KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Van Toepassing Verklaring
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Artikel 4 Algemene Gebruiksregels
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
Artikel 6 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
Paragraaf 1.1 Aanleiding En Doelstelling
Paragraaf 1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied
Paragraaf 1.3 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Planopzet
Paragraaf 2.1 Algemeen
Paragraaf 2.2 De Planregels En Bestemmingen
Hoofdstuk 3 Beleidskader
Paragraaf 3.1 Inleiding
Paragraaf 3.2 Rijksbeleid
Paragraaf 3.3 Provinciaal En Regionaal Beleid
Paragraaf 3.4 Regionaal Beleid
Paragraaf 3.5 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
Paragraaf 4.1 Economische Uitvoerbaarheid
Paragraaf 4.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
1 Verbeelding Plangebied

Paraplubestemmingsplan Datacenters Dijk en Waard

Bestemmingsplan - gemeente Dijk en Waard

Vastgesteld op 23-04-2024 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

In dit plan wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan Datacenters Dijk en Waard" van de gemeente Dijk en Waard;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1980.BPDATACENTERS-VA01 met de bijbehorende regels en bijlage;

1.3 bruto vloeroppervlakte b.v.o.:

de totale oppervlakte van de bouwlagen ten dienste van het bedrijf of andere functies met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;

1.4 Datacenter

een reken- of datacenter, waar ondersteuning wordt gegeven voor dataverkeer of dataopslag en dat daartoe hoofdzakelijk gericht is op het digitaal opslaan en verwerken van (digitale) informatie en informatietechnologie op servers, met de daarbij behorende noodzakelijke installaties en apparatuur zoals koelsystemen, elektriciteit- en energievoorzieningen, onderhoudsruimtes, kantoorruimtes en /of veiligheidssystemen; welke, binnen een gebouw of bouwwerk meer dan 2000 m2 bruto vloeroppervlak beslaat en waarvan het elektrisch aansluitvermogen meer dan 5 MVA bedraagt; dan wel, binnen een verzameling van bouwwerken die in onderlinge samenhang als één geheel functioneren, meer dan 2000 m2 bruto vloeroppervlak beslaat en waarvan het elektrisch aansluitvermogen meer dan 5 MVA bedraagt;

1.5 megavoltampère (MVA)

een eenheid die wordt gebruikt om het schijnbaar vermogen van een elektrisch wisselspanningcircuit aan te duiden.

Artikel 2 Van Toepassing Verklaring

  1. Met dit plan worden alle bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen, die op het moment van inwerkingtreding van dit plan zijn vastgesteld, gewijzigd / aangevuld met de regeling zoals opgenomen in Hoofdstuk 1, artikel 1 begrippen en Hoofdstuk 2, artikel 4 Algemene gebruiksregels.
  2. Voor het overige blijven de geldende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen onverminderd en ongewijzigd van toepassing.
  3. De in dit plan oppgenomen artikelen 1 en 4 worden in alle onderliggende plannen als bedoeld onder a. van toepassing verklaard. Voor zover er sprake is van strijdigheid van regels in een onderliggende bestemmingsplan, wijzigingsplan of uitwerkingsplan, gaan de regels van dit plan vóór op de regels van een onderliggend plan.

Hoofdstuk 2 Algemene Regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Algemene Gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van bouwwerken en/of gronden als datacenter(s).

Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

5.1.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

5.1.2 Afwijken

Met een omgevingsvergunning kan eenmalig worden afgeweken van artikel 5.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 5.1.1 met maximaal 10%.

5.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 5.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik

5.2.1 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

5.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, als bedoeld in lid 5.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

5.2.3 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 5.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

5.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 5.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'paraplubestemmingsplan datacenters Dijk en Waard'.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 23 april 2024

Hoofdstuk 1 Inleiding

Paragraaf 1.1 Aanleiding En Doelstelling

Datacenters leveren een belangrijke ondersteunende bijdrage aan de economische ontwikkeling en verdere digitalisering van het bedrijfsleven. Datacenters zijn van groot belang voor de verdere digitalisering van onze samenleving, maar zorgen in de gemeente ook voor een capaciteitstekort op het elektriciteitsnet. Dit gegeven belemmert ruimtelijke ontwikkelingen in algemene zin in de gemeente. Datacenters hebben een relatief groot stroomverbruik. Daarnaast leggen datacenters een aanzienlijke ruimteclaim op de bedrijventerreinen binnen de gemeente.

Provinciaal beleid

Aanleiding voor het voorliggende bestemmingsplan is de geconsolideerde versie van de Omgevingsverordening NH2020 (d.d. 2023-01-01) die bepaalt dat voor zover een ruimtelijk plan van toepassing is op het werkingsgebied ‘datacenters uitgesloten’, (waarbinnen de gemeente Dijk en Waard ligt), het niet mag voorzien in nieuwe datacenters met een bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 en een elektrisch aansluitvermogen van meer dan 5 MVA (artikel 6.21c (datacenters uitgesloten)). Inmiddels is er een Omgevingsverordening NH2022 die het provinciale beleid aangaande de datacentra continueert. De provincie is voornemens om een uitvoeringstermijn aan de instructieregel in artikel 6.32c (datacenters uitgesloten) te verbinden van twee jaar waarbinnen gemeenten de instructieregel moeten verwerken in het omgevingsplan. Dit zal worden meegenomen in de wijzigingscyclus van de OVNH2022 zodat deze wijziging per I januari 2024 van kracht kan worden. Op 27 juni 2023 is de ontwerp omgevingsverordening NH2022 vastgesteld door de commissie Ruimte, Wonen en Klimaat en vis ervolgens ter inzage gelegd. Provinciale Staten stellen uiteindelijk in december 2023 de definitieve omgevingsverordening vast.

Gemeentelijk beleid

Datacenters kunnen zich nu binnen de gemeente Dijk en Waard vestigen op locaties (bijvoorbeeld op de Zandhorst) binnen een bedrijvenbestemming. Dat zijn de locaties waar een datacenter of switchhouses in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is opgenomen en waar een bedrijf is toegestaan met milieucategorie 2. Het oprichten van een datacenter in de gemeente Dijk en Waard is daarmee bij recht toegestaan op die locaties, waarbij geen eisen worden gesteld aan de omvang. Dat betekent dat een gebouw, dan wel een aantal gebouwen tezamen, in gebruik kan worden genomen voor het oprichten van een datacenter, zonder dat een omgevingsvergunning voor afwijkend gebruik nodig is.

Voor zover een gebouw, dan wel een aantal gebouwen tezamen, zich niet zonder meer leent voor ingebruikname ten behoeve van een datacenter, kan een al dan niet buitenplanse omgevingsvergunning verleend worden voor de nodige bouw- en verbouwwerkzaamheden, waarna vervolgens in gebruikname bij recht mogelijk is zonder dat een omgevingsvergunning voor strijdig gebruik nodig is. Daarnaast gelden er bestemmingsplannen (bijv bestemmingsplan Bedrijventerreinen in Langedijk) waarin afwijkingsmogelijkheden zijn opgenomen op grond waarvan een initiatiefnemer mogelijk in aanmerking komt om (onbedoeld) toch een vergunning voor een datacentrum te krijgen.

Voorliggend parapluplan

Met dit parapluplan wordt:

  1. juridisch-planologisch gewaarborgd dat het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een datacenter met een bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 en een elektrisch aansluitvermogen van meer dan 5 MVA geldt als strijdig gebruik;
  2. uitvoering gegeven aan de instructieregel uit de provinciale Omgevingsverordening.

Paragraaf 1.2 Ligging En Begrenzing Plangebied

Het plangebied van het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan datacenters Dijk en Waard' omvat het gehele gemeentelijke grondgebied. Dit is mogelijk omdat er binnen de gemeente geen datacenters zijn gevestigd.

Paragraaf 1.3 Leeswijzer

Na de inleiding in dit hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 uitgelegd hoe het bestemmingsplan en de daarin opgenomen bestemmingen zijn vertaald in juridische zin. Hoofdstuk drie gaat verder in op de beleidskaders. In hoofdstuk vier komt de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan aan bod.

Hoofdstuk 2 Planopzet

Paragraaf 2.1 Algemeen

In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de manier waarop de (toekomstige) provinciale instructieregel juridisch is vertaald in het paraplubestemmingsplan.

Het voorliggende bestemmingsplan is een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening. Het plan is opgesteld conform SVBP 2012 (Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012). Daarin zijn de regels voor een belangrijk deel gestandaardiseerd. Het bestemmingsplan is overeenkomstig de SVBP 2012 gedigitaliseerd opgesteld. Het bestemmingsplan wordt elektronisch/digitaal beschikbaar gesteld op de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl.

Het juridische deel van het bestemmingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels. De verbeelding heeft een ondersteunende rol voor de toepassing van de regels, alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. Deze onderdelen zijn bindend voor een ieder. De regels bevatten samen met de verbeelding het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en gebouwen en bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing. De toelichting is niet juridisch bindend, maar wordt gebruikt als handvat en interpretatiekader voor het bestemmingsplan.

Paragraaf 2.2 De Planregels En Bestemmingen

De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:

Hoofdstuk 1: inleidende regels; met daarin definities en de reikwijdte van dit bestemmingsplan, inclusief de "van toepassing verklaring".

Hoofdstuk over Bestemmingsregels; hierin is geen regeling opgenomen en daarom niet opgenomen in de regels van dit plan.

Hoofdstuk 2: algemene regels; deze hebben betrekking op in beginsel alle voorafgaande regels. Hierbij gaat het onder meer om de anti-dubbeltelregel en de algemene gebruiksregels.

Hoofdstuk 3: overgangs- en slotregels.

De regels in hoofdstuk 1 en de algemene regels in hoofdstuk 2 gelden voor het bestemmingsplan als geheel. Door het opnemen van de "van toepassing verklaring" gelden de regels van het paraplubestemmingsplan ook voor alle onderliggende vastgestelde bestemmingsplannen.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

Paragraaf 3.1 Inleiding

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de belangrijkste ruimtelijke beleidskaders. Achtereenvolgens komt het relevante rijks-, provinciale, regionale en gemeentelijk beleid aan bod.

Paragraaf 3.2 Rijksbeleid

Hieronder volgt het beleid van het rijk, waar indien relevant voor het plangebied met dit rijksbeleid rekening wordt gehouden in dit bestemmingsplan.

Subparagraaf 3.2.1 Nationale Omgevingsvisie

Per 11 september 2020 is de Nationale Omgevingsvisie vastgesteld. Hierin zijn de kaders van het nieuwe rijksbeleid opgenomen. Deze Omgevingsvisie vervangt de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012). De NOVI is een instrument van de nieuwe Omgevingswet en loopt vooruit op de inwerkingtreding van die wet. Vanwege het uitstel van de inwerkingtreding van de Omgevingswet komt de NOVI als structuurvisie uit onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Zodra de Omgevingswet in werking is getreden, zal deze structuurvisie gelden als de Nationale Omgevingsvisie, zoals in de nieuwe wet bedoeld. In de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) wordt door het Rijk een langetermijnvisie gegeven op de toekomstige ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland. De NOVI bestaat uit een visie, toelichting en uitvoeringsagenda. De combinatie van deze drie documenten zorgt voor een toetsing die leidt tot nationale strategische keuzes en gebiedsgericht maatwerk.

In aanvulling op de Nationale Omgevingsvisie heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 8 november 2022 (opnieuw) een voorbereidingsbesluit Hyperscale datacenters vastgesteld. In het coalitieakkoord van 2021 is aangegeven dat hyperscale datacenter een onevenredig groot beslag leggen op de beschikbare duurzame energie in verhouding tot de maatschappelijke en/of economische meerwaarde. Daarom overweegt het kabinet de landelijke regie en de toelatingscriteria aan te scherpen en de Nationale Omgevingsvisie nadere ruimtelijke keuzes te maken waar deze hyperscale datacenter in Nederland gevestigd kunnen worden.

Onder hyperscale datacentrum wordt verstaan: "een rekencentrum of datacentrum waar ondersteuning wordt gegeven voor dataverkeer of dataopslag, waarvan de omvang meer dan 10 ha betreft en het elektrisch aansluitvermogen 70 megawatt of meer bedraagt; ofeen verzameling van bouwwerken met deze functie, omvang en energieverbruik die in onderlinge samenhang als één geheel functioneren".

Relevantie plangebied

Met het voorliggende parapluplan wordt bereikt, dat het gebruik van gronden en bebouwing ten behoeve van een datacenter met een bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 en een elektrisch aansluitvermogen van meer dan 5 MVA, geldt als strijdig gebruik. Met voorliggend plan wordt derhalve gewaarborgd dat binnen de gemeente Dijk en Waard geen datacenters opgericht kunnen worden die deze grenzen overschrijden. Daarmee is het parapluplan in lijn met het nationaal beleidskader.

Subparagraaf 3.2.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) geeft de juridische kaders die nodig zijn om het vigerend ruimtelijk rijksbeleid te borgen en legt daarmee nationale ruimtelijke belangen vast. De ruimtelijke onderwerpen van nationaal belang zijn daardoor beperkt. Het bevat regels die de beleidsruimte van andere overheden ten aanzien van de inhoud van ruimtelijke plannen inperken, daar waar nationale belangen dat noodzakelijk maken. In hoofdstuk 2 van het Barro is, om de nationale belangen te beschermen per onderwerp (één onderwerp per titel) aangegeven welke beperkingen er per welk (ruimtelijk) gebied gelden.

Relevantie plangebied

Met het voorliggende parapluplan wordt het gebruik ten behoeve van een datacenter, van een gebouw, dan wel een verzameling gebouwen, met een bruto vloeroppervlak c.q. een gezamenlijk bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 en een elektrisch aansluitvermogen van meer dan 5 MVA, aangemerkt als strijdig gebruik. Met dit bestemmingsplan wordt gewaarborgd dat binnen de gemeente Dijk en Waard überhaupt geen datacenters opgericht kunnen worden die deze grenzen overschrijden. Het parapluplan is derhalve in lijn met (de wijziging van) het Barro/Bkl .

Paragraaf 3.3 Provinciaal En Regionaal Beleid

Subparagraaf 3.3.1 Omgevingsvisie NH2050

De "Omgevingsvisie NH2050 - Balans tussen economische groei en leefbaarheid" is op 19 november 2018 door Provinciale Staten van Noord-Holland vastgesteld en is een structuurvisie op grond van de Wet ruimtelijke ordening. In de Omgevingsvisie heeft de provincie haar ruimtelijke toekomstvisie vastgelegd en heeft zij tevens aangegeven hoe zij deze visie denkt te zullen realiseren. Het uitgangspunt van de omgevingsvisie is dat Noord-Holland een relatief hoog welvaarts- en welzijnsniveau heeft. Om deze ook voor de toekomst vast te kunnen houden, richt de provincie zich op een goede balans tussen economische groei en leefbaarheid. Zodanig dat bij veranderingen in het gebruik van de fysieke leefomgeving de doelen voor een gezonde en veilige leefomgeving overeind blijven. In de omgevingsvisie worden ambities genoemd op het gebied van de leefomgeving, het gebruik van de leefomgeving en de energietransitie.

Voor het gebruik van de leefomgeving gelden de volgende ambities. Een duurzame economie met innovatie als belangrijke motor, daardoor is er ruimte voor ontwikkeling van circulaire economie, duurzame landbouw, energietransitie en experimenten. Verder wil de provincie vraag en aanbod van woon- en werklocaties beter afstemmen (kwantitatief en kwalitatief). Daarbij moet woningbouw, in overeenstemming met de kwalitatieve behoeftes en trends, vooral in en aansluitend op de bestaande verstedelijkte gebieden worden gepland. Duurzaamheid van de totale woningvoorraad is het uitgangspunt. De derde ambitie binnen deze categorie is het effectief, veilig en efficiënt kunnen verplaatsen van inwoners, bedrijven en producten van Noord-Holland, waarbij negatieve gevolgen van de mobiliteit op klimaat, gezondheid, natuur en landschap steeds nadrukkelijk worden meegewogen. Als laatste geldt het behouden en versterken van de unieke kwaliteiten van de diverse landschappen en de cultuurhistorie.

Voor energietransitie is de overkoepelende ambitie dat Noord-Holland in 2050 volledig klimaatneutraal is en gebaseerd op hernieuwbare energie. Daarom is er ruimte voor de noodzakelijke energietransitie en daarvoor benodigde infrastructuur. Dit alles rekening houdende met de ambities voor verstedelijking en landschap.

Dit parapluplan raakt de ambitie ‘Ontwikkeling van stad en land'. De Omgevingsvisie stelt dat de internet/ICT-infrastructuur, inclusief datacenters, medebepalend is voor de locatiekeuze voor ruimtelijk-economische ontwikkelingen. De beweging ‘Nieuwe energie’ raakt dit plan eveneens. De Omgevingsvisie benoemt dat er naast een energietransitie ook een economische transitie gaande is: een overgang naar een meer kennisintensieve en circulaire economie. De provincie wil de beweging richting de circulaire economie versnellen. Doel is het verminderen van het verlies van (primaire) grondstoffen die geschikt zijn voor hergebruik om in 2050 volledig circulair te zijn. Er zijn datacenters op strategisch gesitueerde locaties nodig. Die vragen heel veel energie, maar geven ook veel warmte af, die hergebruikt kan worden.

Het is dus zaak ruimte te creëren voor nieuwe energie en circulaire economie, en deze bedrijvigheid te koppelen aan de ruimtelijk-economische veranderingen: ze moeten onderdeel worden van andere, grote integrale opgaven, zoals duurzame mobiliteit, duurzame verstedelijking en duurzame, circulaire landbouw. Bijvoorbeeld door het ruimtelijk clusteren van energievraag en -aanbod. Een goede energie-infrastructuur is van wezenlijk belang voor de economische transitie die nodig is. Als ontwikkelprincipe bij deze beweging is genoemd het bundelen van vraag en aanbod van hernieuwbare energie zodat sprake is van efficiënte benutting van bestaande en nieuwe energie infrastructuur en van restwarmte. Om het energiesysteem in z’n totaliteit goed te laten functioneren, moet goed afgewogen worden waar nieuwe, grote energievragers komen, zoals datacenters. Bepaald moet worden waar de nieuwe energievraag het beste gefaciliteerd kan worden op basis van de onderliggende infrastructuur.

Reeds in 2020, naar aanleiding van ontwikkelingen rondom datacenters in de gemeente Hollands Kroon, kondigde de provincie aan beleid te zullen maken rondom de ruimtelijke spreiding van datacenters in de provincie. Na een openbare discussie rondom dit thema, stelde de provincie uiteindelijk begin 2022 de Nota datacenterstrategie vast, waarna dit strategisch beleid rondom datacenters uiteindelijk landde in de op 1 januari 2023 in werking getreden Omgevingsverordening NH2020.

Subparagraaf 3.3.2 Omgevingsverordening NH2020 / NH2022

De provincie heeft, voor de doorwerking van het in de structuurvisie vastgelegde beleid, diverse juridische instrumenten tot haar beschikking waaronder een provinciale ruimtelijke verordening. In deze Omgevingsverordening NH2020 zijn regels samengevoegd op het gebied van natuur, milieu, mobiliteit, erfgoed, ruimte en water. De Omgevingsverordening NH2020 geldt vanaf 17 november 2020. Door middel van de Omgevingsverordening is de doorwerking naar gemeentelijke bestemmingsplannen geregeld. In de verordening is het provinciale beleid in regels vertaald.

De gehele gemeente Dijk en Waard is gelegen in het werkingsgebied “Datacenters uitgesloten”. Hierover is het volgende opgenomen:

Artikel 6.21c Datacenters uitgesloten

  1. Voor zover een ruimtelijk plan van toepassing is op het werkingsgebied ‘datacenters uitgesloten’, voorziet het niet in nieuwe datacenters met een bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 en een elektrisch aansluitvermogen van meer dan 5 MVA.
  2. Het eerste lid is niet van toepassing op de projecten in de gemeenten Diemen en Haarlem welke staan vermeld in bijlage 1 van de Datacenterstrategie Noord-Holland 2022-2024 indien hiervoor uiterlijk op 31 december 2024 een ontwerpbesluit ter inzage is gelegd.

De Omgevingsverordening NH2022 is artikel 6.32c Datacenters uitgesloten opgenomen als instructieregel die zich richt tot gemeenten. Het volgende is opgenomen en is geldig vanaf 1 januari 2024:

Artikel 6.32c (Datacenters uitgesloten)

  1. Voor zover een omgevingsplan van toepassing is op het werkingsgebied ‘datacenters uitgesloten’, voorziet het niet in nieuwe datacenters met een bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m2 en een elektrisch aansluitvermogen van meer dan 5 MVA.
  2. Het eerste lid is niet van toepassing op de projecten in de gemeenten Diemen en Haarlem welke staan vermeld in bijlage 1 van de Datacenterstrategie Noord-Holland 2022-2024 indien hiervoor uiterlijk op 31 december 2024 een ontwerpbesluit ter inzage is gelegd.

De provincie is voornemens om een uitvoeringstermijn aan de instructieregel in artikel 6.32c (datacenters uitgesloten) te verbinden van twee jaar waarbinnen gemeenten de instructieregel moeten verwerken in het omgevingsplan. Dit zal worden meegenomen in de wijzigingscyclus van de OVNH2022 zodat deze wijziging per l januari 2024 van kracht kan worden. Provinciale Staten stellen uiteindelijk in december 2023 de definitieve omgevingsverordening vast. Vooruitlopend op de instructieregel stelt de gemeente Dijk en Waard alvast een paraplubestemmingsplan vast, zodat er gewerkt kan worden met de huidige Ruimtelijke Standaarden en de Wet ruimtelijke ordening.

Relevantie plangebied

Het parapluplanbestemmingsplan is in overeenstemming met de (toekomstige) provinciale Omgevingsverordening.

Paragraaf 3.4 Regionaal Beleid

Subparagraaf 3.4.1 Convenant regio Alkmaar

Niet alle bedrijvigheid past bij de regio en binnen bestaande bestemmingsplannen. De regio is kritisch op welke bedrijvigheid zich kan en wil huisvesten. Werkgelegenheid is een belangrijke randvoorwaarde, maar de regio kijkt verder dan het aantal arbeidsplaatsen per hectare. Of een bedrijf past bij de aanwezige economischeclusters/speerpunten van de regio, de afgeleide werkgelegenheid en versterking van ketens zijn randvoorwaarden die de regio meeweegt bij het besluit of het regionaal wenselijk is om een bedrijf dat van buiten de regio komt, gevestigdkan worden in de regio.

Relevantie plangebied

Regionaal is er de voorkeur om datacenters niet uit te nodigen om zich binnen de regio te vestigen. Het parapluplanbestemmingsplan is in overeenstemming met het regionaal beleid.

Paragraaf 3.5 Gemeentelijk Beleid

Voor kleine datacenters (vloeroppervlak minder dan 2000 m2 en een eleketrisch aansluitvermogen minder dan 5 MVA) is nog geen gemeentelijke beleidsafweging gemaakt. Voor dit type datacenters geldt het Voorbereidingsbesluit Datacenters Dijk en Waard. In de subparagrafen wordt kort ingegaan op gemeentelijke ambities die van invloed kunnen zijn op het nog op te stellen beleid voor kleine datacenters in Dijk en Waard.

Subparagraaf 3.5.1 Coalitieakkoord Thuis in Dijk en Waard 2023-2026

De voormalige gemeenten Heerhugowaard en Langedijk hebben in het verleden al sterk ingezet op lokale duurzameenergiebesparing en –opwekking. Dit wil de gemeente Dijk en Waard versterken en uitbreiden. De gemeente heeft deregie in de lokale energietransitie en geeft zelf het goede voorbeeld door bijvoorbeeld zuinige LED-straatverlichting tegebruiken. Mogelijkheden voor inwoners om de overstap naar duurzame energie te maken moeten betaalbaar zijn,zodat iedereen deze overstap kan maken. De gemeente stimuleert isolatie en verduurzaming van woningen, bedrijvenen maatschappelijke instellingen, zoals onderwijsgebouwen. De gemeente Dijk en Waard wil flinke stappen zetten.

Relevantie parapluplan

Vanuit het oogpunt van energiebesparing is het goed uitlegbaar om datacenters op de bedrijventerreinen in Dijk enWaard niet toe te staan. Dataceters hebben een (erg) hoge energievraag, wat ten koste gaat van beoogdeontwikkelingen als woningbouw.

Subparagraaf 3.5.2 Uitvoeringsprogramma 2023 - 2026 Dijk en Waard CO2-neutraal

De gemeente Dijk en Waard en al haar inwoners, bedrijven, instellingen en verenigingen hebben de opgave om uiterlijk in 2050 een CO2-neutraal energiesysteem te hebben. Dit betekent dat in de gemeente geen fossiele brandstoffenmeer gebruikt kunnen worden om gebouwen te verwarmen en te verlichten, ons te verplaatsen, fabrieken enmachines te laten draaien.

Relevantie parapluplan

Datacenters die een (erg) hoge energievraag hebben staan haaks op de bovenstaande gemeentelijke opgave. Elektriciteit wordt nu nog voor een behoorlijk deel met fossiele brandstoffen opgewekt. Verduurzaming is dus énenergie besparen én de energiebronnen vergroenen. Datacenters binnen de gemeentegrenzen halen, maakt dezeopgave een stuk lastiger. Vanuit het Uitvoeringsprogramma CO2-neutraal is het goed uitlegbaar om datacenters op de bedrijventerreinen in Dijk en Waard niet toe te staan.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

Paragraaf 4.1 Economische Uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een ruimtelijk besluit dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Tevens heeft de gemeente de verplichting om, indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, bijvoorbeeld voor de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, en de plankosten, de kosten te verhalen op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar.

Omdat het voorliggende plan niet voorziet in een bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, Wro, hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld. Er doet zich dus geen mogelijkheid voor van kostenverhaal als bedoeld in afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening.

Aangezien het over niet-rechtstreeks werkende regels gaat in de Provinciale Verordening komt eventuele planschade voor rekening van de gemeente.

Paragraaf 4.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

Subparagraaf 4.3.1 Vooroverleg ex art. 3.1.1 Bro

Op 21 december 2023 is het ontwerp bestemmingsplan, in het kader van het wettelijk vooroverleg op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), toegezonden aan een aantal instanties. De toezending is gedaan met het verzoek om binnen vier weken te reageren en met de mededeling dat, indien niet binnen die termijn is gereageerd, wordt aangenomen dat het ontwerp bestemmingsplan geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van opmerkingen.

De volgende instanties is de gelegenheid geboden om een vooroverlegreactie te geven:

  1. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;
  2. Liander
  3. gemeente Alkmaar;
  4. gemeente Schagen
  5. Omgevingsdienst NHN;
  6. Veiligheidsregio NHN;

De instanties vermeld onder a, d, e, en f hebben niet gereageerd, zodat mag worden aangenomen, dat het ontwerp geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van opmerkingen.

De instanties vermeld onder b en c hebben per mail gereageerd op het ontwerp bestemmingsplan en aangegeven dat er wordt ingestemd met het ontwerp bestemmingsplan.

Subparagraaf 4.3.2 Zienswijzen

Er zijn geen zienswijzen binnen gekomen.

Subparagraaf 4.3.2 Handhaving

Handhaving op het gebied van ruimtelijke ordening spitst zich toe op het gebruik van de gronden en opstallen, de maatvoering van bouwwerken en het uitvoeren van werken en werkzaamheden waarvoor een omgevingsvergunning nodig is. Handhaving kan kortweg worden omschreven als: elke handeling die er op is gericht de naleving van rechtsregels te bevorderen of een overtreding te beëindigen. Handhaving is geen doel op zich maar draagt bij aan de realisatie van de ruimtelijke doelstellingen die met het bestemmingsplan worden beoogd en de bescherming van de verschillende belangen die worden gewaarborgd.

Een bestemmingsplan bevat daarom een handhavingsparagraaf. Hierin wordt een toelichting gegeven op de wijze waarop de gemeente het juridische normenkader van het bestemmingsplan handhaaft, dat door middel van de planregels in samenhang met de planverbeelding in het leven is geroepen.

De gemeente is verplicht om uitvoerings- (vergunningverlening) en handhavingsbeleid vast te stellen in een of meer documenten, waarin gemotiveerd wordt aangegeven welke doelen wij onszelf stellen bij de uitvoering en handhaving en welke activiteiten we daarvoor zullen uitvoeren. Deze verplichting is nu al opgenomen in het Besluit omgevingsrecht en komt ook in de Omgevingswet terug.

De gemeente heeft aan deze verplichting invulling gegeven in het actuele VTH beleidsplan, waarin zowel het uitvoerings- als het handhavingsbeleid is opgenomen. Deze nota beschrijft de visie, doelstellingen, prioriteiten, uitgangspunten en strategieën op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het is gebaseerd op een analyse van de problemen die zich kunnen voordoen met betrekking tot de naleving van de geldende wetgeving, waaronder dit bestemmingsplan. Een andere belangrijk uitgangspunt zijn de toepasselijke algemeen verbindende voorschriften, de beleidskaders en een analyse van inzichten, technieken en werkwijzen die gebruikt kunnen worden voor de uitvoering.

In de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s worden deze prioriteiten vertaald in daadwerkelijke activiteiten. Jaarlijks evalueren we de uitgevoerde inspanningen en toetsen we de bijdrage aan de beleidsdoelstellingen. Doen we nog de juiste dingen op de juiste wijze of signaleren we ontwikkelingen die een aanpassing van het (ruimtelijke) beleid vragen? Het uitvoeringsprogramma, jaarverslag en de evaluatie worden toegestuurd aan de gemeenteraad.

Relevatie bestemmingsplan

Uit de planregeling van dit bestemmingsplan volgt geen directe opgave voor handhaving. Er zijn geen tegenstrijdige en illegale activiteiten geconstateerd die volgens het bestemmingsplan moeten worden gestopt door middel van handhaving.

1 Verbeelding Plangebied

1 Verbeelding plangebied