Geitenhouderijen 2023
Bestemmingsplan - gemeente Groningen
Vastgesteld op 31-01-2024 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
Het bestemmingsplan Geitenhouderijen 2023, met identificatienummer NL.IMRO.0014.BP678Geithouderij-vg01 van de gemeente Groningen;
1.2 plangebied:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
1.3 bestaand:
- 1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
- 2. het onder 1° bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan, of een andere planologische toestemming;
1.4 geitenhouderij:
het houden van 20 geiten of meer.
Artikel 2 Relatie- En Reikwijdtebepaling
- 1. Dit bestemmingsplan omvat een aanpassing van de regels van de bestemmingsplannen als genoemd in Bijlage 1 (Overzicht van bestemmingsplannen) in de gemeente Groningen. De regels van de in Bijlage 1 (Overzicht van bestemmingsplannen) genoemde bestemmingsplannen blijven gelden, met dien verstande dat in geval van strijdigheid van regels de regels van dit facetbestemmingsplan voorgaan.
- 2. Deze facetregeling ziet uitsluitend op de gezondheidsrisico's voor mensen en heeft niet tot doel de bestemmingen uit onderliggende bestemmingsplannen te verruimen of verder in te perken.
Hoofdstuk 2 Algemene Regels
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 4 Algemene Gebruiksregels
4.1 Verbod
- 1. In afwijking van het gestelde in de bestemmingsplannen die zijn genoemd in Bijlage 1 bij de regels, is het gebruik van gronden en gebouwen voor nieuwe geitenhouderijen en het bouwen ten behoeve hiervan niet toegestaan. Hieronder wordt in ieder geval begrepen:
- a. nieuwvestiging van geitenhouderijen, al dan niet als neventak bij een (agrarisch) bedrijf;
- b. het uitbreiden van een geitenhouderij, door het aantal geiten dat wordt gehouden te vergroten.
- 2. Het verbod zoals in het eerste lid gesteld onder 4.1 geldt vanaf de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
4.2 Omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels
- a. Het bevoegd gezag kan van het verbod in artikel 4.1, eerste sublid, afwijken met een omgevingsvergunning indien uit onderzoek in voldoende mate is gebleken dat gezondheidsrisico's van personen die verblijven in de omgeving, zijn uit te sluiten.
- b. Het bevoegd gezag betrekt bij het al dan niet verlenen van de vergunning in ieder geval:
- 1. de afstand van de geitenhouderij tot bestaande of geprojecteerde woonfuncties of andere gevoelige verblijfsfuncties;
- 2. een advies van de GGD of andere onafhankelijke deskundige op dit terrein zo lang er geen algemene nieuwe inzichten zijn.
Hoofdstuk 3 Overgangs- En Slotregels
Artikel 5 Overgangsrecht
5.1 Overgangsrecht bouwwerken
- a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
- 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
- 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
- b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a met maximaal 10%.
- c. Sublid a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
- a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
- b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
- c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
- d. Sublid a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 6 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Geitenhouderijen 2023.
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doel
Op 17 mei 2023 heeft de gemeenteraad van de gemeente Groningen het voorbereidingsbesluit 'Geitenhouderijen 2023' vastgesteld. Een voorbereidingsbesluit is een verklaring van de gemeenteraad dat een bestemmingsplan voor het betreffende gebeid wordt voorbereid. Met een voorbereidingsbesluit wordt een voorbereidingsbescherming beoogd, waarmee een aanhoudingsplicht geldt voor bouw- en aanlegactiviteiten. Een voorbereidingsbesluit kan worden genomen op grond van artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening en heeft een opschortende werking voor alle bouw- en gebruiksactiviteiten zoals beschreven in het voorbereidingsbesluit.
Met het voorbereidingsbesluit heeft de gemeenteraad ook verklaard dat er binnen een jaar een nieuw bestemmingsplan voor het betreffende gebied wordt voorbereid. Met het voorliggende facetbestemmingsplan wordt daar inhoud aan gegeven.
1.2 Begrenzing Plangebied
In onderstaande afbeelding is de ligging van het plangebied in de gemeente weergegeven alsook in Bijlage 1.
1.3 Inhoud Facetbestemmingsplan
Met het voorliggende facetbestemmingsplan wordt het eerder genoemde voorbereidingsbesluit uitgewerkt. Een facetregeling regelt slechts één of enkele (beleids)onderdelen in een plan. In dit geval betekent dat dat ten aanzien van het thema geitenhouderijen de nu geldende bestemmingsplannen in de gemeente Groningen gedeeltelijk worden herzien. Paragraaf 1.5 (geldende bestemmingsplannen) geeft aan om welke bestemmingsplannen het gaat.
Dit bestemmingsplan regelt dat nieuwe geitenhouderijen en uitbreiding van bestaande geitenhouderijen niet meer, zonder zwaarwegende afwegingen ten aanzien van de gezondheidsrisico's van in omliggende functies aanwezige personen, worden toegestaan. Onder geitenhouderijen wordt de activiteit houden van meer dan 20 geiten begrepen. Het maakt dus in beginsel niet uit of de geitenhouderij in het kader van een bedrijf of hobby wordt gehouden, los van het feit dat het houden van dit aantal geiten volgens milieurechtelijke begrippen niet als hobbymatige activiteit wordt gezien. Zie verder ook Hoofdstuk 2 (Wijzigingen).Voor de zaken die dit facetbestemmingsplan niet regelt, geldt dat de regels uit de onderliggende bestemmingsplannen ongewijzigd blijven.
Dit voorliggende bestemmingsplan geldt voor vigerende bestemmingsplannen. Voor de vigerende beheersverordeningen wordt een zelfde besluit genomen. Deze twee facetregelingen zijn inhoudelijk gezien vrijwel exact gelijk aan elkaar. Het verschil tussen de facetregelingen (meer precies: één beheersverordening en één bestemmingsplan) betreft het plangebied. In zijn geheel genomen gaat het om:
- 1. Bestemmingsplan 'Facetregeling geitenhouderijen'.
- 2. Beheersverordening 'Facetregeling geitenhouderijen'.
Het facetbestemmingsplan en de facetbeheersverordening herzien de plannen die op ruimtelijkeplannen.nl staan.
1.4 Motivering
Onderzoek
Onderzoek rondom geitenhouderijen heeft uitgewezen dat mensen die in de buurt wonen van deze bedrijven, een grotere kans hebben op een longontsteking. Dat blijkt uit studies gedaan in:
- 1. Veehouderij en gezondheid omwonenden III: longontsteking in de nabijheid van geiten- en pluimveehouderijen; actualisering van gegevens uit huisartsenpraktijken 2014 – 2016 (publicatiedatum 08/10/2018);
- 2. Veehouderij en gezondheid omwonenden III: longontsteking in de nabijheid van geiten- en pluimveehouderijen in Gelderland, Overijssel en Utrecht (publicatiedatum 24/04/2020);
- 3. Veehouderij en gezondheid omwonenden III: longontsteking in de nabijheid van geiten- en pluimveehouderijen; actualisering van gegevens uit huisartsenpraktijken 2017 – 2019 (publicatiedatum 23/11/2021).
Het RIVM, Universiteit Utrecht, Wageningen UR en Nivel voeren samen deze onderzoeken uit. Het onderzoek naar het verband tussen veehouderijen en gezondheid van 8 oktober 2018 en het vervolg daarop van 23 november 2021 is alleen in Noord-Brabant en Noord-Limburg uitgevoerd. Deze onderzoeken zijn niet direct toepasbaar in onze gemeente. Wij hebben namelijk te maken met lagere bedrijfs- en dieraantallen, lagere dichtheid van de (intensieve) veehouderijsector en een lagere bevolkingsdichtheid.
Het was dus nog onbekend of longontsteking ook vaker voorkomt rond geitenhouderijen in andere Nederlandse provincies. Daarom is besloten het onderzoek uit te breiden naar een gebied dat delen van de provincies Gelderland, Utrecht en Overijssel omvat. Ook in deze regio's zien de onderzoekers het extra risico op longontsteking in een straal van 2 kilometer rondom geitenhouderijen, in meerdere jaren achter elkaar en ook met verschillende manieren van onderzoek.
Uit het onderzoek in delen van de provincies Gelderland, Utrecht en Overijssel concluderen de onderzoekers dat de associatie tussen wonen in de nabijheid van een geitenhouderij en longontsteking ook geldt voor andere Nederlandse provincies met geitenhouderijen. Dit onderzoek is aanleiding geweest om het eerste voorbereidingsbesluit in 2021 vast te stellen. Het is nog steeds onduidelijk wat de oorzaak is van het verhoogde risico. Verder onderzoek is daarom noodzakelijk. De resultaten van het onderzoek naar de oorzaken van longontstekingen in de buurt van geitenhouderijen zouden eind 2022 worden gepubliceerd maar dat is uitgesteld naar 2024.
Advies GGD voorzorgsbeginsel
Totdat er meer duidelijkheid is over de oorzaak van de longontsteking en een integrale aanpak, adviseert de GGD het voorzorgsbeginsel toe te passen en terughoudend te zijn met uitbreiding of nieuwvestiging van geitenhouderijen in de buurt van gevoelige bestemmingen (zoals woningen, kinderdagverblijven en scholen). Naar aanleiding van het herbevestigende onderzoek met publicatiedatum 23/11/2021, waarin wordt verwezen naar de eerder ontwikkelde richtlijn 'Veehouderij en gezondheid', heeft de GGD aangegeven aan dit voorzorgsbeginsel te blijven vasthouden.
Bestemmingsplan/beheersverordening
Eventuele risico's voor de gezondheid voor omwonenden van veehouderijen moeten in het kader van een goede ruimtelijke ordening en onder de Omgevingswet in het kader van een goede fysieke leefomgeving worden meegewogen bij het vaststellen van ruimtelijke plannen. Het uitgangspunt is daarbij het waarborgen van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat en een gezonde leefomgeving. De huidige bestemmingsplannen en beheersverordeningen bevatten nog maar zeer beperkte regelingen gericht op gezondheidsrisico's rondom geitenhouderijen.
Op grond van de geldende bestemmingsplannen/beheersverordeningen wordt bij recht de mogelijkheid geboden voor het houden van dieren. Dit betekent dat binnen een bestemming 'Agrarisch' en 'Agrarisch - Bedrijf' zich zondermeer een geitenhouderij mag vestigen of uitbreiden. Dit is ook de reden dat de regels voor geitenhouderijen op basis van een facetbestemmingsplan/facetbeheersverordening worden gewijzigd. Voor elk ander perceel is voor de vestiging van een geitenhouderij een weigeringsgrond op basis van het bestemmingsplan/beheersverordening aanwezig.
Dit bestemmingsplan zorgt er voor dat er niet zonder gedegen nadere afwegingen van het gemeentebestuur ten aanzien van dit specifieke gezondheidsrisico's nieuwe geitenhouderijen kunnen worden gevestigd of bestaande kunnen worden uitgebreid. Daarmee wordt een ongecontroleerde groei van geitenhouderijen met gezondheidsrisico's voorkomen. Gezondheidsrisico's rondom geitenhouderijen kunnen immers niet worden uitgesloten.
Gering aantal geiten binnen gemeente
Hierbij moet worden opgemerkt dat op het moment van schrijven (4 oktober 2023) er 1 melkgeitenhouderij aanwezig is binnen de gemeente Groningen met in totaal 69 melkgeiten. Het totaal aantal geitenhouderijen in de provincie Groningen staat op 23 bedrijven en 8.854 geiten terwijl er landelijk 665 bedrijven actief zijn met gezamenlijk 488.652 geiten (deze cijfers zijn gebaseerd op CBS 2022). We zien dat het totaal aantal geitenhouderijen in Nederland, ondanks de lopende onderzoeken, is gestegen van 569 bedrijven in 2020 tot 665 bedrijven in 2022. Ook in de provincie Groningen is het aantal geitenhouderijen gestegen van 16 bedrijven in 2020 tot 23 bedrijven in 2022. De cijfers weerspiegelen de populariteit rondom het beginnen van geitenhouderijen en benadrukken hiermee tevens de relevantie voor het vaststellen van een facetbestemmingsplan.
Kinderboerderijen
In de gemeente zijn 6 kinderboerderijen gevestigd waarvan Stadspark de grootste is met 63 geiten. Dit hebben wij opgevraagd naar aanleiding van een vermoeden dat hier meer geiten zijn gevestigd dan bij nieuwvestiging volgens het facet bestemmingsplan mogelijk is. De andere kinderboerderijen zijn in beheer van een stichting en hiervan is omwille van de gevoeligheid van informatie niet uitgevraagd hoeveel geiten er aanwezig zijn. Alhoewel de onderzoeken van het Rijk zijn uitgevoerd met data uit het 'Bestand Veehouderij Bedrijven', zijn gezondheidsrisico's voor omwonenden van dit type geitenhouderij niet uit te sluiten. De geitenhouderijen worden gedefinieerd naar het aantal geiten. Daarmee worden ook de kinderboerderijen meegenomen in het besluit en kunnen deze zich niet nieuw vestigen en/of uitbreiden binnen de gemeente. Het vervolgonderzoek van het Rijk zal uitwijzen of er naast correlatie ook een causatief verband is tussen het houden van geiten en de gezondheidsrisico's voor omwonenden. Wanneer dit causatieve verband wordt bewezen kunnen vervolgstappen worden genomen in het beperken van de gezondheidsrisico's voor omwonenden van deze locaties. Dit zal een vermindering van het aantal geiten betekenen om gezondheidsrisico's zo veel mogelijk uit te kunnen sluiten.
Rol provincie Groningen
In de meeste provincies heeft de provincie de taak op zich genomen om een voorbereidingsbesluit te nemen. De provincie Groningen heeft besloten om deze bevoegdheid bij de gemeenten neer te leggen omdat gemeenten in het wettelijke stelsel het eerst aangewezen bestuursniveau zijn om de gebruiksmogelijkheden van gronden, met het oog op een goede ruimtelijke ordening, te verankeren in bestemmingsplannen/beheersverordeningen. De provincie Groningen houdt de ontwikkelingen in de sector provincie breed wel in de gaten. De provincie is op verzoek in maart 2022 geïnformeerd over de stand van zaken in de gemeente Groningen.
Beleid andere gemeenten provincie Groningen
Een aantal andere gemeenten in de provincie hebben inmiddels ook maatregelen genomen. De gemeenten Westerkwartier, Westerwolde en Het Hogeland hebben gekozen voor het vastleggen/beperken in een bestemmingsplan en/of beheersverordening. Naast het voorkomen van de uitbreiding van huidig gevestigde geitenhouderijen, is het zogenoemde waterbedeffect, waarbij geitenhouderijen zich verschuiven naar plekken zonder geitenstop, een reden om dit bestemmingsplan te implementeren.
Beperking aantal geiten
In dit bestemmingsplan wordt een geitenhouderij gedefinieerd als een houderij met 20 of meer geiten. In de hierboven genoemde onderzoeken, waar ook op kennisplatformveehouderij.nl naar wordt verwezen, wordt een ondergrens van vijftig geiten aangehouden. Daarbij wordt ook vermeld dat dit niet betekent dat daar beneden gezondheidsrisico's kunnen worden uitgesloten. Omringende gemeentes hebben gekozen voor een grens van 30 geiten. In verband met de gezondheid van de inwoners van de gemeente is besloten om te kiezen voor een grens van 20 geiten. Dit aantal is gekozen vanwege het groet belang dat de gemeente Groningen hecht aan het bergen van de volksgezondheid. Daarnaast bestaan er binnen de gemeente een aantal kinderboerderijen waarbij het aantal geiten mogelijk gezondheidsrisico's meebrengen voor omwonenden binnen een straal van twee kilometer. Aangezien deze kinderboerderijen zich dichtbij de bewoonde omgeving bevinden is er aanleiding om gezondheidsrisico's verder te beperken en het aantal op 20 geiten te stellen. Er is tot op heden alleen een correlatie gevonden, indien uit het vervolgonderzoek van de GGD ook het causale verband wordt aangetoond tussen het aantal geiten en de gezondheidsrisico's, dan kan besloten worden de grens aan te passen.
1.5 Geldende Bestemmingsplannen
Dit facetbestemmingsplan herziet andere bestemmingsplannen op één specifiek onderwerp c.q. facet: geitenhouderijen. Dit facetbestemmingsplan herziet alle bestemmingsplannen die staan genoemd in de tabel die is opgenomen als Bijlage 1 bij de regels (Overzicht van bestemmingsplannen).
Hoofdstuk 2 Wijzigingen
Naar aanleiding van het besluit van de gemeenteraad wordt in dit facetbestemmingsplan het verbod zonder omgevingsvergunning voor het oprichten of uitbreiden van een geitenhouderij, alsmede de omschakeling van een bestaand agrarisch bedrijf tot geitenhouderij geregeld. Het is dus niet zonder vergunning toegestaan om:
- 1. een nieuwe geitenhouderij te beginnen met meer dan 20 geiten;
- 2. het geheel of gedeeltelijk wijzigen of uitbreiden van een bestaand (agrarisch) bedrijf door (onder andere) geiten te gaan houden;
- 3. het uitbreiden van een bestaande geitenhouderij met één of meer geiten. Bij een eventuele uitbreiding kan het dan gaan om zowel het plegen van nieuwbouw als om bestaande bouwwerken geschikt te maken voor het houden van geiten.
Op deze uitgangspunten gelden echter de onderstaande uitzonderingen:
- A. geitenhouderijen die wensen uit te breiden in het kader van dierenwelzijn, mits het aantal vergunde geiten niet worden uitgebreid;
- B. houden van geiten tot 20 geiten.
Om het bovenstaande te realiseren worden de bestemmingsplannen die worden genoemd in de tabel die is opgenomen als Bijlage 1 bij de regels (Overzicht van de bestemmingsplannen) herzien. Voor al het overige blijven de bestemmingsplannen als genoemd in Bijlage 1 bij de regels onverminderd van kracht.
Hoofdstuk 3 Juridische Toelichting
3.1 Algemeen
Deze paragraaf bespreekt de juridische vormgeving van het bestemmingsplan. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bevat de regeling voor de opzet en de inhoud van een ruimtelijk plan. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is deze regeling verder uitgewerkt. Het bestemmingsplan bestaat uit:
- 1. een verbeelding van het plangebied, zowel analoog als digitaal, waarin alle bestemmingen van de gronden worden aangewezen;
- 2. de regels waarin de bestemmingen worden beschreven en waarbij per bestemming het doel wordt of de doeleinden worden genoemd.
Op grond van artikel 3.1.6 van het Bro is het verplicht om een bestemmingsplan te vergezellen met een toelichting. Deze toelichting geeft aan welke gedachte aan het plan ten grondslag ligt, wat de uitkomsten van verrichtte onderzoeken zijn, wat het resultaat is van de overleggen en tot slot doet het verslag van de georganiseerde inspraak bij het plan. Hiermee voldoet het bestemmingsplan aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wro en het Bro. Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP 2012 maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op een zelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen volgens de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP 2012 geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld volgens deze standaarden.
Het bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting wordt langs elektronische weg vastgelegd en ook in die vorm vastgesteld, tegelijk met een analoge versie van het bestemmingsplan. Als de digitale en analoge versie tot interpretatieverschillen leiden, is de digitale versie leidend. Hieronder worden de aanwezige planregels puntsgewijs besproken.
3.2 Bestemmingsregels
In het navolgende wordt de algemeen gehanteerde opbouw van de regels toegelicht. Deze ziet er als volgt uit:
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Hoofdstuk 2 Algemene regels
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels
De tekst hieronder bespreekt deze hoofdstukken puntsgewijs.
3.2.1 Inleidende regels
Dit onderdeel bestaat uit de begrippen (Begrippen). Deze artikelen geven aan wat in de regels onder bepaalde begrippen moet worden verstaan. Dit is alleen het geval wanneer begrippen niet op voorhand voor een eenduidige uitleg, in overeenstemming met normaal spraakgebruik, vatbaar zijn. De gemeente heeft bindende afspraken over planregels opgesteld. Deze zijn aangepast in overeenstemming de eisen van de SVBP2012. Alle begrippen worden in alfabetische volgorde opgenomen, met uitzondering van de eerste begrippen 'plan' en 'bestemmingsplan'. In dit plan is slechts een zeer beperkt aantal begrippen opgenomen omdat de huidige plannen van kracht blijven. Er zijn dus alleen begrippen ten aanzien van geitenhouderijen opgenomen. Het belangrijkste begrip is het begrip 'geitenhouderij': "het houden van 20 geiten of meer". Op het houden van minder dan 20 geiten is deze op het voorkomen van gezondheidsrisico's bij mensen gerichte regeling dus niet van toepassing.
In Artikel 1 zijn alleen de relevante begrippen opgenomen, in dit geval het begrip geitenhouderij dat eerder is toegelicht.
Artikel 2 is een Relatie- en reikwijdtebepaling. Dat artikel bepaalt in het eerste lid dat alle bestemmingsplannen, als genoemd in Bijlage 1 van de bijlagen bij de regels, worden aangevuld en indien nodig worden gewijzigd als gevolg van dit voorliggende facetbestemmingsplan. Dat betekent dat de regels van dit voorliggende facetbestemmingsplan voorrang krijgen indien sprake is van strijdigheid. Voor het overige blijven de regels van de in Bijlage 1 genoemde bestemmingsplannen gelden. Op die manier blijven de in Bijlage 1 genoemde bestemmingsplannen van kracht zoals ze dat nu reeds doen, de plannen worden op het onderwerp geitenhouderijen slechts aangevuld. Als een bestemmingsplan als genoemd in Bijlage 1 wel regels bevat omtrent geitenhouderijen, dan worden die bestemmingsplannen (alleen voor het onderwerp geitenhouderijen) herroepen en gelden de regels uit dit facetbestemmingsplan.
In het tweede lid van artikel 2 wordt de reikwijdte van de regeling aangegeven. Feitelijk wordt hier het doelstelling van de regeling weergegeven, namelijk gezondheidsrisico's bij mensen voorkomen. Daarbij is ook direct bepaald dat het niet de bedoeling is van deze beheersverordening om de bestemmingsregelingen in andere zin verder te veranderen. Het is dus niet zo dat op grond van dit plan kan worden geconcludeerd dat het houden van 19 of minder geiten als een hobby kan worden gezien. Dat soort activiteiten blijven nog steeds bedrijfsmatige activiteiten die dus ook niet passen in bijvoorbeeld een bestemming Wonen of andere bestemmingen dan agrarische bestemmingen.
3.2.2 Algemene regels
Hoofdstuk 2 Algemene regels bestaat uit een tweetal artikelen:
Artikel 3 Anti-dubbeltelregel;
Artikel 4 Algemene gebruiksregels.
De 'Anti-dubbeltelregel' is als verplicht artikel opgenomen op grond van artikel 3.2.4 van het Bro.
De 'Algemene gebruiksregels' betreffen de kern van dit facetbestemmingsplan. Deze regeling (artikel 4.1) bevat het verbod voor het uitbreiden van het gebruik of bouwen van bouwwerken (met name stallen) ten behoeve van geitenhouderijen. Uitgezonderd worden die geitenhouderijen die de stalvloeroppervlakte willen vergroten in het kader van dierenwelzijn, mits het aantal vergunde geiten niet worden vergroot.
Om de regeling niet te zwaar te maken en te voldoen aan het evenredigheidsbeginsel, kent de algemene gebruiksregel, naast bovengenoemde uitzondering, ook een afwijkingsmogelijkheid. Die afwijkingsmogelijkheid heeft betrekking op het alsnog kunnen uitbreiden als uit onderzoek onomstotelijk is gebleken dat er geen gezondheidsrisico's zijn voor mensen die in de omgeving verblijven.
3.2.3 Overgangs- en slotregels
In dit hoofdstuk 3 zijn het overgangsrecht en de slotregel opgenomen. Voor de redactie van het overgangsrecht geldt het Bro. Dit besluit schrijft dwingend voor hoe het overgangsrecht moet luiden.
Tot slot bevat hoofdstuk 3 de slotregel waarin is aangegeven hoe het facetbestemmingsplan kan worden aangehaald.
Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid
Op basis van artikel 3.1.6, eerste lid, sub f, van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt een onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid.
4.1 Economische Uitvoerbaarheid
Met de in Hoofdstuk 2 van de Toelichting beschreven wijzigingen zijn geen (ontwikkelings)kosten gemoeid. Een exploitatieplan op grond van de Grondexploitatiewet is dan ook niet noodzakelijk.
4.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
In het kader van de te voeren planologische procedure wordt het plan gepubliceerd in de daarvoor gebruikelijke kanalen en in de Gemeenteblad. Aansluitend wordt het ontwerp van het bestemmingsplan voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. Het plan is ook raadpleegbaar op de website van de gemeente en op www.ruimtelijkeplannen.nl.
Hoofdstuk 5 Inspraak En Vooroverleg
5.1 Inleiding
Bij besluit van 19 september 2023 hebben burgemeester en wethouders het voorontwerp bestemmingsplan vrijgegeven voor vooroverleg ex art. 10 Besluit op de ruimtelijke ordening.
5.2 Vooroverleg
In het kader van het overleg ex art. 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan de volgende instanties:
- 1. Provincie Groningen, domein Beleid
- 2. Omgevingdienst Groningen
- 3. Veiligheidsregio Groningen
- 4. Waterschap Noorderzijlvest
- 5. Waterschap Hunze en Aa's
- 6. Gemeente Groningen, loket Bouwen en Wonen
- 7. GGD Groningen
Naar aanleiding hiervan is een aantal schriftelijke reacties ontvangen, die hieronder zijn samengevat en, voor zover deze daartoe aanleiding geven, van commentaar voorzien.
Provincie Groningen, domein Beleid
inhoud reactie
1. Het voorontwerp geeft de provincie vanuit provinciale belangen geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
2. In artikel 4.1, lid 2 van de planregels is bepaald dat het verbod zoals in het eerste lid gesteld geldt vanaf de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan. Planregels hebben geen terugwerkende kracht maar gelden vanaf de inwerkingtreding van het bestemmingsplan
commentaar gemeente
ad 1.
Geen reactie.
ad 2.
Het artikel is aangepast naar aanleiding van de reactie.
Omgevingsdienst Groningen
Geen reactie ontvangen.
Veiligheidsregio Groningen
Geen reactie ontvangen.
Waterschap Noorderzijlvest
inhoud reactie
Waterschap Noorderzijlvest stemt in met dit facetbestemmingsplan. Het plan heeft geen invloed op het (afval)watersysteem. Er is dus sprake van 'geen waterbelang'.
Waterschap van Hunze en Aa's
inhoud reactie
Bij waterschap Hunze en Aa's hebben we geen inhoudelijke op-of aanmerkingen op dit voorontwerp van het facetbestemmingsplan Geitenhouderijen 2023.
Gemeente Groningen, loket Bouwen en Wonen
inhoud reactie
Dit plan geeft LBW geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
GGD Groningen
inhoud reactie
- 1. In hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid op pagina 12 wordt beschreven dat de gemeente Groningen en de GGD Groningen reacties op de (samengevatte) zienswijzen geven als Zienswijzennota ontwerpbestemmingsplan. In beginsel beoordeelt de GGD geen zienswijzen van derden. Desgewenst kan de GGD op verzoek van gemeenten n.a.v. een concrete vraag advies geven over inhoudelijke aspecten uit de zienswijzen.
- 2. Er wordt beschreven dat de GGD vervolgonderzoek doet. Dit is niet correct. Dit onderzoek wordt gedaan door het programma Veehouderij en Gezondheid Omwonenden. Het RIVM, Universiteit Utrecht, Wageningen UR en Nivel voeren samen deze onderzoeken uit. De GGD gebruikt de resultaten uit dit onderzoek in de advisering aan gemeenten en inwoners, maar doet dit onderzoek dus niet zelf.
- 3. Op pagina 6 in het Facetbestemmingsplan Geitenhouderijen 2023 versie voorontwerp wordt het GGD advies met betrekking tot het voorzorgsbeginsel beschreven. Het beschreven GGD advies is niet volledig overgenomen. De GGD adviseert namelijk ook om geen nieuwe gevoelige bestemmingen (woningen, scholen, kinderdagverblijven, woonzorgcentra) binnen twee kilometer van een bestaande geitenhouderij te plaatsen. We stellen voor het GGD advies in zijn geheel over te nemen. Daarnaast adviseert de GGD om ook goede informatie te geven over gezondheidsrisico's en over de motivering van een besluit, zowel richting ondernemers als omwonenden.
- 4. In het Facetbestemmingsplan Geitenhouderijen wordt de keuze m.b.t. het dieraantal waarvoor het plan geldt beschreven. In de VGO onderzoeken is het bedrijfsmatig houden van geiten (minimaal 50 geiten) als afkappunt gebruikt. Op basis van de huidige inzichten kunnen we geen uitspraken doen wat het effect van een kleine vs. een grotere geitenhouderij is.
commentaar gemeente
ad 1.
Het hoofdstuk is aangepast naar aanleiding van de reactie.
ad 2.
De tekst in de beheersverordening alsook in het ontwerpbestemmingsplan is aangepast naar aanleiding van de reactie.
ad 3.
Het doel van de facetregelingen is het bevriezen van de huidige situatie en nieuwe geitenhouderijen te weren. Voor eventuele andere maatregelen wordt het vervolgonderzoek afgewacht. Het advies van de GGD wordt daarom niet in zijn geheel overgenomen.
ad 4.
Geen reactie nodig.
Bijlage 1 Bestemmingsplannen Waarop Het Plan Van Toepassing Is
Nr. | Naam | Vastgesteld | |
UP 001 | Plutolaan | 15-03-2011 | |
WP 001 | Atlas en Pleione Pleiadenlaan | 11-12-2018 | |
UP 003 | Westerwal Van Heemskerckstraat | 24-06-2020 | |
UP 005 | De Meeuwen | 24-03-2020 | |
UP 006 | Meeroevers vlek 3 het eiland | 11-09-2018 | |
UP 007 | Tersluis Vlek 16 | 17-07-2018 | |
UP 008 | Groenewei | 21-05-2019 | |
UP 009 | De Zeilen | 21-05-2019 | |
UP 010 | De Zeilen fase 2 | 16-03-2021 | |
UP 011 | Meeroevers II/b vlek 13 | 23-03-2021 | |
UP 012 | Meerstad-Harksteder Broeklanden | ||
UP 550 | Reitdiep 2015 | 03-03-2016 | |
022 | Bestemmingsplan Dorpskern Ten Boer | 28-04-2012 | |
023 | Bestemmingsplan Kleine Dorpskernen Ten Boer | 25-09-2013 | |
025 | Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Ten Boer | 18-04-2017 | |
026 | Bestemmingsplan Gebouwd erfgoed en Parkeren | 31-10-2018 | |
027 | Kindcentrum | 31-10-2018 | |
139 | West-End Groningen | 29-08-1966 | |
347 | Driebond | 10-04-1991 | |
352 | Hoornse Dijk | 19-06-1991 | |
390 | De Brink/De Meeuwen | 24-09-1997 | |
412 | CiGa | 27-06-2001 | |
427 | Kostverloren, Zeeheldenbuurt en Badstratenbuurt | 31-05-2006 | |
430 | Vinkhuizen 2007 | 20-06-2007 | |
431 | Hoendiep 2008 | 30-09-2009 | |
433 | Meerstad | 19-12-2007 | |
437 | Westpoort | 20-02-2008 | |
438 | Peizerweg 2009 | 30-09-2009 | |
439 | Oud Zuid | 27-05-2009 | |
442 | Openbaar Vaarwater | 27-01-2010 | |
443 | Opheffing geluidzone en herziening Friesestraatweg / Reitdiep | 25-11-2009 | |
444 | Herziening Eemspoort Hunzezone | 17-06-2009 | |
448 | Waterrand Oosterparkwijk | 30-09-2009 | |
449 | Kempkensberg – Engelse Kamp e.o. | 29-10-2008 | |
450 | Coendersborg | 28-10-2009 | |
451 | Transferium Hoogkerk / Peizermade | 28-08-2008 | |
453 | Paddepoel, Selwerd en Tuinwijk | 27-01-2010 | |
454 | De Held III | 17-06-2009 | |
455 | De Wijert | 27-01-2010 | |
456 | Woonwagenterrein Hoendiep | 26-01-2011 | |
457 | La Liberté | 28-01-2009 | |
458 | Corpus den Hoorn 2008 | 17-12-2008 | |
459 | Bodenterrein/UMCG | 26-05-2010 | |
460 | De oude Hortus | 17-11-2010 | |
464 | Eendrachtskade ZZ 12 | 30-09-2009 | |
465 | Bedrijventerrein Driebond | 22-06-2011 | |
467 | Korrewegwijk/De Hoogte 2009 | 20-10-2010 | |
468 | Pop Dijkemaweg | 30-01-2013 | |
469 | Forum | 30-11-2011 | |
470 | Grote Markt - Oostwand | 30-11-2011 | |
471 | Helpman | 20-10-2010 | |
472 | De Held I | 29-09-2010 | |
473 | De Hunze / Van Starkenborgh | 20-10-2010 | |
474 | Hoogeweg hoek prof. Uilkensweg | 20-10-2010 | |
477 | Cortinghborg | 30-11-2011 | |
478 | Campus Augustinus | 25-08-2010 | |
480 | Oosterpoort | 29-05-2013 | |
481 | Poelestraat-achterzijde | 30-11-2011 | |
482 | Hoogkerk-Gravenburg | 18-07-2012 | |
484 | Bedrijventerrein Koningsweg | 26-06-2013 | |
485 | Hoornse Meer, Hoornse Park en Piccardthof | 28-09-2011 | |
486 | Buitengebied | 25-04-2012 | |
487 | Pop Dijkemaweg 38 | 15-12-2010 | |
489 | Oosterparkwijk | 28-03-2012 | |
490 | Regiotram – tracédelen I en II | 18-07-2012 | |
491 | Oosterhoogebrug en Ulgersmaborg | 21-12-2011 | |
493 | Damsterdiep 269 en 275 | 28-09-2011 | |
494 | SOZAWE | 16-02-2011 | |
495 | Reitdiep 2012 | 18-07-2012 | |
497 | Lewenborg/Ruischerwaard | 28-03-2012 | |
498 | HOV West fase 3 | 20-07-2011 | |
500 | Oostelijke Ringweg, Beijum-zuid | 28-09-2011 | |
501 | Trefkoel | 28-09-2011 | |
502 | Semmelweisstraat | 25-01-2012 | |
503 | Schildersbuurt | 19-12-2012 | |
504 | Kranenburg – Stadspark | 26-06-2013 | |
505 | Beijum | 26-06-2013 | |
506 | Ebbingekwartier | 25-01-2012 | |
508 | Binnenstad-Oost 2012 | 24-04-2013 | |
511 | Oostelijke Ringweg, Kardinge | 22-02-2012 | |
512 | Friesestraatweg-Hoogeweg | 30-01-2013 | |
513 | Hortusbuurt - Noorderplantsoen | 26-06-2013 | |
514 | Bessemoerpark | 19-12-2012 | |
515 | Sontwegtracé | 29-01-2014 | |
516 | Bedrijventerrein Zuidoost | 26-06-2013 | |
517 | Westpark | 29-05-2013 | |
521 | Sontweggebied - Damsterdiep | 26-06-2013 | |
522 | Ruskenveen 2012 | 26-06-2013 | |
523 | Lintdorpen en Ruischerbrug | 26-06-2013 | |
524 | Van Heemskerckstraat | 26-06-2013 | |
525 | Oostelijke Ringweg, Groningerweg | 27-02-2013 | |
526 | Binnenstad | 26-11-2014 | |
527 | Europapark 2013 | 25-09-2013 | |
528 | Pleiadenlaan-oost 2 | 26-06-2013 | |
529 | Paddepoel centrum | 26-06-2013 | |
530 | Kardinge | 26-10-2016 | |
531 | Aduard-Nieuwklap | 29-01-2014 | |
532 | Oranjebuurt-Noorderplantsoenbuurt | 17-12-2014 | |
533 | Cortinghborg II | 23-04-2014 | |
538 | Bruilweering 2014 | 20-04-2016 | |
539 | Helpermaar 2014 | 18-02-2015 | |
540 | Partiële herziening bestemmingsplan Poelestraat-achterzijde | 29-10-2014 | |
544 | Bedrijfsperceel Wolddijk | 18-03-2015 | |
545 | Noordoosthoek Hoornse Meer | 24-02-2016 | |
547 | Grondberging Roderwolderdijk 2016 | 31-05-2017 | |
548 | Fabriekslaan suikersiloterrein | 30-09-2015 | |
549 | Station Groningen Europapark | 24-06-2015 | |
UP 550 | Reitdiep 2015 | 15-12-2015 | |
551 | Partiële herziening bp Kranenburg-Stadspark - de drafbaan en de Kring | 29-06-2016 | |
552 | Hoofdstation Groningen | 30-11-2016 | |
553 | Halfweg | 28-06-2017 | |
554 | Friesestraatweg 145 | 29-06-2016 | |
555 | Zernike Campus Groningen | 30-10-2019 | |
556 | Vishoek, Hoekstraat en Muurstraat | 08-06-2016 | |
557 | Facetherziening Parkeren | 08-06-2016 | |
559 | Selwerderhof e.o. | 28-06-2017 | |
560 | Europapark, herziening 2015 | 20-04-2016 | |
561 | Melisseweg | 26-10-2016 | |
562 | Hoogkerk-Zuid 2016 | 29-03-2017 | |
563 | Uitvaartfaciliteit Hoendiep | 28-06-2017 | |
564 | Polaris Pleiadenlaan | 25-01-2017 | |
565 | Friesestraatweg 139 | 24-06-2020 | |
568 | Meerstad - Midden West | 26-01-2018 | |
569 | De Meeuwen - De Brink 2017 | 28-06-2017 | |
573 | Bedrijventerrein Reitdiep | 27-06-2018 | |
579 | De Merodelaan | 31-10-2018 | |
581 | Friesestraatweg 209 | 28-03-2018 | |
592 | Openbaar Vaarwater 2019 | 09-09-2020 | |
594 | Noorderstraat Hoogkerk | 27-11-2019 | |
595 | Buitengebied (herziening 1997) voorheen gem. Slochteren (PCP-plan) | 22-12-1997 | |
596 | Kostverloren | 27-04-1953 | |
601 | Friesestraatweg 175 | ||
602 | Friesestraatweg 181 | 22-12-2021 | |
604 | Dorpsweg 36 Garmerwolde | 22-04-2020 | |
614 | Ter Borchlaan 1 | 03-03-2021 | |
636 | Midscheeps 3 | 15-09-2021 | |
645 | Friesestraatweg 231 | 27-01-2021 | |
646 | Chw bestemmingsplan De Suikerzijde, deelgebied noord | 02-06-2021 | |
649 | Tracé Ring Zuid Groningen | 05-04-2023 | |
650 | Fietsroute Plus Groningen - Ten Boer | 24-11-2021 | |
651 | Engelberterweg 96 | ||
652 | 110kV kabelverbinding Groningen, Hunze - Bloemsingel | 28-09-2022 | |
655 | Project Holt, van Swietenlaan | ||
656 | Middelberterweg 44 en 44a | ||
657 | Brandenburgerstraat 7-11 | 28-09-2022 | |
674 | Middenweg 15-17-19 Hoogkerk | ||
676 | Oosterweg 83 Groningen | ||
nvt | Bestemmingsplan Lageland, Eemskanaal Zz 3 | 28-09-2012 | |
nvt | Inpassingsplan Opstelterrein De Vork Essen- Haren | 16-12-2015 | |
nvt | Bestemmingsplan EHS en recreatieterrein zuidoostzijde Paterswolde | 31-10-2016 | |
nvt | Bestemmingsplan Haren - De Meihorst | 28-09-2015 | |
nvt | Haren - Dilgt, Hemmen en Essen deelgebied 1 | 29-10-2018 | |
nvt | Bestemmingsplan Haren - Dilgt, Hemmen en Essen (deelgebied 3) | 29-04-2010 | |
nvt | Bestemmingsplan Haren - Dilgt, Hemmen en Essen deelgebied 5 en 6 | 27-05-2013 | |
nvt | Bestemmingsplan Haren - dorp West | 29-10-2012 | |
nvt | Bestemmingsplan Haren Sportpark Onnerweg | 29-03-2010 | |
nvt | Bestemmingsplan Horeca De Lijte-Meerweg | 26-01-2015 | |
nvt | Bestemmingsplan Meerweg 189 te Haren | 30-10-2017 | |
nvt | Bestemmingsplan Onnen | 26-09-2011 | |
nvt | Bestemmingsplan Van Spoor tot Steeg | 31-01-2011 | |
nvt | Bestemmingsplan Waardeel te Glimmen | 26-10-2015 | |
nvt | Haren Zernike College | 16-12-2013 | |
nvt | Haren Stationsgebied | 29-05-2017 | |
nvt | Helders werf | 30-03-2015 | |
nvt | Haren - Raadhuisplein | 30-03-2021 | |
nvt | Bestemmingsplan Woningbouw Meerweg-West | 18-12-2017 | |
nvt | Theda Mansholt | 26-06-2019 | |
GU001 | Gerechtelijke uitspraak Oosterpoort | 24-12-201 |