Paraplubestemmingsplan Geluidzone industrieterrein 'Langs de Lek', Groot-Ammers
Bestemmingsplan - Gemeente Molenlanden
Vastgesteld op 04-07-2023 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan
Het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Geluidzone industrieterrein 'Langs de Lek', Groot-Ammers met identificatienummer NL.IMRO.1978.BPGeluidzoneAMS-VG01 van de gemeente Molenlanden.
1.2 bestemmingsplan
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 bestemmingsplan 'Dijkverzwaren Liesveld'
Het bestemmingsplan 'Dijkverzwaren Liesveld' met identificatienummer NL.IMRO.1927.BPdijkverzwarenLSV-VG02, zoals dat op 2 juli 2013 is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Molenwaard.
1.4 aanduiding
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aanduidingsgrens
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6 bedrijf
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen en aan huis gebonden bedrijvigheid daaronder niet begrepen.
1.7 bestemmingsgrens
De grens van een bestemmingsvlak.
1.8 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.9 bouwen
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.10 bouwwerk
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.11 geluidbelasting vanwege industrieterrein
De etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig op het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
1.12 geluidgevoelige objecten
Woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
1.13 geluidzone - industrie
Geluidzone rondom het industrieterrein, zoals bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder, tevens grenzend aan de zonegrens, waar beperkingen gelden voor geluidgevoelige bestemmingen welke op de verbeelding van het bestemmingsplan industrieterrein zijn weergegeven en deel uitmaakt van dit plan.
1.14 geluidzoneringsplichtig bedrijf
Een bedrijf als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder, dat in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken en waarvoor op grond van die wet de verplichting geldt tot vaststelling van een geluidszone rond het betrokken terrein.
1.15 grenswaarde
De vastgestelde of geldende ten hoogste toelaatbare geluidbelasting, zoals:
- de toelaatbare geluidbelasting van 50 dB(A) op de buitenste zonegrens;
- de vastgestelde maximaal toelaatbare grenswaarde op een MTG-punt;
- de vastgestelde hogere waarde voor een woning binnen de zone;
- de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) voor de overige woningen binnen de zone;
1.16 hogere (grens)waarde
Een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
1.17 gezoneerd industrieterrein
Terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven van de vestiging van inrichtingen, aldus bij Koninklijk Besluit aangemerkt als gezoneerd industrieterrein, en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
1.18 overige zone - gezoneerd industrieterrein
Het met de gebiedsaanduiding 'overige zone - gezoneerd industrieterrein' aangegeven gebied, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en welke op de verbeelding van het bestemmingsplan is weergegeven en deel uitmaakt van dit plan.
1.19 peil
De gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.20 Wgh-inrichtingen
Bedrijven, zoals bedoeld in onderdeel D van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
1.21 wonen
Het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van kamers of het gehuisvest zijn in een huis/woning, evenwel met uitzondering van bijzondere woonvormen.
1.22 woning
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de afstand
De afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 de goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.4 de inhoud van een bouwwerk
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
Onverminderd het bij dit plan bepaalde, blijven de regels van de bestemming 'Bedrijf' van het bestemmingsplan 'Dijkverzwaren Liesveld' van ongewijzigde kracht op dit plan, met inachtneming van de volgende aanpassingen.
3.1 Bestemmingsomschrijving
In artikel 4.1 van het bestemmingsplan 'Dijkverzwaren Liesveld' wordt na lid a. de volgende bestemmingsomschrijving toegevoegd.
"b. een bedrijf dat in belangrijke mate geluid kan veroorzaken als genoemd in artikel 1.20 van het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein 'Langs de Lek'."
De overige opsomming wordt vernummerd naar c. tot en met m.
3.2 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4.4, lid c van het bestemmingsplan 'Dijkverzwaren Liesveld' ("c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan met uitzondering van bestaande, vergunde Wgh-inrichtingen") wordt geschrapt.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene Gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met de in de bijlage genoemde bestemmingsplannen voor zover gelegen binnen het plangebied van dit plan wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken ten behoeve van een geluidszoneringsplichtige inrichting.
Artikel 6 Algemene Aanduidingsregels
6.1 Geluidzone - industrie
- a. Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' ligt de zone als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
- b. Ten aanzien van de gronden met de aanduiding 'Geluidzone - industrie' geldt dat geen nieuwe geluidsgevoelige objecten mogen worden gebouwd.
- c. In afwijking van het bepaalde onder b is realisatie van nieuwe geluidsgevoelige objecten, waaronder zowel bouwen als gebruiken wordt begrepen, binnen de geluidzone alleen mogelijk, indien voldaan wordt aan:
- 1. de voorkeursgrenswaarden van de Wet geluidhinder, dan wel;
- 2. de bij het besluit hogere waarden vastgestelde hogere waarden inclusief de daarbij gestelde voorwaarden/maatregelen.
6.2 Overige zone - gezoneerd industrieterrein
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - gezoneerd industrieterrein' is een gezoneerd industrieterrein gelegen. Onverminderd het bepaalde in de bouwregels per bestemming mogen in deze zone geen geluidgevoelige bestemmingen worden opgericht, tenzij voldaan wordt aan het gestelde in de Wet geluidhinder.
6.3 Bouwregels
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' is het realiseren van woningen, andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 Wet geluidhinder binnen de op de verbeelding opgenomen 'geluidzone - industrie', maar buiten de grens van het gezoneerd industrieterrein niet toegestaan, zonder dat is aangetoond dat voor wat betreft de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein kan worden voldaan aan de bij de geluidzone vastgestelde hogere grenswaarden dan wel de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A).
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
7.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van 7.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 7.1 sub a met maximaal 10%.
- c. 7.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 7.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in 7.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. 7.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Geluidzone industrieterrein 'Langs de Lek', Groot-Ammers van de gemeente Molenlanden.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
Op basis van hoofdstuk V van de Wet geluidhinder (Wgh) dient rondom een industrieterrein, waarop bepaalde typen lawaai producerende bedrijven kunnen worden gevestigd, een geluidzone te worden vastgesteld. Deze bedrijven zijn aangewezen in bijlage 1, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht (Bor). De geluidzone vormt een bufferzone tussen de bedrijven op het industrieterrein en de geluidgevoelige bestemmingen in de omgeving. Buiten deze zone mag de geluidbelasting vanwege alle bedrijven op het industrieterrein tezamen niet hoger zijn dan 50 dB(A). Binnen de zone gelden beperkingen voor geluidgevoelige bestemmingen.
Het industrieterrein 'Langs de Lek' is vanuit de Wet geluidhinder (Wgh) aangemerkt als gezoneerd industrieterrein voor de vestiging van grote lawaaimakers. Bij Koninklijk Besluit van 14 augustus 1990, nummer 90.0180024 is het industrieterrein op de totale geluidbelasting gezoneerd. Rondom het industrieterrein bevindt zich een geluidzone, hetgeen het planologische aandachtsgebied van een industrieterrein aangeeft. De huidige geluidzone van het industrieterrein ligt op het grondgebied van de gemeente Molenlanden en aan de noordzijde binnen de gemeentelijke grens van de gemeente Krimpenerwaard.
Op het industrieterrein liggen enkele (vergunningen voor) grote lawaaimakers. Bij wijziging van bedrijfsactiviteiten of het vernieuwen van een milieuvergunning wordt getoetst of binnen de geluidzone geluidruimte beschikbaar is, mede op basis van het gevoerde zonebeheer. Daarbuiten ligt de eerder beschreven geluidzone om milieugevoelige functies te beschermen.
Een herziening van de vigerende bestemmingsplannen 'Dijkverzwaren Liesveld', 'Buitengebied Liesveld' en 'Dorpskernen Liesveld' is nodig, omdat de geluidzone in de herziening van het bestemmingsplan 'Dijkverzwaren Liesveld' niet correct is verwerkt. Om de geluidsituatie van bedrijven op het industrieterrein planologisch te repareren is voorliggend parapluplan opgesteld, waarin de geluidzone overeenkomstig het Koninklijk Besluit wordt hersteld. Gelijktijdig worden in het bestemmingsplan naast de bestaande bedrijven ook overige grote lawaaimakers mogelijk gemaakt. Op het industrieterrein liggen enkele (vergunningen) voor deze grote lawaaimakers. Bij wijziging van bedrijfsactiviteiten of het vernieuwen van een milieuvergunning wordt getoetst of binnen de geluidzone geluidruimte beschikbaar is, mede op basis van het gevoerde zonebeheer.
1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
Het industrieterrein 'Langs de Lek' ligt nabij de woonkern Groot Ammers. Het plangebied grenst aan de Lek (noordzijde) en de Gelkenes (zuidzijde). In figuur 1 is het plangebied aangeduid.
Figuur 1: Situering gezoneerd industrieterrein 'Langs de Lek' (paars aangeduid).
1.3 Vigerende Bestemmingsplannen
Voor het plangebied gelden de volgende, door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Molenwaard, vastgestelde bestemmingsplannen:
Bestemmingsplan | Raadsbesluit | Uitspraak ABRvS | |
"Buitengebied Liesveld" | 6 maart 2013 | 2 april 2014 | |
''Dijkverzwaren Liesveld" | 2 juli 2013 | n.v.t. | |
"Dorpskernen Liesveld' | 26 maart 2013 en hierna op 24 september 2013 gewijzigd vastgesteld na bestuurlijke lus opnieuw vastgesteld op 4 november 2014 | tussenuitspraak 16 april 2014 15 april 2015 | |
"Gelkenes 38a, Groot-Ammers" | 30 oktober 2018 | ||
"Van Leeuwenhoekweg 1" | 21 februari 2017 | ||
"Groot-Ammers, Schoonhovenseveer 31-33" | 5 september 2017 |
1.4 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt een toelichting gegeven op de geluidzone industrielawaai en de bestaande geluidzone van het industrieterrein 'Langs de Lek'. Hoofdstuk 3 gaat in op de planbeschrijving, waarin de nieuwe geluidzone wordt toegelicht. In hoofdstuk 4 wordt de keuze voor de planmethodiek toegelicht. Hoofdstuk 5 is gewijd aan de economische uitvoerbaarheid. In hoofdstuk 6 wordt tenslotte ingegaan op de uitkomsten van de gehouden inspraak en het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.
Hoofdstuk 2 Geluidzone
2.1 Inleiding
De zonering van industrielawaai is vastgelegd in hoofdstuk V "Zones rond industrieterreinen" van de Wet geluidhinder (Wgh) en hoofdstuk 2 van het Besluit Geluidhinder. De grootte van de zone is niet vastgelegd in de Wgh of een daaraan gekoppeld besluit. Een zone wordt in een bestemmingsplan gelegd rond een industrieterrein, waar volgens dat bestemmingsplan de vestiging van inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1 derde lid van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en bijlage I onderdeel D van het Bor mogelijk is. De grootte van de zone is afhankelijk van de benodigde of gewenste geluidruimte van het gezoneerde industrieterrein. In het bestemmingsplan moet de zone (die niet kleiner mag zijn dan de 50 dB(A)-contour) worden vastgelegd.
Binnen de zone rond een industrieterrein kunnen echter wel geluidgevoelige bestemmingen liggen. De hoogte van de maximaal toelaatbare geluidbelasting op deze bestemmingen is onder andere afhankelijk van de aard van de geluidgevoelige bestemming en of het gaat om nieuwbouw dan wel bestaande bouw.
Bij omgevingsvergunningverlening aan bedrijven op het industrieterrein in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt de aangevraagde geluidbelasting van de desbetreffende inrichting en de al bestaande geluidbelasting van de andere bedrijven, getoetst aan de zone (in het bestemmingsplan vastgesteld) en aan de vastgestelde hogere waarden bij geluidgevoelige objecten, zoals woningen.
2.2 Wat Is Een Geluidzone
De geluidzone is het gebied tussen de grens van het industrieterrein en de zonegrens. Buiten de zonegrens mag de door alle bedrijven die op het industrieterrein zijn gevestigd gezamenlijk veroorzaakte geluidbelasting niet hoger zijn dan 50dB(A) etmaalwaarde. De zone is dus het gebied, behalve het industrieterrein zelf, waarbinnen vanwege dat industrieterrein een geluidbelasting mag heersen van 50 dB(A) etmaalwaarde of meer. Deze eis is vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh) en gekoppeld aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Gevolg hiervan is, dat zowel bij ruimtelijke plannen, als bij het verlenen van omgevingsvergunningen rekening wordt gehouden met de geluidzone die om het industrieterrein is gelegen.
Het doel van de zone is het vormen van een buffer, een ruimtelijke scheiding tussen industriële activiteiten en woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen, zoals ziekenhuizen en onderwijsgebouwen. De keuze van de ligging van de zone is gebaseerd op een afweging tussen de ruimte voor de industrie en de ruimte voor geluidgevoelige objecten. De geluidzone zelf vormt hierbij een aandachtsgebied voor geluid, waar niet zondermeer woningen (en andere geluidgevoelige objecten) mogen worden gebouwd. De geluidzone voorkomt enerzijds dat woonbebouwing oprukt in de richting van bedrijven. Anderzijds geven de geluidzone en de daarbinnen vastgestelde grenswaarden de akoestische grenzen aan waaraan bedrijven op het industrieterrein zich dienen te houden.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bedrijf op een gezoneerd industrieterrein moet het bevoegd gezag de grenswaarden binnen de geluidzone in acht nemen. Dit wordt ook wel het toetsen aan een geluidzone genoemd. Deze toets is verplicht voor alle bedrijven op het industrieterrein die vallen binnen het toepassingsgebied van de Wabo. Dus ook de geluidbelasting vanwege niet- vergunningplichtige bedrijven (zogenaamde AMvB-bedrijven: bedrijven die sinds 1 januari 2008 onder het Activiteitenbesluit vallen) wordt betrokken bij de toets aan de grenswaarden binnen de geluidzone.
2.3 Geluidzone Industrieterrein 'Langs De Lek'
Het industrieterrein 'Langs de Lek' is vanuit de Wet geluidhinder (Wgh) aangemerkt als gezoneerd industrieterrein voor de vestiging van zogenaamde grote lawaaimakers. Rondom het industrieterrein bevindt zich een geluidzone, zoals bij Koninklijk Besluit van 14 augustus 1990, nummer 90.0180024, is vastgesteld. Op het industrieterrein liggen enkele (vergunningen voor) grote lawaaimakers.
Op 6 mei 1996 heeft de Minister van Volkshuisvesting een saneringsbesluit genomen waarbij een toelaatbare geluidsbelasting van 55dB(A) is vastgesteld voor een aantal woningen in de geluidszone. Voor de bedrijven op het gezoneerde industrieterrein geldt dat nieuwe of extra geluidruimte alleen kan worden vergund als de wettelijke grenswaarden niet overschreden worden. Dit is ook het geval voor onderhavig industrieterrein.
De directe noodzaak voor actualisatie is dat de aanduiding gezoneerd industrieterrein niet is opgenomen op de verbeelding in het bestemmingsplan 'Dijkverzwaren Liesveld'. Ook heeft het gezoneerde industrieterrein niet meer een volledig dekkende gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' met als gevolg dat enkele woningen buiten het gezoneerde industrieterrein zijn komen te vallen. Planologisch kunnen deze woningen een knelpunt vormen voor het functioneren van de aanwezige bedrijvigheid, omdat de geluidbelasting van de woningen niet hoger mag zijn dan 50 dB, tenzij hiervoor ontheffing is verleend tot maximaal 55 dB.
Ingevolge artikel 54 jo. artikel 41 van de Wet geluidhinder kan een bestaande zone uitsluitend worden gewijzigd door middel van een bestemmingsplanwijziging. Met dit parapluplan wordt de nieuwe ligging van de zone voor het industrieterrein 'Langs de Lek' vastgesteld. Het plangebied is aangeduid in figuur 2.
Figuur 2: Plangebied.
Hoofdstuk 3 Planbeschrijving
3.1 Herstel Geluidzone Industrieterrein 'Langs De Lek'
Met dit parapluplan wordt de geluidzone, zoals vastgesteld bij Koninklijk Besluit, hersteld. Gelijktijdig vindt een kleine reparatie plaats van de bestemming 'Bedrijf' in het bestemmingsplan 'Dijkverzwaren Liesveld, omdat in de regeling ten onrechte Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan. Concreet gaat het om de volgende aanpassingen:
- a. De geluidzone rondom het gezoneerde industrieterrein wordt hersteld overeenkomstig de zone van het Koninklijk Besluit van 14 augustus 1990. Hiervoor wordt op de verbeelding de 'Geluidzone - industrie' opgenomen.
- b. In het bestemmingsplan 'Dijkverzwaren Liesveld' is ten onrechte voor het gezoneerd industrieterrein de aanduiding 'Geluidzone - industrie' opgenomen. In dit parapluplan wordt het gezoneerde industrieterrein aangeduid als 'Overige zone - gezoneerd industrieterrein', zodat binnen deze aanduiding grote lawaaimakers zijn toegestaan, zoals opgenomen in de bestemmingsomschrijving van de bestemming 'Bedrijf'.
- c. Gelijktijdig wordt de bestemmingsomschrijving zodanig aangepast dat naast de ter plaatse van de functieaanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - betonmortelcentrale en betonwarenfabriek', 'specifieke vorm van bedrijf - betonmortelcentrale' en 'specifieke vorm van bedrijf - zand- en grindhandel' toegestane bedrijven ook overige Wgh-inrichtingen zijn toegestaan, omdat deze nu in de specifieke gebruiksregels zijn uitgesloten.
De nieuw vastgestelde geluidzone wordt opgenomen in dit parapluplan voor zover gelegen op grondgebied van de gemeente Molenlanden. In figuur 3 is deze geluidzone weergegeven.
Voor het overige blijven de geldende bestemmingen van de onderliggende bestemmingsplannen gelden. De planregeling wordt alleen aangevuld met de regels die gelden ter plaatse van de aanduidingen voor geluidzone industrielawaai.
Figuur 3: Nieuwe geluidzone (blauw gekleurd).
Hoofdstuk 4 Juridische Opzet
4.1 Algemeen
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze waarop de ruimtelijke en functionele ontwikkelingen een vertaling hebben gekregen in de juridisch bindende onderdelen van het bestemmingsplan, de plankaart (de verbeelding van de geometrische plaatsbepaling) en de regels.
4.2 Verbeelding
Op de verbeelding (plankaart), getekend op een kadastrale ondergrond schaal 1:2.000, zijn door middel van coderingen (via combinatie van letteraanduidingen, arceringen en/of kleur) de bestemmingen aangegeven.
4.3 Regels
De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing. De regels zijn, overeenkomstig de SVBP 2012, onderverdeeld in vier hoofdstukken:
- Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. In artikel 1 zijn de begrippen opgenomen die van belang zijn voor de toepassing van de regels. Artikel 2 betreft de wijze van meten, waarin is aangegeven hoe bij de toepassing van de bestemmingsregels wordt gemeten.
- Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingsregels. In dit hoofdstuk zijn regels opgenomen die relevant zijn voor dit parapluplan.
- Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Het betreft regels die voor het hele plangebied of voor verschillende bestemmingen van toepassing zijn. In dit hoofdstuk zijn de anti-dubbeltelregel, algemene gebruiksregels en algemene aanduidingsregels opgenomen.
- Hoofdstuk 4 bevat twee artikelen. In het eerste artikel is het overgangsrecht opgenomen, zoals dat ingevolge het Besluit ruimtelijke ordening is voorgeschreven. Het tweede artikel bevat de slotregel. In de slotregel is aangegeven hoe de regels kunnen worden aangehaald.
4.3.1 Inleidende regels
Dit hoofdstuk bevat 2 artikelen.
Artikel 1 Begrippen
In het artikel 'Begrippen' wordt een aantal in de planregels voorkomende begrippen nader omschreven. Door de omschrijving wordt de interpretatie van deze begrippen beperkt, waarmee de duidelijkheid van het plan en daarmee de rechtszekerheid wordt vergroot.
Artikel 2 Wijze van meten
In het artikel 'Wijze van meten' wordt aangegeven hoe de in het plan voorgeschreven maatvoeringen dienen te worden bepaald.
4.3.2 Bestemmingsregels
Dit hoofdstuk bevat de regels waarin de materiële inhoud van de op de verbeelding gegeven bestemming zijn opgenomen. Bij de opzet van de artikelen is, zoals de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2012) bepaalt, een vaste indeling aangehouden. Voor de volgorde van de bestemmingen leidt dit ertoe dat eerst de bestemmingsomschrijvingen worden benoemd en hierna de bouwregels en in voorkomend geval nadere eisen, afwijken van de bouwregels, specifieke gebruiksregels, afwijken van de gebruiksregels en omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
Artikel 3 Bedrijf
De regels van het geldende bestemmingsplan 'Dijkverzwaren Liesveld' blijven onverminderd van toepassing met dien verstande dat enkele wijzigingen zijn doorgevoerd in de bestemmingsomschrijving om ook overige grote lawaaimakers mogelijk te maken.
4.3.3 Algemene regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Het artikel 'Anti-dubbeltelregel' bevat een regeling waarmee wordt voorkomen dat met het bestemmingsplan strijdige situaties ontstaan of worden vergroot.
Artikel 5 Algemene gebruiksregels
In het artikel 'Algemene gebruiksregels' is een algemeen verbod opgenomen voor gebruik in strijd met de bestemmingen.
Artikel 6 Algemene aanduidingsregels
In het artikel 'Algemene aanduidingsregels' is de juridische werking van de geluidzone opgenomen.
6.1 'Geluidzone - industrie'
In artikel 6.1 is middels de aanduiding 'Geluidzone - industrie', de feitelijke geluidzone geregeld. Geregeld is dat ter plaatse van deze zone de geluidbelasting vanwege het industrieterrein, de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan. Nieuwe geluidgevoelige bebouwing is niet toegestaan. Hiervan kan worden afgeweken (waaronder zowel bouwen als gebruik wordt begrepen) als wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarden van de Wet geluidhinder of wanneer wordt voldaan aan vastgestelde hogere waarden (inclusief de daarbij gestelde voorwaarden/maatregelen). Hiermee wordt voorkomen dat nieuwe geluidgevoelige objecten worden opgericht met een geluidbelasting hoger dan 50 dB(A) waarvoor in het verleden geen hogere grenswaarde is vastgesteld.
6.2 'Overige zone - gezoneerd industrieterrein'
Deze aanduiding is opgenomen voor het gezoneerde industrieterrein 'Langs de Lek'. Binnen deze gebiedsaanduiding zijn zogeheten grote lawaaimakers toegestaan.
4.3.4 Overgangs- en slotregels
Het laatste hoofdstuk van de planregels bevat twee artikelen.
Artikel 7 Overgangsrecht
Het artikel 'Overgangsrecht' heeft ten doel de rechtstoestand te begeleiden van situaties die afwijken van de regels van het bestemmingsplan. Lid 7.1 van dit artikel geeft regels voor bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden, en die afwijken van de bebouwingsregels van het plan. Lid 7.2 van dit artikel regelt het gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken in het plan, voor zover dit gebruik op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, afwijkt van de in het plan gegeven bestemming.
Artikel 8 Slotregel
Het artikel 'Slotregel' bevat de titel waaronder het bestemmingsplan kan worden geciteerd. Dit artikel wordt dan ook wel het citeerartikel genoemd.
4.4 Handhaving Bestemmingsplan
Het ontwikkelen van beleid en de vertaling daarvan in een bestemmingsplan heeft alleen zin, indien na de vaststelling van het bestemmingsplan handhaving plaatsvindt. Daarom is het belangrijk om reeds ten tijde van het opstellen van een bestemmingsplan aandacht te besteden aan de handhaafbaarheid van de voorgeschreven regels.
Vier factoren zijn van wezenlijk belang voor een goed handhavingsbeleid:
- 1. Voldoende kenbaarheid van het plan
Een goed handhavingsbeleid begint bij de kenbaarheid van het bestemmingsplan bij degenen die het moeten naleven. De wet bevat enkele waarborgen ten aanzien van de te volgen procedure: deze heeft in de bestemmingsplanprocedure een aantal inspraakmomenten ingebouwd. - 2. Voldoende maatschappelijk draagvlak voor beleid en regeling in het plan
De inhoud van het plan kan slechts gehandhaafd worden indien het beleid en de regeling vanuit een oogpunt van algemeen belang aanvaardbaar is. De belangen van omwonenden worden hierbij vooraf gewogen in het kader van de inspraak. - 3. Realistische en inzichtelijke regeling
Een juridische regeling dient realistisch en inzichtelijk te zijn; dat wil zeggen niet onnodig beperkend of inflexibel. Bovendien moeten de bepalingen goed controleerbaar zijn. De regels moeten derhalve niet meer regelen dan noodzakelijk is. - 4. Actief handhavingsbeleid
Het sluitstuk van een goed handhavingsbeleid is voldoende controle van de feitelijke situatie in het plangebied. Daarnaast moeten adequate maatregelen worden getroffen indien de regels worden overtreden. Indien dit wordt nagelaten, ontstaat een grote mate van rechtsonzekerheid.
Hoofdstuk 5 Economische Uitvoerbaarheid
5.1 Financiële Haalbaarheid
Onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen heeft in het algemeen betrekking op nieuwe ontwikkelingen waarvoor bestemmingswijzigingen nodig zijn en die door de gemeente worden gerealiseerd.
De financiële uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan wordt gewaarborgd doordat de ambtelijke kosten die nodig zijn voor de vervaardiging van het bestemmingsplan worden gedekt uit de algemene middelen van de gemeente.
Het bestemmingsplan bevat geen bouwtitel die voldoet aan de genoemde criteria in artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. Om deze reden is er geen sprake van wettelijk verplicht kostenverhaal en is het niet nodig een exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, Wro.
Hoofdstuk 6 Maatschappelijke Betrokkenheid
6.1 Resultaten Overleg Ex Artikel 3.1.1 Bro
In het kader van het overleg ingevolge artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening wordt het ontwerpbestemmingsplan toegezonden aan een aantal personen en/of instanties. Hierna volgt een bespreking van de inhoudelijke reacties.
6.2 Zienswijzen
Overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening en Afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 3:10 e.v., heeft het ontwerpbestemmingsplan vanaf 31 maart 2022 gedurende zes weken ter inzage te gelegen. Gedurende de termijn van tervisielegging zijn drie zienswijzen ontvangen. Deze zijn beantwoord in de Nota van beantwoording zienswijzen, zoals opgenomen in Bijlage 1.