Dokkum Regiostad
Bestemmingsplan - Gemeente Noardeast-Fryslân
Geconsolideerd op 24-06-2020 - geconsolideerd
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan Dokkum Regiostad met identificatienummer NL.IMRO.1970.BPDKRS2017-GC01 van de gemeente Noardeast-Fryslân;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbijbehorende bijlagen;
1.3 aan-huis-verbonden beroep:
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.4 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 ABC-goederen:
auto's, boten, caravans en daarmee direct samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen;
1.7 achtererfgebied:
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
1.8 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren;
1.9 ambachtelijk bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen, alsook ondergeschikte productiegebonden detailhandel dan wel productiegerelateerde detailhandel ten dienste van deze voorzieningen;
1.10 archeologische waarden:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
1.11 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.12 bebouwingsgebied:
achtererfgebied alsmede de grond onder het hoofdgebouw of de bedrijfswoning, uitgezonderd de grond onder het oorspronkelijk hoofdgebouw of de oorspronkelijke bedrijfswoning;
1.13 bebouwingspercentage:
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein of perceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.14 bed and breakfast
een kleinschalige, aan de woon- of agrarische functie ondergeschikte, kortdurende, toeristische verblijfsvoorziening, voor uitsluitend logies en ontbijt en maakt deel uit van het hoofdgebouw en/of is gevestigd in een bijbehorend bouwwerk en wordt gerund door de eigenaar van het perceel;
1.15 bedrijfsgebouw:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.16 bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
1.17 beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
1.18 beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
1.19 bestaand:
- a. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aanwezige bouwwerken, en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden: bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van dit plan;
- b. ten aanzien van het overige gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van dit plan;
1.20 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.21 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.22 bijbehorend bouwwerk:
een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.23 bijzondere woonvorm:
een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals bijvoorbeeld senioren of gehandicapten of vergelijkbare doelgroepen;
1.24 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
1.25 bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.26 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
1.27 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
1.28 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
1.29 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijn toegelaten;
1.30 bouwwerk:
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
1.31 cultuur en ontspanning
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en ontspanning zoals podiumkunsten, musea, bioscopen, muziek- en dansscholen, alsook ondergeschikte productiegebonden detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.32 cultuurhistorische waarden:
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
1.33 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.34 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.35 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
het op het publiek gericht aanbieden, verkopen en/of leveren van economische en/of maatschappelijke diensten, zoals reisbureaus, kapsalons, uitzendbureaus, bankfilialen en makelaarskantoren;
1.36 dienstverlening:
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
1.37 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
1.38 erfbeplanting:
opgaande beplanting, zijnde bomen en struiken, die een scherm vormt op de grens van een bouwperceel waarop bebouwing voorkomt, en welke beplanting mede bepalend is voor de inpassing van de betreffende bebouwing in het landschap;
1.39 erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
1.40 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.41 geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een weg;
1.42 geluidsgevoelige functies:
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;
1.43 geluidsgevoelige objecten:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit Geluidhinder;
1.44 geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolgde de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
1.45 grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering waarbij voldoende grond aanwezig is om in hoofdzaak de mestafzet en voerwinning te verwezenlijken, op de wijze van een melkrundveebedrijf, een melkgeitenhouderijbedrijf, een schapenhouderijbedrijf, een akkerbouwbedrijf, een vollegronds tuinbouwbedrijf, een productiegericht paardenhouderijbedrijf, en naar de aard daarmee gelijk te stellen agrarische bedrijf;
1.46 historisch schip:
een schip waarvan het historisch karakter bepaald wordt door de leeftijd (ouder dan 50 jaar), de herkomst (in Nederland gebouwd dan wel beeldbepalend geweest op de Nederlandse wateren) en de instandhouding van het historische karakter van het schip (qua uiterlijk of functie min of meer gelijk aan situatie van 50 jaar of langer geleden);
1.47 hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt. Indien er binnen de bestemming een bedrijfswoning mogelijk wordt gemaakt, wordt deze als hoofdgebouw (ten opzichte van de bijbehorende bouwwerken) beschouwd;
1.48 hogere grenswaarde:
een maximale waarde voor de geluidbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.49 horecabedrijf:
een bedrijf of instelling, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
1.50 horecabedrijf categorie 1:
een horecabedrijf dat is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van centrumvoorzieningen, zoals ijssalons, croissanterieën, lunch- en tearooms en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven;
1.51 horecabedrijf categorie 2:
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden en het nuttigen ervan ter plaatse, zoals restaurants;
1.52 horecabedrijf categorie 3:
een horecabedrijf dat zowel is gericht op het verstrekken van etenswaren en/of dranken en het nuttigen ervan ter plaatse, zoals cafetaria's, snackbars, automatieken, en shoarmazaken;
1.53 horecabedrijf categorie 4:
een horecabedrijf dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van dranken, zoals cafés, bars en discotheken;
1.54 horecabedrijf categorie 5:
een bedrijfsactiviteit waarbij de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van logies al dan niet in combinatie met het verstrekken van etenswaren en dranken en het nuttigen ervan ter plaatse, zoals pensions, hotels en hotel-restaurants;
1.55 horecaterras:
een al dan niet overdekt terras, behorende bij een al dan niet zelfstandig horecabedrijf en zich bevindend in de directe nabijheid van het betreffende bedrijf;
1.56 individueel aaneengebouwd (hoofd)gebouw:
een (hoofd)gebouw, op een zodanige wijze aaneengebouwd, dat er sprake is van een visueel zelfstandige bebouwing, tot uitdrukking komend in het onderling verschil in goothoogte, dakvorm en/of gevelbelijning;
1.57 internetdetailhandel:
detailhandel waarbij het te koop aanbieden van goederen plaatsvindt via het internet en de levering alleen geschiedt per post of koeriersdiensten;
1.58 kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
1.59 kantine:
een ruimte, behorende bij een maatschappelijke, recreatieve of sportvoorziening, waarbij de bedrijfsuitoefening is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van maaltijden, eenvoudige etenswaren en dranken, primair ten behoeve van de gebruikers van die voorziening;
1.60 kantoor:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
1.61 kap:
een dakafdekking onder een hoek van meer dan 5° met het horizontale vlak;
1.62 kas:
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
1.63 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten:
de in bijlage 2 genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
1.64 kringloopwinkel:
een winkel, welke gericht is op de verkoop van gebruikte huishoudelijke goederen;
1.65 kunstobject:
voortbrengsel van de beeldende kunsten;
1.66 kwetsbaar object:
een kwetsbaar object in de zin van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.67 landschappelijke waarden:
waarden in verband met de verschijningsvorm van een gebied en de aanwezigheid van waarneembare structuren en/of elementen in dat gebied;
1.68 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-/medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en opvang, alsook ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.69 niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt;
1.70 nutsgebouw:
een gebouw ten behoeve van een nutsvoorziening, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en telefooncellen;
1.71 nutsvoorziening:
een voorziening ten behoeve van milieuvoorzieningen, de telecommunicatie, de waterhuishouding, natuurbeheer en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval wordt verstaan bergbezinkbassins, centrale voorzieningen voor de afvalinzameling en zendmasten;
1.72 ondergeschikte detailhandel:
een niet zelfstandige detailhandelsfunctie die ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie die binnen de bestemming is toegestaan;
1.73 ondergeschikte horeca:
een niet zelfstandige horecafunctie die ondergeschikt is aan en ten dienste staat van de hoofdfunctie die binnen de bestemming is toegestaan;
1.74 overbouwing / onderdoorgang:
een gebied in of onder een gebouw waar een doorgang mogelijk moet zijn;
1.75 overkapping:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand;
1.76 pand:
een (hoofd)gebouw of een deel van een (hoofd)gebouw op een zodanige wijze gebouwd, dat er sprake is van visueel zelfstandige bebouwing, tot uitdrukking komend in de parcellering, goothoogte, dakvorm en/of gevelindeling;
1.77 peil:
- a. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
- c. indien in of op het water wordt gebouwd: het Nieuw Amsterdams Peil;
- d. in het geval de hoogte van het terrein op een perceel grote verschillen vertoont: de door burgemeester en wethouders bepaalde hoogte;
1.78 perceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.79 perifere detailhandel:
grootschalige detailhandel, met minimaal 1000 m² verkoopvloeroppervlak (BVO), die naar aard en omvang van de artikelen (volumineus, gevaar of hinder voor de omgeving) niet in het centrum van Dokkum is in te passen;
1.80 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.81 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
1.82 recreatief medegebruik:
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
1.83 risicogevoelig bouwwerk:
een bouwwerk c.q. object dat kan worden aangemerkt als een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object;
1.84 risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
1.85 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.86 singuliere detailhandel:
grootschalige detailhandel in niet-volumineuze goederen die naar aard en omvang van de artikelen (gevaar of hinder voor de omgeving) niet op een perifere detailhandelslocatie of in het centrum van Dokkum is in te passen;
1.87 speelvoorziening:
een voorziening waar gelegenheid wordt geboden om te kunnen spelen, zoals een speeltuin of speelweide, een trapveld of een speelkooi of een daarmee vergelijkbare voorziening;
1.88 stacaravan:
een caravan die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die door zijn plaatsing als (niet omgevingsvergunningplichtig) bouwwerk is aan te merken;
1.89 straatwand:
een naar de straatzijde gerichte, gesloten dan wel halfgesloten bebouwingswand, welke wordt gevormd door een gebouw, door aangebouwde c.q. ingebouwde gebouwen, dan wel door gebouwen met een relatief geringe onderlinge afstand;
1.90 tuincentrum:
een bedrijf waarbinnen bedrijfsmatig bomen, heesters en andere siergewassen worden gekweekt en/of waarbinnen detailhandel in tuininrichtingsartikelen en/of dierenbenodigdheden plaatsvindt;
1.91 tuininrichtingsartikelen:
specifieke artikelen voor de inrichting en het onderhoud van particuliere tuinen en de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen;
1.92 verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
1.93 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien een perceel met meer dan één zijde grenst aan een weg, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
1.94 voorgevelrooilijn:
- a. langs een wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing: de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft;
- b. langs een wegzijde waarlangs geen bebouwing als onder a bedoeld aanwezig is en waarlangs mag worden gebouwd:
- 1. bij een wegbreedte van ten minste 10 meter, de lijn gelegen op 15 meter uit de as van de weg;
- 2. bij een wegbreedte geringer dan 10 meter, de lijn gelegen op 10 meter uit de as van de weg;
1.95 voorkeursgrenswaarde:
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.96 vuurwerkbedrijf:
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
1.97 watergebonden bedrijvigheid:
bedrijfsactiviteiten waarbij de vestiging aan waterwegen en/of haven vanuit bedrijfsdoelmatige redenen noodzakelijk of gewenst is;
1.98 woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
1.99 woongebouw:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.100 woonhuis:
een gebouw dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
1.101 zijerfgebied:
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit op een afstand van 3 meter evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, daaronder niet het achtererf begrepen.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens:
tussen de (zijdelingse) grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend gebouw, waar die afstand het kortst is;
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.3 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.4 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.5 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.6 de oppervlakte van een bouwwerk, niet bedoeld een overkapping:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.7 de oppervlakte van een overkapping:
tussen de buitenwerkse constructiedelen, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Bedrijf
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met uitsluitend een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
- 2. een bedrijfswoning al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
- b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van het open landschap;
- c. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van kleine natuur- en landschapselementen;
met daaraan ondergeschikt:
- d. doeleinden van natuurontwikkeling en agrarisch natuurbeheer;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. extensief dagrecreatief medegebruik;
- g. wegen en paden;
- h. water;
met de daarbijbehorende:
- i. torensilo's;
- j. ondersteunende kassen;
- k. bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning;
- l. tuinen, erven en terreinen;
- m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. de woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de plaatsing van een mestvergistingsinstallatie of een daarmee gelijk te stellen bouwwerk;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor niet-grondgebonden agrarische bedrijvigheid en detailhandel, tenzij een gebruik dat na afwijking is toegestaan of anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
- c. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten buiten het bouwvlak, met uitzondering van tijdelijke opslag van akkerbouwproducten, alsmede tijdelijke opslag van mest, onder voorwaarde dat de mestopslag niet langer dan zes maanden duurt en de mestopslag niet gedurende twee opeenvolgende jaren op dezelfde locatie plaats heeft;
- d. het opslaan van agrarische producten binnen het bouwperceel voor zover het gronden betreft die gelegen zijn voor (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van een bedrijfswoning, of, indien geen bedrijfswoning aanwezig is, het dichtst bij de weg gelegen bedrijfsgebouw;
- e. de stalling en opslag van niet-agrarische producten, zoals auto's, caravans en boten, tenzij een gebruik dat na afwijking is toegestaan, uitgezonderd de voor de agrarische bedrijfsvoering benodigde stalling en opslag van niet-agrarische producten zoals landbouwmachines en compost die binnen het agrarisch erf is toegestaan;
- f. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en/of de aanleg van wegen en paden met een groter oppervlak dan 200 m² en anders dan ten behoeve van het agrarisch gebruik of de noodzakelijke bereikbaarheid van bebouwde percelen, tenzij een gebruik dat na afwijking is toegestaan;
- g. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
- h. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning voor bewoning;
- i. het gebruik van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijbehorende bouwwerken voor zelfstandige woonruimte;
- j. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden, met uitzondering van bed & breakfast, voorzover dit als een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit kan worden aangemerkt;
- k. het gebruik van gronden ten behoeve van de houtteelt en de bosbouw;
- l. het gebruik van gronden ten behoeve van de sierteelt, fruitteelt, boomteelt of overige opgaande meerjarige teeltvormen;
- m. het aanplanten van bebossing en/of opgaande beplanting anders dan ten behoeve van erfbeplanting, wegbeplanting, schuilgelegenheid voor vee of waarvoor een afwijking is verleend;
- n. het gebruik van gronden buiten het bouwvlak ten behoeve van de aanleg van een paardrijbak met de daarbijbehorende bouwwerken, tenzij na afwijking is toegestaan of anders dan waarvoor in het verleden planologische medewerking is verleend;
- o. de opslag van nucleair afval;
- p. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien er sprake is van een milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige activiteit in het kader van de Wet milieubeheer;
- q. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel met een maximum van 50 m².
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 4 Agrarisch - Cultuurgrond
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Cultuurgrond' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. cultuurgrond, waarbij de instandhouding van landschappelijke waarden wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. sloten, bermen en beplanting;
met de daarbijbehorende:
- d. nutsvoorzieningen;
- e. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de sociale veiligheid;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het opslaan van mest en (vee)voer;
- b. het planten van bossingels en bosschages.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Bedrijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, alsmede voor:
- een bouw- en aannemersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1';
- een metaalbewerkend bedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2';
- een scheepsreparatiebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 4';
- een slachterij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 8';
- een garagebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 9';
- een brandweerkazerne / gemeentewerkplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 10';
- een hoveniersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 11';
- een agrarisch bedrijf met uitsluitend een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering al dan niet in combinatie met een manege, ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch';
- een tuincentrum, ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum';
- 2. productiegebonden detailhandel;
- 3. verkooppunten van motorbrandstoffen exclusief LPG, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
- 4. verkooppunten van motorbrandstoffen inclusief LPG, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- 5. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, alsmede voor:
- b. bijbehorende bouwwerken bij een (bedrijfs)woning;
met de daarbijbehorende:
- c. een vulpunt lpg, ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';
- d. nutsvoorzieningen;
- e. tuinen, erven, terreinen en parkeervoorzieningen;
- f. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. de woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
5.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 5.2.1 sub a en lid 5.2.2 sub a in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- 1. er sprake is van een incidentele uitbreiding;
- 2. uitsluitend ondergeschikte gebouwen en overkappingen geheel buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
- 3. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde;
- b. het bepaalde in lid 5.2.1 sub f in die zin dat de goot- en/of bouwhoogte van uitpandige (bedrijfs)woningen wordt vergroot tot respectievelijk ten hoogste 6,00 m en 10,00 m.
5.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'overige zone - gezoneerdterrein';
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan bedrijven die zijn genoemd in lid 5.1 sub a;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor zelfstandige kantoren;
- e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van:
- 1. productiegebonden detailhandel;
- 2. detailhandel in motorbrandstoffen, bijbehorende accessoires en weggebonden artikelen ter plaatse van de aanduidingen 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' en 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- 3. een tuincentrum, ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum';
- f. het gebruik van de gronden ten behoeve van opslag en vulpunt voor LPG, indien de gronden niet zijn voorzien van de aanduiding 'vulpunt LPG';
- g. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- h. het gebruik van gronden ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.5 sub c in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting kunnen hebben.
Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- b. groenvoorzieningen;
- c. erven en terreinen;
- d. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, waaronder een antennemast ter plaatse van de aanduiding 'antennemast'.
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 7 Bedrijventerrein
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2;
- 2. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3.1 ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1';
- 3. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2 ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2';
- 4. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2 en 4.1 ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1';
- 5. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2 ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2';
- 6. een bouw- en aannemersbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1';
- 7. een metaalbewerkend bedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2';
- 8. een scheepsreparatiebedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 4';
- 9. een werkplaats met opslagterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 6';
- 10. een rioolwaterzuiveringsinstallatie, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 7';
- 11. een bakkerijbedrijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bakkerijbedrijf';
- 12. sportdoeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'sport';
- 13. verkooppunt van motorbrandstoffen exclusief LPG, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
- 14. verkooppunt van motorbrandstoffen inclusief LPG, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- 15. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- 16. (bedrijfs)woningen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
- 17. watergebonden bedrijvigheid, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watergebonden bedrijf';
- 18. horecabedrijven categorie 1, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
- 19. horecabedrijven categorie 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2';
- 20. horecabedrijven categorie 1, 2 en 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3';
- 21. een kringloopwinkel, voor zover de gronden zijn voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kringloopwinkel';
- 22. perifere detailhandel en internetdetailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel - perifeer';
- 23. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
- 24. kantoren, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
- 25. maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
- 26. een tuincentrum, voorzover de gronden zijn voorzien van de aanduiding 'tuincentrum';
- b. bijbehorende bouwwerken bij een (bedrijfs)woning;
met de daarbijbehorende:
- c. nutsvoorzieningen;
- d. wegen en paden;
- e. groenvoorzieningen;
- f. waterlopen, waterpartijen en aanleggelegenheid, ter plaatse van de aanduiding 'water';
- g. tuinen, erven, terreinen en parkeervoorzieningen;
- h. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
7.2 Bouwregels
7.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. de woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
7.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 7.2.1 sub a en lid 7.2.2 sub a in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- 1. niet wordt gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende regeling';
- 2. er sprake is van een incidentele uitbreiding;
- 3. uitsluitend ondergeschikte gebouwen en overkappingen geheel buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
- 4. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde;
- b. het bepaalde in lid 7.2.1 sub a en b in die zin dat wordt afgeweken van het bouwen van gebouwen of overkappingen in de ter plaatse aangegeven 'gevellijn';
- c. het bepaalde in lid 7.2.1 sub j in die zin dat de goot- en/of bouwhoogte van uitpandige (bedrijfs)woningen wordt vergroot tot respectievelijk ten hoogste 6,00 m en 10,00 m;
- d. het bepaalde in lid 7.2.3 sub b in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van kraan- en/of hijsinstallaties wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m.
7.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'overige zone - gezoneerdterrein', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - geluidzoneringsplichtige inrichtingen uitgesloten', geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen zijn toegestaan;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor risicovolle inrichtingen, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken voor vuurwerkbedrijven;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan bedrijven die zijn genoemd in lid 7.1 sub a;
- e. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor zelfstandige kantoren;
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan watergebonden bedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watergebonden bedrijf';
- g. het gebruik van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van detailhandel, met uitzondering van:
- 1. productiegebonden detailhandel, alsmede in handel in auto's en motorfietsen;
- 2. detailhandel in motorbrandstoffen, bijbehorende accessoires en weggebonden artikelen ter plaatse van de aanduidingen 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' en 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
- 3. detailhandel in gebruikte huishoudelijke goederen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kringloopwinkel';
- 4. perifere detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel - perifeer';
- 5. detailhandel in tuininrichtingsartikelen ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum';
- 6. detailhandel in watergebonden artikelen bij watergebonden bedrijvigheid, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watergebonden bedrijf';
- h. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- i. het gebruik van de gronden ten behoeve van opslag en vulpunt voor LPG, indien de gronden niet zijn voorzien van de aanduiding 'vulpunt LPG';
- j. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'opslag', in welk geval (buiten)opslag is toegestaan.
7.6 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van :
- a. het bepaalde in lid 7.5 sub d in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting kunnen hebben;
- b. het bepaalde in lid 7.5 sub d in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2 en 3.1, mits het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 3.1, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting kunnen hebben;
- c. het bepaalde in lid 7.5 sub d in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, mits het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 3.2, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting kunnen hebben;
- d. het bepaalde in lid 7.5 sub d in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1' tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2 en 4.1, mits het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 4.1, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting kunnen hebben;
- e. het bepaalde in lid 7.5 sub d in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2' tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2, mits het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 4.2, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting kunnen hebben;
- f. het bepaalde in lid 7.5 sub d en e in die zin de gronden en bouwwerken tevens mogen worden gebruikt voor kantoren en dienstverlening zonder baliefunctie, mits de bedrijfsvloeroppervlakte per kantoor of dienstverlenend bedrijf ten hoogste 60 m² bedraagt;
- g. het bepaalde in lid 7.5 sub d in die zin de gronden en bouwwerken tevens mogen worden gebruikt voor sportvoorzieningen, zoals een kunstskibaan, een sportschool en naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen voorzieningen, mits:
- 1. van deze afwijking uitsluitend gebruik mag worden gemaakt indien er geen alternatieve locatie voor vestiging in de stad voorhanden is;
- 2. geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de verkeers- en parkeersituatie;
- h. het bepaalde in lid lid 7.5 sub f in die zin dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watergebonden bedrijf' tevens niet watergebonden bedrijven worden gevestigd, mits:
- 1. vestiging van niet watergebonden bedrijven niet plaatsvindt op gronden direct aan het water gelegen;
- 2. de economische omstandigheden dusdanig zijn dat er weinig of geen vraag naar grond voor watergebonden bedrijvigheid is en wèl vraag naar grond voor niet watergebonden bedrijvigheid en daarvoor elders op dat moment geen passende ruimte is;
- i. het bepaalde in lid 7.5 sub g in die zin dat de gronden en bouwwerken tevens mogen worden gebruikt voor internetdetailhandel, mits er geen sprake is van een showroom- en baliefunctie.
7.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 8 Bedrijventerrein - Woon-/werklocatie
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - Woon-/werklocatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsgebouwen en overkappingen in combinatie met bedrijfswoningen ten behoeve van:
- 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2;
- 2. productiegebonden detailhandel;
- b. bijbehorende bouwwerken bij een (bedrijfs)woning;
met de daarbijbehorende:
- c. nutsvoorzieningen;
- d. tuinen, erven, terreinen en parkeervoorzieningen;
- e. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
8.2 Bouwregels
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. de woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
8.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 8.2.1 sub a en lid 8.2.2 sub a in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- 1. er sprake is van een incidentele uitbreiding;
- 2. uitsluitend ondergeschikte gebouwen en overkappingen geheel buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
- 3. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde;
- b. het bepaalde in lid 8.2.1 sub g in die zin dat de oppervlakte van een bedrijfsgebouw wordt verkleind;
- c. het bepaalde in lid 8.2.1 sub l in die zin dat de goothoogte van een bedrijfswoning wordt vergroot tot ten hoogste 6,50 m;
- d. het bepaalde in lid 8.2.1 sub m in die zin dat de dakhelling van een bedrijfswoning wordt verkleind, dan wel een bedrijfswoning geheel of gedeeltelijk wordt voorzien van een plat dak.
8.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan bedrijven die zijn genoemd in lid 8.1 sub a;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijfsdoeleinden anders dan in combinatie met het wonen;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor het wonen anders dan in combinatie met bedrijfsdoeleinden;
- e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, tenzij het productiegebonden detailhandel betreft.
- f. het gebruik van de gebouwen voor zelfstandige kantoren;
- g. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- h. het gebruik van gronden ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft.
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.5 sub b in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting kunnen hebben.
Artikel 9 Centrum
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. detailhandel al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca, met uitzondering van supermarkten;
- 2. ambachtelijke bedrijven, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
- 3. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
- 4. horecabedrijven categorie 1;
- 5. horecabedrijven categorie 2, 3, en 5, ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- 6. horecabedrijven categorie 2, 3, 4 en 5 met uitzondering van discotheken, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 5';
- 7. een recreatieappartement, ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
- 8. opslag ten behoeve van de onder 1 tot en met 7 genoemde doeleinden;
- 9. woningen al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, voorzover het de tweede en hogere bouwlaag betreft, tenzij in de bestaande situatie in de eerste bouwlaag wordt gewoond, in welk geval wonen in de eerste bouwlaag is toegestaan;
- b. bijbehorende bouwwerken;
met de daarbijbehorende:
- c. tuinen, erven en terreinen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. horecaterrassen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
9.2 Bouwregels
9.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de woonsituatie;
- b. de milieusituatie;
- c. de verkeerssituatie;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
9.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 9.2.1 in die zin dat deuren en trappen worden gebouwd, alsmede vergelijkbare bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde ten behoeve van de afsluiting en/of ontsluiting van het open perceel of de steeg, met dien verstande dat:
- 1. de bouwwerken niet beeldverstorend zijn vanaf het openbare gebied en, indien mogelijk zoveel mogelijk vanaf de openbare ruimte worden gebouwd;
- 2. de bouwwerken uit een open constructie bestaan en er sprake is van een gedekte kleurstelling die passend is in het gebied;
- 3. het bouwwerk niet leidt tot een onevenredige verstoring van het open karakter van het perceel of de steeg;
- b. het bepaalde in lid 9.2.2 sub b in die zin dat hoofdgebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd.
9.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan de functies die zijn genoemd in lid 9.1 sub a;
- b. het gebruik van de eerste bouwlaag van een gebouw als woning, tenzij in de bestaande situatie in de eerste bouwlaag wordt gewoond, in welk geval wonen in de eerste bouwlaag is toegestaan;
- c. het gebruik van een pand voor meer dan één woning, tenzij het aantal bestaande woningen per pand meer bedraagt, in welk geval het bestaande aantal als maximum geldt;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven, met uitzondering van:
- 1. horecabedrijven categorie 1;
- 2. gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'horeca' of 'horeca tot en met categorie 5';
- e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor risicovolle inrichtingen;
- g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien er sprake is van een milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige activiteit in het kader van de Wet milieubeheer;
- h. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel met een maximum van 50 m².
9.6 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 9.5 sub a in die zin de gronden en bouwwerken tevens mogen worden gebruikt voor kantoren en dienstverlening, mits de bedrijfsvloeroppervlakte per kantoor of dienstverlenend bedrijf ten hoogste 60 m² bedraagt;
- b. het bepaalde in lid 9.5 sub c in die zin dat het aantal woningen per pand wordt vergroot;
- c. het bepaalde in lid 9.5 sub f in die zin dat de bouwwerken worden gebruikt voor detailhandel in consumentenvuurwerk, mits wordt voldaan aan hetgeen in het Vuurwerkbesluit is bepaald;
- d. het bepaalde in lid 9.5 sub h in die zin dat de bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van bed and breakfast wordt vergroot tot ten hoogste 75 m², mits:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte van de logiesverstrekkende functie ten hoogste 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel bedraagt;
- 2. er maximaal 2 kamers (eenheden) gerealiseerd worden;
- 3. de logiesverstrekkende functie door de (hoofd)bewoner wordt uitgeoefend;
- 4. de logiesverstrekkende functie blijkens de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneert als een zelfstandige eenheid;
- 5. de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit per bouwperceel niet meer bedraagt dan 75 m²;
- 6. het parkeren zoveel mogelijk op het eigen erf plaatsvindt. Indien parkeren op eigen erf niet mogelijk is, dient te worden aangetoond dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de parkeersituatie in de omgeving.
Artikel 10 Cultuur En Ontspanning
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van :
- 1. cultuur en ontspanning;
- 2. horeca categorie 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2';
- 3. een sportcentrum, ter plaatse van de aanduiding 'sport';
met de daarbijbehorende:
- b. parkeervoorzieningen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. tuinen, erven en terreinen;
- e. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
10.2 Bouwregels
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
10.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft.
Artikel 11 Detailhandel
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. detailhandel al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca, met uitzondering van supermarkten, perifere detailhandel en singuliere detailhandel;
- 2. (bedrijfs)woningen, voorzover het de tweede en hogere bouwlaag betreft, met dient verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een (bedrijfs)woning tevens in de eerste bouwlaag is toegestaan;
- b. een molen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - molen';
met de daarbijbehorende:
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. tuinen, erven en terreinen;
- f. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
11.2 Bouwregels
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
11.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 11.2.2 sub b in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- a. het gaat om een ondergeschikte uitbreiding
- b. er sprake is van een bedrijfstechnisch aantoonbare noodzaak tot uitbreiding;
- c. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde.
11.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor perifere en singuliere detailhandel en supermarkten;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft.
Artikel 12 Detailhandel - Pdv
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel - PDV' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. perifere detailhandel, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - abc goederen' uitsluitend perifere detailhandel in ABC-goederen is toegestaan;
- 2. horeca categorie 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2';
- 3. kantoor, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
- 4. opslag ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
met de daarbijbehorende:
- b. parkeervoorzieningen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. tuinen, erven en terreinen;
- e. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
12.2 Bouwregels
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
12.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2.1 sub b in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- a. het gaat om een ondergeschikte uitbreiding
- b. er sprake is van een bedrijfstechnisch aantoonbare noodzaak tot uitbreiding;
- c. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde.
12.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken anders dan voor de in lid 12.1 sub a genoemde doeleinden;
- b. het gebruik van de gebouwen voor perifere en/of grootschalige detailhandel zodanig dat de verkoopvloeroppervlakte per detailhandelsbedrijf minder bedraagt dan 1.000 m²;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van perifere detailhandel anders dan in de vorm van ABC-goederen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - ABC-goederen';
- d. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'opslag', in welk geval (buiten)opslag is toegestaan.
12.6 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.5 sub a in die zin dat gronden en bouwwerken tevens mogen worden gebruikt voor:
- a. dienstverlening zonder baliefunctie;
- b. internetdetailhandel.
Artikel 13 Detailhandel - Singulier
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel - Singulier' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van singuliere detailhandel;
met de daarbijbehorende:
- b. parkeervoorzieningen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. tuinen, erven en terreinen;
- e. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
13.2 Bouwregels
13.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
13.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2.1 sub b in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- a. het gaat om een ondergeschikte uitbreiding
- b. er sprake is van een bedrijfstechnisch aantoonbare noodzaak tot uitbreiding;
- c. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde.
13.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft.
Artikel 14 Detailhandel - Supermarkt
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel - Supermarkt' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. grootschalige detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
- 2. horecabedrijven categorie 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2';
- 3. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- b. bijbehorende bouwwerken bij een (bedrijfs)woning;
- c. verkooppunten van motorbrandstoffen exclusief LPG, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
met de daarbijbehorende:
- d. nutsvoorzieningen;
- e. tuinen, erven, terreinen en parkeervoorzieningen;
- f. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
14.2 Bouwregels
14.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. de woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
14.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.2.1 sub a en lid 14.2.2 sub a in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- a. er sprake is van een incidentele uitbreiding;
- b. uitsluitend ondergeschikte gebouwen en overkappingen geheel buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
- c. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde;
14.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- b. het gebruik van gronden ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft.
Artikel 15 Dienstverlening
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. dienstverlening;
- 2. een recreatieappartement, ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
- 3. woningen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' en 'specifieke vorm van wonen - wonen op de verdieping';
met de daarbijbehorende:
- b. parkeervoorzieningen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. tuinen, erven en terreinen;
- e. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
15.2 Bouwregels
15.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
15.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 15.2.2 sub b in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- a. het gaat om een ondergeschikte uitbreiding
- b. er sprake is van een bedrijfstechnisch aantoonbare noodzaak tot uitbreiding;
- c. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde.
15.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning, met uitzondering van:
- 1. de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'wonen', in welk geval woningen op de begane grond zijn toegestaan;
- 2. de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - wonen op verdieping', in welk geval woningen in de tweede en/of hogere bouwlagen is toegestaan;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft.
Artikel 16 Gemengd
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van:
- 1. detailhandel al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, tenzij in de bestaande situatie in de tweede of hogere bouwlaag de betreffende functie aanwezig is, in welk geval deze functie in de tweede of hogere bouwlaag is toegestaan;
- 2. ambachtelijke bedrijven, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, tenzij in de bestaande situatie in de tweede of hogere bouwlaag de betreffende functie aanwezig is, in welk geval deze functie in de tweede of hogere bouwlaag is toegestaan;
- 3. dienstverlening, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, tenzij in de bestaande situatie in de tweede of hogere bouwlaag de betreffende functie aanwezig is, in welk geval deze functie in de tweede of hogere bouwlaag is toegestaan;
- 4. cultuur en ontspanning in de vorm van een galerie of museum, voorzover het de eerste bouwlaag betreft, tenzij in de bestaande situatie in de tweede of hogere bouwlaag de betreffende functie aanwezig is, in welk geval deze functie in de tweede of hogere bouwlaag is toegestaan;
- 5. horecabedrijven categorie 1, 2, 3 en 5, ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- 6. horecabedrijven categorie 1, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1';
- 7. horecabedrijven categorie 1, 2, 3, 4 en 5 met uitzondering van discotheken, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 5';
- 8. sanitaire voorzieningen ten behoeve van de watersportrecreatie, ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';
- 9. opslag ten behoeve van de onder 1 tot en met 8 genoemde doeleinden;
- 10. woningen al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
- b. bijbehorende bouwwerken;
met de daarbijbehorende:
- c. tuinen, erven en terreinen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. horecaterrassen;
- f. nutsvoorzieningen;
- g. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
16.2 Bouwregels
16.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de woonsituatie;
- b. de milieusituatie;
- c. de verkeerssituatie;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
16.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 16.2.1 in die zin dat deuren en trappen worden gebouwd, alsmede vergelijkbare bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde ten behoeve van de afsluiting en/of ontsluiting van het open perceel of de steeg, met dien verstande dat:
- 1. de bouwwerken niet beeldverstorend zijn vanaf het openbare gebied en, indien mogelijk zoveel mogelijk vanaf de openbare ruimte worden gebouwd;
- 2. de bouwwerken uit een open constructie bestaan en er sprake is van een gedekte kleurstelling die passend is in het gebied;
- 3. het bouwwerk niet leidt tot een onevenredige verstoring van het open karakter van het perceel of de steeg;
- b. het bepaalde in lid 16.2.2 sub b in die zin dat hoofdgebouwen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd.
16.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan de functies die zijn genoemd in lid 16.1 sub a;
- b. het gebruik van de tweede en hogere bouwlaag van een gebouw voor de in lid 16.1 sub a onder de 1 tot en met 8 genoemde doeleinden, tenzij in de bestaande situatie de betreffende functies in de tweede en/of hogere bouwlagen is gevestigd, in welk geval deze functie in de tweede en/of hogere bouwlaag is toegestaan;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor horecabedrijven, met uitzondering van gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'horeca', 'horeca van categorie 1' of 'horeca tot en met categorie 5';
- d. het gebruik van een pand voor meer dan één woning, tenzij:
- 1. het aantal bestaande woningen per pand meer bedraagt, in welk geval het bestaande aantal als maximum geldt;
- 2. de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', in welk geval het in de aanduiding opgenomen aantal als maximum geldt;
- e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor risicovolle inrichtingen;
- g. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien er sprake is van een milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige activiteit in het kader van de Wet milieubeheer;
- h. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel met een maximum van 50 m².
16.6 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 16.5 sub a in die zin de gronden en bouwwerken tevens mogen worden gebruikt voor kantoren, mits de bedrijfsvloeroppervlakte per kantoor of dienstverlenend bedrijf ten hoogste 60 m² bedraagt;
- b. het bepaalde in lid 16.5 sub c in die zin de gronden en bouwwerken die niet zijn voorzien van de aanduiding 'horeca', 'horeca van categorie 1' of 'horeca tot en met categorie 5 tevens mogen worden gebruikt voor horecabedrijven categorie 1, mits het om een horecafunctie gaat die een bijdrage levert aan de versterking van de winkelfunctie;
- c. het bepaalde in lid 16.5 sub b in die zin dat de tweede en hogere bouwlaag wordt gebruikt voor de in lid 16.1 sub a onder de 1 tot en met 8 genoemde doeleinden, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het kernwinkelgebied;
- d. het bepaalde in lid 16.5 sub d in die zin dat het aantal woningen per pand wordt vergroot;
- e. het bepaalde in lid 16.5 sub f in die zin dat de bouwwerken worden gebruikt voor detailhandel in consumentenvuurwerk, mits wordt voldaan aan hetgeen in het Vuurwerkbesluit is bepaald;
- f. het bepaalde in lid 16.5 sub h in die zin dat de bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van bed and breakfast wordt vergroot tot ten hoogste 75 m², mits:
- 1. de bedrijfsvloeroppervlakte van de logiesverstrekkende functie ten hoogste 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel bedraagt;
- 2. er maximaal 2 kamers (eenheden) gerealiseerd worden;
- 3. de logiesverstrekkende functie door de (hoofd)bewoner wordt uitgeoefend;
- 4. de logiesverstrekkende functie blijkens de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneert als een zelfstandige eenheid;
- 5. de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit per bouwperceel niet meer bedraagt dan 75 m²;
- 6. het parkeren zoveel mogelijk op het eigen erf plaatsvindt. Indien parkeren op eigen erf niet mogelijk is, dient te worden aangetoond dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de parkeersituatie in de omgeving.
Artikel 17 Groen
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. groenvoorzieningen;
- b. bosschages, bebossing en beplanting;
- c. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de waardevolle erfbeplanting, ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden';
- d. voet- en fietspaden;
- e. parkeervoorzieningen;
- f. opritten;
- g. speelvoorzieningen;
- h. nutsvoorzieningen;
- i. waterlopen en waterpartijen;
- j. camperstandplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperstandplaats;'
- k. een ijsbaan met de daarbijbehorende gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
- l. een gebouw ten behoeve van de sluisbediening met de daarbijbehorende terreinen al dan niet in combinatie met dagrecreatieve voorzieningen, culturele voorzieningen en horeca van categorie 1 ter plaatse van de aanduiding 'recreatie';
- m. een molen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - molen';
- n. volkstuinen, ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';
- o. een kinderboerderij / dierenverblijf met de daarbijbehorende gebouwen, ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij';
- p. een gebouw ten behoeve van sanitaire voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - sanitair';
met daaraan ondergeschikt:
- q. infrastructurele voorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- r. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, waaronder:
- 1. een reclamezuil ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - reclamezuil';
- 2. kunstobjecten.
17.2 Bouwregels
17.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de sociale veiligheid;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
17.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.2.2 sub a in die zin dat gebouwen en overkappingen (gedeeltelijk) buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- a. er sprake is van een incidentele uitbreiding;
- b. uitsluitend ondergeschikte gebouwen geheel buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd.
17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Groen' wordt gewijzigd in de bestemming 'Water', mits:
- a. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1';
- b. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast voor de aanleg van een haventje.
Artikel 18 Horeca
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. bedrijfsgebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. horeca categorie 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 2';
- 2. horeca categorie 1, 2, 3 en 4, niet zijnde discotheken, ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4';
- 3. horeca categorie 1, 2, 3 en 4, met inbegrip van discotheken, ter plaatse van de aanduiding 'discotheek';
- 4. horeca categorie 5, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
met de daarbijbehorende:
- b. parkeervoorzieningen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. tuinen, erven en terreinen;
- e. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
18.2 Bouwregels
18.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
18.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 18.2.2 sub b in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- a. het gaat om een ondergeschikte uitbreiding;
- b. er sprake is van een bedrijfstechnisch aantoonbare noodzaak tot uitbreiding.
18.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft
Artikel 19 Kantoor
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. kantoren;
- 2. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1. en 3.2, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
- 3. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- 4. wonen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
met de daarbijbehorende:
- b. parkeervoorzieningen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. tuinen, erven en terreinen;
- e. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
19.2 Bouwregels
19.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
19.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'wonen';
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft.
Artikel 20 Maatschappelijk
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. maatschappelijke voorzieningen;
- 2. bijzondere woonvormen, ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning';
- 3. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
- 4. horeca categorie 1 en 2 al dan niet in combinatie met zalenverhuur, ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- 5. opslagdoeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
- 6. wonen vanaf de tweede bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'wonen', tenzij in de bestaande situatie in de eerste bouwlaag wordt gewoond, in welk geval wonen in de eerste bouwlaag is toegestaan;
- b. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
met de daarbijbehorende:
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. tuinen, erven en terreinen;
- f. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
20.2 Bouwregels
20.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
20.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 20.2.2 sub a in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- a. het gaat om een ondergeschikte uitbreiding;
- b. uitsluitend ondergeschikte gebouwen geheel buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd.
- c. er sprake is van een bedrijfstechnisch aantoonbare noodzaak tot uitbreiding;
- d. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;
20.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van gebouwen voor bewoning, met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van:
- 1. de aanduiding 'wonen', in welk geval wonen vanaf de tweede bouwlaag is toegestaan en, indien in de bestaande situatie in de eerste bouwlaag wordt gewoond, wonen in de eerste bouwlaag is toegestaan;
- 2. de aanduiding 'zorgwoning' in welk geval bijzondere woonvormen zijn toegestaan;
- 3. de aanduiding 'bedrijfswoning' in welk geval bedrijfswoningen zijn toegestaan;
- b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor horeca, met uitzondering van ondergeschikte detailhandel, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte':
- 1. de gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte ten hoogste de in de aanduiding aangegeven oppervlakte mag bedragen, met een maximum van 65 m² per winkel;
- 2. uitsluitend detailhandel wordt gevestigd die zorg gerelateerd is;
- c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft.
20.6 Wijzigingsbevoegdheid
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kunnen burgemeester en wethouders het plan wijzigen, in die zin dat een bouwvlak al dan niet voorzien van de aanduiding 'zorgwoning' wordt toegevoegd, mits:
- a. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3';
- b. de bouwhoogte van een gebouw ten hoogste 15,00 m zal bedragen;
- c. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;
- d. de verkaveling en de situering van de gebouwen zodanig is dat een goede aansluiting ontstaat op de structuur van de omgeving;
- e. er sprake is van een goede landschappelijke, ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing.
Artikel 21 Maatschappelijk - Begraafplaats
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. begraafplaatsen;
- b. gebouwen ten behoeve van een begraafplaats;
met de daarbijbehorende:
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. paden;
- f. bebossing en beplanting;
- g. tuinen en erven;
- h. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, waaronder een antennemast, ter plaatse van de aanduiding 'antennemast'.
21.2 Bouwregels
21.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 22 Natuur
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de instandhouding van een eendenkooi met de daarbijbehorende cultuurhistorische, landschappelijke en natuurwaarden;
- b. eendenkooi en de daarbijbehorende kooihuisjes;
- c. gebouwen en overkappingen ten behoeve van het onderhoud en beheer;
met de daarbijbehorende:
- d. nutsvoorzieningen;
- e. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
22.2 Bouwregels
22.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de sociale veiligheid;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 23 Recreatie - Kampeerterrein
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Kampeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. standplaatsen voor kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans;
- b. gebouwen, voorzover ten dienste van een kampeerterrein, ten behoeve van:
- 1. sanitaire voorzieningen;
- 2. onderhoud en beheer;
- 3. dienstverlening;
- 4. een kantine;
met de daarbijbehorende:
- c. sport- en speelvoorzieningen;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. nutsvoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. erven en terreinen;
- h. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
23.2 Bouwregels
23.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede landschappelijke inpassing;
- b. goede milieusituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
23.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 23.2.1 sub a in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- a. het gaat om een ondergeschikte uitbreiding;
- b. uitsluitend ondergeschikte gebouwen geheel buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd.
23.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor meer dan 100 standplaatsen voor kampeermiddelen;
- b. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen buiten de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
- c. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen zonder dat deze op verantwoorde wijze landschappelijk worden ingepast;
- d. het gebruik van de gebouwen voor bewoning.
Artikel 24 Recreatie - Manege
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van:
- 1. een manege annex paardenhouderij al dan niet in combinatie met een zorgboerderij;
- 2. onderhoud en beheer;
- 3. horeca van categorie 2, voorzover gerelateerd en ondergeschikt aan de onder 1 genoemde doeleinden;
- 4. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
- b. bijbehorende bouwwerken bij een (bedrijfs)woning;
met de daarbijbehorende:
- c. nutsvoorzieningen;
- d. tuinen, erven, terreinen en parkeervoorzieningen;
- e. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
24.2 Bouwregels
24.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. de woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
24.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 24.2.1 sub a en lid 24.2.2 sub a in die zin dat gebouwen of overkappingen gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- a. er sprake is van een incidentele uitbreiding;
- b. uitsluitend ondergeschikte gebouwen en overkappingen geheel buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
- c. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde;
24.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- b. het gebruik van gronden ten behoeve van opslag, voorzover het geen zij- en/of achtererf betreft.
Artikel 25 Sport
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. terreinen ten behoeve van sport en sportieve recreatie;
- b. een zwembad, ter plaatse van de aanduiding ‘zwembad’;
- c. gebouwen en overkappingen ten behoeve sport- en sportieve recreatie met de daarbijbehorende voorzieningen, zoals kleedruimten en kantines;
met de daarbijbehorende:
- d. wegen en paden;
- e. speelvoorzieningen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. waterlopen en waterpartijen;
- h. parkeervoorzieningen;
- i. nutsvoorzieningen;
- j. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
25.2 Bouwregels
25.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de milieusituatie;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
25.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 25.2.1 sub a in die zin dat gebouwen (gedeeltelijk) buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- 1. er sprake is van een incidentele uitbreiding;
- 2. uitsluitend ondergeschikte gebouwen geheel buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
- de bouwhoogte van de buiten het bouwvlak te bouwen gebouwen zal ten hoogste 4,00 m bedragen;
- de oppervlakte per gebouw zal ten hoogste 30 m² bedragen;
- b. het bepaalde in lid 25.2.1 sub a in die zin dat ten behoeve van een incidentele vervangende kantine-/kleedaccommodatie buiten het bouwvlak mag worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
- 1. de bouwhoogte van de buiten het bouwvlak te bouwen gebouwen zal ten hoogste 6,00 m bedragen;
- 2. de gezamenlijke oppervlakte van de buiten het bouwvlak te bouwen gebouwen zal per bestemmingsvlak ten hoogste 350 m² bedragen.
25.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een zelfstandig horecabedrijf.
Artikel 26 Verkeer
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en straten;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen en overige verharding, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' uitsluitend een parkeerterrein is toegestaan;
- d. groenvoorzieningen;
- e. sloten, bermen en beplanting;
- f. gebouwen en overkappingen ten behoeve van parkeervoorzieningen;
- g. bijbehorende bouwwerken met de daarbijbehorende erven bij woonschepen, ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
- h. een gebouw ten behoeve van sanitaire voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - sanitair';
- i. camperstandplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperstandplaats;'
- j. terras voor horeca categorie 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
met daaraan ondergeschikt:
g. speelvoorzieningen;
- k. objectvrije vaargeul, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - vaargeul';
met de daarbijbehorende:
- l. nutsvoorzieningen;
- m. overige bouwwerken geen gebouwen en overkappingen zijnde, waaronder kunstobjecten, bruggen, dammen en/of duikers.
26.2 Bouwregels
26.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de sociale veiligheid;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
26.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak, zodanig dat wegen uit meer dan twee rijstroken bestaan.
Artikel 27 Verkeer - Openbaar Vervoerstation
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Openbaar vervoerstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten dienst van een busstation;
- b. gebouwen en overkappingen voorzover ten dienste van een busstation, ten behoeve van:
- 1. fietsenstallingen;
- 2. onderhoud en beheer;
- c. wegen en straten;
- d. parkeervoorzieningen;
- e. groenvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- f. nutsvoorzieningen;
- g. overige bouwwerken geen gebouwen en overkappingen zijnde.
27.2 Bouwregels
27.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de sociale veiligheid;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
27.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak, zodanig dat wegen uit meer dan twee rijstroken bestaan.
Artikel 28 Verkeer - Verblijfsgebied
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen en (woon)straten;
- b. paden;
- c. parkeervoorzieningen en overige verharding, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' uitsluitend een parkeerterrein is toegestaan;
- d. groenvoorzieningen, bermstroken en beplanting;
- e. een gebouw ten behoeve van horeca, ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- f. horecaterrassen;
met de daarbijbehorende:
- g. nutsvoorzieningen;
- h. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder:
- 1. bruggen, duikers en/of dammen;
- 2. een overbouwing, ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
- 3. kunstobjecten.
28.2 Bouwregels
28.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. de sociale veiligheid;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
28.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.2.3 sub a in die zin dat ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' bruggen buiten het aanduidingsvlak 'brug' worden gebouwd, mits ontheffing is verkregen van de waterbeheerder.
Artikel 29 Water
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterlopen en waterpartijen;
- b. oevers;
- c. bermen en beplanting;
- d. aanleggelegenheid;
- e. ligplaatsen voor woonschepen, ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
- f. ligplaatsen voor historische schepen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - museumhaven';
- g. het behoud van de natuurlijke waarden, cultuurhistorische waarden en landschappelijke waarden, het versterken van de belevingswaarde vanaf het water en de recreatievaart, alsmede het extensief dagrecreatief medegebruik van het water en de oevers ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - waardevolle waterloop';
- h. objectvrije vaargeul, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - vaargeul';
- i. ligplaats voor horeca categorie 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
met de daarbijbehorende:
- j. nutsvoorzieningen;
- k. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, waaronder bruggen, duikers en/of dammen.
29.2 Bouwregels
29.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede waterhuishouding;
- b. de verkeersveiligheid;
- c. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- d. de landschappelijke waarden;
- e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
29.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 29.2.2 sub a in die zin dat ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' bruggen buiten het aanduidingsvlak 'brug' worden gebouwd, mits ontheffing is verkregen van de waterbeheerder.
29.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het gebruik van gronden als ligplaats voor woonschepen, met uitzondering van:
- 1. de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'woonschepenligplaats', in welk geval woonschepen met een bouwhoogte tot ten hoogste 3,50 m zijn toegestaan;
- 2. de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding 'specifieke vorm van water - museumhaven', met dien verstande dat:
- er sprake is van een ligplaats voor schepen die ter plaatse geen permanente ligplaats hebben;
- er sprake is van een ligplaats van historische schepen die een aanvulling op het historische karakter van de stad vormen;
- het gebruik als ligplaats uitsluitend is toegestaan in de periode van 1 oktober tot en met 1 april.
Artikel 30 Wonen
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor:
- 1. een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
- 2. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
- 3. dienstverlening / kantoren, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
- 4. horeca categorie 1, 2 en 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
- 5. maatschappelijke voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
- 6. recreatiewoning, ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
- b. bijbehorende bouwwerken;
- c. garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garagebox';
- d. een parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
met de daarbijbehorende:
- e. nutsvoorzieningen;
- f. tuinen, erven en terreinen;
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
30.2 Bouwregels
30.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmetingen en de nokrichting van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de milieusituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
30.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 30.2.1 sub b in die zin dat deuren en trappen worden gebouwd, alsmede vergelijkbare bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde ten behoeve van de afsluiting en/of ontsluiting van het open perceel of de steeg, met dien verstande dat:
- 1. de bouwwerken niet beeldverstorend zijn vanaf het openbare gebied en, indien mogelijk zoveel mogelijk vanaf de openbare ruimte worden gebouwd;
- 2. de bouwwerken uit een open constructie bestaan en er sprake is van een gedekte kleurstelling die passend is in het gebied;
- 3. het bouwwerk niet leidt tot een onevenredige verstoring van het open karakter van het perceel of de steeg;
- b. het bepaalde in lid 30.2.2 sub b in die zin dat een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd;
- c. het bepaalde in lid 30.2.2 sub c in die zin dat de gevel tot ten hoogste 2,00 m achter de naar de weg gekeerde bouwgrens wordt gebouwd;
- d. het bepaalde in lid 30.2.2 sub e in die zin dat de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens wordt verkleind;
- e. het bepaalde in lid 30.2.3 sub a en b in die zin dat bijbehorende bouwwerken in het zijerfgebied worden gebouwd, met in achtneming van de volgende regels:
- 1. bijbehorende bouwwerken dienen te worden gebouwd achter een denkbeeldige lijn welke onder een hoek van 45° wegloopt richting het achter- of zijerfgebied. Deze lijn heeft als beginpunt de hoek welke de zijgevel van het hoofdgebouw maakt met de voorkant van het hoofdgebouw;
- 2. de oppervlakte van het te bebouwen zijerfgebied mag worden vermeerderd bij het bebouwingsgebied voor het bepalen van de maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken;
- f. het bepaalde in lid 30.2.3 sub b in die zin dat de oppervlakte van het bebouwingsgebied mag worden vergroot met de oppervlakte van het zijerfgebied voor het bepalen van de maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken.
30.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
- b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel tenzij:
- 1. ter plaatse de aanduiding 'detailhandel' is opgenomen, in welk geval detailhandel is toegestaan;
- 2. het detailhandel bij een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit betreft, in welk geval detailhandel is toegestaan die als nevenactiviteit beperkt blijft tot de verkoop van producten die een directe relatie hebben met het beroep of de activiteit of producten die binnen het beroep of de activiteit vervaardigd worden:
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, indien er sprake is van een milieuvergunningsplichtige of meldingsplichtige activiteit in het kader van de Wet milieubeheer;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel met een maximum van 50 m².
30.6 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 30.5 sub d in die zin dat de bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van bed and breakfast wordt vergroot tot ten hoogste 75 m², mits:
- a. de bedrijfsvloeroppervlakte van de logiesverstrekkende functie ten hoogste 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel bedraagt;
- b. er maximaal 2 kamers (eenheden) gerealiseerd worden;
- c. de logiesverstrekkende functie door de (hoofd)bewoner wordt uitgeoefend;
- d. de logiesverstrekkende functie blijkens de bouwkundige opzet, indeling en maatvoering niet functioneert als een zelfstandige eenheid;
- e. de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van een aan-huis-verbonden beroep of kleinschalige bedrijfsmatige activiteit per bouwperceel niet meer bedraagt dan 75 m²;
- f. het parkeren zoveel mogelijk op het eigen erf plaatsvindt. Indien parkeren op eigen erf niet mogelijk is, dient te worden aangetoond dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de parkeersituatie in de omgeving.
Artikel 31 Wonen - Wooncentrum
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Wooncentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van woningen, in combinatie met ruimte voor:
- 1. sociaal-medische voorzieningen;
- 2. sociaal-culturele voorzieningen;
met de daarbijbehorende:
- b. parkeervoorzieningen;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. tuinen, erven en terreinen;
- e. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
31.2 Bouwregels
31.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de milieusituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
31.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 31.2.1 sub a in die zin dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde.
Artikel 32 Wonen - Woongebouw
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woongebouwen;
met de daarbijbehorende:
- b. bergingen en overkappingen, ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
- c. parkeervoorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. tuinen, erven en terreinen;
- f. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
32.2 Bouwregels
32.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
- a. een goede woonsituatie;
- b. de milieusituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
32.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 32.2.1 sub a in die zin dat een woongebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde.
Artikel 33 Leiding - Gas
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een (belemmeringen)strook ten behoeve van een hoofdgastransportleiding, alsmede het onderhoud en beheer daarvan;
met de daarbijbehorende:
- b. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
33.2 Voorrangsregeling
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
33.3 Bouwregels
33.4 Afwijken van de bouwregels
Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 33.3.1 in die zin dat de in de basisbestemming(en) genoemde bouwwerken worden gebouwd, mits:
- a. geen afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de betreffende gasleiding en de veiligheid van de gasleiding niet wordt geschaad;
- b. vooraf door het bevoegd gezag schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder;
- c. geen kwetsbare objecten worden gebouwd.
33.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- het opslaan van goederen, met uitzondering het opslaan van goederen ten behoeve van inspectie en onderhoud van de gastransportleiding.
33.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 34 Leiding - Hoogspanningsverbinding
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. een strook ten behoeve van een hoogspanningsleiding;
met de daarbijbehorende:
- b. overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
34.2 Bouwregels
34.3 Afwijken van de bouwregels
Er kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 34.2.1 in die zin dat de in de basisbestemming(en) genoemde bouwwerken worden gebouwd, mits:
- a. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder;
- b. geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leiding.
Artikel 35 Waarde - Archeologisch Monument
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologisch monument' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden van de gronden.
35.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken is een vergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk. Een aanvraag daartoe dient bij de gemeente te worden ingediend.
35.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
Voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, is een vergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk. Een aanvraag daartoe dient bij de gemeente te worden ingediend.
Artikel 36 Waarde - Archeologisch Waardevol Gebied
36.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologisch waardevol gebied' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
36.2 Bouwregels
36.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
36.4 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 37 Waarde - Beschermd Stadsgezicht
37.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), bestemd voor het behoud, het herstel en de uitbouw van de in paragraaf 2.1 en bijlage 1 van de toelichting van het bestemmingsplan Dokkum Regiostad aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing;
37.2 Bouwregels
37.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van het behoud, het herstel en de uitbouw van de in paragraaf 2.1 en bijlage 1 van de toelichting van het bestemmingsplan Dokkum Regiostad aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van gebouwen.
37.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in paragraaf 2.1 en bijlage 1 van de toelichting van het bestemmingsplan Dokkum Regiostad aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en zijn bebouwing kan met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. het bepaalde in lid 37.2.1 sub c in die zin dat de bestaande verhouding tussen de hoogte en breedte van een hoofdgebouw wordt gewijzigd, mits hierdoor geen onevenredige verstoring optreedt in de straatwand waarin de betreffende gevel zich bevindt;
- b. het bepaalde in lid 37.2.1 sub d in die zin dat de dakhelling van een gebouw wordt verhoogd of verlaagd dan wel een gebouw (gedeeltelijk) wordt voorzien van een plat dak, mits door toepassing van een passende gevelbeëindiging geen onevenredige verstoring optreedt in de straatwand waarin de betreffende gevel zich bevindt;
- c. het bepaalde in lid 37.2.1 sub e in die zin dat de breedte van de gevelopeningen groter wordt dan of gelijk aan de hoogte van de gevelopeningen, mits dit noodzakelijk is in verband met het aanbrengen van etalageruiten met name in de eerste bouwlaag van een hoofdgebouw;
- d. het bepaalde in lid 37.2.2 sub a in die zin dat een bijbehorend bouwwerk mag worden voorzien van een plat dak;
- e. het bepaalde in lid 37.2.2 sub b in die zin dat wordt afgeweken van het kleur- en materiaalgebruik.
37.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 38 Waarde - Cultuurhistorie
38.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de dijken, de voormalige spoorlijn, kerkenpaden, terpenpaden en de begeleidende boombeplanting.
38.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
38.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 39 Waarde - Karakteristiek
39.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Karakteristiek' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en het herstel van de waardevolle hoofdvormen van panden, alsmede de karakteristieke waarden, zoals die zijn beschreven in bijlage 5.
39.2 Bouwregels
Op gronden met de bestemming 'Waarde - Karakteristiek' is het uitsluitend toegestaan te bouwen indien en voor zover:
- a. bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming;
- b. de bestaande cultuurhistorische waardestelling niet wordt aangetast door wezenlijke veranderingen in situering, massa, kapvorm, hoogtematen en gevelindeling, zulks met inbegrip van waardevolle details.
39.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
- a. de situering en de afmetingen van bouwwerken;
- b. de inrichting en het gebruik van gronden.
39.4 Afwijken van de bouwregels
39.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
39.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
39.7 Advies
Ten behoeve van de voor 'Waarde - Karakteristiek' bestemde gronden leggen Burgemeester en Wethouders alle aanvragen om een omgevingsvergunning voor het bouwen of slopen van een bouwwerk, dan wel het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, en van werkzaamheden, alsmede de aanvragen om afwijking van de bouwregels ter advies voor aan de gemeentelijke Welstandscommissie.
39.8 Wijzigingsbevoegdheid
- a. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om de bestemming 'Waarde - Karakteristiek' te wijzigen door deze geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van een cultuurhistorisch en/of bouwtechnisch rapport van een onafhankelijk deskundige is aangetoond dat op de betrokken locatie geen cultuurhistorische waarden (meer) aanwezig zijn dan wel dat deze waarden niet meer als zodanig bescherming behoeven;
- b. Het cultuurhistorisch en/of bouwtechnisch rapport zoals bedoeld onder a wordt vervaardigd met inachtneming van een programma van eisen, welk daartoe is goedgekeurd door een deskundige op het gebied van cultuurhistorie en bouwen van de gemeente.
Artikel 40 Waarde - Waardevolle Erfbeplanting
40.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Waardevolle erfbeplanting' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waardevolle erfbeplanting;
- b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de waardevolle erfbeplanting;
met daaraan ondergeschikt;
- c. nutsvoorzieningen;
- d. paden;
- e. tuinen en erven;
- f. water;
met de daarbijbehorende:
- g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
40.2 Bouwregels
40.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het verwijderen, vernielen en/of aantasten van de waardevolle erfbeplanting anders dan ten behoeve van het normale onderhoud.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 41 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 42 Algemene Bouwregels
42.1 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen mogen in afwijking van het bestemmingsplan, uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, hellingbanen, funderingen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m.
42.2 Bestaande maatvoeringen
- a. Daar waar bestaande afstanden meer of minder bedragen dan ingevolge de bouwregels is voorgeschreven, worden de bestaande afstanden als ten hoogste respectievelijk ten minste toelaatbaar aangehouden.
- b. In die gevallen dat bestaande situeringen, percentages, dakhellingen, kapvormen, hoogten, bestaande inhoud en/of bestaande oppervlakten afwijken van de bouwregels, worden de bestaande situeringen en maatvoeringen als toelaatbaar aangehouden.
Artikel 43 Algemene Gebruiksregels
43.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken voer-, vaar- en/of vliegtuigen;
- b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil;
- c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
- d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve voorzieningen, met uitzondering van:
- 1. de gronden ter plaatse van de bestemming 'Recreatie - Kampeerterrein';
- 2. de gronden ter plaatse van de bestemmingen 'Centrum', 'Dienstverlening' en 'Wonen' voorzien van de aanduiding 'recreatiewoning';
- 3. de gronden ter plaatse van de bestemming 'Groen' of ‘Verkeer’ voorzien van de aanduiding ‘specifieke vorm van recreatie – camperstandplaats’;
- 4. bed and breakfast, voorzover hiervoor de in de bestemmingen opgenomen afwijkingsprocedure voor het gebruik is gevoerd;
- e. het gebruik van een (bedrijfs)woning voor meer dan één huishouden.
43.2 Toegestaan gebruik
Tot een binnen de gegeven bestemmingen toegestaan gebruik wordt gerekend, het gebruik van de gronden en bouwwerken voor evenementen.
43.3 Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 43.1 sub e in die zin dat een woning worden gebruikt voor meerdere huishoudens, met dien verstande dat deze afwijkingsbevoegdheid uitsluitend wordt verleend, indien kan worden voorzien in Voldoende parkeergelegenheid voor de extra huishoudens.
Artikel 44 Algemene Aanduidingsregels
44.1 geluidzone - industrie
44.2 overige zone - gezoneerd terrein
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - gezoneerd terrein' zijn de gronden aangewezen als gezoneerd terrein.
44.3 veiligheidszone - bevi
44.4 vrijwaringzone - molenbiotoop
Artikel 45 Algemene Afwijkingsregels
45.1 Afwijkingsregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- a. de regels in die zin dat de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - horecaconcentratiegebied' en de aangrenzende openbare ruimte tevens worden gebruikt voor horecabedrijven categorie 2, 3, 4, niet zijnde discotheken, en 5, mits het gaat om een horecafunctie die een bijdrage levert aan de versterking van het centrumgebied;
- b. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
- c. de in de aanduidingen aangegeven maatvoeringseisen met betrekking tot goot- en bouwhoogte tot ten hoogste 20% van die maatvoeringseisen;
- d. de regels in die zin dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- e. de regels in die zin dat gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, openbaar vervoer, bediening van kunstwerken, sanitaire voorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
- 1. de oppervlakte per gebouwtje ten hoogste 50 m² mag bedragen;
- 2. de bouwhoogte van een gebouwtje ten hoogste 3,00 m mag bedragen;
- f. de regels, ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m;
- g. de regels, ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m;
- h. de regels ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen in die zin dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen wordt vergroot, mits:
- 1. de maximale oppervlakte van de plaatselijke verhoging ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak mag bedragen;
- 2. de vergroting ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
- i. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
- 1. trappen, trappenhuizen en galerijen;
- 2. entreeportalen, luifels, veranda's en balkons;
- 3. overstekende daken;
mits de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend;
- 1. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de bouwgrens met niet meer dan 1,00 m overschrijdend.
45.2 Toetsingscriteria
De in lid 45.1 genoemde omgevingsvergunningen kunnen uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. de milieusituatie;
- b. de woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 46 Algemene Wijzigingsregels
46.1 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
- a. de bestemmingen 'Agrarisch - Cultuurgrond' en 'Bedrijf' worden gewijzigd in de bestemmingen 'Verkeer', 'Water' en/of 'Wonen', waarbij bouwvlakken worden toegevoegd, mits:
- 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2';
- 2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 26, 29 en/of 30 van toepassing zijn;
- 3. ten hoogste 25 woningen wordt gebouwd;
- 4. de behoefte aan de ontwikkeling van deze locatie wordt onderbouwd;
- 5. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
- 6. de verkaveling en de situering van de gebouwen zodanig is dat een goede aansluiting ontstaat op de structuur van de omgeving;
- 7. er sprake is van een goede landschappelijke, ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing;
- 8. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied;
- b. de bestemmingen 'Groen' en/of 'Water' worden gewijzigd in de bestemming 'Sport' (met inbegrip van de toevoeging van bouwvlakken) en/of bouwvlakken worden toegevoegd aan de bestemming 'Sport', mits:
- 1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4';
- 2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 25 van toepassing zijn;
- 3. de verkaveling en de situering van de gebouwen zodanig is dat een goede aansluiting ontstaat op de structuur van de omgeving;
- 4. er sprake is van een goede landschappelijke, ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing;
- c. de bestemmingen 'Agrarisch - Bedrijf', 'Bedrijf', 'Detailhandel', 'Dienstverlening', 'Horeca', 'Kantoor' en 'Maatschappelijk' worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen' of in een aan (zorg)wonen gerelateerde bestemming, mits:
- 1. de betreffende functie op een adequate wijze wordt ontsloten;
- 2. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;
- 3. deze wijzigingsbevoegdheid primair wordt toegepast voor hergebruik van de bestaande gebouwen. Indien een woonfunctie in de bestaande bebouwing redelijkerwijs niet mogelijk is, mag herinvulling plaatsvinden;
- 4. de aantallen en de kwaliteit van de woningbouw in overeenstemming zijn met een woonplan, dat de schriftelijke instemming van Gedeputeerde Staten heeft.
46.2 Toetsingscriteria
De in lid 46.1 genoemde wijzigingsbevoegdheid kunnen uitsluitend worden toegepast, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
- a. de milieusituatie;
- b. de woonsituatie;
- c. de verkeersveiligheid;
- d. de ruimtelijke en cultuurhistorische waarden;
- e. de landschappelijke waarden;
- f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Artikel 47 Overige Regels
47.1 Voldoende parkeergelegenheid
- a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd of gebruikt wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden.
- b. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid.
- c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 48 Overgangsrecht
48.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid 48.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a met maximaal 10%.
- c. Lid 48.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
48.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 48.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in lid 48.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Lid 48.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
48.3 Overgangsregel ten aanzien van het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken als tweede woning
Het gebruik van bijbehorende bouwwerken als (tweede) woning op het in onderstaande tabel opgenomen adres, mag worden voortgezet, mits de deze (tweede) woning vanaf de eerste terinzagelegging van dit plan niet is vervreemd, door erfopvolging is verkregen c.q. op andere wijze in gebruik is gegeven (verhuur daaronder niet begrepen), met het oogmerk aan een ander het gebruik als woning te verschaffen:
Adres |
Stationsweg 80a |
Artikel 49 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het
Bestemmingsplan Dokkum Regiostad
van de gemeente Noardeast-Fryslân.
Behorend bij de besluiten van 28 juni 2018 en 4 juni 2020.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
Voorliggend plan betreft een geconsolideerd bestemmingsplan. Dit plan is zelf geen rechtsgeldig plan maar voorziet slechts in de samengestelde weergave van het bestemmingsplan Dokkum Regiostad (vastgesteld op 28 juni 2018) en de aanpassingen die daarin zijn gedaan zijn in het Reparatieplan Dokkum Regiostad (vastgesteld op 4 juni 2020). Plannen die na 28 juni 2018 zijn vastgesteld zijn daarbij buiten het plangebied gelaten.
Dit plan is opgesteld met als doel om te gebruiken als integrale versie van het bestemmingsplan Dokkum Regiostad, waarbij de aanpassingen voortvloeiende uit het Reparatieplan Dokkum Regiosat zijn ingevoegd. Door via dit geconsolideerde plan naar geldende planregels te navigeren kan worden voorkomen dat foutieve regels geraadpleegd worden. Bovendien vergroot dit geconsolideerde plan de leesbaarheid.
Dit geconsolideerde plan is niet door het gemeentebestuur vastgesteld. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden.
1.2 Ligging
Het plangebied betreft de gehele stad Dokkum, waarbij de buitengrens is bepaald door het op 28 juni 2018 vastgestelde bestemmingsplan Dokkum Regiostad. De 'gaten'die in het plangebied voorkomen, betreffen de bestemmingsplannen en wijzigingsplannen die zijn vastgesteld na 28 juni 2018 (tot 1 september 2020). Concreet zijn dat de volgende plannen:
- Bestemmingsplan Dokkum - Hoedemakersweg (18-10-2018). Dit plan is met het Reparatieplan Dokkum Regiostad uit de contour geschrapt;
- Wijzigingsplan Dokkum - Stadsdock (16-6-2020). Dit plan is met het Reparatieplan Dokkum Regiostad uit de contour geschrapt;
- Bestemmingsplan Dokkum - Hogedijken (24-6-2020);
- Bestemmingsplan Dokkum - Hogedijken, verplaatsing Aldi (24-6-2020).
Ligging plangebied
1.3 Geldende Plannen
De geldende plannen die in deze geconsolideerde versie zijn opgenomen betreffen de volgende:
met uitzondering van de plangebieden van de volgende bestemmingsplannen:
- Bestemmingsplan Dokkum - Hogedijken;
- Bestemmingsplan Dokkum - Hogedijken, verplaatsing Aldi.
Van beide plannen zijn de juridische onderdelen, zijnde de regels met bijbehorende bijlagen en de verbeeldingen, samengevoegd in de onderhavige geconsolideerde versie. Hiermee is eveneens rekening gehouden met de vaststelling van de bestemmingsplannen Dokkum - Hogedijken en Dokkum - Hogedijken, verplaatsing Aldi: de consequenties voor de regels van het wegvallen van deze plangebieden in de geconsolideerde versie zijn in de regels verwerkt.
De toelichting met bijlagen van beide plannen die het juridische deel van beide plannen onderbouwen, maken geen onderdeel uit van deze geconsolideerde versie. Deze kunnen als rechtsgeldend plan blijvend worden geraadpleegd via de omgeving van www.ruimtelijkeplannen.nl.
1.4 Digitaal Uitwisselbare Ruimtelijke Plannen
De regelgeving op gebied van digitale ruimtelijke plannen biedt de mogelijkheid om op de landelijke voorziening plannen in geconsolideerde status te plaatsen. Aangezien deze planvorm geen officiele status heeft, en er ook geen besluitvormingsproces aan ten grondslag ligt heeft zowel het plan zelf als het dossier waarin het zich bevind de status 'geconsolideerd'.
Bijlage 1 Bedrijvenlijst
Bijlage 2 Lijst Met Kleinschalige Bedrijfsmatige Activiteiten
Kledingmakerij, zoals:
(maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf
woningstoffeerderij
Kantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uitgeoefend, zoals:
schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, glazenwasserij, maar ook ten behoeve van bijvoorbeeld een groothandelsbedrijf
Reparatiebedrijfjes, zoals:
schoen-/lederwarenreparatiebedrijf
uurwerkreparatiebedrijf
goud- en zilverwerkreparatiebedrijf
reparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederen
reparatie van muziekinstrumenten
In ieder geval zijn autoreparatiebedrijven uitgezonderd.
Advies- en ontwerpbureaus, zoals:
reclame ontwerp
grafisch ontwerp
architect
(Zakelijke) dienstverlening, zoals:
notaris
advocaat
accountant
assurantie-/verzekeringsbemiddeling
exploitatie en handel in onroerende zaken
ICT bedrijven
webwinkels waar de verkoop van goederen uitsluitend plaatsvindt via internet
Overige dienstverlening, zoals:
kappersbedrijf
schoonheidssalon
pedicure
Onderwijs, zoals:
autorijschool
onderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium
Detailhandel:
productiegebonden detailhandel
Horeca:
bed and breakfast
theetuin
Bijlage 3 Inpassingsplan
1. Toepassing inpassingsplan
Bij een nieuwe ontwikkeling, een uitbreidingsplan, of het plaatsen van een nieuw gebouw of bouwwerk, dient een inpassingsplan te worden gemaakt als een regeling in dit bestemmingsplan daartoe verplicht.
2. Doel inpassingsplan
Bij het inpassingsplan dient de inpassing in de omgeving centraal te staan: er moet rekening worden gehouden met landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle elementen, structuren en de bebouwde en onbebouwde omgeving.
3. Inhoud inpassingsplan
De volgende onderdelen maken deel uit van het inpassingsplan:
- ontsluiting.
- groene inpassing, bestaande uit gebiedseigen beplanting.
- de situering van gebouwen, bouwwerken en overige (bedrijfs)onderdelen.
- een lichtplan waaruit blijkt dat lichthinder / lichtvervuiling wordt beperkt.
- toekomstbestendigheid van het plan, zoals mogelijke (bedrijfs)uitbreidingen.
- watercompensatie: bij een toename van verhard oppervlak van minimaal 200 m2 moet minimaal 10 % van de toename van het verharde oppervlak (bijv. gebouw, erfverharding) gecompenseerd worden door water, tenzij er met het waterschap een ander wijze van compensatie is overeengekomen.
- in specifieke situaties kunnen aanvullende onderdelen van toepassing zijn, voortvloeiend uit het in 2. genoemde doel.
4. Regels lichthinder:
- a. Terreinverlichting moet op een dusdanige wijze zijn uitgevoerd dat er geen direct licht buiten de inrichting terecht komt.
- b. De in de stallen aangebrachte of gebruikte verlichting dienen zodanig te zijn afgeschermd dat buiten stal geen sprake is van direct lichtuitstraling. Buiten de stal mag enkel reflectie van licht waarneembaar zijn.
- c. De te verrichten werkzaamheden dienen zodanig te zijn afgeschermd, dat zij buiten de inrichting geen hinderlijke directe lichtinstraling op lichtdoorlatende oppervlakken in gevels en daken van woningen veroorzaken.
- d. De grenswaarde van de verticale verlichtingssterkte Ev voor de lichtemissie ter voorkoming van lichthinder bedraagt op de gevel van een woning dan wel op 50 meter van de grens van de inrichting maximaal 5 lux tussen 07.00 en 23.00 uur en 1 lux tussen 23.00 en 07.00 uur.
- e. De lichtsterkte I (cd) van elk armatuur bedraagt 7.500 cd tussen 07.00 en 23.00 uur en 500 cd tussen 23.00 en 07.00 uur.
- f. De gemiddelde luminantie van een gevel of object (Lgem) bedraagt 5 cd/m2.
- g. De grenswaarde van de Upward Light Ratio (ULR) ter voorkoming van lichthinder bedraagt maximaal 0.05%.
5. Realisering inpassingsplan
De maatregelen uit het inpassingsplan moeten binnen één jaar na de start van het (bouw)plan gerealiseerd zijn.
6. Toetsing inpassingsplan
Burgemeester en wethouders bepalen of de onder 3. genoemde inhoud van het inpassingsplan in voldoende mate voldoet aan het onder 2. genoemde doel.
Bijlage 4 Specifieke Toetsingscriteria Ondergeschikte Tweede Tak Of Deeltijdfunctie
Activiteit | Specifieke criteria bij toepassing van de afwijking in artikel 3 lid 3.6.2,. |
verkoop en ambachtelijke bewerking en verwerking van eigen en streekeigen producten | Het gaat hier om producten als jam, sap, zuivel, wijn, ijs, brood e.d. gemaakt van de agrarische producten geteeld in de nabije omgeving. Het mag niet gaan om grootschalige productie. Detailhandel is in beperkte mate mogelijk. De producten moeten een relatie hebben met het landelijk gebied. De bedrijfsvloeroppervlakte voor de bewerking en verwerking mag maximaal 500 m² bedragen, waarbinnen de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van de detailhandel maximaal 120 m² mag bedragen. |
Zorgfunctie | Het moet gaan om de vestiging van een kleinschalige maatschappelijke zorgfunctie. |
Agrarische dienstverlenende bedrijvigheid en gebruiksgerichte paardenhouderijen | Er moet een relatie zijn met het bijbehorende agrarisch bedrijf. Er mag maximaal 20% van het bouwperceel worden gebruikt ten behoeve van de ondergeschikte tak of deeltijdfunctie. |
(Boom)kwekerijactiviteiten, inclusief containerteelt, visteelt, wormenteelt en naar de aard daarmee gelijk te stellen vormen van intensieve teelten | Er moet een relatie zijn met het bijbehorende agrarisch bedrijf. Er mag ten hoogste 2.500 m² ten behoeve van de ondergeschikte tak of deeltijdfunctie worden gebruikt. |
Niet-agrarische bedrijvigheid als bedoeld in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, niet zijnde geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichten en/of voorwerkbedrijven | De bedrijvigheid mag, met uitzondering van de opslagruimtes, geen grotere bedrijfsvloeroppervlakte hebben dan 500 m². Er mag geen opslag van goederen buiten de gebouwen plaatshebben. |
Opslag en stalling van niet-agrarische producten, caravans en boten | Het moet bij de opslag van niet-agrarische producten gaan om een opslag die een relatie heeft met het buitengebied. De opslag is alleen toegestaan op percelen die gelegen zijn aan een doorgaande weg. De opslag is niet toegestaan buiten de gebouwen. |
Appartementen voor recreatieve bewoning en boerderijlogement | De ruimten voor logies worden in de bestaande gebouwen ondergebracht, waarbij gebruik wordt gemaakt van een bestaande entree. Permanente bewoning van de ruimten is niet toegestaan. De oppervlakte van het permanente woongedeelte van de bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen, mag niet minder bedragen dan 100 m². De oppervlakte van een logiesruimte mag ten hoogste 50 m² bedragen. De gezamenlijke oppervlakte van de logiesruimten per bouwperceel mag ten hoogste 200 m² bedragen. Het gezamenlijk aantal slaapplaatsen van alle ruimten mag ten hoogste 12 bedragen. In de ruimten mogen geen keukenblokken worden aangebracht. De activiteit moet uitgeoefend worden door in ieder geval één van de bewoners van de bedrijfswoning. Het parkeren moet op eigen erf plaatsvinden. |
Logies met ontbijt (bed & breakfast) | De logiesverstrekking vindt plaats binnen de bestaande bedrijfswoning dan wel het bestaande voormalige boerderijpand. Er wordt uitgegaan van een bestaande entree (deur). Er zullen maximaal zes kamers ten behoeve van de logiesverstrekking ingericht worden. Er zullen geen keukenblokken in de kamers worden gemaakt. Het parkeren moet op eigen erf plaatsvinden. |
Koffie- en theeschenkerij | De schenkerij moet binnen de bestaande bebouwing gevestigd worden. Ten behoeve van de theeschenkerij mag een klein buitenterras worden aangelegd. De bedrijfsvloeroppervlakte ten behoeve van de theeschenkerij mag maximaal 50 m² bedragen. |
Boerengolf | Ten behoeve van het boerengolf dienen alle voorzieningen, met uitzondering van de golfbaan zelf, op het bouwperceel ondergebracht te worden. Op het bouwperceel moet voldoende parkeergelegenheid aanwezig zijn. Het boerengolf moet nadrukkelijk aan de natuurlijke waarden worden getoetst, wat mogelijk ertoe kan leiden dat het boerengolf gedurende bepaalde perioden van het jaar in bepaalde gebieden niet mag worden uitgeoefend vanwege aanwezige natuurlijke waarden. Het algemeen belang van de natuurwaarden wordt een zwaarder gewicht toegekend dan het individuele belang van de agrariër die boerengolf als neventak aan het bedrijf toevoegt. |