Parapluherziening Kamerverhuur Voorne aan Zee
Bestemmingsplan - Gemeente Voorne aan Zee
Vastgesteld op 02-07-2024 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan
het bestemmingsplan Parapluherziening Kamerverhuur Voorne aan Zee als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1992.parapluplanwonen-0130 van de gemeente Voorne aan Zee.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3 bestaand (m.b.t. bouwwerken)
de bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan zijn of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.4 gebouw
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.5 huishouden
één of meer personen die een gezamenlijke huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid.
1.6 kamerverhuur
de (gedeeltelijke) verhuur van een woning via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet.
1.7 mantelzorgwoning
een woning, op het perceel van een woning van iemand die zorg nodig heeft. De mantelzorgwoning is bedoeld voor de zorgverlener (vriend, familielid). Het is ook mogelijk dat de persoon die zorg nodig heeft in de mantelzorgwoning woont. In dat geval woont de zorgverlener in het hoofdgebouw.
1.8 wonen
het gebruik van een woning voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
1.9 woning
Een complex van besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden.
1.10 woningsplitsing
Het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning in twee of meer woningen.
1.11 zelfstandige woonruimte
Onder zelfstandige bewoning wordt verstaan de woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning.
Artikel 2 Reikwijdte En Toepassing
2.1 Van toepassing verklaring
- a. het voorliggende bestemmingsplan is van toepassing op de bestemmingen die het wonen, inclusief het wonen in bedrijfswoningen, plattelandswoningen en recreatiewoningen, toestaan in de bestemmingsplannen, (partiële) herzieningen van alle bestemmingsplannen, wijzigings- en uitwerkingsplannen en beheersverordeningen binnen de gemeente Voorne aan Zee geldend op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan.
- b. de regels in het voorliggende bestemmingsplan gelden in aanvulling op en voor zover van toepassing ter gedeeltelijke vervanging van de regels (waaronder de begrippen) in de onder a bedoelde plannen.
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Algemene Bouw- En Gebruiksregels
3.1 Bestemmingsomschrijving
- a. In de bestemmingsomschrijving van de artikelen wordt het begrip 'het wonen' vervangen door 'het wonen in een woning'.
- b. In aanvulling op artikel 4.2.a worden ook met 'wonen' of 'het wonen' vergelijkbare termen, zoals ' één woning ', 'wonen in appartementen op de verdieping' of 'bedrijfswoning', geacht betrekking te hebben op 'het wonen in een woning door een huishouden.
3.2 Regels voor woningen
Aan de gebruiksregels van de in lid 3.1 genoemde bestemmingen worden de onderstaande regels toegevoegd:
- a. Tot een gebruik in strijd met de genoemde bestemmingen wordt in iedergeval gerekend:
- 1. het gebruik van een woning door meer dan één huishouden;
- 2. kamerverhuur;
- 3. woningsplitsing.
- b. het verbod als bedoeld in artikel 3.2 sub a onder 2 is niet van toepassing, indien het gaat om kamerverhuur via het gemeentelijk woonbedrijf of toegelaten instelling als bedoeld in de Woningwet;
- c. het verbod als bedoeld in artikel 3.2 sub a onder 3 is niet van toepassing, indien het gaat om een splitsing in een mantelzorgwoning, Indien de mantelzorg beëindigd wordt, mag de mantelzorgwoning niet langer als zelfstandige woonruimte worden gebruikt.
3.3 Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 sub a onder 3 met inachtneming van de onderstaande regels:
- a. het betreffende hoofdgebouw dient binnen bestaand stads- en dorpsgebied gelegen te zijn van de provinciale omgevingsverordening of diens opvolger;
- b. indien door de woningsplitsing twee of meer woningen worden gevormd waarvan de kleinste een gebruiksoppervlak van ten minste 50 vierkante meter heeft.
- c. er wordt in voldoende parkeerruimte voorzien, volgens de geldende parkeernormen van de gemeente;
- d. het gebruik mag geen onevenredige belemmeringen opleveren voor het bestaande woon- en leefklimaat en gebruiksfuncties van omliggende percelen.
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Hoofdstuk 3 Overige Regels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
- b. het bevoegd gezag kan in afwijking van het eerste lid eenmalig een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
- c. het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
- a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
- b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
- c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
- d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Parapluherziening Kamerverhuur Voorne aan Zee'.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De aanleiding voor deze parapluherziening is de vragen die gesteld zijn over de mogelijkheden voor kamersgewijze verhuur. Naar aanleiding hiervan is onderzocht hoe dit in de bestemmingsplannen in de gemeente Voorne aan Zee geregeld is. Sommige bestemmingsplannen blijken kamersgewijze verhuur toe te staan, mede als gevolg van recente jurisprudentie rondom het thema wonen, die bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is ontstaan. Uit meerdere, uiteenlopende uitspraken volgt dat zonder goede, sluitende definities van begrippen als 'wonen', 'woning' en 'huishouden', vele uiteenlopende woonvormen mogelijk kunnen zijn in veel bestaande bestemmingsplannen.
Uit een inventarisatie van de verschillende bestemmingsplannen in de gemeente Voorne aan Zee is gebleken dat enkele regelingen en begrippen niet in alle bestemmingsplannen goed en/of sluitend zijn opgenomen. Dit houdt in dat met de bestemming 'Wonen', zonder de gewenste begripsbepalingen, bijvoorbeeld woningen gesplitst kunnen worden in meerdere eenheden zonder dat de gemeente daar een ruimtelijke of stedenbouwkundige overweging bij kan maken. Dit is over het algemeen niet gewenst. Dit kan bijvoorbeeld tot een hogere parkeerdruk leiden. Of in het geval van opsplitsing ten behoeve van kamerverhuur kan dit tot overlast voor de omgeving zorgen. Daarnaast kan dit ook leiden tot situaties waarbij weinig of geen onderhoud wordt gepleegd aan het erf of de woning.
Voorafgaand aan voorliggend paraplubestemmingsplan is reeds een voorbereidingsbesluit genomen om te voorkomen dat ongewenste situaties zich voordoen gedurende de procedure van voorliggend plan.
Door met deze parapluherziening te voorzien in een uniforme en actuele regeling die in alle bestemmingsplannen van toepassing wordt, worden ongewenste mogelijkheden uitgesloten.
1.2 Planvorm
Dit plan betreft een zogenaamde parapluherziening. Een parapluherziening is een partiële herziening van meerdere bestemmingsplannen rondom één of meerdere specifieke thema's. In dit geval betreft dat de begripsbepalingen en gebruiksmogelijkheden die samenhangen met het gebruik van (bedrijfs)woningen. Het paraplubestemmingsplan legt de nieuwe regeling rondom dit onderwerp vast voor de bestemmingsplannen waar het paraplubestemmingsplan betrekking op heeft. Voor het overige blijven die onderliggende bestemmingsplannen ongewijzigd en zelfstandig van kracht. Dit maakt het dus mogelijk om met één bestemmingsplan alle bestemmingsplannen aan te vullen of aan te passen waarvoor dit noodzakelijk is.
1.3 Plangebied
Deze parapluherziening heeft betrekking op de gronden en gebouwen van alle bestemmingsplannen binnen de gemeente Voorne aan Zee.
1.4 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 beschrijft het doel dat met deze parapluherziening wordt beoogd. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan. Ten slotte wordt in hoofdstuk 4 uitgelegd hoe de juridische regeling in elkaar zit.
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving
Zoals in hoofdstuk 1 al is aangegeven, zijn er diverse uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) met betrekking tot begrippen zoals ‘wonen’ en ‘huishouden’.
De uitspraak van de ABRvS (ECLI:NL:RVS:2018:1882) houdt, kort samengevat, het volgende in: binnen de bestemmingen waar wonen mogelijk wordt gemaakt wordt het begrip wonen niet altijd omschreven in de begrippen van het bestemmingsplan. Dit heeft tot gevolg dat het toestaan van kamerverhuur c.q. splitsing van een woning in meerdere wooneenheden niet verboden is. Dit kon worden toegestaan ondanks dat het begrip woning wél was opgenomen. In de bestemmingsregels ontbrak een verwijzing naar dit begrip. Dit is ook het geval bij de meeste bestemmingsplannen in de voormalige gemeente Hellevoetsluis.
Als het begrip 'wonen' niet nader is gedefinieerd, dient aansluiting te worden gezocht bij het algemeen spraakgebruik. Volgens de ABRvS dienen in het algemeen spraakgebruik onder 'wonen' diverse uiteenlopende vormen van huisvesting te worden begrepen. Daaronder valt ook het verhuren van kamers aan personen die niet tot het huishouden van de verhuurder behoren.
Een inventarisatie van de bestemmingsplannen in de gemeente Voorne aan Zee wijst uit dat niet alle bestemmingsplannen zijn ingericht overeenkomstig het planologisch-juridisch gewenste regime. Daardoor kunnen woningen gesplitst worden in meerdere eenheden zonder dat de gemeente daar een ruimtelijke of stedenbouwkundige overweging bij kan maken. Dit is over het algemeen niet gewenst. Zo kan het zijn dat wanneer planologisch meerdere woningen mogelijk zijn, er ook een hogere parkeerdruk op het openbaar gebied komt te liggen.
Tevens kan opsplitsen leiden tot ongewenste vormen van kamerverhuur hetgeen tot overlast kan leiden voor de omgeving of tot situaties waarbij weinig of geen onderhoud wordt gepleegd aan het erf/de woning. Deze ongewenste situatie wordt met deze parapluherziening aangepast
Omdat het begrip ‘wonen’ samenhangt met het begrip ‘woning’, is ook geïnventariseerd hoe dit begrip wordt gedefinieerd. Hieruit blijkt dat dit begrip vaak wordt gedefinieerd als ‘een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.’ Geconstateerd wordt dat het om die reden relevant is om ook het begrip 'huishouden' met een duidelijke 'begripsbepaling' in de planregels vast te leggen.
Bij de vraag of sprake is van één huishouden, zijn in de jurisprudentie twee factoren van belang. Er moet sprake zijn van ‘onderlinge verbondenheid’ en ‘continuïteit van samenstelling’. Dit blijkt onder meer uit de uitspraak 8 november 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:3018).
Door deze begrippen met dit paraplubestemmingsplan vast te leggen en van toepassing te verklaren op de geldende ruimtelijke plannen van de gemeente Voorne aan Zee, wordt in de eerste plaats aansluiting gezocht bij recente jurisprudentie en wordt dit in de tweede plaats voor alle gemeentelijke plannen op identieke wijze vastgelegd.
De begrippen die met deze parapluherziening worden opgenomen, zijn de volgende:
gebouw:
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
huishouden:
één of meer personen die een gezamenlijke huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid.
kamerverhuur:
de (gedeeltelijke) verhuur van een woning via kameruitgifte, waarbij kamers geen zelfstandige woonruimte vormen door het ontbreken van wezenlijke voorzieningen zoals een eigen kook- en/of wasgelegenheid en/of toilet.
mantelzorgwoning:
een woning, op het perceel van een woning van iemand die zorg nodig heeft. De mantelzorgwoning is bedoeld voor de zorgverlener (vriend, familielid). Het is ook mogelijk dat de persoon die zorg nodig heeft in de mantelzorgwoning woont. In dat geval woont de zorgverlener in het hoofdgebouw.
Wonen:
het gebruik van een woning voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
woning:
Een complex van besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden.
woningsplitsing:
Het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning in twee of meer woningen.
zelfstandige woonruimte:
Onder zelfstandige bewoning wordt verstaan de woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning.
Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid
3.1 Omgevingsaspecten
Dit bestemmingsplan bestaat uit enkele aanvullingen en aanpassingen van de bestaande regels die geen toetsing aan de diverse omgevingsaspecten zoals water, milieu en natuur vragen. De omgevingsaspecten staan uitvoering van deze parapluherziening niet in de weg.
3.2 Economische Uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Als er sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, moeten deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar.
Gelet op de aard van het plan is er geen sprake van ontwikkelingen waarvoor kostenverhaal aan de orde is.
3.3 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Inspraak en overleg
Aangezien het gaat om slechts beperkte aanpassingen aan de geldende bestemmingsplannen, wordt voor dit plan geen inspraakmogelijkheid geboden. Omdat daarnaast geen belangen van andere overheden/overheidsorganen geraakt wordt met dit paraplubestemmingsplan, zijn ook overlegpartners (in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening) niet vooraf geconsulteerd.
Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen, in deze periode kon door eenieder zienswijzen worden ingediend. Op het ontwerpbestemmingsplan zijn geen zienswijze ingediend, wel is er één ambtshalve reactie verwerkt in de regels. Aan artikel 3.2 is onder vernummering van de overige artikelen een nieuw sub b. toegevoegd luidende:
b. het verbod als bedoeld in artikel 3.2 sub a onder 2 is niet van toepassing, indien het gaat om kamerverhuur via het gemeentelijk woonbedrijf of toegelaten instelling als bedoeld in de Woningwet;.
Hoofdstuk 4 Wijze Van Bestemmen
4.1 Inleiding
Het juridische deel van dit paraplubestemmingsplan bestaat uit een verbeelding en de regels. Op de verbeelding is het plangebied weergegeven. Dit plangebied geeft de begrenzing aan van het gebied waarbinnen de regels van dit bestemmingsplan gelden.
4.2 Uitleg Van De Regels
De regels in dit plan bestaan uit de volgende onderdelen:
Artikel 1 Begripsbepalingen
Begrippen die in de regels worden gebruikt en die uitleg nodig hebben, worden in dit artikel uitgelegd.
Artikel 2 Reikwijdte en toepassing
In dit artikel wordt aangegeven op welke onderdelen van de bestemmingsplannen deze parapluherziening van toepassing is. Daarnaast is opgenomen dat de regelingen alleen ter aanvulling zijn op de reeds bestaande regels uit de vigerende ruimtelijke plannen. Daar waar in de bestaande ruimtelijke plannen al een regeling is opgenomen waarvoor in deze parapluherziening in een regeling wordt voorzien, strekt de regeling uit de parapluherziening ter vervanging van de bestaande regeling.
Artikel 3 Algemene bouw- en gebruiksregels
De regels in dit artikel hebben betrekking op de plannen die voorzien in een woonbestemming. Het gaat hierbij zowel om reguliere woningen als om bedrijfswoningen. In deze bestemmingen wordt opgenomen dat het niet toegestaan is om woningen anders te gebruiken dan voor huisvesting van huishoudens.
Artikel 4 Anti-dubbeltelregel
Deze regel volgt uit het Besluit ruimtelijke ordening en wordt opgenomen in alle bestemmingsplannen. Om te voorkomen dat grond dubbel wordt meegeteld, is hier geregeld dat grond die eenmaal bij een bouwplan is meegenomen, bij andere aanvragen buiten beschouwing moet blijven.
Artikel 5 Overgangsrecht
Hier is het wettelijk vastgestelde overgangsrecht geregeld. De regeling is alleen van toepassing op het paraplubestemmingsplan.
Artikel 6 Slotregel
In de slotregel wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald