Chw bestemmingsplan 8e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen
Bestemmingsplan - gemeente Dalfsen
Vastgesteld op 25-04-2022 - geheel onherroepelijk in werking
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Chw bestemmingsplan 8e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsenmet identificatienummer NL.IMRO.0148.8eVerzamelplanBG-vs01 van de gemeente Dalfsen.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Dit plan is een aanvulling op het bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Dalfsen" zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen op 24 juni 2013, met dien verstande dat:
- a. de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Dalfsen" zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen op 24 juni 2013, en voorzover sindsdien herzien en inclusief enkele wijzigingen in nummering en technische aanpassingen, zijn herzien voor zover is aangegeven in gearceerde tekst en
doorhalingen - b. van de in dit plan op de verbeelding opgenomen bestemmingen de verbeelding van het 4e verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen, vastgesteld door de gemeenteraad op 21 juni 2018, voor zover het betreft de enkelbestemming inclusief alle ter plaatse geldende aanduidingen en dubbelbestemmingen wordt vervangen.
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aanhuisverbonden beroep en bedrijf:
het uitoefenen van een beroep, niet zijnde een kapper, dat in een (bedrijfs)woning en of daarbij behorende gebouwen door de bewoner wordt uitgeoefend alsmede het in de (bedrijfs)woning en/of daarbij behorende gebouwen door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen vergunning nodig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, en waarbij de (bedrijfs)woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past. Onder het aanhuisverbonden beroep worden tevens gerekend internetwinkels en webshops.
1.6 afwijken:
bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van bij het plan aangegeven regels zoals bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening.
1.7 agrarisch aanverwante nevenfunctie:
een nevenfunctie die betrekking heeft op activiteiten naast een agrarisch bedrijf die nauw verwant zijn met of direct voortkomen uit de agrarische bedrijfsvoering, zoals verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten, zorgboerderij, ambachtelijke verwerking van agrarische producten, inpandige opslag en stalling van agrarische producten.
1.8 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij of een pelsdierhouderij.
1.9 agrarisch medegebruik:
agrarisch gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit agrarisch gebruik is toegestaan.
1.10 ambachtelijk bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen alsmede - in rechtstreeks verband daarmee en als ondergeschikte nevenactiviteit - detailhandel en dat door dienstverlening en/of afzet in hoge mate gebonden is aan zijn directe omgeving.
1.11 ander-werk:
een werk, geen bouwwerk zijnde.
1.12 bebouwing:
eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.13 bebouwingspercentage:
de bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden.
1.14 bed & breakfast:
een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt binnen de (bedrijfs)woning. Onder een bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.
1.15 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.16 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
1.17 bedrijfsmatige exploitatie:
het door middel van een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon beheren en/of exploiteren van de objecten, waarbij geldt dat daar permanent wisselende recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden.
1.18 bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
1.19 beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.
1.20 beleidsregel:
onderdeel van een door het College van B&W en/of de gemeenteraad vastgesteld beleidsdocument.
1.21 belemmeringenstrook:
een strook grond of water waaraan beperkingen kunnen worden opgelegd in verband met de veiligheid van ondergrondse en/of bovengrondse leidingen.
1.22 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aanhuisverbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.23 bestaand:
- Met betrekking tot bebouwing:
legale bebouwing die op tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, met uitzondering van die bebouwing die is ingezet volgens de beleidsregels “Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied”. - Met betrekking tot gebruik:
het legale gebruik van grond en bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan krachtens een omgevingsvergunning.
1.24 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.25 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.26 Bevi-inrichting:
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen 1.
- 1. Bij bedrijven die mogelijk onder de werking van het Bevi vallen, is in de Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein de letter R vermeld. Deze aanduiding is indicatief. Van geval tot geval zal moeten worden beoordeeld of het betreffende bedrijf onder de werking van het Bevi valt (zie ook bijlage 1). Het is niet uitgesloten dat, bijvoorbeeld door nieuwe ontwikkelingen, ook andere bedrijven dan opgenomen in de lijsten 1 en 2 (met index R)\ onder het Bevi vallen of gaan vallen.
1.27 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.28 boom:
een opgaand gewas zowel levend als afgestorven, met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 30 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.
1.29 boomkwekerij:
een bedrijf dat is gericht op het telen van laan- en sierbomen, vruchtbomen en/of heesters.
1.30 boomwaarde:
de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.
1.31 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.32 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.33 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.34 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.35 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.36 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.37 bouwwerk voor recreatief nachtverblijf:
een bouwwerk dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor de bedrijfsmatige exploitatie van een recreatief nachtverblijf, met een met de grond verbonden constructie van enige omvang en met een plaatsgebonden karakter (zoals stacaravan, trekkershut, tenthuisje).
1.38 buitengebied gebonden bedrijf:
een bedrijf dat naar de aard van zijn activiteiten gebonden is aan het agrarische buitengebied of waarvan de activiteiten zijn gericht op het buitengebied. Hierbij kan sprake zijn van de volgende (combinatie van) activiteiten:
- het leveren van diensten aan agrarische bedrijven, zoals agrarische loon- en grondverzet bedrijven en agrarische hulpbedrijven, landbouwmechanisatiebedrijven en veehandelsbedrijven;
- bewerking, verwerking, distributie en opslag van agrarische producten;
- bijenteelt en hoveniersbedrijf.
1.39 camperplaatsen:
recreatief nachtverblijf waarbij sprake is van maximaal 15 camperplaatsen voor mobiele kampeerauto's per perceel, met de daarbij behorende voorzieningen, waarbij voor de percelen op dit moment kadastraal bekend als gemeente Nieuwleusen, sectie O, nummers 613, 685 en 688 (Ruitenveen 4/4a) gezamenlijk geldt dat er maximaal 15 camperplaatsen toegestaan zijn.
1.40 carport:
een bijbehorend bouwwerk, dat plat is afgedekt en voorzien van maximaal 2 wanden.
1.41 consumentenvuurwerk:
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
1.42 cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.
1.43 dagbesteding en logeren:
het voor mensen met een verstandelijke of geestelijke beperking, psychiatrische cliënten of zorgbehoevende ouderen met een zorg- of hulpvraag aanbieden van activiteiten die hun integratie in de maatschappij stimuleren. Deze activiteiten vinden plaats in de dag periode met een maximum van 40 aantal gelijktijdig aanwezige personen, exclusief de bewoners. Voor de nachtperiode is uitsluitend logeren toegestaan met een maximum van 7 aaneengesloten nachten met een maximum van 12 gelijktijdig aanwezige personen, exclusief de bewoners.
1.44 dagrecreatieve voorzieningen:
dagrecreatie welke zich, in principe, afspeelt tussen zonsopgang en zonsondergang en niet is gericht op horeca. Onder dagrecreatieve voorzieningen vallen verschillende vormen van buitengebiedgebonden recreatie. Hieronder vallen onder andere routegebonden recreatie, waterrecreatie, cultuurtoerisme, natuurtoerisme, recreatieterreinen en visvijvers etc.
1.45 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
1.46 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.47 detailhandel in volumineuze goederen:
detailhandel in omvangrijke producten en materialen, als keukens, badkamers, sanitair, woninginrichting waaronder meubelen, auto's, boten, caravans en tenten, grove bouwmaterialen, brand- en explosiegevaarlijke stoffen, bouwmarkten en tuincentra.
1.48 dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
1.49 dierenactiviteiten:
een dierenhotel voor maximaal 10 honden, 20 katten en 10 kleine huisdieren, voerverkoop voor dieren met een maximale oppervlakte van 25 m2, (honden)speelveld, hondenuitlaatservice en gedragsbegeleiding hond en baas voor maximaal 10 personen.
1.50 discotheek:
een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken.
1.51 energieneutrale recreatiewoning:
een recreatiewoning uitgevoerd met BENG 2 kleiner of gelijk aan 0 kWh/m2.jr en verder wordt voldaan aan de minimale eisen voor BENG 1 en BENG 3.
1.52 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond.
1.53 eerste verdieping:
de tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen.
1.54 eigen energieverbruik:
de gemiddelde hoeveelheid energie die de aanvrager per jaar verbruikt.
1.55 erker:
een plat afgedekte uitbouw aan de gevel van een woning.
1.56 extensieve dagrecreatie:
extensieve vorm van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen en paardrijden, inclusief naar de aard en omvang daartoe behorende voorzieningen, zoals picknicktafels, banken en informatieborden, waarbij de recreatievorm geen specifiek beslag legt op de ruimte.
1.57 gastouderopvang
kinderopvang waarbij de opvang plaatsvindt op het woonadres van de gastouder binnen een bedrijfswoning of woning, met dien verstande dat op dit adres niet meer dan een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd, bestaande uit de gelijktijdige opvang van ten hoogste zes kinderen, en verder zoals bepaald in de Wet Kinderopvang;
1.58 gastenverblijf
Een bijbehorend bouwwerk die ten dienste staat van een woning, die geschikt is voor incidentele overnachting van gasten die elders hun hoofdverblijf hebben en waarbij geen sprake is van permanente bewoning of van een bedrijfsmatig geëxploiteerd recreatieverblijf.
1.59 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.60 geluidsgevoelige gebouwen:
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
1.61 geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein, een spoorweg of een weg als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
1.62 glastuinbouwbedrijf:
een bedrijf dat (overwegend) is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen door gebruik te maken van kassen (staand glas).
1.63 groepsacommodatie:
een (voormalig) agrarisch bedrijfsgebouw dat dient voor recreatief nachtverblijf, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 350 m2 bedraagt en het aantal slaapplaatsen ten hoogste 50 bedraagt;
1.64 halfvrijstaande woning:
twee-aaneengebouwde woningen.
1.65 hoofdgebouw:
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.66 horeca(bedrijf):
een bedrijf met bijbehorend terras, in hoofdzaak gericht op:
- a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;
- b. het verstrekken van nachtverblijf;
- c. het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten.
Tot een horecabedrijf worden ook afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten gerekend.
1.67 houtopstand:
één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, met een minimale dwarsdoorsnede van 30 centimeter, op 1,3 meter hoogte boven maaiveld.
1.68 inkoopstation:
afzonderlijke technische ruimte waar toelevering van windenergie vanaf het windmolenpark op het openbaar net plaatsvindt.
1.69 internetwinkel/webshop:
een met een aanhuisverbonden beroep te vergelijken activiteit waarbij sprake is van een online etalage waarbij diensten en producten kunnen worden aangeschaft via het internet. Er is daarbij geen sprake van de opslag van goederen, het afhalen van goederen, verkoop aan huis, een showroom aan huis of reclameuitingen.
1.70 inwoning:
het bewonen van een ruimte, die deel uitmaakt van een woning die door een ander huishouden in gebruik is genomen met dien verstande dat dit slechts is toegestaan binnen de bestaande woning of de maximaal toegestane inhoud van een nieuwe woning. en woningsplitsing niet is toegestaan.
1.71 jeugdopvang en wonen:
het opvangen en laten logeren en wonen van kinderen en jongvolwassenen in semi-gezinsverband danwel in en maximaal 5 semi-zelfstandige woonruimten binnen de bestaande bebouwing
1.72 kampeerboerderij:
een bedrijfsgebouw of gedeelte daarvan van een als zodanig functionerend agrarisch bedrijf dat geschikt is gemaakt door veelal tijdelijke voorzieningen voor recreatief (nacht-)verblijf gedurende een beperkte periode per jaar;
1.73 kinderdagverblijf:
het kleinschalig bedrijfsmatig (ondergeschikt aan de hoofdfunctie) of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen, tot de eerste dag van de maand waarop het basisonderwijs voor die kinderen begint (kinderopvang) en de opvang van kinderen tot 13 jaar voor of na schooltijd of tijdens schoolvakanties (buitenschoolse opvang) op een locatie waar deze kinderen niet hun hoofdverblijf hebben, waarbij het maximum aantal kindplaatsen wordt gesteld op 35 voor kinderopvang en 20 voor buitenschoolse opvang;
1.74 kinderopvang
het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen van 0 tot 12 jaar met een maximum aan het aantal kindplekken. Het aantal kindplekken wordt bepaald op basis van de maximale omvang van de toegestane bebouwing voor kinderopvang op het betreffende perceel en de Wet kinderopvang.
1.75 kleinschalige kinderdagopvang:
het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint, bestaande uit de gelijktijdige opvang van ten hoogste zes kinderen, waaronder begrepen gastouderopvang en kleinschalig peuterspeelzaalwerk.
1.76 (mobiel) kampeermiddel:
een onderkomen dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder een plaatsgebonden karakter (zoals tent, caravan, camper).
1.77 kantoor:
een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie.
1.78 kas:
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten.
1.79 kleinschalig kampeerterrein:
een kampeerterrein ten behoeve van het al dan niet jaarrond kleinschalig kamperen.
1.80 kwetsbaar object:
een object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.81 landschappelijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.
1.82 LPG-doorzet:
de afzet van LPG in m³ per jaar.
1.83 maaiveld:
de gemiddelde hoogte van het bestaande terrein grenzende aan de gevels.
1.84 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, expositieruimten: al dan niet in samenhang met en gebruik als groepsaccommodatie, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.85 manege:
bedrijf bestaande uit één of meerdere binnenrijbanen dat uitsluitend is gericht op het bieden van paardrijdmogelijkheden en het geven van instructie aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf, al dan niet met een horecavoorziening die is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van het managebedrijf.
1.86 middelgrote kinderdagopvang
het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint, bestaande uit de gelijktijdige opvang van tussen de zes en dertig kinderen, waaronder begrepen kleinschalig peuterspeelzaalwerk.
1.87 milieugevoelige functie
een woonfunctie, met inbegrip van andere verblijfsfuncties, zoals een aan huis verbonden beroep of bedrijf en gastenverblijf.
1.88 nadere eis:
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
1.89 natuur(wetenschappelijke) waarde:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied.
1.90 NGE:
nederlandse Grootte Eenheid: een rekeneenheid die wordt gehanteerd voor de vaststelling van de omvang van een agrarisch bedrijf, op basis van productiewaarde van oppervlakte, gewassen en dieren;
1.91 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden:
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming.
1.92 ondergeschikte (bijbehorende) horeca:
een (kleinschalige) horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor het bereiden en de consumptie van drank (niet zijnde alcohol op het perceel Hammerweg 10 en op het perceel kadastraal bekend als gemeente Dalfsen sectie N nummer 1493) en etenswaren in de ochtend, middag en avond ten dienste van de bestemming met bijbehorend terras. Verhuur aan derden tijdens en buiten openingstijden, voor al dan niet besloten feesten en partijen, is niet toegestaan.
1.93 onderkomens:
voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen.
1.94 paardenbak:
niet-overdekte rijbaan voorzien van natuurlijk bodemmateriaal ten behoeve van (hobbymatig) paardrijden, waarvan de maatvoering niet meer mag bedragen dan 60 m bij 20 m;
1.95 paardenhouderij:
- Productiegericht: een grondgebonden agrarisch bedrijf dat is gericht op het fokken van paarden, het bieden van leefruimte aan opgroeiende paarden met daarbij behorende trainingsfaciliteiten en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden en de in- en verkoop van paarden.
- Gebruiksgericht: een op de verbeelding aangegeven paardenhouderij die, naast het uitoefenen van productiegerichte paardenhouderijactiviteiten, mede is gericht op het bieden van stallingsruimte voor paarden, het trainen van paarden en het uitbrengen in de sport, alsmede verhuur van diensten met behulp van paarden, niet zijnde een manege.
1.96 participatie:
het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit. Met belanghebbenden wordt bedoelt burgers, vertegenwoordigers van bedrijven, professionals van maatschappelijke organisaties en bestuurders van overheden.
1.97 passantenhaven:
gronden (i.c. met water) die (dat) in hoofdzaak gericht zijn op het bieden van een ligplaats aan recreatievaartuigen voor een beperkte termijn.
1.98 peil:
- 1. De kruin van de dichtstbij gelegen weg, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, geheel of gedeeltelijk is gelegen op een afstand van 10 m of minder van die weg;
- 2. De gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende maaiveld vóór het bouwrijp maken, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, is gelegen op een afstand van meer dan 10 m van de dichtstbij gelegen weg;
- 3. Indien het bepaalde onder 1 of 2 niet voldoende concreet is te bepalen, het door of namens burgemeester en wethouders aan te geven peil.
1.99 pensionstal:
derden de gelegenheid bieden om hun paarden en pony's te stallen, te weiden en te laten verzorgen, niet zijnde een manege, waarbij maximaal 10 paarden op het perceel aanwezig mogen zijn.
1.100 permanente bewoning:
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
1.101 plattelandswoning:
een bedrijfswoning behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting, die door een derde bewoond mag worden als bedoeld in artikel 1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), inclusief aanhuisverbonden beroep.
1.102 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.103 professioneel vuurwerk:
vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.
1.104 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding.
1.105 relatie:
ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waarmee die bestemmingsvlakken één vlak vormen.
1.106 recreatiewoning:
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.107 safaritent:
een bouwwerk geen gebouw zijnde voor recreatief nachtverblijf, waarbij op een vlonder een huisvormige constructie is geplaatst met zijwanden en dak van tentdoek en waarbij geldt voor het perceel Vilstersedijk 13 dat er maximaal 3 safaritenten op het perceel aanwezig mogen zijn.
1.108 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.109 sociale indicatie:
de noodzaak van verzorging van de ouder of een ander familielid.
1.110 Staat van Bedrijfsactiviteiten:
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.111 stacaravan:
een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grote afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
1.112 stalling en verhuur van landbouw voertuigen:
een bouwwerk dat gebruikt wordt voor de stalling en verhuur van landbouw voertuigen, waarbij de verhuur ondergeschikt is aan de stalling.
1.113 sterlocatie intensieve veehouderij:
een bestaand agrarisch bouwperceel ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', waar:
- a. een perspectiefvol agrarisch bedrijf met uitsluitend intensieve veehouderij is gevestigd dat over voldoende omgevingsruimte beschikt om door te groeien tot een omvang van minimaal 175 Nederlandse grootte eenheid (nge) of,
- b. een perspectiefvol gemengd agrarisch bedrijf is gevestigd dat kan doorgroeien tot een omvang van minimaal 175 NGE en waarbij de intensieve tak tot minimaal 140 NGE kan groeien.
1.114 sportkantine:
een verblijfslocatie waarin verstrekking van drank- en etenswaren gericht is op gebruikers van de sportvoorziening.
1.115 tenthuisje:
een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf, waarbij op een grondplaat een huisvormige constructie is geplaatst met zijwanden van hout en/of tentdoek en een dak van tentdoek.
1.116 theetuin
Tuin die onderdeel uitmaakt van het erf en die dienst doet als pleisterplaats voor dagrecreatie (ook gebruikt door passanten). De theetuin mag buiten de hieronder geschetste mogelijkheden niet gebruikt worden als restaurant functie en moet ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie. De theetuin moet verder voldoen aan de volgende voorwaarden:
- Er worden alleen thee en andere non-alcoholische dranken, en ook kleine, koude spijzen zoals broodjes geserveerd;
- Er worden maximaal vijf tafels en twintig stoelen geplaatst;
- Er worden geen bouwwerken gebruikt voor de theetuin, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – theetuin'. Hier is ook gebruik van binnenruimte voor de theetuin toegestaan;
- De theetuin mag alleen geopend zijn van april t/m september;
- Parkeren voor de theetuin moet op eigen terrein, parkeren in de berm is niet toegestaan;
- Voor wat betreft reclame-uiting de welstandsnota 2014 gemeente Dalfsen van toepassing is.
1.117 tiny house
een volledig uitgeruste woning van maximaal 50 m2 inclusief berging, met een maximale hoogte van 5 m bedoeld voor permanente bewoning voor het perceel Ommerweg 4A.
1.118 trekkershut:
een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf, niet voorzien van sanitair, dat bestemd is voor kortdurend recreatief verblijf van passanten.
1.119 turbine:
schoepenrad dat in beweging wordt gebracht door de kracht van luchtstroom, van stoom of vallend water.
1.120 uitbouw:
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist.
1.121 vakantie- en groepsaccommodatie:
gebouw of gebouwen die geschikt is voor recreatief verblijf in de vorm van groepsaccommodatie en boerderijkamers voor totaal maximaal 24 personen en de daarbij behorende buitenruimte.
1.122 vellen:
rooien; kappen; verplanten; snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, de ernstige beschadiging of de ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben. Regulier onderhoud zoals het periodiek vellen van hakhout en noodzakelijk beheer aan knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen valt hier niet onder.
1.123 verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel (Let op!. Dit is dus de netto-vloeroppervlakte).
1.124 volkstuin:
een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik.
1.125 voormalige agrarische bedrijfsgebouwen:
gebouwen op percelen die in het bestemmingsplan Buitengebied Dalfsen 1998, Buitengebied Lemelerveld en Buitengebied (voormalige gemeente) Nieuwleusen een agrarische bestemming hadden.
1.126 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, of niet aan de weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.
1.127 vrijstaande woning:
een op zichzelf staande woning.
1.128 vuurwerkbedrijf:
inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 Kg consumentenvuurwerk aanwezig is.
1.129 waterlodges:
een recreatief verblijf met maximaal 1 bouwlaag op het water, die naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken en uitsluitend is bestemd voor de bedrijfsmatige exploitatie van een recreatief nachtverblijf.
1.130 wellness-camperplaatsen:
recreatief nachtverblijf waarbij maximaal sprake is van 15 camperplaatsen voor mobiele kampeerauto's, met wellness- en/of andere recreatieve voorzieningen;
1.131 Wgh-inrichting:
een inrichting als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken.
1.132 windenergie:
energie uit een windturbine.
1.133 windturbine:
door de wind aangedreven bouwwerk, waarmee energie wordt opgewekt.
1.134 winkel:
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.
1.135 woning:
een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.136 woongebouw:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
1.137 woonhuis:
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat.
1.138 zoekgebied:
het gebied, dat groter is dan het eigenlijke bouwperceel, en waarbinnen de agrarische bebouwing moet worden opgericht; het zoekgebied heeft een oppervlakte van circa 30.000 m2 terwijl het eigenlijke bouwperceel een oppervlakte bij recht heeft van 10.000 of 15.000 m2, afhankelijk van het gebied waarin het agrarisch bedrijf is gelegen.
1.139 zonneveld
Een beperkt aantal zonnepanelen in een veldopstelling van maximaal 50 m2, bedoelt voor de energieproductie voor eigen gebruik. Het zonneveld is/wordt aangelegd op maaiveldniveau op een erf binnen de woonbestemming.
1.140 zorgboerderij:
het bieden van, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot zorg aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, in de vorm van een werkgemeenschap van sociaaltherapeutische aard.
1.141 zorgwonen:
bewoning van gebouwen door en/of verzorging van ouderen en/of mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking met een maximum van 8 personen en het aanbieden van dagbesteding voor mensen met een zorg of hulpvraag.
1.142 zweefvliegsport:
het recreatief zweefvliegen met zweefvliegtuigen waaronder zelfstartende zweefvliegtuigen, vliegtuigen die noodzakelijk zijn voor het doen opstijgen van de zweefvliegtuigen (sleepvliegtuigen) en TMG's (Touring Motor Glider).
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Gebouwen en bouwwerken
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschaften, airco kasten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van buitenwerkse maten, bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 Maatvoering
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
- a. voor lengten in meters (m);
- b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
- c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
- d. voor verhoudingen in procenten (%);
- e. voor hoeken/hellingen in graden (º).
2.4 Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de aangegeven lijn.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – extensiveringsgebied' intensieve veehouderijen niet zijn toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' intensieve veehouderijen uitsluitend zijn toegestaan op de adressen zoals genoemd in Bijlage104 Percelen intensieve veehouderij;
- b. boomkwekerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
- c. pelsdierhouderij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - pelsdierhouderij;
- d. schuilstal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuilstal';
- e. gebruiksgerichte paardenhouderij, ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij';
- f. schaapskooi, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schaapskooi';
- g. ijsbaan ten behoeve van de recreatieve beoefening van de schaatssport, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
- h. bosaanleg, ter plaatse van de aanduiding 'bos';
- i. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
- j. camperplaatsen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperplaatsen';
- k. aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- l. de in tabel 3.1 vermelde toegestane nevenfuncties
Tabel 3.1 nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
Inpandige opslag (m.u.v. opslag van gevaarlijke stoffen tenzij ten dienste van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud) en stalling | - | 500 |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (bv. kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 |
dagrecreatieve voorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen, zelfpluk | gehele bedrijf | 100 |
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast | ||
ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' een Agrarisch loonbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' een caravanstalling | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' een Hoveniersbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'jeugdopvang' een Jeugdopvang | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij' een Kampeerboerderij | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' een Kleinschalig kampeerterrein | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'opslag' Opslag | * | * |
'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestbassin' een Mestbassin | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehandelsbedrijf' een veehandelsbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuur' een schuur | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf' een Rietdekkersbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' een transportbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' Boerderijkamers | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - atelier en hobbyruimte' een atelier en hobbyruimte | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - safaritenten' safaritenten | - | - |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - tiny house', één tiny house | - | - |
ter plaatste van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang' , kinderopvang | - | - |
- nvt
* zoals aangeduid op de verbeelding.
- m. bestaande infrastructurele voorzieningen;
- n. de waterhuishouding;
- o. theetuin;
- p. extensieve dagrecreatie;
- q. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel;
- r. kleinschalige kinderdagopvang;
- s. paardenbak, met dien verstande dat:
- 1. per agrarisch bedrijf ten hoogste één paardenbak is toegestaan;
- 2. de paardenbak uitsluitend binnen het bouwperceel is toegestaan danwel ter plekke van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - paardenbak";
- t. het behoud van natuur- en landschapswaarden,
- u. het aanleggen onderhouden en in stand houden van een hoogstam fruitgaard in overeenstemming met Bijlage 148 Erfinrichtingsplan Korenweg 1 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch- landschappelijke fruitgaard';
- v. het aanleggen en onderhouden en in standhouden van een groensingel in overeenstemming met Bijlage 127 Beeldkwaliteitsplan Blikman Kikkertweg naast nr. 13 ter plaatse van de aanduiding "groen";
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen en agrarische cultuurgronden.
Onder het doel 'behoud van natuur- en landschapswaarden' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- perceels- en erfbeplantingen;
- kleinschaligheid alsmede de bescherming en/of herstel van de landschappelijke waarde, zoals deze tot uitdrukking komt in de voorkomende landschapselementen (houtwallen, -singels en bosjes) afzonderlijk en als samenhangend onderdeel van de (oorspronkelijke) verkavelingsstructuur, ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement';
- verkavelingsstructuur zoals deze tot uitdrukking komt in het verkavelingspatroon en de dat patroon ondersteunende landschapselementen, ter plaatse van de aanduiding 'verkavelingsstructuur';
- openheid, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement'.
- w. bomenteelt, ter plaatse van de aanduiding 'Bomenteelt ' is het gebruik van de gronden voor opgaande vormen van hout-, boom- en fruitteelt toegestaan;
- x. landschapselement, ter plaatse van de aanduiding Landschapselement'' geldt dat hier karakteristieke en waardevolle bestanddelen van het betreffende landschap voorkomen, zoals houtwallen, houtsingels, bosjes en microreliëf;
- y. vrijwaringszone - molenbiotoop, ter plaatse van de aanduiding ' Vrijwaringszone -molenbiotoop' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
3.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
3.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 3.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
- 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) situering van de bebouwing onderling te verzekeren.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 48 lid 48.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van glastuinbouwbedrijven;
- b. aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- c. de waterhuishouding;
- d. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel,
- e. de in tabel 4.1 vermelde toegestane nevenfuncties
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen - niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de opslag van mest - en agrarische gronden. Het maximaal aantal glastuinbouwbedrijven mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijven'.
Tabel 4.1 nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (bv. kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 |
dagrecreatieve voorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen, zelfpluk | gehele bedrijf | 100 |
Inpandige opslag (m.u.v. opslag van gevaarlijke stoffen tenzij ten dienste van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud) en stalling | - | 500 |
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast |
4.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
4.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 4.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
- 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke situering (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het landschap te verzekeren.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 48 lid 48.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – extensiveringsgebied' intensieve veehouderijen niet zijn toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' intensieve veehouderijen uitsluitend zijn toegestaan op de adressen zoals genoemd in 'Bijlage104 Percelen intensieve veehouderij';
- b. schuilstal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuilstal';
- c. landschapstuin, ter plaatse van de aanduiding 'tuin';
- d. ooievaarsnest op paal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ooievaarsnest';
- e. bosaanleg, ter plaatse van de aanduiding 'bos';
- f. verkeersdoeleinden, uitsluitend voor de bestaande wegen en (fiets-)paden;
- g. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
- h. minigolf als nevenactiviteit bij een tuincentrum, met maximaal 10 bezoekers tegelijkertijd, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minigolf';
- i. agrarisch gebonden natuurwaarden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch gebonden natuurwaarden';
- j. kinderdagverblijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderdagverblijf';
- k. boomkwekerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
- l. aanhuisverbonden beroep en bedrijf
- m. behoud van een historische moestuinmuur, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - moestuinschuur';
- n. de in tabel 5.1 vermelde toegestane nevenfuncties;
Tabel 5.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
Inpandige opslag (m.u.v. opslag van gevaarlijke stoffen tenzij ten dienste van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud) en stalling | - | 500 |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (bv. kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 |
dagrecreatieve voorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen, zelfpluk | gehele bedrijf | 100 |
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast | ||
ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' een Agrarisch loonbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' een caravanstalling | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' een Hoveniersbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'jeugdopvang' een Jeugdopvang | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij' een Kampeerboerderij | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' een Kleinschalig kampeerterrein | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'opslag' Opslag | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatie en constructie' mechanisatie en constructie activiteiten | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bandenhandel' een bandenhandel | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' boerderijkamers | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - luxe boerderijkamers' luxe boerderijkamers | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - jeugdopvang en wonen' Jeugdopvang en jeugd wonen | * | * |
ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van wonen - tiny house', één tiny house | - | - |
- nvt
* zoals aangeduid op de verbeelding
- o. de waterhuishouding;
- p. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel;
- q. kleinschalige kinderdagopvang;
- r. theetuin;
- s. extensieve dagrecreatie;
- t. paardenbak, met dien verstande dat:
- 1. per agrarisch bedrijf ten hoogste één paardenbak is toegestaan;
- 2. de paardenbak uitsluitend binnen het bouwperceel is toegestaan danwel ter plekke van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - paardenbak";
- u. behoud en herstel van natuur- en landschapswaarden;
- v. behoud van openheid;
- w. behoud van reliëf;
- x. behoud van de verkavelingsstructuur,
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen en agrarische cultuurgronden.
Onder het doel 'behoud en herstel van natuur- en landschapswaarden' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- kleinschalig, afwisselend landschap met vele landschapselementen, zoals houtwallen, -singels en bosjes, tussen de Vecht en de N340;
- perceels- en erfbeplanting;
- afwisseling tussen besloten gebieden, bossen, heidevelden en open plekken in het gebied tussen de Vecht en de Bosrandweg;
Onder het doel 'behoud van openheid' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- het vrijwel geheel ontbreken van bebouwing buiten de bebouwingslinten;
- de open gaten tussen de bebouwing in het lint;
- de grootschalige openheid.
Onder het doel 'behoud van reliëf' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- relatief grote hoogteverschillen, essen en steilranden in het gebied tussen de Vecht en de N340;
- steilranden en microreliëf in het gebied tussen de Vecht en de Bosrandweg.
Onder het doel 'behoud van de verkavelingsstructuur' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- onregelmatige blokverkavelingen:
- 1. in het gebied tussen de Vecht en de N340,
- 2. ten zuiden, zuidoosten en zuidwesten van Lemelerveld
- 3. ten westen van Hoonhorst;
- verkaveling in visgraatstructuur in het westen van het plangebied (Marshoek).
5.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
5.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 5.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
- 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) situering van de bebouwing onderling te verzekeren.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 48 lid 48.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Bedrijf
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven, met dien verstande dat:
- a. uitsluitend zijn toegestaan:
- 1. ambachtelijke en buitengebied gebonden bedrijven, alsmede bedrijven in van categorie 1 en 2 zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Staat vanBedrijfsactiviteiten met dien verstande dat op het perceel met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - beperkte aanwezigheid' alleen bedrijven gevestigd mogen worden waar tevens sprake is van geen of minimaal verblijf van personeel en bezoekers;
- 2. bedrijven ter plaatse van de aanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangegeven:
Functieaanduiding | Bedrijf |
'caravanstalling' | Caravanstalling |
'specifieke vorm van bedrijf – houtbe- en verwerkingsbedrijf' | Houtbe- en verwerkingsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf – houthandel' | Houthandel |
'specifieke vorm van bedrijf - groenrecycling' | Groenrecycling |
'opslag' | Opslag |
'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf' | Bouwbedrijf / Aannemersbedrijf / Montagebedrijf |
'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' | Tankstation met lpg |
'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' | Tankstation zonder lpg |
'specifieke vorm van bedrijf - diervoerbedrijf' | Diervoeder |
'specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf' | Auto- en motorbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - caravancentrum' | Caravancentrum |
'specifieke vorm van bedrijf - bouwmaterialenhandel' | Bouwmaterialen / Handel in bestratingsmateriaal |
'specifieke vorm van bedrijf - verhuurbedrijf' | Verhuurbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' | Transportbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - antennebedrijf' | Antennebedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' | Installatiebedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - sloopbedrijf' | Sloop- en handelsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - composteerplaat' | Composteerplaat |
'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij | Veehouderijbedrijf |
'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij' | (Boom)kwekerij |
- b. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- c. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
- d. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- e. detailhandel, niet zijnde productie gebonden, niet is toegestaan,
- f. de gronden zijn bestemd voor de aanleg en behoud van een hakhoutsingel ter plaatse van de aanduiding 'hakhoutsingel' waarbij binnen de dubbelbestemming Leiding - Gas geen diepwortelende beplanting aangelegd mag worden;
- g. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
6.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede milieusituatie;
- 3. de verkeersveiligheid
- 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 5. de externe veiligheid.
- 6. de ruimtelijke kwaliteit
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 48 lid 48.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
6.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Bedrijf - Nutsbedrijf
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van het openbaar nut zoals een rioolwaterzuivering en een telefooncentrale;
- b. transformatoren, gasvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
- c. gasontvangstation, ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van bedrijf - gasontvangstation' ;
- d. een gemaal, ter plaatse van de aanduiding 'gemaal'.
met daarbij behorende gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, bouwwerken, geen gebouw zijnde, erven en terreinen.
7.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
7.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 8 Bedrijf - Waterwinning
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf - Waterwinning aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. op het openbare net aangesloten nutsvoorzieningen in casu de winning, bewerking en productie van drinkwater, en in samenhang daarmee een educatief centrum;
- b. verkeersdoeleinden, uitsluitend voor zover het betreft bestaande wegen en (fiets-)paden;
- c. de extensieve recreatie (recreatieve voet-, fiets- en/of ruiterpaden en parkeergelegenheid), dit in afwijking van en/of in aanvulling op het bepaalde onder b;
- d. groenvoorzieningen en beplantingen ten behoeve van een natuurlijke inrichting en de landschappelijke inpassing van het terrein;
- e. voorzieningen ten behoeve van de berging en -retentie van afstromend hemelwater;
met daarbijbehorende gebouwen, andere-bouwwerken en terreinen.
8.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Waterwinning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
8.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 8.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. omvang en situering van de bebouwing;
- 2. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 3. de landschappelijke inpassing.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 48 lid 48.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Artikel 9 Bedrijf - Windturbine
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de opwekking en de levering van windenergie;
- b. agrarische gronden voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
- c. kraanopstelplaatsen;
- d. inkoopstations ten behoeve van de levering van elektriciteit aan het openbare net
met daarbij behorende bebouwing, erven en terreinen
9.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de milieusituatie;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 5. de sociale veiligheid;
- 6. de externe veiligheid.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 48 lid 48.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
9.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 10 Bos
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. (hoog)opgaande (afschermende) beplanting;
- b. bos en bosbeplanting ten behoeve van de houtproductie;
- c. eendenkooi, ter plaatse van de aanduiding 'eendenkooi';
- d. water en waterhuishouding;
- e. extensieve dagrecreatie,
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, andere-werken, waterlopen, paden en voorzieningen.
10.2 Bouwregels
Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
10.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud;
- b. het gebruik van de gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens.
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 11 Cultuur En Ontspanning
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van cultuur en ontspanning;
- b. seksinrichting met bijbehorende horeca, ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting';
- c. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
Op de voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
11.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 12 Detailhandel
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor een tuincentrum, zoals ook is aangeduid als 'tuincentrum'; met daarbij ondergeschikte en daarbij behorende:
- 1. dienstverlening;
- 2. horeca;
- 3. extensieve dagrecreatie;
- 4. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met de daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
Op de voor 'Detailhandel' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 13 Horeca
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca(bedrijven) als genoemd in categorie 1 tot en met 2 van de Horecalijst, die als Bijlage 106 bij deze regels is gevoegd;
- b. een horecabedrijf in categorie 1 tot en met 3 van de Horecalijst, die als Bijlage 106 bij deze regels is gevoegd, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
- c. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, terrassen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
Op de voor 'Horeca' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 14 Kantoor
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren,
- b. expositieruimte, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - expositieruimte',
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
14.2 Bouwregels
Op de voor 'Kantoor' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
14.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 15 Landhuis
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de instandhouding van landgoederen met landhuizen gesitueerd in een parkachtige aanleg;
- b. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep en/of bed & breakfast, ter plaatse van de aanduiding 'wonen':
- c. educatieve en culturele en maatschappelijke activiteiten, kantoor en ondergeschikte horeca ten dienste van de activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
- d. appartementen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - appartementen';
- e. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden in de vorm van landschapselementen, buitenplaatsen en parkinrichting, vijver en waterpartijen en het lanenstelsel;
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.
- g. specifiek op het perceel Poppenallee 33: de activiteiten zoals aangegeven onder lid b. (wonen) en c. (gemengd) en voor recreatie en andere functies van vergelijkbare aard waarbij geen strijd ontstaat met de regelgeving voor monumenten, met ondergeschikte bijbehorende horeca ten dienste van de activiteiten.
15.2 Bouwregels
Op de voor 'Landhuis' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.4 Specifieke gebruiksregels
15.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 16 Maatschappelijk
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. molen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - molen';
- c. dierenbegraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenbegraafplaats';
- d. dagbesteding en logeren, ter plaatse van de aanduiding 'dagbesteding en logeren';
- e. aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- f. een JOP, ter plaatse van de aanduiding 'jongerenontmoetingsplaats';
- g. kinderopvang, ter plaatse van de aanduiding 'kinderopvang';
- h. theetuin.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
16.2 Bouwregels
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 17 Maatschappelijk - Begraafplaats
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een begraafplaats;
met daarbij behorende bebouwing, erven, terreinen, paden, parkeer- en groenvoorzieningen.
17.2 Bouwregels
Op de voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 18 Natuur
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, de bescherming en/of het herstel van:
- 1. de natuurlijke waarden, zoals deze vooral tot uitdrukking komen in de vegetatie en de fauna;
- 2. de landschappelijke waarde, zoals deze tot uitdrukking komt in de openheid, kleinschaligheid, afwisselend landschap met vele landschapselementen, zoals houtwallen, -singels en bosjes en het (micro)reliëf;
- 3. de geo(morfo)logische en bodemkundige waarden;
- b. agrarisch medegebruik;
- c. houtoogst;
- d. schuur, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuur';
- e. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
- f. verblijfrecreatief terrein met maximaal 12 kampeermiddelen, ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
- g. uitkijktoren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijktoren';
- h. extensieve dagrecreatie;
- i. water en waterhuishouding,
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken en voorzieningen.
18.2 Bouwregels
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
18.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud;
- b. het gebruik van de gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens;
- c. het gebruik van de gronden als sport- en/of wedstrijdterrein;
- d. het gebruik van de gronden voor het beproeven van motorvoertuigen of voor het beoefenen van gemotoriseerde snelheids- en/of behendigheidssporten en de (model-)vliegsport.
18.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 19 Recreatie - Dagrecreatie
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatieve voorzieningen;
- b. scouting, inclusief incidentele overnachting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - scouting';
- c. motorclub, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - motorclub';
- d. recreatief nachtverblijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatief nachtverblijf';
met daarbij behorende bebouwing - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning is toegestaan, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen. Op het perceel Zwembadlaantje 8 is tevens toegestaan 'ondergeschikte horeca' tot een maximum van 50m2 van het gebouw en daarnaast maximaal 100m2 terras.
19.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
19.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 20 Recreatie - Recreatiewoning
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
- b. bos;
- c. bestaande infrastructurele voorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
waarbij geldt dat buiten de recreatiewoning de functie bos van primaire betekenis is;
met daarbijbehorende bebouwing - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
20.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
20.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede woonsituatie;
- 3. landschappelijke inpassing
- 4. de milieusituatie
- 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
- 6. de verkeersveiligheid;
- 7. de sociale veiligheid.
- 8. de externe veiligheid
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 48 lid 48.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
20.4 Afwijken van de bouwregels
20.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de recreatiewoningen voor permanente bewoning, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning', permanente bewoning van de recreatiewoning is toegestaan op grond van een objectgebonden gedoogbeschikking en zoals opgenomen in Bijlage 107; .
Artikel 21 Recreatie - Verblijfsrecreatie
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kampeerterreinen alsmede natuurcampings;
- b. gebouwen ten behoeve van verblijfsrecreatieve voorzieningen niet genoemd onder d en e;
met daaraan ondergeschikt:- 1. detailhandel;
- 2. dienstverlening;
- 3. horeca;
- c. gebouwen ten behoeve van onderhoud, beheer en sanitaire voorzieningen;
- d. (mobiele) kampeermiddelen;
- e. bouwwerken voor recreatief nachtverblijf in de vorm van stacaravans, trekkershutten en tenthuisjes;
met daarbijbehorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
21.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
21.3 Afwijken van de bouwregels
21.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruiken of laten gebruiken van kampeermiddelen, recreatiewoningen, stacaravans en trekkershutten/ tenthuisjes voor permanente bewoning.
- b. het gebruiken van de gronden en opstallen niet volgens Bijlage 6, voor uitvoering van de plannen op het perceel Poppenallee 24 behorende bij deze regels, en de percelen niet zijn ingericht binnen 12 maanden na het realiseren van de genoemde plannen of na inrichting niet in stand worden gehouden;
Artikel 22 Recreatie - Volkstuinen
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. volkstuinen voor de uitoefening van de niet-bedrijfsmatige (hobby-)tuinbouw;
- b. gebouwen ten behoeve van de volkstuinen;
met daarbijbehorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
22.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 23 Sport
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van sportactiviteiten, met uitzondering van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren, alsook ondergeschikte en daarbij behorende horeca;
- b. manege, ter plaatse van de aanduiding 'manege';
- c. motorcrossterrein, ter plaatse van de aanduiding 'motorcrossterrein';
- d. modelvliegtuigbaan, ter plaatse van de aanduiding 'modelvliegtuigbaan';
- e. vliegveld ten behoeve van de zweefvliegsport met daarbij behorende bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - zweefvliegveld';
- f. schietsportvereniging, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schietsportvereniging',
met daarbij behorende bebouwing, wegen, paden, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
23.2 Bouwregels
Op de voor 'Sport' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
23.3 Afwijken van de bouwregels
23.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 24 Verkeer
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden, met dien verstande dat niet meer dan het bestaande aantal rijstroken is toegestaan;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. speelvoorzieningen;
- e. geluidwerende voorzieningen,
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer, met daarbij behorende kunstwerken, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, water en groenvoorzieningen.
24.2 Bouwregels
Op de voor 'Verkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 25 Verkeer - Railverkeer
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegen, waaronder begrepen de (ongelijkvloerse) kruisingen met wegen en watergangen, alsmede voorzieningen ter reducering van het spoorweglawaai;
- b. uitsluitend station met voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation';
- c. uitsluitend parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein',
met daarbij bebouwing, erven, terreinen, water en groenvoorzieningen.
25.2 Bouwregels
Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 26 Water
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging;
- b. waterhuishouding;
- c. waterlopen;
- d. scheepvaart;
met daaraan ondergeschikt:
- e. oeververbindingen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. openbare nutsvoorzieningen;
- h. infrastructurele voorzieningen;
- i. extensieve dagrecreatie,
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
26.2 Bouwregels
Op de tot 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
26.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 27 Wonen
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- b. bed & breakfast;
- c. theetuin;
- d. de waterhuishouding;
- e. cultuurhistorische waarden;
- f. activiteiten op het gebied van de opslag en handel in tweedehands bouwmaterialen en zzp-activiteiten voor in de bouw ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke vorm van bedrijf - opslag en handelsbedrijf', met dien verstande dat de activiteiten uitsluitend binnen de bestaande bebouwing mogen plaatsvinden en dat buitenopslag niet is toegestaan.
- g. vrijwaringszone - molenbiotoop, ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone -molenbiotoop' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element;
- h. ter plaatse van de aanduiding 'erf zonder bebouwing' is geen bebouwing toegestaan.
- i. reconstructiewetzone - verwevingsgebied, ter plaatse van de aanduiding ' Reconstructiewetzone - verwevingsgebied ' geldt dat verschuiving, dan wel uitbreiding van de intensieve veehouderij voor bestaande bedrijven mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten;
- j. activiteiten tot de bestaande oppervlakte, ter plaatse van de aanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangegeven:
Functieaanduiding | Activiteit |
'agrarisch loonbedrijf' | Agrarisch loonbedrijf |
'atelier' | Atelier |
'bedrijf' | aannemersbedrijf |
'caravanstalling' | Caravanstalling, waarbij voor het perceel Ruitenveen 4/4A geldt dat tevens camperstalling is toegestaan |
'detailhandel' | Detailhandel |
'hovenier' | Hoveniersbedrijf |
'jeugdopvang' | Jeugdopvang |
'kampeerboerderij' | Kampeerboerderij |
'kampeerterrein' | Kleinschalig kampeerterrein |
'kantoor' | Kantoor en reclamebureau |
'maatschappelijk' | Educatie en sociaal-maatschappelijke instelling |
'museum' | Museum |
'opslag' | Opslag |
'verblijfsrecreatie' | Verblijfsrecreatie |
'zorgwonen' | Zorgwonen |
'geluidscherm' | geluidscherm |
'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij' | (Boom)kwekerij |
'specifieke vorm van agrarisch - pensionstal' | Pensionstal |
'specifieke vorm van agrarisch - mestopslag' | Mestopslag |
'specifieke vorm van agrarisch - veehandelsbedrijf' | Veehandelsbedrijf |
'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' | Veehouderij |
'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijk timmerbedrijf' | Ambachtelijk timmerbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - autouitdeukerij' | Autouitdeukerij |
'specifieke vorm van bedrijf - biologische bloemkwekerij en -binderij' | Biologische bloemenkwekerij en -binderij |
specifieke vorm van bedrijf - dierenactiviteiten' | Dierenactiviteiten |
'specifieke vorm van bedrijf - dierenpension' | Dierenpension |
'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' | Installatiebedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - machineverhuur' | Machineverhuur, reparatie en verkoop |
'specifieke vorm van bedrijf - metselbedrijf' | Metselbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking' | Metaalbewerkingsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - opslag en handelsbedrijf' | Opslag en handelsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - opslag van bouwmaterialen' | Bouwmaterialen opslag |
'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf' | Rietdekkersbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - schildersbedrijf' | Schildersbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkplaats' | Timmerwerkplaats en - bedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' | Stalling van vrachtwagens |
'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' | Boerderijkamers |
'specifieke vorm van recreatie - camperplaatsen' | Camperplaatsen |
'specifieke vorm van recreatie - nachtverblijf' | Nachtverblijf |
'specifieke vorm van recreatie - recreatieterrein' | Recreatieterrein |
'specifieke vorm van recreatie - safaritenten' | Safaritenten |
'specifieke vorm van recreatie - vakantie- en groepsaccommodatie' | Vakantie- en groepasaccommodatie |
'specifieke vorm van recreatie - wellness-camperplaatsen' | wellness-camperplaatsen |
'overig - stalling en verhuur van landbouw voertuigen' | Stalling en verhuur van landbouw voertuigen |
ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van wonen - tiny house' | Eén tiny house per bestaand perceel |
met daarbij behorende bebouwing, tuinen en erven
Per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan, dan wel het ter plaatste van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal.
27.2 Bouwregels
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
27.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede woonsituatie;
- 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
- 4. de verkeersveiligheid;
- 5. de sociale veiligheid.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 48.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
27.4 Afwijken van de bouwregels
27.5 Specifieke gebruiksregels
27.6 Afwijken van de gebruiksregels
27.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 28 Leiding - Gas
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. het ondergrondse transport van gas door een midden-en hogedruk gastransportleiding;
- b. met de daarbij behorende belemmeringenstrook;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
28.2 Bouwregels
28.3 Afwijken van de bouwregels
28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 29 Leiding - Hoogspanningsverbinding
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. (een) bovengrondse verbinding(en) ten behoeve van het transport van elektriciteit;
- b. (een) ondergronse verbinding(en) ten behoeve van het transport van elektriciteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - ondergrondse verbinding';
- c. met de daarbij behorende belemmeringenstrook;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
29.2 Bouwregels
29.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid29.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming.
29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 30 Leiding - Water
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. het ondergrondse transport van water door een (hoofd)waterleiding;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
30.2 Bouwregels
30.3 Afwijken van de bouwregels
30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 31 Waarde - Archeologie 1
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
31.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 31.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 0 m2 en;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
31.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 32 Waarde - Archeologie 2
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
32.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 32.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2 en;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
32.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 33 Waarde - Archeologie 3
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
33.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 33.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2 en;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
33.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 34 Waarde - Archeologie 4
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
34.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 34.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2 en;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
34.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 35 Waarde - Archeologie 5
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
35.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 35.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2 en;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
35.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 36 Waarde - Archeologie 6
36.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
36.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 36.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 5000 m2 en;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
36.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 37 Waarde - Archeologie 7
37.1 Bestemmingsomschrijving
Voor de voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden geldt geen onderzoeksplicht.
Artikel 38 Waarde - Archeologie 8
38.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 8' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
38.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 38.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2 en;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
38.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 39 Waarde - Archeologie 9
39.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 9' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
39.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 39.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2 en;
- 3. een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
39.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 40 Waterstaat - Waterbergingsgebied
40.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de instandhouding van primaire watergebieden.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
40.2 Bouwregels
- a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak bedraagt ten hoogste 1 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- c. het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op gronden voorzien van een bouwvlak.
40.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 40.2. Van de bevoegdheid tot afwijken wordt gebruikgemaakt, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen, het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en de wateropvang niet belemmerd wordt. Alvorens het gebruikmaken van de bevoegdheid tot afwijken wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in het waterschap omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van het waterbergingsgebied niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Artikel 41 Waterstaat - Waterkering
41.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en de instandhouding van de (primaire) waterkering.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
41.2 Bouwregels
41.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 42 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
42.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende (basis)bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de hoogwaterbescherming;
- b. de waterhuishouding;
- c. het bergen en afvoeren van overtollig water ten behoeve van de verruiming van de bergings- en afvoercapaciteit van één of meer watersystemen;
- d. de verbetering en het onderhoud van de waterkeringen;
- e. uiterwaarden;
- f. verkeer te water.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
42.2 Bouwregels
42.3 Afwijken van de bouwregels
42.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- a. een gebruik ten behoeve van een andere bestemming, waardoor een onevenredige afbreuk aan de waterstaatsbelangen wordt gedaan;
- b. het aanbrengen en instandhouden van beplanting hoger dan 2,5 m;
- c. het realiseren van zonnevelden, vanwege de karakteristieken van het gebied en de waterhuishouding.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 43 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 44 Algemene Gebruiksregels
44.1 Strijdig gebruik
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming.
Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
- a. het gebruiken of het laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting, uitgezonderd voor zover in de regels toegestaan.
- b. het aanwezig hebben van en/of het gebruiken of laten gebruiken van bebouwing dat met toepassing van de beleidsregel 'Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen' is ingebracht als sloopoppervlak in een besluit dat reeds zes maanden onherroepelijk is.
44.2 Uitzondering strijdig gebruik
Onder een gebruik strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing, afwijking of vrijstelling vereist is en deze is verleend.
Artikel 45 Algemene Aanduidingsregels
45.1 Bomenteelt
Ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt' is het gebruik van de gronden voor opgaande vormen van hout-, boom- en fruitteelt toegestaan.
45.2 Geluidzone - industrie
45.3 Landschapselement
Ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement' geldt dat hier karakteristieke en waardevolle bestanddelen van het betreffende landschap voorkomen, zoals houtwallen, houtsingels, bosjes en microreliëf.
45.4 Luchtverkeer
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtverkeer' geldt dat er, in verband met de veiligheid, beperkingen gelden voor het bouwen in verband met de aanwezigheid van een zweefvliegveld.
45.5 Luchtvaartverkeerzone
45.6 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied
45.7 Milieuzone - intrekgebied
45.8 Milieuzone - waterwingebied
45.9 Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied geldt dat uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet mogelijk is.
45.10 Reconstructiewetzone - verwevingsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied geldt dat verschuiving, dan wel uitbreiding van de intensieve veehouderij voor bestaande bedrijven mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten.
45.11 Veiligheidszone - bedrijven
45.12 Veiligheidszone - lpg
45.13 Verkavelingsstructuur
Ter plaatse van de aanduiding 'verkavelingsstructuur' is een verkavelingspatroon aanwezig met ruimtelijke kenmerken, zoals omschreven in lid 3.1 van de bestemming Agrarisch.
45.14 Vrijwaringszone - molenbiotoop
45.15 Vrijwaringszone - waterstaatswerk
Artikel 46 Algemene Bouwregels
Voor het bouwen van kleinschalige windturbines voor het opwekken van windenergie voor eigen gebruik in alle bestemmingen, met uitzondering van de bestemming 'Natuur'', gelden de volgende regels:
46.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
- a. per bestemmingsvlak is ten hoogste één windturbine toegestaan met een maximale hoogte (as-hoogte) van 15 m en;
- b. de windturbine moet geplaatst worden binnen het bestemmingsvlak, waarbij voor een agrarisch bedrijf geldt dat dit aansluitend aan het bouwperceel en in ieder geval binnen het zoekgebied moet zijn en;
- c. de aanvrager moet een erfinrichtingsplan aanleveren waaruit blijkt dat de windturbine landschappelijk wordt ingepast en een geheel vormt met de bestaande inrichting van het erf.
Artikel 47 Algemene Afwijkingsregels
47.1 Afwijkingsbevoegdheid
Artikel 48 Algemene Procedureregels
48.1 Nadere eis
Voor het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
- a. een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
- b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
- c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn;
- d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Artikel 49 Algemene Wijzigingsregels
49.1 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 50 Overige Regels - Algemeen
50.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van ter inzage legging van het ontwerp plan.
Artikel 51 Overige Regels - Vellen Houtopstanden
51.1 Kapverbod
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een houtopstand te vellen of te doen vellen. Een uitzondering op dit verbod geldt voor:
- 1. Coniferen, dennen, ceders, larixen, niet geknotte wilgen, niet geknotte populieren, lijsterbessen, sierkersen, sierappels, sierperen;
- 2. Berken, elzen en meidoorns voor zover ze deel uitmaken van een rijbeplanting van minder dan zes bomen of singelbeplanting van maximaal 2,5 meter breed en 5 meter lang;
- 3. Fruitbomen en windschermen om boomgaarden;
- 4. Naaldbomen, niet ouder dan 20 jaar, die als kerstboom worden geteeld;
- 5. Kweekgoed;
- 6. Houtopstanden die bij wijze van dunning geveld moeten worden;
- 7. Houtopstanden die liggen binnen de bebouwde kom volgens de op grond van artikel 4.1
sub a van de Wet natuurbescherming (voorheen Boswet) vastgestelde grenzen en de houtopstand niet is aangemerkt als waardevolle boom/houtopstand conform de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde "Beleidsregels houtopstanden gemeente Dalfsen 2017" en diens rechtsopvolger; - 8. Houtopstanden waarvan instandhouding volgens boomdeskundige maatstaven niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade en/of de houtopstand moet worden geveld krachtens de Plantenziekenwet, mits hiervoor toestemming is gegeven door het college van burgemeester en wethouders;
- 9. kappen van bomen of houtopstanden die plaatsvinden ter realisering van de landschappelijke inpassing, of erfinrichting en in overeenstemming is met geldende regelgeving.
Deze uitzondering niet geldt voor houtopstanden die in het kader van de in lid 51.2 opgenomen herplantplicht of andere (private) overeenkomst met een bestuursorgaan zijn aangeplant.
51.2 Herplantplicht
Het college van burgemeester en wethouders kan bij de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 51.1 en de toestemming als bedoeld in lid 51.1onder 8 een herplantplicht en/of vergoeding van de Boomwaarde opleggen. Hierbij geldt dat:
- 1. de herplantplicht of de vergoeding van de Boomwaarde door het college van burgemeester en wethouders wordt opgelegd conform de vastgestelde "Beleidsregels houtopstanden gemeente Dalfsen 2017" en diens rechtsopvolger;
- 2. deze herplant- of vergoedingsverplichting ook kan worden opgelegd als het vellen van houtopstanden al zonder de benodigde vergunning en/of toestemming volgens artikel 51.1onder 8 is uitgevoerd.
51.3 Afwegingskader omgevingsvergunning
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 51.1 wordt geweigerd als de belangen van de verlening niet opwegen tegen het belang van behoudt van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:
- 1. Natuur- en milieuwaarden;
- 2. Landschappelijke waarden;
- 3. Cultuurhistorische en archeologische waarden;
- 4. Waarden van stads- en dorpsschoon;
- 5. Waarden voor recreatie en leefbaarheid.
Artikel 52 Overige Regels - Parkeren
52.1 Parkeer, laad- en losruimte
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 53 Overgangsrecht
53.1 Overgangsrecht bouwwerken
53.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 54 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het Chw bestemmingsplan 8e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen".
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
Het “Chw bestemmingsplan 8e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen” is een herziening van het bestemmingsplan “Buitengebied Gemeente Dalfsen” zoals is vastgesteld door de gemeenteraad van Dalfsen op 24 juni 2013 en voor zover sindsdien is herzien.
In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor dit nieuwe bestemmingsplan en de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven.
1.2 Aanleiding
1.2.1 Verzamelplannen
De gemeente Dalfsen wil haar dienstverlening aan burgers en bedrijven verbeteren. Vooral als het gaat om kosten (leges) en begeleiding bij procedures. In het jaarlijkse 'Verzamelplan Buitengebied' bundelt de gemeente verschillende plannen in het buitengebied tot één nieuw bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan is de uitkomst van de zevende ronde voor het verzamelplan.
Tot en met 1 februari 2021 kon men zich aanmelden. Daarna zijn de volgende stappen doorlopen:
- 1. Maart 2021 Medewerkers van de gemeente beoordelen of een plan kans van slagen heeft en geschikt is voor het verzamelplan.
- 2. Juni 2021 Het college onderzoekt of de plannen haalbaar zijn.
- 3. Juli - november 2021 De haalbare plannen worden in het verzamelplan verwerkt.
- 4. November - december 2021 De (wettelijk verplichte) procedure kan starten.
- 5. Maart - april 2022 De gemeenteraad stelt het verzamelplan vast.
Het verzamelplan wordt ook gebruikt om de onherroepelijke projecten die zijn vergund met een projectafwijkingsbesluit in het bestemmingsplan op te nemen. In dit 8e verzamelplan zijn de tussen 10 september 2020 en 30 november 2021 onherroepelijk geworden projectafwijkingsbesluiten opgenomen.
Verder worden zeven herzieningen die onherroepelijk zijn in dit 8e verzamelplan opgenomen.
1.2.2 Ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit verzamelplan
De initiatieven die zijn aangemeld om deel te nemen aan het verzamelplan en de stappen 1 tot en met 3 goed hebben doorlopen zijn:
- 1. Peezeweg 4, toepassen van VAB waarbij een extra wooneenheid gerealiseerd kan worden in de voormalige varkensschuur op het perceel dat als karakteristiek is aangemerkt.
- 2. Welsummerweg 32, toepassen van VAB waarbij de karakteristieke schuur wordt verbouwd tot een extra woning op het perceel.
- 3. Koepelallee 5, toepassen van Sloop voor Kansen waarbij een extra woning wordt toegestaan door de sloop van een schuur op eigen perceel.
- 4. Vlierhoekweg 9, toepassen van KGO voor het wijzigen en uitbreiden van de bedrijfsbestemming.
- 5. Welsummerweg 49, toepassen van Sloop voor Kansen waarbij de huidige mantelzorgwoning wordt omgezet naar een reguliere woning en er daardoor een extra woning wordt toegestaan. De sloop m2 komen van Westerveldweg 9 en Oosterkampen 3 die al vast waren gelegd voorafgaand aan de sloop van de landschapsontsierende bebouwing.
- 6. Poppenallee 24, toepassen KGO waarbij twee waterlodges en maximaal 15 kampeermiddelen in de vorm van camperplaatsen en de mogelijkheid voor het plaatsen van tenten mogelijk wordt gemaakt.
- 7. Ommerweg 4A, toepassen van Sloop voor Kansen voor het realiseren van een extra woning en een Tiny House door het slopen van varkensschuren op het eigen perceel.
- 8. Brinkweg 12A, toepassen van Sloop voor Kansen en toe staan dat er een bedrijfswoning in het bestaande gebouw die als vergaderruimte wordt gebruikt wordt gerealiseerd. Waarbij er op de percelen Peezeweg 2 en Stadhoek 2 gesloopt wordt.
- 9. Zandspeur 91, toepassen van KGO voor de uitbreiding van de bestaande kinderopvang.
- 10. Zwarteweg 5, het toepassen van KGO voor het realiseren van een carport door het wijzigen van de woonbestemming. Verder het omvormen van een bos tot een duurzaam bos voor de biodiversiteit en het verleggen van de woonbestemming, natuurbestemming en agrarische bestemming.
- 11. Vilstersedijk 25, het toepassen van KGO voor het plaatsen van 2 recreatieve nachtverblijven volgens het Boer-inn concept. Verder voor de uitbreiding van de tuin en mogelijkheid voor een tuinhuisje/bijgebouw.
- 12. Vilstersestraat 36, met het toepassen van KGO de zorgfunctie uitbreiden, herinrichten van het erf en vernieuwen van de gebouwen waarbij het bestemmingsvlak wordt uitgebreid. Verder het gebruik van het aanliggende weiland voor dagactiviteiten voor de zorg.
- 13. Molenhoekweg 8/8A, toepassen van Sloop voor Kansen voor extra gebouw voor privédoeleinden bij de bestaande woningen en een extra gebouw voor de workshop-/vergaderlocatie. De resterende sloop m2 worden verkocht voor andere Sloop voor Kansen projecten. Ook wordt VAB toegepast voor een tweetal schuren voor de workshop-/vergaderlocatie. Daarnaast wordt een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor het starten van een mogelijke minicamping op het terrein in de toekomst.
- 14. De Stokte 9, het realiseren van een gebouw voor verblijfsrecreatie.
- 15. Hessenweg 18 en 18B, starten van een B&B op de deel, gedeelte met opslag, het realiseren van een theehuis met theetuin en een hondenuitlaatservice voor maximaal 10 honden en hondendagopvang voor maximaal 4 honden.
- 16. Wethouders Bijkersweg 1, het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen en toepassen van VAB voor een schuur voor inpandig gebruik van agrarische dienstverlening.
- 17. Zennepweg 19 en 19A, toepassen van Sloop voor kansen voor het realiseren van een compensatiewoning en verplaatsing van de woning Zennepweg 15 vanwege geluidsoverlast van de N348.
1.2.3 Projectafwijkingsbesluiten die zijn opgenomen in dit verzamelplan
Na het opstellen van het bestemmingsplan 7e verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen is er op een aantal plaatsen afgeweken van het bestemmingsplan met een projectafwijkingsbesluit. Om het bestemmingsplan actueel te houden worden deze besluiten nu opgenomen in het verzamelplan en daarmee in het bestemmingsplan. Het gaat om de projectafwijkingsbesluiten die tussen 10 september 2020 en 14 oktober 2021 onherroepelijk zijn geworden. De betreffende ruimtelijke onderbouwingen zijn overgenomen van de verleende en inmiddels onherroepelijk geworden vergunningen. Het gaat om:
- Oosterhulst 5A- realiseren van een (extra) woonbestemming
Op de percelen Oosterhulst 5 en Den Hulst 7 in Nieuwleusen is een projectafwijkingsbesluit verleend voor het toepassen van Sloop voor Kansen voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Oosterhulst 5A. Het perceel Den Hulst 7 heeft zelf deelgenomen aan het 7e verzamelplan en is verder buiten beschouwing gelaten. De woonbestemming voor Oosterhulst 5A wordt nu in het verzamelplan opgenomen. De omgevingsvergunning is inmiddels onherroepelijk.
1.2.4 Herzieningen die zijn opgenomen in dit verzamelplan
- Wijker N340, Veldweg ongenummerd
In deze herziening is door toepassing te geven aan het wijkersbeleid de herbouw van een woning in het buitengebied mogelijk gemaakt voor de eigenaren van het perceel aan de Hessenweg 20. Om dit mogelijk te maken is de vigerende bestemming 'agrarisch cultuurgebied' herzien in de bestemming 'Wonen'. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het perceel Veldweg ongenummerd, kadastraal bekend als gemeente Dalfsen, sectie R, nummer 1243.
Het bestemmingsplan is sinds 15 november 2013 onherroepelijk.
- Wijker N340, Mennistensteeg ongenummerd
In deze herziening is in het kader van het Wijkersbeleid N340/N348 een woonbestemming in het buitengebied toegekend voor de bouw van één woning. Om dit mogelijk te maken is de bestemming 'agrarisch cultuurgebied' omgezet in de bestemming 'Wonen'. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het perceel Hofmanssteeg ongenummerd, kadastraal bekend als gemeente Dalfsen, sectie Q nummer 918.
Het bestemmingsplan is sinds 29 november 2013 onherroepelijk.
- Wijker N340, Hofmanssteeg ongenummerd
In deze herziening is in het kader van het Wijkersbeleid N340/N348 een woonbestemming in het buitengebied toegekend voor de bouw van één woning. Om dit mogelijk te maken is de bestemming 'agrarisch cultuurgebied' omgezet in de bestemming 'Wonen'. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het perceel Hofmanssteeg ongenummerd, kadastraal bekend als gemeente Dalfsen, sectie Q nummer 1922.
Het bestemmingsplan is sinds 30 november 2013 onherroepelijk.
- 1e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Welsummerweg 16
Deze herziening is opgesteld omdat het agrarisch bedrijf aan de Welsummerweg 16 al enige tijd was gestopt en in het kader van de Rood voor Rood- regeling alle landschapsontsierende voormalig agrarische bedrijfsbebouwing aan de Welsummerweg 16 en de Emmerweg 7 in Dalfsen is gesloopt. In ruil hiervoor kon er aan de Welsummerweg 16 één extra woning worden gebouwd. De bestaande woning op het perceel is vervangen vanwege de slechte bouwtechnische staat. In deze woning wordt inwoning toegestaan.
Drie karakteristieke bijgebouwen op het erf (gezamenlijke oppervlakte 224 m²) verkeerden ook in slechte bouwtechnische staat en zijn vervangen met behoud van uitstraling. Deze doen dienst als bijbehorende bouwwerken bij de vervangende woning.
De stenen schuur aan de noordzijde van het erf (oppervlakte 310 m²) wordt niet gesaneerd en krijgt een vervolgfunctie in het kader van het VAB-beleid (vrijgekomen agrarische bebouwing).
Het bestemmingsplan is sinds 24 januari 2014 onherroepelijk.
- 3e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Dommelerdijk 36A
Deze herziening is opgesteld omdat het agrarisch bedrijf aan de Dommelerdijk 36A al enige tijd was gestopt. Door deelname aan een saneringsregeling kon er een extra bouwkavel gerealiseerd worden waarbij minimaal 850 m2 aan landschapsontsierende bedrijfsbebouwing werd gesloopt en in ruimtelijke kwaliteit werd geïnvesteerd. Bij de sloop van een veelvoud van 850 m² was er zelfs een tweede bouwkavel mogelijk als deze nodig was om alle kosten te dekken.
In dit geval is er 2.483 m² agrarische bebouwing gesloopt. De eigenaar heeft aangetoond dat alle bebouwing landschapsontsierend was en dat er een tweede compensatiekavel nodig was om de kosten te dekken. In principe moesten beide woningen op de slooplocatie worden gebouwd, maar dat was in dit geval milieutechnisch niet uitvoerbaar (vanwege de naastgelegen paardenhouderij) en landschappelijk niet wenselijk. Daarom is naar een geschikte tweede locatie gezocht. Deze is gevonden op een onbebouwd perceel grenzend aan de kruising tussen de Dommelerdijk en de Middeldijk.
De Dommelerdijk 36 en 36a waren vroeger onderdeel van één agrarisch bedrijf waarvoor één milieuvergunning was. De beleidsregels gaven aan dat als de intensieve tak van een gemengd bedrijf werd beëindigd (ontmenging) de extensieve tak geen nieuwe bedrijfsbebouwing meer mag oprichten. Dit betekent dat de paardenhouderij (Dommelerdijk 36) niet meer mag uitbreiden. Ook omschakelen naar intensieve veehouderij is uitgesloten.
Het bestemmingsplan is sinds 10 februari 2015 onherroepelijk.
- 6e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Leemculehof
In deze herziening is via de regeling boerenerfwonen de herontwikkeling van het perceel Leemculeweg 3 in Dalfsen mogelijk gemaakt. Er is ruim 1.800 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt en asbest en verharding gesaneerd. Ter compensatie zijn er op het perceel twee extra woningen toegestaan, naast de bestaande bouwmogelijkheid van een woning.
Door de herziening van het bestemmingsplan is op het perceel Leemculeweg 3 de bestemming "Agrarisch met waarden" deels herzien in de bestemmingen "Wonen" en "Waarde - Archeologie 3". Verder is de aanduiding "agrarisch bedrijf b" verwijderd. Aan de woonbestemming zijn drie bouwvlakken toegevoegd waarbinnen één woning mag worden gebouwd. De drie woningen mogen maximaal 750 m³ zijn. Het is mogelijk om de bijbehorende bouwwerken (maximaal 120 m²) in de woning te integreren. Daarbij is overschrijding van de maximale inhoudsmaat toegestaan. De uitstraling van een geïntegreerd bijbehorend bouwwerken moet gelijkwaardig zijn aan het hoofdgebouw. 50 m² van het maximale toegestane oppervlak aan bijbehorende bouwwerken mag vrijstaand worden opgericht. Het aanwezige reliëf mag niet worden aangetast, dit wordt juist versterkt door de realisatie van een poel. Verder zijn diverse maatregelen genomen om het landschap te versterken.
Het bestemmingsplan is sinds 19 december 2014 onherroepelijk.
- 12e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Schoolweg 2
Deze herziening is opgesteld om het parkeren van 4 vrachtwagens mogelijk te maken in de agrarische bestemming. Overdag zijn de vrachtwagens onderweg en 's nachts staan ze ook vaak bij de vrachtrijders thuis. In het weekend staan de vrachtwagens wel allemaal op het perceel Schoolweg 2. Daarnaast zal er een schuur van 185 m2 worden gebouwd waarin af en toe onderhoudswerkzaamheden aan de eigen vrachtwagens wordt verricht. De schuur valt gedeeltelijk binnen het bestaande bestemmingsvlak 'Wonen'.
Het bestemmingsplan is sinds 3 december 2020 onherroepelijk.
1.2.5 Ambtshalve aanpassingen Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen
1.3 Chw Bestemmingsplan Met Verbrede Reikwijdte
1.3 CHW bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
De gemeente Dalfsen mag vooruitlopend op de Omgevingswet experimenteren met “bestemmingsplannen met een verbrede reikwijdte”. Dit op basis van artikel 7g van het Besluit Crisis en herstelwet. In de veertiende tranche is het grondgebied van de gemeente Dalfsen hiervoor aangewezen (besluit van 12 oktober 2016, gepubliceerd in het Staatsblad van 27 oktober 2016). Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kent de volgende mogelijkheden:
- 1. Verbrede reikwijdte, naast een goede ruimtelijke ordening ook regels t.b.v. een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit opnemen in het plan;
- 2. Looptijd, een looptijd van 20 jaar in plaats van 10 jaar;
- 3. Voorlopige bestemming, voorlopige bestemming voorafgaan aan definitieve bestemming (looptijd 10 jaar in plaats van 5 jaar);
- 4. Verordening, toevoegen lokale verordeningen met betrekking tot de fysieke leefomgeving;
- 5. Meldingsplicht, verbod om zonder melding bepaalde activiteiten te verrichten;
- 6. Beleidsregels, mogelijkheid tot stellen open norm waarvan de uitleg afhankelijk is van een beleidsregel;
- 7. Planschade, planschade voorzienbaar vanaf 3 jaar na aankondiging planvoornemen;
- 8. RO-standaarden, afwijken van RO-standaarden (SVBP/ IMRO);
- 9. Faseren, mogelijkheid tot het faseren van onderzoek tot het moment van omgevingsvergunning (globaal bij plan, in detail bij vergunning);
- 10. Exploitatieplan, mogelijkheid vaststellen exploitatieplan bij omgevingsvergunning (fasering exploitatieplan);
- 11. Maatwerkregels, mogelijkheid tot opname van gebiedsgerichte geluidswaarden (hogere of lagere dan het Activiteitenbesluit voorschrijft);
- 12. Delegatie, delegatiebevoegdheid tot wijzigen van bestemmingsplan aan B&W.
1.4 De Bij Het Plan Behorende Stukken
Het Chw bestemmingsplan 8e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen bestaat uit de volgende stukken:
- a. Toelichting, een algemeen deel en per ontwikkeling in de bijlage een ruimtelijke onderbouwing;
- b. Verbeelding met identificatienummer NL.IMRO.0148.8eVerzamelplanBG-vs01;
- c. Regels.
Hoofdstuk 2 Beleid
2.1 Rijksbeleid
2.1.1 Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
2.2 Water
2.2.1 Kaderrichtlijn Water
De Kaderrichtlijn Water (KRW), is een Europese richtlijn. Deze richtlijn is bedoeld om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Europa op goed niveau te houden en te krijgen. Het doel is om in 2015 een goede ecologische en chemische toestand voor alle oppervlaktewateren te hebben en een goede chemische en kwantitatieve toestand voor alle grondwateren. Voor grondwater betekent dit onder meer dat er geen directe lozingen mogen plaatsvinden en de toename van chemische verontreiniging moet worden voorkomen.
Het grondgebied van de gemeente Dalfsen behoort tot het stroomgebied van de Rijn, deelgebied Rijn-Oost. Voor dit deelgebied is in 2009 het stroomgebiedsbeheerplan vastgesteld.
2.2.2 Nationaal Waterplan 2
Het Nationaal Waterplan geeft de hoofdlijnen, principes en richting van het nationale waterbeleid in de planperiode 2016-2021, met een vooruitblik richting 2050. Het plan is een volgende ambitieuze stap in het robuust en toekomstgericht inrichten van het watersysteem, gericht op een goede bescherming tegen overstromingen, het voorkomen van wateroverlast en droogte en het bereiken van een goede waterkwaliteit, een duurzaam beheer en goede milieutoestand van de Noordzee en een gezond ecosysteem als basis voor welzijn en welvaart. Uitgangspunt is het streven naar een integrale benadering, door economie (inclusief verdienvermogen), natuur, scheepvaart, landbouw, energie, wonen, recreatie en cultureel erfgoed zo veel mogelijk in samenhang met de wateropgaven te ontwikkelen.
2.2.3 Waterbeleid 21e eeuw
Met het Waterbeleid 21e eeuw wordt ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen
die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Het gaat hierbij om onder andere de klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing. Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd, te weten de tritsen:
- vasthouden, bergen en afvoeren;
- schoonhouden, scheiden en zuiveren.
De trits vasthouden, bergen en afvoeren houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Bij de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zoveel mogelijk wordt schoongehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aanbod.
In de Ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen bij deze toelichting is per locatie een waterparagraaf opgenomen waarin wordt ingegaan op de wateraspecten.
2.3 Natuur
2.3.1 Vogel- en Habitatrichtlijn
Natura 2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden, dat door de lidstaten van de Europese Unie wordt opgezet. Het Natura 2000-netwerk dient ter bescherming van zowel de gebieden (natuurlijke habitatten) als wilde flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten. Natura 2000 wordt op zijn beurt weer gevormd door de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). Deze richtlijnen richten zich op de (directe) bescherming van soorten en op de instandhouding van hun leefgebieden en andere natuurlijke habitatten. Sinds 1 oktober 2005 vallen de Natura 2000-gebieden samen met de beschermde natuurmonumenten (voorheen (staats)natuurmonumenten) onder de Natuurbeschermingswet 1998. Daarnaast was het soortenbeleid uit de Vogel- en Habitatrichtlijn vertaald in de Flora- en faunawet. Per 1 januari 2017 is deze wetgeving opgenomen in de Wet Natuurbescherming.
2.3.2 Wet natuurbescherming
Vanaf 1 januari 2017 is de wet natuurbescherming in werking getreden. Deze wet vervangt 3 wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet.
2.3.3 Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS)
Het Natuurnetwerk Nederland is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied.
Welke natuurgebieden vallen onder het Natuurnetwerk Nederland?
In het Natuurnetwerk Nederland liggen:
- bestaande natuurgebieden, waaronder de 20 Nationale Parken;
- gebieden waar nieuwe natuur wordt aangelegd;
- landbouwgebieden, beheerd volgens agrarisch natuurbeheer;
- ruim 6 miljoen hectare grote wateren: meren, rivieren, de kustzone van de Noordzee en de Waddenzee;
- alle Natura 2000-gebieden.
Binnen de provincie Overijssel heeft de begrenzing van deze gebieden op perceelsniveau vastgelegd in de provinciale Omgevingsvisie. De bescherming is geregeld in de provinciale Omgevingsverordening Overijssel.
De paragraaf Ecologie in de verschillende ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen gaan in op de voor het plangebied relevante natuur aspecten.
2.4 Provinciaal Beleid
Het provinciaal beleid is verwoord in tal van plannen. Het belangrijkste plan betreft de Omgevingsvisie- en de daarbij behorende verordening Overijssel. Op 12 april 2017 zijn de nieuwe omgevingsvisie- en verordening door Provinciale Staten vastgesteld en op 1 mei 2017 in werking getreden en sindsdien geactualiseerd en vastgesteld op 26 september 2018.
2.4.1 Uitgangspunten van de Omgevingsvisie Overijssel, Beken kleur
De Omgevingsvisieis het integrale provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. De hoofdambitie van de Omgevingsvidie is een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden. Enkele belangrijke beleidskeuze waarmee de provincie haar ambities wil realiseren zijn:
- goed en plezierig wonen, nu en in de toekomst door een passend en flexibel aanbod van woonmilieus (typen woningen en woonomgeving) die voorzien in de vraag (kwantitatief en kwalitatief);
- versterken complementariteit van bruisende steden en vitaal platteland als ruimtelijke, cultureel, sociaal en economisch samenhangend geheel. Dit door behoud en versterking van leefbaarheid en diversiteit van het landelijk gebied, stedelijke netwerken versterken, behoud en versterken van cultureel erfgoed als drager van identiteit.
- investeren in een hoofdinfrastructuur voor wegverkeer, trein, fiets en waarbij veiligheid en doorstroming centraal staan;
- beter benutten van ruimte, bestaande bebouwing en infrastructuur door multifunctioneel en complementair ruimtegebruik (zowel boven- als ondergronds), hergebruik en herbestemming van vrijkomend vastgoed (in stedelijk en landelijk gebied) en het concentreren van ontwikkelingen rond bestaande infrastructuurknooppunten;
- ruimtelijke plannen ontwikkelen aan de hand van gebiedskenmerken en keuzes voor duurzaamheid.
2.4.2 Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel
Om te bepalen of een initiatief bijdraagt aan de provinciale ambities wordt gebruik gemaakt van het 'Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel'. In dit uitvoeringsmodel staan de stappen of, waar en hoe centraal. Bij een initiatief voor bijvoorbeeld woningbouw, een nieuwe bedrijfslocatie, toeristisch-recreatieve voorzieningen, natuurontwikkeling, et cetera kun je aan de hand van deze drie stappen bepalen of een initiatief binnen de geschetste visie voor Overijssel mogelijk is, waar het past en hoe het uitgevoerd kan worden.
De eerste stap, het bepalen van de of-vraag, lijkt in strijd met de wens zoveel mogelijk ruimte te willen geven aan nieuwe initiatieven. Met het faciliteren van initiatieven moet echter wel gekeken worden naar de (wettelijke) verantwoordelijkheden zoals veiligheid of gezondheid. Het uitvoeringsmodel maakt helder wat kan en wat niet kan.
Om een goed evenwicht te vinden tussen het bieden van ruimte aan initiatieven en het waarborgen van publieke belangen, varieert de provinciale sturing: soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend.
Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel (Bron: provincie Overijssel)
Hierna worden de lagen nader toegelicht.
Of - generieke beleidskeuzes
Maatschappelijke opgaven zijn leidend in ons handelen. Allereerst is het dan ook de vraag of er een maatschappelijke opgave is. Of een initiatief mogelijk is, wordt onder andere bepaald door generieke beleidkeuzes van EU, Rijk of provincie. Denk hierbij aan beleidskeuzes om basiskwaliteiten als schoon drinkwater en droge voeten te garanderen. Maar ook aan beleidskeuzes om overaanbod van bijvoorbeeld woningbouw- en kantorenlocaties – en daarmee grote financiële en maatschappelijke kosten – te voorkomen.
In de omgevingsvisie zijn de provinciale beleidskeuzes hieromtrent vastgelegd.
De generieke beleidskeuzes zijn vaak normstellend. Dit betekent dat ze opgevolgd moeten worden: het zijn randvoorwaarden waarmee iedereen rekening moet houden vanwege zwaarwegende publieke belangen. De normstellende beleidskeuzes zijn vastgelegd in de omgevingsverordening.
Waar - ontwikkelingsperspectieven
Na het beantwoorden van de of-vraag, is de vraag waar het initiatief past of ontwikkeld kan worden. In de omgevingsvisie op de toekomst van Overijssel onderscheid de provincie zes ontwikkelingsperspectieven. Deze ontwikkelingsperspectieven schetsen een ruimtelijk perspectief voor een combinatie van functies en geven aan welke beleids- en kwaliteitsambities leidend zijn. De ontwikkelingsperspectieven geven zo richting aan waar wat ontwikkeld zou kunnen worden.
De ontwikkelingsperspectieven zijn richtinggevend. Dit betekent dat er ruimte is voor lokale afweging: een gemeente kan vanwege maatschappelijke en/of sociaal-economische redenen in haar Omgevingsvisie en bestemmings- of omgevingsplan een andere invulling kiezen. Die dient dan wel te passen binnen de – voordat ontwikkelingsperspectief – geldende kwaliteitsambities. Daarbij dienen de nieuwe ontwikkelingen verbonden te worden met de bestaande kenmerken van het gebied, conform de Catalogus Gebiedskenmerken (de derde stap in het uitvoeringsmodel). Naast ruimte voor een lokale afweging t.a.v. functies en ruimtegebruik, is er ruimte voor een lokale invulling van de begrenzing: de grenzen van de ontwikkelingsperspectieven zijn signaleringsgrenzen.
Hoe - gebiedskenmerken
Tenslotte is de vraag hoe het initiatief ingepast kan worden in het landschap. De gebiedskenmerken spelen een belangrijke rol bij deze vraag. Onder gebiedskenmerken worden verstaan de ruimtelijke kenmerken van een gebied of gebiedstype die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit van dat gebied of gebiedstype. Voor alle gebiedstypen in Overijssel is de Catalogus Gebiedskenmerken beschreven welke kwaliteiten en kenmerken van provinciaal belang zijn en behouden, versterkt of ontwikkeld moeten worden.
De gebiedskenmerken zijn soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend. Voor de normerende uitspraken geldt dat deze opgevolgd dienen te worden; ze zijn dan ook in de omgevingsverordening geregeld. De richtinggevende uitspraken zijn randvoorwaarden waarmee in principe rekening gehouden moet worden. Hier kan gemotiveerd van worden afgeweken, mits aannemelijk is gemaakt dat met het alternatief de kwaliteitsambities even goed of zelfs beter gerealiseerd kunnen worden. De inspirerende uitspraken bieden een wenkend perspectief: het zijn voorbeelden van de wijze waarop ruimtelijke kwaliteitsambities ingevuld kunnen worden. Initiatiefnemers kunnen zich hierdoor laten inspireren, maar dit hoeft niet.
2.4.3 Conclusie toetsing aan het provinciaal beleid
De ruimtelijke ontwikkelingen zoals opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting van dit bestemmingsplan, zijn in overeenstemming met het provinciaal beleid uit de Omgevingsvisie- en verordening Overijssel.
2.4.4 Omgevingsvisie - Regionaal Waterplan
In de Omgevingsvisie Overijssel zijn twee kaarten opgenomen: Ontwikkelingsperspectieven Omgevingsvisie Overijssel en de functiekaart Water. Op de kaart van de ontwikkelingsperspectieven zijn zoveel mogelijk de functie weergegeven die een rol spelen bij ruimtelijke- en gebiedsontwikkelingen (de oppervlaktewateren, drinkwaterwinlocaties). Op de functiekaart water zijn vooral de gebruiksfuncties opgenomen. In de waterparagraaf in de ruimtelijke onderbouwingen is het beleid voor het aspect water per specifieke ontwikkeling nader uitgewerkt.
In de ruimtelijke ordening van Overijssel speelt water een sturende rol. Dit geldt bij de bescherming tegen overstromingen, het beschermen van de grondwatervoorraden én bij het realiseren van de noodzakelijke watercondities voor landbouw en natuurwaarden. De zwaarte van de sturing is afhankelijk van het gewicht van de opgave en de opbouw en inrichting van het betreffende gebied.
2.4.5 Omgevingsverordening Overijssel
De provincie beschikt over een palet aan instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. Het gaat er daarbij om steeds de meest optimale mix van instrumenten toe te passen, zodat effectief en efficiënt resultaat wordt geboekt voor alle ambities en doelstellingen van de Omgevingsvisie. De keuze voor inzet van deze instrumenten is bepaald aan de hand van een aantal criteria. In de Omgevingsvisie is bij elke beleidsambitie een realisatieschema opgenomen waarin is aangegeven welke instrumenten de provincie zal inzetten om de verschillende onderwerpen van provinciaal belang te realiseren.
Eén van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening Overijssel. De Omgevingsverordening is het provinciaal juridisch instrument dat wordt ingezet voor de onderwerpen waarvoor de provincie hecht aan de juridische borging van de doorwerking van het Omgevingsvisiebeleid.
2.5 Gemeentelijk Beleid
2.5.1 Structuurvisie Buitengebied Gemeente Dalfsen
De gemeente Dalfsen heeft een structuurvisie voor het Buitengebied opgesteld. Het doel van deze structuurvisie is om een integraal beleidskader te krijgen voor allerhande ontwikkelingen in het buitengebied. Voor zover ontwikkelingen voorspelbaar en te sturen zijn, zijn deze opgenomen in dit bestemmingsplan. Er zijn echter ook ontwikkelingen die niet op voorhand kunnen worden bedacht. Om voor dergelijke initiatieven een gedegen afweging te kunnen maken is de structuurvisie Buitengebied opgesteld. De ontwikkelingsrichting, economische, sociale en ecologische duurzaamheid is onderverdeeld in de 8 landschapstypen die in het plangebied aanwezig zijn.
In de structuurvisie wordt 20 jaar vooruit gekeken, de focus ligt op 2030. Voor de verwezenlijking van het beleid kiest de gemeente voor de benadering kwaliteit door maatwerk. Als op voorhand vaststaat dat een bepaalde ontwikkeling leidt tot kwaliteitsverbetering, faciliteert de gemeente deze ontwikkeling. Het werken volgens de maatwerkmethode, biedt kansen om ontwikkelingen zodanig te sturen dat daarvan een kwaliteitsimpuls uitgaat. Bij aanvragen voor ontwikkelingen zal de gemeente actief meedenken en initiatiefnemers prikkelen om het gewenste kwaliteitsniveau te bereiken.
Dalfsen is een plattelandsgemeente bij uitstek. In de richting van 2030 spreekt de gemeente de ambitie uit, die eerder al eens verwoord is in de Plattelandsvisie: de gemeente streeft naar een landelijk gebied waar het goed werken en wonen is, waar de plattelandseconomie voldoende perspectief heeft op een duurzaam voortbestaan en waar de landschappelijke kwaliteiten zo hoog zijn dat het gebied ook voor de langere termijn een belangrijke recreatieve aantrekkingskracht heeft ontwikkeld. Deze recreatieve aantrekkingskracht wil de gemeente stimuleren en de toegankelijkheid en beleefbaarheid van het gebied vergroten door middel van maximaal zes 'contactpunten met de Vecht'. Hiertoe behoren de stuw bij Vilsteren, de pleisterplaats de Stokte met het daar bijbehorende pondje, het strandje bij Bellingeweer, kades en passantenhaven, en de stuw bij Vechterweerd.
2.5.2 Beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen
In de beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen zijn de gemeentelijke beleidsregels opgenomen voor initiatieven in het buitengebied voor Sloop voor Kansen - voorheen Rood voor rood (RvR), hergebruik van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) en de leidraad voor toepassing van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO)
Als deze beleidsregels van toepassing zijn is dit in de verschillende bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.
2.5.3 Landschapsontwikkelingsplan
In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is een visie op het landschap in het buitengebied van Dalfsen uitgewerkt in wensen en projecten. Het LOP is een gemeentedekkende visie op de landschappelijke ontwikkeling van zeven verschillende deelgebieden. In het LOP is per deelgebied een beschrijving van het landschap gegeven. Ook is aangegeven wat de karakteristieken van landschap in het betreffende deelgebied zijn en welke ontwikkelingen en welke kansen en bedreigingen er zijn. De gemeente kiest in het LOP voor de strategie ‘Selectief ontwikkelen’. Dit betekent dat in principe wordt ingezet op en toename van kwaliteit en het herstel van verloren gegane kwaliteiten, maar dat met name de thema's ‘recreatie’ en ‘natuur’ gebiedsgewijs worden genuanceerd.
Hoofdstuk 3 Onderzoek
3.1 Onderzoeken
Voor de beoordeling wordt gekeken naar de mate waarin belangen van de bewoners en/of eigenaren van de aangrenzende gronden door de uitwerking kunnen worden geschaad. Gekeken wordt hierbij naar de verkeerssituatie, natuur en landschap, milieutechnische aspecten en water.
De effecten van de uitvoering van het bestemmingsplan zijn in het "Bestemmingsplan buitengebied gemeente Dalfsen” al aan de orde geweest. Dit bestemmingsplan voorziet in een verandering van de bestemming van specifiek aangegeven percelen. Voor aanvullende onderdelen wordt verwezen naar het “Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen”.
In de ruimtelijke onderbouwingen die als bijlage zijn opgenomen heeft een toetsing per onderdeel op de hierna volgende aspecten plaatsgevonden.
3.1.1 Archeologie
Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee heeft de zorg voor het archeologisch erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden ter plaatse en de introductie van het zogenaamde “veroorzaker principe”. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt, financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden.
Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Voor de bekende waarden is de beleidskaart van het Archeologisch beleidsplan gemeente Dalfsen geraadpleegd.
In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen wordt per ontwikkeling ingegaan op de archeologische waarden.
3.1.2 Bodemkwaliteit
Het Besluit ruimtelijke ordening schrijft voor dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de nieuwe functie of gebruik. Activiteiten in het verleden kunnen een bodemvervuiling hebben veroorzaakt. Mogelijk moet eerst deze vervuiling worden opgeruimd. De Wet Bodembescherming geeft hiervoor kaders.
In 2013 heeft de gemeente Dalfsen een bodemkwaliteitskaart gemaakt en vastgesteld. De kaart geeft aan dat de algemene bodemkwaliteit voldoende is voor alle functies en gebruik. Als op een locatie geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden, is bodemonderzoek niet nodig. Een vrijstelling voor bodemonderzoek kan worden aangevraagd. Bodemonderzoek is noodzakelijk als in het verleden bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Op basis van het bodemonderzoek wordt bepaald of bodemsanering noodzakelijk is.
In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen wordt per ontwikkeling ingegaan op de bodemkwaliteit.
3.1.3 Duurzaamheid
3.1.4 Externe veiligheid
3.1.5 Geluid
De Wet geluidhinder heeft als doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van deze wet moet bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht worden besteed aan het aspect geluid.
In de ruimtelijke onderbouwing van de verschillende ontwikkelingen is nader ingegaan op het aspect geluid.
3.1.6 Luchtkwaliteit
Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening gehouden worden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen.
Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, als:
- a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde die behoort bij de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, of
- b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
- c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of
- d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).
Van een verslechtering van de luchtkwaliteit in betekenende mate als bedoeld onder c is sprake als zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:
- woningbouw: minimaal 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of minimaal 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
- infrastructuur: minimaal 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
- kantoorlocaties: minimaal 100.000 m2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, minimaal 200.000 m2 brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.
Het bestemmingsplan bevat volgens de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen geen ontwikkelingen die de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" zal verslechteren. Aan het bepaalde omtrent luchtkwaliteit wordt dan ook voldaan.
3.1.7 Politiekeurmerk
Het handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw bestaat uit eisen verdeeld over drie categorieën:
• woning (W-eisen);
• complex (C-eisen);
• omgeving (O-eisen).
Aan elke categorie is een eisenpakket en een certificaat verbonden.
Wat is het Politiekeurmerk Veilig Wonen bestaande bouw?
Met het Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw, weten bewoners dat ze in een veilig huis in een veilige, leefbare wijk wonen. Woningen, gebouwen of wijken die aan de eisen van het keurmerk voldoen, ontvangen afzonderlijk een certificaat. De drie certificaten bij elkaar vormen het Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw.
Met een paar maatregelen en afspraken regelt het keurmerk veiligheid in en rond het huis. Hiervoor is het echter wel noodzakelijk dat veel partijen samenwerken. Het keurmerk gaat namelijk niet alleen om een goed slot op de deur. Het keurmerk gaat ook om goede straatverlichting en goed onderhouden groenvoorzieningen. Hiervoor is de gemeente verantwoordelijk.
Integraal veiligheidsinstrument
Het keurmerk is een integraal veiligheidsinstrument. Dat maakt het keurmerk zo bijzonder. Het is niet slechts een ‘middel’ tegen inbraken. Het is een instrument dat ook andere vormen van criminaliteit tegengaat, zoals fietsendiefstal en vandalisme. Daarnaast zorgt het keurmerk ervoor dat iemand op tijd wordt gewaarschuwd als er brand uitbreekt. En, aanpassingen in en rond de wijk en afspraken over het beheer van de buurt, zorgen ervoor dat mensen in een veilige, leefbare buurt wonen. Een buurt waar ze zich nauwelijks zorgen hoeven maken over criminaliteit en gevaarlijke situaties. Een keurmerkwijk is meer dan een wijk waar nauwelijks ingebroken wordt. Het is een wijk waarin bewoners, woningcorporaties, politie, bedrijven en gemeente samen zorgen voor een leefbare plek.
Verschil nieuwbouw - bestaande bouw
Het Politiekeurmerk Veilig Wonen® kent twee eisenpakketten: één voor de nieuwbouw en één voor bestaande wijken. Voor deze twee aandachtsgebieden is gekozen omdat in nieuwbouwgebieden alles nog mogelijk is. De wijk bestaat alleen op papier en ingrepen in woning of omgeving zijn eenvoudig te realiseren. Bij bestaande bouw is deze aanpak lastig. De inrichting van deze wijken is langer geleden bepaald: de wijk staat al jaren. Ingrepen zijn kostbaar. Daarnaast is de zeggenschap over de verantwoordelijkheid voor woning, complex, beheer en omgeving, versnipperd. Een bewoner heeft bijvoorbeeld wel iets te zeggen over zijn huis, maar lang niet altijd over zijn omgeving. Daar gaat de gemeente meestal over. Daarom is het werk in de bestaande bouw verdeeld over drie certificaten. Dit in tegenstelling tot in de nieuwbouw.
Certificaat Veilige Woning
Individuele woningen komen in aanmerking voor het certificaat Veilige Woning. Dit kunnen eengezinswoningen zijn, maar ook woningen die deel uitmaken van een appartementengebouw of flat. Voor individuele woningen geldt dat ‘de schil’ beveiligd moet zijn. Het gaat dan om voor, zij-, achtergevel en het dak. Het gaat zowel om dichte als om bewegende delen (ramen en deuren). Het gaat om de beveiliging van alle delen die toegang verschaffen tot de woning. Maar, het gaat ook om verlichting en een rookmelder. Bewoners die in bijzondere omstandigheden verkeren - de waarde van hun inboedel is hoog - kunnen ‘bovenop’ het certificaat Veilige Woning andere beveiligingsmaatregelen treffen zoals het aanleggen van een alarminstallatie. Verzekeringsmaatschappijen kunnen hierover informatie verstrekken.
Het politiekeurmerk is voor de ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit verzamelplan geen toetsingskader. Het gaat om particuliere initiatieven waarbij de initiatiefnemers zelf verantwoordelijk zijn voor het verkrijgen van een politiekeurmerk veilig wonen.
3.1.8 Water
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een watertoets verplicht bij gemeentelijke bestemmingsplannen en projectafwijkingsbesluiten. De watertoets is een proces instrument, waarbij het waterschap en de initiatiefnemer (gemeente) onderlinge afstemming zoeken. In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen is per ontwikkeling de watertoets uitgevoerd en zijn de conclusies opgenomen.
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving
4.1 Algemeen
In dit hoofdstuk worden de in dit plan opgenomen ontwikkelingen kort beschreven en aangegeven in welke bijlage de specifieke ruimtelijke onderbouwing te vinden is. Achtereenvolgens komen aan de orde de meegenomen particuliere initiatieven, de in de plan meegenomen verleende projectafwijkingsbesluiten en de ambtshalve wijzigingen.
4.2 Opgenomen Initiatieven
Hieronder is per onderdeel van het bestemmingsplan de wijziging ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen aangegeven.
4.2.1 Peezeweg 4
Het perceel Peezeweg 4 is een voormalig agrarisch perceel. Op het perceel staan meerdere gebouwen, zoals een grote hal, koeienstal en nog een drietal losse schuren.
Verder wordt met toepassing van de beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het Buitengebied gemeente Dalfsen, onderdeel het beleid voor Vrijkomende Agrarische Bedrijfsgebouwen (VAB) een extra woning op het perceel gerealiseerd. In het VAB-beleid is opgenomen dat als een erf als karakteristiek beoordeeld kan worden er dan mogelijkheden zijn om een extra woning te realiseren. Voor de beoordeling heeft het Oversticht een advies opgesteld en het erf als karakteristiek beoordeeld. Hierdoor kan de wens om in de voormalige koeienstal een woning te realiseren mogelijk gemaakt worden.
Daarnaast wordt een paardenbak van 40 x 20m gerealiseerd aansluitend aan het woonerf, achter de woning en grote schuur.
4.2.2 Welsummerweg 32
Het perceel Welsummerweg 32 is een voormalig agrarisch perceel. Veel van de oude bedrijfsgebouwen zijn blijven staan. In het midden van het perceel bevindt zich een zeer grote schuur met daar aan vast gebouwd een kleinere schuur die met een vergunning omgezet is naar een kantoor voor het bedrijf van de eigenaren. De bedrijfsactiviteiten worden beëindigd op het perceel.
Met toepassing van de beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het Buitengebied gemeente Dalfsen, onderdeel Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) wordt een tweede woning op het perceel gerealiseerd. Uitgangspunt van het beleid is hergebruik binnen bestaande gebouwen. Het Oversticht heeft de oude schuur als karakteristiek aangemerkt. Bij een bouwtechnische controle is echter gebleken dat de kap van de grote schuur niet levensvatbaar is. In de beleidsregels zijn voorwaarden opgenomen voor sloop en nieuwbouw bij hergebruik voor een niet agrarische functie. In sommige situaties is hergebruik van bestaande bebouwing niet gewenst. Sloop en nieuwbouw is dan mogelijk:
- Als dit ten goede komt aan de ruimtelijke kwaliteit volgens de kwalitatieve criteria uit Structuurvisie Buitengebied, het Landschapsontwikkelingsplan, de gebiedskenmerken catalogus van de Omgevingsvisie van de Provincie Overijssel en de welstandsnota, en
- Als dat noodzakelijk is vanwege functionele en/of bouwtechnische redenen;
- De oppervlakte van de bebouwing mag niet toenemen en er zal altijd sprake moeten zijn van een aanzienlijke verbetering van de ruimtelijke kwaliteit waarover een positief advies van de ervenconsulent van het Oversticht moet worden afgegeven.
In overleg met medewerkers van het Oversticht is gekeken naar de mogelijkheden die er dan zijn om toch een woning te kunnen realiseren. Dit heeft geleid tot sloop van de grote schuur en deze in een iets kleiner formaat achter het kantoor aan de noordoostkant terug te bouwen. Zodoende kan er een woning gerealiseerd worden en wordt de kantoorfuncite omgezet naar een woonfunctie.
Door alle overige bijbehorende bouwwerken te slopen kan er een nieuw bijgebouw bij de huidige boerderij gerealiseerd worden en in de nabije toekomst willen de eigenaren ook een bijgebouw voor henzelf realiseren.
Zie Bijlage 2 Ruimtelijke onderbouwing - Welsummerweg 32
In totaal wordt er 1.170 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.
4.2.3 Koepelallee 5
Het perceel Koepelallee 5 heeft een woonbestemming en naast een woning staan er diverse bijgebouwen. Aan de zuidzijde van het perceel staat een grote schuur van 967 m2 waarin bedrijfsactiviteiten plaatsvinden. De huidige bedrijfsactiviteiten op het perceel worden beëindigd en de schuur wordt gesloopt in ruil voor een compensatiewoning.
Met toepassing van de beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het Buitengebied gemeente Dalfsen, onderdeel Sloop voor Kansen wordt de extra woning op het perceel gerealiseerd.
Ook wordt de bestaande paardenbak behouden.
Zie Bijlage 3 Ruimtelijke onderbouwing - Koepelallee 5
In totaal wordt er 967 m2 aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt.
4.2.4 Vlierhoekweg 9
Op het perceel Vlierhoekweg 9 staan meerdere bedrijfsgebouwen en achter de bedrijfsgebouwen vindt opslag plaats op de agrarische bestemming. Omdat opslag niet binnen een agrarische bestemming mag plaatsvinden willen de eigenaren een deel van de huidige bedrijfsbestemming verleggen, maar de bedrijfsbestemming ook uitbreiden zodat alles legaal geregeld is.
Om de verplaatsing en uitbreiding van de bedrijfsbestemming mogelijk te maken wordt gebruik gemaakt van de beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het Buitengebied gemeente Dalfsen, onderdeel kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO).
4.2.5 Welsummerweg 49
Het perceel Welsummerweg 49 heeft een woonbestemming. Op het perceel is een klein huis (mantelzorgwoning) achter op het perceel gebouwd. De mantelzorgwoning wordt omgezet naar permanente bewoning en hiervoor wordt de volledige hoeveelheid benodigde sloop m2 ingezet. De sloop m2 komen van de Oosterkampen 3 (631 m2) en Westerveldweg 9 (251 m2) in Dalfsen. Daarnaast wordt een paardenbak aansluitend aan de woonbestemming gerealiseerd.
Zie Bijlage 6 Ruimtelijke onderbouwing - Welsummerweg 49, Oosterkampen 3 enWesterveldweg 9
4.2.6 Poppenallee 24
Op het perceel Poppenallee 24 liggen vier visvijvers. Deze worden niet meer gebruikt als visvijver, maar het perceel heeft nog steeds de bestemming 'recreatie – dagrecreatie'. De huidige eigenaren maken ook nog gebruik van deze bestemming, vooral door het verhuren van de aanwezige voormalige kantine voor familiefeestjes. De recreatieve bestemming wordt uitgebreidt, door op één van de vijvers twee luxe drijvende recreatiewoning (waterlodges) te leggen. Verder wil men beperkt kamperen met tenten en camperplaatsen aanbieden.
Aan de provincie is via de voorkantsamenwerking gevraagd om instemming met dit plan en daar heeft de provincie positief op gereageerd. Gelet op de kleine uitbreiding van activiteiten op het perceel (zeker vergeleken met die van de visvijvers in het verleden), is slechts een kleine KGO van toepassing. De ontwikkeling past ook binnen het beleid van de gemeente Dalfsen, wat kleinschalig kamperen betreft.
4.2.7 Ommerweg 4A
Aan de Ommerweg 4A is nu een varkenshouderij gevestigd. De initiatiefnemer stopt met de varkenshouderij en zal de varkensstal slopen (deelname landelijke Saneringsregeling varkenshouderijen). Het initiatief betreft het verwijderen van de agrarische (intensieve) bestemming naar Wonen. In ruil voor de sloop van de bedrijfsbebouwing, 1687,5 m2 zonder asbest, wordt er één vrijstaande woning, een tiny house en een B&B met 4 boerderijkamers gerealiseerd. De B&B komt in een bestaande schuur.
De sloop m2 worden ingezet voor een compensatiewoning met bijgebouw (1000 m²) een tiny house (350 of 500 m² afhankelijk van een nog te nemen besluit door de gemeenteraad). De overig sloop m² mogen eenmalig en in één keer worden ingezet voor een ander project op een andere locatie in de gemeente Dalfsen.
4.2.8 Brinkweg 12A
Op het perceel aan de Brinkweg 12A te Dalfsen ligt 't Mijhof. Door ontwikkelingen is er een wens om een woning op het perceel aan de Brinkweg 12a te realiseren. Op het perceel staat nog een schuur die als vergaderruimte verhuurd wordt. De wens is om in deze schuur een bedrijfswoning te realiseren. Om deze bedrijfswoning te realiseren wordt gebruik gemaakt van de beleidsregels “Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen. onderdeel Sloop voor Kansen”.
Op het perceel Brinkweg 12A wordt de oude schuur die achter de vergaderruimte staat en een oppervlakte heeft van circa 120 m2 gesloopt. Om te kunnen voldoen aan de minimale sloopeis van 850 m2, wordt naast deze schuur, 300 m2 gesloopt aan de Stadhoek 2 en 501 m2 aan de Peezeweg 2. Het gaat op beide percelen om landschapsontsierende bebouwing met asbest. Op de plaats van de oude schuur wordt een nieuwe schuur met een oppervlakte van 70 m² gebouwd.
4.2.9 Zandspeur 91
Op het perceel Zandspeur 91 is kinderopvang De Groene Helden gevestigd. De initiatiefnemers willen de bestaande kinderopvang op het perceel uitbreiden. In de huidige situatie is een deel van het perceel in gebruik voor deze functie. De huidige inrichting is niet volledig volgens de afspraken die zijn gemaakt in 2010, de bestemming wonen voldoet niet aan het huidige maatschappelijke gebruik.
Daarom worden, ook op basis van een advies van Het Oversticht, plannen gemaakt (o.b.v. de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving) voor de herinrichting van een deel van het terrein. Daarnaast wordt de bestemming van het perceel afgestemd op het feitelijk gebruik.
4.2.10 Zwarteweg 5
Het perceel Zwarteweg 5 betreft een woning met bijbehorend stuk grasland ten zuidoosten van Dalfsen. Op het perceel is een carport geplaatst buiten de daarvoor bedoelde woonbestemming. De carport is daarnaast gerealiseerd binnen een natuurbestemming die onderdeel uitmaakt van Natuurnetwerk Nederland (NNN). Het is om die reden niet mogelijk om de carport via een reguliere omgevingsprocedure te legaliseren. De woonbestemming moet worden uitgebreid om de carport te kunnen legaliseren.
Deze ontwikkeling is gekoppeld aan het plan van de initiatiefnemer om het omliggende stuk natuur om te vormen tot een duurzaam bos met meer aandacht voor de biodiversiteit. De natuurbestemming wordt uitgebreid aan de zuidzijde van het perceel om de vergroting van de woonbestemming te compenseren. Door deze kwaliteitsinvestering is het mogelijk om meer ruimte te bieden aan de woonbestemming, dit gebeurd aan de hand van het beleid 'Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving' van provincie Overijssel.
4.2.11 Vilstersedijk 25
Op het perceel Vilstersedijk 25 is momenteel een woning aanwezig. De initiatiefnemers willen gezien de kleine woonbestemming de woonfunctie uitbreiden en willen daarnaast twee recreatieve nachtverblijven volgens het Boer-inn concept plaatsen in het weiland ten zuiden van de woning.
Het Boer-inn concept heeft als uitgangspunt dat je logeert bij de boer of een agrarisch verwant persoon. Zo kunnen de gasten meer leren over de agrarische sector. Er zijn meerdere Boer-inn locaties gerealiseerd binnen Overijssel. Het concept is erop gericht dat je van de ene naar de andere locatie fietst (een arrangement bestaat uit minimaal twee locaties). Voor de recreatieve nachtwoningen zijn drie varianten beschikbaar: Een melkbus, een boomstam of een verrekijker. De (kleine) recreatieve nachtverblijven hebben de vorm van een van deze drie objecten. Voor de locatie Vilstersedijk 25 wordt waarschijnlijk de boomstam gekozen.
Naast de realisatie van de twee recreatie nachtverblijven bestaat er de wens om een uitbreiding van de tuin te realiseren. Als laatste zouden de initiatiefnemers graag een bijgebouw/tuinhuis voor de woonfunctie realiseren. De maximale bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan hier toestaat is nog niet volledig benut, maar er is geen ruimte om dit bijgebouw binnen de woonbestemming gezien de grootte van het bestemmingsvlak.
Beide onderdelen van de ontwikkeling worden mogelijk gemaakt door toepassing van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving, waarbij wordt geïnvesteerd in de ruimtelijke kwaliteit en deze investering in balans is met de gevraagde ontwikkelingsmogelijkheden.
Omdat het plan niet past in het bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen, is een aanpassing/uitbreiding van de bestemming 'Wonen' nodig. Daarnaast worden de recreatieve nachtverblijven voorzien van een aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatief nachtverblijf' en wordt de bestaande agrarische bestemming ter plaatse van de ontwikkeling omgezet in de bestemming 'Recreatie - Dagrecreatie'.
4.2.12 Molenhoekweg 8/8A
Het perceel Molenhoekweg 8/8A is een voormalige agrarische bedrijfslocatie (varkenshouderij) met twee bedrijfswoningen. De agrariër heeft deelgenomen aan een stoppersregeling en heeft de agrarische activiteit gestaakt per 1 januari 2020. Op de deel van de voormalige agrarische bedrijfswoning (het oude, oorspronkelijke boerderijtje) is al een ruimte gecreëerd voor vergaderingen, workshops, cursussen en kinderfeestjes. Daarnaast worden op dit moment een aantal ondergeschikte recreatieve activiteiten aangeboden zoals een maisdoolhof en een pluktuin. Voor deze activiteiten is een tijdelijke vergunning afgegeven tot en met 2021.
Omdat de agrarische activiteiten zijn beëindigd wil de initiatiefnemer de overige activiteiten op het perceel vastleggen in het bestemmingsplan en het erf transformeren. Er wordt op het perceel 1877,7 m2 aan landschap ontsierende bebouwing met asbest gesloopt en 203 m2 zonder asbest. Één vrij nieuwe schuur met zonnepanelen (aan de noordkant van het erf) blijft staan.
De verkregen sloopmeters worden vastgelegd en verkocht om elders sloop voor kansen projecten mogelijk te maken. In totaal wordt 1.878,24 m2 met asbest (omgerekend naar rato) vastgelegd voor een periode van maximaal 5 jaar. Binnen deze 5 jaar moet het sloopoppervlakte ingezet zijn in een sloop voor kansen project, anders vervallen de rechten. 124 m2 gebruiken initiatiefnemers zelf om een privé bijgebouw te realiseren en een extra gebouw voor de vergaderlocatie. Als extra mogelijke inkomstenbron wil de initiatiefnemer een minicamping oprichten met ongeveer 15 standplaatsen. Vanwege de onzekerheid door de huidige omstandigheden is het nog niet geheel zeker wanneer deze extra activiteit van start gaat. Het bestemmingsplan zal deze ontwikkeling in ieder geval mogelijk maken door een afwijkingsbevoegdheid op te nemen. Op deze manier kan in de toekomst via een vergunning (mits aan voorwaarden wordt voldaan) een kleinschalig kampeerterrein worden gestart.
4.2.13 Vilstersestraat 36
Het perceel Vilstersestraat 36 ligt net buiten Lemelerveld en is een voormalig agrarisch bedrijf met diverse opstallen. Het perceel heeft in het 3e verzamelplan buitengebied op basis van het beleid Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) een maatschappelijke bestemming gekregen. Deze functiewijziging was nodig om op de locatie een zorgboerderij te starten. In de huidige situatie wordt op de locatie zorg verleend aan jeugd in de leeftijdscategorie 5-25 jaar.
Vanuit de initiatiefnemers is er de wens om de zorg uit te breiden naar een aantal van 25 tot 30 zorgvragers per dag en een verhoging van de leeftijd tot 65 jaar. De afgelopen jaren is er door het bedrijf veel zorgervaring opgedaan en is beter in beeld waar de wensen liggen. Op het perceel worden de verschillende opstallen vernieuwd ten behoeve van de zorgfunctie. Er komt een centraal gebouw op het middennerf (ontvangst en kantoor, winkel, creatieve ruimte, sportruimte etc.). Daaromheen komen stalling voor paarden, kleinschalige logeervoorzieningen, werkplaats voor houtbewerking en een kleinschalige opslag voor zorg gerelateerd materiaal.
De huidige aanwezig opstallen voldoen niet aan de eisen om deze nieuwe functies mogelijk te maken. Daarnaast is er behoefte aan iets meer bebouwing voor ze zorgfunctie 186 m2 meer) en wensen initiatiefnemers de bebouwing anders te positioneren op het perceel. De gewenste posities van de verbeterde opstallen zorgen voor een knelpunt, omdat deze vallen buiten het bestemmingsvlak voor maatschappelijk. Daarnaast is het extra bebouwen niet mogelijk op basis van het huidige bestemmingsplan. Met toepassing van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO) wil initiatiefnemer deze ontwikkeling realiseren. De geboden ontwikkelingsruimte is hierbij in balans met de investering in de ruimtelijke kwaliteit.
Naast de nieuwe opstallen zal het aanliggende weiland gebruikt gaan worden voor verschillende dagactiviteiten zoals buiten koken, paardenweide etc.
Zie Bijlage 13 Ruimtelijke onderbouwing - Vilstersestraat 36
4.2.14 De Stokte 9
De eigenaren van het perceel De Stokte 9 willen in een bijgebouw op het perceel een B&B starten. Op basis van de woonbestemming is het mogelijk om een B&B op te richten, het is hierbij wel vereist dat deze binnen de woning zelf plaatsvindt. Omdat in dit geval de B&B buiten de woning zelf wordt gerealiseerd past de ontwikkeling niet binnen het bestemmingsplan.
De beoogde locatie op het perceel is een schuur die werd gebruikt voor agrarische doeleinden. De agrarische activiteiten op het perceel zijn in 1998 beëindigd.
4.2.15 Hessenweg 18 en 18B
Het perceel Hessenweg 18 en 18B ligt nabij de N340 en ten noordwesten van Dalfsen. Het perceel betreft een voormalig bedrijfslocatie.
De huidige bedrijfsbestemming wordt omgezet naar een woonbestemming. Binnen de deel wordt een bed & breakfast gestart. Op een gedeelte van de zolder vindt opslag plaats.
Daarnaast wordt er ook een theehuis met theetuin gerealiseerd. Er worden niet meer bezoekers verwacht dan voorgaande jaren toen er een camperdealer en –reparatiebedrijf gevestigd was.
Verder wil men een hondenuitlaatservice beginnen op het perceel. Het gaat om dagopvang van maximaal 4 honden. En een uitlaatservice van maximaal 10 honden: deze honden worden opgehaald en worden op het terrein uitgelaten tussen 12.00 en 13.00 uur.
Zie Bijlage 15 Ruimtelijke onderbouwing - Hessenweg 18 en 18b
4.2.16 Wethouder Bijkersweg 1
HHet perceel betreft een voormalig agrarisch bedrijf, de initiatiefnemer wil de bestemming graag wijzigen van agrarisch naar wonen. Het gewijzigd gebruik is al van toepassing op het perceel, de initiatiefnemer heeft op dit moment een tijdelijke omgevingsvergunning zodat de bedrijfswoning al bewoond mag worden voor reguliere bewoning en voor het regelen van de benodigde financiering. Voor de bestemmingswijziging worden de plannen opgenomen in het 8e verzamelplan Buitengebied.
Het perceel is kadastraal gesplitst en het perceel met de grote schuur is apart verkocht. In die schuur wil de eigenaar van het perceel nog enkele agrarische activiteiten voortzetten, met name opslag. Qua uiterlijk zijn er weinig veranderingen voorzien op het perceel.
Om de opslag mogelijk te maken wordt gebruik gemaakt van de Beleidsregels Ontwikkelen met Kwaliteit in het Buitengebied van de gemeente Dalfsen, onderdeel Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB).
Zie Bijlage 16 Ruimtelijke onderbouwing - Wethouder Bijkersweg 1
4.2.17 Zennepweg 19 en 19A
Initiatiefnemers willen een nieuwe twee-onder-een kapwoning bouwen op een agrarisch perceel aan de Zennepweg, tussen de percelen Zennepweg 17/17A en Zennepweg 21 in Lemelerveld. De woningen op dit perceel krijgen de huisnummers 19 en 19A. Eén van de woningen is een vervanging van de bestaande woning Zennepweg 15, die wordt gesloopt. Voor de andere woning wordt gebruik gemaakt van het Sloop voor kansen beleid, aangevuld met eisen op grond van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO). In totaal wordt er 720 m² landschap ontsierende bebouwing gesloopt: 90 m² komt van het perceel Tolhuisweg 7 in Dalfsen. Daarnaast is in het verleden aan de Nieuwstraat 68 al 630 m² landschap ontsierende bebouwing gesloopt. Deze sloop m2 waren wel vastgelegd, maar nog steeds niet ingezet. Deze sloop m2 worden nu gebruikt voor de tweede woning aan de Zennepweg 19/19A. De ontbrekende sloop m2 worden vervangen door een investering in KGO, zoals omschreven in 2.2.2.1. Een andere investering in de KGO betreft het stoppen of verplaatsen (eventueel naar bedrijventerrein 't Febriek Zuid II) van de bestaande bedrijvigheid (autohandel) die nu nog aanwezig is op de percelen Zennepweg 15 en 17.
Nadere motivering
De woning Zennepweg 15 staat al van oudsher achter de woning Zennepweg 17/17A. Het bebouwingsbeeld ter plaatse kenmerkt zicht door landelijke woningen die aan de Zennepweg zelf liggen. De situatie van de woningen Zennepweg 15 en Zennepweg 17/17A vormt hierop een ongewenste uitzondering, die historisch gegroeid is. De woning Zennepweg 15 staat relatief dicht bij de provinciale weg N348, in de geluidszone. Door de aanleg van de zuidelijke ontsluiting met verkeerslichten in de N348 bij bedrijventerrein 't Febriek is de geluidbelasting op de woning toegenomen. Geluidwerende maatregelen in de woning zijn mogelijk aan de orde en zouden nader onderzocht moeten worden door de provincie Overijssel. De eigenaar/initiatiefnemer wil echter de woning – ook gelet op de slechte staat van onderhoud – slopen en verplaatsen, wat ruimtelijk ook gewenst is.
Verplaatsing van woningen in het buitengebied naar een perceel met een agrarische bestemming, waarop geen bebouwing staat, is normaal gesproken niet toegestaan. Woningen moet een op een bestaand perceel worden terug gebouwd. Uitzonderingen hierop zijn alleen mogelijk als er sprake is van een uitzonderlijke situatie die terugbouwen op de huidige plek ongewenst maakt. Dat is het geval met de woning Zennepweg 15. De ligging achter een andere woning, de geluidbelasting die niet aan de voorkeurswaarden geluid voldoet en in de toekomst de directe nabijheid van de uitbreiding van bedrijventerrein 't Febriek Zuid II, maken herbouw op de huidige locatie ongewenst, zo niet onmogelijk.
In het verleden is tijdens een bezoek door de ervenconsulent van het Oversticht aangegeven dat eventueel een vervangende woning gebouwd kan worden op het trapveldje rechts van de woning Zennepweg 17/17A. Op die manier wordt aangesloten op bestaande bebouwingspercelen. Het trapveldje heeft een agrarische bestemming en zou in theorie als aansluitend erf kunnen functioneren. Dit veldje is echter geen eigendom van de huidige eigenaar van het perceel Zennepweg 15 en het perceel daarnaast (kadastraal bekend sectie F, nummer 7049) wel.
Zie Bijlage 17 Ruimtelijke onderbouwing - Zennepweg 19 en 19a
4.3 Opgenomen Project Afwijkingsbesluiten
4.3.1 Oosterhulst 5A
De omgevingsvergunning voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Oosterhulst 5A is op 8 maart 2021 verleend en onherroepelijk geworden op 21 april 2021; zie Bijlage 18 Projectafwijkingsbesluit Oosterhulst 5A
4.4 Opgenomen Ambtshalve Wijzigingen
Diezerstraat 7
Op de plankaart wordt het zoekgebied voor de bouw van een opslagschuur aangepast en een deel van de natuurbestemming verplaatst.
Heideparkweg 2
Op de plankaart wordt het zoekgebied voor het bouwen van een kapschuur aangepast.
Meeleweg 110 en 110A
Het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt verplaatst zodat de vergunde situatie binnen het woonvlak valt. De oppervlakte van de woonbestemming blijft hetzelfde.
Vennebergweg 5
Op de plankaart wordt het zoekgebied voor het bouwen van een tweede bedrijfswoning aangepast.
Molenhoekweg 11
Voor het bouwen van een nieuwe woning moet het zoekgebied aangepast worden. Deze aanpassing wordt nu in dit verzamelplan verwerkt.
Ruitenveen 36 en 38
Op de plankaart wordt het zoekgebied voor de uitbreiding van een ligboxenstal met een nieuwe melkstal en wachtruimte op het perceel Ruitenveen 38 aangepast. Hiermee wordt de verleende vergunning uit 2011 in dit verzamelplan verwerkt..
Lemelerveldseweg 42
Op de plankaart wordt de gebiedsaanduiding 'plattelandswoning' aan het bestemmingsvlak 'Agrarisch met waarden' toegevoegd.
Oude Oever 1
Op de plankaart wordt de aanduiding 'permanente bewoning' weer opgenomen. Deze was per abuis niet opgenomen bij het opstellen van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen (vastgesteld op 24 juni 2013).
Hessenweg 2 en 2A
Op de plankaart wordt de maatvoering 'maximaal aantal woningen: 2', aan het bestemmingsvlak 'Wonen' toegevoegd voor de twee vergunde woningen.
Ganzepanweg 4A
Op de plankaart wordt de gebiedsaanduiding 'plattelandswoning' aan het bestemmingsvlak 'Agrarisch met waarden' toegevoegd.
Vossersteeg 68
Op de plankaart wordt de maatvoering 'maximum aantal woningen 2' aan het bestemmingsvlak 'Wonen' toegevoegd voor de twee vergunde woningen.
Schoolweg 2/2A
Op de plankaart wordt de maatvoering 'maximum aantal woningen 2' aan het bestemmingsvlak 'Wonen' toegevoegd voor de twee vergunde woningen. Deze was weggevallen bij het opstellen van de 12e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Schoolweg 2/2A.
Kemminckhorstweg 2A
Op de plankaartwordt aan de bestemming 'Agrarisch met waarden'' de functieaanduiding 'kampeerterrein' toegevoegd.
Westerveen 32
Op de plankaart wordt het perceel uit het bestemmingsplan Buitengebied verwijderd en toegevoegd aan de plankaart voor het bestemmingsplan voor de Kernen.
Vilstersestraat 28
Op de plankaartwordt aan de bestemming 'Agrarisch'' de functieaanduiding 'kampeerterrein' toegevoegd.
Fietstunnel Oudleusen (oostkant)
Op de plankaart wordt een deel van de bestemming 'Agrarisch met waarden' omgezet naar een verkeerbestemming voor het kunstwerk (fietstunnel).
Meeleweg 47
Op de plankaart wordt aan de woonbestemming de maatvoering 'maximum oppervlakte bijbehorende bouwwerken' toegevoegd.
Slagweg 15 en 17
Op de plankaart wordt aan de woonbestemming de maatvoering 'maximaal aantal woningen: 2', toegevoegd.
Zwarteweg 7
Op de plankaart wordt een deel van de agrarische bestemming omgezet in een woonbestemming en een deel van de woonbestemming wordt omgezet naar een agrarische bestemming, waarbij de beide bestemmingen niet toenemen.
Tolhuisweg 13 en 13A
Op de plankaart wordt aan de bestemming 'Agrarisch met waarden' de gebiedsaanduiding 'plattelandswoning' toegevoegd.
Oosterveen 73
Op de plankaart wordt aan de woonbestemming de maatvoering 'maximum oppervlakte bijbehorende bouwwerken' toegevoegd.
4.4.1 Wijzigingen na ontwerp
Ankummer Es 3 A
Op de plankaart wordt de bestemming 'Agrarisch - Glastuinbouw' omgezet naar de bestemming 'Wonen'.
Vilstersestraat 36
Op de plankaart wordt aan de maatschappelijke bestemming de maatvoering 'maximum bebouwd oppervlakte (m2)' toegevoegd.
Vilsersedijk 25
Op de plankaart wordt het bestemmingsvlak 'Wonen' aan de zuidkant met 1 meter uitgebreid.
Zandspeur 91
Op de plankaart wordt de maatschappelijke bestemming uitgebreid en een aanduiding 'maximum bebouwd oppervlakte 228 m2' toegevoegd.
Kringsloot-West 12
Op de plankaart wordt het bestemmingsvlak 'Wonen' aan de achterzijde iets verlengd.
4.5 Opgenomen Wijzigingsplannen En Herzieningen
Een zevental losse herzieningen zijn opgenomen in het 8e Verzamelplan.
4.5.1 Wijker Hofmanssteeg ongenummerd
Op 22 november 2010 is door de gemeente Dalfsen, gemeente Ommen en de provincie Overijssel de Nota Wijkersbeleid vastgesteld. Het doel van deze nota was kaders te bieden voor de woningen in het buitengebied die door de aan te passen N340/N48 moeten wijken. Hieronder vallen woningen die door ruimtebeslag van de N340/N48 of door geluidsregelgeving moeten wijken.
Bewoners konden ervoor kiezen elders een bestaande woning te kopen of te huren of ze konden, binnen de kaders van de Omgevingsvisie, herbouwen in ‘de groene omgeving’. Hiervoor was een nieuw bestemmingsplan nodig. Dit bestemmingsplan is in dit kader gemaakt.
Dit plan had als doel de bouw van een woning in het buitengebied mogelijk te maken ter vervanging van een te slopen woning langs de N340 (Hessenweg). Het bestemmingsplan is sinds 29 november 2013 onherroepelijk.
4.5.2 Wijker Mennistensteeg ongenummerd
Op 22 november 2010 is door de gemeente Dalfsen, gemeente Ommen en de provincie Overijssel de Nota Wijkersbeleid vastgesteld. Het doel van deze nota was kaders te bieden voor de woningen in het buitengebied die door de aan te passen N340/N48 moeten wijken. Hieronder vallen woningen die door ruimtebeslag van de N340/N48 of door geluidsregelgeving moeten wijken.
Bewoners konden ervoor kiezen elders een bestaande woning te kopen of te huren of ze konden, binnen de kaders van de Omgevingsvisie, herbouwen in ‘de groene omgeving’. Hiervoor was een nieuw bestemmingsplan nodig. Dit bestemmingsplan is in dit kader gemaakt.
Dit plan had als doel de bouw van een woning in het buitengebied mogelijk te maken ter vervanging van een te slopen woning langs de N340 (Hessenweg). Het bestemmingsplan is sinds 15 november 2013 onherroepelijk.
4.5.3 Wijker Veldweg ongenummerd
Op 22 november 2010 is door de gemeente Dalfsen, gemeente Ommen en de provincie Overijssel de Nota Wijkersbeleid vastgesteld. Het doel van deze nota was kaders te bieden voor de woningen in het buitengebied die door de aan te passen N340/N48 moeten wijken. Hieronder vallen woningen die door ruimtebeslag van de N340/N48 of door geluidsregelgeving moeten wijken.
Bewoners konden ervoor kiezen elders een bestaande woning te kopen of te huren of ze konden, binnen de kaders van de Omgevingsvisie, herbouwen in ‘de groene omgeving’. Hiervoor was een nieuw bestemmingsplan nodig. Dit bestemmingsplan is in dit kader gemaakt.
Dit plan had als doel de bouw van een woning in het buitengebied mogelijk te maken ter vervanging van een te slopen woning langs de N340 (Hessenweg). Het bestemmingsplan is sinds 15 november 2013 onherroepelijk.
4.5.4 1e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Welsummerweg 16
In deze herziening is met toepassing van de Rood voor Rood-regeling gedaan een extra woning gebouwd worden op het perceel Welsummerweg 16.
De twee slooplocaties zijn:
Welsummerweg 16 in Dalfsen (sloopoppervlak 369 m²);
Emmerweg 7 in Dalfsen (sloopoppervlak 527 m²).
In totaal is er 896 m² landschapsontsierende bebouwing gesloopt.
Naast de compensatiewoning is aan de grote stenen schuur aan de noordzijde van het erf een vervolgfunctie gegeven in het kader van het VAB-beleid (vrijgekomen agrarische bebouwing). Het was de bedoeling om in dit gebouw een kleinschalig opslag en handelsbedrijf te beginnen. Dit is ook in de herziening geregeld.
De compensatiewoning is aan de noordzijde van het perceel gebouwd, naast de te behouden schuur. De bestaande woning is gesloopt en aan de zuidzijde van het perceel teruggebouwd. In deze woning wordt inwoning toegestaan.
Drie karakteristieke bijgebouwen (gezamenlijke oppervlakte van 224 m²) verkeerden in slechte bouwtechnische staat, en zijn gesloopt en herbouwd met behoud van uitstraling. Deze bijgebouwen doen dienst als bijbehorende bouwwerken bij de vervangende woning.
Het bestemmingsplan is sinds 24 januari 2014 onherroepelijk.
4.5.5 3e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Dommelerdijk 36A
Deze herziening is opgesteld omdat het agrarisch bedrijf aan de Dommelerdijk 36a in Dalfsen is gestopt en de eigenaar wou deelnemen aan een saneringsregeling. Via deze regeling kan een extra bouwkavel voor een woning verkregen worden als er minimaal 850 m² landschapsontsierende bedrijfsbebouwing werd gesloopt en in ruimtelijke kwaliteit werd geinvesteerd. Bij de sloop van een veelvoud van 850 m² was er zelfs een tweede bouwkavel mogelijk als deze nodig was om alle kosten te dekken.
In dit geval werd er 2.483 m² agrarische bebouwing gesloopt. De eigenaar heeft aangetoond dat alle bebouwing landschapsontsierend was en dat er een tweede compensatiekavel nodig was om de kosten te dekken. In principe moesten beide woningen op de slooplocatie worden gebouwd, maar dat was in dit geval milieutechnisch niet uitvoerbaar (vanwege de naastgelegen paardenhouderij) en landschappelijk niet wenselijk. Daarom is naar een geschikte tweede locatie gezocht. Deze is gevonden op een onbebouwd perceel grenzend aan de kruising tussen de Dommelerdijk en de Middeldijk.
De Dommelerdijk 36 en 36a waren vroeger onderdeel van één agrarisch bedrijf waarvoor één milieuvergunning was. De beleidsregels gaven aan dat als de intensieve tak van een gemengd bedrijf werd beëindigd (ontmenging) de extensieve tak geen nieuwe bedrijfsbebouwing meer mag oprichten. Dit betekent dat de paardenhouderij (Dommelerdijk 36) niet meer mag uitbreiden. Ook omschakelen naar intensieve veehouderij is uitgesloten.
Het bestemmingsplan is sinds 16 januari 2015 onherroepelijk.
4.5.6 6e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Leemculehof
In deze herziening is via de regeling boerenerfwonen de herontwikkeling van het perceel Leemculeweg 3 in Dalfsen mogelijk gemaakt. Er is ruim 1.800 m² aan landschapsontsierende bebouwing gesloopt en asbest en verharding zijn gesaneerd. De agrarische bestemming is deels omgezet naar een woonbestemming met drie bouwvlakken, waarbinnen één woning mocht worden gebouwd.
Het bestemmingsplan is sinds 19 december 2014 onherroepelijk.
4.5.7 12e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Schoolweg 2
In deze herziening is het mogelijk gemaakt op het perceel Schoolweg 2 naast de burgerwoning op de woonbestemming op de bestemming 'Agrarisch' het parkeren van 4 vrachtwagens mogelijk te maken. Overdag zijn de vrachtwagens onderweg en 's nachts staan ze ook vaak bij de vrachtrijders thuis. In het weekend staan de vrachtwagens wel allemaal op het perceel Schoolweg 2. Daarnaast zal er een schuur worden gebouwd waarin af en toe onderhoudswerkzaamheden aan de eigen vrachtwagens wordt verricht. De schuur valt gedeeltelijk binnen het bestaande bestemmingsvlak 'Wonen'.
Het bestemmingsplan is sinds 3 december 2020 onherroepelijk.
Hoofdstuk 5 Toelichting Op De Regels
In dit hoofdstuk worden, voor zover nodig, de van het bestemmingsplan deeluitmakende regels nader toegelicht. De regels geven inhoud aan de op de digitale verbeelding aangegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor opstallen al dan niet gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd mag worden.
5.1 Wijzigingen In De Regels Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen
De volgende bestemmingsregels van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen worden met dit bestemmingsplan gewijzigd. De overige regels van het bestemmingsplan Buitengebied en voor zover tot nu toe zijn herzien blijven van toepassing.
In artikel 1 zijn de volgende begripsbepalingen aangevuld met de nieuwe begrippen: 'bedrijfsmatige exploitatie', 'gastenverblijf', 'kinderopvang', 'theetuin', 'tiny house', 'waterlodges' en 'zonneveld'.
In het begrip bouwwerk voor recreatief nachtverblijf is de zinsnede 'de bedrijfsmatige exploiatie van een' toegevoegd.
Bij het begrip horeca(bedrijf) en onderschikte (bijbehorende) horeca is de zin aangevuld met 'met bijbehorend terras'.
In het begrip inwoning wordt de zinsnede 'en woningsplitsing niet is toegestaan' verwijderd omdat in de nadere eisen is opgenomen dat splitsing mogelijk is als de gemeente toestemming geeft.
In artikel 3 Agrarisch wordt in de tabel 'specifieke vorm van wonen - tiny house' en 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang' toegevoegd en onder o 'theetuin'.
In 3.2.4. onder e wordt het mogelijk gemaakt om aansluitend aan een woonbestemming een zonneveld voor de opwek van energie voor eigen gebruik te realiseren op de voor Agrarisch aangewezen gronden. En in 3.4.1. onder k wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen waarin wordt toegestaan om een groter oppervlak voor een zonneveld toe te staan.
In 3.6.3 onder o lid 1 wordt NGE verwijderd en daarvoor in de plaats 'ondergeschikt is aan de hoofdbestemming en 'voor een' toegevoegd en lid 4 wordt toegevoegd waarin is opgenomen dat maximaal vijf van de 25 tenthuisjes een maximale oppervlakte mogen hebben van 60 m2 en een hoogte van 5m.
In 3.8.1 onder d Wijzigen naar Wonen wordt onder b lid 2 toegevoegd, voor splitsen binnen de bestaande schil en lid 3 dat er geen vergroting van de gesplitste woning plaats mag vinden. In lid 5 wordt toegevoegd dat er voor de landschappelijke inpassing een erfinrichtingsplan opgesteld moet worden.
In artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw onder 4.6.3 onder n lid 1 wordt NGE verwijderd en daarvoor in de plaats 'ondergeschikt is aan de hoofdbestemming en 'voor een' toegevoegd en lid 4 wordt toegevoegd waarin is opgenomen dat maximaal vijf van de 25 tenthuisjes een maximale oppervlakte mogen hebben van 60 m2 en een hoogte van 5m.
In artikel 5 Agrarisch met waarden wordt in de tabel 'specifieke vorm van wonen - tiny house' toegevoegd en onder r 'theetuin'.
In 5.2.4. onder e wordt het mogelijk gemaakt om aansluitend aan een woonbestemming een zonneveld voor de opwek van energie voor eigen gebruik te realiseren op de voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden. En in 5.4.1. onder k wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen waarin wordt toegestaan om een groter oppervlak voor een zonneveld toe te staan.
In 5.4.1. lid c is de verwijzing naar het juiste lid aangepast en in lid k wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen waarin wordt toegestaan om een groter oppervlak voor een zonneveld toe te staan.
In 5.6.3 onder o lid 1 wordt NGE verwijderd en daarvoor in de plaats 'ondergeschikt is aan de hoofdbestemming en 'voor een' toegevoegd en lid 4 wordt toegevoegd waarin is opgenomen dat maximaal vijf van de 25 tenthuisjes een maximale oppervlakte mogen hebben van 60 m2 en een hoogte van 5m.
In 5.6.3 onder p wordt een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om onder voorwaarden een kleinschalig kampeerterrein te starten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - zoekgebied kleinschalig kampeerterrein'.
In 5.8.1 onder d Wijzigen naar Wonen wordt onder b lid 2 toegevoegd, voor splitsen binnen de bestaande schil en lid 3 dat er geen vergroting van de gesplitste woning plaats mag vinden. In lid 5 wordt toegevoegd dat er voor de landschappelijke inpassing een erfinrichtingsplan opgesteld moet worden.
In artikel 6 Bedrijf wordt in 6.5.1. lid b de voorwaardelijke verplichtingen voor Vlierhoekweg 9 toegevoegd. In 6.7.1 lid a Wijzigen naar Wonen wordt onder b lid 2 toegevoegd, voor splitsen binnen de bestaande schil en lid 3 dat er geen vergroting van de gesplitste woning plaats mag vinden.
In artikel 16 Maatschappelijk in 16.1 wordt lid g toegevoegd voor 'kinderopvang'. In 16.4.1. lid b zijn de voorwaardelijke verplichtingen voor Brinkweg 12A toegevoegd en in lid c voor Zandspeur 91. Onder h wordt 'theetuin' toegevoegd, om het starten van een theetuin met zorgcliënten mogelijk te maken op het perceel Vilstersestraat 36.
In artikel 19 Recreatie - Dagrecreatie is in 19.1 lid b de zinsnede 'inclusief incidentele overnachting' voor de scouting toegevoegd.
Daarnaast is in 19.1 lid d toegevoegd. Hierin staat dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatief nachtverblijf' een recreatief nachtverblijf gerealiseerd en geëxploiteerd mag worden.
In artikel 21 Recreatie - Verblijfsrecreatie wordt in 21.2.8 de bouwregels voor waterlodges toegevoegd. In 21.4 lid b worden de voorwaardelijke verplichtingen voor Poppenallee 24 toegevoegd.
In artikel 24 Verkeer wordt in 24.1 toegevoegd 'kunstwerken', zodat o.a. fietstunnels zijn toegestaan.
In artikel 27 is in de bestemmingsomschrijving onder c 'theetuin' en onder f 'specifieke vorm van bedrijf - opslag en handelsbedrijf ' toegevoegd. En in de tabel is 'geluidscherm', 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' en 'specifieke vorm van wonen - tiny house' toegevoegd.
In 27.2.1 Woningen onder o is de verwijzing van de welstandscriteria voor Middeldijk 21 en Westeinde 86 aangepast. In 27.2.2 lid a onder 7 zijn de maximale m2 aan bebouwingsmogelijkheden voor bijbehorende bouwwerken voor Mennistensteeg 3 en 5 opgenomen. In lid m is de verwijzing naar de welstandscriteria aangepast voor Middeldijk 21 en Westeinde 86. In lid p is het beeldkwaliteitsplan voor de Leemculehof opgenomen.
In 27.2.3 onder d wordt het mogelijk gemaakt om een zonneveld voor de opwek van energie voor eigen gebruik te realiseren op de voor Wonen aangewezen gronden.
In 27.4.1 Afwijken lid d wordt voor Mennistensteeg 3 en 5 de maximale oppervlakte die aanwezig mag zijn aan bijbehorende bouwwerken opgenomen. In lid e wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen waardoor de goothoogte verhoogd kan worden tot 4 m. En in 27.4.1. onder j wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om aansluitend aan de woonbestemming een zonneveld te realiseren voor eigen gebruik en onder k wordt een afwijkingsmogelijkheid opgenomen waarin wordt toegestaan om een groter oppervlak voor een zonneveld toe te staan.
In 27.5.1 Strijdig gebruik wordt onder a 'of gastenverblijf' toegevoegd. Verder wordt onder d de voorwaardelijke verplichting voor Peezeweg 4, Welsummerweg 32, Koepelallee 5/5A, Welsummerweg 49, Westerveldweg 9, Oosterkampen 3, Ommerweg 4A, Stadhoek 2, Peezeweg 2, Zwarteweg 5, Molenhoekweg 8/8A, de Stokte 9, Hessenweg 18/18B, weth. Bijkersweg 1, Zennepweg 19/19A, Leemculeweg 3, 3A en 3B (Leeemculehof), Welsummerweg 16, Dommelerdijk 36A en Middeldijk 37A en Schoolweg 2 toegevoegd.
Voor het afwijken voor een gastenverblijf is lid 27.6.2. opgenomen.
In 27.7.1 Wijziging is onder a de zinsnede 'woningen en' toegevoegd en verder wordt onder a Wijziging onder c lid 2 toegevoegd, voor splitsen binnen de bestaande schil en lid 3 dat er geen vergroting van de gesplitste woning plaats mag vinden.
In de artikelen 31 t/m 39 met uitzondering van artikel 37 is onder Uitzondering op verbod onder b het woordje 'en' toegevoegd.
In artikel 42 is in lid 42.4 onder c strijdig gebruik toegevoegd voor het realiseren van zonnevelden binnen de voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden.
In artikel 47 onder 47.1.1. wordt een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor het realiseren van een schuilgelegenheid voor dieren. In 47.1.4. wordt het woordje 'dat' toegevoegd.
5.1.1 Wijziging regels na ontwerp
In artikel 3 Agrarisch, artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw en artikel 5 Agrarisch met waarden is in 3.6.2 respectievelijk 4.6.2 en 5.6.2 lid c aangevuld met de zinsnede 'aangetoond wordt dat de bedrijfswoning qua woon- en leefklimaat geschikt is voor de beoogde functie'.
In artikel 3 Agrarisch onder 3.2.4. lid b en c is de verwijzing naar lid a sub 5 gewijzigd naar sub 4.
In artikel 6 Bedrijf is in 6.7.1. lid a 'wijzigen naar wonen' het woordje agrarisch verwijderd.
In artikel 16 'Maatschappelijk' is in 16.2.1 Gebouwen lid a sub 2 toegevoegd dat er ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlakte (m2)' maximaal die oppervlakte gebouwd mag worden. In 16.2.1 lid b is toegevoegd dat alleen ter plaatse van het bouwvlak gebouwd mag worden.
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen is opgenomen dat de verschillende ontwikkelingen economisch uitvoerbaar zijn.
De ambtshalve wijzigingen zijn geen nieuwe ontwikkelingen maar het vastleggen van de huidige situatie of verbeteren van onjuistheden in de regels. Deze zijn daarom ook economisch uitvoerbaar.
Hoofdstuk 7 Inspraak En Overleg
Deze zogenaamde maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. Er heeft geen voorontwerp van het bestemmingsplan voor inspraak ter inzage gelegen. Wel heeft in deze fase het Overleg volgens artikel 3.1.1. Bro met diensten van rijk en provincie en met betrokken maatschappelijke organisaties plaatsgevonden.
7.1 Overleg
In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is het concept aan de daartoe aangewezen instanties digitaal toegezonden of is op een andere manier voorzien in het vooroverleg. Hierna is dit aangegeven en is indien nodig de reactie hierop van de gemeente aangegeven.
Daarnaast hebben alle initiatiefnemers zelf hun omgeving geïnformeerd over hun plannen.
7.1.1 Waterschap Drents Overijsselse Delta
In de verschillende ruimtelijke onderbouwingen is opgenomen dat het watertoetsproces digitaal doorlopen is. Hieruit zijn een aantal opmerkingen van het Waterschap gekomen. De uitkomsten hiervan zijn in de betreffende ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.
Met het doorlopen van het watertoetsproces is voldaan aan het vooroverleg volgens artikel 3.1.1 Bro met het Waterschap.
7.1.2 Provincie Overijssel
In het kader van vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening is op 19 oktober 2021 de provinciale eenheid Ruimte en Bereikbaarheid verzocht te adviseren over het '8e verzamelplan bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen'.
Op 22 oktober 2021 heeft de provincie laten weten in te kunnen stemmen met de plannen zoals deze nu voorliggen. Als er geen grote wijzigingen worden doorgevoerd in de initiatieven, dan is hiermee, wat de provincie betreft, het vooroverleg ex art. 3.1.1. Bro afgerond.
Hoofdstuk 8 Zienswijzen En Kennisgeving
Het ontwerpbestemmingsplan heeft zes weken ter inzage gelegen van 22 december 2021 tot en met 1 februari 2022. Ook is een kennisgeving gezonden aan de daartoe aangewezen instanties. Er zijn drie zienswijzen binnengekomen.
In Bijlage 20 Nota van Zienswijzen en wijzigingen, zijn de zienswijzen samengevat en beantwoord. Ook is een overzicht van de reacties op de kennisgeving aan instanties en de ambtshalve wijzigingen voor de vaststelling van dit plan opgenomen.
Bijlage 1 Erfinrichtingsplan Peezeweg 4
Bijlage 1 Erfinrichtingsplan Peezeweg 4
Bijlage 2 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 32
Bijlage 2 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 32
Bijlage 3 Erfinrichtingsplan Koepelallee 5 En 5a
Bijlage 3 Erfinrichtingsplan Koepelallee 5 en 5A
Bijlage 4 Erfinrichtingsplan Vlierhoekweg 9
Bijlage 4 Erfinrichtingsplan Vlierhoekweg 9
Bijlage 5 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 49
Bijlage 5 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 49
Bijlage 6 Erfinrichtingsplan Poppenallee 24
Bijlage 6 Erfinrichtingsplan Poppenallee 24
Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Westerveldweg 9
Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Westerveldweg 9
Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Oosterkampen 3
Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Oosterkampen 3
Bijlage 9 Erfinrichtingsplan Ommerweg 4a
Bijlage 9 Erfinrichtingsplan Ommerweg 4A
Bijlage 10 Erfinrichtingsplan Brinkweg 12a
Bijlage 10 Erfinrichtingsplan Brinkweg 12A
Bijlage 11 Erfinrichtingsplan Stadhoek 2
Bijlage 11 Erfinrichtingsplan Stadhoek 2
Bijlage 12 Erfinrichtingsplan Peezeweg 2
Bijlage 12 Erfinrichtingsplan Peezeweg 2
Bijlage 13 Erfinrichtingsplan Zandspeur 91
Bijlage 13 Erfinrichtingsplan Zandspeur 91
Bijlage 14 Erfinrichtingsplan Zwarteweg 5
Bijlage 14 Erfinrichtingsplan Zwarteweg 5
Bijlage 15 Erfinrichtingsplan Vilstersedijk 25
Bijlage 15 Erfinrichtingsplan Vilstersedijk 25
Bijlage 16 Erfinrichtingsplan Molenhoekweg 8 En 8a
Bijlage 16 Erfinrichtingsplan Molenhoekweg 8 en 8A
Bijlage 17 Erfinrichtingsplan De Stokte 9
Bijlage 17 Erfinrichtingsplan de Stokte 9
Bijlage 18 Erfinrichtingsplan Hessenweg 18 En 18b
Bijlage 18 Erfinrichtingsplan Hessenweg 18 en 18B
Bijlage 19 Erfinrichtingsplan Weth.bijkersweg 1
Bijlage 19 Erfinrichtingsplan Weth.Bijkersweg 1
Bijlage 20 Erfinrichtingsplan Zennepweg 19 En 19a
Bijlage 20 Erfinrichtingsplan Zennepweg 19 en 19A
Bijlage 21 Erfinrichtingsplan Tolhuisweg 7
Bijlage 21 Erfinrichtingsplan Tolhuisweg 7
Bijlage 22 Beeldkwaliteitsplan Leemculehof
Bijlage 22 Beeldkwaliteitsplan Leemculehof
Bijlage 23 Erfinrichtingsplan Leemculeweg 3
Bijlage 23 Erfinrichtingsplan Leemculeweg 3
Bijlage 24 Landschaps- En Erfinrichtingsplan Leemculehof
Bijlage 24 Landschaps- en erfinrichtingsplan Leemculehof
Bijlage 25 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 16
Bijlage 25 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 16
Bijlage 26 Landschaps- En Verkavelingsplan Dommelerdijk 36a
Bijlage 26 Landschaps- en verkavelingsplan Dommelerdijk 36A
Bijlage 27 Erfinrichtingsplan Schoolweg 2
Bijlage 27 Erfinrichtingsplan Schoolweg 2
Bijlage 28 Erfinrichtingsplan De Brandt 1, 3 En 5
Bijlage 28 Erfinrichtingsplan De Brandt 1, 3 en 5
Bijlage 29 Erfinrichtingsplan Peezeweg 15 En 17
Bijlage 29 Erfinrichtingsplan Peezeweg 15 en 17
Bijlage 30 Erfinrichtingsplan Markeweg 14
Bijlage 30 Erfinrichtingsplan Markeweg 14
Bijlage 31 Erfinrichtingsplan Oosterhulst 43-45
Bijlage 31 Erfinrichtingsplan Oosterhulst 43-45
Bijlage 32 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 26
Bijlage 32 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 26
Bijlage 33 Beeldkwaliteitsplan Welsummerweg 26
Bijlage 33 Beeldkwaliteitsplan Welsummerweg 26
Bijlage 34 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 12b
Bijlage 34 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 12B
Bijlage 35 Beeldkwaliteitsplan Vossersteeg 12b
Bijlage 35 Beeldkwaliteitsplan Vossersteeg 12B
Bijlage 36 Erfinrichtingsplan Hessenweg 64
Bijlage 36 Erfinrichtingsplan Hessenweg 64
Bijlage 37 Erfinrichtingsplan Hessenweg 95
Bijlage 37 Erfinrichtingsplan Hessenweg 95
Bijlage 38 Erfinrichtingsplan Zwarteweg 7
Bijlage 38 Erfinrichtingsplan Zwarteweg 7
Bijlage 39 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 89-91
Bijlage 39 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 89-91
Bijlage 40 Beeldkwaliteitsplan Vossersteeg 89-91
Bijlage 40 Beeldkwaliteitsplan Vossersteeg 89-91
Bijlage 41 Erfinrichtingsplan Den Hulst 7
Bijlage 41 Erfinrichtingsplan Den Hulst 7
Bijlage 42 Erfinrichtingsplan Zwartjeslandweg 2
Bijlage 42 Erfinrichtingsplan Zwartjeslandweg 2
Bijlage 43 Erfinrichtingsplan Tolhuisweg 8
Bijlage 43 Erfinrichtingsplan Tolhuisweg 8
Bijlage 44 Erfinrichtingsplan Middeldijk 49
Bijlage 44 Erfinrichtingsplan Middeldijk 49
Bijlage 45 Erfinrichtingsplan Brouwersweg 1
Bijlage 45 Erfinrichtingsplan Brouwersweg 1
Bijlage 46 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 1
Bijlage 46 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 1
Bijlage 47 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 34 En 36
Bijlage 47 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 34 en 36
Bijlage 48 Erfinrichtingsplan Meeleweg 47
Bijlage 48 Erfinrichtingsplan Meeleweg 47
Bijlage 49 Erfinrichtingsplan Middeldijk 21
Bijlage 49 Erfinrichtingsplan Middeldijk 21
Bijlage 50 Erfinrichtingsplan Westeinde 86
Bijlage 50 Erfinrichtingsplan Westeinde 86
Bijlage 51 Rood Voor Rood Plan Middeldijk 21 En Westeinde 86
Bijlage 51 Rood voor rood plan Middeldijk 21 en Westeinde 86
Bijlage 52 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 3
Bijlage 52 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 3
Bijlage 53 Herinrichtingsplan Staphorsterweg 12
Bijlage 53 Herinrichtingsplan Staphorsterweg 12
Bijlage 54 Erfinrichtingsplan Westeinde 37
Bijlage 54 Erfinrichtingsplan Westeinde 37
Bijlage 55 Erfinrichtingsplan Schoolweg 9a
Bijlage 55 Erfinrichtingsplan Schoolweg 9A
Bijlage 56 Erfinrichtingsplan Grensweg 1 - 3
Bijlage 56 Erfinrichtingsplan Grensweg 1 - 3
Bijlage 57 Erfinrichtingsplan Brinkweg 1a
Bijlage 57 Erfinrichtingsplan Brinkweg 1A
Bijlage 58 Erfinrichtingsplan Poppenallee 7
Bijlage 58 Erfinrichtingsplan Poppenallee 7
Bijlage 59 Erfinrichtingsplan Brouwersweg 10
Bijlage 59 Erfinrichtingsplan Brouwersweg 10
Bijlage 60 Erfinrichtingsplan Stadhoek 4
Bijlage 60 Erfinrichtingsplan Stadhoek 4
Bijlage 61 Landschappelijke Inpassing Statumweg 4 - 4a
Bijlage 61 Landschappelijke inpassing Statumweg 4 - 4A
Bijlage 62 Erfinrichtingsplan Dommelerdijk 20/20a
Bijlage 62 Erfinrichtingsplan Dommelerdijk 20/20A
Bijlage 63 Erfinrichtingsplan Westeinde 142
Bijlage 63 Erfinrichtingsplan Westeinde 142
Bijlage 64 Erfinrichtingsplan Leemculeweg 9
Bijlage 64 Erfinrichtingsplan Leemculeweg 9
Bijlage 65 Erfinrichtingsplan Leusener Es 2
Bijlage 65 Erfinrichtingsplan Leusener Es 2
Bijlage 66 Erfinrichtingsplan Marshoekersteeg 14/14a
Bijlage 66 Erfinrichtingsplan Marshoekersteeg 14/14A
Bijlage 67 Erfinrichtingsplan Vennebergweg 6
Bijlage 67 Erfinrichtingsplan Vennebergweg 6
Bijlage 68 Erfinrichtingsplan Kringsloot West 12
Bijlage 68 Erfinrichtingsplan Kringsloot West 12
Bijlage 69 Erfinrichtingsplan Westeinde 144/146
Bijlage 69 Erfinrichtingsplan Westeinde 144/146
Bijlage 70 Erfinrichtingsplan Ruitenveen 4/4a En Jagtlusterallee 1
Bijlage 70 Erfinrichtingsplan Ruitenveen 4/4A en Jagtlusterallee 1
Bijlage 71 Erfinrichtingsplan Hessenweg 70
Bijlage 71 Erfinrichtingsplan Hessenweg 70
Bijlage 72 Erfinrichtingsplan Koelmansstraat 62
Bijlage 72 Erfinrichtingsplan Koelmansstraat 62
Bijlage 73 Inrichtingsplan Gemaal Broekhuizen
Bijlage 73 Inrichtingsplan Gemaal Broekhuizen
Bijlage 74 Erfinrichtingsplan Den Hulst 28
Bijlage 74 Erfinrichtingsplan Den Hulst 28
Bijlage 75 Erfinrichtingsplan Heinoseweg 30
Bijlage 75 Erfinrichtingsplan Heinoseweg 30
Bijlage 76 Erfinrichtingsplan Oosterveen 73 -73a
Bijlage 76 Erfinrichtingsplan Oosterveen 73 -73A
Bijlage 77 Erfinrichtingsplan Hessenweg 83
Bijlage 77 Erfinrichtingsplan Hessenweg 83
Bijlage 78 Inrichtingsplan Hessum Oostermaat
Bijlage 78 Inrichtingsplan Hessum Oostermaat
Bijlage 79 Erfinrichtingsplan Dedemsweg 18/20
Bijlage 79 Erfinrichtingsplan Dedemsweg 18/20
Bijlage 80 Erfinrichtingsplan Markeweg 5
Bijlage 80 Erfinrichtingsplan Markeweg 5
Bijlage 81 Erfinrichtingsplan Meeleweg 110
Bijlage 81 Erfinrichtingsplan Meeleweg 110
Bijlage 82 Erfinrichtingsplan Vilstersedijk 13
Bijlage 82 Erfinrichtingsplan Vilstersedijk 13
Bijlage 83 Erfinrichtingsplan Ganzepanweg 1
Bijlage 83 Erfinrichtingsplan Ganzepanweg 1
Bijlage 84 Erfinrichtingsplan Kringsloot-oost 2
Bijlage 84 Erfinrichtingsplan Kringsloot-Oost 2
Bijlage 85 Erfinrichtingsplan Dwarsweg 9
Bijlage 85 Erfinrichtingsplan Dwarsweg 9
Bijlage 86 Erfinrichtingsplan Haarweg 27a
Bijlage 86 Erfinrichtingsplan Haarweg 27A
Bijlage 87 Erfinrichtingsplan G.w. Van Marleweg 15
Bijlage 87 Erfinrichtingsplan G.W. van Marleweg 15
Bijlage 88 Erfinrichtingsplan Ankummer Es 21 (Twee Varianten)
Bijlage 88 Erfinrichtingsplan Ankummer Es 21 (twee varianten)