Chw bestemmingsplan 9e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen
Bestemmingsplan - gemeente Dalfsen
Ontwerp op 29-12-2023 - in voorbereiding
Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
1.1 plan:
het bestemmingsplan Chw bestemmingsplan 9e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsenmet identificatienummer NL.IMRO.0148.9eVerzamelplanBG-on01 van de gemeente Dalfsen.
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Dit plan is een aanvulling op het bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Dalfsen" zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen op 24 juni 2013, met dien verstande dat:
- a. de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied gemeente Dalfsen" zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Dalfsen op 24 juni 2013, en voorzover sindsdien herzien en inclusief enkele wijzigingen in nummering en technische aanpassingen, zijn herzien voor zover is aangegeven in gearceerde tekst en
doorhalingen - b. van de in dit plan op de verbeelding opgenomen bestemmingen de verbeelding van het 4e verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen, vastgesteld door de gemeenteraad op 21 juni 2018, voor zover het betreft de enkelbestemming inclusief alle ter plaatse geldende aanduidingen en dubbelbestemmingen wordt vervangen.
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4 aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aanhuisverbonden beroep en bedrijf:
het uitoefenen van een beroep, niet zijnde een kapper, dat in een (bedrijfs)woning en of daarbij behorende gebouwen door de bewoner wordt uitgeoefend alsmede het in de (bedrijfs)woning en/of daarbij behorende gebouwen door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen vergunning nodig is op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, en waarbij de (bedrijfs)woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past. Onder het aanhuisverbonden beroep worden tevens gerekend internetwinkels en webshops.
1.6 afwijken:
bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van bij het plan aangegeven regels zoals bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening.
1.7 agrarisch aanverwante nevenfunctie:
een nevenfunctie die betrekking heeft op activiteiten naast een agrarisch bedrijf die nauw verwant zijn met of direct voortkomen uit de agrarische bedrijfsvoering, zoals verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten, zorgboerderij, ambachtelijke verwerking van agrarische producten, inpandige opslag en stalling van agrarische producten.
1.8 agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij of een pelsdierhouderij.
1.9 agrarisch medegebruik:
agrarisch gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit agrarisch gebruik is toegestaan.
1.10 ambachtelijk bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen alsmede - in rechtstreeks verband daarmee en als ondergeschikte nevenactiviteit - detailhandel en dat door dienstverlening en/of afzet in hoge mate gebonden is aan zijn directe omgeving.
1.11 ander-werk:
een werk, geen bouwwerk zijnde.
1.12 bebouwing:
eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.13 bebouwingspercentage:
de bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden.
1.14 bed & breakfast:
een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt binnen de (bedrijfs)woning. Onder een bed & breakfast wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.
1.15 bedrijf:
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.16 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
1.17 bedrijfsmatige exploitatie:
het door middel van een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon beheren en/of exploiteren van de objecten, waarbij geldt dat daar permanent wisselende recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden worden geboden.
1.18 bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
1.19 beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.
1.20 beleidsregel:
onderdeel van een door het College van B&W en/of de gemeenteraad vastgesteld beleidsdocument.
1.21 belemmeringenstrook:
een strook grond of water waaraan beperkingen kunnen worden opgelegd in verband met de veiligheid van ondergrondse en/of bovengrondse leidingen.
1.22 beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aanhuisverbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
1.23 bestaand:
- Met betrekking tot bebouwing:
legale bebouwing die op tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, met uitzondering van die bebouwing die is ingezet volgens de beleidsregels “Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied”. - Met betrekking tot gebruik:
het legale gebruik van grond en bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel toegestaan krachtens een omgevingsvergunning.
1.24 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
1.25 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.26 Bevi-inrichting:
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen 1.
- 1. Bij bedrijven die mogelijk onder de werking van het Bevi vallen, is in de Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijventerrein de letter R vermeld. Deze aanduiding is indicatief. Van geval tot geval zal moeten worden beoordeeld of het betreffende bedrijf onder de werking van het Bevi valt (zie ook bijlage 1). Het is niet uitgesloten dat, bijvoorbeeld door nieuwe ontwikkelingen, ook andere bedrijven dan opgenomen in de lijsten 1 en 2 (met index R)\ onder het Bevi vallen of gaan vallen.
1.27 bijbehorend bouwwerk:
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
1.28 boom:
een opgaand gewas zowel levend als afgestorven, met een dwarsdoorsnede van de stam van minimaal 30 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.
1.29 boomkwekerij:
een bedrijf dat is gericht op het telen van laan- en sierbomen, vruchtbomen en/of heesters.
1.30 boomwaarde:
de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.
1.31 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.32 bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.33 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.34 bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel.
1.35 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.36 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.37 bouwwerk voor recreatief nachtverblijf:
een bouwwerk dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor de bedrijfsmatige exploitatie van een recreatief nachtverblijf, met een met de grond verbonden constructie van enige omvang en met een plaatsgebonden karakter (zoals stacaravan, trekkershut, tenthuisje).
1.38 buitengebied gebonden bedrijf:
een bedrijf dat naar de aard van zijn activiteiten gebonden is aan het agrarische buitengebied of waarvan de activiteiten zijn gericht op het buitengebied. Hierbij kan sprake zijn van de volgende (combinatie van) activiteiten:
- het leveren van diensten aan agrarische bedrijven, zoals agrarische loon- en grondverzet bedrijven en agrarische hulpbedrijven, landbouwmechanisatiebedrijven en veehandelsbedrijven;
- bewerking, verwerking, distributie en opslag van agrarische producten;
- bijenteelt en hoveniersbedrijf.
1.39 camperplaatsen:
recreatief nachtverblijf waarbij sprake is van maximaal 15 camperplaatsen voor mobiele kampeerauto's per perceel, met de daarbij behorende voorzieningen, waarbij voor de percelen op dit moment kadastraal bekend als gemeente Nieuwleusen, sectie O, nummers 613, 685 en 688 (Ruitenveen 4/4a) gezamenlijk geldt dat er maximaal 15 camperplaatsen toegestaan zijn.
1.40 carport:
een bijbehorend bouwwerk, dat plat is afgedekt en voorzien van maximaal 2 wanden.
1.41 consumentenvuurwerk:
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
1.42 cultuur en ontspanning:
Sociaal culturele voorzieningen in de vorm van een vrijetijdscentrum met de daarbij behorende recreatie- en sportvoorzieningen - daaronder niet begrepen padelbanen - , vergader- en horecavoorzieningen, overnachtingsmogelijkheden daaronder begrepen, gebouwen, bedrijfswoning, bouwwerken geen gebouw zijnde, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
1.43 cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.
1.44 dagbesteding en logeren:
het voor mensen met een verstandelijke of geestelijke beperking, psychiatrische cliënten of zorgbehoevende ouderen met een zorg- of hulpvraag aanbieden van activiteiten die hun integratie in de maatschappij stimuleren. Deze activiteiten vinden plaats in de dag periode met een maximum van 40 aantal gelijktijdig aanwezige personen, exclusief de bewoners. Voor de nachtperiode is uitsluitend logeren toegestaan met een maximum van 7 aaneengesloten nachten met een maximum van 12 gelijktijdig aanwezige personen, exclusief de bewoners.
1.45 dagrecreatieve voorzieningen:
dagrecreatie welke zich, in principe, afspeelt tussen zonsopgang en zonsondergang en niet is gericht op horeca. Onder dagrecreatieve voorzieningen vallen verschillende vormen van buitengebiedgebonden recreatie. Hieronder vallen onder andere routegebonden recreatie, waterrecreatie, cultuurtoerisme, natuurtoerisme, recreatieterreinen en visvijvers etc.
1.46 dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
1.47 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.48 detailhandel in volumineuze goederen:
detailhandel in omvangrijke producten en materialen, als keukens, badkamers, sanitair, woninginrichting waaronder meubelen, auto's, boten, caravans en tenten, grove bouwmaterialen, brand- en explosiegevaarlijke stoffen, bouwmarkten en tuincentra.
1.49 dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
1.50 dierenactiviteiten:
een dierenhotel voor maximaal 10 honden, 20 katten en 10 kleine huisdieren, voerverkoop voor dieren met een maximale oppervlakte van 25 m2, (honden)speelveld, hondenuitlaatservice en gedragsbegeleiding hond en baas voor maximaal 10 personen.
1.51 discotheek:
een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken.
1.52 energieneutrale recreatiewoning:
een recreatiewoning uitgevoerd met BENG 2 kleiner of gelijk aan 0 kWh/m2.jr en verder wordt voldaan aan de minimale eisen voor BENG 1 en BENG 3.
1.53 eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond.
1.54 eerste verdieping:
de tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen.
1.55 eigen energieverbruik:
de gemiddelde hoeveelheid energie die de aanvrager per jaar verbruikt.
1.56 erker:
een plat afgedekte uitbouw met overwegend glas aan de gevel van een woning en een bouwhoogte van maximaal 0,25m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw.
1.57 extensieve dagrecreatie:
extensieve vorm van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen en paardrijden, inclusief naar de aard en omvang daartoe behorende voorzieningen, zoals picknicktafels, banken en informatieborden, waarbij de recreatievorm geen specifiek beslag legt op de ruimte. Onder extensief recreatief gebruik wordt in elk geval niet verstaan gebruik zoals paintball, boerengolf, een maisdoolhof, padel en gemotoriseerde sporten.
1.58 fundering:
de ondersteuningsconstructie, welke geheel of gedeeltelijk ondergronds ligt, waarop het gebouw of bouwwerk geplaatst wordt.
1.59 gastouderopvang
kinderopvang waarbij de opvang plaatsvindt op het woonadres van de gastouder binnen een bedrijfswoning of woning, met dien verstande dat op dit adres niet meer dan een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd, bestaande uit de gelijktijdige opvang van ten hoogste zes kinderen, en verder zoals bepaald in de Wet Kinderopvang;
1.60 gastenverblijf
Een bijbehorend bouwwerk die ten dienste staat van een woning, die geschikt is voor incidentele overnachting van gasten die elders hun hoofdverblijf hebben en waarbij geen sprake is van permanente bewoning of van een bedrijfsmatig geëxploiteerd recreatieverblijf.
1.61 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.62 geluidsgevoelige gebouwen:
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
1.63 geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein, een spoorweg of een weg als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder.
1.64 glastuinbouwbedrijf:
een bedrijf dat (overwegend) is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen door gebruik te maken van kassen (staand glas).
1.65 groepsacommodatie:
een (voormalig) agrarisch bedrijfsgebouw dat dient voor recreatief nachtverblijf, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte ten hoogste 350 m2 bedraagt en het aantal slaapplaatsen ten hoogste 50 bedraagt;
1.66 halfvrijstaande woning:
twee-aaneengebouwde woningen.
1.67 hoofdgebouw:
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.68 horeca(bedrijf):
een bedrijf met bijbehorend terras, in hoofdzaak gericht op:
- a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen spijzen en/of dranken;
- b. het verstrekken van nachtverblijf;
- c. het verhuren en ter plaatse beschikbaar stellen van zaalruimten.
Tot een horecabedrijf worden ook afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten gerekend.
1.69 houtopstand:
één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, met een minimale dwarsdoorsnede van 30 centimeter, op 1,3 meter hoogte boven maaiveld.
1.70 huishouden:
persoon of groep personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouden voert waarbij sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, die binnen een woning gebruik maakt van dezelfde voorzieningen.
1.71 inkoopstation:
afzonderlijke technische ruimte waar toelevering van windenergie vanaf het windmolenpark op het openbaar net plaatsvindt.
1.72 internetwinkel/webshop:
een met een aanhuisverbonden beroep te vergelijken activiteit waarbij sprake is van een online etalage waarbij diensten en producten kunnen worden aangeschaft via het internet. Er is daarbij geen sprake van de opslag van goederen, het afhalen van goederen, verkoop aan huis, een showroom aan huis of reclameuitingen.
1.73 inwoning:
het bewonen van een ruimte, die deel uitmaakt van een woning die door een ander huishouden in gebruik is genomen met dien verstande dat dit slechts is toegestaan binnen de bestaande woning of de maximaal toegestane inhoud van een nieuwe woning en woningsplitsing niet is toegestaan.
1.74 jeugdopvang en wonen:
het opvangen en laten logeren en wonen van kinderen en jongvolwassenen in semi-gezinsverband danwel in en maximaal 5 semi-zelfstandige woonruimten binnen de bestaande bebouwing
1.75 kampeerboerderij:
een bedrijfsgebouw of gedeelte daarvan van een als zodanig functionerend agrarisch bedrijf dat geschikt is gemaakt door veelal tijdelijke voorzieningen voor recreatief (nacht-)verblijf gedurende een beperkte periode per jaar;
1.76 kattenpension
een kattenpension is een logeeradres waar men tegen betaling uitsluitend katten voor enkele dagen tot weken onder kan brengen.
1.77 kinderdagverblijf:
het kleinschalig bedrijfsmatig (ondergeschikt aan de hoofdfunctie) of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen, tot de eerste dag van de maand waarop het basisonderwijs voor die kinderen begint (kinderopvang) en de opvang van kinderen tot 13 jaar voor of na schooltijd of tijdens schoolvakanties (buitenschoolse opvang) op een locatie waar deze kinderen niet hun hoofdverblijf hebben, waarbij het maximum aantal kindplaatsen wordt gesteld op 35 voor kinderopvang en 20 voor buitenschoolse opvang;
1.78 kinderopvang
het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen van 0 tot 12 jaar met een maximum aan het aantal kindplekken. Het aantal kindplekken wordt bepaald op basis van de maximale omvang van de toegestane bebouwing voor kinderopvang op het betreffende perceel en de Wet kinderopvang.
1.79 kleinschalige kinderopvang:
het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint, bestaande uit de gelijktijdige opvang van ten hoogste zes kinderen, waaronder begrepen gastouderopvang en kleinschalig peuterspeelzaalwerk.
1.80 (mobiel) kampeermiddel:
een onderkomen dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief nachtverblijf, maar zonder een met de grond verbonden constructie en zonder een plaatsgebonden karakter (zoals tent, caravan, camper).
1.81 kantoor:
een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie.
1.82 kas:
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten.
1.83 kleinschalig kampeerterrein:
een kampeerterrein ten behoeve van het al dan niet jaarrond kleinschalig kamperen.
1.84 kwetsbaar object:
een object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.85 kunstwerk:
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
1.86 landbouwmechanisatie en constructiebedrijf
Een bedrijf gericht op het vervaardigen, repareren en onderhouden van landbouwwerktuigen, stalinrichtingen en machines, waaronder tractoren en maaimachines, als servicefunctie voor de agrarische bedrijven in de omliggende regio, met de daaraan ondergeschikte, incidentele verkoop van die producten en daarbij behorende onderdelen. De activiteiten vinden inpandig plaats.
1.87 landschappelijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied.
1.88 LPG-doorzet:
de afzet van LPG in m³ per jaar.
1.89 maaiveld:
de gemiddelde hoogte van het bestaande terrein grenzende aan de gevels.
1.90 maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van padel, gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, expositieruimten: al dan niet in samenhang met en gebruik als groepsaccommodatie, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen.
1.91 manege:
bedrijf bestaande uit één of meerdere binnenrijbanen dat uitsluitend is gericht op het bieden van paardrijdmogelijkheden en het geven van instructie aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf, al dan niet met een horecavoorziening die is gericht op het verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van het managebedrijf.
1.92 middelgrote kinderopvang
het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint, bestaande uit de gelijktijdige opvang van tussen de zes en dertig kinderen, waaronder begrepen kleinschalig peuterspeelzaalwerk.
1.93 milieugevoelige functie
een woonfunctie, met inbegrip van andere verblijfsfuncties, zoals een aan huis verbonden beroep of bedrijf en gastenverblijf.
1.94 nadere eis:
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
1.95 natuur(wetenschappelijke) waarde:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied.
1.96 NGE:
nederlandse Grootte Eenheid: een rekeneenheid die wordt gehanteerd voor de vaststelling van de omvang van een agrarisch bedrijf, op basis van productiewaarde van oppervlakte, gewassen en dieren;
1.97 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden:
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming.
1.98 ondergeschikte (bijbehorende) horeca:
een (kleinschalige) horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor het bereiden en de consumptie van drank (niet zijnde alcohol op het perceel Hammerweg 10 en op het perceel kadastraal bekend als gemeente Dalfsen sectie N nummer 1493) en etenswaren in de ochtend, middag en avond ten dienste van de bestemming met bijbehorend terras. Verhuur aan derden tijdens en buiten openingstijden, voor al dan niet besloten feesten en partijen, is niet toegestaan.
1.99 onderkomens:
voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen.
1.100 opstelplaats:
een verharde plek ten behoeve van het bouwen van en het onderhoud aan een windturbine, waaronder tevens begrepen onderhoudswegen.
1.101 opvang
het opvangen en laten logeren en wonen van jongvolwasssenen in semi-gezinsverband danwel in maximaal 6 semi-zelfstandige woonruimten binnen de bestaande bebouwing op het perceel Hoevenweg 6 - 8.
1.102 paardenbak:
niet-overdekte rijbaan voorzien van natuurlijk bodemmateriaal ten behoeve van (hobbymatig) paardrijden, waarvan de maatvoering niet meer mag bedragen dan 60 m bij 20 m;
1.103 paardenhouderij:
- Productiegericht: een grondgebonden agrarisch bedrijf dat is gericht op het fokken van paarden, het bieden van leefruimte aan opgroeiende paarden met daarbij behorende trainingsfaciliteiten en/of het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden, zoals een paardenmelkerij of een daarmee gelijk te stellen bedrijfsvorm, eventueel in combinatie met trainingsfaciliteiten ten behoeve van de eigen gefokte paarden en de in- en verkoop van paarden.
- Gebruiksgericht: een op de verbeelding aangegeven paardenhouderij die, naast het uitoefenen van productiegerichte paardenhouderijactiviteiten, mede is gericht op het bieden van stallingsruimte voor paarden, het trainen van paarden en het uitbrengen in de sport, alsmede verhuur van diensten met behulp van paarden, niet zijnde een manege.
1.104 participatie:
het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit. Met belanghebbenden wordt bedoelt burgers, vertegenwoordigers van bedrijven, professionals van maatschappelijke organisaties en bestuurders van overheden.
1.105 passantenhaven:
gronden (i.c. met water) die (dat) in hoofdzaak gericht zijn op het bieden van een ligplaats aan recreatievaartuigen voor een beperkte termijn.
1.106 peil:
- 1. De kruin van de dichtstbij gelegen weg, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, geheel of gedeeltelijk is gelegen op een afstand van 10 m of minder van die weg;
- 2. De gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende maaiveld vóór het bouwrijp maken, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, is gelegen op een afstand van meer dan 10 m van de dichtstbij gelegen weg;
- 3. Indien het bepaalde onder 1 of 2 niet voldoende concreet is te bepalen, het door of namens burgemeester en wethouders aan te geven peil.
1.107 pensionstal:
derden de gelegenheid bieden om hun paarden en pony's te stallen, te weiden en te laten verzorgen, niet zijnde een manege, waarbij maximaal 10 paarden op het perceel aanwezig mogen zijn.
1.108 permanente bewoning:
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
1.109 plattelandswoning:
een bedrijfswoning behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting, die door een derde bewoond mag worden als bedoeld in artikel 1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), inclusief aanhuisverbonden beroep.
1.110 productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.111 professioneel vuurwerk:
vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.
1.112 prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding.
1.113 relatie:
ter plaatse van de aanduiding 'relatie' wordt de verbinding aangegeven tussen twee of meer afzonderlijk begrensde bestemmingsvlakken, inclusief de daaraan toegekende aanduidingen waarmee die bestemmingsvlakken één vlak vormen.
1.114 recreatiewoning:
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.115 rotor:
het samenstelsel van drie rotorbladen (ook wel wieken genoemd) en hub (ook wel de neus genoemd) van een windturbine.
1.116 rotorblad:
de wiek van een windturbine.
1.117 rotordiameter:
de diameter van de cirkel die door de tip (het uiteinde) van een rotorblad (wiek) wordt beschreven.
1.118 safaritent:
een bouwwerk geen gebouw zijnde voor recreatief nachtverblijf, waarbij op een vlonder een huisvormige constructie is geplaatst met zijwanden en dak van tentdoek en waarbij geldt voor het perceel Vilstersedijk 13 dat er maximaal 3 safaritenten op het perceel aanwezig mogen zijn.
1.119 seksinrichting:
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.120 sociale indicatie:
de noodzaak van verzorging van de ouder of een ander familielid.
1.121 Staat van Bedrijfsactiviteiten:
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.122 stacaravan:
een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grote afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
1.123 stalling en verhuur van landbouw voertuigen:
een bouwwerk dat gebruikt wordt voor de stalling en verhuur van landbouw voertuigen, waarbij de verhuur ondergeschikt is aan de stalling.
1.124 sterlocatie intensieve veehouderij:
een bestaand agrarisch bouwperceel ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied', waar:
- a. een perspectiefvol agrarisch bedrijf met uitsluitend intensieve veehouderij is gevestigd dat over voldoende omgevingsruimte beschikt om door te groeien tot een omvang van minimaal 175 Nederlandse grootte eenheid (nge) of,
- b. een perspectiefvol gemengd agrarisch bedrijf is gevestigd dat kan doorgroeien tot een omvang van minimaal 175 NGE en waarbij de intensieve tak tot minimaal 140 NGE kan groeien.
1.125 sportkantine:
een verblijfslocatie waarin verstrekking van drank- en etenswaren gericht is op gebruikers van de sportvoorziening.
1.126 tenthuisje:
een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf, waarbij op een grondplaat een huisvormige constructie is geplaatst met zijwanden van hout en/of tentdoek en een dak van tentdoek.
1.127 theetuin
Tuin die onderdeel uitmaakt van het erf en die dienst doet als pleisterplaats voor dagrecreatie (ook gebruikt door passanten). De theetuin mag buiten de hieronder geschetste mogelijkheden niet gebruikt worden als restaurant functie en moet ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie. De theetuin moet verder voldoen aan de volgende voorwaarden:
- Er worden alleen thee en andere non-alcoholische dranken, en ook kleine, koude spijzen zoals broodjes geserveerd;
- Er worden maximaal vijf tafels en twintig stoelen geplaatst;
- Er worden geen bouwwerken gebruikt voor de theetuin, met uitzondering ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – theetuin'. Hier is ook gebruik van binnenruimte voor de theetuin toegestaan;
- De theetuin mag alleen geopend zijn van april t/m september;
- Parkeren voor de theetuin moet op eigen terrein, parkeren in de berm is niet toegestaan;
- Voor wat betreft reclame-uiting de welstandsnota 2014 gemeente Dalfsen van toepassing is.
1.128 tiny house
een volledig uitgeruste woning van maximaal 50 m2 inclusief berging, met een maximale hoogte van 56 m bedoeld voor permanente bewoning. voor het perceel Ommerweg 4A.
1.129 tip:
de uiterste punt van een rotorblad of wiek van een windturbine.
1.130 trekkershut:
een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf, niet voorzien van sanitair, dat bestemd is voor kortdurend recreatief verblijf van passanten.
1.131 turbine:
schoepenrad dat in beweging wordt gebracht door de kracht van luchtstroom, van stoom of vallend water.
1.132 uitbouw:
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist.
1.133 vakantie- en groepsaccommodatie:
gebouw of gebouwen die geschikt is voor recreatief verblijf in de vorm van groepsaccommodatie en boerderijkamers voor totaal maximaal 24 personen en de daarbij behorende buitenruimte.
1.134 vellen:
rooien; kappen; verplanten; snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, de ernstige beschadiging of de ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben. Regulier onderhoud zoals het periodiek vellen van hakhout en noodzakelijk beheer aan knotbomen, gekandelaberde bomen of leibomen valt hier niet onder.
1.135 verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel (Let op!. Dit is dus de netto-vloeroppervlakte).
1.136 volkstuin:
een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik.
1.137 voormalige agrarische bedrijfsgebouwen:
gebouwen op percelen die in het bestemmingsplan Buitengebied Dalfsen 1998, Buitengebied Lemelerveld en Buitengebied (voormalige gemeente) Nieuwleusen een agrarische bestemming hadden.
1.138 voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, of niet aan de weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.
1.139 vrijstaande woning:
een op zichzelf staande woning.
1.140 vuurwerkbedrijf:
inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 Kg consumentenvuurwerk aanwezig is.
1.141 waterlodges:
een recreatief verblijf met maximaal 1 bouwlaag op het water, die naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken en uitsluitend is bestemd voor de bedrijfsmatige exploitatie van een recreatief nachtverblijf.
1.142 wellness-camperplaatsen:
recreatief nachtverblijf waarbij maximaal sprake is van 15 camperplaatsen voor mobiele kampeerauto's, met wellness- en/of andere recreatieve voorzieningen;
1.143 Wgh-inrichting:
een inrichting als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken.
1.144 windenergie:
energie uit een windturbine.
1.145 windturbine:
door de wind aangedreven bouwwerk, waarmee energie wordt opgewekt.
1.146 windturbinemast:
het recht opstaande deel ofwel de verticale staander van een windturbine, waar boven op het geheel van de gondel met wieken wordt geplaatst.
1.147 windturbinepark:
een installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie in hoofdzaak bestaande uit één of meer windturbines. Eén windturbinepark kan bestaan uit meerdere inrichtingen als bedoeld in artikel 1.1 Wet milieubeheer.
1.148 winkel:
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.
1.149 wonen
het gehuisvest zijn in een woning volgens het begrip 'woning'
1.150 woning:
een complex van ruimten dat dientblijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de zelfstandige huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden.
1.151 woning in de sfeer van het windturbinepark:
woningen die bij het initiatief van het windpark zijn betrokken zoals beheerderswoningen bij het windpark, woningen van initiatiefnemers en grondeigenaren.
1.152 woongebouw:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
1.153 woonhuis:
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat.
1.154 zoekgebied:
het gebied, dat groter is dan het eigenlijke bouwperceel, en waarbinnen de agrarische bebouwing moet worden opgericht; het zoekgebied heeft een oppervlakte van circa 30.000 m2 terwijl het eigenlijke bouwperceel een oppervlakte bij recht heeft van 10.000 of 15.000 m2, afhankelijk van het gebied waarin het agrarisch bedrijf is gelegen.
1.155 zonneveld
Een beperkt aantal zonnepanelen in een veldopstelling van maximaal 50 m2, bedoelt voor de energieproductie voor eigen gebruik. Het zonneveld is/wordt aangelegd op maaiveldniveau op een erf binnen de woonbestemming.
1.156 zorgboerderij:
het bieden van, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot zorg aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, in de vorm van een werkgemeenschap van sociaaltherapeutische aard.
1.157 zorgwonen:
bewoning van gebouwen door en/of verzorging van ouderen en/of mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking met een maximum van 8 personen en het aanbieden van dagbesteding voor mensen met een zorg of hulpvraag.
1.158 zweefvliegsport:
het recreatief zweefvliegen met zweefvliegtuigen waaronder zelfstartende zweefvliegtuigen, vliegtuigen die noodzakelijk zijn voor het doen opstijgen van de zweefvliegtuigen (sleepvliegtuigen) en TMG's (Touring Motor Glider).
Artikel 2 Wijze Van Meten
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Gebouwen en bouwwerken
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschaften, airco kasten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van buitenwerkse maten, bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 Maatvoering
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
- a. voor lengten in meters (m);
- b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
- c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
- d. voor verhoudingen in procenten (%);
- e. voor hoeken/hellingen in graden (º).
2.4 Meten
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de aangegeven lijn.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
3.3 Nadere eisen
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
3.8 Wijzigingsbevoegdheid
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – extensiveringsgebied' intensieve veehouderijen niet zijn toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' intensieve veehouderijen uitsluitend zijn toegestaan op de adressen zoals genoemd in Bijlage119 Percelen intensieve veehouderij;
- b. boomkwekerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
- c. pelsdierhouderij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - pelsdierhouderij;
- d. schuilstal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuilstal';
- e. gebruiksgerichte paardenhouderij, ter plaatse van de aanduiding 'paardenhouderij';
- f. schaapskooi, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schaapskooi';
- g. ijsbaan ten behoeve van de recreatieve beoefening van de schaatssport, ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan';
- h. bosaanleg, ter plaatse van de aanduiding 'bos';
- i. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
- j. camperplaatsen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperplaatsen';
- k. aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- l. de in tabel 3.1 vermelde toegestane nevenfuncties
Tabel 3.1 nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
Inpandige opslag (m.u.v. opslag van gevaarlijke stoffen tenzij ten dienste van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud) en stalling | - | 500 |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (bv. kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 |
dagrecreatieve voorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen, zelfpluk | gehele bedrijf | 100 |
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast | ||
ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' een Agrarisch loonbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' een caravanstalling | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' een Hoveniersbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'jeugdopvang' een Jeugdopvang | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij' een Kampeerboerderij | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' een Kleinschalig kampeerterrein | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'opslag' Opslag | * | * |
'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - mestbassin' een Mestbassin | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehandelsbedrijf' een veehandelsbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuur' een schuur | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf' een Rietdekkersbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' een transportbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' Boerderijkamers | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - atelier en hobbyruimte' een atelier en hobbyruimte | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - safaritenten' safaritenten | - | - |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - tiny house', één tiny house | - | - |
ter plaatste van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang' , kinderopvang | - | * |
- nvt
* zoals aangeduid op de verbeelding.
- m. bestaande infrastructurele voorzieningen;
- n. de waterhuishouding;
- o. theetuin;
- p. extensieve dagrecreatie;
- q. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel;
- r. kleinschalige kinderdagvang;
- s. paardenbak, met dien verstande dat:
- 1. per agrarisch bedrijf ten hoogste één paardenbak is toegestaan;
- 2. de paardenbak uitsluitend binnen het bouwperceel is toegestaan danwel ter plekke van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - paardenbak";
- t. het behoud van natuur- en landschapswaarden,
- u. het aanleggen onderhouden en in stand houden van een hoogstam fruitgaard in overeenstemming met Bijlage 163 Erfinrichtingsplan Korenweg 1 ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch- landschappelijke fruitgaard';
- v. het aanleggen en onderhouden en in standhouden van een groensingel in overeenstemming met Bijlage 142 Beeldkwaliteitsplan Blikman Kikkertweg naast nr. 13 ter plaatse van de aanduiding "groen";
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen en agrarische cultuurgronden.
Onder het doel 'behoud van natuur- en landschapswaarden' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- perceels- en erfbeplantingen;
- kleinschaligheid alsmede de bescherming en/of herstel van de landschappelijke waarde, zoals deze tot uitdrukking komt in de voorkomende landschapselementen (houtwallen, -singels en bosjes) afzonderlijk en als samenhangend onderdeel van de (oorspronkelijke) verkavelingsstructuur, ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement';
- verkavelingsstructuur zoals deze tot uitdrukking komt in het verkavelingspatroon en de dat patroon ondersteunende landschapselementen, ter plaatse van de aanduiding 'verkavelingsstructuur';
- openheid, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement'.
- w. bomenteelt, ter plaatse van de aanduiding 'Bomenteelt ' is het gebruik van de gronden voor opgaande vormen van hout-, boom- en fruitteelt toegestaan;
- x. landschapselement, ter plaatse van de aanduiding Landschapselement'' geldt dat hier karakteristieke en waardevolle bestanddelen van het betreffende landschap voorkomen, zoals houtwallen, houtsingels, bosjes en microreliëf;
- y. vrijwaringszone - molenbiotoop, ter plaatse van de aanduiding ' Vrijwaringszone -molenbiotoop' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
3.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
3.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 3.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
- 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) situering van de bebouwing onderling te verzekeren.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 51 lid 51.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Agrarisch - Glastuinbouw
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.2 Bouwregels
4.3 Nadere eisen
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van glastuinbouwbedrijven;
- b. aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- c. de waterhuishouding;
- d. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel,
- e. de in tabel 4.1 vermelde toegestane nevenfuncties
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen - niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de opslag van mest - en agrarische gronden. Het maximaal aantal glastuinbouwbedrijven mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijven'.
Tabel 4.1 nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (bv. kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 |
dagrecreatieve voorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen, zelfpluk | gehele bedrijf | 100 |
Inpandige opslag (m.u.v. opslag van gevaarlijke stoffen tenzij ten dienste van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud) en stalling | - | 500 |
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast |
4.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
4.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 4.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
- 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke situering (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het landschap te verzekeren.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 51 lid 51.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 5 Agrarisch Met Waarden
5.1 Bestemmingsomschrijving
5.2 Bouwregels
5.3 Nadere eisen
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
5.8 Wijzigingsbevoegdheid
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat:
- 1. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – extensiveringsgebied' intensieve veehouderijen niet zijn toegestaan;
- 2. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone – verwevingsgebied' intensieve veehouderijen uitsluitend zijn toegestaan op de adressen zoals genoemd in 'Bijlage119 Percelen intensieve veehouderij';
- b. schuilstal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - schuilstal';
- c. landschapstuin, ter plaatse van de aanduiding 'tuin';
- d. ooievaarsnest op paal, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ooievaarsnest';
- e. bosaanleg, ter plaatse van de aanduiding 'bos';
- f. verkeersdoeleinden, uitsluitend voor de bestaande wegen en (fiets-)paden;
- g. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
- h. minigolf als nevenactiviteit bij een tuincentrum, met maximaal 10 bezoekers tegelijkertijd, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - minigolf';
- i. agrarisch gebonden natuurwaarden, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - agrarisch gebonden natuurwaarden';
- j.
kinderdagverblijf, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk -kinderdagverblijf'; - k. boomkwekerij, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij';
- l. aanhuisverbonden beroep en bedrijf
- m. behoud van een historische moestuinmuur, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - moestuinschuur';
- n. de in tabel 5.1 vermelde toegestane nevenfuncties;
Tabel 5.1 Nevenfuncties die bij recht zijn toegestaan
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
gronden in gebruik voor nevenfunctie | bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
Inpandige opslag (m.u.v. opslag van gevaarlijke stoffen tenzij ten dienste van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud) en stalling | - | 500 |
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (bv. kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 |
dagrecreatieve voorzieningen bijvoorbeeld in de vorm van ontvangstruimten ten behoeve van verkoop vanaf de boerderij, rondleidingen, zelfpluk | gehele bedrijf | 100 |
verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van bed & breakfast | ||
ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' een Agrarisch loonbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' een caravanstalling | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'hovenier' een Hoveniersbedrijf | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'jeugdopvang' een Jeugdopvang | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerboerderij' een Kampeerboerderij | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' een Kleinschalig kampeerterrein | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'opslag' Opslag | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' een Parkeerterrein | * | - |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - mechanisatie en constructie' mechanisatie en constructie activiteiten | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bandenhandel' een bandenhandel | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' boerderijkamers | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - luxe boerderijkamers' luxe boerderijkamers | * | * |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - jeugdopvang en wonen' Jeugdopvang en jeugd wonen | * | * |
ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van wonen - tiny house', één tiny house | - | - |
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang', kinderopvang | - | * |
- nvt
* zoals aangeduid op de verbeelding
- o. de waterhuishouding;
- p. de landschappelijke inpassing van het agrarisch bouwperceel;
- q. kleinschalige kinderopvang;
- r. theetuin;
- s. extensieve dagrecreatie;
- t. paardenbak, met dien verstande dat:
- 1. per agrarisch bedrijf ten hoogste één paardenbak is toegestaan;
- 2. de paardenbak uitsluitend binnen het bouwperceel is toegestaan danwel ter plekke van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - paardenbak";
- u. behoud en herstel van natuur- en landschapswaarden;
- v. behoud van openheid;
- w. behoud van reliëf;
- x. behoud van de verkavelingsstructuur,
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken, parkeer-, groen-, en overige voorzieningen en agrarische cultuurgronden.
Onder het doel 'behoud en herstel van natuur- en landschapswaarden' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- kleinschalig, afwisselend landschap met vele landschapselementen, zoals houtwallen, -singels en bosjes, tussen de Vecht en de N340;
- perceels- en erfbeplanting;
- afwisseling tussen besloten gebieden, bossen, heidevelden en open plekken in het gebied tussen de Vecht en de Bosrandweg;
Onder het doel 'behoud van openheid' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- het vrijwel geheel ontbreken van bebouwing buiten de bebouwingslinten;
- de open gaten tussen de bebouwing in het lint;
- de grootschalige openheid.
Onder het doel 'behoud van reliëf' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- relatief grote hoogteverschillen, essen en steilranden in het gebied tussen de Vecht en de N340;
- steilranden en microreliëf in het gebied tussen de Vecht en de Bosrandweg.
Onder het doel 'behoud van de verkavelingsstructuur' worden de volgende ruimtelijke kenmerken begrepen:
- onregelmatige blokverkavelingen:
- 1. in het gebied tussen de Vecht en de N340,
- 2. ten zuiden, zuidoosten en zuidwesten van Lemelerveld
- 3. ten westen van Hoonhorst;
- verkaveling in visgraatstructuur in het westen van het plangebied (Marshoek).
5.2 Bouwregels
Op de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
5.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 5.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. de situering van nieuw te bouwen bebouwing;
- 2. de nokrichting van de kappen van gebouwen,
teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige (= bebouwings- en verkavelingskarakteristiek) situering van de bebouwing onderling te verzekeren.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 51 lid 51.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.8 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 6 Bedrijf
6.1 Bestemmingsomschrijving
6.2 Bouwregels
6.3 Nadere eisen
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
6.7 Wijzigingsbevoegdheid
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven, met dien verstande dat:
- a. uitsluitend zijn toegestaan:
- 1. ambachtelijke en buitengebied gebonden bedrijven, alsmede bedrijven in van categorie 1 en 2 zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Staat vanBedrijfsactiviteiten met dien verstande dat op het perceel met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - beperkte aanwezigheid' alleen bedrijven gevestigd mogen worden waar tevens sprake is van geen of minimaal verblijf van personeel en bezoekers;
- 2. bedrijven, zoals deze worden uitgeoefend op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, uitsluitend overeenkomstig de (bestaande) onherroepelijke milieuvergunning;
- 3. bedrijven ter plaatse van de aanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangegeven:
Functieaanduiding | Bedrijf |
'caravanstalling' | Caravanstalling |
'specifieke vorm van bedrijf – houtbe- en verwerkingsbedrijf' | Houtbe- en verwerkingsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf – houthandel' | Houthandel |
'specifieke vorm van bedrijf - groenrecycling' | Groenrecycling |
'opslag' | Opslag |
'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf' | Bouwbedrijf / Aannemersbedrijf / Montagebedrijf |
'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' | Tankstation met lpg |
'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' Voor Hessenweg 23C | Tankstation zonder lpg Verkooppunt motorbrandstoffen, zoals benzine, diesel, waterstof, biobrandstoffen elektriciteit en aardgas in vorm van CNG, met uitzondering van LPG |
'specifieke vorm van bedrijf - diervoerbedrijf' | Diervoeder |
'specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf' | Auto- en motorbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - caravancentrum' | Caravancentrum |
'specifieke vorm van bedrijf - bouwmaterialenhandel' | Bouwmaterialen / Handel in bestratingsmateriaal |
'specifieke vorm van bedrijf - verhuurbedrijf' | Verhuurbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' | Transportbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - antennebedrijf' | Antennebedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' | Installatiebedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - sloopbedrijf' | Sloop- en handelsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - composteerplaat' | Composteerplaat |
'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij | Veehouderijbedrijf |
'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij' | (Boom)kwekerij |
- b. Bevi-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- c. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
- d. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;
- e. detailhandel, niet zijnde productie gebonden, niet is toegestaan,
- f. de gronden zijn bestemd voor de aanleg en behoud van een hakhoutsingel ter plaatse van de aanduiding 'hakhoutsingel' waarbij binnen de dubbelbestemming Leiding - Gas geen diepwortelende beplanting aangelegd mag worden;
- g. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
- h. de volgende activiteiten zijn ook niet toegestaan:
- 1. Opslaan van propaan of propeen in opslagtanks tot 13 kuub;
- 2. Waterstof: opslag- en transportbedrijf, groothandel en containeroverslag en tankstation;
- 3. Opslagtank voor gassen activiteit 3.1.b (Het opslaan in een opslagtank van giftige of bijtende gassen van ADR-klasse 2, bedoeld in artikel 3.22, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om meer dan 1 m3 andere giftige of bijtende gassen.)
- 4. Opslagtank voor gassen activiteit 3.2 (Het opslaan in een opslagtank van gassen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening, bedoeld in artikel 3.22, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om meer dan 1 m3.)
- 5. Metaalproductenindustrie: bad met giftige gevaarlijke stoffen. Activiteit 8.2 (Het behandelen van het oppervlak van metalen met een bad met een inhoud van ten minste 1 m3 vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 6.1 of vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening, bedoeld in artikel 3.105, onder e, van het Besluit activiteiten leefomgeving.)
- 6. LNG: opslag- en transportbedrijf, groothandel en containeroverslag en tankstation.
- 7. Civiele explosieaandachtsgebieden.
met daarbij behorende bebouwing, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen.
6.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
6.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede milieusituatie;
- 3. de verkeersveiligheid
- 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 5. de externe veiligheid.
- 6. de ruimtelijke kwaliteit
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 51 lid 51.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.5 Specifieke gebruiksregels
6.6 Afwijken van de gebruiksregels
6.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 7 Bedrijf - Nutsbedrijf
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van het openbaar nut zoals een rioolwaterzuivering en een telefooncentrale;
- b. transformatoren, gasvoorzieningen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
- c. gasontvangstation, ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van bedrijf - gasontvangstation' ;
- d. een gemaal, ter plaatse van de aanduiding 'gemaal'.
met daarbij behorende gebouwen - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, bouwwerken, geen gebouw zijnde, erven en terreinen.
7.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
7.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 8 Bedrijf - Waterwinning
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf - Waterwinning aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. op het openbare net aangesloten nutsvoorzieningen in casu de winning, bewerking en productie van drinkwater, en in samenhang daarmee een educatief centrum;
- b. verkeersdoeleinden, uitsluitend voor zover het betreft bestaande wegen en (fiets-)paden;
- c. de extensieve recreatie (recreatieve voet-, fiets- en/of ruiterpaden en parkeergelegenheid), dit in afwijking van en/of in aanvulling op het bepaalde onder b;
- d. groenvoorzieningen en beplantingen ten behoeve van een natuurlijke inrichting en de landschappelijke inpassing van het terrein;
- e. voorzieningen ten behoeve van de berging en -retentie van afstromend hemelwater;
met daarbijbehorende gebouwen, andere-bouwwerken en terreinen.
8.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Waterwinning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
8.3 Nadere eisen
- a. Ter uitvoering en met inachtneming van het gestelde in lid 8.2 zijn burgemeester en wethouders bevoegd bij de toepassing van de in dit artikel opgenomen bouwregels - mits een doelmatig gebruik niet onevenredig wordt geschaad - nadere eisen te stellen. Deze nadere eisen mogen uitsluitend betrekking hebben op:
- 1. omvang en situering van de bebouwing;
- 2. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 3. de landschappelijke inpassing.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 51 lid 51.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Artikel 9 Bedrijf - Windturbine
9.1 Bestemmingsomschrijving
9.2 Bouwregels
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Nadere eisen
9.5 Specifieke gebruiksregels
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de opwekking en de levering van windenergie;
- b. agrarische gronden voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
- c. kraanopstelplaatsen;
- d. inkoopstations ten behoeve van de levering van elektriciteit aan het openbare net
met daarbij behorende bebouwing, erven en terreinen
9.2 Bouwregels
Op de voor 'Bedrijf - Windturbine' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.4 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. de milieusituatie;
- 3. de verkeersveiligheid;
- 4. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- 5. de sociale veiligheid;
- 6. de externe veiligheid.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 51 lid 51.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
9.5 Specifieke gebruiksregels
Artikel 10 Bedrijf - Windturbinepark
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.2 Bouwregels
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Windturbinepark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de opwekking van duurzame elektriciteit door middel van windturbines;
- b. opstelplaatsen ten behoeve van de bouw en het onderhoud van windturbines, met dien verstande dat artikelen 10.1 sub b en en artikel 48.18.1 sub a gezamenlijk toestemming geven voor maximaal 1 opstelplaats per windturbine met een maximale oppervlakte van 1.375 m² per opstelplaats;
- c. één inkoopstation voor het windturbinepark;
- d. (overige) voorzieningen ten behoeve van de aanleg van het windturbinepark;
- e. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals overige nutsvoorzieningen, kabels en leidingen, hekwerken en infrastructurele voorzieningen;
- f. kunstwerken, alsmede voorzieningen ten behoeve van de bediening van kunstwerken;
- g. wegen en paden, in- en uitritten, alsmede bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen zoals bermsloten, bruggen en duikers;
- h. voor zover niet strijdig met de belangen van het bepaalde in sub a t/m g, is het volgende toegestaan:
- 1. de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
- 2. bestaande infrastructurele voorzieningen;
- 3. de waterhuishouding;
- 4. extensieve dagrecreatie;
- 5. het behoud van natuur- en landschapswaarden;
- 6. agrarische cultuurgronden.
10.2 Bouwregels
Artikel 11 Bos
11.1 Bestemmingsomschrijving
11.2 Bouwregels
11.3 Specifieke gebruiksregels
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. (hoog)opgaande (afschermende) beplanting;
- b. bos en bosbeplanting ten behoeve van de houtproductie;
- c. eendenkooi, ter plaatse van de aanduiding 'eendenkooi';
- d. water en waterhuishouding;
- e. extensieve dagrecreatie,
met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, andere-werken, waterlopen, paden en voorzieningen.
11.2 Bouwregels
Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
11.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud;
- b. het gebruik van de gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens.
11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 12 Cultuur En Ontspanning
12.1 Bestemmingsomschrijving
12.2 Bouwregels
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. gebouwen ten behoeve van cultuur en ontspanning;
- b. seksinrichting met bijbehorende horeca, ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting';
- c. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
12.2 Bouwregels
Op de voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
12.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 13 Detailhandel
13.1 Bestemmingsomschrijving
13.2 Bouwregels
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor een tuincentrum, zoals ook is aangeduid als 'tuincentrum'; met daarbij ondergeschikte en daarbij behorende:
- 1. dienstverlening;
- 2. horeca;
- 3. extensieve dagrecreatie;
- 4. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met de daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
13.2 Bouwregels
Op de voor 'Detailhandel' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
13.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 14 Horeca
14.1 Bestemmingsomschrijving
14.2 Bouwregels
14.3 Afwijken van de bouwregels
14.4 Afwijken van de gebruiksregels
14.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. horeca(bedrijven) als genoemd in categorie 1 tot en met 2 van de Horecalijst, die als Bijlage 121 bij deze regels is gevoegd;
- b. een horecabedrijf in categorie 1 tot en met 3 van de Horecalijst, die als Bijlage 121 bij deze regels is gevoegd, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';
- c. aanhuisverbonden beroep en bedrijf.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, terrassen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
14.2 Bouwregels
Op de voor 'Horeca' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
14.3 Afwijken van de bouwregels
14.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 15 Kantoor
15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kantoren,
- b. expositieruimte, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - expositieruimte',
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
15.2 Bouwregels
Op de voor 'Kantoor' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
15.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 16 Landhuis
16.1 Bestemmingsomschrijving
16.2 Bouwregels
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.4 Specifieke gebruiksregels
16.5 Wijzigingsbevoegdheid
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Landhuis' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. de instandhouding van landgoederen met landhuizen gesitueerd in een parkachtige aanleg;
- b. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep en/of bed & breakfast, ter plaatse van de aanduiding 'wonen':
- c. educatieve en culturele en maatschappelijke activiteiten, kantoor en ondergeschikte horeca ten dienste van de activiteiten, ter plaatse van de aanduiding 'gemengd';
- d. appartementen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - appartementen';
- e. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden in de vorm van landschapselementen, buitenplaatsen en parkinrichting, vijver en waterpartijen en het lanenstelsel;
- f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.
- g. specifiek op het perceel Poppenallee 33: de activiteiten zoals aangegeven onder lid b. (wonen) en c. (gemengd) en voor recreatie en andere functies van vergelijkbare aard waarbij geen strijd ontstaat met de regelgeving voor monumenten, met ondergeschikte bijbehorende horeca ten dienste van de activiteiten.
16.2 Bouwregels
Op de voor 'Landhuis' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.4 Specifieke gebruiksregels
16.5 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 17 Maatschappelijk
17.1 Bestemmingsomschrijving
17.2 Bouwregels
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.4 Specifieke gebruiksregels
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. maatschappelijke voorzieningen;
- b. molen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - molen';
- c. dierenbegraafplaats, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenbegraafplaats';
- d. dagbesteding en logeren, ter plaatse van de aanduiding 'dagbesteding en logeren';
- e. aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- f. een JOP, ter plaatse van de aanduiding 'jongerenontmoetingsplaats';
- g. kinderopvang, ter plaatse van de aanduiding 'kinderopvang';
- h. theetuin;
- i. bed & breakfast.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
17.2 Bouwregels
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
17.3 Afwijken van de bouwregels
17.4 Specifieke gebruiksregels
Artikel 18 Maatschappelijk - Begraafplaats
18.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. een begraafplaats;
met daarbij behorende bebouwing, erven, terreinen, paden, parkeer- en groenvoorzieningen.
18.2 Bouwregels
Op de voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 19 Natuur
19.1 Bestemmingsomschrijving
19.2 Bouwregels
19.3 Specifieke gebruiksregels
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
19.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het behoud, de bescherming en/of het herstel van:
- 1. de natuurlijke waarden, zoals deze vooral tot uitdrukking komen in de vegetatie en de fauna;
- 2. de landschappelijke waarde, zoals deze tot uitdrukking komt in de openheid, kleinschaligheid, afwisselend landschap met vele landschapselementen, zoals houtwallen, -singels en bosjes en het (micro)reliëf;
- 3. de geo(morfo)logische en bodemkundige waarden;
- b. agrarisch medegebruik;
- c. houtoogst;
- d. schuur, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schuur';
- e. hondendressuurterrein, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuur';
- f. verblijfrecreatief terrein met maximaal 12 kampeermiddelen, ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
- g. uitkijktoren, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijktoren';
- h. extensieve dagrecreatie;
- i. water en waterhuishouding,
met daarbij behorende bebouwing, andere-werken en voorzieningen.
19.2 Bouwregels
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
19.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van de gronden als stort- of opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering en/of het normale onderhoud;
- b. het gebruik van de gronden als staan- of ligplaats voor onderkomens;
- c. het gebruik van de gronden als sport- en/of wedstrijdterrein;
- d. het gebruik van de gronden voor het beproeven van motorvoertuigen of voor het beoefenen van gemotoriseerde snelheids- en/of behendigheidssporten en de (model-)vliegsport.
19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 20 Recreatie - Dagrecreatie
20.1 Bestemmingsomschrijving
20.2 Bouwregels
20.3 Afwijken van de bouwregels
20.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. dagrecreatieve voorzieningen;
- b. scouting, inclusief incidentele overnachting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - scouting';
- c. motorclub, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - motorclub';
- d. recreatief nachtverblijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatief nachtverblijf';
met daarbij behorende bebouwing - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning is toegestaan, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen. Op het perceel Zwembadlaantje 8 is tevens toegestaan 'ondergeschikte horeca' tot een maximum van 50m2 van het gebouw en daarnaast maximaal 100m2 terras.
20.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
20.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 21 Recreatie - Recreatiewoning
21.1 Bestemmingsomschrijving
21.2 Bouwregels
21.3 Nadere eisen
21.4 Afwijken van de bouwregels
21.5 Specifieke gebruiksregels
21.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. verblijfsrecreatie in recreatiewoningen;
- b. bos;
- c. bestaande infrastructurele voorzieningen;
- d. nutsvoorzieningen;
- e. theetuin, alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning';
waarbij geldt dat buiten de recreatiewoning de functie bos van primaire betekenis is;
met daarbijbehorende bebouwing - een bedrijfswoning daaronder niet begrepen -, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
21.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
21.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede woonsituatie;
- 3. landschappelijke inpassing
- 4. de milieusituatie
- 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
- 6. de verkeersveiligheid;
- 7. de sociale veiligheid.
- 8. de externe veiligheid
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in artikel 51 lid 51.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
21.4 Afwijken van de bouwregels
21.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de recreatiewoningen voor permanente bewoning, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning', permanente bewoning van de recreatiewoning is toegestaan op grond van een objectgebonden gedoogbeschikking en zoals opgenomen in Bijlage 122; .
Artikel 22 Recreatie - Verblijfsrecreatie
22.1 Bestemmingsomschrijving
22.2 Bouwregels
22.3 Afwijken van de bouwregels
22.4 Specifieke gebruiksregels
22.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. kampeerterreinen alsmede natuurcampings;
- b. gebouwen ten behoeve van verblijfsrecreatieve voorzieningen niet genoemd onder d en e;
met daaraan ondergeschikt:- 1. detailhandel;
- 2. dienstverlening;
- 3. horeca;
- c. gebouwen ten behoeve van onderhoud, beheer en sanitaire voorzieningen;
- d. (mobiele) kampeermiddelen;
- e. bouwwerken voor recreatief nachtverblijf in de vorm van stacaravans, trekkershutten en tenthuisjes;
met daarbijbehorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
22.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
22.3 Afwijken van de bouwregels
22.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruiken of laten gebruiken van kampeermiddelen, recreatiewoningen, stacaravans en trekkershutten/ tenthuisjes voor permanente bewoning.
- b. het gebruiken van de gronden en opstallen niet volgens Bijlage 22, voor uitvoering van de plannen op het perceel Poppenallee 24 behorende bij deze regels, en de percelen niet zijn ingericht binnen 12 maanden na het realiseren van de genoemde plannen of na inrichting niet in stand worden gehouden;
Artikel 23 Recreatie - Volkstuinen
23.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. volkstuinen voor de uitoefening van de niet-bedrijfsmatige (hobby-)tuinbouw;
- b. gebouwen ten behoeve van de volkstuinen;
met daarbijbehorende bebouwing, tuinen, erven, terreinen, parkeer-, waterhuishoudkundige en groenvoorzieningen.
23.2 Bouwregels
Op de voor 'Recreatie - Volkstuinen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 24 Sport
24.1 Bestemmingsomschrijving
24.2 Bouwregels
24.3 Afwijken van de bouwregels
24.4 Specifieke gebruiksregels
24.5 Afwijken van de gebruiksregels
24.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. het uitoefenen van sportactiviteiten, met uitzondering van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren, alsook ondergeschikte en daarbij behorende horeca;
- b. manege, ter plaatse van de aanduiding 'manege';
- c. motorcrossterrein, ter plaatse van de aanduiding 'motorcrossterrein';
- d. modelvliegtuigbaan, ter plaatse van de aanduiding 'modelvliegtuigbaan';
- e. vliegveld ten behoeve van de zweefvliegsport met daarbij behorende bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - zweefvliegveld';
- f. schietsportvereniging, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - schietsportvereniging',
met daarbij behorende bebouwing, wegen, paden, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.
24.2 Bouwregels
Op de voor 'Sport' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
24.3 Afwijken van de bouwregels
24.4 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik wordt in dit bestemmingsplan in ieder geval gerekend:
- 1. het gebruik of laten gebruiken van de gronden, zoals genoemd in lid 24.1 sub a, voor de aanleg van padelbanen en het (laten) uitoefenen van de sport padel, met uitzondering van het bestaande gebruik ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - padel'.
24.5 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 25 Verkeer
25.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. wegen, straten en paden, met dien verstande dat niet meer dan het bestaande aantal rijstroken is toegestaan;
- b. voet- en rijwielpaden;
- c. parkeervoorzieningen;
- d. speelvoorzieningen;
- e. geluidwerende voorzieningen,
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer, met daarbij behorende kunstwerken, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, water en groenvoorzieningen.
25.2 Bouwregels
Op de voor 'Verkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 26 Verkeer - Railverkeer
26.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. spoorwegen, waaronder begrepen de (ongelijkvloerse) kruisingen met wegen en watergangen, alsmede voorzieningen ter reducering van het spoorweglawaai;
- b. uitsluitend station met voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation';
- c. uitsluitend parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein',
- d. horeca(bedrijven) als genoemd in categorie 1 tot en met 2 van de Horecalijst, die als Bijlage 121 bij deze regels is gevoegd;
met daarbij bebouwing, erven, terreinen, water en groenvoorzieningen.
26.2 Bouwregels
Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Artikel 27 Water
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. waterberging;
- b. waterhuishouding;
- c. waterlopen;
- d. scheepvaart;
met daaraan ondergeschikt:
- e. oeververbindingen;
- f. groenvoorzieningen;
- g. openbare nutsvoorzieningen;
- h. infrastructurele voorzieningen;
- i. extensieve dagrecreatie,
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
27.2 Bouwregels
Op de tot 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
27.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 28 Wonen
28.1 Bestemmingsomschrijving
28.2 Bouwregels
28.3 Nadere eisen
28.4 Afwijken van de bouwregels
28.5 Specifieke gebruiksregels
28.6 Afwijken van de gebruiksregels
28.7 Wijzigingsbevoegdheid
28.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- b. bed & breakfast;
- c. theetuin;
- d. de waterhuishouding;
- e. cultuurhistorische waarden;
- f.
activiteiten op het gebied van de opslag en handel in tweedehands bouwmaterialen enzzp-activiteiten voor in de bouw ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke vorm van bedrijf -opslag en handelsbedrijf', met dien verstande dat de activiteiten uitsluitend binnen debestaande bebouwing mogen plaatsvinden en dat buitenopslag niet is toegestaan. - g. vrijwaringszone - molenbiotoop, ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone -molenbiotoop' zijn de gronden, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element;
- h.
ter plaatse van de aanduiding 'erf zonder bebouwing' is geen bebouwing toegestaan. - i. reconstructiewetzone - verwevingsgebied, ter plaatse van de aanduiding ' Reconstructiewetzone - verwevingsgebied ' geldt dat verschuiving, dan wel uitbreiding van de intensieve veehouderij voor bestaande bedrijven mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten;
- j. activiteiten tot de bestaande oppervlakte, ter plaatse van de aanduiding die in onderstaande tabel is opgenomen, waarmee het desbetreffende bestemmingsvlak is aangegeven:
Functieaanduiding | Activiteit |
'agrarisch loonbedrijf' | Agrarisch loonbedrijf |
'atelier' | Atelier |
'bedrijf' | aannemersbedrijf |
'caravanstalling' | Caravanstalling, waarbij voor het perceel Ruitenveen 4/4A geldt dat tevens camperstalling is toegestaan |
'detailhandel' | Detailhandel |
'hovenier' | Hoveniersbedrijf |
'jeugdopvang' | Jeugdopvang |
'kampeerboerderij' | Kampeerboerderij |
'kampeerterrein' | Kleinschalig kampeerterrein |
'kantoor' | Kantoor en reclamebureau |
'maatschappelijk' | Educatie en sociaal-maatschappelijke instelling |
'museum' | Museum |
'opslag' | Opslag |
'verblijfsrecreatie' | Verblijfsrecreatie |
'zorgwonen' | Zorgwonen |
'geluidscherm' | geluidscherm |
'specifieke vorm van agrarisch - kwekerij' | (Boom)kwekerij |
'specifieke vorm van agrarisch - pensionstal' | Pensionstal |
'specifieke vorm van agrarisch - mestopslag' | Mestopslag |
'specifieke vorm van agrarisch - veehandelsbedrijf' | Veehandelsbedrijf |
'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' | Veehouderij |
'specifieke vorm van bedrijf - ambachtelijk timmerbedrijf' | Ambachtelijk timmerbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - autouitdeukerij' | Autouitdeukerij |
'specifieke vorm van bedrijf - biologische bloemkwekerij en -binderij' | Biologische bloemenkwekerij en -binderij |
specifieke vorm van bedrijf - dierenactiviteiten' | Dierenactiviteiten |
'specifieke vorm van bedrijf - dierenpension' | Dierenpension |
'specifieke vorm van bedrijf - installatiebedrijf' | Installatiebedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - machineverhuur' | Machineverhuur, reparatie en verkoop |
'specifieke vorm van bedrijf - kattenpension' | Kattenpension |
'specifieke vorm van bedrijf - metselbedrijf' | Metselbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerking' | Metaalbewerkingsbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - opslag en handelsbedrijf' | Opslag en handelsbedrijf, met dien verstande dat de activiteiten uitsluitend binnen de bestaande bebouwing mogen plaatsvinden en dat buitenopslag niet is toegestaan |
'specifieke vorm van bedrijf - opslag van bouwmaterialen' | Bouwmaterialen opslag |
'specifieke vorm van bedrijf - rietdekkersbedrijf' | Rietdekkersbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - schildersbedrijf' | Schildersbedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkplaats' | Timmerwerkplaats en - bedrijf |
'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf' | Stalling van vrachtwagens |
'specifieke vorm van recreatie - boerderijkamers' | Boerderijkamers |
'specifieke vorm van recreatie - camperplaatsen' | Camperplaatsen |
'specifieke vorm van recreatie - nachtverblijf' | Nachtverblijf |
'specifieke vorm van recreatie - recreatieterrein' | Recreatieterrein |
'specifieke vorm van recreatie - safaritenten' | Safaritenten |
'specifieke vorm van recreatie - vakantie- en groepsaccommodatie' | Vakantie- en groepasaccommodatie |
'specifieke vorm van recreatie - wellness-camperplaatsen' | wellness-camperplaatsen |
'overig - stalling en verhuur van landbouw voertuigen' | Stalling en verhuur van landbouw voertuigen |
'specifieke vorm van wonen - opvang | opvang jongvolwassen |
één tiny house per bestaand perceel | |
met daarbij behorende bebouwing, tuinen en erven
Per bestemmingsvlak is ten hoogste één woning toegestaan, dan wel het ter plaatste van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal.
28.2 Bouwregels
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
28.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede woonsituatie;
- 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
- 4. de verkeersveiligheid;
- 5. de sociale veiligheid.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 51.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
28.4 Afwijken van de bouwregels
28.5 Specifieke gebruiksregels
28.6 Afwijken van de gebruiksregels
28.7 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 29 Wonen - Kleine Woning
29.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Wonen – Kleine woning” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- a. woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- b. bed & breakfast;
- c. theetuin
- d. de waterhuishouding;
- e. cultuurhistorische waarden.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen en erven.
29.2 Bouwregels
Op de voor ' Wonen – Kleine woning' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
29.3 Specifieke gebruiksregels
29.4 Afwijken van de gebruiksregels
Artikel 30 Wonen - Tiny House
30.1 Bestemmingsomschrijving
De voor “Wonen – Tiny house” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- e. woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep en bedrijf;
- f. theetuin;
- g. de waterhuishouding;
- h. cultuurhistorische waarden.
met daarbij behorende bebouwing, tuinen en erven.
30.2 Bouwregels
Op de voor ' Wonen – Tiny house' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
30.3 Nadere eisen
- a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
- 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
- 2. een goede woonsituatie;
- 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
- 4. de verkeersveiligheid;
- 5. de sociale veiligheid.
- b. Voor een besluit tot nadere eis geldt de in lid 51.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
30.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
- a. het gebruik van het tiny house als recreatiewoning of recreatief nachtverblijf.
Artikel 31 Leiding - Gas
31.1 Bestemmingsomschrijving
31.2 Bouwregels
31.3 Afwijken van de bouwregels
31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
31.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. het ondergrondse transport van gas door een midden-en hogedruk gastransportleiding;
- b. met de daarbij behorende belemmeringenstrook;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
31.2 Bouwregels
31.3 Afwijken van de bouwregels
31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 32 Leiding - Hoogspanningsverbinding
32.1 Bestemmingsomschrijving
32.2 Bouwregels
32.3 Afwijken van de bouwregels
32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
32.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. (een) bovengrondse verbinding(en) ten behoeve van het transport van elektriciteit;
- b. (een) ondergronse verbinding(en) ten behoeve van het transport van elektriciteit, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van leiding - ondergrondse verbinding';
- c. met de daarbij behorende belemmeringenstrook;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
32.2 Bouwregels
32.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid32.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming.
32.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 33 Leiding - Water
33.1 Bestemmingsomschrijving
33.2 Bouwregels
33.3 Afwijken van de bouwregels
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
33.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
- a. het ondergrondse transport van water door een (hoofd)waterleiding;
met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
33.2 Bouwregels
33.3 Afwijken van de bouwregels
33.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 34 Waarde - Archeologie 1
34.1 Bestemmingsomschrijving
34.2 Bouwregels
34.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
34.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
34.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 34.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 0 m2 en waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
- 3.
een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cmen geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
34.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 35 Waarde - Archeologie 2
35.1 Bestemmingsomschrijving
35.2 Bouwregels
35.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
35.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
35.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 35.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2 en waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
- 3.
een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cmen geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
35.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 36 Waarde - Archeologie 3
36.1 Bestemmingsomschrijving
36.2 Bouwregels
36.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
36.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
36.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 36.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m2 en waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
- 3.
een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cmen geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
36.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 37 Waarde - Archeologie 4
37.1 Bestemmingsomschrijving
37.2 Bouwregels
37.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
37.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
37.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 37.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2 en waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
- 3.
een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 40 cmen geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
37.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 38 Waarde - Archeologie 5
38.1 Bestemmingsomschrijving
38.2 Bouwregels
38.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
38.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
38.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 38.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2 en waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
- 3.
een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cmen geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
38.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 39 Waarde - Archeologie 6
39.1 Bestemmingsomschrijving
39.2 Bouwregels
39.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
39.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
39.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 39.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 5000 m2 en waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
- 3.
een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cmen geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
39.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 40 Waarde - Archeologie 7
40.1 Bestemmingsomschrijving
Voor de voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden geldt geen onderzoeksplicht.
Artikel 41 Waarde - Archeologie 8
41.1 Bestemmingsomschrijving
41.2 Bouwregels
41.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
41.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 8' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
41.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 41.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2 en waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
- 3.
een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cmen geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
41.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 42 Waarde - Archeologie 9
42.1 Bestemmingsomschrijving
42.2 Bouwregels
42.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of vanwerkzaamheden
42.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 9' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en vaststelling van archeologische waarden.
42.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
- a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 42.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:
- 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
- 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden met:
- de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem worden behouden; of
- de verplichting tot het doen van opgravingen; of
- de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring leidt te laten begeleiden door een gekwalificeerd deskundige.
- c. het bepaalde in dit lid onder b1 en b2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
- 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder maaiveld, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- 2. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 2500 m2 en waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm en geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
- 3.
een bouwwerk waarvoor bij de plaatsing geen graafwerkzaamheden dieper dan 30 cmen geen heiwerkzaamheden nodig zijn.
42.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Artikel 43 Waterstaat - Waterbergingsgebied
43.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor de instandhouding van primaire watergebieden.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
43.2 Bouwregels
- a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder dak bedraagt ten hoogste 1 m;
- b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag – met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels – uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
- c. het bepaalde onder a, b en c is niet van toepassing op gronden voorzien van een bouwvlak.
43.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 43.2. Van de bevoegdheid tot afwijken wordt gebruikgemaakt, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen, het waterstaatsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en de wateropvang niet belemmerd wordt. Alvorens het gebruikmaken van de bevoegdheid tot afwijken wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in het waterschap omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van het waterbergingsgebied niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Artikel 44 Waterstaat - Waterkering
44.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en de instandhouding van de (primaire) waterkering.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
44.2 Bouwregels
44.3 Afwijken van de bouwregels
Artikel 45 Waterstaat - Waterstaatkundige Functie
45.1 Bestemmingsomschrijving
45.2 Bouwregels
45.3 Afwijken van de bouwregels
45.4 Specifieke gebruiksregels
45.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende (basis)bestemming(en), mede bestemd voor:
- a. de hoogwaterbescherming;
- b. de waterhuishouding;
- c. het bergen en afvoeren van overtollig water ten behoeve van de verruiming van de bergings- en afvoercapaciteit van één of meer watersystemen;
- d. de verbetering en het onderhoud van de waterkeringen;
- e. uiterwaarden;
- f. verkeer te water.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
45.2 Bouwregels
45.3 Afwijken van de bouwregels
45.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
- a. een gebruik ten behoeve van een andere bestemming, waardoor een onevenredige afbreuk aan de waterstaatsbelangen wordt gedaan;
- b. het aanbrengen en instandhouden van beplanting hoger dan 2,5 m;
- c. het realiseren van zonnevelden, vanwege de karakteristieken van het gebied en de waterhuishouding.
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 46 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 47 Algemene Gebruiksregels
47.1 Strijdig gebruik
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming.
Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
- a. het gebruiken of het laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting, uitgezonderd voor zover in de regels toegestaan.
- b. het aanwezig hebben van en/of het gebruiken of laten gebruiken van bebouwing dat met toepassing van de beleidsregel 'Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen' is ingebracht als sloopoppervlak in een besluit dat reeds zes maanden onherroepelijk is.
47.2 Uitzondering strijdig gebruik
Onder een gebruik strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing, afwijking of vrijstelling vereist is en deze is verleend.
Artikel 48 Algemene Aanduidingsregels
48.1 Bomenteelt
48.2 Geluidzone - industrie
48.3 Landschapselement
48.4 Luchtverkeer
48.5 Luchtvaartverkeerzone
48.6 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied
48.7 Milieuzone - intrekgebied
48.8 Milieuzone - waterwingebied
48.10 Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied
48.11 Reconstructiewetzone - verwevingsgebied
48.12 Veiligheidszone - bedrijven
48.13 Veiligheidszone - lpg
48.14 Verkavelingsstructuur
48.15 Vrijwaringszone - dijk
48.16 Vrijwaringszone - molenbiotoop
48.17 Vrijwaringszone - waterstaatswerk
48.18 Vrijwaringszone - windturbine
48.19 Overige zone - woning in de sfeer van het windturbinepark
48.20 Overige zone - wijziging ambtshalve
48.1 Bomenteelt
Ter plaatse van de aanduiding 'bomenteelt' is het gebruik van de gronden voor opgaande vormen van hout-, boom- en fruitteelt toegestaan.
48.2 Geluidzone - industrie
48.3 Landschapselement
Ter plaatse van de aanduiding 'landschapselement' geldt dat hier karakteristieke en waardevolle bestanddelen van het betreffende landschap voorkomen, zoals houtwallen, houtsingels, bosjes en microreliëf.
48.4 Luchtverkeer
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtverkeer' geldt dat er, in verband met de veiligheid, beperkingen gelden voor het bouwen in verband met de aanwezigheid van een zweefvliegveld.
48.5 Luchtvaartverkeerzone
48.6 Milieuzone - Grondwaterbeschermingsgebied
48.7 Milieuzone - intrekgebied
48.8 Milieuzone - waterwingebied
48.9 Overige zone - wijziging ambtshalve
Aan de percelen waar een ambtshalve wijziging heeft plaatsgevonden in het 9e verzamelplan Buitengebied is de gebiedsaanduiding 'overige zone - wijziging ambtshalve' teogevoegd. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat er een wijziging heeft plaatsgevonden
48.10 Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied geldt dat uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet mogelijk is.
48.11 Reconstructiewetzone - verwevingsgebied
Ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied geldt dat verschuiving, dan wel uitbreiding van de intensieve veehouderij voor bestaande bedrijven mogelijk is, mits de ruimtelijke kwaliteit of functies van het gebied zich daar niet tegen verzetten.
48.12 Veiligheidszone - bedrijven
48.13 Veiligheidszone - lpg
48.14 Verkavelingsstructuur
Ter plaatse van de aanduiding 'verkavelingsstructuur' is een verkavelingspatroon aanwezig met ruimtelijke kenmerken, zoals omschreven in lid 3.1 van de bestemming Agrarisch.
48.15 Vrijwaringszone - dijk
48.16 Vrijwaringszone - molenbiotoop
48.17 Vrijwaringszone - waterstaatswerk
48.18 Vrijwaringszone - windturbine
48.19 Overige zone - woning in de sfeer van het windturbinepark
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - woning in de sfeer van het windturbinepark' worden de woningen tevens aangemerkt als een woning in de sfeer van het windturbinepark.
48.20 Overige zone - wijziging ambtshalve
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - wijziging ambtshalve' is (een deel van) het bestemmingsvlak gewijzigd ten opzichte van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen en voor zover sindsdien herzien.
Artikel 49 Algemene Bouwregels
Voor het bouwen van kleinschalige windturbines voor het opwekken van windenergie voor eigen gebruik in alle bestemmingen, met uitzondering van de bestemming 'Natuur'', gelden de volgende regels:
49.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
- a. per bestemmingsvlak is ten hoogste één windturbine toegestaan met een maximale hoogte (as-hoogte) van 15 m en;
- b. de windturbine moet geplaatst worden binnen het bestemmingsvlak, waarbij voor een agrarisch bedrijf geldt dat dit aansluitend aan het bouwperceel en in ieder geval binnen het zoekgebied moet zijn en;
- c. de aanvrager moet een erfinrichtingsplan aanleveren waaruit blijkt dat de windturbine landschappelijk wordt ingepast en een geheel vormt met de bestaande inrichting van het erf.
Artikel 50 Algemene Afwijkingsregels
50.1 Afwijkingsbevoegdheid
Artikel 51 Algemene Procedureregels
51.1 Nadere eis
Voor het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
- a. een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
- b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
- c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn;
- d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.
Artikel 52 Algemene Wijzigingsregels
52.1 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 53 Overige Regels - Algemeen
53.1 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van ter inzage legging van het ontwerp plan.
Artikel 54 Overige Regels - Vellen Houtopstanden
54.1 Kapverbod
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een houtopstand te vellen of te doen vellen. Een uitzondering op dit verbod geldt voor:
- 1. Coniferen, dennen, ceders, larixen, niet geknotte wilgen, niet geknotte populieren, lijsterbessen, sierkersen, sierappels, sierperen;
- 2. Berken, elzen en meidoorns voor zover ze deel uitmaken van een rijbeplanting van minder dan zes bomen of singelbeplanting van maximaal 2,5 meter breed en 5 meter lang;
- 3. Fruitbomen en windschermen om boomgaarden;
- 4. Naaldbomen, niet ouder dan 20 jaar, die als kerstboom worden geteeld;
- 5. Kweekgoed;
- 6. Houtopstanden die bij wijze van dunning geveld moeten worden;
- 7. Houtopstanden die liggen binnen de bebouwde kom volgens de op grond van artikel 4.1
sub a van de Wet natuurbescherming (voorheen Boswet) vastgestelde grenzen en de houtopstand niet is aangemerkt als waardevolle boom/houtopstand conform de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde "Beleidsregels houtopstanden gemeente Dalfsen 2017" en diens rechtsopvolger; - 8. Houtopstanden waarvan instandhouding volgens boomdeskundige maatstaven niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade en/of de houtopstand moet worden geveld krachtens de Plantenziekenwet, mits hiervoor toestemming is gegeven door het college van burgemeester en wethouders;
- 9. kappen van bomen of houtopstanden die plaatsvinden ter realisering van de landschappelijke inpassing, of erfinrichting en in overeenstemming is met geldende regelgeving.
Deze uitzondering niet geldt voor houtopstanden die in het kader van de in lid 54.2 opgenomen herplantplicht of andere (private) overeenkomst met een bestuursorgaan zijn aangeplant.
54.2 Herplantplicht
Het college van burgemeester en wethouders kan bij de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 54.1 en de toestemming als bedoeld in lid 54.1onder 8 een herplantplicht en/of vergoeding van de Boomwaarde opleggen. Hierbij geldt dat:
- 1. de herplantplicht of de vergoeding van de Boomwaarde door het college van burgemeester en wethouders wordt opgelegd conform de vastgestelde "Beleidsregels houtopstanden gemeente Dalfsen 2017" en diens rechtsopvolger;
- 2. deze herplant- of vergoedingsverplichting ook kan worden opgelegd als het vellen van houtopstanden al zonder de benodigde vergunning en/of toestemming volgens artikel 54.1onder 8 is uitgevoerd.
54.3 Afwegingskader omgevingsvergunning
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 54.1 wordt geweigerd als de belangen van de verlening niet opwegen tegen het belang van behoudt van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:
- 1. Natuur- en milieuwaarden;
- 2. Landschappelijke waarden;
- 3. Cultuurhistorische en archeologische waarden;
- 4. Waarden van stads- en dorpsschoon;
- 5. Waarden voor recreatie en leefbaarheid.
Artikel 55 Overige Regels - Parkeren
55.1 Parkeer, laad- en losruimte
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 56 Overgangsrecht
56.1 Overgangsrecht bouwwerken
56.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 57 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het Chw bestemmingsplan 9e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen".
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
Het “Chw bestemmingsplan 9e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen” is een herziening van het bestemmingsplan “Buitengebied Gemeente Dalfsen” zoals is vastgesteld door de gemeenteraad van Dalfsen op 24 juni 2013 en voor zover sindsdien is herzien.
In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor dit nieuwe bestemmingsplan en de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven.
1.2 Aanleiding
1.2.1 Verzamelplannen
De gemeente Dalfsen wil haar dienstverlening aan burgers en bedrijven verbeteren. Door alle voorgaande verzamelplannen op te nemen in dit verzamelplan wordt de leesbaarheid van het bestemmingsplan verbetert. Dit bestemmingsplan is de uitkomst van de negende ronde voor het verzamelplan.
In dit verzamelplan worden onder andere de onherroepelijke projecten die zijn vergund met een projectafwijkingsbesluit opgenomen. In dit 9e verzamelplan zijn de tussen 1 november 2021 en 31 mei 2023 onherroepelijk geworden projectafwijkingsbesluiten opgenomen.
Verder worden vier wijzigingsplannen, tien herzieningen en de voorgaande verzamelplannen 1 tot en met 8 die onherroepelijk zijn in dit 9e verzamelplan opgenomen.
1.2.2 Projectafwijkingsbesluiten die zijn opgenomen in dit verzamelplan
Na het opstellen van het bestemmingsplan 8e verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen is er op een aantal plaatsen afgeweken van het bestemmingsplan met een projectafwijkingsbesluit. Om het bestemmingsplan actueel te houden worden deze besluiten nu opgenomen in het verzamelplan en daarmee in het bestemmingsplan. Het gaat om de projectafwijkingsbesluiten die tussen 1 november 2021 en 31 mei 2023 onherroepelijk zijn geworden. De betreffende ruimtelijke onderbouwingen zijn overgenomen van de verleende en inmiddels onherroepelijk geworden vergunningen. Het gaat om:
1.2.3 Herzieningen die zijn opgenomen in dit verzamelplan
1.2.4 Wijzigingsplannen die zijn opgenomen in dit verzamelplan
- 3e wijziging bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Kampendwarsweg 1
Wijzigingsplan voor het wijzigen van de bestemming 'Agrarisch' in de bestemming 'Wonen'. Hierdoor is het mogelijk op het perceel te kunnen wonen. Het wijzigingsplan is sinds 13 oktober 2022 onherroepelijk.
- 4e wijziging bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Koedijk 8
Wijzigingsplan voor het wijzigen van de bestemming 'Agrarisch' in de bestemming 'Wonen'. Hierdoor is het mogelijk op het perceel te kunnen wonen. Het wijzigingsplan is sinds 30 maart 2023 onherroepelijk.
- 5e wijziging bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Bos N340
In het wijzigingsplan wordt de agrarische bestemming van drie percelen nabij de Hessenweg veranderd in een natuurbestemming voor de aanleg van bos. Het wijzigingsplan is sinds 23 maart 2023 onherroepelijk.
- 6e wijziging bestemmingsplan Buitengebied, Westeinde 208
Wijzigingsplan voor het wijzigen van de bestemming 'Agrarisch' in de bestemming 'Wonen'. Hierdoor is het mogelijk op het perceel te kunnen wonen. Het wijzigingsplan is sinds 22 juni 2023 onherroepelijk.
1.2.5 Ambtshalve aanpassingen Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen
1.3 Chw Bestemmingsplan Met Verbrede Reikwijdte
1.3 CHW bestemmingsplan met verbrede reikwijdte
De gemeente Dalfsen mag vooruitlopend op de Omgevingswet experimenteren met “bestemmingsplannen met een verbrede reikwijdte”. Dit op basis van artikel 7g van het Besluit Crisis en herstelwet. In de veertiende tranche is het grondgebied van de gemeente Dalfsen hiervoor aangewezen (besluit van 12 oktober 2016, gepubliceerd in het Staatsblad van 27 oktober 2016). Het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kent de volgende mogelijkheden:
- 1. Verbrede reikwijdte, naast een goede ruimtelijke ordening ook regels t.b.v. een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit opnemen in het plan;
- 2. Looptijd, een looptijd van 20 jaar in plaats van 10 jaar;
- 3. Voorlopige bestemming, voorlopige bestemming voorafgaan aan definitieve bestemming (looptijd 10 jaar in plaats van 5 jaar);
- 4. Verordening, toevoegen lokale verordeningen met betrekking tot de fysieke leefomgeving;
- 5. Meldingsplicht, verbod om zonder melding bepaalde activiteiten te verrichten;
- 6. Beleidsregels, mogelijkheid tot stellen open norm waarvan de uitleg afhankelijk is van een beleidsregel;
- 7. Planschade, planschade voorzienbaar vanaf 3 jaar na aankondiging planvoornemen;
- 8. RO-standaarden, afwijken van RO-standaarden (SVBP/ IMRO);
- 9. Faseren, mogelijkheid tot het faseren van onderzoek tot het moment van omgevingsvergunning (globaal bij plan, in detail bij vergunning);
- 10. Exploitatieplan, mogelijkheid vaststellen exploitatieplan bij omgevingsvergunning (fasering exploitatieplan);
- 11. Maatwerkregels, mogelijkheid tot opname van gebiedsgerichte geluidswaarden (hogere of lagere dan het Activiteitenbesluit voorschrijft);
- 12. Delegatie, delegatiebevoegdheid tot wijzigen van bestemmingsplan aan B&W.
1.4 De Bij Het Plan Behorende Stukken
Het Chw bestemmingsplan 9e Verzamelplan Buitengebied gemeente Dalfsen bestaat uit de volgende stukken:é
- a. Toelichting, een algemeen deel en per ontwikkeling in de bijlage een ruimtelijke onderbouwing;
- b. Verbeelding met identificatienummer NL.IMRO.0148.9eVerzamelplanBG-on01;
- c. Regels.
Hoofdstuk 2 Beleid
2.1 Rijksbeleid
2.1.1 Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
2.2 Water
2.2.1 Kaderrichtlijn Water
De Kaderrichtlijn Water (KRW), is een Europese richtlijn. Deze richtlijn is bedoeld om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Europa op goed niveau te houden en te krijgen. Het doel is om in 2015 een goede ecologische en chemische toestand voor alle oppervlaktewateren te hebben en een goede chemische en kwantitatieve toestand voor alle grondwateren. Voor grondwater betekent dit onder meer dat er geen directe lozingen mogen plaatsvinden en de toename van chemische verontreiniging moet worden voorkomen.
Het grondgebied van de gemeente Dalfsen behoort tot het stroomgebied van de Rijn, deelgebied Rijn-Oost. Voor dit deelgebied is in 2015 het stroomgebiedsbeheerplan vastgesteld.
2.2.2 Nationaal Waterplan 2
Het Nationaal Waterplan geeft de hoofdlijnen, principes en richting van het nationale waterbeleid in de planperiode 2016-2021, met een vooruitblik richting 2050. Het plan is een volgende ambitieuze stap in het robuust en toekomstgericht inrichten van het watersysteem, gericht op een goede bescherming tegen overstromingen, het voorkomen van wateroverlast en droogte en het bereiken van een goede waterkwaliteit, een duurzaam beheer en goede milieutoestand van de Noordzee en een gezond ecosysteem als basis voor welzijn en welvaart. Uitgangspunt is het streven naar een integrale benadering, door economie (inclusief verdienvermogen), natuur, scheepvaart, landbouw, energie, wonen, recreatie en cultureel erfgoed zo veel mogelijk in samenhang met de wateropgaven te ontwikkelen.
2.2.3 Waterbeleid 21e eeuw
Met het Waterbeleid 21e eeuw wordt ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen
die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Het gaat hierbij om onder andere de klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing. Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd, te weten de tritsen:
- vasthouden, bergen en afvoeren;
- schoonhouden, scheiden en zuiveren.
De trits vasthouden, bergen en afvoeren houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Bij de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zoveel mogelijk wordt schoongehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aanbod.
In de Ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen bij deze toelichting is per locatie een waterparagraaf opgenomen waarin wordt ingegaan op de wateraspecten.
2.3 Natuur
2.3.1 Vogel- en Habitatrichtlijn
Natura 2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden, dat door de lidstaten van de Europese Unie wordt opgezet. Het Natura 2000-netwerk dient ter bescherming van zowel de gebieden (natuurlijke habitatten) als wilde flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten. Natura 2000 wordt op zijn beurt weer gevormd door de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). Deze richtlijnen richten zich op de (directe) bescherming van soorten en op de instandhouding van hun leefgebieden en andere natuurlijke habitatten. Sinds 1 oktober 2005 vallen de Natura 2000-gebieden samen met de beschermde natuurmonumenten (voorheen (staats)natuurmonumenten) onder de Natuurbeschermingswet 1998. Daarnaast was het soortenbeleid uit de Vogel- en Habitatrichtlijn vertaald in de Flora- en faunawet. Per 1 januari 2017 is deze wetgeving opgenomen in de Wet Natuurbescherming.
2.3.2 Wet natuurbescherming
Vanaf 1 januari 2017 is de wet natuurbescherming in werking getreden. Deze wet vervangt 3 wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Boswet.
2.3.3 Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS)
Het Natuurnetwerk Nederland is het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk moet natuurgebieden beter verbinden met elkaar en met het omringende agrarisch gebied.
Welke natuurgebieden vallen onder het Natuurnetwerk Nederland?
In het Natuurnetwerk Nederland liggen:
- bestaande natuurgebieden, waaronder de 20 Nationale Parken;
- gebieden waar nieuwe natuur wordt aangelegd;
- landbouwgebieden, beheerd volgens agrarisch natuurbeheer;
- ruim 6 miljoen hectare grote wateren: meren, rivieren, de kustzone van de Noordzee en de Waddenzee;
- alle Natura 2000-gebieden.
Binnen de provincie Overijssel heeft de begrenzing van deze gebieden op perceelsniveau vastgelegd in de provinciale Omgevingsvisie. De bescherming is geregeld in de provinciale Omgevingsverordening Overijssel.
De paragraaf Ecologie in de verschillende ruimtelijke onderbouwingen in de bijlagen gaan in op de voor het plangebied relevante natuur aspecten.
2.4 Provinciaal Beleid
Het provinciaal beleid is verwoord in tal van plannen. Het belangrijkste plan betreft de Omgevingsvisie- en de daarbij behorende verordening Overijssel. Op 12 april 2017 zijn de nieuwe omgevingsvisie- en verordening door Provinciale Staten vastgesteld en op 1 mei 2017 in werking getreden en sindsdien geactualiseerd en vastgesteld op 26 september 2018.
2.4.1 Uitgangspunten van de Omgevingsvisie Overijssel, Beken kleur
De Omgevingsvisieis het integrale provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. De hoofdambitie van de Omgevingsvidie is een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden. Enkele belangrijke beleidskeuze waarmee de provincie haar ambities wil realiseren zijn:
- goed en plezierig wonen, nu en in de toekomst door een passend en flexibel aanbod van woonmilieus (typen woningen en woonomgeving) die voorzien in de vraag (kwantitatief en kwalitatief);
- versterken complementariteit van bruisende steden en vitaal platteland als ruimtelijke, cultureel, sociaal en economisch samenhangend geheel. Dit door behoud en versterking van leefbaarheid en diversiteit van het landelijk gebied, stedelijke netwerken versterken, behoud en versterken van cultureel erfgoed als drager van identiteit.
- investeren in een hoofdinfrastructuur voor wegverkeer, trein, fiets en waarbij veiligheid en doorstroming centraal staan;
- beter benutten van ruimte, bestaande bebouwing en infrastructuur door multifunctioneel en complementair ruimtegebruik (zowel boven- als ondergronds), hergebruik en herbestemming van vrijkomend vastgoed (in stedelijk en landelijk gebied) en het concentreren van ontwikkelingen rond bestaande infrastructuurknooppunten;
- ruimtelijke plannen ontwikkelen aan de hand van gebiedskenmerken en keuzes voor duurzaamheid.
2.4.2 Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel
Om te bepalen of een initiatief bijdraagt aan de provinciale ambities wordt gebruik gemaakt van het 'Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel'. In dit uitvoeringsmodel staan de stappen of, waar en hoe centraal. Bij een initiatief voor bijvoorbeeld woningbouw, een nieuwe bedrijfslocatie, toeristisch-recreatieve voorzieningen, natuurontwikkeling, et cetera kun je aan de hand van deze drie stappen bepalen of een initiatief binnen de geschetste visie voor Overijssel mogelijk is, waar het past en hoe het uitgevoerd kan worden.
De eerste stap, het bepalen van de of-vraag, lijkt in strijd met de wens zoveel mogelijk ruimte te willen geven aan nieuwe initiatieven. Met het faciliteren van initiatieven moet echter wel gekeken worden naar de (wettelijke) verantwoordelijkheden zoals veiligheid of gezondheid. Het uitvoeringsmodel maakt helder wat kan en wat niet kan.
Om een goed evenwicht te vinden tussen het bieden van ruimte aan initiatieven en het waarborgen van publieke belangen, varieert de provinciale sturing: soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend.
Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel (Bron: provincie Overijssel)
Hierna worden de lagen nader toegelicht.
Of - generieke beleidskeuzes
Maatschappelijke opgaven zijn leidend in ons handelen. Allereerst is het dan ook de vraag of er een maatschappelijke opgave is. Of een initiatief mogelijk is, wordt onder andere bepaald door generieke beleidkeuzes van EU, Rijk of provincie. Denk hierbij aan beleidskeuzes om basiskwaliteiten als schoon drinkwater en droge voeten te garanderen. Maar ook aan beleidskeuzes om overaanbod van bijvoorbeeld woningbouw- en kantorenlocaties – en daarmee grote financiële en maatschappelijke kosten – te voorkomen.
In de omgevingsvisie zijn de provinciale beleidskeuzes hieromtrent vastgelegd.
De generieke beleidskeuzes zijn vaak normstellend. Dit betekent dat ze opgevolgd moeten worden: het zijn randvoorwaarden waarmee iedereen rekening moet houden vanwege zwaarwegende publieke belangen. De normstellende beleidskeuzes zijn vastgelegd in de omgevingsverordening.
Waar - ontwikkelingsperspectieven
Na het beantwoorden van de of-vraag, is de vraag waar het initiatief past of ontwikkeld kan worden. In de omgevingsvisie op de toekomst van Overijssel onderscheid de provincie zes ontwikkelingsperspectieven. Deze ontwikkelingsperspectieven schetsen een ruimtelijk perspectief voor een combinatie van functies en geven aan welke beleids- en kwaliteitsambities leidend zijn. De ontwikkelingsperspectieven geven zo richting aan waar wat ontwikkeld zou kunnen worden.
De ontwikkelingsperspectieven zijn richtinggevend. Dit betekent dat er ruimte is voor lokale afweging: een gemeente kan vanwege maatschappelijke en/of sociaal-economische redenen in haar Omgevingsvisie en bestemmings- of omgevingsplan een andere invulling kiezen. Die moet dan wel passen binnen de – voordat ontwikkelingsperspectief – geldende kwaliteitsambities. Daarbij moeten de nieuwe ontwikkelingen verbonden worden met de bestaande kenmerken van het gebied, volgens de Catalogus Gebiedskenmerken (de derde stap in het uitvoeringsmodel). Naast ruimte voor een lokale afweging t.a.v. functies en ruimtegebruik, is er ruimte voor een lokale invulling van de begrenzing: de grenzen van de ontwikkelingsperspectieven zijn signaleringsgrenzen.
Hoe - gebiedskenmerken
Tenslotte is de vraag hoe het initiatief ingepast kan worden in het landschap. De gebiedskenmerken spelen een belangrijke rol bij deze vraag. Onder gebiedskenmerken worden verstaan de ruimtelijke kenmerken van een gebied of gebiedstype die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit van dat gebied of gebiedstype. Voor alle gebiedstypen in Overijssel is de Catalogus Gebiedskenmerken beschreven welke kwaliteiten en kenmerken van provinciaal belang zijn en behouden, versterkt of ontwikkeld moeten worden.
De gebiedskenmerken zijn soms normstellend, maar meestal richtinggevend of inspirerend. Voor de normerende uitspraken geldt dat deze opgevolgd dienen te worden; ze zijn dan ook in de omgevingsverordening geregeld. De richtinggevende uitspraken zijn randvoorwaarden waarmee in principe rekening gehouden moet worden. Hier kan gemotiveerd van worden afgeweken, mits aannemelijk is gemaakt dat met het alternatief de kwaliteitsambities even goed of zelfs beter gerealiseerd kunnen worden. De inspirerende uitspraken bieden een wenkend perspectief: het zijn voorbeelden van de wijze waarop ruimtelijke kwaliteitsambities ingevuld kunnen worden. Initiatiefnemers kunnen zich hierdoor laten inspireren, maar dit hoeft niet.
2.4.3 Conclusie toetsing aan het provinciaal beleid
De ruimtelijke ontwikkelingen zoals opgenomen in de bijlagen bij deze toelichting van dit bestemmingsplan, zijn in overeenstemming met het provinciaal beleid uit de Omgevingsvisie- en verordening Overijssel.
2.4.4 Omgevingsvisie - Regionaal Waterplan
In de Omgevingsvisie Overijssel zijn twee kaarten opgenomen: Ontwikkelingsperspectieven Omgevingsvisie Overijssel en de functiekaart Water. Op de kaart van de ontwikkelingsperspectieven zijn zoveel mogelijk de functie weergegeven die een rol spelen bij ruimtelijke- en gebiedsontwikkelingen (de oppervlaktewateren, drinkwaterwinlocaties). Op de functiekaart water zijn vooral de gebruiksfuncties opgenomen. In de waterparagraaf in de ruimtelijke onderbouwingen is het beleid voor het aspect water per specifieke ontwikkeling nader uitgewerkt.
In de ruimtelijke ordening van Overijssel speelt water een sturende rol. Dit geldt bij de bescherming tegen overstromingen, het beschermen van de grondwatervoorraden én bij het realiseren van de noodzakelijke watercondities voor landbouw en natuurwaarden. De zwaarte van de sturing is afhankelijk van het gewicht van de opgave en de opbouw en inrichting van het betreffende gebied.
2.4.5 Omgevingsverordening Overijssel
De provincie beschikt over een palet aan instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. Het gaat er daarbij om steeds de meest optimale mix van instrumenten toe te passen, zodat effectief en efficiënt resultaat wordt geboekt voor alle ambities en doelstellingen van de Omgevingsvisie. De keuze voor inzet van deze instrumenten is bepaald aan de hand van een aantal criteria. In de Omgevingsvisie is bij elke beleidsambitie een realisatieschema opgenomen waarin is aangegeven welke instrumenten de provincie zal inzetten om de verschillende onderwerpen van provinciaal belang te realiseren.
Eén van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening Overijssel. De Omgevingsverordening is het provinciaal juridisch instrument dat wordt ingezet voor de onderwerpen waarvoor de provincie hecht aan de juridische borging van de doorwerking van het Omgevingsvisiebeleid.
2.5 Gemeentelijk Beleid
2.5.1 Toekomsvisie 2030 'Voor elkaar'
De gemeente Dalfsen heeft de toekomstvisie 2030 "Voor elkaar" opgesteld. Het document bevat de strategische koers van de gemeente Dalfsen voor de periode tot 2030. Drie hoofdthema's vormen samen de bril waardoor naar de gemeenschap gekeken wordt: samenwonen, samenleven en samenwerken. Dat deze cirkels deels overlappen is niet voor niets; om de Dalfser kernen van morgen samen vorm te geven is het belangrijk om onderlinge verbanden te zien. De centrale missie van de Gemeente Dalfsen is: 'Het stimuleren, koesteren en benutten van de onderlinge verbondenheid is het doel van de gemeenschap'.
De grootste kracht van Dalfsen zit 'm in de onderlinge verbondenheid van de gemeenschap in de kernen. Het diepgewortelde noaberschap uit zich in een rijk verenigingsleven, actieve buurten, levendige kerkgemeenten en een hoge mate van gemeenschappelijke betrokkenheid. Betrokkenheid op basis van gelijkwaardigheid, respect en interesse. Deze waarden vormen de basis voor een zelfverzekerde toekomst: een sterke gemeenschap.
Deze waarden zie je duidelijk terug in een burgerpeiling uit 2019. De sociale samenhang ligt in de gemeente Dalfsen ongeveer twee keer zo hoog als het provinciale gemiddelde. Ook waarderen de mensen uit Dalfsen het wonen en leven in hun gemeenschap bijzonder hoog. Onder vergelijkbare niet stedelijke gemeenten geven ze hun woon- en leefomgeving zelfs de hoogste score van allemaal.
Door stevig in te zetten op het behouden van dit gemeenschapsgevoel kan Dalfsen haar eigenheid vasthouden. Door deze onderlinge verbondenheid als uitgangspunt te nemen, wordt verandering een kans om wat Dalfsen uniek maakt te laten zien. Daarmee komt verandering niet van buitenaf, maar van binnenuit. Om de gemeenschap en haar sociale netwerken vitaal te houden is de aanwezigheid en betrokkenheid van zowel jongeren als ouderen belangrijk.
2.5.2 Omgevingsvisie 1.0 Gemeente Dalfsen
Op 28 februari 2022 is de Omgevingsvisie Dalfsen vastgesteld door de gemeenteraad vastgesteld. De Omgevingsvisie Dalfsen laat zien wat de gemeente belangrijk vindt voor de omgeving waarin de inwoners wonen, werken en vrije tijd doorbrengen. De Omgevingsvisie slaat een brug tussen afzonderlijke beleidsvelden. Beleidsvelden dragen gezamenlijk bij aan het uitvoeren van de visie en ambities. De visie is ook bedoeld om integraal af te wegen. Doelen en ambities helpen om prioriteiten te bepalen en bij lastige keuzes waarbij meerdere belangen een rol spelen, keuzes te maken. Het doel van de Omgevingsvisie is een toekomstbeeld richting 2040 te schetsen. De gemaakte keuzes zijn op hoofdlijnen en soms abstract. In de Omgevingsvisie worden vier ambities beschreven:
- Ambitie 1: Een toekomstbestendige, sociale en gezonde en veilige woon- en leefomgeving;
- Ambitie 2: Aantrekkelijke, leefbare kernen voor iedereen;
- Ambitie 3: Een eigentijds, aantrekkelijk en onderscheidend platteland;
- Ambitie 4: Een lokaal geworteld, vitaal en innovatief ondernemerschap dat goed aangehaakt is op de regio
De Omgevingsvisie is verder opgedeeld in vier deelgebieden welke allen hun eigen waarden, koers en gebied specifieke keuzes kennen. Het gaat om de deelgebieden Weids Platteland, Variatie rond de Vecht, Parels in het Landschap en Landelijk Lemelerveld. Concrete initiatieven kunnen aan deze gebiedsagenda's getoetst worden.
2.5.3 Beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen
In de beleidsregels Ontwikkelen met kwaliteit in het buitengebied van de gemeente Dalfsen zijn de gemeentelijke beleidsregels opgenomen voor initiatieven in het buitengebied voor Sloop voor Kansen - voorheen Rood voor rood (RvR), hergebruik van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) en de leidraad voor toepassing van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO)
Als deze beleidsregels van toepassing zijn is dit in de verschillende bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen opgenomen.
2.5.4 Landschapsontwikkelingsplan
In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is een visie op het landschap in het buitengebied van Dalfsen uitgewerkt in wensen en projecten. Het LOP is een gemeentedekkende visie op de landschappelijke ontwikkeling van zeven verschillende deelgebieden. In het LOP is per deelgebied een beschrijving van het landschap gegeven. Ook is aangegeven wat de karakteristieken van landschap in het betreffende deelgebied zijn en welke ontwikkelingen en welke kansen en bedreigingen er zijn. De gemeente kiest in het LOP voor de strategie ‘Selectief ontwikkelen’. Dit betekent dat in principe wordt ingezet op en toename van kwaliteit en het herstel van verloren gegane kwaliteiten, maar dat met name de thema's ‘recreatie’ en ‘natuur’ gebiedsgewijs worden genuanceerd.
Hoofdstuk 3 Onderzoek
3.1 Onderzoeken
Voor de beoordeling wordt gekeken naar de mate waarin belangen van de bewoners en/of eigenaren van de aangrenzende gronden door de uitwerking kunnen worden geschaad. Gekeken wordt hierbij naar de verkeerssituatie, natuur en landschap, milieutechnische aspecten en water.
De effecten van de uitvoering van het bestemmingsplan zijn in het "Bestemmingsplan buitengebied gemeente Dalfsen” al aan de orde geweest. Dit bestemmingsplan voorziet in een verandering van de bestemming van specifiek aangegeven percelen. Voor aanvullende onderdelen wordt verwezen naar het “Bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen”.
In de ruimtelijke onderbouwingen die als bijlage zijn opgenomen heeft een toetsing per onderdeel op de hierna volgende aspecten plaatsgevonden.
3.1.1 Archeologie
Begin 1992 ondertekende Nederland het Verdrag van Valletta/Malta. Daarmee heeft de zorg voor het archeologisch erfgoed een prominentere plaats gekregen in het proces van de ruimtelijke planvorming. Uitgangspunten van het verdrag zijn het vroegtijdig betrekken van archeologische belangen in de planvorming, het behoud van archeologische waarden ter plaatse en de introductie van het zogenaamde “veroorzaker principe”. Dit principe houdt in dat degene die de ingreep pleegt, financieel verantwoordelijk is voor behoudsmaatregelen of een behoorlijk onderzoek van eventueel aanwezige archeologische waarden.
Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden. Voor de bekende waarden is de beleidskaart van het Archeologisch beleidsplan gemeente Dalfsen geraadpleegd.
In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen is per ontwikkeling ingegaan op de archeologische waarden.
3.1.2 Bodemkwaliteit
Het Besluit ruimtelijke ordening schrijft voor dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de nieuwe functie of gebruik. Activiteiten in het verleden kunnen een bodemvervuiling hebben veroorzaakt. Mogelijk moet eerst deze vervuiling worden opgeruimd. De Wet Bodembescherming geeft hiervoor kaders.
In 2013 heeft de gemeente Dalfsen een bodemkwaliteitskaart gemaakt en vastgesteld. De kaart geeft aan dat de algemene bodemkwaliteit voldoende is voor alle functies en gebruik. Als op een locatie geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden, is bodemonderzoek niet nodig. Een vrijstelling voor bodemonderzoek kan worden aangevraagd. Bodemonderzoek is noodzakelijk als in het verleden bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Op basis van het bodemonderzoek wordt bepaald of bodemsanering noodzakelijk is.
In de afzonderlijke ruimtelijke onderbouwingen is per ontwikkeling ingegaan op de bodemkwaliteit.
3.1.3 Duurzaamheid
3.1.4 Externe veiligheid
3.1.5 Geluid
De Wet geluidhinder heeft als doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van deze wet moet bij ruimtelijke ontwikkelingen aandacht worden besteed aan het aspect geluid.
In de ruimtelijke onderbouwing van de verschillende ontwikkelingen is nader ingegaan op het aspect geluid.
3.1.6 Luchtkwaliteit
Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening gehouden worden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen.
Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, als:
- a. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde die behoort bij de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, of
- b. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof dan wel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of
- c. aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of
- d. het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).
Van een verslechtering van de luchtkwaliteit in betekenende mate als bedoeld onder c is sprake als zich één van de volgende ontwikkelingen voordoet:
- woningbouw: minimaal 1.500 woningen netto bij 1 ontsluitende weg of minimaal 3.000 woningen bij 2 ontsluitende wegen;
- infrastructuur: minimaal 3% concentratiebijdrage (verkeerseffecten gecorrigeerd voor minder congestie);
- kantoorlocaties: minimaal 100.000 m2 brutovloeroppervlak bij 1 ontsluitende weg, minimaal 200.000 m2 brutovloeroppervlak bij 2 ontsluitende wegen.
Het bestemmingsplan bevat volgens de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwingen geen ontwikkelingen die de luchtkwaliteit niet "in betekenende mate" zal verslechteren. Aan het bepaalde omtrent luchtkwaliteit wordt dan ook voldaan.
3.1.7 Politiekeurmerk
Het handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw bestaat uit eisen verdeeld over drie categorieën:
• woning (W-eisen);
• complex (C-eisen);
• omgeving (O-eisen).
Aan elke categorie is een eisenpakket en een certificaat verbonden.
Wat is het Politiekeurmerk Veilig Wonen bestaande bouw?
Met het Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw, weten bewoners dat ze in een veilig huis in een veilige, leefbare wijk wonen. Woningen, gebouwen of wijken die aan de eisen van het keurmerk voldoen, ontvangen afzonderlijk een certificaat. De drie certificaten bij elkaar vormen het Politiekeurmerk Veilig Wonen® bestaande bouw.
Met een paar maatregelen en afspraken regelt het keurmerk veiligheid in en rond het huis. Hiervoor is het echter wel noodzakelijk dat veel partijen samenwerken. Het keurmerk gaat namelijk niet alleen om een goed slot op de deur. Het keurmerk gaat ook om goede straatverlichting en goed onderhouden groenvoorzieningen. Hiervoor is de gemeente verantwoordelijk.
Integraal veiligheidsinstrument
Het keurmerk is een integraal veiligheidsinstrument. Dat maakt het keurmerk zo bijzonder. Het is niet slechts een ‘middel’ tegen inbraken. Het is een instrument dat ook andere vormen van criminaliteit tegengaat, zoals fietsendiefstal en vandalisme. Daarnaast zorgt het keurmerk ervoor dat iemand op tijd wordt gewaarschuwd als er brand uitbreekt. En, aanpassingen in en rond de wijk en afspraken over het beheer van de buurt, zorgen ervoor dat mensen in een veilige, leefbare buurt wonen. Een buurt waar ze zich nauwelijks zorgen hoeven maken over criminaliteit en gevaarlijke situaties. Een keurmerkwijk is meer dan een wijk waar nauwelijks ingebroken wordt. Het is een wijk waarin bewoners, woningcorporaties, politie, bedrijven en gemeente samen zorgen voor een leefbare plek.
Verschil nieuwbouw - bestaande bouw
Het Politiekeurmerk Veilig Wonen® kent twee eisenpakketten: één voor de nieuwbouw en één voor bestaande wijken. Voor deze twee aandachtsgebieden is gekozen omdat in nieuwbouwgebieden alles nog mogelijk is. De wijk bestaat alleen op papier en ingrepen in woning of omgeving zijn eenvoudig te realiseren. Bij bestaande bouw is deze aanpak lastig. De inrichting van deze wijken is langer geleden bepaald: de wijk staat al jaren. Ingrepen zijn kostbaar. Daarnaast is de zeggenschap over de verantwoordelijkheid voor woning, complex, beheer en omgeving, versnipperd. Een bewoner heeft bijvoorbeeld wel iets te zeggen over zijn huis, maar lang niet altijd over zijn omgeving. Daar gaat de gemeente meestal over. Daarom is het werk in de bestaande bouw verdeeld over drie certificaten. Dit in tegenstelling tot in de nieuwbouw.
Certificaat Veilige Woning
Individuele woningen komen in aanmerking voor het certificaat Veilige Woning. Dit kunnen eengezinswoningen zijn, maar ook woningen die deel uitmaken van een appartementengebouw of flat. Voor individuele woningen geldt dat ‘de schil’ beveiligd moet zijn. Het gaat dan om voor, zij-, achtergevel en het dak. Het gaat zowel om dichte als om bewegende delen (ramen en deuren). Het gaat om de beveiliging van alle delen die toegang verschaffen tot de woning. Maar, het gaat ook om verlichting en een rookmelder. Bewoners die in bijzondere omstandigheden verkeren - de waarde van hun inboedel is hoog - kunnen ‘bovenop’ het certificaat Veilige Woning andere beveiligingsmaatregelen treffen zoals het aanleggen van een alarminstallatie. Verzekeringsmaatschappijen kunnen hierover informatie verstrekken.
3.1.8 Water
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een watertoets verplicht bij gemeentelijke bestemmingsplannen en projectafwijkingsbesluiten. De watertoets is een proces instrument, waarbij het waterschap en de initiatiefnemer (gemeente) onderlinge afstemming zoeken.
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving
4.1 Algemeen
In dit hoofdstuk komen aan de orde de in dit plan meegenomen verleende projectafwijkingsbesluiten en de ambtshalve wijzigingen.
4.2 Opgenomen Project Afwijkingsbesluiten
4.2.1 Ankummer Es 32 en 32A
De omgevingsvergunning voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Ankummer Es 32 en 32A is op 25 april 2022 verleend en onherroepelijk geworden op 9 juni 2022; zie Bijlage 1 Projectafwijkingsbesluit Ankummer Es 32 en 32A
4.2.2 Blauwedijk 6
De omgevingsvergunning voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Blauwedijk 6 is op 6 maart 2023 verleend en onherroepelijk geworden op 20 april 2023; zie Bijlage 2 Projectafwijkingsbesluit Blauwedijk 6
4.2.3 Brinkweg 38 en 40
De omgevingsvergunning voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Brinkweg 38 en 40 is op 4 april 2022 verleend en onherroepelijk geworden op 19 mei 2022; zie Bijlage 3 Projectafwijkingsbesluit Brinkweg 38 en 40
4.2.4 De Bese 7
De omgevingsvergunning voor het realiseren van een paardenhouderij en een paardenbak van 60 x 40 m op het perceel De Bese 7 is op 16 januari 2023 verleend en onherroepelijk geworden op 2 maart 2023; zie Bijlage 4 Projectafwijkingsbesluit De Bese 7
4.2.5 De Brand 6 en 8
De omgevingsvergunning voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel De Brand 6 en 8 is op 28 maart 2022 verleend en onherroepelijk geworden op 12 mei 2022; zie Bijlage 5 Projectafwijkingsbesluit De Brand 6 en 8
4.2.6 De Weide Mars 3 en 3A
De omgevingsvergunning voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel De Weide Mars 3 en 3A is op 3 oktober 2022 verleend en onherroepelijk geworden op 17 november 2022; zie Bijlage 6 Projectafwijkingsbesluit De Weide Mars 3 en 3A
4.2.7 Hoevenweg 24 en 24A
De omgevingsvergunning voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Hoevenweg 24 en 24A is op 28 maart 2022 verleend en onherroepelijk geworden op 12 mei 2022; zie Bijlage 7 Projectafwijkingsbesluit Hoevenweg 24 en 24A
4.2.8 Hofmanssteeg 7
Omgevingsvergunning voor het vervangen van tijdelijke units voor kinderopvang voor een permanent gebouw en voor de bouw van een jongveestal is op 27 december 2022 verleend en onherroepelijk geworden op 10 februari 2022. Zie Bijlage 8 ProjectafwijkingsbesluitHofmanssteeg 7
4.2.9 Koelmansstraat 85 en 87
De omgevingsvergunning voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Koelmansstraat 85 en 87 is op 29 augustus 2022 verleend en onherroepelijk geworden op 15 december 2022, zie Bijlage 9 Projectafwijkingsbesluit Koelmansstraat 85 en 87. Op het perceel lag onterecht de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - machineverhuur'. Deze is verplaatst naar het perceel Koelmansstraat 89.
4.2.10 Vossersteeg 12 en 12A
De omgevingsvergunning voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Vossersteeg 12 en 12A is op 28 maart 2022 verleend en onherroepelijk geworden op 12 mei 2022; zie Bijlage 10 projectafwijkingsbesluit Vossersteeg 12 en 12A
4.2.11 Zwarteweg 12 en 12A
De omgevingsvergunning voor het realiseren van een extra woonbestemming op het perceel Zwarteweg 12 en 12A is op 8 november 2021 verleend en onherroepelijk geworden op 23 december 2021; zie Bijlage 11 Projectafwijkingsbesluit Zwarteweg 12 en 12A
4.3 Opgenomen Ambtshalve Wijzigingen
Blauwedijk 2
Op de verbeelding wordt het zoekgebied voor het bouwen van een werktuigenberging aangepast.
Brinkweg 12A
Op de verbeelding wordt de aanduiding 'erf zonder bebouwing" opgenomen.
Broeksweg 1
Op de verbeelding wordt het zoekgebied voor het renoveren van de bovenbouw van een jongveeschuur aangepast.
De Broekhuizen 4A
Op de verbeelding wordt het zoekgebied voor het aanleggen van sleufsilo's aangepast.
De Stouwe 19A
Op de verbeelding wordt de functieaanduiding 'Specifieke vorm van agrarisch - schuilstal' opgenomen.
Nabij De Weide Mars 2 en 2A
Een deel van het bestemmingsvlak 'Wonen' wordt aangepast naar de feitelijk situatie en krijgt een agrarische bestemming.
Emmerweg 4/4A
Op de verbeelding wordt de woonbestemming verschoven en de woningsplitsing aangepast.
Emmerweg 6/6a
Op de verbeelding wordt de woonbestemming verschoven en de woningsplitsing aangepast.
Eshofweg 1
Op de verbeelding wordt het zoekgebied voor het bouwen van een werktuigenberging aangepast.
Ganzepanweg 1
Door het verplaatsen van de erftoegang moet ook de woonbestemming verlegd worden op de verbeelding. De woonbestemming neemt niet toe.
Gebied rondom station Dalfsen
Op de verbeelding wordt de aanduiding 'openbaar vervoerstation' toegevoegd.
Haarweg 37
Op de verbeelding wordt de gebiedsaanduiding 'plattelandswoning' aan het bestemmingsvlak 'Agrarisch met waarden' toegevoegd.
Hessenweg 2 en 2A
Op de verbeelding wordt de maatvoering 'maximaal aantal woningen: 2', aan het bestemmingsvlak 'Wonen' verwijderd omdat er maar één woning aanwezig is op het perceel.
Hoenderweg 6
Op de verbeelding wordt de maatvoering; maximaal aantal woningen 2 van de verbeelding verwijderd vanwege het verplaatsen van de woonrechten van de 2e woning.
Hofmanssteeg 1A
Op de verbeelding wordt de woonbestemming verschoven en aangepast en de aanduiding 'schuur' opgenomen.
Kemminckhorstweg 8
Op de verbeelding wordt de de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - permanente bewoning' toegevoegd.
Koelmansstraat 89
Op de verbeelding wordt de de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - machineverhuur' toegevoegd.
Kreuleweg 3
Op de verbeeldingwordt het zoekgebied voor de uitbreiding van de woning voor zorg aangepast.
Kringsloot - Oost 3
Op de verbeelding wordt de woonbestemming verschoven vanwege een verleende omgevingsverunning.
Meeleweg 110
Op de verbeelding wordt de aanduiding 'erf zonder bebouwing" opgenomen.
Middeldijk 13
Op de verbeelding wordt het zoekgebied aangepast voor het bouwen van een werktuigen- stroberging.
Middeldijk 35
Omzetten van een deel van de agrarische bestemming naar een woonbestemming vanwege een verleende omgevingsvergunning.
Middeldijk 55 en 57
Op de verbeelding wordt de maatvoering: 'maximaal aantal woningen: 2' toegevoegd.
Middenweg 2A
Op de verbeeldingwordt het zoekgebied aangepast voor het bouwen van een bedrijfswoning.
Nieuwe Berkendijk 5 en 7
Op de verbeelding wordt de 2e vergunde bedrijfswoning alsnog opgenomen.
Ommerweg 4A
Op de verbeelding wordt het bouwvlak voor de realisatie van een Tiny house aangepast en de aanduiding 'erf zonder bebouwing" opgenomen .
Ommerweg 6A
Op de verbeelding wordt het zoekgebied aangepast voor het bouwen van een berging.
Oosterhulst 5
Op de verbeelding wordt de maatvoering 'maximaal aantal woningen: 2' toegevoegd en het woonvlak aangepast.
Oosterhulst 58 en 58A
Op de verbeelding wordt aan de woonbestemming de maatvoering 'maximaal aantal woningen: 2' toegevoegd.
Oude Hessenweg 2A
Op de verbeelding wordt de maatvoering: 'maximaal aantal woningen: 2' en de maatvoering 'maximum oppervlakte bijbehorende bouwwerken' toegevoegd.
Peezeweg 4
Op de verbeelding wordt de bouwaanduiding 'karakteristiek' toegevoegd aan het perceel.
Peezeweg 15, 17, 19 en 21
Op de verbeelding wordt de woonbestemming voor nummer 21 iets verschoven na een kadastrale splitsing.
Poppenallee 20
Op de verbeelding wordt de maatvoering 'maximum oppervlakte bijbehorende bouwwerken' toegevoegd.
Poppenallee 22A
Op de verbeelding wordt de maatvoering 'maximum oppervlakte bijbehorende bouwwerken' toegevoegd.
Ruitenborghweg 3A
Op de verbeelding wordt het zoekgebied aangepast voor de realisatie van een kleinschalig kampeerterrein.
Ruitenveen 26A
Op de verbeelding wordt het zoekgebied aangepast voor de uitbreiding van het hoofdgebouw.
Schoolweg 2
Op de verbeelding wordt de bedrijfsbestemming op de schuur weer toegevoegd die was weggevallen.
Schoolweg 10 - 10A
Op de verbeelding wordt de gebiedsaanduiding – 'overige zone – agrarisch bedrijf a' verwijderd.
Tolhuisweg 11
Op de verbeelding wordt het zoekgebied aangepast voor het wijzigen van een bestaande monumentale schuur als woning.
Veldweg 3
Op de verbeelding wordt de maatvoering 'maximum oppervlakte bijbehorende bouwwerken' toegevoegd.
Vilstersestraat 28
Op de verbeelding wordt het zoekgebied aangepast voor optimalisatie van de bedrijfsvoering en indeling van het perceel.
Vossersteeg 14
Op de verbeelding wordt de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - veehouderij' verwijderd.
Vossersteeg 91
Op de verbeelding wordt de aanduiding 'erf zonder bebouwing" opgenomen.
Wagteveldweg 5, 7 en 9
Op de verbeelding wordt aan de woonbestemming de maatvoering 'maximaal aantal woningen: 2' toegevoegd.
Welsummerweg 32
Op de verbeelding wordt de aanduiding 'erf zonder bebouwing" opgenomen.
Westerveldweg 7
Op de verbeelding wordt het zoekgebied aangepast om daarin de bestaande kuilvoerplaten op te nemen.
Westerveldweg ong
Op de verbeelding wordt het zoekgebied aangepast voor de bouw van een bedrijfswoning.
Zandspeur 74
Op de verbeelding wordt de maatvoering 'maximum oppervlakte bijbehorende bouwwerken' toegevoegd.
Zonering waterkering van de dijk van de Vecht
Op de verbeelding wordt de zonering van de waterkering voor de dijk rondom de Vecht toegevoegd.
4.4 Opgenomen Wijzigingsplannen En Herzieningen
In het 9e Verzamelplan zijn acht losse herzieningen, de verzamelplannen 1 tm 8 en vier wijzigingsplannen opgenomen.
4.4.1 1e tm 8e verzamelplan
In de verschillende verzamelplannen zijn diverse ontwikkelingen, op perceelsniveau, ambtelijke wijzigingen en al verleende en onherroepelijke omgevingsvergunning verwerkt. Om weer tot één bestemmingsplan te komen worden de 1e tm 8e verzamelplannen samengevoegd.
De verzamelplannen 1 tm 8 zijn onherroepelijk.
4.4.2 7e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Westerveldweg ong - Schoolweg 10
In deze herziening is het mogelijk gemaakt een nieuw pluimveebedrijf met 175.000 scharrelkippen te realiseren aan de Westerveldweg ongenummerd, kadastraal bekend als gemeente Dalfsen, sectie W nummer 83. Het betreft een extra locatie van het bedrijf van Mts. Huisman die gevestigd is aan de Veldhoeveweg 1 in Dalfsen. Op 3 oktober 2011 heeft het college hiervoor een wijziging van het bestemmingsplan vastgesteld. Dit besluit is echter vernietigd door de Raad van State (uitspraak van 27 december 2012). Daarom zijn de plannen aangepast. Er is daarom gekozen voor verplaatsing van het agrarische bouwperceel aan de Schoolweg 10/10a naar de Westerveldweg. Beide percelen zijn in deze herziening van het bestemmingsplan opgenomen.
Het bestemmingsplan is sinds 18 augustus 2016 onherroepelijk.
4.4.3 10e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Nieuwleusen Synergie
In de Omgevingsvisie Overijssel 2009 is het gebied ten westen van Nieuwleusen aangewezen als kansrijk zoekgebied voor het plaatsen van windturbines. Coöperatie Nieuwleusen Synergie had in samenwerking met Westenwind 1 B.V. het voornemen om aansluitend op de bestaande windparken Nieuwleusen-West/Tolhuislanden in het provinciaal zoekgebied een nieuw windpark te bouwen met 2 windturbines: windpark Synergie.
Met het windpark willen de initiatiefnemers bijdragen aan de nationale en provinciale doelstelling om het aandeel duurzame energie te verhogen en het versterken van de regionale economie, met als voorwaarden dat:
- de milieueffecten op de omgeving aanvaardbaar zijn, ook in samenhang met andere windparken en ontwikkelingen;
- het windpark financieel uitvoerbaar is;
- windturbines met een vermogen van circa 3 MW tot 4,5 MW worden toegepast.
Op basis van de langjarig gemiddelde windsnelheid is voor het windpark Synergie de jaarlijks gemiddelde opbrengst aan groene elektriciteit bepaald. Uitgaande van een opgesteld vermogen van circa 4,2 megawatt (MW) per windturbine levert het windpark, afhankelijk van het type turbines, naar verwachting 31,8 miljoen kilowattuur (kWh) per jaar op (na mitigatie voor slagschaduw). Hiermee kunnen zo'n 9.086 huishoudens van stroom worden voorzien. Een huishouden gebruikt gemiddeld 3.500 kWh stroom per jaar. Ter indicatie: 9.086 is ongeveer het dubbele van alle huishoudens in de kern Nieuwleusen.
Het plangebied wordt globaal omsloten door de Koedijk en de gemeentegrens tussen Dalfsen en Zwolle aan de westzijde, de Meeleweg aan de noordzijde, de noordzuid gerichte kavelgrens tussen Ebbenweg en Staphorsterweg aan de oostzijde en de Stadhoek aan de zuidzijde.
Omdat het plan voor het windturbinepark niet paste in het toen geldende bestemmingsplan, is een nieuw bestemmingsplan opgesteld: de 10e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Nieuwleusen Synergie.
Het bestemmingsplan is sinds 12 april 2018 onherroepelijk.
4.4.4 13e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Tankstation Hessenweg
Deze herziening is opgesteld voor de verplaatsing van het brandstofverkooppunt met winkel aan de Vossersteeg 99 naar de locatie aan de provinciale weg N340 ter hoogte van Hessenweg 25 te Dalfsen.
Het tankstation (met verkoop lpg) aan de Vossersteeg 99 te Dalfsen wordt gesaneerd. Aan het nieuwe tracé N340 is een bemand tankstation voorzien (zonder lpg) voor personenwagens en vrachtwagens en ook inclusief ruimte voor toekomstige motorbrandstoffen als CNG, waterstof en E-charge. Het servicepunt heeft een oppervlakte van circa 140 m2 en een hoogte van 5 meter. Het brandstofverkooppunt bevat vier afleverzuilen met zes opstelposities voor personenauto's en vrachtwagens. De pompbalies worden overdekt door een luifel met een oppervlakte van circa 250 m2 en een hoogte van 6 meter. Ook worden er circa 10 tot 15 parkeerplaatsen gerealiseerd.
Het plangebied wordt via het nieuwe tracé N340 ontsloten. Bij de afrit van de provinciale weg richting het tankstation wordt een prijzen- en identificatiezuil geplaatst met een maximale hoogte van 6 m. Het terrein wordt voorzien van lichtmasten met een hoogte van maximaal 6 meter.
Het bestemmingsplan is sinds 9 december 2021 onherroepelijk.
4.4.5 14e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Damhoeve
In deze herziening is het mogelijk gemaakt de 24-uurs zorg gecombineerd met de dagopvang die niet meer als nevenactiviteit bij het agrarisch bedrijf beschouwd kan worden te realiseren met toepassing van de Beleidsregels Ontwikkelen met Kwaliteit in het Buitengebied van de Gemeente Dalfsen en de regeling voor Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) uitbreiden met wonen voor ouderen in het buitengebied. Op het perceel Ganzepanweg 2 - 2a in Dalfsen bevindt zich een melkveehouderijbedrijf met sinds 2011 als nevenactiviteit een zorgboerderij met dagbesteding voor ouderen. Men is voornemens om de melkveehouderij activiteiten de komende jaren af te bouwen en de zorgactiviteiten onder de naam 'Zorgboerderij Damhoeve' uit te breiden.
De gemeente heeft ingestemd met het verzoek voor de uitbreiding van de zorgactiviteiten op het bedrijf in de vorm van het realiseren van zorgappartementen voor ouderen met dementie. Daarbij heeft de gemeente aangegeven dat de zorgappartementen ook toegewezen mogen worden aan cliënten met een Wlz-Vpt indicatie.
Ten westen van het agrarisch erf is op de agrarische gronden een landschapstuin aangelegd. Deze tuin is primair aangelegd voor de ouderen om in te kunnen wandelen / te genieten van de natuur. Deze ontwikkeling wordt ook in dit bestemmingsplan meegenomen.
Om de uitbreiding van de zorgactiviteiten mogelijk te maken is een wijziging van de bestemming van het perceel noodzakelijk. De 24-uurs zorg gecombineerd met de dagopvang zijn niet meer als nevenactiviteit bij het agrarisch bedrijf te beschouwen.
Het bestemmingsplan is sinds 10 maart 2022 onherroepelijk.
4.4.6 15e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Lemelerveldseweg 44
Op het perceel bevindt zich een gemengd agrarisch bedrijf bestaande uit het houden van melkvee en vleesvarkens met twee bedrijfswoningen.
De varkensschuren voldoen niet langer aan de huidige wet- en regelgeving (Besluit emissiearme huisvesting) voor het houden van vleesvarkens, waardoor deze leeg zijn komen te staan. Het voornemen bestaat om deze intensieve agrarische bedrijfsactiviteiten ter plaatse te beëindigen en de schuren te slopen. De bedrijfsgebouwen hebben geen vervolgfunctie waardoor niet langer in onderhoud van de bebouwing geïnvesteerd wordt. De wens bestaat om de melkveetak nog vijf jaar te exploiteren waarna ook deze zal worden gestaakt.
Op het perceel wordt 850 m2 aan landschap ontsierende bebouwing gesloopt. Hiermee wordt voldaan aan de minimale sloopnorm (850 m2) uit het beleid ‘Ontwikkelen met Kwaliteit in het Buitengebied van de gemeente Dalfsen, versie november 2017’. Hierdoor is de realisatie van één compensatiewoning met bijgebouw te verantwoorden. De gewenste situatie bestaat uit het behouden van de bestaande bedrijfswoning, plattelandswoning en agrarische bijgebouwen voor het melkvee en de realisatie van een compensatiewoning.
Het bestemmingsplan is sinds 3 november 2022 onherroepelijk.
4.4.7 16e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Molenhoekweg 2
Het erf Molenhoekweg 2 bestaat uit een bedrijfswoning en agrarische bedrijfsgebouwen. Het erfperceel bestaat uit een T-boerderij met dwars hierop geplaatst een grote stal en parallel hieraan een open veeschuur. De stallen zijn ingericht ten behoeve van het houden van schapen en vleesvee.
Het Landbouwtechniek bedrijf is voornamelijk actief in het verrichten van constructie werkzaamheden, ontwerpen van nieuwe machines, het onderhouden en repareren van machines en handel in landbouwmachines en tractoren. Hiermee past dit bedrijf onder de definitie van een landbouw mechanisatie en constructiebedrijf zoals opgenomen in de bijbehorende regels is dan ook als volgt: een bedrijf gericht op het vervaardigen, repareren en onderhouden van landbouwwerktuigen, stalinrichtingen en machines, waaronder tractoren en maaimachines, als servicefunctie voor de agrarische bedrijven in de omliggende regio, met de daaraan ondergeschikte, incidentele verkoop van die producten en daarbij behorende onderdelen.
Het landbouwtechniek bedrijf was gevestigd aan de Ganzepanweg 8 te Dalfsen. Op de locatie aan de Ganzepanweg werden de activiteiten in strijd met het bestemmingsplan uitgevoerd. Deze locatie bood ook geen mogelijkheden om het bedrijf verder uit te bereiden, maar zocht een geschikte locatie om het bedrijf voort te zetten en de klanten te bedienen. Deze is gevonden aan de Molenhoekweg 2. De voormalige schapenschuur zal verbouwd worden tot werkplaats. De potstal wordt op termijn ingezet om vleesvee te houden. Voor opslag van materieel is een extra werktuigenberging nodig. Deze wordt gebouwd parallel aan de open veeschuur, zodat hij in uitstraling en maat gelijkend is. Op deze manier komt de opslag onderdak en staat niks los op het erf. Dit komt ten goede van de kwaliteit op het erf. Voor het landbouw constructie en mechanisatie bedrijf vindt incidentele verkoop van landbouw producten plaats. Benadrukt wordt dat het enkel gaat om incidentele verkoop geen structurele.
Het bestemmingsplan is sinds 7 mei 2022 onherroepelijk.
4.4.8 17e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Hoevenweg 6 en 8
Deze herziening heeft betrekking op het voormalige agrarisch bedrijfsperceel aan de Hoevenweg 6 en 8 in het buitengebied van de gemeente Dalfsen. Op het voormalige agrarische bedrijfsperceel bevinden zich twee woningen (Hoevenweg 6 en 8), een hooiberg en een schuur. Initiatiefnemer is voornemens om het voormalige agrarisch bedrijfsperceel aan de Hoevenweg 6 en 8 in Dalfsen te transformeren naar een duurzaam, energieneutraal en sociaal woonerf.
Om dit te realiseren worden de ter plaatse aanwezige bestaande woningen (nr. 6 en 8) samengevoegd tot één woning. Het recht van de woning die daarmee komt te vervallen, wordt elders op het perceel teruggebouwd. Binnen de te samenvoegen woning, worden ook zes onzelfstandige appartementen gerealiseerd.
De onzelfstandige appartementen dienen een maatschappelijk doel en zijn bestemd voor de opvang van jongvolwassenen die tijdelijke woonruimte nodig hebben en die ook begeleiding behoeven.
Naast het vorenstaande behelst het voornemen het realiseren van een derde woning. Deze derde woning wordt met toepassing van het 'Sloop voor kansen' beleid van de gemeente Dalfsen mogelijk gemaakt. Op basis van het 'Sloop voor kansen' beleid, moet ten minste een oppervlak van 850 m² aan landschapsontsierende bebouwing (met asbest) worden gesloopt. In dit geval worden de sloopmeters van vier locaties elders betrokken.
Voor de locaties aan de Molenhoekweg 8a en de Welsummerweg 32 zijn separate planologische procedures doorlopen. In deze planologische procedures worden de sloopmeters ook juridisch geborgd. Om die reden behoren deze locaties niet tot de scope van deze herziening.
De slooplocaties aan de Oosterhulst 60 in Nieuwleusen en de Dwarsweg 11 in Lemelerveld behoren wel tot de scope van deze herziening. Voor deze locaties wordt de sloop van de te slopen bebouwing juridisch vastgelegd.
Deze herziening heeft kortom betrekking op drie locaties (Hoevenweg 6 en 8, Dwarsweg 11, Oosterhulst 60).
Het bestemmingsplan is onherroepelijk sinds 18 november 2022.
4.4.9 19e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Baarslagweg 2
Het plangebied aan de Baarslagweg 2 in Dalfsen ligt in het buitengebied van de gemeente Dalfsen, ten oosten van de stad Dalfsen. De agrarische bedrijfswoning met bijbehorende schuren ligt op iets meer dan 500 meter van de rivier de Vecht.
Initiatiefnemers hebben de gronden aangekocht met het voornemen de aanwezige landschapsontsierende bebouwing te slopen, om vervolgens volgens de 'Sloop voor Kansen' regeling een compensatiewoning te realiseren. Het plangebied betreft alle in eigendom zijnde gronden, de daadwerkelijke ontwikkeling beperkt zich voornamelijk tot het boerenerf
Het boerenerf wordt ontsloten middels de Baarslagweg en omsloten door agrarische gronden in het noorden, oosten en zuiden. In het westen wordt het plangebied begrensd door natuur. De omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door agrarisch gebied en natuur. Verspreid door het gebied zijn woningen gesitueerd.
Het bestemmingsplan is sinds 29 juni 2023 onherroepelijk.
4.4.10 20e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Strenkhaarsweg 14 en 14a
In deze herziening wordt de huidige woning met inwoning gesplitst in twee volwaardige woningen. Daarnaast is er een poolhouse met zwembad gebouwd buiten het bouwvlak door de eigenaren van Strenkhaarsweg 14/14A.
De splitsing van de woning is mogelijk door toepassing te geven aan de Beleidsregels "Woningsplitsing inwoonsituatie gemeente Dalfsen 2021", die op 29 maart 2021 door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Deze beleidsregels maken het namelijk mogelijk om woningen met een bestaande en legale inwoonsituatie te splitsen in twee afzonderlijke wooneenheden.
Om het poolhouse te legaliseren wordt het bestemmingsvlak wonen aangepast, via een partiële herziening van het bestemmingsplan. Vervolgens kan via een omgevingsvergunning, de bouw gelegaliseerd worden. Door de aanpassing komt 145 m² van de bestaande schuur van Strenkhaarsweg 14 buiten het bestemmingsvlak te liggen. Als compensatie voor de bouw van het poolhouse wordt de bestaande schuur gedeeltelijk gesloopt.
De contouren van het bestemmingsvlak wordt zodanig aangepast dat het poolhouse binnen deze bestemming komt te liggen. Ter plaatse van het poolhouse wordt de bestemming 'Agrarisch met waarden' gewijzigd naar 'Wonen' en de locatie van de te slopen schuur wordt gewijzigd van de bestemming 'Wonen' naar de bestemming 'Agrarisch met waarden'. Hierdoor blijft met aantal m2 met de bestemming 'Wonen' gelijk.
Het bestemmingsplan is sinds 27 juli 2023 onherroepelijk.
4.4.11 22e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Weerdhuisweg 36
Aan de Weerdhuisweg 36 in Lemelerveld, bevindt zich een perceel met een woonbestemming. De initiatiefnemer wil op deze locatie een nieuwe vrijstaande woning en een kattenpension, trimsalon en cattery realiseren. Binnen de huidige bestemming 'Wonen' met de functieaanduiding 'Kantoor' is dit niet toegestaan. Om het kattenpension hier toe te staan moet de functieaanduiding 'Specifieke vorm van bedrijf - kattenpension' toegevoegd worden.
Daarnaast bestaat de wens om op basis van het gemeentelijke 'Sloop voor kansen' beleid een extra woning realiseren.
Om een nieuwe woning van maximaal 750 m³ te realiseren op basis van de regeling 'Sloop voor kansen', moet landschap ontsierende bebouwing gesloopt worden. Daarvoor zijn aan de Molenhoekweg 8 in Dalfsen 850m² landschapontsierende bebouwing met asbest dak gesloopt.
Om het geheel mogelijk te maken wordt het bestemmingsvlak 'Wonen' aan de noordzijde uitgebreid. Deze m2 worden elders verwijderd van de bestemming waardoor het totaal aantal voor de bestemming 'Wonen' gelijk blijft.
Verder zijn burgemeester en wethouders bevoegd om de bestemming te wijzigen voor agrarische verwante bedrijven zoals een dierenpension. Hierdoor kan het kattenpension mogelijk worden gemaakt.
Het bestemmingsplan is sinds 23 november 2023 onherroepelijk.
Hoofdstuk 5 Toelichting Op De Regels
In dit hoofdstuk worden, voor zover nodig, de van het bestemmingsplan deeluitmakende regels nader toegelicht. De regels geven inhoud aan de op de digitale verbeelding aangegeven bestemmingen. Ze geven aan waarvoor opstallen al dan niet gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd mag worden.
5.1 Wijzigingen In De Regels Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen
De volgende bestemmingsregels van het bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen worden met dit bestemmingsplan gewijzigd. De overige regels van het bestemmingsplan Buitengebied en voor zover tot nu toe zijn herzien blijven van toepassing.
In artikel 1 is het begrip cultuur en ontspanning toegevoegd, ter verduidelijking van het in het bestemmingsplan opgenomen artikel hierover.
Het begrip erker is aangepast zoals deze ook is opgenomen in het bestemmingsplan voor de Kernen. Dit om het begrip eensluidend te maken voor alle bestemmingsplannen van de gemeente Dalfsen.
Het begrip 'extensieve dagrecreatie' is aangevuld met welk gebruik hier niet onder wordt verstaan.
Het begrip 'huishouden' is toegevoegd, omdat hierna wordt verwezen in het begrip woning. Door het begrip toe te voegen wordt meer duidelijkheid gegeven over welke woonvormen zijn toegestaan.
Het begrip 'kattenpension' is toegevoegd om de functieaanduiding te verduidelijken die in de tabel bij de bestemming Wonen is opgenomen.
Het begrip 'kinderdagverblijf' is verwijderd, omdat de manier van bestemmen op het perceel waar dit begrip van toepassing is, is aangepast.
Het begrip 'landbouwmechanisatie en constructiebedrijf' is toegevoegd om de functieaanduiding te verduidelijken die in de tabel bij de bestemming Agrarisch met waarden is opgenomen.
In het begrip 'maatschappelijke voorzieningen' zijn bij de uitzondering van voorzieningen padelsporten toegevoegd.
Het begrip 'opvang' is toegevoegd om de functieaanduiding te verduidelijken die in de tabel bij de bestemming Wonen is opgenomen.
Het begrip 'Wonen' is toegevoegd om nader te definiëren, anders moet aansluiting worden gezocht bij het algemeen spraakgebruik.
In de begripsbepaling 'tiny house' wordt de hoogte van tiny house veranderd van 5 naar 6 meter. Het zinsdeel "voor het perceel Ommerweg 4A" is verwijderd, omdat het inmiddels mogelijk is om via Sloop voor Kansen ook op andere percelen in het buitengebied een tiny house te realiseren.
Om de 10e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Windpark Synergie en bijbehorende regels op een juiste en duidelijke manier te verwerken in dit bestemmingsplan, zijn de volgende begrippen opgenomen: 'fundering', 'kunstwerk', 'opstelplaats', 'rotor', 'rotorblad', 'rotordiamater', 'tip', 'windturbinemast', 'windturbinepark' en 'woning in de sfeer van het windturbinepark'.
In artikel 2 Wijze van meten zijn 'De wieklengte' en 'Maximale bouwhoogte fundering' toegevoegd om de 10e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Windpark Synergie en bijbehorende regels op een juiste en duidelijke manier te verwerken in dit bestemmingsplan.
In 2.1.6 De goothoogte van een bouwwerk is lid b toegevoegd.
In artikel 3 Agrarisch onder 3.2.4 bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt het woordje 'zonder dak' toegevoegd. In lid a sub 2 wordt het woordje 'bedragen' verwijderd, omdat deze er teveel in staat.
In 3.4.1 onder l wordt het mogelijk gemaakt om onder voorwaarden een tweede bedrijfswoning te realiseren. Verder wordt lid m toegevoegd zodat het mogelijk is af te wijken van een dakhelling.
In 3.5.1 strijdig gebruik is in lid f monovergisting toegevoegd en de zinsnede 'van bedrijfseigen mest met een verwerkingscapaciteit van meer dan 80 ton per dag' verwijderd. In lid l zijn de verplichtingen voortvloeiend uit het projectafwijkingsbesluit De Bese 7 opgenomen om te verwerken in de regels van dit verzamelplan. Verder is lid p toegevoegd aan de regels die voorkomt uit de 7e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Westerveldweg ong - Schoolweg 10.
In 3.6.1 lid a is een afwijkingsmogelijkheid voor monovergisters opgenomen en de mogelijkheid voor een covergister uitgesloten.
In 3.6.3, onder k wordt in de voorwaarden de zinsnede 'of (de) zorgboerderij' opgenomen.
In 3.8.1.onder f is bij 'wijziging naar natuur' het zinsdeel 'of bos' toegevoegd.
In artikel 4 Agrarisch glastuinbouw is in 4.4.1 lid f toegevoegd zodat het mogelijk is af te wijken van een dakhelling.
In artikel 5Agrarisch met waarden in 5.1. wordt in de tabel de aanduiding 'parkeerterrein' en 'specifieke vorm van maatschappelijk - kinderopvang' opgenomen en lid j de aanduiding 'kinderdagverblijf' verwijderd.
In 5.2.1. wordt lid b en g toegevoegd aan de regels om de regels behorende bij de 14e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Damhoeve op een juiste manier op te kunnen nemen in dit verzamelplan. Verder wordt lid h toegevoegd aan de regels om de regels behorende bij de 16e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Molenhoekweg 2 op een juiste manier op te kunnen nemen in dit verzamelplan.
In 5.2.4 bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt het woordje 'zonder dak' toegevoegd. In lid a sub 2 wordt het woordje 'bedragen' verwijderd, omdat deze er teveel in staat.
In 5.4.1 onder l wordt het mogelijk gemaakt om onder voorwaarden een tweede bedrijfswoning te realiseren. Lid m wordt toegevoegd zodat het mogelijk is af te wijken van een dakhelling. Verder wordt lid n toegevoegd aan de regels om de regels behorende bij de 14e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Damhoeve op een juiste manier op te kunnen nemen in dit verzamelplan.
In 5.5.1 strijdig gebruik is in lid f monovergisting toegevoegd en de zinsnede 'van bedrijfseigen mest met een verwerkingscapaciteit van meer dan 80 ton per dag' verwijderd. Verder zijn lid o, p en q toegevoegd om de verplichtingen voortvloeiend uit 16e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Molenhoekweg 2, het projectafwijkingsbesluit Hofmanssteeg 7 en de 14e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Damhoeve te verwerken in de regels van dit verzamelplan.
In 5.6.1 lid a is een afwijkingsmogelijkheid voor monovergisters opgenomen en de mogelijkheid voor een covergister uitgesloten.
In 5.6.3, onder k wordt in de voorwaarden de zinsnede 'of zorgboerderij' opgenomen.
In 5.8.1.onder f is bij 'wijziging naar natuur' het zinsdeel 'of bos' toegevoegd.
In artikel 6 Bedrijf in 6.1. onder a is lid 2 toegevoegd om de status van de bedrijven te beschermen, zodat ze kunnen werken volgens de aan hen verleende milieuvergunning en lid h is toegevoegd om aan te geven welke risicovolle activiteiten niet zijn toegestaan. Verder is in de tabel de functieaandudiing 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' voor Hessenweg 23c toegevoegd aan de regels om de regels behorende bij de 13e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Tankstation Hessenweg te verwerken in de regels van dit verzamelplan.
In 6.2.1 lid a is sub 4 toegevoegd aan de regels om de regels van de 13e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Tankstation Hessenweg te verwerken in de regels van dit verzamelplan.
In 6.2.4 bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt het woordje 'zonder dak' toegevoegd. Verder is lid c en d toegevoegd aan de regels om de regels van de 13e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Tankstation Hessenweg te verwerken in de regels van dit verzamelplan.
In 6.5.1 lid b strijdig gebruik zijn de verplichtingen voortvloeiend uit de 13e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Tankstation Hessenweg toegevoegd om te verwerken in de regels van dit verzamelplan.
Het artikel 10 Bedrijf - Windturbinepark is toegevoegd aan de regels om de regels behorende bij de 10e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Windpark Synergie op een juiste manier op te kunnen nemen in dit bestemmingsplan. Om de omliggende gronden zo min mogelijk te beperken is gekozen voor een gedetailleerde planvorm. De fundering en masten zijn bestemd als 'Bedrijf - Windturbinepark' met een bestemmingsvlak waarbinnen voldoende ruimte is voor de benodigde fundering voor verschillende windturbinetypes. Hierdoor is er ook een (mogelijke) schuifmarge van maximaal 3,5 meter naar alle zijden opgenomen.
Om te voorkomen dat de (schuif)ruimten waar geen windturbines gerealiseerd worden, niet meer ten behoeve van de onderliggende bestemming 'Agrarisch' gebruikt kunnen worden is tevens agrarisch gebruik toegestaan.
Bijbehorende voorzieningen
Naast windturbines, worden binnen de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark', ook bij het windturbinepark behorende voorzieningen mogelijk gemaakt. Denk daarbij aan kabels en leidingen (parkbekabeling), toegangs- en onderhoudswegen en kraanopstelplaatsen voor het opbouwen, onderhouden en demonteren van windturbines. Ook de zogenoemde 'inkoopstations' voor het leveren van de opgewekte energie aan het landelijke hoogspanningsnetwerk, worden hiermee bedoeld. Er mag voor het windturbinepark maximaal één inkoopstation worden gebouwd.
Voorzieningen ten behoeve van het windpark, alsmede kabels en leidingen en waterberging, ten behoeve van de aanleg van het windturbinepark, zijn tevens binnen de bestemming 'Bedrijf - Windturbinepark' toegestaan. De voorzieningen bestaan uit alle type bouwwerken die niet als gebouw beschouwd kunnen worden. Gedacht moet worden aan bijvoorbeeld opslagplaatsen, voorzieningen ten behoeve van bouwinstallaties, nuts- en verkeersvoorzieningen.
In artikel 17Maatschappelijk wordt lid i toegevoegd zodat het mogelijk wordt om vanuit de (bedrijfs)woning bed en breakfast aan te bieden.
In 17.3.1 is lid d sub 2 aangepast door de tekst 'Structuurvisie' te verwijderen en daarvoor wordt 'Omgevingsvisie gemeente Dalfsen' toegevoegd.
In artikel 21 Recreatie - Recreatiewoning in 20.1 is lid e opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding 'permanente bewoning' ook bij recht een theetuin gestart mag worden.
In artikel 24Sport is in 24.4 specifieke gebruiksregels - strijdig gebruik opgenomen voor de aanleg van padelbanen en het (laten) uitoefenen van de sport padel.
In artikel 26Verkeer - Railverkeer is in 26.1 lid d opgenomen zodat zodat een horecabedrijf aanwezig mag zijn binnen de bestemming.
In artikel 28Wonen is in 28.1 lid f verwijderd omdat deze ook al in de tabel was opgenomen en een aanvulling over de opslagmogelijkheden is toegevoegd in de tabel.
Daarnaast wordt lid h verwijderd, want dit is niet de plek waar de functie 'erf zonder bebouwing' geregeld moet worden. Dat staat in 28.2.1, lid i, 28.2.2 lid o en 28.2.3 lid c. Aan deze laatste tweedrie leden is toevoegd: Deze gronden dienen niet te worden beschouwd als achtererfgebied zoals bepaald in het besluit bouwwerken leefomgeving.
In 28.1 zijn de functieaanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kattenpension' en 'specifieke vorm van wonen - opvang' toegevoegd aan de tabel. Deze komen voort uit respectievelijk de 17e en 22e herziening bestemmingsplan Buitengebied en verwerkt worden in dit verzamelplan.
In de tabel is de zinsnede 'ter plaatse van de aanduiding' verwijderd omdat deze hier niet thuishoort. Daarnaast is de zin dat er per bestemmingvlak één woning gerealiseerd mag worden verwijderd, omdat deze al in de bouwregels is opgenomen.
In 28.2.1 bij lid b is sub 4 is toegevoegd aan de regels om de regels behorende bij de 14e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Damhoeve op een juiste manier op te kunnen nemen in dit bestemmingsplan. En in lid d zijn nieuwe regels toegevoegd over aaneengebouwde woningen. Dit heeft te maken met het splitsen van woningen binnen de bestaande schil. Deze regels zijn bedoeld om te voorkomen dat gesplitste woningen kunnen worden uitgebreid. Maar ook om te voorkomen dat er twee zelfstandige woningen worden gebouwd. Lid h is toegevoegd aan de regels om de regels behorende bij de 19e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Baarslagweg 2.
Daarnaast is in lid j aangegeven wat niet als achtererfgebied moet worden beschouwd. Als laatste is lid p toegevoegd aan de regels om de regels behorende bij de 22e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Weerdhuisweg 36 op een juiste manier op te kunnen nemen in dit bestemmingsplan.
In 28.2.2 is onder a lid 4 en 5 toegevoegd, om de bijbehorende bouwwerken bij gesplitste woningen te regelen.
Bij een woonbestemming is het mogelijk hobbymatig paarden te houden. De mest afkomstig van de paarden moet men tijdelijk op kunnen slaan. Daarom is in 28.2.3 lid e toegevoegd zodat er binnen de woonbestemming een bouwwerk voor de opslag van mest gerealiseerd kan worden.
In 28.4.1 lid b wordt het woordje 'tot' verwijderd en vervangen door 'met'.
In 28.5.1 is lid b toegevoegd waardoor het opslaan van meer dan 10 m3 dierlijke mest in strijd is met het bestemmingsplan, waardoor het voldoet aan de milieuregels. Verder zijn enkele adressen toegevoegd vanwege het behoud van de karakteristiek van de bebouwing. In lid n zijn alle voorwaardelijke verplichtingen voortkomend uit de 15e herziening bestemmingsplan buitengebied, Lemelerveldseweg 44 opgenomen.
Lid 28.6 is toegevoegd aan de regels om de regels behorende bij de 20e herziening bestemmingsplan Buitengebied, Strenkhaarsweg 14 en 14A op een juiste manier op te kunnen nemen in dit bestemmingsplan.
Het artikel 29 Wonen - kleine woning is toegevoegd aan de regels om een omgevingsvergunning te kunnen verlenen voor de realisatie van een kleine woning.
Het artikel 30 Wonen - Tiny house is aan de regels toegevoegd om een omgevingsvergunning te kunnen verlenen voor de realisatie van een tiny house.
In artikel 32Leiding - Hoogspanningsverbinding is in 31.4.1 lid g toegevoegd zodat diepwortelende beplanting wordt tegengegaan. Dit vanwege de veiligheid en bescherming van de ondergrondse leidingen.
In de artikelen 34, 35, 36, 37, 38, 39, 41 en 42 zijn in de bouwregels twee subleden samengevoegd, omdat bij bouwwerken zowel de oppervlakte als ook de diepte van belang is om te kunnen bepalen of een archeologisch onderzoek nodig is.
Het lid 48.15 Vrijwaringszone - dijk is toegevoegd aan de regels ter bescherming van de werking van de dijk.
Het lid 48.18Vrijwaringszone - windturbine is een specifieke regeling die is opgenomen voor de overdraai van de wieken van de windturbine. Hiermee wordt te kennen gegeven dat naast de geldende bestemming, het overdraaien van rotoren van windturbines ook mogelijk is. Binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - windturbine' wordt gangbaar de vestiging van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten ook uitgesloten. Omdat deze op basis van de onderliggende bestemming ter plaatse niet mogelijk zijn is hier ook geen aparte regeling voor opgenomen.
De opstelplaatsen zijn hoofdzakelijk mogelijk binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - windturbine' (maximaal 1 opstelplaats per windturbine), als ook een inkoopstation (maximaal één). In aanvulling op de overdraai en opstelplaatsen zijn ook aanvullende bouw- en aanlegmogelijkheden ten behoeve van het windpark geboden (zoals parkbekabeling, tijdelijke voorzieningen en toegangs- en onderhoudswegen). Dit is gedaan om extra flexibiliteit te bieden voor het kunnen bouwen van bij het windpark behorende voorzieningen. Voor de aanleg van parkbekabeling is overigens verder geen specifieke bestemming of aanduiding opgenomen omdat deze niet apart ruimtelijk geregeld hoeven te worden
Ter plaatse van de aanduiding vervatin lid 48.19 Overige zone - woning in de sfeer van het windturbinepark zijn woningen behorende tot de sfeer van de inrichting aangegeven binnen het plaatsingsgebied. Dit zijn beheerderswoningen bij het windpark, woningen van initiatiefnemers en grondeigenaren. Dit zijn woningen die vanuit geluid en slagschaduw niet als woningen van derden beoordeeld zijn.
Lid 48.20 Overige zone - wijziging ambtshalve is toegevoegd om aan te geven waar eenambtshalve wijziging op een (deel) van het perceel wijzigd is ten opzichte van het moederplan bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen en voor zover sindsdien herzien.
In artikel 50 onder 50.1.1 is lid m toegevoegd voor het realiseren van een paardenbak.
In 50.1.4 onder a is het woordje 'volgende' verwijderd en onder b zijn afwijkingsmogelijkheden van de voorwaarden voor realisatie van een paardenbak opgenomen.
In artikel 56 onder 56.2.1 is de tekst 'en laten gebruiken' toegevoegd. Dit komt voort uit jurisprudentie waarbij strijdig gebruik door zowel de eigenaar als derden uitgesloten kan worden.
In de bijlagen bij de regels zijn een aantal erfinrichtingsplannen gewijzigd, dit betreft de adressen Welsummerweg 16 (in 8e verzamelplan was een deel van de erfinrichting niet bijgevoegd), Peezeweg 17,19 en 21 (door kadastrale splitsing moest de woonbestemming en zodoende ook de erfinrchting aangepast worden), Welsummerweg 26 (erfinrichting is op detailniveau aangepast), Ganzepanweg 1 (door wijziging erftoegang) en Hessenweg 47 (realisatie schuren op andere plek).
Daarnaast zijn de erfinrichtingsplannen uit de opgenomen herzieningen en wijzigingsplannen toegevoegd aan de regels.
In de bijlagen is de lijst met objectgebonden aangevuld met het adres Kemminckhorstweg 8.
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
De ambtshalve wijzigingen zijn geen nieuwe ontwikkelingen maar het vastleggen van de huidige situatie of verbeteren van onjuistheden in de regels. Deze zijn daarom ook economisch uitvoerbaar.
Hoofdstuk 7 Inspraak En Overleg
Deze zogenaamde maatschappelijke uitvoerbaarheid heeft als doel om aan te tonen dat het bestemmingsplan maatschappelijk draagvlak heeft. Er heeft geen voorontwerp van het bestemmingsplan voor inspraak ter inzage gelegen.
7.1 Overleg
In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro wordt een concept aan de daartoe aangewezen instanties digitaal toegezonden of is op een andere manier voorzien in het vooroverleg. Hierna is dit aangegeven en is indien nodig de reactie hierop van de gemeente aangegeven.
7.1.1 Provincie Overijssel
Dit verzamelplan betreft alleen ambtelijke wijzigingen en is er geen sprake van nieuwe ruimtelijke initiatieven/ontwikkelingen in het buitengebied die moeten passen binnen de geldende gebiedskenmerken. Omdat het verzamelplan geen extra woningbouw, recreatiewoningen of agrarische bebouwing betreft is volgens de uitzonderingenlijst vooroverleg ruimtelijke initiatieven 2023 geen vooroverleg nodig.
Hoofdstuk 8 Zienswijzen En Kennisgeving
Het ontwerpbestemmingsplan wordt zes weken ter inzage gelegd van datum tot en met datum. Ook wordt een kennisgeving gezonden aan de daartoe aangewezen instanties.
Bijlage 1 Ruimtelijk Kwaliteitsplan En Erfinrichtingsplan Fase 1 Lemelerveldseweg 44
Bijlage 1 Ruimtelijk kwaliteitsplan en erfinrichtingsplan fase 1 Lemelerveldseweg 44
Bijlage 2 Ruimtelijk Kwaliteitsplan En Erfinrichtingsplan Fase 2 Lemelerveldseweg 44
Bijlage 2 Ruimtelijk kwaliteitsplan en erfinrichtingsplan fase 2 Lemelerveldseweg 44
Bijlage 3 Sloop Opgave Fase 2 Lemelerveldseweg 44
Bijlage 3 Sloop opgave fase 2 Lemelerveldseweg 44
Bijlage 4 Nader Onderzoek En Plan Van Aanpak Bodemsanering Lemelerveldseweg 44
Bijlage 4 Nader onderzoek en plan van aanpak bodemsanering Lemelerveldseweg 44
Bijlage 5 Erfinrichtingsplan Hofmanssteeg 7
Bijlage 5 Erfinrichtingsplan Hofmanssteeg 7
Bijlage 6 Sloop Opgave Strenkhaarsweg 14 En 14a
Bijlage 6 Sloop opgave Strenkhaarsweg 14 en 14A
Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Weerdhuisweg 36
Bijlage 7 Erfinrichtingsplan Weerdhuisweg 36
Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Westeinde 208
Bijlage 8 Erfinrichtingsplan Westeinde 208
Bijlage 9 Intichtingsplan Kampendwarsweg 1
Bijlage 9 Intichtingsplan Kampendwarsweg 1
Bijlage 10 Erfinrichtingsplan Hoevenweg 6 En 8
Bijlage 10 Erfinrichtingsplan Hoevenweg 6 en 8
Bijlage 11 Erfinrichtingplan Dwarsweg 11
Bijlage 11 Erfinrichtingplan Dwarsweg 11
Bijlage 12 Erfinrichtingsplan Oosterhulst 60
Bijlage 12 Erfinrichtingsplan Oosterhulst 60
Bijlage 13 Landschappelijke Inpassing Baarslagweg 2
Bijlage 13 Landschappelijke inpassing Baarslagweg 2
Bijlage 14 Inrichtingsplan Molenhoekweg 2
Bijlage 14 Inrichtingsplan Molenhoekweg 2
Bijlage 15 Erfinrichtingsplan Hessenweg (Tankstation)
Bijlage 15 Erfinrichtingsplan Hessenweg (tankstation)
Bijlage 16 Erfinrichtingsplan De Bese 7
Bijlage 16 Erfinrichtingsplan De Bese 7
Bijlage 17 Erfinrichtingsplan Peezeweg 4
Bijlage 17 Erfinrichtingsplan Peezeweg 4
Bijlage 18 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 32
Bijlage 18 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 32
Bijlage 19 Erfinrichtingsplan Koepelallee 5 En 5a
Bijlage 19 Erfinrichtingsplan Koepelallee 5 en 5A
Bijlage 20 Erfinrichtingsplan Vlierhoekweg 9
Bijlage 20 Erfinrichtingsplan Vlierhoekweg 9
Bijlage 21 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 49
Bijlage 21 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 49
Bijlage 22 Erfinrichtingsplan Poppenallee 24
Bijlage 22 Erfinrichtingsplan Poppenallee 24
Bijlage 23 Erfinrichtingsplan Westerveldweg 9
Bijlage 23 Erfinrichtingsplan Westerveldweg 9
Bijlage 24 Erfinrichtingsplan Oosterkampen 3
Bijlage 24 Erfinrichtingsplan Oosterkampen 3
Bijlage 25 Erfinrichtingsplan Ommerweg 4a
Bijlage 25 Erfinrichtingsplan Ommerweg 4A
Bijlage 26 Erfinrichtingsplan Brinkweg 12a
Bijlage 26 Erfinrichtingsplan Brinkweg 12A
Bijlage 27 Erfinrichtingsplan Stadhoek 2
Bijlage 27 Erfinrichtingsplan Stadhoek 2
Bijlage 28 Erfinrichtingsplan Peezeweg 2
Bijlage 28 Erfinrichtingsplan Peezeweg 2
Bijlage 29 Erfinrichtingsplan Zandspeur 91
Bijlage 29 Erfinrichtingsplan Zandspeur 91
Bijlage 30 Erfinrichtingsplan Zwarteweg 5
Bijlage 30 Erfinrichtingsplan Zwarteweg 5
Bijlage 31 Erfinrichtingsplan Vilstersedijk 25
Bijlage 31 Erfinrichtingsplan Vilstersedijk 25
Bijlage 32 Erfinrichtingsplan Molenhoekweg 8 En 8a
Bijlage 32 Erfinrichtingsplan Molenhoekweg 8 en 8A
Bijlage 33 Erfinrichtingsplan De Stokte 9
Bijlage 33 Erfinrichtingsplan de Stokte 9
Bijlage 34 Erfinrichtingsplan Hessenweg 18 En 18b
Bijlage 34 Erfinrichtingsplan Hessenweg 18 en 18B
Bijlage 35 Erfinrichtingsplan Weth.bijkersweg 1
Bijlage 35 Erfinrichtingsplan Weth.Bijkersweg 1
Bijlage 36 Erfinrichtingsplan Zennepweg 19 En 19a
Bijlage 36 Erfinrichtingsplan Zennepweg 19 en 19A
Bijlage 37 Erfinrichtingsplan Tolhuisweg 7
Bijlage 37 Erfinrichtingsplan Tolhuisweg 7
Bijlage 38 Beeldkwaliteitsplan Leemculehof
Bijlage 38 Beeldkwaliteitsplan Leemculehof
Bijlage 39 Erfinrichtingsplan Leemculeweg 3
Bijlage 39 Erfinrichtingsplan Leemculeweg 3
Bijlage 40 Landschaps- En Erfinrichtingsplan Leemculehof
Bijlage 40 Landschaps- en erfinrichtingsplan Leemculehof
Bijlage 41 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 16
Bijlage 41 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 16
Bijlage 42 Landschaps- En Verkavelingsplan Dommelerdijk 36a
Bijlage 42 Landschaps- en verkavelingsplan Dommelerdijk 36A
Bijlage 43 Erfinrichtingsplan Schoolweg 2
Bijlage 43 Erfinrichtingsplan Schoolweg 2
Bijlage 44 Erfinrichtingsplan De Brandt 1, 3 En 5
Bijlage 44 Erfinrichtingsplan De Brandt 1, 3 en 5
Bijlage 45 Erfinrichtingsplan Peezeweg 15 En 17 En 19
Bijlage 45 Erfinrichtingsplan Peezeweg 15 en 17 en 19
Bijlage 46 Erfinrichtingsplan Markeweg 14
Bijlage 46 Erfinrichtingsplan Markeweg 14
Bijlage 47 Erfinrichtingsplan Oosterhulst 43-45
Bijlage 47 Erfinrichtingsplan Oosterhulst 43-45
Bijlage 48 Erfinrichtings- En Beeldkwaliteitsplan Welsummerweg 26
Bijlage 48 Erfinrichtings- en beeldkwaliteitsplan Welsummerweg 26
Bijlage 49 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 12b
Bijlage 49 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 12B
Bijlage 50 Beeldkwaliteitsplan Vossersteeg 12b
Bijlage 50 Beeldkwaliteitsplan Vossersteeg 12B
Bijlage 51 Erfinrichtingsplan Hessenweg 64
Bijlage 51 Erfinrichtingsplan Hessenweg 64
Bijlage 52 Erfinrichtingsplan Hessenweg 95
Bijlage 52 Erfinrichtingsplan Hessenweg 95
Bijlage 53 Erfinrichtingsplan Zwarteweg 7
Bijlage 53 Erfinrichtingsplan Zwarteweg 7
Bijlage 54 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 89-91
Bijlage 54 Erfinrichtingsplan Vossersteeg 89-91
Bijlage 55 Beeldkwaliteitsplan Vossersteeg 89-91
Bijlage 55 Beeldkwaliteitsplan Vossersteeg 89-91
Bijlage 56 Erfinrichtingsplan Den Hulst 7
Bijlage 56 Erfinrichtingsplan Den Hulst 7
Bijlage 57 Erfinrichtingsplan Zwartjeslandweg 2
Bijlage 57 Erfinrichtingsplan Zwartjeslandweg 2
Bijlage 58 Erfinrichtingsplan Tolhuisweg 8
Bijlage 58 Erfinrichtingsplan Tolhuisweg 8
Bijlage 59 Erfinrichtingsplan Middeldijk 49
Bijlage 59 Erfinrichtingsplan Middeldijk 49
Bijlage 60 Erfinrichtingsplan Brouwersweg 1
Bijlage 60 Erfinrichtingsplan Brouwersweg 1
Bijlage 61 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 1
Bijlage 61 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 1
Bijlage 62 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 34 En 36
Bijlage 62 Erfinrichtingsplan Welsummerweg 34 en 36
Bijlage 63 Erfinrichtingsplan Meeleweg 47 En 49
Bijlage 63 Erfinrichtingsplan Meeleweg 47 en 49
Bijlage 64 Erfinrichtingsplan Middeldijk 21
Bijlage 64 Erfinrichtingsplan Middeldijk 21
Bijlage 65 Erfinrichtingsplan Westeinde 86
Bijlage 65 Erfinrichtingsplan Westeinde 86
Bijlage 66 Rood Voor Rood Plan Middeldijk 21 En Westeinde 86
Bijlage 66 Rood voor rood plan Middeldijk 21 en Westeinde 86
Bijlage 67 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 3
Bijlage 67 Erfinrichtingsplan Knuvendijk 3
Bijlage 68 Herinrichtingsplan Staphorsterweg 12
Bijlage 68 Herinrichtingsplan Staphorsterweg 12
Bijlage 69 Erfinrichtingsplan Westeinde 37
Bijlage 69 Erfinrichtingsplan Westeinde 37
Bijlage 70 Erfinrichtingsplan Schoolweg 9a
Bijlage 70 Erfinrichtingsplan Schoolweg 9A
Bijlage 71 Erfinrichtingsplan Grensweg 1 - 3
Bijlage 71 Erfinrichtingsplan Grensweg 1 - 3
Bijlage 72 Erfinrichtingsplan Brinkweg 1a
Bijlage 72 Erfinrichtingsplan Brinkweg 1A
Bijlage 73 Erfinrichtingsplan Poppenallee 7
Bijlage 73 Erfinrichtingsplan Poppenallee 7
Bijlage 74 Erfinrichtingsplan Brouwersweg 10
Bijlage 74 Erfinrichtingsplan Brouwersweg 10
Bijlage 75 Erfinrichtingsplan Stadhoek 4
Bijlage 75 Erfinrichtingsplan Stadhoek 4
Bijlage 76 Landschappelijke Inpassing Statumweg 4 - 4a
Bijlage 76 Landschappelijke inpassing Statumweg 4 - 4A
Bijlage 77 Erfinrichtingsplan Dommelerdijk 20/20a
Bijlage 77 Erfinrichtingsplan Dommelerdijk 20/20A
Bijlage 78 Erfinrichtingsplan Westeinde 142
Bijlage 78 Erfinrichtingsplan Westeinde 142
Bijlage 79 Erfinrichtingsplan Leemculeweg 9
Bijlage 79 Erfinrichtingsplan Leemculeweg 9
Bijlage 80 Erfinrichtingsplan Leusener Es 2
Bijlage 80 Erfinrichtingsplan Leusener Es 2
Bijlage 81 Erfinrichtingsplan Marshoekersteeg 14/14a
Bijlage 81 Erfinrichtingsplan Marshoekersteeg 14/14A
Bijlage 82 Erfinrichtingsplan Vennebergweg 6
Bijlage 82 Erfinrichtingsplan Vennebergweg 6
Bijlage 83 Erfinrichtingsplan Kringsloot West 12
Bijlage 83 Erfinrichtingsplan Kringsloot West 12
Bijlage 84 Erfinrichtingsplan Westeinde 144/146
Bijlage 84 Erfinrichtingsplan Westeinde 144/146
Bijlage 85 Erfinrichtingsplan Ruitenveen 4/4a En Jagtlusterallee 1
Bijlage 85 Erfinrichtingsplan Ruitenveen 4/4A en Jagtlusterallee 1
Bijlage 86 Erfinrichtingsplan Hessenweg 70
Bijlage 86 Erfinrichtingsplan Hessenweg 70
Bijlage 87 Erfinrichtingsplan Koelmansstraat 62
Bijlage 87 Erfinrichtingsplan Koelmansstraat 62