingsgrenzen met niet meer dan 10 m;
  2. b. ten behoeve van afwijking in de begrenzing, het beloop of het profiel van een weg of een waterloop, de ligging of de vorm van een terrein met ten hoogste 25 meter, of de hoogte van een bouwwerk met ten hoogste twee bouwlagen.

13.2 Voorwaarden

De in lid 13.1 genoemde wijzigingen zijn slechts toegestaan indien:

  1. a. dit in verband met het doelmatig functioneren van een bedrijf of instelling dringend gewenst is, dan wel uit ruimtelijk oogpunt gewenst is in verband met een variatie in het ruimtelijke beeld, of een andere verbetering van de ruimtelijke kwaliteit;
  2. b. hiervoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  3. c. geen blijvende onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in het bestemmingsplan beschreven en te beschermen stedenbouwkundige structuur en/of de ruimtelijke, c.q. de milieukwaliteiten van het gebied en de omgeving;
  4. d. geen verkeersonveilige situaties ontstaan.

Artikel 14 Overige Regels

14.1 Voldoende parkeergelegenheid

  1. a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd of gebruikt wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
  2. b. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
  3. c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, indien aangetoond wordt dat de parkeerdruk niet toeneemt en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid.

14.2 Laden en lossen

  1. a. Indien het beoogde gebruik van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, wordt een omgevingsvergunning voor het bouwen uitsluitend verleend indien aan of in dat bouwwerk dan wel op het onbebouwde terrein bij het bouwwerk wordt voorzien in de laad- en losruimte. Deze regel geldt niet:
    1. 1. voor bestaand gebruik, waarbij de herbouw van een bouwwerk zonder functiewijziging wordt beschouwd als bestaand gebruik;
    2. 2. voor zover op andere wijze in de nodige laad- of losruimte wordt voorzien.
  2. b. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende laad- en losgelegenheid wordt voorzien, indien aangetoond wordt dat de parkeerdruk niet toeneemt en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 15 Overgangsrecht

15.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
  2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig omgevingsvergunning verlenen van sublid a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%.
  3. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

15.2 Overgangsrecht gebruik

  1. a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 16 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Bestemmingsplan Sintmaheerdt, voormalig zorgterrein van de gemeente Westerkwartier.

Bijlage 1 Verkennend Bodemonderzoek (2020)

Bijlage 1 Verkennend bodemonderzoek (2020)

Bijlage 2 Verkennend Bodemonderzoek (2023)

Bijlage 2 Verkennend bodemonderzoek (2023)

Bijlage 3 Aerius-berekening

Bijlage 3 Aerius-berekening

Bijlage 4 Quickscan Flora En Fauna

Bijlage 4 Quickscan flora en fauna

Bijlage 5 Notitie Waterhuishouding

Bijlage 5 Notitie waterhuishouding

Bijlage 6 Nieuwe Waterstructuur Sintmaheerdt

Bijlage 6 Nieuwe waterstructuur Sintmaheerdt

Bijlage 7 Watertoetsresultaat Fase 4

Bijlage 7 Watertoetsresultaat fase 4

Bijlage 8 Zienswijze

Bijlage 8 Zienswijze

Bijlage 9 Zienswijzenota

Bijlage 9 Zienswijzenota