BPDeBergen
Bestemmingsplan - Gemeente Land van Cuijk
Ontwerp op 21-12-2023 - in voorbereiding
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan 'De Bergen te Wanroij' met identificatienummer NL.IMRO.1982.BPDeBergen-ON01 van de gemeente Land van Cuijk.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij horende bijlagen.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aanduidingsvlak
een vlak, door aanduidingsgrenzen van andere vlakken gescheiden.
1.6 aan huis verbonden bedrijf
een bedrijf dat in of bij (een gedeelte van) een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruiker van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.7 aan huis verbonden beroep
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruiker van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft in of bij de woning die met de woonfunctie in overeenstemming is waarbij beperkte detailhandel via internet mede is toegestaan.
1.8 abiotische waarden
het geheel van waarden in verband met het abiotische milieu (= niet levende natuur), in de vorm van aardkundige en/of hydrologische kenmerken, zowel op zichzelf als in relatie tot de aanwezigheid of nabijheid van (ontwikkelingsmogelijkheden voor) een waardevol biotisch milieu (= levende natuur, gevormd door organismen en leefgemeenschappen).
1.9 achtererf
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw. Indien het hoofdgebouw geen woning is, maar op het perceel wel een of meer op de grond staande woningen aanwezig zijn, wordt het achtererf bepaald door het gebouw waarvan de voorkant het dichtst is gelegen bij openbaar toegankelijk gebied.
1.10 activiteiten
onderscheid wordt gemaakt tussen vier typen (semi-)georganiseerde activiteiten die plaatsvinden op De Bergen. Type 1-activiteiten vallen onder de reguliere bedrijfssituatie. Type 2-, 3-, en 4-activiteiten betreffen evenementen.
Type activiteit | Omschrijving |
1 | reguliere activiteiten: activiteiten zonder noemenswaardige of met een beperkte (muziek)geluidproductie passend binnen de representatieve bedrijfssituatie van De Bergen. Deze activiteiten vinden gelijktijdig plaats met de overige dagrecreatie op De Bergen. |
2 | kleine evenementen tot circa 7.500 bezoekers met mogelijk een relevante muziekpresentatie. Bij dergelijke evenementen is de reguliere dagrecreatie gesloten. |
3 | relatief grote evenementen met mogelijk een relevante muziekpresentatie en/of andere relevante geluidemissie tot circa 15.000 bezoekers. Bij dergelijke evenementen is de reguliere dagrecreatie gesloten. |
4 | grote (luidruchtige) evenementen tot circa 25.000 bezoekers. Ook bij dit type evenementen is de reguliere dagrecreatie gesloten. |
1.11 antenne-installatie
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbijbehorende bevestigingsconstructie.
1.12 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit oude tijden.
1.13 archeologisch onderzoek
onderzoek, verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
1.14 bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.15 bedrijf
een bedrijf dat gericht is op het vervaardigen, bewerken en/of verwerken van producten, niet zijnde detailhandel, kantoor, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en horeca.
1.16 bedrijfsgebouw
een gebouw, niet zijnde een kas, dat dient voor de uitoefening van de hoofdfunctie.
1.17 bedrijfsmatig
in de uitoefening van een bedrijf.
1.18 bedrijfsmatig exploiteren recreatieverblijf
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in gelegenheden voor verblijfsrecreatie, dagrecreatieve ruimtes, waterrecreatie en horecagelegenheden recreatieve mogelijkheden geboden worden. Bij verblijfsrecreatie gaat het om recreanten/gebruikers die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.19 bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.20 bedrijfswoning
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor het huishouden van één persoon of gezin, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming noodzakelijk is.
1.21 begane grond
de eerste bouwlaag boven peil.
1.22 bestaande situatie
bebouwing en gebruik van grond en opstallen zoals die feitelijk en legaal aanwezig is ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
1.23 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.24 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.25 bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw of woning dan wel een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw of woning verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak, daaronder begrepen:
- a. aanbouw: een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat qua vorm, ligging en omvang ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
- b. bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
- c. uitbouw: een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat qua vorm, ligging en omvang ondergeschikt is aan het hoofdgebouw ;
- d. een overkapping of een carport, bestemd voor het overdekt stallen van motorvoertuigen.
1.26 bijbehorende voorzieningen
voorzieningen, die horen bij de betreffende bedrijfsvoering of functie en/of bouwvlakken.
1.27 bijeenkomst
bijeenkomsten van persoonlijke aard (persoonlijke levenssfeer) en verenigingsverband tot maximaal 25 keer per jaar.
1.28 bodemingreep
werkzaamheden waarbij in de bodem wordt gegraven, danwel anderszins voorzieningen in de bodem worden ingebracht waardoor verstoring van de bodem kan plaatsvinden, zoals het slaan van heipalen.
1.29 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.30 bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.31 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.32 bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel.
1.33 bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.34 bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.35 bouwwerken voor recreatief nachtverblijf
een constructie van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.36 centrale voorzieningen
gemeenschappelijke voorzieningen ten behoeve van een terrein met recreatieverblijven als geheel, zoals een campingwinkel, kantine, ontvangstkantoor, zwembad, sanitaire voorzieningen, wasgebouw, sport- en spelvoorzieningen.
1.37 dagrecreatie
het voorzien van diverse recreatieve activiteiten in niet significante omvang op het gebied van recreatie, educatie, cultuur of sport, welke door de consument binnen één dag kunnen worden afgenomen. Deze activiteiten beperken zich niet tot de dagperiode (07.00-19.00 uur) en kunnen tevens plaatsvinden in de avondperiode en nachtperiode, zoals conform de geldende omgevingsvergunning (milieu) van De Bergen. Hieronder vallen tevens activiteiten met een beperkte muziekgeluidpresentatie (die vallen binnen de reprentatieve bedrijfssituatie van De Bergen). Hierbij kan gedacht worden aan de volgende activiteiten:
- club- en sportbijeenkomsten;
- optredens met beperkt versterkte muziekgeluidpresentatie;
- film,- theater en andere culturele en kunstfestivals;
- congressen en bijeenkomsten;
- het gebruik van zwemfaciliteiten buiten of in een gebouw;
- recreëren bij de recreatieplas of roeivijver;
- kinderspeelprogramma's;
- een binnen- en/of buitenspeeltuin;
- markten;
- braderieën en culinaire festivals;
- elektrische motocross;
- thematisonche zomer- en animatie-activiteiten zoals 'bietje drijven, bietje dansen'.
1.38 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.
1.39 dienstverlening
zakelijke dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een kantoor en een congres- en vergaderaccommodatie;
persoonlijke dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een kapsalon, schoonheidsspecialist e.d..
1.40 duurzame ontwikkeling
een ontwikkeling die zowel vanuit milieuoogpunt, in het bijzonder wat betreft ammoniak, geur, fijnstof en gezondheid voor mensen, als vanuit ruimtelijk oogpunt, in het bijzonder wat betreft natuur, landschap en cultuurhistorie, aanvaardbaar is. Daarbij dienen aantoonbare ruimtelijke-economische belangen voor de lange termijn aanwezig te zijn die de ontwikkeling rechtvaardigen. Daarnaast dient zuinig ruimtegebruik te worden toegepast;
1.41 ecologische verbindingszone
bij bestemmingsplan aangeduid langgerekt gebied waarbinnen verbindende landschapselementen zijn of worden gerealiseerd.
1.42 ecologische waarden en kenmerken
aanwezige en potentiële waarden, gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied, waartoe behoren de natuurdoelen en natuurkwaliteit, geomorfologische processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, de mate van stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde.
1.43 erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, voorzover dit plan die inrichting niet verbiedt.
1.44 evenementen
evenementen zijn grootschalige activiteiten die (grotendeels) niet binnen de representatieve bedrijfssituatie van De Bergen vallen. In de tabel van activiteiten (zie 1.10 activiteiten) vallen deze onder type 2, 3, of 4-activiteiten. Een evenementsdag staat hierbij gelijk aan één etmaal.
1.45 extensieve dagrecreatie
vrijetijdsbesteding die in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, vissen, zwemmen, roeien, kanoën etc..
1.46 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.47 geluiddag
een dag waarop een activiteit of evenement op De Bergen mag plaatsvinden, waarbij een verhoogde (muziek)geluidproductie is toegestaan met een optredend geluidniveau afwijkend aan de geluidvoorschriften uit de vigerende vergunning van De Bergen. Deze activiteit of dit evenement heeft een maximale duur van een etmaal en voldoet aan de maximale geluidproductie zoals opgenomen in de planregels. Geluiddagen mogen maximaal 12 keer per jaar voorkomen en staan los van evenementdagen.
1.48 gemeenschappelijke voorzieningen
voorzieningen ten dienste van en ondergeschikt aan de verblijfsrecreatie, zoals ruimtes voor vermaak (slechtweervoorziening) en sanitaire voorzieningen.
1.49 gevellijn
de als zodanig aangegeven lijn en het verlengde daarvan, die niet door hoofdgebouwen mag worden overschreden.
1.50 groenblauwe mantel
gebieden die overwegend grenzen aan het Natuur Netwerk Brabant, de ecologische verbindingszone of het zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen, en deze verbinden, zijnde gebieden met overwegend grondgebonden agrarisch gebruik en belangrijke nevenfuncties voor natuur en water.
1.51 groepsaccommodatie
een (gedeelte van) een gebouw dat is bestemd voor periodiek recreatief nachtverblijf door groepen, met permanent daarvoor ingerichte ruimten met gemeenschappelijke voorzieningen. Een kampeerboerderij en kamp(eer)huis vallen onder het begrip groepsaccommodatie.
1.52 hartlijn
het midden van de leiding.
1.53 hoofdgebouw
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. Indien het hoofdgebouw geen woning is, maar op het perceel wel een of meer op de grond staande woningen aanwezig zijn, wordt die woning tevens als hoofdgebouw aangemerkt.
1.54 horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, het bedrijfsmatig bieden van hotel- of groepsaccommodatie, het bedrijfsmatig bieden van vermaaks- of wellnessfaciliteiten of het bedrijfsmatig bieden van congres- of vergaderfaciliteiten, een en ander al dan niet in combinatie met elkaar. Daarbij worden de volgende categorieën onderscheiden:
Categorie | Omschrijving/typologie | Subcategorie | |||
1 | Maaltijdverstrekkers: | ||||
- cafetaria, snackbar, foodtruck, automatiek | 1a | ||||
- lunchroom, ijssalon, kiosk | 1a | ||||
- pannenkoekenhuis, shoarmazaak, poffertjeszaak, creperie | 1a | ||||
- restaurant | 1b | ||||
2 | Drankverstrekkers: | ||||
- cafe, bar, nachtclub | 2a | ||||
- tearoom, koffiehuis | 2b | ||||
3 | Multifunctioneel horecabedrijf | 3 | |||
4 | Vermaak, ontspanning en discotheken | ||||
- snooker- of biljartcentrum | 4a | ||||
- casino of amusementshal | 4a | ||||
- bowling- of kegelcentrum, lasergamecentrum | 4a | ||||
- bioscoop | 4a | ||||
- discotheek, dancing | 4b | ||||
5 | Logiesverstrekkers: | ||||
- hotel | 5 | ||||
- motel | 5 | ||||
- pension | 5 | ||||
6 | Ontmoetingscentra / Maatschappelijke instellingen | 6 |
1.55 huishouden
één, of meerdere personen, die gemeenschappelijk samenleven in een onderlinge persoonlijke verbondenheid gericht op een duurzaam samenzijn.
1.56 kampeermiddelen
tenten, vouwwagens, kampeerauto's, caravans of hiermee gelijk te stellen niet plaatsgebonden onderkomens, die bestemd zijn voor recreatief verblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.57 kampeerterrein
terrein, geheel of gedeeltelijk ingericht en bedrijfsmatig geëxploiteerd, en blijkens die inrichting en exploitatie bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van toeristisch kamperen. Alsmede zijn hier ondergeschikte bouwwerken toegestaan ten dienste van de bestemming.
1.58 kantoor
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, niet zijnde openbare dienstverlening, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.59 kelder
een geheel ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bovengronds bouwwerk.
1.60 kleinschalig kamperen
recreatief (nacht)verblijf op gronden met de hoofdfunctie agrarisch bedrijf of wonen, met gebruikmaking van kampeermiddelen tot een in de regels aangegeven maximum aantal kampeermiddelen.
1.61 landschappelijke inpassing
het optimaal op elkaar afstemmen van bebouwing en beplanting, rekening houdend met de ter plaatse voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden om zo te komen tot een landschappelijke inpassing van nieuwe bebouwing die recht doet aan de kwaliteit en de beleving van het landschap.
1.62 landschappelijke waarden en kenmerken
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten.
1.63 landschapselementen
ter plaatse gebonden ecologische en/of landschappelijk waardevolle elementen zoals bosjes, houtwallen, poelen, moerasjes en dergelijke.
1.64 logies
het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij de betreffende huurder het hoofdverblijf elders heeft.
1.65 maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, (sociaal-)culturele en levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijs-, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.66 maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge een matrixsymbool in het betreffende vlak bepaalde afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en/of aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn toegelaten.
1.67 manege
een bedrijf voor het beoefenen van de hippische sport alsmede voor het stallen van paarden en pony's, al dan niet met ondergeschikte horeca, met inbegrip van de EEX-locatie.
1.68 Natuur Netwerk Brabant
samenhangend netwerk van natuurgebieden van nationaal en internationaal belang met als doel de veiligstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten, bestaande uit de meest waardevolle natuur- en bosgebieden en andere gebieden met belangrijke aanwezige en te ontwikkelen natuurwaarden.
1.69 natuurlijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
1.70 nevenactiviteit
activiteiten waarvoor een gedeelte van de vloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen en daarbij behorende gronden als zodanig mag worden gebruikt en die uitgevoerd worden naast het eigenlijke beroep of de hoofdactiviteit. Deze activiteiten zijn ondergeschikt aan de primair toegekende functie.
1.71 nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie, alsmede voorzieningen voor het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
1.72 ondergeschikt bouwdeel
een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk, met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak.
1.73 ondergeschikte horeca
een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men uitsluitend ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren, zoals een kantine in een verenigingsgebouw, sportvoorziening of recreatie-inrichting.
1.74 ondergeschikte parkeervoorzieningen
elke stallingsgelegenheid (op zowel openbaar als particulier terrein) ten behoeve van een motorvoertuig op meer dan twee wielen.
1.75 ondergronds bouwwerk
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen onder peil.
1.76 onderkomen
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsmede een tent.
1.77 overkapping
een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats. Daarbij geldt, indien vóór dan wel achter het (verlengde van) de voorgevel van een gebouw wordt gebouwd, het volgende:
- a. vóór: het moet een open constructie zijn;
- b. achter: maximaal drie wanden waarvan maximaal twee tot de constructie behoren.
1.78 parkeerterrein
een terrein wat in hoofdzaak (tijdelijk) bestemd is voor het parkeren van motorvoertuigen op meer dan twee wielen.
1.79 perceelgrens
een kadastrale grenslijn tussen (bouw)percelen onderling;
1.80 perifere detailhandel
detailhandel die vanwege de aard en/of omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals een paarden- en ponymarkt;
1.81 permanente bewoning
bewoning door één persoon of groep personen, terwijl elders niet daadwerkelijk over een hoofdverblijf wordt beschikt.
1.82 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
1.83 recreatie
vrijetijdsbesteding zoals verblijfsrecreatie, dagrecreatie, agrotoerisme en extensief recreatief medegebruik zoals wandelen, fietsen, paardrijden, vissen, zwemmen, roeien, kanoën etc.
1.84 recreatief medegebruik
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
1.85 recreatief nachtverblijf
nachtverblijf welke plaatsvindt in het kader van weekend- en/of verblijfsrecreatie.
1.86 relatie
een verbindingslijn die één of meerdere bij elkaar behorende bouwvlakken met elkaar verbindt, waardoor er voor de toepassing van deze regels sprake is van één bouwvlak.
1.87 ruimtelijke kwaliteit
kwaliteit van een gebied die bepaald wordt door de mate waarin sprake is van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.
1.88 ruimtelijke ontwikkeling
bouwactiviteiten en planologische gebruiksactiviteiten waarvoor op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit omgevingsrecht een omgevingsvergunning is vereist.
1.89 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.90 speelvoorziening
een sport- of speeltoestel.
1.91 standplaats (toeristisch)
een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek door middel van nummering, stroomvoorziening, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel ten behoeve van tijdelijk recreatief nachtverblijf. Een bijzet-tentje voor bijvoorbeeld de kinderen wordt hierbij niet als afzonderlijk kampeermiddel aangemerkt.
1.92 tuin
de gronden binnen een bestemmingsvlak die behoren bij een (bedrijfs)woning.
1.93 verblijfsrecreatie
vormen van recreatie, bedrijfsmatig geëxploiteerd, die hoofdzakelijk gericht zijn op verstrekken van nachtverblijf.
1.94 verenigingsleven
totaal van activiteiten van verenigingen, clubs en dergelijke in een bepaald gebied.
1.95 voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.96 voorgevelrooilijn
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van het hoofdgebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen.
1.97 waterhuishoudkundige voorzieningen
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen, alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
1.98 waterberging
gebieden die integraal onderdeel uitmaken van het watersysteem en die periodiek vanuit het oppervlaktewatersysteem kunnen overstromen.
1.99 weg
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
1.100 werk
een constructie, geen gebouw of bouwwerk zijnde.
1.101 wet/wettelijke regelingen
indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
1.102 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.103 woon- en verblijfsgebouwen
gebouwen bedoeld als kleinschalige woonvoorzieningen, alsmede voor kleinschalig groepsverblijf of afdelingsverblijf ten behoeve van mensen met een verstandelijke beperking.
1.104 zelfstandige horeca
horeca als hoofdactiviteit, die niet als ondersteuning van een andere hoofdactiviteit/-bestemming dient.
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 De dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.2 De goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3 De inhoud van een bouwwerk
- a. Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
- b. Bij het berekenen van de blijkens de digitale verbeelding of deze regels geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen.
2.4 De bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.5 De oppervlakte van een bouwwerk
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.6 De hoogte van een windturbine
Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.7 Afstand tot de bouwperceelsgrens
Tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
2.8 Afstand tussen gebouwen
Tussen een bepaald punt van het ene bouwwerk en een bepaald punt van het andere bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
2.9 Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
2.10 Ondergrondse (verticale) bouwdiepte van een bouwwerk
vanaf het peil tot de afgewerkte vloer van het ondergrondse (deel van het) bouwwerk.
2.11 Peil
- a. ter plaatste een gebouw waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- b. indien in het water wordt gewerkt: de hoogte van de waterbodem;
- c. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende terrein.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Recreatie - De Bergen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - De Bergen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatie;
- b. evenementen;
- c. verblijfsrecreatie, ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie', met dien verstande dat uitsluitend sprake is van de volgende soorten verblijfsrecreatieve functies:
- 1. kampeerterrein;
- 2. kampeermiddelen en bouwwerken voor recreatief nachtverblijf;
- 3. groepsaccommodaties.
- d. horeca tot maximaal categorie 4a, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4a';
- e. een manege (met inbegrip van de EEX-locatie), alsmede perifere detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'manege';
- f. een kampeerterrein ingeval van een evenement, ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';
- g. parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - parkeren 1';
- h. natuur, ter plaatse van de aanduiding 'natuur';
- i. wonen in een -al dan niet inpandige- bedrijfswoning;
- j. parkeren ingeval van een evenement, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - parkeren 2';
- k. een indoorspeelparadijs, inclusief entreegebouw, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - indoorspeelparadijs';
met daaraan ondergeschikt:
- l. ondergeschikte horeca van categorie 1 en 2 ten behoeve van de recreatieve functie;
- m. ondergeschikte detailhandel ten behoeve van de recreatieve functie;
- n. ondergeschikte kantoorruimtes;
- o. daarbij behorende centrale voorzieningen;
- p. bestaande legale aan huis verbonden beroepen en bedrijven in de bedrijfswoning en/of in daarbij behorende bijbehorende bouwwerken;
- q. speelvoorzieningen;
- r. groenvoorzieningen;
- s. tuinen, erven en terreinen;
- t. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
- u. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 4 Leiding - Gas
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar geldende bestemming(en), mede bestemd voor een ondergrondse leiding voor het transport van gas, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - gas' de hartlijn van de leiding voor gastransport is gelegen.
4.2 Bouwregels
4.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 25.2 en worden toegestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 5 Leiding - Riool
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolpersleiding, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool' de hartlijn van de rioolpersleiding is gelegen.
5.2 Bouwregels
5.3 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2 en worden toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding;
- b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 6 Waarde - Archeologie
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de vastgestelde en verwachte archeologische waarden, met dien verstande dat ter plaatse van de navolgende aanduidingen de daarbij aangegeven waarde geldt:
- a. ter plaatse van de aanduiding 'waarde archeologie 1', zeer hoge archeologische waarde en historisch geografische objecten met een archeologische relevantie;
- b. ter plaatse van de aanduiding 'waarde archeologie 2', hoge archeologische waarde;
- c. ter plaatse van de aanduiding 'waarde archeologie 3', hoge archeologische verwachting;
- d. ter plaatse van de aanduiding 'waarde archeologie 4', middelhoge archeologische verwachting.
6.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen binnen deze bestemming uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd:
- a. ter vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering, met dien verstande dat nieuwe kelders niet zijn toegestaan of
- b. binnen een afstand van maximaal 2,5 meter uit een bestaande fundering van een bestaand bouwwerk; of
- c. die een bodemverstoring veroorzaken van minder dan 5% van het totale oppervlak van de bodemingreep; of
- d. die niet groter zijn dan 100 m² en dieper dan 0,5 meter ter plaatse van de aanduiding 'waarde archeologie 1'; of
- e. die niet groter zijn dan 250 m² en dieper dan 0,5 meter ter plaatse van de aanduiding 'waarde archeologie 2' en de aanduiding 'waarde archeologie 3'; of
- f. die niet groter zijn dan 2.500 m² en dieper dan 0,5 meter ter plaatse van de aanduiding'waarde archeologie 4' of
- g. ten behoeve van archeologisch onderzoek, waarbij de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt;
- h. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan;
- i. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning.
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn die behouden en beschermd moeten worden, waarbij de nadere eisen erop zijn gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
- a. de gebieden waar de aanduidingen als genoemd in artikel 6.5.1 betrekking op hebben te vergroten en / of te veranderen indien dat op basis van nader verkregen archeologisch kennis noodzakelijk en / of mogelijk is; of
- b. de oppervlaktes en / of de dieptes als genoemd in artikel 6.5.1 te veranderen en / of hier desgewenst een extra aanduiding voor op te nemen indien dat op basis van nader verkregen archeologisch kennis noodzakelijk en / of mogelijk is.
Artikel 7 Waarde - Natuur Netwerk Brabant
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Natuur Netwerk Brabant' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken alsmede de instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, archeologische en/of abiotische waarden, naast de voor deze gronden voorkomende bestemming 'Recreatie - De Bergen' met dien verstande dat dit enkel extensief dagrecreatief medegebruik betreft of de geldende aanduidingen (evenementen zijn dus uitgesloten).
7.2 Bouwregels
- a. Op of in de als 'Waarde - Natuur Netwerk Brabant ' aangegeven gronden mag niet worden gebouwd;
- b. In afwijking van het bepaalde onder a. is het toegestaan om bouwwerken te bouwen die zijn toegestaan op grond van de onderliggende bestaande bestemmings- en/of bouwvlakken volgend de bestemming 'Recreatie - De Bergen' , voor zover dit enkel ten behoeve van extensief dagrecreatief medegebruik is of de ter plaatse geldende aanduidingen;
- c. In afwijking van het bepaalde onder a. is het toegestaan om bouwwerken te bouwen die worden opgericht ten behoeve van het beheer en onderhoud van het natuurgebied;
- d. Het bepaalde onder b. en c. geldt met dien verstande dat als gevolg van het te verwachten gebruik van de genoemde bouwwerken de bestaande natuurwaarden niet onevenredig worden geschaad.
7.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en opstallen voor:
- a. het opbrengen van grond van elders op de bestaande toplaag (ophogen);
- b. het vermengen, keren van (alle) lagen in het bodemprofiel met een diepte van minimaal 50 centimeter (gemeten vanaf het oorspronkelijke maaiveld) ten behoeve van agrarisch gebruik (diepploegen- en woelen);
- c. het diep in de grond indrijven van heipalen of andere voorwerpen;
- d. het verwijderen en/of het zodanig beschadigen met afsterven als gevolg, van bomen en/of struiken (solitairen of in de vorm van bos, houtsingels, houtwallen);
- e. het aanplanten van gewassen of jonge bomen (ten behoeve van boomkwekerij of sierteelt);
- f. het aanbrengen van verhardingen van meer dan 200 m2.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de dubbelbestemming 'Waarde - NatuurNetwerk Brabant' van de verbeelding wijzigingen en/of verwijderen onder voorbehoud van fysieke dan wel financiële compensatie.
Artikel 8 Waterstaat - Beschermingszone Waterlopen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de waterloop en/of voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers.
8.2 Bouwregels
Op de voor 'Waterstaat - Beschermingszone waterlopen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.
8.3 Afwijken van de bouwregels
8.4 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone waterlopen' van de verbeelding verwijderen indien uit overleg met de waterbeheerder blijkt dat de bescherming overbodig is geworden.
8.5 Specifieke gebruiksregels
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone waterlopen' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Aa en Maas van toepassing.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 9 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 10 Algemene Bouwregels
10.1 Bouwvlakken
- a. In dit plan is in alle artikelen het bouwvlak gelijk aan het bestemmingsvlak, tenzij op de verbeelding binnen een bestemmingsvlak een bouwvlak is ingetekend dat kleiner is dan het bestemmingsvlak;
- b. een bouwvlak mag volledig worden bebouwd:
- 1. tenzij in deze regels en/of op de verbeelding een maximaal bebouwingspercentage of een maximale oppervlakte bebouwing is opgenomen;
- 2. en met inachtneming van de bouwregels in de afzonderlijke artikelen.
10.2 Algemene bepaling m.b.t. ondergronds bouwen
10.3 Algemene bepaling over bestaande afstanden en andere maten
10.4 Ontbreken van maatvoeringsaanduidingen
In die gevallen dat op de verbeelding en/of in deze regels een maatvoeringsaanduiding ontbreekt gelden de maatvoeringen van de bestaande bouwwerken, voor zover deze in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, zoals aanwezig op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan, waarbij voor het bebouwingspercentage geldt dat dit met 10% mag toenemen ten opzichte van de aanwezige bebouwing.
Artikel 11 Algemene Gebruiksregels
11.1 Strijdig gebruik
Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor en/of als:
- a. een seksinrichting of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
- b. een coffeeshop, growshop, smartshop of een daarmee vergelijkbaar bedrijf;
- c. straatprostitutie;
- d. winning van gas;
- e. vestiging van een intensieve veehouderij;
- f. bewoning van bouwwerken en gebouwen, geen (bedrijfs)woning zijnde;
- g. permanente bewoning van recreatief nachtverblijf;
- h. zelfstandige bedrijfsvoering (zelfstandige kantoren of horeca), alle activiteiten dienen organisatorisch en juridisch te zijn beheerd door De Bergen, met uitzondering van het EEX parc;
- i. niet-bedrijfsmatig beheerde recreatiewoningen;
- j. een aan huis verbonden beroep of bedrijf;
- k. geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
- l. kamerverhuur;
- m. inwoning/mantelzorg;
- n. woningsplitsing;
- o. detailhandel, behoudens detailhandel ten behoeve van de recreatieve functie;
- p. huisvesting van buitenlandse werknemers;
- q. het splitsen van een bestemmings-/bouwvlak;
- r. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens;
- s. opslaan, storten, lozen, of bergen van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen, voer- en vaartuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)-materialen, afval, puin, grind en brandstoffen.
Het bepaalde in lid 11.1, sub k is niet van toepassing voor zover het betreft:
- a. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen welke nodig zijn voor de realisering of de handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen;
- b. het opslaan of storten van afval- of meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen, andere open terreinen en watergangen;
11.2 Bestaand gebruik
Indien bestaande en legale nevenactiviteiten afwijken van de regels van dit bestemmingsplan, worden deze als toelaatbaar beschouwd.
Artikel 12 Algemene Aanduidingsregels
12.1 aardkundig waardevol gebied
12.2 groenblauwe mantel
12.3 landschapselement
12.4 veiligheidszone - leiding
12.5 waarde archeologie 1
12.6 waarde archeologie 2
12.7 waarde archeologie 3
12.8 waarde archeologie 4
12.9 Natuur Netwerk Brabant - ecologische verbindingszone
Artikel 13 Algemene Afwijkingsregels
13.1 Algemeen
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van de in dit artikel genoemde ontwikkelingen onder de daarbij genoemde voorwaarden en met dien verstande dat:
- a. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. de verkeersveiligheid;
- 2. het woon- en leefklimaat;
- 3. de milieusituatie;
- 4. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige en/of abiotische waarden;
- 5. de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen gronden en bebouwing.
- b. in voldoende mate moet worden aangetoond of er effecten zijn te verwachten op aanwezige Natura-2000 gebieden en/of stiltegebieden.
13.2 Maatvoeringen / grenzen
Indien niet op grond van een andere bepaling kan worden afgeweken van deze regels kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van het volgende:
- a. het afwijken van de in de regels voorgeschreven maatvoering met ten hoogste 10%;
- b. de bestemmingsbepalingen ten behoeve van:
- 1. het in geringe mate aanpassen van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
- 2. geringe afwijkingen in plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan;
- 3. het overschrijden van bouwgrenzen, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
- c. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 12 meter;
- d. de bestemmingsplanbepalingen ten aanzien van de aan te houden afstand van gebouwen tot de perceelsgrens, en toestaan dat bedrijfsgebouwen en/of bedrijfswoningen op minder dan 3 meter vanaf de perceelsgrens worden gebouwd;
- e. de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot maximaal 40 meter, onder de volgende voorwaarden:
- 1. losse masten met hekwerken, gebouwtjes e.d. zijn alleen toegestaan in landschappelijk minder gevoelige gebieden, langs grote verkeerswegen en dan bij voorkeur bij parkeerplaatsen, benzinestations, knooppunten, viaducten, bedrijventerreinen en horecagelegenheden;
- 2. installaties op of aan een gebouw zijn alleen toegestaan:
- op hoge gebouwen; bij voorkeur op een plat dak en zo ver mogelijk van een dakrand, met dien verstande dat bijzondere en waardevolle gebouwen in beginsel geheel dienen te worden ontzien, zonodig in overleg met de monumentencommissie;
- tegen gevels aan, uitsluitend indien de invloed van die installaties geen afbreuk doen aan de aanwezige kwaliteiten;
- 3. aangetoond wordt dat door de hoogte van de masten de luchtvaartverkeerszones niet nadelig worden beïnvloed.
Artikel 14 Algemene Wijzigingsregels
14.1 Algemene wijzigingsbevoegdheden
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
- a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, met dien verstande dat:
- 1. dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken;
- 2. dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
- 3. de overschrijding niet meer bedraagt dan 3 meter;
- 4. de overschrijding noodzakelijk is in het kader van de optimalisering van de bedrijfsvoering en niet het gevolg is van een beoogde schaalvergroting;
- b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft. De overschrijding mag echter niet meer bedragen dan 3 meter en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
- c. het wijzigen van de lijst van bedrijfsactiviteiten, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven;
- d. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd;
- e. het wijzigen op of verwijderen van de verbeelding van gebiedsaanduidingen als bedoeld in artikel 39, indien het belang dat de gebiedsaanduiding beoogt te beschermen, niet meer aanwezig is, danwel indien wijziging van zoneringen daartoe aanleiding geeft.
14.2 Algemeen
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de in dit artikel onder 14.4 genoemde ontwikkelingen onder de daarbij genoemde voorwaarden en met dien verstande dat:
- a. in voldoende mate moet worden onderzocht of er effecten zijn te verwachten op aanwezige Natura-2000 gebieden en/of stiltegebieden;
- b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- 1. de milieusituatie;
- 2. de bestaande natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, aardkundige en/of abiotische waarden;
- 3. de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen gronden en bebouwing;
- c. er sprake moet zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat;
- d. voorzieningen worden getroffen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek.
14.3 Wijziging naar 'Natuur'
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen in de bestemming 'Natuur' met dien verstande dat:
- a. wijziging pas plaats vindt nadat verzekerd is dat een aaneengesloten natuur- of bosgebied van voldoende omvang en zodanige begrenzing kan ontstaan dat de aangrenzende/omringende gronden, met een blijvende agrarische bodemexploitatie, doelmatig als zodanig geëxploiteerd kunnen blijven worden;
- b. de regels van de bestemming 'Natuur' van overeenkomstige toepassing wordt verklaard.
14.4 Wijziging ten behoeve van vergroten/verkleinen dubbelbestemming Leiding
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' of 'Leiding - Riool' te vergroten of verkleinen, met dien verstande dat:
- a. de noodzaak van de aanleg/verplaatsing van leidingen is aangetoond;
- b. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de doelen van de betreffende bestemming;
- c. bij de keuze van een traject rekening wordt gehouden met de (externe) veiligheid van andere nabijgelegen bestemmingen.
Artikel 15 Overige Regels
15.1 Wetten/wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
15.2 Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
16.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sub a met maximaal 10%.
- c. Sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
16.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
16.3 Persoonsgebonden overgangsrecht
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van dat overgangsrecht ten behoeve van die persoon of personen.
Artikel 17 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'De Bergen te Wanroij'.
Bijlage 1 Masterplan
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek
Bijlage 2 Akoestisch onderzoek
Bijlage 3 Luchtkwaliteitsonderzoek
Bijlage 3 Luchtkwaliteitsonderzoek
Bijlage 4 Verkeersonderzoek Goudappel
Bijlage 4 Verkeersonderzoek Goudappel
Bijlage 5 Ecologisch Onderzoek Waardenburg
Bijlage 5 Ecologisch onderzoek Waardenburg
Bijlage 6 Stikstofdepositie Onderzoek
Bijlage 6 Stikstofdepositie onderzoek
Bijlage 7 Aanmeldingsnotitie M.e.r.-beoordeling
Bijlage 7 Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling