In deze regels wordt verstaan onder:

het bestemmingsplan Herziening Bestemmingsregels Wonen 2 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01 van de gemeente Groningen.

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

de verbeelding van het bestemmingsplan Herziening Bestemmingsregels Wonen 2, met het identificatienummer NL.IMRO.0014.BP591HerzBestRegW2-vg01.

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

• bestaand legaal gebruik op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
• een bouwwerk dat op het tijdstip van vaststelling van het bestemmingsplan aanwezig is, in uitvoering is of gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen.

in afwijking van artikel 1.8 wordt onder bestaande legale kamerverhuur verstaan: het hebben of gebruiken van wooneenheden voor kamerverhuur
- voor zover ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Herziening Bestemmingsregels Wonen 2 legaal en daadwerkelijk aanwezig of
- voor zover nog niet aanwezig, maar wel legaal mogelijk op grond van vóór dat tijdstip verleende specifieke toestemmingen
- en in de op dat moment aanwezige configuratie van het aantal bewoners en het aantal wooneenheden c.q. woningen.

in afwijking van artikel 1.8 wordt onder bestaand beschermd wonen verstaan daadwerkelijk gebruik voor beschermd wonen dat plaatsvond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan Herziening Bestemmingsregels Wonen 2 en dat tot dan was toegestaan krachtens de Wet ruimtelijke ordening of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

het bestemmingsplan Bedrijfsperceel Wolddijk met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP544BedrWolddijk-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 18-03-2015.

het bestemmingsplan Bedrijventerrein Koningsweg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP484bedrKoningswe-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

het bestemmingsplan Beijum met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP505Beijum-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

het bestemmingsplan Bessemoerpark met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP514Bessemoerpark-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 19-12-2012.

het bestemmingsplan Binnenstad met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP526Binnenstad-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-11-2014.

het bestemmingsplan Binnenstad-Oost 2012 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP508BinnenstadOos-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 24-04-2013.

het bestemmingsplan Bodenterrein - UMCG met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP459BodenterreinU-oh01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-05-2010.

het bestemmingsplan Buitengebied met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP486Buitengebied-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 25-04-2011.

het bestemmingsplan Coendersborg met identificatienummer NL.IMRO.00140000450PCPCoendersb-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-10-2009.

het bestemmingsplan Corpus den Hoorn 2008 met identificatienummer NL.IMRO.00140000458PCPCorpusdH-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 17-12-2008.

het bestemmingsplan Cortinghborg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP477Cortinghborg-oh01, vastgesteld door de raad van de gemeente Gronignen op 30-11-2011.

het bestemmingsplan Cortinghborg II met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP533Cortinghborg2-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Gronignen op 23-04-2014.

het bestemmingsplan Damsterdiep 269 en 275 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP493Dmstd269en275-oh02, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-09-2011.

het bestemmingsplan De Held I met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP472DeHeldI-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 29-09-2010.

het bestemmingsplan De Held III met identificatienummer NL.IMRO.00140000454PCPdeHeldIII-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 17-06-2009.

het bestemmingsplan De Hunze / Van Starkenborgh met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP473DeHunzeVanSta-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 20-10-2010.

het bestemmingsplan De Meeuwen-De Brink 2017 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP569MeeuwBrink17-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-06-2017.

het bestemmingsplan De Wijert met identificatienummer NL.IMRO.00140000455PCPdeWijert-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 27-01-2010.

het bestemmingsplan Friesestraatweg - Hogeweg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP512FrstrwHoogewe-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 30-01-2013.

het bestemmingsplan Ebbingekwartier met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP506Ebbingekwarti-oh01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 25-01-2012.

het bestemmingsplan Europapark 2013 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP527Europapar2013-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 25-09-2013.

het bestemmingsplan Friesestraatweg 209 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP581Friesestrw209-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-03-2018.

het bestemmingsplan Grote Markt - Oostwand met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP470GroteMarktOos-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 30-11-2011.

het bestemmingsplan Halfweg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP553Halfweg-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-06-2017.

het bestemmingsplan Helpermaar 2014 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP539Helpermaar-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 18-02-2015.

het bestemmingsplan Helpman met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP471Helpman-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 20-10-2010.

het bestemmingsplan Hoogkerk-Gravenburg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP482HoogkerkGrave-oh01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 22-06-2011 en gewijzigd vastgesteld op 18-07-2012.

het bestemmingsplan Hoogkerk-Zuid 2016 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP562HoogkrkZd2016-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 29-03-2017.

het bestemmingsplan Hoornse Meer, Hoornse Park en Piccardthof met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP485HoornseMeerHo-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-09-2011.

het bestemmingsplan Hortusbuurt - Noorderplantsoen met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP513HortusbuurtNo-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

het bestemmingsplan Kardinge met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP530Kardinge-vg02, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-20-2016.

het bestemmingsplan Kempkensberg - Engelse Kamp e.o. met identificatienummer NL.IMRO.00140000449PCPKempkEngK-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 29-10-2008.

het bestemmingsplan Korrewegwijk-de Hoogte 2009 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP467Korrewegwijk-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 20-10-2010.

het bestemmingsplan Kostverloren, Zeeheldenbuurt en Badstratenbuurt met identificatienummer NL.IMRO.00140000427PCPKoZeBa-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 31-05-2006.

het bestemmingsplan Kranenburg - Stadspark met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP504KranenbStadsp-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

het bestemmingsplan La Liberté met identificatienummer NL.IMRO.00140000457PCPlaLiberte-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-01-2009.

het bestemmingsplan Lewenborg/Ruischerwaard met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP497LewenborgRuis-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-03-2012.

het bestemmingsplan Lintdorpen en Ruischerbrug met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP523LintdorpenRui-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

het bestemmingsplan Meerstad-Midden met identificatienummer NL.IMRO.0040000433PCPMeerstad, vastgesteld door de raad van de gemeente Slochteren op 20-12-2007.

het bestemmingsplan Meerstad-Midden West met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP568MeerstadMidW-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 31-01-2018.

het bestemmingsplan Melisseweg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP561Melisseweg-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 15-12-2016.

het bestemmingsplan Oosterhoogebrug en Ulgersmaborg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP491OosterhbUborg-oh01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 21-12-2011.

het bestemmingsplan Oosterparkwijk met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-3-2012.

het bestemmingsplan Oosterpoort met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP480Oosterpoort-vg02, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 29-05-2013.

het bestemmingsplan Oranjebuurt - Noorderplantsoenbuurt met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP532OranjeNoorder-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 17-12-2014.

het bestemmingsplan Oud Zuid met identificatienummer NL.IMRO.00140000439PCPOudZuid-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 27-05-2009.

het bestemmingsplan Paddepoel centrum met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP529Paddepoelcent-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

het bestemmingsplan Paddepoel, Selwerd en Tuinwijk met identificatienummer NL.IMRO.00140000453PCPPaddepoel-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 27-01-2010.

het bestemmingsplan Partiele herziening bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP540ParthrzPoeles-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 29 oktober 2014.

het bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde met identificatienummer NL.IMRO.0014.BPPoelestrac-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 30-11-2016.

het bestemmingsplan Polaris-Pleiadenlaan met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP564Polaris-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

het bestemmingsplan Pop Dijkemaweg met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP468PopDijkemaweg-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 30-01-2013.

het bestemmingsplan Reitdiep 2012 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP495Reitdiep2012-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 18-07-2012.

het bestemmingsplan Regiotram - tracédelen I en II met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP490Regiotram1en2-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 18-07-2012.

het bestemmingsplan Ruskenveen 2012 met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP522Ruskenveen-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

het bestemmingsplan Schildersbuurt met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP503Schildersbuur-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 19-12-2012.

het bestemmingsplan Semmelweisstraat met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP502Semmelweisstr-oh01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 25-01-2012.

het bestemmingsplan Sontweggebied - Damsterdiep met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP521Sontweggebied-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-06-2013.

het bestemmingsplan Trefkoel met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP501Trefkoel-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 28-09-2011.

het bestemmingsplan Vinkhuizen 2007 met identificatienummer NL.IMRO.00140000430PCPVinkhui07-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 20-06-2007.

Het bestemmingsplan Vishoek, Hoekstraat en Muurstraat met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP556VisHoekMuurst-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 08-06-2016.

het bestemmingsplan waterrand Oosterparkwijk met identificatienummer NL.IMRO.00140000448PCPWaterrand-, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 30-09-2009.

het bestemmingsplan Westpark met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP517Westpark-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 29-05-2013.

het bestemmingsplan Woningsplitsing met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP534Woningsplits-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 23-04-2014.

het bestemmingsplan Woonwagenterrein Hoendiep met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP456WoonwHoendiep-vg01, vastgesteld door de raad van de gemeente Groningen op 26-01-2011.

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

de vloeroppervlakte binnen de bouwmuren bepaald volgens NEN 2580 met dien verstande dat daarbij aangebouwde bergingen, garages en andere niet voor bewoning geschikte ruimtes niet worden meegeteld.

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; hieronder niet begrepen bewoning in de vorm van kamerverhuur.

gebruik voor bewoning anders dan door een huishouden of voor beschermd wonen.

intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond;

Een woonhuis met meerdere zelfstandige woningen die inpandig zijn verbonden en worden bewoond door huishoudens met een familierelatie, waarbij sprake is van mantelzorg voor ouderen of personen met een beperking.

Een woning die geen zelfstandige woning is.

het uitwerkingsplan De Zeilen met identificatienummer NL.IMRO.0014.UP009DeZeilen-vg01, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen op 21 mei 2019.

het uitwerkingsplan Groenewei met identificatienummer NL.IMRO.0014.UP008Groenewei-vg01, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen op 21 mei 2019.

het uitwerkingsplan Meeroevers vlek 3 het Eiland met identificatienummer NL.IMRO.0014.UP006Meeroevers3-vg01, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen op 20 september 2018.

het uitwerkingsplan Plutolaan met identificatienummer NL.IMRO.0014.UP001Plutolaan-vg01, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen op 15 maart 2011.

het uitwerkingsplan Reitdiep 2015 met identificatienummer NL.IMRO.0014.UP550Reitdiep2015-vg01, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen op 15 december 2015.

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

een woning met een eigen afsluitbare toegang die een huishouden kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woonruimte.

Dit bestemmingsplan is van toepassing op de in artikel 5 tot en met 74 bij deze regels genoemde bestemmings- en uitwerkingsplannen, voor zover die op de verbeelding zijn opgenomen met een gebiedsaanduiding 'overige zone - herziening', met daarachter de naam van het betreffende bestemmings- of uitwerkingsplan.

1. 1. De regels bij de in de artikelen 5 tot en met 74 genoemde bestemmings- en uitwerkingsplannen blijven onverminderd van kracht, met dien verstande dat:
   1. a. de doorgehaalde passages komen te vervallen;
   2. b. de gekleurd gearceerde tekstdelen worden ingevoegd;
   3. c. hernummerde leden zijn gemarkeerd met een gekleurde gearceerde spatie,
   4. d. waar in artikel 1 van deze herziening andere of afwijkende begripsbepalingen zijn opgenomen worden die opgenomen c.q. aangepast in de in de artikelen 5 tot en met 74 genoemde bestemmingsplannen, waar nodig onder vernummering van andere in die plannen voorkomende begripsbepalingen;
   5. e. in de in de artikelen 5 tot en met 74 genoemde bestemmingsplannen in het hoofdstuk Algemene regels, of als dat niet aanwezig is, het daarmee best vergelijkbare hoofdstuk, wordt de tekst van Artikel 4 Verwijzing naar beleidsregels ingevoegd, voor zover nog niet in die plannen aanwezig, onder vernummering van de hoger genummerde artikelen.
2. 2. Voor zover niet anders bepaald op de verbeelding bij dit bestemmingsplan blijven de verbeeldingen behorende bij de bestemmingsplannen genoemd in artikel 5 tot en met 74 onverminderd van kracht, met dien verstande dat waar in dit bestemmingsplan bouwvlakken en maatvoeringsaanduidingen aanwezig zijn, deze in de plaats treden van de betreffende bouwvlakken zoals die voorkomen in de bestemmingsplannen genoemd in artikel 5 tot en met 74.
3. 3. Voor de in Artikel 2 Toepassingsgebied begrepen gronden vervalt het bestemmingsplan Woningsplitsing, voor zover dat daar van toepassing is.

Burgemeester en wethouders passen de in Hoofdstuk 2 opgenomen afwijkingsbevoegdheden voor:

1. 1. het gebruik van een woning anders dan door één huishouden;
2. 2. het veranderen en/of vergroten van een bestaande woning tot twee of meer zelfstandige woningen;
3. 3. het stellen van nadere eisen in de onder 1 en 2 genoemde situaties;

toe met inachtneming van met betrekking tot dit onderwerp vastgestelde beleidsregels of, als die er niet zijn, het ruimtelijk relevante deel van de door hen vastgestelde beleidsregels ten aanzien van woningonttrekking en woningvorming, zoals die beleidsregels gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.

Burgemeester en wethouders passen de in Hoofdstuk 2 opgenomen afwijkingsbevoegdheden voor het toestaan van beschermd wonen toe met inachtneming van door hen vastgestelde beleidsregels ten aanzien van beschermd wonen, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning. Hetzelfde geldt voor de in dat hoofdstuk opgenomen bevoegdheden tot het stellen van nadere eisen als die worden toegepast in een situatie waar beschermd wonen aan de orde is.

De regels van het bestemmingsplan Bedrijfsperceel Wolddijk worden als volgt gewijzigd. KLAAR

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
2. b. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat per bedrijf maximaal één bedrijfswoning is toegestaan;
3. c. wonen;zelfstandige woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen' met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
4. d. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen, kamerverhuurzelfstandige woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen', met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
5. e. logies met ontbijt, uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'bedrijfswoning' en 'wonen', met dien verstande dat logies met ontbijt uitsluitend is toegestaan in de (bedrijfs)woning en ten behoeve hiervan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt en het wonen de hoofdfunctie blijft;
6. f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
7. g. ondergeschikte detailhandel;
8. h. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 4.2.2 onder b voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 3 meter;
2. b. lid 4.1.c.1 en en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
3. c. lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
4. d. lid 4.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter dan 50 m² is.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a. zijn toegestaan;
2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan detailhandel als bedoeld onder lid 4.1 onder e;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bewoning, buiten de aanduidingen 'bedrijfswoning' en/of 'wonen';
4. d. het gebruik van de gronden voor recreatief nachtverblijf, anders dan als bedoeld onder lid 4.1 onder d.
5. e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur of beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.f;
6. f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
7. g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1.c en 4.4.1.d.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 4.5 onder a. juncto lid 4.1 onder a voor de vestiging van:
   1. 1. bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
   2. 2. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten wonen-werken;
2. b. lid 4.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Dit artikel vervalt.

De regels van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Koningsweg worden als volgt gewijzigd. KLAAR

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonenzelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuurzelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. maatschappelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
6. f. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 7.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 7.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. sublid 7.2.2 onder c, voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
5. e. sublid 7.2.2, onder d, voor een overschrijding van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
6. f. sublid 7.2.3, onder a, onder 1, voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
7. g. sublid 7.2.3, onder a, onder 3, voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
8. h. sublid 7.2.3, onder a, onder 3, voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
   1. 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
   2. 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
9. i. sublid 7.2.3, onder a, onder 4, voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
10. j. sublid 7.2.3, onder a, voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    1. 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    2. 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    3. 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    4. 4. een kap is toegestaan;
11. k. sublid 7.2.3, onder b, onder 1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
12. l. sublid 7.2.3, onder b, onder 2, voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
13. m. sublid 7.2.3, onder b, voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk in het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    1. 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    2. 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    3. 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    4. 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m² bedragen, waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    5. 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m² mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
14. n. sublid 7.2.3, onder c, voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m^2, waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
15. o. sublid 7.2.3, onder c, voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m^2, waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
2. b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
3. c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.b en c;
4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
5. e. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens;
7. g. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
8. h. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 7.1 is toegestaan.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

1. a. het bepaalde in lid 7.5, onder g, voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m²;
2. b. het bepaalde in lid 7.5, onder h, voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken';
3. c. het bepaalde in lid 7.5 onder b voor beschermd wonen.

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonenzelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
3. c. zelfstandige woningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen', met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. zakelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - zakelijke dienstverlening';
6. f. bedrijven als bedoeld in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken' en detailhandel, met uitzondering van detailhandel in meubelen en voedings- en genotmiddelen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf;
7. g. additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

8.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

1. a. lid 8.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 8.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 8.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. sublid 8.2.2 onder c, voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
5. e. sublid 8.2.2 onder e, voor een overschrijding van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
6. f. sublid 8.2.3 onder a, onder 1, voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
7. g. sublid 8.2.3, onder a, onder 3, voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
8. h. sublid 8.2.3, onder a, onder 3, voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk achter een oorspronkelijk aangebouwd bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
   1. 1. de maximale diepte achter het oorspronkelijk aangebouwd bijbehorende bouwwerk 4 meter bedraagt;
   2. 2. de maximale breedte gelijk is aan de breedte van het oorspronkelijk aangebouwde bijbehorende bouwwerk;
9. i. sublid 8.2.3, onder a, onder 4, voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
10. j. sublid 8.2.3, onder a, voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
    1. 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
    2. 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
    3. 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
    4. 4. een kap is toegestaan;
11. k. sublid 8.2.3, onder b, onder 1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
12. l. sublid 8.2.3, onder b, onder 2, voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
13. m. sublid 8.2.3, onder b, voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk in het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    1. 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    2. 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    3. 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    4. 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m² bedragen, waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    5. 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m² mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
14. n. sublid 8.2.3, onder c, voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m^2, waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
15. o. sublid 8.2.3, onder c, voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m^2, waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur of beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.b;
2. b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
3. c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 8.4.b en c;
4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
5. e. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning;
6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens;
7. g. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
8. h. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 8.1 is toegestaan.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

1. a. het bepaalde in lid 8.5, onder g, voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m²;
2. b. het bepaalde in lid 8.5, onder h, voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken';
3. c. het bepaalde in lid 8.5 onder b voor beschermd wonen.

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonenzelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuurzelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
6. f. één horecabedrijf in de categorieën horeca - 1, horeca -2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
7. g. parkeervoorzieningen;
8. h. groenvoorzieningen en water;
9. i. ontsluitingswegen, fiets- en voetpaden;
10. j. additionele voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

9.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

1. a. lid 9.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 9.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 9.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in sublid 9.2.2 onder b, voor een overschrijding van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.c;
2. b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
3. c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 9.4. b en c;
4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 9.1 is toegestaan;
6. f. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

9.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

1. a. het bepaalde in lid 9.1, onder f ten behoeve van de uitoefening van een horecabedrijf op de verdiepingen, mits het aantal horecabedrijven niet meer dan één bedraagt;
2. b. het bepaalde in lid lid 9.5, onder e, ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfsactiviteiten wonen-werken (bijlage 2);
3. c. het bepaalde in lid 9.5 onder b voor beschermd wonen.

De regels van het bestemmingsplan Beijum worden als volgt gewijzigd. KLAAR

Deze begripsbepaling vervalt.

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
2. b. maatschappelijke dienstverlening;
3. c. zakelijke dienstverlening;
4. d. wonen; zelfstandige woningen met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m² bedraagt, met uitzondering van meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
5. e. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
6. f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
7. g. een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
8. h. wegen, fiets- en voetpaden;
9. i. parkeervoorzieningen;
10. j. groenvoorzieningen;
11. k. nutsvoorzieningen;
12. l. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Afwijken van de bouwregels

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

1. a. het bepaalde in lid 4.1.d.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
2. b. het bepaalde in lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. het bepaalde in lid 4.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 4.2.2 onder b voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a zijn toegestaan;
2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' detailhandel in motorbrandstoffen zonder lpg is toegestaan;
3. c. het gebruik van de gronden voor recreatief nachtverblijf;
4. d. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.f;
5. e. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
6. f. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1 b of lid 4.4.1 c.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, bij een omgevingsvergunning afwijken van:

1. a. het bepaalde in lid 4.5 onder a juncto lid 4.1 onder a voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie ;
2. b. het bepaalde in lid 4.5 onder e voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. detailhandel, met uitzondering van detailhandel in de vorm van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
2. b. maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
3. c. zakelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
4. d. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
5. e. in afwijking van het bepaalde onder d is horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 toegestaan in het gehele winkelcentrum Beijum West, met dien verstande dat deze functie ook daar uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
6. f. wonen, zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. woningen, met uitzondering van de entree, niet zijn toegestaan op de begane grond, behoudens bestaand gebruik voor wonen op de begane grond;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m² bedraagt, met uitzondering van meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   3. 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
7. g. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
8. h. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
9. i. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
10. j. maximaal 2 standplaatsen voor straathandel, met dien verstande dat deze uitsluitend ter plaatse van het winkelcentrum Beijum West zijn toegestaan;
11. k. wegen, fiets- en voetpaden;
12. l. parkeervoorzieningen;
13. m. groenvoorzieningen;
14. n. recreatieve voorzieningen;
15. o. nutsvoorzieningen;
16. p. additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

1. a. het bepaalde in lid 5.2.2 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met 4 meter;
2. b. het bepaalde in lid 5.1.e.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
3. c. het bepaalde in lid 5.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
4. d. het bepaalde in lid 5.2.1.b voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf;
2. b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.g;
3. c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
4. d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 5.4.1.c of lid 5.4.1.d.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5.c voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 5.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen;zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van
      meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de
      gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande
      gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande
      gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. kantoren, uitsluitend in combinatie met de functie wonenzelfstandige woningen;
6. f. maatschappelijke en zakelijke dienstverlening;
7. g. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, uitsluitend op de percelen aan de Heratemaheerd én uitsluitend in combinatie met de functie wonenzelfstandige woningen;
8. h. bedrijven als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken, uitsluitend op de percelen aan de Heratemaheerd én uitsluitend in combinatie met de functie wonenzelfstandige woningen;
9. i. wegen, fiets- en voetpaden;
10. j. parkeervoorzieningen;
11. k. groenvoorzieningen;
12. l. nutsvoorzieningen;
13. m. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 6.2.2 onder c ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
2. b. lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
3. c. lid 6.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
4. d. lid 6.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlaktevan de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 6.1 onder g zijn toegestaan;
2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
3. c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
4. d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
5. e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.c of lid 6.4.1.d.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken,

1. a. mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, van het bepaalde in lid 6.1 onder g juncto lid 6.5 onder a voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
2. b. van lid 6.5.c voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. maatschappelijke dienstverlening;
2. b. bijzondere vormen van huisvesting; detailhandel en ondergeschikte horeca (theetuin) en wonen, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
3. c. wonen,zelfstandige woningen, ter plaatse van de aanduidingen 'gemengd' en 'wonen', met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van
      meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de
      gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande
      gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
4. d. zelfstandige woningen, ter plaatse van de aanduidingen 'gemengd' en 'wonen', met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
5. e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
6. f. horeca-3, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
7. g. een sirenemast, ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie';
8. h. wegen en paden;
9. i. parkeervoorzieningen;
10. j. groenvoorzieningen;
11. k. nutsvoorzieningen;
12. l. water;
13. m. additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 8.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

8.4 Afwijken van de bouwregels

8.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 8.1.c.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 8.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 8.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
4. d. lid 8.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
5. e. lid 8.2.2 onder c voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.e;
2. b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
3. c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 8.4.1.b of lid 8.4.1.c.

8.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.5.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 8.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van
      meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de
      gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande
      gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
5. e. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
6. f. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
7. g. additionele voorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden.
2. b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - garageboxen' mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20m² per garagebox.
3. c. Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bergingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.
4. d. Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mogen tot een hoogte van 3.5 meter geen gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd.
5. e. Nutsgebouwen mogen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 25m² en een maximale hoogte van 4 meter.
6. f. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.
7. g. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' woningen of kamerverhuur te realiseren.

11.4 Afwijken van de bouwregels

11.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 11.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 11.2.1.f voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 11.2.1.f voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. lid 11.2.2. onder d voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
5. e. lid 11.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
6. f. lid 11.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
7. g. lid 11.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
8. h. lid 11.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
   1. 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
   2. 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
   3. 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
   4. 4. een kap is toegestaan;
9. i. lid 11.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
10. j. lid 11.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
11. k. lid 11.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    1. 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    2. 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
    3. 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    4. 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70m² bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    5. 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100m² mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
12. l. lid 11.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied tot maximaal 70m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
13. m. lid 11.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100m² waarbij het achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;

11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken voor zelfstandige bewoning als afzonderlijke woning;
3. c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 11.1 is toegestaan;
5. e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 11.1.c;
6. f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
7. g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 11.4.1.b of lid 11.4.1.c.

11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 11.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 11.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
2. b. lid 11.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 11.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.
3. c. lid 11.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 11.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

De regels van het bestemmingsplan Bessemoerpark worden als volgt gewijzigd. KLAAR

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen;
5. e. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
6. f. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden;
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 6.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 6.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 6.4.1, is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

1. a. de woonsituatie;
2. b. het straat- en bebouwingsbeeld;
3. c. de verkeersveiligheid;
4. d. de sociale veiligheid;
5. e. de milieusituatie;
6. f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten;
2. b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
3. c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
4. d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c;
5. e. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 6.5.a voor het gebruik van hoofdgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten wonen-werken;
2. b. lid 6.5.c voor beschermd wonen.

Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

De regels van het bestemmingsplan Binnenstad worden als volgt gewijzigd.

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum- 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. detailhandel;
2. b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat:
   1. 1. deze functie, met uitzondering van de entree, uitsluitend op de verdiepingen en in de onderbouw is toegestaan;
   2. 2. deze ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' tevens op de begane grond is toegestaan;
3. c. zelfstandige woningen, met inbegrip van logies met ontbijt, met dien verstande dat:
   1. 1. de functie woningen, met uitzondering van de entree, niet is toegestaan op de begane grond, behoudens bestaand gebruik voor wonen op de begane grond;
   2. 2. logies met ontbijt uitsluitend is toegestaan in de woning en ten behoeve hiervan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt en het wonen de hoofdfunctie blijft;
   3. 3. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   4. 4. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
4. d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
5. e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
6. f. daghoreca;
7. g. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', met dien verstande dat:
   1. 1. deze functie uitsluitend op de begane grond, dan wel in het souterrain en de daarboven gelegen bouwlaag, is toegestaan;
   2. 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
8. h. horeca - 1, horeca - 2, horeca - 3 en horeca - 4, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4', met dien verstande dat:
   1. 1. deze functie uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
   2. 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
9. i. horeca - 5 uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5',
10. j. een automatiek, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - automatiek', met dien verstande dat:
    1. 1. deze functie uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
    2. 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft;
11. k. een studentensociëteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - studentensociëteit;
12. l. een amusementshal ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - amusementshal';
13. m. cultuur en ontspanning, ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
14. n. culturele voorzieningen in de vorm van musea, expositieruimten en galerieën;
15. o. seksinrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting', voor zover het de bestaande seksinrichting betreft;
16. p. parkeergarages, al dan niet ondergronds, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
17. q. (fiets)parkeervoorzieningen;
18. r. een daktuin, ter plaatse van de aanduiding 'tuin';
19. s. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 4.2.2 onder c, voor het overschrijden van de minimale bouwhoogte van de eerste bouwlaag;
2. b. lid 4.2.2 onder d en e, voor een platte afdekking of een bovenbeëindiging van een gebouw, anders dan een kap, mits:
   1. 1. de denkbeeldige lijnen van de dakhelling, die volgens deze regels maximaal is toegestaan, niet worden overschreden, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen en dakkapellen van beperkte omvang;
   2. 2. de toegestane maximale bouwhoogte in acht wordt genomen;
   3. 3. een in stedenbouwkundig opzicht samenhangend straat- en bebouwingsbeeld ontstaat;
   4. 4. geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de directe omgeving;
   5. 5. een goede verhouding met de overwegend voorkomende kapvorm van de directe omgeving is gewaarborgd;
3. c. lid 4.2.2 onder e, onder 3, voor het toestaan van dakterrassen, met inachtneming van de volgende regels:
   1. 1. de afstand tussen de omheining van het dakterras en de naar het openbaar gebied gerichte gevel dient minimaal 2 meter te bedragen;
   2. 2. de hoogte van de omheining van het dakterras maximaal 1,20 meter bedraagt;
   3. 3. het dakterras mag geen afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden van het gebouw dan wel van het straat- en bebouwingsbeeld;
4. d. lid 4.2.2 onder f, voor het samenvoegen van naast elkaar gelegen gebouwen, onder voorwaarde dat:
   1. 1. deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding uitgesloten - samenvoegen';
   2. 2. er onderzoek is verricht naar de bouw- en cultuurhistorische waarde van de gebouwen;
   3. 3. handhaving van waardevolle delen is gewaarborgd;
   4. 4. de parcellering na samenvoeging zichtbaar blijft;
   5. 5. maximaal 4 naast elkaar gelegen panden worden samengevoegd, waarbij de gezamenlijke straatwandlengte van de samengevoegde panden maximaal 30 meter bedraagt;
   6. 6. deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast voor het samenvoegen van een bestaand horecapand met een aanliggend pand met het oogmerk daarin één horecabedrijf te vestigen;
5. e. lid 4.2.2 onder h, voor het verwijderen van een al dan niet zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen als een gelijkwaardige zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen gewaarborgd is.
6. f. het bepaalde in lid 4.1.c.3 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
7. g. het bepaalde in lid 4.2.1.b:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de begane grond van gebouwen voor wonen anders dan toegestaan volgens lid 4.1 onder c sub 1;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
5. e. het gebruik van de begane grond van gebouwen voor zakelijke en maatschappelijke op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
6. f. het gebruik van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3';
7. g. het gebruik van gebouwen voor horeca - 4 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4';
8. h. het gebruik van de verdiepingen van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2, horeca - 3 en horeca-4, met dien verstande dat dit verbod niet geldt voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functies beperkt blijven tot de bestaande oppervlakte;
9. i. het gebruik van gebouwen voor horeca - 5, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
10. j. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een amusementshal, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - amusementshal';
11. k. het gebruik van gebouwen voor een seksinrichting anders dan de bestaande seksinrichting;
12. l. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.d;
13. m. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door ééneen huishouden;
14. n. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 4.4.1.f.

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. detailhandel, met dien verstande dat detailhandel op de verdieping(en) uitsluitend is toegestaan als deze functie eveneens op de begane grond is gevestigd;
2. b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening;
3. c. zelfstandige woningen, met inbegrip van logies met ontbijt, met dien verstande dat:
   1. 1. de functie woningen, met uitzondering van de entree, niet is toegestaan op de begane grond, behoudens bestaand gebruik voor wonen op de begane grond;
   2. 2. logies met ontbijt uitsluitend is toegestaan in de woning en ten behoeve hiervan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt en het wonen de hoofdfunctie blijft;
   3. 3. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m² bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2 en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   4. 4. het aantal woningen met een gebruiksoppervlakte niet groter dan 50 m², ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', maximaal het op de verbeelding aangegeven aantal wooneenheden bedraagt;
   5. 5. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
4. d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
5. e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
6. f. daghoreca;
7. g. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', met dien verstande dat:
   1. 1. deze functie uitsluitend op de begane grond, dan wel in het souterrain en de daarboven gelegen bouwlaag, is toegestaan;
   2. 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
   3. 3. deze functie ter plaatse van de aanduiding 'horeca uitgesloten' niet is toegestaan;
8. h. horeca - 1, horeca - 2, horeca - 3 en horeca - 4, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4', met dien verstande dat:
   1. 1. deze functie uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
   2. 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
9. i. horeca - 5, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5',
10. j. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende
    Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
11. k. bedrijven als bedoeld in de categorieën 3.1 en 3.2 van de bij dit plan behorende
    Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidzoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', met dien verstande dat als categorie 3.2-bedrijf uitsluitend een bedrijf in hout en metaalbewerking (stadswerkplaats) is toegestaan;
12. l. een automatiek, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - automatiek', met dien verstande dat:
    1. 1. deze functie uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
    2. 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft;
13. m. een studentensociëteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - studentensociëteit';
14. n. casino's, ter plaatse van de aanduiding 'casino';
15. o. een amusementshal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - amusementshal';
16. p. cultuur en ontspanning, ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
17. q. seksinrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting', voor zover het de bestaande seksinrichtingen betreft;
18. r. parkeergarages, al dan niet ondergronds, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
19. s. (fiets)parkeervoorzieningen;
20. t. nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
21. u. culturele voorzieningen in de vorm van musea, expositieruimten en galerieën;
22. v. sport;
23. w. additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 5.2.2 onder b, voor het overschrijden van de maximaal toegestane goothoogte en bouwhoogte tot maximaal 18 respectievelijk 22 meter, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - afwijkingsgebied';
2. b. lid 5.2.2 onder c, voor het overschrijden van de minimale bouwhoogte van de eerste bouwlaag;
3. c. lid 5.2.2 onder d en e, voor een platte afdekking of een bovenbeëindiging van een gebouw, anders dan een kap, mits:
   1. 1. de denkbeeldige lijnen van de dakhelling, die volgens deze regels maximaal is toegestaan, niet worden overschreden, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen en dakkapellen van beperkte omvang;
   2. 2. de toegestane maximale bouwhoogte in acht wordt genomen;
   3. 3. een in stedenbouwkundig opzicht samenhangend straat- en bebouwingsbeeld ontstaat;
   4. 4. geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de directe omgeving;
   5. 5. een goede verhouding met de overwegend voorkomende kapvorm van de directe omgeving is gewaarborgd;
4. d. lid 5.2.2 onder e, onder 3, voor het toestaan van dakterrassen, met inachtneming van de volgende regels:
   1. 1. de afstand tussen de omheining van het dakterras en de naar het openbaar gebied gerichte gevel dient minimaal 2 meter te bedragen;
   2. 2. de hoogte van de omheining van het dakterras dient maximaal 1,20 meter te bedragen;
   3. 3. het dakterras mag geen afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden van het gebouw dan wel van het straat- en bebouwingsbeeld;
5. e. lid 5.2.2 onder f, voor het samenvoegen van naast elkaar gelegen gebouwen, onder voorwaarde dat:
   1. 1. er onderzoek is verricht naar de bouw- en cultuurhistorische waarde van de gebouwen;
   2. 2. handhaving van waardevolle delen is gewaarborgd;
   3. 3. de parcellering na samenvoeging zichtbaar blijft;
   4. 4. maximaal 4 naast elkaar gelegen panden worden samengevoegd, waarbij de gezamenlijke straatwandlengte van de samengevoegde panden maximaal 30 meter bedraagt;
   5. 5. deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast voor het samenvoegen van een bestaand horecapand met een aanliggend pand met het oogmerk daarin één horecabedrijf te vestigen.
6. f. lid 5.2.2 onder g, voor het verwijderen van een al dan niet zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen als een gelijkwaardige zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen gewaarborgd is;
7. g. het bepaalde in lid 5.1.c.3 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
8. h. het bepaalde in lid 5.2.1.b:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de begane grond van gebouwen voor wonen anders dan toegestaan volgens lid 5.1 onder c sub 1;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
5. e. het gebruik van de verdiepingen van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2, horeca - en horeca-4 , met dien verstande dat dit verbod niet geldt voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functies beperkt blijven tot de bestaande oppervlakte;
6. f. het gebruik van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3';
7. g. het gebruik van gebouwen ten behoeve van horeca - 4, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horeca - 4';
8. h. het gebruik van gebouwen voor horeca - 5, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
9. i. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 5.1 onder j en k zijn toegestaan;
10. j. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van studentensociëteiten op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - studentensociëteit';
11. k. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een amusementshal, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - amusementshal';
12. l. het gebruik van gebouwen voor een seksinrichting anders dan de bestaande seksinrichtingen;
13. m. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.e;
14. n. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door ééneen huishouden;
15. o. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 5.4.1.h.

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. maatschappelijke en zakelijke dienstverlening met dien verstande dat deze functies op de verdieping(en) uitsluitend zijn toegestaan als deze functies eveneens op de begane grond zijn gevestigd;
2. b. zelfstandige woningen, met inbegrip van logies met ontbijt, met dien verstande dat:
   1. 1. logies met ontbijt uitsluitend is toegestaan in de woning en ten behoeve hiervan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt en het wonen de hoofdfunctie blijft;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   3. 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
3. c. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; uitsluitend in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
4. d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
5. e. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
6. f. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', met dien verstande dat:
   1. 1. deze functie uitsluitend op de begane grond, dan wel in het souterrain en de daarboven gelegen bouwlaag, is toegestaan;
   2. 2. deze functie tevens op de verdieping is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
7. g. horeca - 1, horeca - 2, horeca - 3 en horeca - 4, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4', met dien verstande dat:
   1. 1. deze functie uitsluitend op de begane grond is toegestaan;
   2. 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
8. h. horeca - 5, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5',
9. i. een café-restaurant uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - 1';
10. j. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende
    Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
11. k. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1, 2 en 3.1 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', met dien verstande dat als categorie 3.1-bedrijf uitsluitend een maquettebouwbedrijf is toegestaan;
12. l. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1, 2 en 3.2 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', met dien verstande dat als categorie 3.2-bedrijf uitsluitend een koffiebranderij is toegestaan;
13. m. culturele voorzieningen in de vorm van musea, expositieruimten, ateliers en galerieën;
14. n. seksinrichtingen, ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting', voor zover het de bestaande seksinrichtingen betreft;
15. o. een studentensociëteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - studentensociëteit';
16. p. sport;
17. q. recreatie;
18. r. parkeergarages, al dan niet ondergronds, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
19. s. (fiets)parkeervoorzieningen;
20. t. nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'.
21. u. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

6.4 Afwijken van de bouwregels

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 6.2.2 onder c, voor het overschrijden van de minimale bouwhoogte van de eerste bouwlaag;
2. b. lid 6.2.2 onder d en e, voor een platte afdekking of een bovenbeëindiging van een gebouw, anders dan eenkap, mits:
   1. 1. de denkbeeldige lijnen van de dakhelling, die volgens deze regels maximaal is toegestaan, niet worden overschreden, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen en dakkapellen van beperkte omvang;
   2. 2. de toegestane maximale bouwhoogte in acht wordt genomen;
   3. 3. een in stedenbouwkundig opzicht samenhangend straat- en bebouwingsbeeld ontstaat;
   4. 4. geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de directe omgeving;
   5. 5. een goede verhouding met de overwegend voorkomende kapvorm van de directe omgeving is gewaarborgd;
3. c. lid 6.2.2 onder e, onder 3, voor het toestaan van dakterrassen, met inachtneming van de volgende regels:
   1. 1. de afstand tussen de omheining van het dakterras en de naar het openbaar gebied gerichte gevel dient minimaal 2 meter te bedragen;
   2. 2. de hoogte van de omheining van het dakterras dient maximaal 1,20 meter te bedragen;
   3. 3. het dakterras mag geen afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden van het gebouw dan wel van het straat- en bebouwingsbeeld;
4. d. lid 6.2.2 onder f, voor het samenvoegen van naast elkaar gelegen gebouwen, onder voorwaarde dat:
   1. 1. er onderzoek is verricht naar de bouw- en cultuurhistorische waarde van de gebouwen;
   2. 2. handhaving van waardevolle delen is gewaarborgd;
   3. 3. de parcellering na samenvoeging zichtbaar blijft;
   4. 4. maximaal 4 naast elkaar gelegen panden worden samengevoegd, waarbij de gezamenlijke straatwandlengte van de samengevoegde panden maximaal 30 meter bedraagt;
   5. 5. deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast voor het samenvoegen van een bestaand horecapand met een aanliggend pand met het oogmerk daarin één horecabedrijf te vestigen.
5. e. lid 6.2.2 onder g, voor het verwijderen van een al dan niet zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen als een gelijkwaardige zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen gewaarborgd is;
6. f. het bepaalde in lid 6.1.b.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
7. g. het bepaalde in lid 6.2.1.b:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 6.1 onder i en j zijn toegestaan;
4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
5. e. het gebruik van gebouwen voor horeca - 4 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 4';
6. f. het gebruik van de verdiepingen van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2, horeca - 3 en horeca-4, met dien verstande dat dit verbod niet geldt voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functies beperkt blijven tot de bestaande oppervlakte;
7. g. het gebruik van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3';
8. h. het gebruik van gebouwen voor horeca - 5, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5'
9. i. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
10. j. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van amusement, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - amusementshal';
11. k. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van studentensociëteiten, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - studentensociëteit';
12. l. het gebruik van gebouwen voor een seksinrichting anders dan de bestaande seksinrichtingen;
13. m. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.d;
14. n. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
15. o. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 6.4.1.g.

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. maatschappelijke en zakelijke dienstverlening met dien verstande dat deze functies op de verdieping(en) uitsluitend zijn toegestaan als deze functies eveneens op de begane grond zijn gevestigd;
2. b. zelfstandige woningen, met inbegrip van logies met ontbijt, met dien verstande dat:
   1. 1. logies met ontbijt uitsluitend is toegestaan in de woning en ten behoeve hiervan maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt en het wonen de hoofdfunctie blijft;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m² bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2 en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   3. 3. de uitzondering uit lid 2 niet van toepassing is op Visserstraat 60b;
   4. 4. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
3. c. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
4. d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
5. e. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
6. f. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3', met dien verstande dat:
   1. 1. deze functie uitsluitend op de begane grond, dan wel in het souterrain en de daarboven gelegen bouwlaag, is toegestaan;
   2. 2. deze functie tevens op de verdiepingen is toegestaan voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functie beperkt blijft tot de bestaande oppervlakte;
7. g. horeca - 5, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
8. h. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende
   Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
9. i. bedrijven als bedoeld in categorieën 1, 2 en 3.1 van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', met dien verstande dat als categorie 3.1-bedrijf uitsluitend een garagebedrijf is toegestaan;
10. j. culturele voorzieningen in de vorm van musea, expositieruimten, ateliers en galerieën;
11. k. seksinrichtingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting', voor zover het de bestaande seksinrichtingen betreft;
12. l. parkeergarages, al dan niet ondergronds, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
13. m. (fiets)parkeervoorzieningen;
14. n. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 7.2.2 onder c, voor het overschrijden van de minimale bouwhoogte van de eerste bouwlaag;
2. b. lid 7.2.2 onder d en e, voor een platte afdekking of een bovenbeëindiging van een gebouw, anders dan een kap, mits:
   1. 1. de denkbeeldige lijnen van de dakhelling, die volgens deze regels maximaal is toegestaan, niet worden overschreden, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen en dakkapellen van beperkte omvang;
   2. 2. de toegestane maximale bouwhoogte in acht wordt genomen;
   3. 3. een in stedenbouwkundig opzicht samenhangend straat- en bebouwingsbeeld ontstaat;
   4. 4. geen afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van de directe omgeving;
   5. 5. een goede verhouding met de overwegend voorkomende kapvorm van de directe omgeving is gewaarborgd;
3. c. lid 7.2.2 onder e, onder 3, voor het toestaan van dakterrassen, met inachtneming van de volgende regels:
   1. 1. de afstand tussen de omheining van het dakterras en de naar het openbaar gebied gerichte gevel dient minimaal 2 meter te bedragen;
   2. 2. de hoogte van de omheining van het dakterras dient maximaal 1,20 meter te bedragen;
   3. 3. het dakterras mag geen afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden van het gebouw dan wel van het straat- en bebouwingsbeeld;
4. d. lid 7.2.2 onder f, voor het samenvoegen van naast elkaar gelegen gebouwen, onder voorwaarde dat:
   1. 1. er onderzoek is verricht naar de bouw- en cultuurhistorische waarde van de gebouwen;
   2. 2. handhaving van waardevolle delen is gewaarborgd;
   3. 3. de parcellering na samenvoeging zichtbaar blijft;
   4. 4. maximaal 4 naast elkaar gelegen panden worden samengevoegd, waarbij de gezamenlijke straatwandlengte van de samengevoegde panden maximaal 30 meter bedraagt;
   5. 5. deze afwijkingsbevoegdheid niet mag worden toegepast voor het samenvoegen van een bestaand horecapand met een aanliggend pand met het oogmerk daarin één horecabedrijf te vestigen;
5. e. lid 7.2.2 onder g, voor het verwijderen van een al dan niet zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen als een gelijkwaardige zelfstandige ontsluiting naar de verdiepingen gewaarborgd is;
6. f. het bepaalde in lid 7.1.b.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
7. g. het bepaalde in lid 7.2.1.b:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
4. d. het gebruik van gebouwen voor horeca - 4;
5. e. het gebruik van de verdiepingen van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2 en horeca, met dien verstande dat dit verbod niet geldt voor zover het bestaand gebruik betreft, mits deze functies beperkt blijven tot de bestaande oppervlakte;
6. f. het gebruik van gebouwen voor horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 3';
7. g. het gebruik van gebouwen voor horeca - 5 op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
8. h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'.
9. i. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 7.1 onder h en i zijn toegestaan;
10. j. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van amusement, op andere percelen dan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - amusementshal';
11. k. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van studentensociëteiten;
12. l. het gebruik van gebouwen voor een seksinrichting anders dan de bestaande seksinrichtingen;
13. m. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.d;
14. n. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door ééneen huishouden;
15. o. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.g.

Dit artikel vervalt.

De regels van het bestemmingsplan Binnenstad-Oost 2012 worden als volgt gewijzigd.

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m² bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. dat deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
2. b. in afwijking van het bepaalde onder a. is de functie woningen tevens toegestaan op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
3. c. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
4. d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitendbij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
5. e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
6. f. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
7. g. detailhandel met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
8. h. dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond; tevens is deze functie toegestaan in hogere bouwlagen als het dezelfde functie als op de begane grond betreft;
9. i. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten', met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
10. j. horeca - 1 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
11. k. horeca - 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
12. l. horeca - 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
13. m. horeca -2 en/of horeca-3 zowel op de begane grond als op de eerste verdieping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-a';
14. n. studentensociëteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-studentensociëteit';
15. o. een garagebox, dan wel opslag, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum-garageboxen' op de begane grond;
16. p. verkeer;
17. q. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen;
3. c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 4.2.2 onder a voor overschrijding van het bouw- en/of maatvoeringsvlak met maximaal 2 meter;
2. b. het bepaalde in lid 4.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
3. c. het bepaalde in lid 4.2.1.b:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 4.1 is toegestaan;
4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
5. e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1 onder e;
6. f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door ééneen huishouden;
7. g. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 4.4.1 onder c.

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning meer dan 50 m² bedraagt, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' en meergeneratiewoningen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. detailhandel tot een maximum van 200 m² verkoopvloeroppervlakte, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
6. f. dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond; tevens is deze functie toegestaan in hogere bouwlagen als het dezelfde functie als op de begane grond betreft;
7. g. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten', met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
8. h. horeca -1 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
9. i. horeca - 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
10. j. horeca - 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
11. k. horeca -2 en/of horeca-3 zowel op de begane grond als op de eerste verdieping ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca-a';
12. l. een garagebox, dan wel opslag, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum-garageboxen' op de begane grond;
13. m. verkeer;
14. n. additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen;
3. c. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' zelfstandige woningen of kamerverhuur te realiseren.

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 5.2.2 onder a voor overschrijding van het bouw- en/of maatvoeringsvlak met maximaal 2 meter;
2. b. het bepaalde in lid 5.1.a en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
3. c. lid 5.2.2 onder d. voor het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
4. d. het bepaalde in lid 5.2.1.b:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 5.1 is toegestaan;
4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt;
5. e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1 onder c;
6. f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door ééneen huishouden.
7. g. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 5.4.1 onder d.

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
6. f. detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot een maximum oppervlak van 200 m² verkoopvloeroppervlakte;
7. g. een atelier ter plaatse van de aanduiding 'atelier' echter uitsluitend op de begane grond;
8. h. studentensociëteiten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-studentensociëteit';
9. i. een garagebox, dan wel opslag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen-garageboxen', echter uitsluitend op de begane grond;
10. j. verkeer en parkeervoorzieningen;
11. k. additionele voorzieningen.

11.2 Bouwregels

11.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden.
2. b. Ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1' is in afwijking van het bepaalde in de leden 11.2.2 ondere a, 11.2.3 en 11.2.4 tevens een ondergrondse parkeergarage toegestaan;
3. c. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

11.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. het bepaalde in lid 11.1.a en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
2. b. lid 11.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
3. c. lid 11.2.3 onder a.3 voor het vergroten van de toegestane diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van de hoofdmassa van de bebouwing tot maximaal 5 meter;
4. d. lid 11.2.3 onder a.4 voor het bouwen van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
5. e. lid 11.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
   1. 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
   2. 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidings- constructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
   3. 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
   4. 4. in afwijking van het bepaalde onder 2 een kap is toegestaan;
6. f. lid 11.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
7. g. lid 11.2.3 onder b.2 voor het bouwen van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens;
8. h. lid 11.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
   1. 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
   2. 2. de goothoogte maximaal 3 meter bedraagt;
   3. 3. de bouwhoogte maximaal 4,50 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
   4. 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 70 m² bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
   5. 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m² mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
9. i. lid 11.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied tot maximaal 70 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd;
10. j. lid 11.2.3 onder c voor vergroting van de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied van vrijstaande woningen tot maximaal 100 m² waarbij achtererfgebied voor maximaal 60% mag worden bebouwd
11. k. het bepaalde in lid 11.2.1.c:
    1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
    2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
       • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
       • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

11.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis beroep;
4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 11.1 is toegestaan;
5. e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 11.1.c;
6. f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door ééneen huishouden.

De regels van het bestemmingsplan Bodenterrein - UMCG worden als volgt gewijzigd.

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. detailhandel, met dien verstande dat:
   . deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
   . detailhandel in volumineuze goederen, grootschalige detailhandel in meubels en woninginrichting, bouwmarkten, tuincentra en detailhandel in motorbrandstoffen niet zijn toegestaan;
   . detailhandel in de vorm van een supermarkt niet is toegestaan;
2. b. horeca, echter uitsluitend in de vorm van horeca-5 met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
3. c. kantoren, maatschappelijke dienstverlening, zakelijke dienstverlening, en (overige) dienstverlening, echter uitsluitend op de begane grond, met dien verstande dat ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding-1 deze functies tevens op de verdieping zijn toegestaan;
4. d. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die, in afwijking van het bepaalde in artikel 1, ook zijn toegestaan zonder de combinatie met de woonfunctie - echter uitsluitend mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
   - deze activiteiten komen voor op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken (bijlage 2), en
   - maximaal milieucategorie 2 als bedoeld in bijlage 1, en
   - op de begane grond, en
   - tot een maximum van 150 m² bruto vloeroppervlakte per vestiging;
5. e. recreatie, echter uitsluitend op de begane grond;
6. f. speur- en ontwikkelingswerk, echter uitsluitend tot maximaal milieucategorie 2 als bedoeld in bijlage 1;
7. g. sport, echter uitsluitend op de begane grond;
8. h. zelfstandige woningen, ter plaatse van de aanduiding wonen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
9. i. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
10. j. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
11. k. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in de woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
12. l. autoverhuur, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van bedrijf-autoverhuur;
13. m. garagebedrijf, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding garage;
14. n. speelvoorzieningen;
15. o. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
16. p. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

1. 1. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
2. 2. Binnen de hele bestemming zijn gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan, met dien verstande dat:
   - bovengrondse gebouwde parkeervoorzieningen - vrijstaand of geïntegreerd in bebouwing erboven- zijn toegestaan onafhankelijk van het bebouwingspercentage, echter uitsluitend:
   binnen de bouwgrenzen en op een afstand van minimaal 3.5 meter tot de bouwgrenzen en tot een maximale hoogte van 3.50 meter gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, c.q. afdekking;
   - halfverdiepte gebouwde parkeervoorzieningen zijn toegestaan onafhankelijk van het bebouwingspercentage, echter uitsluitend: binnen de bouwgrenzen; tot een maximale hoogte van ten hoogste 1.20 meter gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, cq. afdekking;
   - ondergrondse parkeervoorzieningen zijn toegestaan onafhankelijk van het bebouwingspercentage en de bouwgrenzen, echter uitsluitend: mits de hoogte gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, cq. afdekking, zich maximaal ter hoogte van de aangrenzende weg bevindt.
3. 3. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. het bepaalde in lid 4.2.2 onder b indien middels een akoestisch onderzoek wordt aangetoond dat er voldaan wordt aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer of een gesteld maatwerkvoorschrift in het kader van dit besluit;
2. b. het bepaalde in lid 4.1.h en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
3. c. het bepaalde in lid 4.2.1.3:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 4.2.2 onder d ten behoeve van het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

1. 1. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.j;
2. 2. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door ééneen huishouden;
3. 3. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 4.4.1.c.

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen, zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in de woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten die, in afwijking van het bepaalde in artikel 1, ook zijn toegestaan zonder de combinatie met de woonfunctie - echter uitsluitend mits voldaan wordt aan de volgende kenmerken:
   - deze activiteiten komen voor op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken (bijlage 2), en
   - maximaal milieucategorie 2 als bedoeld in bijlage 1, en
   - op de begane grond, en
   - tot een maximum van 150 m² bruto vloeroppervlakte per vestiging;
6. f. wegen, fiets- en voetpaden;
7. g. groenvoorzieningen;
8. h. parkeervoorzieningen;
9. i. additionele voorzieningen.

9.2 Bouwregels

9.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

9.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. het bepaalde in lid 9.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met maximaal 3 meter;
2. b. het bepaalde in lid 9.2.2 onder c ten behoeve van het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
3. c. het bepaalde in lid 9.1.a en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
4. d. het bepaalde in lid 9.2.1.b:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
        

9.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
4. d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 9.1 is toegestaan;
6. f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 9.1.c;
7. g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
8. h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 9.4.1.d.

De regels van het bestemmingsplan Buitengebied worden als volgt gewijzigd.

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen, met uitzondering van kamerverhuur;woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. garage/bergingen ter plaatse van de aanduiding 'garage';
6. f. de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', zoals beschreven in de bij dit plan behorende cultuurwaardenkaarten in de bijlage bij de toelichting;
7. g. additionele voorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden. Hiervoor geldt dat het aantal woningen maximaal één, vrijstaande woning per bestemmingsvlak bedraagt, dan wel het op de kaart aangegeven maximum aantal woningen;
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

16.4 Afwijken van de bouwregels

16.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken verlenen van:

1. a. lid 16.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 16.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 11.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 16.2.2 onder b en c voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte van de hoofdgebouwen tot maximaal respectievelijk 7 en 11 meter;
5. e. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.1, a.2 en a.3 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte echter uitsluitend ten behoeve van een kap en met dien verstande dat de goothoogte maximaal 4 meter mag bedragen;
6. f. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.4 voor het vergroten van de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 7 meter;
7. g. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.5 voor het bouwen tot op de erfgrens;
8. h. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a voor het oprichten van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, met dien verstande dat:
   1. 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
   2. 2. de maximale bouwhoogte niet hoger is dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
   3. 3. de maximale breedte, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van de hoofdmassa van de bebouwing, 4 meter bedraagt;
   4. 4. een kap is toegestaan;
9. i. het bepaalde in lid 16.2.3 onder b.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
10. j. het bepaalde in lid 16.2.3 onder b voor het oprichten van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk op het voorerfgebied, met dien verstande dat:
    1. 1. het vrijstaand bijbehorend bouwwerk achter (het verlengde van) de voorgevel moet zijn gesitueerd;
    2. 2. de goothoogte maximaal 3,50 meter bedraagt;
    3. 3. de bouwhoogte maximaal 5 meter bedraagt, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
    4. 4. door het hier bedoelde bouwen mag de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m² bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
    5. 5. voor vrijstaande woningen geldt dat door het hier bedoelde bouwen de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken inclusief bouwwerken, geen gebouw zijnde, op het gehele perceel maximaal 100 m² mag bedragen waarbij het deel van het voorerfgebied dat is gelegen achter het verlengde van de voorgevel voor maximaal 60% mag zijn bebouwd;
11. k. het bepaalde in lid 16.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 100 m²;
12. l. het bepaalde in lid 16.2.4 onder c tot maximaal 12 meter, met dien verstande dat reclame-uitingen niet hoger dat 6 meter mogen zijn;

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de gebouwen voor kamerverhuur;
2. b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning en verblijfsrecreatie;
3. c. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
5. e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden;
6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
7. g. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden;
8. h. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.c;
9. i. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
10. j. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 16.4.1.b of lid 16.4.1.c.

16.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

1. a. het bepaalde in lid 16.5 onder e voor het gebruik van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 100m². Het gestelde in lid 16.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
2. b. het bepaalde in lid 16.5 onder f voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 100 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten in bijlage 2. Het gestelde in lid 16.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
3. c. het bepaalde in lid 16.5 onder b, voor het realiseren van maximaal twee eenheden ten behoeve van verblijfsrecreatie in bestaande bijbehorende bouwwerken, voor zover gelegen aan het Pieterpad (de Paddepoelsterweg);
4. d. het bepaalde in lid 16.5 onder i voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing

De regels van het bestemmingsplan Coendersborg worden als volgt gewijzigd.

15.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor wonen 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen;zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie niet meer dan twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' en met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
6. f. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
7. g. additionele voorzieningen, waaronder nutsvoorzieningen.

15.2 Bouwregels

15.2.1 Algemene bouwregels

1. a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde doeleinden;
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen uitsluitend garageboxen en bergingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m² per garagebox;
3. c. nutsgebouwen mogen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 30 m² en een maximale hoogte van 4 meter;
4. d. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen;
5. e. Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' woningen of kamerverhuur te realiseren.

15.4 Ontheffing van de bouwregels

15.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. lid 15.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 15.2.1.d voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 15.2.1.d voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 15.2.2 onder b voor overschrijding van het maximale bebouwingspercentage met ten hoogste het getal 10;
5. e. het bepaalde in lid 15.2.2 onder d voor vergroting van de maximale goot- en/of bouwhoogte met ten hoogste 4 meter;
6. f. het bepaalde in lid 15.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen (uitbreiding hoofdgebouw) op het achtererf met dien verstande dat:
   1. 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
   2. 2. de maximale diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw 5 meter bedraagt;
   3. 3. het achtererf voor maximaal 50% wordt bebouwd;
7. g. het bepaalde in lid 15.2.2 onder a en/of b of het bepaalde in lid 15.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan-, uitbouwen (uitbreiding hoofdgebouw) en/of bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
   1. 1. de maximale goothoogte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
   2. 2. de maximale goothoogte van het bijgebouw 3 meter bedraagt;
   3. 3. de maximale breedte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
   4. 4. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
   5. 5. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
8. h. het bepaalde in lid 15.2.3 onder b voor het vergroten van de maximale bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen op het achtererf tot 4,50 meter met dien verstande dat de goothoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen;
9. i. het bepaalde in lid 15.2.3 onder a of b voor het verkleinen van de afstand tot de zij- en achtererfscheiding en daarmee het bouwen van bijgebouwen tot op de perceelsgrens;
10. j. het bepaalde in lid 15.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot ten hoogste 70m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd.

15.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
4. d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 15.1 is toegestaan;
6. f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 15.1.c;
7. g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
8. h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 15.4.1.b of lid 15.4.1.c.

15.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. het bepaalde in lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening juncto lid 15.5 onder d voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 15.4 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
2. b. het bepaalde in lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening juncto lid 15.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 15.4 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
3. c. het bepaalde in lid 15.5 onder g voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 15.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

16.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen;zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie niet meer dan twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. kantoren, zakelijke dienstverlening en medische instellingen, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
6. f. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
7. g. additionele voorzieningen, waaronder nutsvoorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.2.1 Algemene bouwregels

1. a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden;
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen uitsluitend garageboxen en bergingen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m² per garagebox;
3. c. nutsgebouwen mogen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 30 m² en een maximale hoogte van 4 meter;
4. d. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

16.4 Ontheffing van de bouwregels

16.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. lid 16.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 16.2.1.d voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 16.2.1.d voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat niet kleiner is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 16.2.2 onder c voor vergroting van de maximale goot- en/of bouwhoogte met ten hoogste 4 meter;
5. e. het bepaalde in lid 16.2.2 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen (uitbreiding hoofdgebouw) op het achtererf met dien verstande dat:
   1. 1. de maximale goothoogte 4 meter bedraagt;
   2. 2. de maximale diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw 5 meter bedraagt;
   3. 3. het achtererf voor maximaal 50% wordt bebouwd.
6. f. het bepaalde in lid 16.2.2 onder a en/of b of het bepaalde in lid 16.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan-, uitbouwen (uitbreiding hoofdgebouw) en/of bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
   1. 1. de maximale goothoogte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
   2. 2. de maximale goothoogte van het bijgebouw 3 meter bedraagt;
   3. 3. de maximale breedte van de aan- of uitbouw 4 meter bedraagt;
   4. 4. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
   5. 5. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
7. g. het bepaalde in lid 16.2.2 onder d, e en f voor het ondergronds oprichten van gebouwen met een diepte, gemeten vanaf peil tot de onderkant van de onderste vloerlaag, van maximaal één bouwlaag, met dien verstande dat minimaal 50% van het perceel onbebouwd blijft;
8. h. het bepaalde in lid 16.2.2 onder e voor het verkleinen van de afstand van de gebouwen tot één van de twee zijdelingse perceelgrenzen tot niet minder dan 3 meter met dien verstande dat de afstand tot de andere zijdelingse perceelgrens met een even grote afstand in meters wordt vergroot;
9. i. het bepaalde in lid 16.2.3 onder b voor het vergroten van de maximale bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen op het achtererf tot 4,50 meter met dien verstande dat de goothoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen;
10. j. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a of b voor het verkleinen van de afstand tot de zij- en achtererfscheiding en daarmee het bouwen van bijgebouwen tot op de perceelsgrens;
11. k. het bepaalde in lid 16.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot ten hoogste 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd.

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
4. d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
6. f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.c;
7. g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
8. h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 16.4.1.b of lid 16.4.1.c.

16.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. het bepaalde in lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening juncto 16.5 onder d voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
2. b. het bepaalde in lid 7.10, lid 1 van Wet ruimtelijke ordening juncto 16.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
3. c. het bepaalde in lid 16.5 onder g voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

De regels van het bestemmingsplan Corpus den Hoorn 2008 worden als volgt gewijzigd.

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. detailhandel, - met uitzondering van detailhandel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in volumineuze goederen - met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
2. b. maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot maximaal milieucategorie 2; echter, de functie maatschappelijke dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'm' is tevens toegestaan in de hogere bouwlagen;
3. c. bedrijven en instellingen voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen wonen-werken' (bijlage 2), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot maximaal milieucategorie 2;
4. d. wonen; zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   3. 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
   4. 4. zelfstandige woningen zijn toegestaan met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
      • minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
5. e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
6. f. horeca-1, horeca-2 en/of horeca-3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot een maximum van 2 vestigingen;
7. g. standplaatsen;
8. h. een periodieke markt;
9. i. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
10. j. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwvoorschriften

4.2.1 Algemene bouwvoorschriften

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

4.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

1. a. lid 4.1.d.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 4.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 4.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 4.2.2 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 3 meter;

4.5 Specifieke gebruiksbepalingen

4.5.1 Nadere regeling van de in lid 4.1 genoemde doeleinden

Een horecavestiging, zoals bedoeld in lid 4.1, mag een maximale oppervlakte hebben van ten hoogste 150 m² bruto vloeroppervlakte.

4.5.2 Verboden gebruik

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.e;
2. b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
3. c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1.b of lid 4.4.1.c.

4.5.3 Vrijstelling van de gebruiksbepalingen

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

1. a. van het bepaalde in lid 4.1 onder b en c en toestaan dat de bedoelde instellingen en bedrijven worden gevestigd in een hogere categorie dan 2, terwijl de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met een instelling of bedrijf die/dat is genoemd in bijlage 1 en/of bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
2. b. het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van één extra vestiging ten behoeve van horeca 1, 2 of 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot een maximale oppervlakte van 150 m² bruto vloeroppervlakte.
3. c. het bepaalde in lid 4.5.2.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor dienstverlening aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. zakelijke dienstverlening;
2. b. maatschappelijke dienstverlening,
   dit met dien verstande dat:
   . voorzieningen van levensbeschouwelijke aard, scholen, medische kinderdagverblijven, ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingshuizen niet zijn toegestaan;
   . ter plaatse van het perceel met de aanduiding '(zoh)' tevens een zorghotel is toegestaan;
   . in afwijking van het vorenstaande ter plaatse van het perceel met de aanduiding '(os)' de functie onderwijs is toegestaan;
3. c. kantoren;
4. d. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen (bijlage 1) ter plaatse van de aanduiding (b), met dien verstande dat deze bedrijven uitsluitend zijn toegestaan voorzover het betreft: uitgeverijen c.a. (SBI 22), vervaardiging van kantoormachines en computers (SBI 30), vervaardiging van audio-, video-, telecomapparatuur e.d.(SBI 323), vervaardiging van medische en optische apparaten c.a. (SBI 33), post en telecommunicatie (SBI 64), verhuur van transportmiddelen etc. (SBI 71), computerservice- en informatietechnologie (SBI 72), speur- en ontwikkelingswerk (SBI 73), overige zakelijke dienstverlening (SBI 74), openbaar bestuur c.a. (SBI 75), auto- en motorrijscholen (SBI 8041);
5. e. wonen;zelfstandige woningen, ter plaatse van de aanduiding '(w)', met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
   3. 3. zelfstandige woningen zijn toegestaan met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
      • minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
6. f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
7. g. detailhandel, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'zoekgebied detailhandel' (zdh)' en tot een maximum van in totaal 500 m² v.v.o.;
8. h. overige dienstverlening, waaronder kapperszaken en schoonheidsinstituten, echter uitsluitend ten westen van de Van Swietenlaan;
9. i. horecabedrijven, uitsluitend in de vorm van maximaal één horeca-5-vestiging ter plaatse van de aanduiding (h);
10. j. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
11. k. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwvoorschriften

6.2.1 Algemene bouwvoorschriften

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

6.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

1. a. lid 6.1.e.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 6.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 6.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
4. d. het bepaalde in lid 6.2.2 onder a voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak met een totale oppervlakte van ten hoogste 50 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter;
5. e. het bepaalde in lid 6.2.2 onder b voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met ten hoogste het getal 10 en/ of de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 3 meter.

6.5 Specifieke gebruiksbepalingen

6.5.1 Nadere regeling van de in lid 6.1 genoemde doeleinden

1. 1. De maximale bruto vloeroppervlakte van de functie 'sportvoorzieningen, zoals bedoeld in lid 6.1 onder b mag ten hoogste 150 m² bedragen.
2. 2. De maximale bruto vloeroppervlakte van de functie 'overige dienstverlening', zoals bedoeld in lid 6.1 onder fh mag ten hoogste 100 m² bedragen.

6.5.2 Verboden gebruik

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.f;
2. b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
3. c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c.

6.5.3 Vrijstelling van de gebruiksbepalingen

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

1. 1. het bepaalde in lid 6.1 onder d en toestaan dat de bedoelde bedrijven worden gevestigd in een hogere categorie dan 3.2, terwijl de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met een bedrijf dat is genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2;
2. 2. het bepaalde in lid 6.1 onder g voor het toestaan van maximaal één extra horecavestiging, met dien verstande dat:
   - deze uitsluitend is toegestaan ten westen van de Van Swietenlaan, en
   - uitsluitend horeca-1, horeca-2 of horeca-3 is toegestaan, en
   - de bruto vloeroppervlakte ten hoogste 150 m² bedraagt;
3. 3. lid 6.5.2.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

7.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. kantoren, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
2. b. maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
3. c. wonen;zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
   3. 3. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
      • minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
4. d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
5. e. zakelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
6. f. bedrijven en instellingen voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen wonen-werken' (bijlage 2), met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot maximaal milieucategorie 2;
7. g. horeca-1, horeca-2 en/of horeca-3, met dien verstande dat maximaal 1 vestiging is toegestaan, echter uitsluitend aan de Paterswoldseweg en uitsluitend op de begane grond;
8. h. sport, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
9. i. detailhandel - met uitzondering van een supermarkt en/of detailhandel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in volumineuze goederen- met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
10. j. recreatie, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
11. k. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
12. l. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwvoorschriften

7.2.1 Algemene bouwvoorschriften

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

7.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

1. a. lid 7.1.c.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 7.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 7.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 7.2.2 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 4 meter;
5. e. het bepaalde in lid 7.2.3 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 3 meter.

7.5 Specifieke gebruiksbepalingen

7.5.2 Verboden gebruik

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.d;
2. b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
3. c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.1.b of lid 7.4.1.c.

7.5.3 Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

1. a. het bepaalde in lid 7.1 onder f en toestaan dat de bedoelde bedrijven worden gevestigd in een hogere categorie dan 2, terwijl de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met een bedrijf dat is genoemd in bijlage 2 onder de categorieën 1 en 2;
2. b. lid 7.5.2.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

10.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. maatschappelijke dienstverlening tot maximaal milieucategorie-2, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding ziekenhuis '(zkh)' maximaal milieucategorie-4 is toegestaan;
2. b. wonen,zelfstandige woningen, ter plaatse van de aanduiding '(w)', met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
   3. 3. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
      • minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
5. e. groenvoorzieningen;
6. f. water;
7. g. additionele voorzieningen.

10.2 Bouwvoorschriften

10.2.1 Algemene bouwvoorschriften

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 10.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

10.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

10.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

1. a. lid 10.1.b.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 10.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 10.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
4. d. het bepaalde in lid 10.2.2 onder a voor het bouwen van gebouwen buiten het bouwvlak met een totale oppervlakte van ten hoogste 50 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 3 meter;
5. e. het bepaalde in lid 10.2.2 onder b voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met ten hoogste het getal 10 en/ of de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 4 meter;
6. f. het bepaalde in lid 10.2.3 onder a voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 3 meter.
7. g. het bepaalde in lid 10.2.3 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met ten hoogste 3 meter.

10.5 Specifieke gebruiksbepalingen

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 10.1 onder a en toestaan dat de bedoelde instellingen worden gevestigd in een hogere categorie dan de daar vermelde categorie 2 respectievelijk - ter plaatse van de aanduiding ziekenhuis - 4, indien de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met een instelling als bedoeld in lid 10.1 onder a.

10.6 Verboden gebruik

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 10.1.c;
2. b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
3. c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 10.4.1.b of lid 10.4.1.c.

10.7 Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.6.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 10.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

16.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonenzelfstandige woningen - al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen - in een woning en/of de daarbij behorende aan- of uitbouwen (inclusief aangebouwde bijgebouwen), met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
   3. 3. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur; zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
      • alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
      • het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
      • minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
2. b. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
3. c. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding '(ga)';
4. d. bijgebouwen, ter plaatse van de aanduiding '(bg)';
5. e. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding '(dv)', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
6. f. bedrijven, als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen', met uitzondering van geluidzoneringplichtige inrichtingen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (b);
7. g. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie niet meer dan twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
8. h. wegen, paden en parkeervoorzieningen;
9. i. additionele voorzieningen.

16.2 Bouwvoorschriften

16.2.1 Algemene bouwvoorschriften

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

16.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

16.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

1. a. lid 16.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 16.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 16.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
4. d. het bepaalde in lid 16.2.2 onder b. voor het vergroten van de maximaal toegestane bouw- dan wel goothoogte met ten hoogste 4 meter;
5. e. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a1 voor het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met ten hoogste 0.5 meter;
6. f. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a2 voor het vergroten van de maximaal toegestane diepte met ten hoogste 1 meter;
7. g. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a3 voor het bouwen tot op de perceelsgrens;
8. h. het bepaalde in lid 16.2.3 onder b voor het vergroten van de maximale bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen op het achtererf tot 4.5 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
9. i. het bepaalde in lid 16.2.3 voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
   - de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
   - de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3.50 meter bedraagt;
   - een kap is toegestaan;
   - de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
   - de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
   - het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
10. j. het bepaalde in lid 16.2.3 onder c. juncto lid 16.2.4 onder d voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot ten hoogste 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit overeenkomstig bijlage 2 in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% mag worden bebouwd;
11. k. het bepaalde in lid 16.2.4 onder c. tot ten hoogste 10 meter.

16.5 Specifieke gebruiksbepalingen

1. a. De gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep mag niet meer bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen, tot een maximum van 45 m².
2. b. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 16.2.1 juncto lid 20.1 wordt in ieder geval gerekend:
   1. 1. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
   2. 2. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
   3. 3. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
   4. 4. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
   5. 5. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
   6. 6. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.b;
   7. 7. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
   8. 8. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 16.4.1.b of lid 16.4.1.c;
3. c. Overtreding van het bepaalde onder b is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten.

16.6 Vrijstelling van de gebruiksbepalingen

1. a. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 16.5 onder a voor het vergroten van de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m², met dien verstande dat:
   de totale bruto vloeroppervlakte ten behoeve van een aan huis verbonden beroep en/of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit per perceel niet meer mag bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende gebouwen, en niet meer dan 70 m².
   Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
2. b. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 16.2.1 juncto lid 20.1 en lid 16.5 onder b4 voor het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van een aan tot een maximum van 70 m², met dien verstande dat:
   de totale bruto vloeroppervlakte ten behoeve van een aan huis verbonden beroep en/of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit per perceel niet meer mag bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende gebouwen, en niet meer dan 70 m².
   Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
3. c. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 16.2.1 juncto lid 20.1 en lid 16.5 onder b5 voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van Bedrijfstypen wonen-werken (bijlage 2), met dien verstande dat:
   de totale bruto vloeroppervlakte ten behoeve van een aan huis verbonden beroep en/of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit per perceel niet meer mag bedragen dan 30% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende gebouwen, en niet meer dan 70 m².
4. d. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.5.b.7 voor beschermd wonen.

Het gestelde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

De regels van het bestemmingsplan Cortinghborg worden als volgt gewijzigd.

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. wegen, fiets- en voetpaden;
6. f. groenvoorzieningen;
7. g. nutsvoorzieningen;
8. h. parkeervoorzieningen;
9. i. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 6.2.1.b:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens;
4. d. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroepen;
5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 6.1 is toegestaan.
6. f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
7. g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door ééneen huishouden;
8. h. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 6.4.b.

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. wegen, fiets- en voetpaden;
6. f. groenvoorzieningen;
7. g. nutsvoorzieningen;
8. h. parkeervoorzieningen;
9. i. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 7.2.2 onder a voor het overschrijden van de bouwgrens met 2 meter;
2. b. lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand.
3. c. lid 7.2.2. onder f als anderszins voldaan kan worden aan de normen van de Wet geluidhinder;
4. d. lid 7.2.1.b:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens;
2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 7.1 is toegestaan;
3. c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
4. d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door ééneen huishouden;
5. e. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.d;
6. f. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

De regels van het bestemmingsplan Cortinghborg II worden als volgt gewijzigd.

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen; met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. wegen, fiets- en voetpaden;
6. f. groenvoorzieningen;
7. g. nutsvoorzieningen;
8. h. parkeervoorzieningen;
9. i. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwregels

6.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

6.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 6.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 6.2.2 onder a voor het overschrijden van de bouwgrens met 2 meter;
3. c. lid 6.2.1.b:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

6.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 6.1 is toegestaan;
2. b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.c;
3. c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door ééneen huishouden;
4. d. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 6.4.1.c;
5. e. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonenWonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
4. d. naast wonen is eveneens zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, sport, horeca en detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
5. e. wegen, fiets- en voetpaden;
6. f. parkeervoorzieningen;
7. g. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 7.1.a.1 en toestaan dat de gebruiksoppervlakte van een woning minimaal 40 m² bedraagt;
2. b. lid 7.2.2 onder a voor het overschrijden van het bouwvlak met 2 meter;
3. c. lid 7.2.2 onder e als anderszins voldaan kan worden aan de normen van de Wet geluidhinder;
4. d. lid 7.2.1.b:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.4 is toegestaan.
2. b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
3. c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door ééneen huishouden;
4. d. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.d; het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.4 is toegestaan
5. e. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonenWonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' en een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
4. d. fiets- en voetpaden;
5. e. additionele voorzieningen.

8.2 Bouwregels

8.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een bestaande woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer zelfstandige woningen.

8.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 8.2.2 onder d als anderszins voldaan kan worden aan de normen van de Wet geluidhinder;
2. b. lid 8.2.2onder b waarbij het maatvoeringsvlak binnen het bouwvlak mag worden verschoven;
3. c. lid 8.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
4. d. lid 8.2.1.b:
   1. 1. voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
   2. 2. voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
      • de gebruiksoppervlakte woonfunctie van de bestaandete splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
      • de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

8.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 8.1 is toegestaan;
2. b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 8.1.c;
3. c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door ééneen huishouden;
4. d. het gebruik van een bestaande woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 8.4.1.d;
5. e. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woning.

De regels van het bestemmingsplan Damsterdiep 269 en 275 worden als volgt gewijzigd.

5.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonenzelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. parkeervoorzieningen;
5. e. groenvoorzieningen;
6. f. additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

5.4 Afwijken van de bouwregels

5.4.1 Afwijkingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

1. a. lid 5.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   • als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   • ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 5.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 5.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 5.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
5. e. het bepaalde in lid 5.2.3 onder a.2 voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk tot op de erfgrens.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
2. b. het gebruik van bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
4. d. het gebruik van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden;
5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 5.1 is toegestaan;
6. f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1 onder c;
7. g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
8. h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 5.4.1.b of lid 5.4.1.c.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

1. a. Het bepaalde in lid 5.5 onder e voor het gebruik van hoofdgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 5.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing.
2. b. het bepaalde in lid 5.5 onder g voor beschermd wonen.

De regels van het bestemmingsplan De Held I worden als volgt gewijzigd.

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen;zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur;zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
6. f. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
7. g. standplaatsen voor woonwagens, ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats';
8. h. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

1. a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden;
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' mogen uitsluitend woonwagens en de daarbij behorende bijgebouwen worden gebouwd;
3. c. het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Ontheffing van de bouwregels

7.4.1. Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 7.2.1.c voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 7.2.1.c voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 7.2.2 onder c voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
5. e. het bepaalde in lid 7.3.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
6. f. het bepaalde in lid 7.3.3 onder a.2 voor het vergroten van de de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter;
7. g. het bepaalde in lid 7.3.3 onder a.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
8. h. het bepaalde in lid 7.3.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
   1. 1. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
   2. 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3,50 meter bedraagt;
   3. 3. een kap is toegestaan;
   4. 4. de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
   5. 5. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
   6. 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
9. i. het bepaalde in lid 7.3.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
10. j. het bepaalde in lid 7.3.3 onder b.2 voor het bouwen tot op de erfgrens;
11. k. het bepaalde in lid 7.3.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd;
12. l. het bepaalde in lid 7.3.3 onder d voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woning voor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen, met uitzondering van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats';
4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van woonhuizen, ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats';
5. e. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
6. f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten;
7. g. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
8. h. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
9. i. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 7.4.1.c.

7.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. het bepaalde in lid 7.5 onder e voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 7.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
2. b. het bepaalde in lid 7.5 onder f voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 7.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
3. c. het bepaalde in lid 7.5 onder h voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

De regels van het bestemmingsplan De Held III worden als volgt gewijzigd.

6.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. bouwbedrijven en aannemersbedrijven met werkplaats;
2. b. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen', met uitzondering van geluidzoneringplichtige inrichtingen;
3. c. maatschappelijke dienstverlening;
4. d. wonenzelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
5. e. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
6. f. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
7. g. zakelijke dienstverlening;
8. h. additionele voorzieningen.

6.2 Bouwvoorschriften

6.2.1 Algemene bouwvoorschriften

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

6.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

6.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

1. a. lid 6.1.d.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 6.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 6.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 6.2.2 onder a. ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane oppervlakte van de gebouwen met 10%.

6.5 Gebruiksvoorschriften

6.5.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 6.5.1, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:

1. a. vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
2. b. aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
4. d. de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
5. e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 6.1.f;
6. f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
7. g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 6.4.1.b of lid 6.4.1.c.

6.5.3 Vrijstelling voor het meest doelmatige gebruik

1. a. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6.5.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
2. b. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen voor van het bepaalde in lid 6.5.2.f voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 6.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

11.1 Doeleindenomschrijving

De voor 'woongebied' aangegeven gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen waaronder tevens begrepen begeleid wonenzelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. verkeer en verblijf, met dien verstande dat de buurtontsluitingswegen uitsluitend mogen ontsluiten op de hoofdontsluitingsstructuur op de gronden met de bestemming 'verkeer' of 'water';
5. e. groenvoorzieningen;
6. f. nutsvoorzieningen;
7. g. parkeervoorzieningen;
8. h. bescherming van archeologische waarden;
9. i. dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
10. j. een rioolleiding, ter plaatse van de aanduiding 'rioolleiding';
11. k. additionele voorzieningen.

11.2 Bouwvoorschriften

11.2.1 Algemene bouwvoorschriften

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden;
2. b. Indien ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden' een reguliere bouwvergunning wordt aangevraagd met een grotere oppervlakte dan 100 m² en een grotere diepte dan 0,30 meter beneden maaiveld:
   1. 1. dient de aanvrager in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
   2. 2. kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan de bouwvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:

• de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
• de verplichting tot het doen van opgravingen;
• de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door burgemeester en wethouders bij de vergunning te stellen kwalificaties;

3. c. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

11.4 Vrijstelling van de bouwvoorschriften

11.4.1 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

1. a. lid 11.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 11.2.1.c, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 11.2.1.c, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 11.2.2 onder 1.a. voor overschrijding van de bouwgrens, mits de daaruit voortkomende geluidbelasting de voorkeursgrenswaarde niet overschrijdt;
5. e. het bepaalde in lid 11.2.2 onder 1.b. ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane hoogte met 3m;
6. f. het bepaalde in lid 11.2.2 onder 2.a. voor het bouwen tot aan de voorgevellijn;
7. g. het bepaalde in lid 11.2.2 onder 2.b. voor het vergroten van de maximale oppervlakte aan bijgebouwen tot maximaal 60 m² met dien verstande dat het totale bebouwingspercentage niet meer dan 50% van het perceel mag bedragen;
8. h. het bepaalde in lid 11.2.2 onder 3.a.I. voor het vergroten van het maximale bebouwingspercentage met het getal 10;
9. i. het bepaalde in lid 11.2.2 onder 5 voor het bouwen van gebouwen op een afstand van minimaal 35 meter uit het hart van de hoogspanningslijn indien dit uit stedenbouwkundige overwegingen gewenst is en aanvaardbaar uit het oogpunt van volksgezondheid;
10. j. het bepaalde in lid 11.2.2 onder 4 en 11.2.3 onder 4 voor het bouwen van gebouwen respectievelijk bouwwerken geen gebouw zijnde, na voorafgaand overleg met de leidingbeheerder.

11.6 Gebruiksvoorschriften

11.6.2 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 11.6.1, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:

1. a. vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
2. b. aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
4. d. bijgebouwen ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten;
5. e. de gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
6. f. de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen';
7. g. de gronden ten behoeve van de ontsluiting voor autoverkeer anders dan vanaf de gronden met de bestemming 'verkeer' of 'water';
8. h. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 11.1.c;
9. i. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
10. j. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 11.4.1.b of lid 11.4.1.c.

11.6.3 Vrijstellingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde onder:

1. a. lid 11.6.2 sub c. voor het gebruik van bijgebouwen voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep;
2. b. lid 11.6.2 sub d. voor het gebruik van bijgebouwen voor de uitoefening van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypen wonen en werken'. Het bepaalde in lid 11.4.2 sub b. t/m f. is hierbij van overeenkomstige toepassing;
3. c. lid 11.6.i voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 11.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

De regels van het bestemmingsplan De Hunze / Van Starkenborgh worden als volgt gewijzigd.

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen;zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuurzelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. wegen en paden;
6. f. groenvoorzieningen;
7. g. additionele voorzieningen.

12.2 Bouwregels

12.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 12.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

12.4 Ontheffing van de bouwregels

12.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. lid 12.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 12.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 12.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde het bepaalde in lid 12.3.2 onder a voor overschrijding van het bouwvlak ten behoeve van een opbouw op een aangebouwd bijgebouw tot een totale hoogte van 8 meter;
5. e. het bepaalde in lid 12.3.2 onder b voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
6. f. het bepaalde in lid 12.3.2 onder d voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 80° dan wel verkleining van de minimale dakhelling tot 0°;
7. g. het bepaalde in lid 12.3.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
8. h. het bepaalde in lid 12.3.3 onder a.2 voor het vergroten van de de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter;
9. i. het bepaalde in lid 12.3.3 onder a.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
10. j. het bepaalde in lid 12.3.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    1. 1. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
    2. 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3,50 meter bedraagt;
    3. 3. een kap is toegestaan;
    4. 4. de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
    5. 5. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    6. 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
11. k. het bepaalde in lid 12.3.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
12. l. het bepaalde in lid 12.3.3 onder b.2 voor het bouwen tot op de erfgrens;
13. m. het bepaalde in lid 12.3.3 onder e voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd.

12.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
4. d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 12.1 is toegestaan.
6. f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 12.1.c;
7. g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
8. h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 12.4.1.b of lid 12.4.1.c.

12.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. het bepaalde in lid 12.5 onder e voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep: tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 12.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
2. b. het bepaalde in lid 12.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen. Het gestelde in lid 12.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
3. c. het bepaalde in lid 12.5 onder g voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 12.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonen;zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuurzelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
6. f. onderdoorgang, ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';
7. g. wegen en paden;
8. h. groenvoorzieningen;
9. i. additionele voorzieningen.

13.2 Bouwregels

13.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 12.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

13.4 Ontheffing van de bouwregels

13.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. lid 13.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 13.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 13.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde het bepaalde in lid 13.2.2 onder a voor overschrijding van het bouwvlak ten behoeve van een opbouw op een aangebouwd bijgebouw tot een totale hoogte van 8 meter;
5. e. het bepaalde in lid 13.2.2 onder b voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
6. f. het bepaalde in lid 13.2.2 onder b voor vergroting van de maximale dakhelling van hoofdgebouwen tot maximaal 80°;
7. g. het bepaalde in lid 13.2.2 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
8. h. het bepaalde in lid 13.2.3 onder a.2 voor het vergroten van de de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter;
9. i. het bepaalde in lid 13.2.3 onder a.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
10. j. het bepaalde in lid 13.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    1. 1. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
    2. 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3,50 meter bedraagt;
    3. 3. een kap is toegestaan;
    4. 4. de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
    5. 5. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    6. 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
11. k. het bepaalde in lid 13.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
12. l. het bepaalde in lid 13.2.3 onder b.2 voor het bouwen tot op de erfgrens;
13. m. het bepaalde in lid 13.2.3 onder f voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd;
14. n. het bepaalde in lid 13.2.3 onder c tot maximaal 10 meter, met uitzondering van reclamemasten hoger dan 6 meter.

13.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
4. d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 13.1 is toegestaan;
6. f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 13.1.c;
7. g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
8. h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 13.4.1.b of lid 13.4.1.c .

13.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. het bepaalde in lid 13.5 onder e voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 13.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
2. b. het bepaalde in lid 13.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen. Het gestelde in lid 13.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
3. c. het bepaalde in lid 13.5 onder g voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 13.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

De regels van het bestemmingsplan De Meeuwen - De Brink 2017 worden als volgt gewijzigd.

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. begeleid wonen;dienstverlening ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', echter uitsluitend op de begane grond;
5. e. detailhandel ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', met dien verstande dat:
   . deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond en tot maximaal 300 m² bedrijfsvloeroppervlakte;
   . deze functie niet is toegestaan, indien het gaat om detailhandel in volumineuze goederen, in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen en/of in de vorm van een supermarkt;
6. f. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
7. g. parkeervoorzieningen, echter deels verdiepte en ondergrondse parkeervoorzieningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
8. h. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
2. b. In afwijking van het bepaalde in sublid 7.2.2 is een overbouwing toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-overbouwing'.
3. c. Voor het bouwen van deels verdiepte en ondergrondse parkeergarages gelden de volgende bepalingen:
   a. de hoogte van deels verdiepte of ondergrondse parkeervoorzieningen mag, gemeten vanaf peil tot de bovenkant van de hoogste vloerlaag, ten hoogste 1.5 meter boven peil bedragen;
   b. overige bebouwingseisen van lid 7.2 zijn niet van toepassing op een deels verdiepte of ondergrondse parkeervoorziening.
4. d. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Afwijken van de bouwregels

7.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. sublid 7.2.3 onder c voor het bouwen tot op de erfgrens;
2. b. lid 7.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
3. c. lid 7.2.1.d voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
4. d. lid 7.2.1.d voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
4. d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 7.1 is toegestaan;
5. e. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
6. f. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
7. g. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.1.c of lid 7.4.1.d.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

1. a. lid 7.1 onder e voor het vergroten van de bedrijfsvloeroppervlakte tot maximaal 500 m²;
2. b. lid 7.5 onder c voor het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70 m². Het gestelde in lid 7.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
3. c. lid 7.5 onder d voor het gebruik van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten wonen-werken. Het gestelde in lid 7.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
4. d. lid 7.5 onder f voor beschermd wonen. Het gestelde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Lid 14.1 Woningsplitsing vervalt.

De regels van het bestemmingsplan De Wijert worden als volgt gewijzigd.

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
2. b. zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. woningen niet zijn toegestaan op de begane grond;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   3. 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
3. c. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
4. d. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
5. e. verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
6. f. additionele voorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

4.4 Ontheffing van de bouwregels

4.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

1. a. lid 4.1.b.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 4.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 4.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. lid 4.2.2 onder b voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a zijn toegestaan;
2. b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
3. c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 4.1.d;
4. d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
5. e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 4.4.1.b of lid 4.4.1.c.

4.6 Ontheffing van de gebruiksregels

1. a. Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 4.5 onder a. juncto lid 4.1 onder a voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft.
2. b. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5.d voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 4.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
2. b. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond;
3. c. zelfstandige woningenwonen, met dien verstande dat:
   1. 1. woningen niet zijn toegestaan op de begane grond;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   3. 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
4. d. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
5. e. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
6. f. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
7. g. additionele voorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

5.4 Ontheffing van de bouwregels

5.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

1. a. lid 5.1.c.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 5.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 5.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. lid 5.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met 4 meter.

5.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van de gronden en gebouwen ten behoeve van de uitoefening van een autoverkoopbedrijf gerekend;
2. b. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 5.1.e;
3. c. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
4. d. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 5.4.1.b of lid 5.4.1.c.

5.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5.c voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 5.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. zelfstandige woningenwonen, met dien verstande dat:
   1. 1. deze functie niet is woningen niet zijn toegestaan op de begane grond;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   3. 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. detailhandel, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
5. e. zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grond;
6. f. horeca - 1, horeca - 2 en horeca - 3, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
7. g. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
8. h. parkeervoorzieningen;
9. i. additionele voorzieningen.

7.2 Bouwregels

7.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

7.4 Ontheffing van de bouwregels

7.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

1. a. lid 7.1.a.2 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 7.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 7.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. lid 7.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit artikel, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 7.1.c;
2. b. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
3. c. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 7.4.1.b of lid 7.4.1.c.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.5.b voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 7.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonenzelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen enbestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. maatschappelijke en zakelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
6. f. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan op de begane grond;
7. g. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-1';
8. h. garageboxen, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
9. i. carports op het voorerf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1';
10. j. bergingen op het voorerf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-2';
11. k. carports én bergingen op het voorerf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-3' en 'specifieke bouwaanduiding-4';
12. l. een parkeerdek, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerdek';
13. m. additionele voorzieningen, waaronder nutsvoorzieningen.

16.2 Bouwregels

16.2.1 Algemene bouwregels

1. a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde doeleinden;
2. b. ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m² per garagebox;
3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1' mag uitsluitend 1 carport per woning op het voorerf worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m² per carport;
4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-2' mag uitsluitend 1 berging per woning op het voorerf worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 10 m² per berging;
5. e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-3' mag uitsluitend 1 carport én 1 berging per woning op het voorerf worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m² per carport en 10 m² per berging;
6. f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-4' mag uitsluitend 1 carport én 1 berging per woning op het voorerf worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter en een maximale oppervlakte van 20 m² per carport en 20 m² per berging;
7. g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerdek' mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van parkeervoorzieningen worden gebouwd met een maximale hoogte van 2 meter;
8. h. nutsgebouwen mogen worden gebouwd tot een maximale oppervlakte van 30 m² en een maximale hoogte van 4 meter;
9. i. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

16.4 Ontheffing van de bouwregels

16.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. lid 16.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 16.2.1.i, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 16.2.1.i, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 16.2.2 onder a voor het bouwen buiten het bouwvlak, uitsluitend voor zover het een uitbreiding van het hoofdgebouw op het achtererf betreft;
5. e. het bepaalde in lid 16.2.2 onder b voor overschrijding van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10;
6. f. het bepaalde in lid 16.2.2 onder c voor vergroting van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
7. g. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4 meter;
8. h. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.2 voor het vergroten van de de toegestane diepte, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw tot maximaal 5 meter;
9. i. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a.3 voor het bouwen tot op de erfgrens;
10. j. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf, met dien verstande dat:
    1. 1. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal 4 meter bedraagt;
    2. 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen maximaal 3,50 meter bedraagt;
    3. 3. een kap is toegestaan;
    4. 4. de breedte maximaal 4 meter bedraagt;
    5. 5. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
    6. 6. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
11. k. het bepaalde in lid 16.2.3 onder a voor het oprichten van uitbouwen op het voorerf, met dien verstande dat:
    1. 1. de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt;
    2. 2. de oppervlakte per woning maximaal 20 m² bedraagt;
    3. 3. deze ontheffingsmogelijkheid uitsluitend kan worden toegepast bij grondgebonden woningen in de Wijert-zuid (het plangebied ten zuiden van de Van Ketwich Verschuurlaan);
12. l. het bepaalde in lid 16.2.3 onder b.1 voor het vergroten van de toegestane bouwhoogte tot maximaal 4,50 meter, echter uitsluitend ten behoeve van een kap;
13. m. het bepaalde in lid 16.2.3 onder b.2 voor het bouwen tot op de erfgrens;
14. n. het bepaalde in lid 16.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot maximaal 70 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd.

16.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
4. d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 16.1 is toegestaan;
6. f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 16.1.c;
7. g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
8. h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 16.4.1.b of lid 16.4.1.c.

16.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1. a. het bepaalde in lid 16.5 onder e voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 16.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
2. b. het bepaalde in lid 16.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 16.4.2 onder b, c, e en f is hierbij van overeenkomstige toepassing;
3. c. lid 16.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 16.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'wonen 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. wonenzelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van meergeneratiewoningen, meer dan 50 m² bedraagt, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitend bij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m;
3. c. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen enbestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;
4. d. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in het hoofdgebouw en ten dienste van deze functie niet meer dan twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
5. e. maatschappelijke dienstverlening, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-1';
6. f. additionele voorzieningen.

17.2 Bouwregels

17.2.1 Algemene bouwregels

1. a. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 17.1 genoemde doeleinden.
2. b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.

17.4 Ontheffing van de bouwregels

17.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

1. a. lid 17.1.a.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
   1. 1. ls een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
   2. 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
2. b. lid 17.2.1.b, voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
3. c. lid 17.2.1.b, voor het anderszins splitsen van een woning, mits:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
   2. 2. de gebruiksoppervlakte gemeten volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m²;
4. d. het bepaalde in lid 17.2.2 onder c voor vergroting van de maximale goothoogte met ten hoogste 4 meter;
5. e. het bepaalde in lid 17.2.2 onder e voor het verkleinen van de afstand van vrijstaande hoofdgebouwen tot één van de twee zijdelingse perceelsgrenzen tot minimaal 3 meter met dien verstande dat de afstand tot de andere zijdelingse perceelgrens met een even grote afstand in meters wordt vergroot;
6. f. het bepaalde in lid 17.2.2 onder f voor het verkleinen van de afstand van twee aaneengebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens tot minimaal 3 meter;
7. g. het bepaalde in lid 17.2.3 onder a en/of b voor het oprichten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zijerf met dien verstande dat:
   1. 1. de afstand tot het voorerf minimaal 1 meter bedraagt;
   2. 2. de totale oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen op het zij- en achtererf maximaal 100 m² bedraagt;
   3. 3. het zijerf voor maximaal 70% wordt bebouwd;
8. h. het bepaalde in lid 17.2.3 onder a voor het oprichten van uitbouwen op het voorerf, met dien verstande dat:
   1. 1. de bouwhoogte maximaal 4 meter bedraagt;
   2. 2. de oppervlakte per woning maximaal 20 m² bedraagt;
   3. 3. deze ontheffingsmogelijkheid uitsluitend kan worden toegepast bij grondgebonden woningen in de Wijert-zuid (het plangebied ten zuiden van de Van Ketwich Verschuurlaan);
9. i. het bepaalde in lid 17.2.3 onder a3 en b2 voor het bouwen tot op de perceelsgrens;
10. j. het bepaalde in lid 17.2.3 onder c voor vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen tot ten hoogste 100 m² uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit in een bijgebouw, met dien verstande dat het achter- en zijerf voor maximaal 50% respectievelijk 70% worden bebouwd.

17.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

1. a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
2. b. het gebruik van aangebouwde bijgebouwen als afzonderlijke woningvoor zelfstandige bewoning;
3. c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen;
4. d. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
5. e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten, voor zover dit niet uitdrukkelijk op grond van lid 17.1 is toegestaan;
6. f. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen, voor zover niet toegestaan op grond van het bepaalde in lid 17.1.c;
7. g. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
8. h. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, behalve als voor splitsing afwijking is verleend met toepassing van lid 17.4.1.b of lid 17.4.1.c.

17.6 Ontheffing van de gebruiksvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

1. a. het bepaalde in lid 17.5 onder e voor het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van een aan huis verbonden beroep tot een maximum van 70m². Het gestelde in lid 17.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
2. b. het bepaalde in lid 17.5 onder e voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen ten behoeve van een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit tot een maximum van 70 m² en voor zover voorkomend op de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken. Het gestelde in lid 17.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing;
3. c. lid 17.5.g voor beschermd wonen. Het bepaalde in lid 17.4.2 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

De regels van het bestemmingsplan Ebbingekwartier worden als volgt gewijzigd.

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

1. a. zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van de woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' en van een meergeneratiewoning, meer dan 50m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
   2. 2. de uitzondering uit lid 1 niet van toepassing is op Bloemstraat 8;
   3. 3. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
2. b. zelfstandige woningen met een gebruiksoppervlakte van minimaal 24 m², uitsluitendbij omvorming van onzelfstandige woningen en/of eenheden voor kamerverhuur naar zelfstandige woningen, met dien verstande dat:
   1. 1. alle onzelfstandige woningen en eenheden voor kamerverhuur vervallen;
   2. 2. het totaal aantal woningen en eenheden afneemt; en
   3. 3. minimaal 24 m² van de gebruiksoppervlakte van een nieuwe woning zich op één bouwlaag bevindt en een nettohoogte heeft van minimaal 2,1 m; in geval bestaande onzelfstandige kamerverhuur wordt omgezet naar zelfstandige woningen en het aantal zelfstandige woningen na woningvorming kleiner is dan het aantal onzelfstandige kamers;
3. c. bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen;, met dien verstande dat het aantal kamers dat aanwezig is in een kamerverhuurpand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, niet mag worden vergroot;
4. d. in afwijking van het bepaalde onder a. en b. is wonen ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' niet toegestaan in de eerste bouwlaag (op de begane grond);
5. e. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in een woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
6. f. detailhandel - met uitzondering van detailhandel in de vorm van een autoverkoopbedrijf of ten behoeve van de verkoop van motorbrandstoffen -, met dien verstande dat:
   - deze functie uitsluitend is toegestaan in de eerste bouwlaag (op de begane grond), en
   - tot een maximum van 200 m² verkoopvloeroppervlak; echter, dit maximum is niet van toepassing ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van detailhandel-1;
7. g. maatschappelijke dienstverlening, echter uitsluitend in de eerste bouwlaag (op de begane grond); tevens is deze functie toegestaan in een hogere dan de eerste bouwlaag:
   * indien het betreft dezelfde functie als op de begane grond, alsmede
   * ter plaatse van de aanduidingen 'maatschappelijk' en/of 'dienstverlening' en/of 'gemengd';
   Dit met dien verstande dat geluidsgevoelige objecten ten behoeve van maatschappelijke dienstverlening, behalve voor onderwijs, niet mogen worden gevestigd voor zover zij direct grenzen aan het Boterdiep, de Kolendrift, de Bloemsingel en/of de Bloemstraat.
8. h. zakelijke dienstverlening, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan in de eerste bouwlaag (op de begane grond).
   Zakelijke dienstverlening is tevens toegestaan in een hogere dan de eerste bouwlaag:
   * indien het betreft dezelfde functie als op de begane grond, alsmede
   * ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' en/of 'gemengd';
9. i. bedrijven als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'Staat van bedrijfsactiviteiten' (bijlage 1), met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen; dit, met dien verstande dat deze functie uitsluitend is toegestaan in de eerste bouwlaag (op de begane grond).
   De hier bedoelde bedrijven zijn tevens toegestaan in een hogere dan de eerste bouwlaag:
   * indien het betreft dezelfde functie als in de eerste bouwlaag (de begane grond), alsmede
   * ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
10. j. horeca - 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
11. k. horeca - 3 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
12. l. horeca - 4 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';
13. m. horeca - 5 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5';
14. n. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' zijn tevens toegestaan:
    * horeca-5 tot maximaal 550 m² bedrijfsvloeroppervlakte en
    * horeca-2, echter uitsluitend op de begane grond tot maximaal 320 m² bedrijfsvloeroppervlakte;
15. o. een garagebox, groothandel danwel opslag, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum-garageboxen' op de begane grond;
16. p. nutsvoorzieningen;
17. q. openbaar-vervoersvoorzieningen, waaronder onderstations;
18. r. verkeer en ondergrondse parkeervoorzieningen;
19. s. additionele voorzieningen.