KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
Artikel 4 Recreatie - Evenemententerrein
Artikel 5 Tuin
Artikel 6 Verkeer
Artikel 7 Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 8 Anti-dubbeltelregel
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 11 Algemene Procedureregels
Artikel 12 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
Artikel 14 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Algemeen
1.2 Plangebied En Plannaam
1.3 De Bij Het Plan Behorende Stukken
1.4 Voorheen Geldende Bestemmingsplan
Hoofdstuk 2 Beleid
2.1 Europees- En Rijksbeleid
2.2 Provinciaal Beleid
2.3 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 3 Onderzoek
3.1 Beschrijving Van De Huidige Situatie
3.2 Onderzoeken
Hoofdstuk 4 Planbeschrijving
4.1 Voortzetting Landschapsstructuur
4.2 Stedenbouwkundige Opzet
4.3 Beeldkwaliteit
Hoofdstuk 5 Toelichting Op De Regels
5.1 Inleiding
5.2 Opzet Van De Regels
5.3 Verantwoording Van De Regels
Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 7 Inspraak En Overleg
7.1 Inspraak
7.2 Overleg
Hoofdstuk 8 Zienswijzen En Kennisgeving
Bijlage 1 Parkeernormen
Bijlage 1 Archeologie Oudleusen Muldersweg Bureauonderzoek En Inventariserend Veldonderzoek (Ivo; Verkennende Fase)
Bijlage 2 Archeologie Oudleusen Muldersweg Inventariserend Veldonderzoek (Ivo; Karterende Fase)
Bijlage 3 Archeologie Oudleusen Muldersweg Inventariserend Veldonderzoek (Ivo; Waarderende Fase)
Bijlage 4 Verkennend Bodemonderzoek Muldersweg Te Oudleusen
Bijlage 5 Quickscan Flora En Fauna Muldersweg Oudleusen
Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai Bestemmingsplan Muldersweg Te Oudleusen
Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek Evenemententerrein Oudleusen
Bijlage 8 Geurrapport Woonuitbreiding Muldersweg D.d. 4 December 2014, Kenmerk 1077-1401-003
Bijlage 9 Geurbelasting Veehouderijen Te Realiseren Woonwijk Oudleusen D.d. 9 September 2014, Rapportnummer Bl2014.7242.01-v03
Bijlage 10 Gebiedsvisie Oudleusen D.d. 4 December 2014, Kenmerk 1077-1401-001
Bijlage 11 Watertoets Muldersweg Oudleusen
Bijlage 12 Aanpassing Waterhuishouding Uitbreidingsplan Oudleusen Rapport Aveco De Bondt D.d. 15 December 2015
Bijlage 13 Uitwerking Peilenplan Aveco De Bondt D.d. 15 December 2015
Bijlage 14 Beeldkwaliteitsplan Bestemmingsplan Muldersweg
Bijlage 15 Rapport Atrivé Toepassing Ladder Duurzame Verstedelijking Bestemmingsplan Muldersweg

Bestemmingsplan Muldersweg

Bestemmingsplan - Gemeente Dalfsen

Vastgesteld op 30-05-2016 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Muldersweg' met identificatienummer NL.IMRO.0148.OMuldersweg-vs01 van de gemeente Dalfsen.

1.2 bestemmingsplan:

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding:

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens:

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 aanhuisverbonden beroep:

Het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, maatschappelijk, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of een daarmee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en/of daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend. Voorbeelden zijn: arts, tandarts, fysiotherapeut, advocaat, architect, notaris, accountant, makelaar, verzekeringsagent of geestelijk verzorger. Onder een aanhuisverbonden beroep wordt tevens gerekend een internetwinkel/webshop.

1.6 afwijken:

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van bij het plan aangegeven regels zoals bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening.

1.7 bebouwing:

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bestaand:

Bestaand en legaal aanwezig of vergund op de dag van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan;

1.9 bestemmingsgrens:

De grens van een bestemmingsvlak.

1.10 bestemmingsvlak:

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.11 bijbehorend bouwwerk:

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.12 bouwen:

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.13 bouwgrens:

De grens van een bouwvlak.

1.14 bouwlaag:

Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.15 bouwperceel:

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.16 bouwperceelgrens:

Een grens van een bouwperceel.

1.17 bouwvlak:

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.18 bouwwerk:

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.19 carport:

Een bijbehorend bouwwerk, dat plat is afgedekt en voorzien van maximaal 2 wanden, maximaal 30 m² aan bebouwde oppervlakte, met een maximale hoogte van 4 meter, tenzij dit anders in de bestemmingsregels is vastgelegd.

1.20 dak:

Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.21 eerste bouwlaag:

De bouwlaag op de begane grond.

1.22 eerste verdieping:

De tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen.

1.23 erker:

Een plat afgedekte uitbouw aan de gevel van een woning.

1.24 evenement:

elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak.

1.25 gebouw:

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.26 halfvrijstaande woning:

Twee-aaneengebouwde woningen niet zijnde gestapeld.

1.27 hoofdgebouw:

Een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.

1.28 internetwinkel/webshop:

een met een aanhuisverbonden beroep te vergelijken activiteit waarbij sprake is van een online etalage waarbij diensten en producten kunnen worden aangeschaft via het internet. Er is daarbij geen sprake van een of meerdere van de volgende zaken: de opslag van goederen, het afhalen van goederen, verkoop aan huis, een showroom aan huis of reclameuitingen.

1.29 maaiveld:

De gemiddelde hoogte van het bestaande terrein grenzende aan de gevels.

1.30 nadere eis:

Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.

1.31 nutsvoorziening:

een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water-, en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten. Onder nutsvoorziening worden ook begrepen bouwwerken ten behoeve van koude- en warmteopslag, het opladen van accu's van voertuigen met een elektromotor en containers voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

1.32 omgevingsvergunning:

Vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.33 overig bouwwerk:

Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.34 peil:

  1. 1. de kruin van de dichtstbij gelegen weg, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, geheel of gedeeltelijk is gelegen op een afstand van 10 m of minder van die weg;
  2. 2. de gemiddelde hoogte van het aan het bouwwerk aansluitende maaiveld vóór het bouwrijp maken, indien de (voor)gevel van het gebouw of het bouwwerk, geen gebouw zijnde, is gelegen op een afstand van meer dan 10 m van de dichtstbij gelegen weg;
  3. 3. indien het bepaalde onder 1 of 2 niet voldoende concreet is te bepalen, het door of namens burgemeester en wethouders aan te geven peil.

1.35 prostitutie:

Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding.

1.36 seksinrichting:

De voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.37 standplaats:

het te koop aanbieden van goederen, danwel het aanbieden van diensten, vanaf een zelfde plaats, al dan niet gebruikmakend van fysieke hulpmiddelen als een kraam of een aanhangwagen, in de openbare ruimte.

1.38 voorgevel:

De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.

1.39 vrijstaande woning:

Een op zichzelf staande woning

1.40 woning:

Een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.41 woonhuis:

Een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd en niet gestapeld, dat slechts één woning omvat.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 Gebouwen en bouwwerken

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschaften, airco kasten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van buitenwerkse maten, bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

2.3 Maatvoering

Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:

  1. a. voor lengten in meters (m);
  2. b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
  3. c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
  4. d. voor verhoudingen in procenten (%);
  5. e. voor hoeken/hellingen in graden (º).

2.4 Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de aangegeven lijn.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen, paden, speelvoorzieningen, parkeerstroken en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  2. b. nutsvoorzieningen;
  3. c. evenement;

met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en verhardingen.

3.2 Bouwregels

Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen alleen bouwwerken, geen gebouw zijnde, voor de bestemming worden gebouwd.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:

  1. a. de verkeersveiligheid;
  2. b. de sociale veiligheid.

Artikel 4 Recreatie - Evenemententerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Evenemententerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. het houden van maximaal 12 evenementen (exclusief op- en afbouwdagen) per kalenderjaar:

-maximaal 1.500 bezoekers per dag;

-per evenement dienen voldoende parkeervoorzieningen aanwezig te zijn;

-de omgeving van het evenement mag geen onevenredig geluidsoverlast ondervinden van het evenement;

b. een natuurijsbaan;

c. het uitoefenen van sportactiviteiten, met uitzondering van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren;

d. speel- en spelvoorzieningen;

e. nutsvoorzieningen;

met een daarbijbehorend gebouw en daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, paden, parkeer-, waterhuishoudkundige- en groenvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op de voor 'Recreatie - Evenemententerrein' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. 4.2.2 onder b en toestaan dat de bouwhoogte van lichtmasten wordt verhoogd tot 20 m;
  2. b. 4.2.2 onder c en toestaan dat de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde zonder dak wordt verhoogd tot 6 m.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Artikel 5 Tuin

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuin behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen;
  2. b. nutsvoorzieningen;

met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, erven en parkeervoorzieningen.

5.2 Bouwregels

Op de voor 'Tuin' bestemde gronden mogen alleen bouwwerken, geen gebouw zijnde, voor de bestemming worden gebouwd.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing voor:

  1. a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. een goede milieusituatie;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  4. d. de verkeersveiligheid;
  5. e. de sociale veiligheid.

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten en paden;
  2. b. voet- en rijwielpaden;
  3. c. parkeervoorzieningen;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. geluidwerende voorzieningen;
  6. f. evenement;
  7. g. standplaats;
  8. h. nutsvoorzieningen.

waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer, met daarbijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, water, waterhuishoudkundige voorzieningen en groenvoorzieningen .

6.2 Bouwregels

Op de tot 'Verkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, voor:

  1. a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  2. b. een goede milieusituatie;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  4. d. de verkeersveiligheid;
  5. e. de groenstructuur;
  6. f. de sociale veiligheid.

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep;
  2. b. de waterhuishouding;
  3. c. nutsvoorzieningen;

met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

7.2 Bouwregels

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  1. a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, ondermeer zoals beschreven in het Beeldkwaliteitsplan bestemmingsplan Muldersweg;
  2. b. een goede woonsituatie;
  3. c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  4. d. de verkeersveiligheid;
  5. e. de sociale veiligheid.

7.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. 7.2.1 onder f en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' de goothoogte van een hoofdgebouw wordt verhoogd met maximaal 2 m;
  2. b. 7.2.1 onder g ten behoeve van een verhoging of verlaging van de dakhelling, danwel de toepassing van een platte dakafdekking;

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 8 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 9 Algemene Gebruiksregels

9.1 Strijdig gebruik

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming.

Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het gebruiken of het laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting.

Artikel 10 Algemene Afwijkingsregels

10.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages; met dien verstande dat deze niet geldt voor het bepaalde in lid 7.4 en voor de afmetingen van het bouwblok;
  2. b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  3. c. de bestemmingsregels met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de omgevingsvergunning gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;
  4. d. de bestemmingsregels en toestaan dat een carport wordt gebouwd;
  5. e. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;
  6. f. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van kunstwerken en van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot niet meer dan 40 m;
  7. g. de bestemmingsregels en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
    1. 1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen;
    2. 2. gevel- en kroonlijsten, overstekende daken;
    3. 3. (hoek)erkers over maximaal 2/3 van de gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;
      mits de bouwvlakgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden;
  8. h. het bepaalde over de afstand van uitbouwen tot aan de voorgevel en het verlengde daarvan voor het bouwen van (hoek)erkers, mits de diepte van de (hoek-)erker, gemeten uit de zijgevel, niet meer bedraagt dan 1,50 m;
  9. i. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen.

Artikel 11 Algemene Procedureregels

11.1 Nadere eis

Voor het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:

  1. a. een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
  2. b. de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in één of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
  3. c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de ondera genoemde termijn;
  4. d. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.

Artikel 12 Overige Regels

12.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

12.2 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

De regels van de bouwverordening die gaan over onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven volgens artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behalve als het gaat om de volgende onderwerpen:

  1. a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
  2. b. het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
  3. c. de ruimte tussen bouwwerken.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 13 Overgangsrecht

13.1 Overgangsrecht bouwwerken

13.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 14 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van hetBestemmingsplan Muldersweg'.

Aldus vastgesteld door de Raad in de vergadering d.d. 30 mei 2016.

, Voorzitter

,Griffier

Hoofdstuk 1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor dit nieuwe bestemmingsplan en de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven. Verder wordt een opsomming van de voorgaande bestemmingsplannen gegeven, die met het nieuwe bestemmingsplan binnen het plangebied komen te vervallen.

1.1 Algemeen

Het huidige woonuitbreidingsgebied "Muldersveld" is nagenoeg volgebouwd. De gemeente Dalfsen gaat nu een perceel grond direct grenzend aan het gebied Muldersveld, ontwikkelen tot een nieuw woningbouwgebied. Uit het woningbehoefteonderzoek is namelijk gebleken dat er nog steeds vraag is naar bouwgrond in de kern Oudleusen.

Omdat het plan voor woningbouw niet past in het huidige bestemmingsplan, is een nieuw bestemmingsplan nodig. Dit bestemmingsplan voorziet hierin. Het bestemmingsplan voorziet tevens in het aanleggen van een evenemententerrein. De stedenbouwkundige visie is uitgewerkt in concrete regels voor bouwen en gebruik binnen het plangebied. Ook is in het bestemmingsplan onderbouwd dat de geplande ontwikkeling uitvoerbaar is en er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'.

1.2 Plangebied En Plannaam

Het plangebied ligt ten noordoosten van de kern Oudleusen. Aan de oostzijde wordt het plangebied begrensd door de Muldersweg. Aan de noord- en westzijde door agrarische percelen van verschillende eigenaren. Aan de zuidzijde vormt het huidige woonuitbreidingsgebied Muldersveld de plangrens. Kadastraal is het plangebied bekend als gemeente Dalfsen, sectie R, nummers 1702 en 1703. Het plangebied met de geplande woningbouwontwikkeling heeft de naam bestemmingsplan Muldersweg gekregen. Vanwege de ladder duurzame verstedelijking is het plangebied uiteindelijk iets kleiner geworden dan op afbeelding 1 is aangegeven. Een gedeelte aan de noordoostzijde blijft in het bestemmingsplan Buitengebied liggen. In de toekomst wordt dit gedeelte echter ook bestemd voor woningbouw. De exacte locatie van het plangebied is aangegeven op de verbeelding bij dit bestemmingsplan.

In afbeelding 1 is het plangebied inclusief het toekomstige uitbreidingsgebied voor woningbouw binnen het rode kader aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.OMuldersweg-vs01_0001.jpg"

Afbeelding 1: Ligging plangebied bij de kern Oudleusen inclusief het toekomstige uitbreidingsgebied voor woningbouw (Bron: Provincie Overijssel)

1.3 De Bij Het Plan Behorende Stukken

Het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Muldersweg' bestaat uit de volgende stukken:

  • Toelichting;
  • Regels;
  • Verbeelding met identificatienummer NL.IMRO.0148.OMuldersweg-vs01.

1.4 Voorheen Geldende Bestemmingsplan

Het voorheen geldende bestemmingsplan is 'Buitengebied gemeente Dalfsen'. Dit bestemmingsplan is op 24 juni 2013 vastgesteld door de gemeenteraad van Dalfsen. Op basis van dit bestemmingsplan hebben de gronden in het plangebied de bestemming 'Agrarisch' gekregen. De gronden mogen voor agrarische doeleinden worden gebruikt. Ook de bestaande infrastructurele voorzieningen zoals de Muldersweg vallen binnen deze bestemming. Op de gronden mag geen bedrijfsbebouwing worden opgericht. Een uitsnede van de plankaart van het geldende bestemmingsplan is opgenomen in afbeelding 2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.OMuldersweg-vs01_0002.jpg"

Afbeelding 2: Uitsnede plankaart bestemmingsplan 'Buitengebied Dalfsen' (Bron: Ruimtelijke plannen)

De voorgenomen woningbouwontwikkeling inclusief een evenemententerrein is niet in overeenstemming met het bestemmingsplan 'Buitengebied Dalfsen' en de daarin voor het plangebied opgenomen bestemmingen. Er is daarom een bestemmingsplanherziening noodzakelijk. Na het onherroepelijk worden van dit bestemmingsplan zal het hiervoor aangegeven bestemmingsplan (voor wat betreft het plangebied waar dit bestemmingsplan betrekking op heeft) en de daarin opgenomen bestemmingen komen te vervallen en worden vervangen door nieuwe bestemmingen.

Hoofdstuk 2 Beleid

2.1 Europees- En Rijksbeleid

2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van kracht geworden. In het SVIR is de visie van de rijksoverheid op de ruimtelijke- en mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 aangegeven. In het SVIR is gekozen voor een meer selectieve inzet van het rijksbeleid dan voorheen. Voor de periode tot 2028 zijn de ambities van het Rijk in drie rijksdoelen uitgewerkt:

  • vergroten van de concurrentiekracht door versterking van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • verbeteren van de bereikbaarheid;
  • zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden.

Met bovengenoemde rijksdoelen zijn 13 nationale belangen aan de orde die in het SVIR verder gebiedsgericht zijn uitgewerkt in concrete opgaven voor de diverse onderscheiden regio's. Buiten deze nationale belangen hebben decentrale overheden meer beleidsvrijheid op het terrein van de ruimtelijke ordening gekregen; het kabinet is van mening dat provincies en gemeenten beter op de hoogte zijn van de actuele situatie in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties en daardoor beter kunnen afwegen welke (ruimtelijke) ingrepen in een gebied nodig zijn.

De MIRT-regio Oost-Nederland bestaat uit de provincies Overijssel en Gelderland. Opgaven van nationaal belang in dit gebied zijn:

  • Het waar nodig verbeteren van de internationale achterlandverbindingen (wegen, spoorwegen en vaarwegen) die door Oost-Nederland lopen. Dit onder andere ten behoeve van de Mainports Rotterdam en Schiphol. Hiervoor wordt onder meer een MIRT-onderzoek naar het goederenvervoer over spoor op de lange termijn uitgevoerd, evenals het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer;
  • Versterking van de primaire waterkeringen (hoogwaterbeschermingsprogramma) en het samen met decentrale overheden uitvoeren van het gebiedsgerichte deelprogramma Rivieren van het Deltaprogramma ten behoeve van het formuleren van een integrale strategie voor het rivierengebied. In Oost-Nederland gaat het deelprogramma Rivieren over de Waal, Neder-Rijn, Lek, IJssel en IJssel-Vechtdelta;
  • Het samenwerken met decentrale overheden in de generieke deelprogramma’s Veiligheid, Zoet water en Nieuwbouw en Herstructurering van het Deltaprogramma;
  • Het tot stand brengen en beschermen van de (herijkte) EHS, inclusief de Natura 2000-gebieden;
  • Het robuust en compleet maken van het hoofdenergienetwerk (380 kV), onder andere door het aanwijzen van het tracé voor aansluiting op het Duitse hoogspanningsnet en het buisleidingennetwerk.

Conclusie is dat dit bestemmingsplan voldoet aan het rijksbeleid. De ruimtelijke ontwikkeling raakt geen nationale belangen.

2.1.2 Vogel- en Habitatrichtlijn

Natura 2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden, dat door de lidstaten van de Europese Unie wordt opgezet. Het Natura 2000-netwerk dient ter bescherming van zowel de gebieden (natuurlijke habitatten) als wilde flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten. Natura 2000 wordt op zijn beurt weer gevormd door de Vogelrichtlijn (1979) en de Habitatrichtlijn (1992). Deze richtlijnen richten zich op de (directe) bescherming van soorten en op de instandhouding van hun leefgebieden en andere natuurlijke habitatten. Sinds 1 oktober 2005 vallen de Natura 2000-gebieden samen met de beschermde natuurmonumenten (voorheen (staats)natuurmonumenten) onder de Natuurbeschermingswet 1998. Daarnaast is het soortenbeleid uit de Vogel- en Habitatrichtlijn vertaald in de Flora- en faunawet.

In het dit geval is een Natuurtoets uitgevoerd. Deze Natuurtoets is als Bijlage 5 Quickscan floraen fauna Muldersweg Oudleusen opgenomen bij deze toelichting. In paragraaf 3.2.4 Ecologie wordt nader ingegaan op de resultaten van deze Natuurtoets.

2.1.3 Kaderrichtlijn Water

De Kaderrichtlijn Water (KRW), is een Europese richtlijn. Deze richtlijn is bedoeld om de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater in Europa op goed niveau te houden en te krijgen. Het doel is om in 2015 een goede ecologische en chemische toestand voor alle oppervlaktewateren te hebben en een goede chemische en kwantitatieve toestand voor alle grondwateren. Voor grondwater betekent dit onder meer dat er geen directe lozingen mogen plaatsvinden en de toename van chemische verontreiniging moet worden voorkomen.

Het grondgebied van de gemeente Dalfsen behoort tot het stroomgebied van de Rijn, deelgebied Rijn-Oost. Voor dit deelgebied is in 2009 het stroomgebiedsbeheerplan vastgesteld.

In 3.2.12 wordt nader ingegaan op de invloed van het project op de waterhuishouding.

2.1.4 Nationaal Waterplan

De Vierde Nota Waterhuishouding is op 22 december 2009 vervangen door het Nationaal Waterplan. Dit is de nieuwe planvorm op Rijksniveau op basis van de nieuwe Waterwet. Het Nationaal Waterplan vervangt alle voorgaande Nota's Waterhuishouding, waarbij veel van het ingezette beleid uit deze nota's wordt voortgezet. Het Nationaal Waterplan heeft de status van een structuurvisie voor de ruimtelijke aspecten op basis van de Wet ruimtelijke ordening. Het Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid. Er komen nieuwe normen op basis van overstromingskansen die per dijkringgebied zullen worden vastgesteld.

In 3.2.12 wordt nader ingegaan op de invloed van het project op de waterhuishouding.

2.1.5 Waterbeleid 21e eeuw

Met het Waterbeleid 21e eeuw wordt ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen
die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Het gaat hierbij om onder andere de klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing. Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd, te weten de tritsen:

  • vasthouden, bergen en afvoeren;
  • schoonhouden, scheiden en zuiveren.


De trits vasthouden, bergen en afvoeren houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren, wordt het water afgevoerd. Bij de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zoveel mogelijk wordt schoongehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod.

In 3.2.12 wordt nader ingegaan op de invloed van het project op de waterhuishouding.

2.2 Provinciaal Beleid

Het provinciaal beleid is verwoord in tal van plannen. Het belangrijkste plan betreft de Omgevingsvisie- en verordening Overijssel.

2.2.1 Uitgangspunten van de Omgevingsvisie Overijssel

De Omgevingsvisie Overijssel is het integrale provinciale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Overijssel. De geactualiseerde omgevingsvisie is op 3 juli 2013 vastgesteld door Provinciale Staten en op 1 september 2013 in werking getreden. De hoofdambitie van de Omgevingsvisie is een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden.

Het provinciaal beleid voorziet primair in de ontwikkeling van woningbouw in bebouwd gebied of in aansluiting op de kernen. De rust en de ruimte van het buitengebied bieden echter ook andere aantrekkelijke woonmilieus, waar mensen goed en plezierig wonen, nu en in de toekomst. De ambitie van de provincie met betrekking tot de invulling van de woonomgeving is gericht op: Aantrekkelijke en gevarieerde woonmilieus die voorzien in de woonvraag.

2.2.2 Omgevingsverordening Overijssel

De provincie beschikt over een palet aan instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. Het gaat er daarbij om steeds de meest optimale mix van instrumenten toe te passen, zodat effectief en efficiënt resultaat wordt geboekt voor alle ambities en doelstellingen van de Omgevingsvisie. De keuze voor inzet van deze instrumenten is bepaald aan de hand van een aantal criteria. In de Omgevingsvisie is bij elke beleidsambitie een realisatieschema opgenomen waarin is aangegeven welke instrumenten de provincie zal inzetten om de verschillende onderwerpen van provinciaal belang te realiseren.

Eén van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie te laten doorwerken is de Omgevingsverordening Overijssel. De Omgevingsverordening is het provinciaal juridisch instrument dat wordt ingezet voor de onderwerpen waarvoor de provincie hecht aan de juridische borging van de doorwerking van het Omgevingsvisiebeleid.

2.2.3 Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel

De opgaven, kansen, beleidsambities en ruimtelijke kwaliteitsambities voor de provincie zijn in de Omgevingsvisie Overijssel geschetst in ontwikkelingsperspectieven voor de groene omgeving en stedelijke omgeving.

Om de ambities van de provincie waar te maken, bevat de Omgevingsvisie een uitvoeringsmodel. Dit model is gebaseerd op drie niveaus, te weten:

  1. 1. generieke beleidskeuzes;
  2. 2. ontwikkelingsperspectieven;
  3. 3. gebiedskenmerken.

Aan de hand van de drie genoemde niveaus kan worden bekeken of een ruimtelijke ontwikkeling mogelijk is en er behoefte aan is, waar het past in de ontwikkelingsvisie en hoe het uitgevoerd kan worden.

Afbeelding 3 geeft dit schematisch weer.

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.OMuldersweg-vs01_0003.png"

Afbeelding 3: Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel (Bron: Provincie Overijssel)

2.2.4 Toetsing van het initiatief aan het Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel

Als het concrete initiatief wordt getoetst aan de Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel ontstaat globaal het volgende beeld.

2.2.5 Conclusie toetsing aan het provinciaal beleid

De ruimtelijke ontwikkeling in dit bestemmingsplan, is in overeenstemming met het provinciaal beleid uit de Omgevingsvisie- en verordening Overijssel.

2.3 Gemeentelijk Beleid

2.3.1 Structuurvisie Kernen Gemeente Dalfsen

2.3.2 Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan

In de raadsvergadering van 23 maart 2009 is het geactualiseerde Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) vastgesteld.

De kern Oudleusen wordt niet specifiek genoemd in het GVVP. De kern Oudleusen ligt ten noorden van de provinciale weg N340 (Zwolle-Ommen). Deze weg is een belangrijke schakel in de regionale hoofdwegenstructuur van Noord Overijssel. De N340 heeft de functie van stroomweg. Een stroomweg maakt verplaatsingen over langere afstand mogelijk op een zo snel mogelijke manier. De Provincie had plannen om de N340 ter hoogte van Oudleusen te verleggen naar het zuiden. Hiervan wordt echter vanaf gezien. Wel komt aan de westzijde van Oudleusen een volledige aansluiting op de N340 met een verkeersregelinstallatie. Het plangebied wordt ontsloten via de Mudersweg aan de oostzijde en de bestaande woonwijk Muldersveld aan de zuidzijde. In Oudleusen heeft de Dommelerdijk de functie van gebiedsontsluitingsweg. De overige wegen in deze kern zijn erftoegangswegen. De Muldersweg ten oosten van het plangebied, wordt in het GVVP aangemerkt als een 60 km/u weg. Als de woonwijk echter wordt gerealiseerd, zal dit weggedeelte worden opgenomen binnen de bebouwde kom. Daarmee wordt de snelheid terug gebracht tot 30 km/u. De Muldersstraat ten oosten van de kern Oudleusen die aansluit op de Muldersweg heeft al een maximum snelheid van 30 km/u.

Uit verkeersberekeningen blijkt dat de nieuwe aansluitingen niet tot verkeerskundige knelpunten leiden in en rondom het plangebied. Zie ook paragraaf 2.3.1 Structuurvisie KernenGemeente Dalfsen en 3.2.11 Verkeerssituatie.

2.3.3 Woonvisie 2011-2016

De woonvisie 2011-2016 zal medio 2016 plaats maken voor de woonvisie 2016-2020. Tot dan wordt gebruik gemaakt van de woonvisie 2011-2016. Deze woonvisie geeft een overzicht van vraag en aanbod op de woningmarkt van Dalfsen en vormt het afstemmingsdocument voor overleg met buurgemeenten. Deze woonvisie bouwt grotendeels voort op de voorgaande woonvisie, omdat deze (toen) nog ruimschoots aan de verwachtingen voldeed. In deze geactualiseerde woonvisie is er, naast ontwikkelingen op het gebied van demografie, wonen, welzijn en zorg, ondermeer aandacht voor duurzaamheid en energiebesparing. Was in de afgelopen periode vooral kwantiteit belangrijk, de komende jaren ligt de nadruk op kwaliteit.

In de nieuwe, op 27 januari 2016 gesloten, prestatieafspraken met de provincie wordt voor de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december 2025 uitgegaan van een toename van de woningvoorraad in de gemeente Dalfsen met 1.022 woningen. In dit aantal is de toename van woningen voor bijzondere doelgroepen niet meegenomen. De gemeente Dalfsen vormt in deze afspraken samen met de gemeenten Ommen en Hardenberg de sub-(woningmarkt)regio Vechtdal en stemmen nieuwe bestemmingsplannen (op het gebied van wonen) met en op elkaar af.

Het plangebied sluit ruimtelijk gezien aan op de woonwijk Muldersveld. Het voorziet in het realiseren van zo'n 25 woningen. Het plangebied is als uitbreidingslocatie voor Oudleusen opgenomen in de woonvisie 2011-2016 en wordt ook opgenomen in de nieuwe woonvisie 2016-2020.

2.3.4 De ladder voor duurzame verstedelijking

In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de verplichting opgenomen om in het geval van een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een nadere onderbouwing op te nemen. Deze onderbouwing moet nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing motiveren. Daarbij dient de ladder voor duurzame verstedelijking te worden toegepast. Bureau Atrivé uit Utrecht heeft daarom in opdracht van de gemeente Dalfsen voor het bestemmingsplan Muldersweg onderzoek gedaan naar de toepassing van trede 1 en 2 van de ladder duurzame verstedelijking. Het onderzoeksrapport van 12 januari 2016 zit als Bijlage 15 bij de toelichting van dit bestemmingsplan.

De stappen van de ladder duurzame verstedelijking worden in artikel 3.1.6, lid 2 Bro als volgt omschreven:

1) voorziet de voorgenomen stedelijke ontwikkeling in een actuele regionale behoefte (trede 1);

2) als uit de beschrijving bij trede 1 blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio in de behoefte kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins (trede 2);

3) als uit de beschrijving bij trede 2 blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld (trede 3).

TOETSING

Trede 0: is er sprake van een stedelijke ontwikkeling ? In het Bro is uitgelegd wat onder een stedelijke ontwikkeling wordt verstaan. Een stedelijke ontwikkeling is volgens het Bro een ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen. Uit deze begripsbepaling is op te maken dat bij het bestemmingsplan Muldersweg sprake is van een stedelijke ontwikkeling, meer specifiek een woningbouwlocatie. De term woningbouwlocatie is niet nader gedefinieerd in het Bro. Uit jurisprudentie blijkt dat woningbouwplannen tot 8 woningen niet hoeven te worden aangemerkt als woningbouwlocatie en daarom niet als nieuwe stedelijke ontwikkeling. Het bestemmingsplan Muldersweg voorziet in het bouwen van circa 25 woningen. Het woonuitbreidingsgebied in dit plan moet dus aangemerkt worden als een woningbouwlocatie en daarom ook als een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Het is noodzakelijk om de ontwikkeling te toetsen aan de ladder voor duurzame verstedelijking.

Trede 1: is er sprake van een actuele regionale behoefte ? In de eerste trede wordt beoordeeld of de beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale behoefte. Deze eerste trede verplicht de gemeente om de nieuwe stedelijke ontwikkeling af te stemmen op de actuele behoefte en de wijze waarop in die behoefte wordt voorzien ook regionaal af te stemmen.

Met welke gemeenten vormt Dalfsen een woningmarktregio ? Voor het bepalen van de actuele regionale behoefte is aangesloten bij de uitgangspunten die in de Regionale Woon Programmering (RWP) West-Overijssel worden gehanteerd. Uit analyse van verhuisbewegingen in de periode 2004-2013 blijkt dat de meeste verhuizingen binnen de gemeentegrenzen plaatsvinden. Het binnengemeentelijke aandeel van de verhuizingen in gemeenten in West-Overijssel loopt uiteen van 55% tot 75%. Daarmee zijn de woningmarkten in eerste instantie lokaal georiënteerd. Op basis van de verhuizingen tussen gemeenten zijn in West-Overijssel vier subregio's onderscheiden. De gemeente Dalfsen vormt, samen met de gemeenten Ommen en Hardenberg, de subregio Vechtdal.

Hoe verhoudt de kwantitatieve behoefte zich tot de plancapaciteit ? De relatie tussen de (netto) woningvraag en de plancapaciteit is in het RWP inzichtelijk gemaakt voor de periode 2016-2026. In het RWP maken de gemeenten in West-Overijssel de afspraak dat iedere gemeente maximaal 100% van de eigen vraag naar woningen als harde plancapaciteit beschikbaar maakt. Streven is een onderprogrammering van 60% tot 90%. De onderprogrammering geeft flexibiliteit en maakt het mogelijk dat goede zachte plannen in procedure kunnen worden gebracht.

Voor de subregio Vechtdal en voor de gemeente Dalfsen is het beeld als volgt:

Gemeente c.q. subregio Netto woningvraag 2016 tot 2026 Harde plancapaciteit
1 januari 2016
Aandeel harde plancapaciteit t.o.v. woningvraag
Vechtdal 3419 2276 67%
Dalfsen 1022 845 83%

Bron: RWP, tabel 1 (Stec, december 2015)

De harde plancapaciteit in zowel de subregio Vechtdal als in de gemeente Dalfsen bevindt zich ruim onder het afgesproken maximum van 100% en bevindt zich binnen de nagestreefde bandbreedte voor onderprogrammering van 60% tot 90%.

De harde plancapaciteit zoals geregistreerd in het RWP bevat een aantal plannen (met een gezamenlijke plancapaciteit van 110 woningen) waarvan de gemeente verwacht had dat deze voor 1 januari 2016 hard zouden zijn. Deze worden echter na 31 december 2015 vastgesteld en zijn per 1 januari 2016 nog zacht. Het plan Muldersweg behoort tot deze plannen en is dus in de harde capaciteit in het RWP al meegerekend.

De plancapaciteit in de subregio Vechtdal voorziet in een actuele regionale behoefte. Verder voorziet de plancapaciteit in de gemeente Dalfsen, inclusief het plan Muldersweg, in een actuele lokale behoefte. De harde plancapaciteit in de gemeente Dalfsen, zoals opgenomen in het RWP, is ontoereikend om in de behoefte te kunnen voorzien. Dat betekent dat het wenselijk is om ook andere zachte bestemmingsplannen hard te maken en te realiseren.

Afstemming met de gemeenten in de woonregio Dalfsen De gemeenten in de regio Dalfsen zijn benaderd met de vraag of het bestemmingplan Muldersweg van invloed is op hun woningbouwplannen. De gemeentebesturen van deze regio hebben schriftelijk verklaard dat niet het geval is. De gemeente Dalfsen bouwt in de kern Oudleusen namelijk alleen voor de lokale behoefte. De gemeenten van de regio Dalfsen kunnen zich hierin vinden.

Conclusie De eerste vraag uit de Ladder duurzame verstedelijking kan met “ja' worden beantwoord. Bestemmingsplan Muldersweg voorziet in een regionale behoefte en sluit aan op de actuele behoefte, die regionaal afgestemd is.

Trede 2: kan de behoefte in het bestaand stedelijk gebied (van de betreffende regio) worden gerealiseerd ? Bij trede 2 van de duurzaamheidsladder wordt getoetst in hoeverre inbreidingslocaties al in voldoende mate in de actuele woningbehoefte kunnen voorzien. Als inbreidingslocaties niet toereikend zijn om in de behoefte te voorzien, zijn ook uitbreidingslocaties nodig.

De gemeenteraad heeft op 27 september 2010 de Structuurvisie Kernen gemeente Dalfsen vastgesteld. Met deze ruimtelijke visie geeft de gemeente Dalfsen aan hoe wij denken over de ruimtelijke invulling voor onder andere wonen voor de komende 10 tot 15 jaar in de kernen Dalfsen, Nieuwleusen, Lemelerveld, Hoonhorst en Oudleusen. De structuurvisie is een belangrijk kader voor de afweging van concrete ruimtelijke beslissingen bijvoorbeeld voor het vaststellen van bestemmings-plannen. Uit deze structuurvisie blijkt dat er in de kern Oudleusen geen mogelijke inbreidingslocaties voor wonen zijn aan te wijzen. Dit is nog steeds zo, ondanks dat de structuurvisie vijf jaar geleden is vastgesteld. Verder is van belang om te weten, dat er in de kern Oudleusen uitsluitend gebouwd wordt voor de lokale behoefte. De belangstellenden voor een bouwkavel c.q. woning in de kern Oudleusen komen in hoofdzaak uit deze kern zelf of het aansluitende buitengebied van deze kern. Dit blijkt ook uit het onderzoeksrapport dat in opdracht van de gemeente Dalfsen door Atrivé is opgesteld. Omdat er geen inbreidingslocaties in de kern Oudleusen voorhanden zijn, betekent dit dat de geraamde lokale woningbehoefte moet worden gerealiseerd in een uitbreidingsgebied.

Conclusie: Gebleken is dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied (van de betreffende regio) kan worden gerealiseerd. Gezien de actuele lokale woningbehoefte voor de kern Oudleusen, moet de stedelijke ontwikkeling daarom in een uitbreidingsgebied worden gerealiseerd. Het bestemmingsplan Oudleusen is hiervoor opgesteld.

Trede 3: zoek een locatie die multimodaal ontsloten is of kan worden voor de resterende regionale behoefte Omdat uit de toetsing aan trede 2 is gebleken dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied (van de betreffende regio) kan worden gerealiseerd, wordt hier beschreven in hoeverre wordt voorzien in een passende ontsluiting. In het kader van trede 3 wordt beoordeeld in hoeverre de ontwikkeling mogelijk is op locaties die al ontsloten zijn of ontsloten worden door verschillende modaliteiten (zogenaamd multimodaal ontsloten) op een schaal die passend is bij de beoogde ontwikkeling . Multimodaal ontsloten wil zeggen dat een locatie op de schaal waarop deze functioneert door meerdere vervoerswijzen is ontsloten of wordt ontsloten.

Doelgroepen Het nieuwe woonuitbreidingsgebied Muldersweg zal vooral senioren, starters en gezinnen trekken. Huishoudens met een zorgindicatie worden niet verwacht.

Ligging locatie Het bestemmingsplangebied grenst aan de zuidzijde aan het bestaande woningbouwgebied van de kern Oudleusen, aan de oostzijde aan de Muldersweg en aan de westzijde aan het agrarisch gebied (een weiland). Dit agrarisch gebied grenst aan de Dommelerdijk. De Dommelerdijk ligt op korte afstand aan de westzijde van het plangebied (circa 200 meter).

Ontsluiting verschillende vormen van vervoer Het bestemmingsplangebied Muldersweg wordt goed ontsloten voor autoverkeer. Deze gebeurt via de bestaande Muldersweg aan de oostzijde en het Boekweitland in het bestaande woongebied aan de zuidzijde. De Dommelerdijk is in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) aangewezen als een gebiedsontsluitingsweg. De Muldersweg is hierin aangeduid als een erftoegangsweg. Voor grondgebonden woningen in een landelijk woonmilieu zoals op deze locatie, is dit een passende ontsluiting. De ontsluiting per openbaar vervoer is beperkt. Langs de Dommelerdijk op circa 200 meter afstand van het plangebied is een bushalte van vereniging Buurtbus Vechtdal. Het gaat hier om buslijn 591 van vervoerder Syntus. Vereniging Buurtbus Vechtdal verzorgt het personenvervoer door een buurtbus te laten rijden tussen de kernen Nieuwleusen, Oudleusen en Dalfsen. Bij het NS-station in Dalfsen sluit buslijn 591 aan op de treinverbinding Zwolle - Emmen en buslijn 162 (Dalfsen - Lemelerveld - Raalte). In Nieuwleusen is bij meerdere haltes een overstap mogelijk op buslijn 29 naar Zwolle of Dedemsvaart. De buurtbus rijdt van maandag t/m zaterdag een vaste route volgens een 1 uurs dienstregeling. Voor fietsers is de kern Oudleusen ook goed ontsloten. Er liggen parallelwegen en fietspaden en er kan gebruik worden gemaakt van de wegen door het buitengebied. De ontsluiting voor langzaam verkeer is dan ook goed.

Voorzieningen Er is een buurtsupermarkt, een basisschool, een kerk en Kulturhuus De Wiekelaar waarin verschillende voorzieningen (kinderopvang, bibliotheek, sportzaal en een ontmoetingsruimte) zijn ondergebracht. Deze voorzieningen zijn te voet en met de fiets en auto goed te bereiken. Voor de leefbaarheid van Oudleusen is het van belang dat deze voorzieningen niet gaan verdwijnen.

De bestemmingsplanlocatie is goed bereikbaar voor langzaam verkeer en per auto. De manier waarop Oudleusen ontsloten wordt, past bij een landelijk woonmilieu en bij de doelgroepen.

Conclusie Het bestemmingsplan Muldersweg voldoet aan de treden van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking.

2.3.5 Externe veiligheidsvisie gemeente Dalfsen

2.3.6 Conclusie toetsing aan het gemeentelijk beleid

De ontwikkeling is in overeenstemming met de gemeentelijke uitgangspunten.

Hoofdstuk 3 Onderzoek

3.1 Beschrijving Van De Huidige Situatie

Oudleusen heeft als kern ruim 500 inwoners. Het woongebied concentreert zich tussen de Muldersstraat en de Dommelerdijk. De Dommelerdijk die vanaf de Hessenweg richting Nieuwleusen gaat, vormt samen met de aansluiting van de Muldersstraat de hoofdontsluiting van Oudleusen. De Schoolstraat staat hier haaks op. Hier vandaan zijn bijna alle woonstraten bereikbaar. In de Schoolstraat zit een knik die het kavelpatroon van de ondergrond volgt.

Oudleusen heeft haar (lokale) bedrijven geconcentreerd aan de noordwestzijde van het dorp. Het gebied direct ten noorden van de Schoolstraat is bestemd voor bedrijven tot categorie 3. Het noordelijkste deel van het bedrijventerrein dat ook grenst aan woongebied Muldersveld is bedoeld voor bedrijven in de categorie 1 en 2.

Het gebied omsloten door de Dennenkamp, Dommelerdijk, G.W. Spiegelstraat, J. Schaap- manstraat en Parallelstraat wordt gezien als het centrumgebied van Oudleusen.

Het plangebied ligt ten noordoosten van de kern Oudleusen. In de huidige situatie is het plangebied in gebruik als agrarische grond (weide). De luchtfoto in afbeelding 9 geeft een goed beeld van de huidige situatie in het plangebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.OMuldersweg-vs01_0009.jpg"

Afbeelding 9: Luchtfoto plangebied inclusief het toekomstige uitbreidingsgebied voor woningbouw (Bron: Provincie Overijssel)

3.2 Onderzoeken

Voor de beoordeling wordt gekeken naar de mate waarin belangen van de bewoners en/of eigenaren van de aangrenzende gronden door de uitwerking kunnen worden geschaad. Gekeken wordt hierbij naar bijvoorbeeld de verkeerssituatie, natuur en landschap, milieutechnische aspecten en water.

3.2.1 Archeologie & cultuurhistorie

3.2.2 Bodem

3.2.3 Duurzaamheid

3.2.4 Ecologie

3.2.5 Externe veiligheid

3.2.6 Geluid

3.2.7 Luchtkwaliteit

3.2.8 Milieuzonering

3.2.9 Geur

3.2.10 Politiekeurmerk Veilig Wonen

3.2.11 Verkeerssituatie

3.2.12 Water

3.2.13 Besluit milieueffectrapportage

Hoofdstuk 4 Planbeschrijving

4.1 Voortzetting Landschapsstructuur

De ruimtelijke structuur in het plangebied is ontleend aan de gehanteerde structuur zoals deze is gebruikt in de woonwijk Muldersveld die ten zuiden ligt van het plangebied. Deze structuur heeft zich weer ontleend aan de typische kenmerken van het oorspronkelijke gebied, dat tot voor kort een agrarische functie heeft gehad. Deze typische kenmerken zijn: ontginningslandschap, openheid, lange zichtlijnen en ruimte voor groen.

4.2 Stedenbouwkundige Opzet

De gemeente heeft in totaal 3,1 hectare aan de noordrand aan de zijde van de Muldersweg aangekocht. Hiervan is 1 hectare bedoeld voor een evenemententerrein. Het was de bedoeling om de rest van het perceel ter grootte van 2,1 hectare te gaan inrichten als het nieuwe woongebied (woningen, wegen, parkeerplaatsen, groen en wadi’s voor waterberging). In dit woongebied zouden dan circa 40 woningen worden gebouwd. Uit onderzoek is echter gebleken dat 40 woningen voor de komende 10 jaren (de bestemmingsplanperiode) voor de kern Oudleusen te veel is. Gemiddeld worden er namelijk 2 tot 3 woningen per jaar gebouwd in de kern Oudleusen. In overleg met Provincie Overijssel is het nieuwe woongebied verkleind naar 1,3 hectare voor circa 25 woningen. Dit gebied is aan te merken als de eerste fase. Het resterende gebied voor de circa 15 woningen wordt in de tweede fase gerealiseerd. Het perceel in de tweede fase wordt buiten het bestemmingsplangebied gelaten. De huidige bestemming "Agrarisch" blijft daardoor van kracht voor dit perceel.

Bij de inrichting van het gebied zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • het woongebied krijgt minimaal 1 ontsluitingsweg op de Muldersweg;
  • aandacht voor duurzaamheid: de oriëntatie van de woningen wordt Noord-Zuid, zodat open en gesloten gevels toegepast kunnen worden en een optimale ligging voor de toepassing van zonnepanelen ontstaat;
  • er wordt aangesloten op de bestaande structuren van de aangrenzende bestaande bebouwing, wegen en het bestaande landschap en groen. Dat wil zeggen, de rechtlijnige verkaveling en slotenpatronen die er van oudsher zijn, typisch van de ontginningen, het open karakter van de plek, de groenstructuur uit de onderliggende wijk, de rooilijnen en wegen uit de bestaande wijk;
  • het is een afronding van het dorp aan de noordrand, een verdere uitbreiding richting het noorden is niet direct aan de orde;
  • woningtypen zoals vrijstaande, twee-onder-één-kap en rijwoningen kunnen naast elkaar en afwisselend worden gebouwd. Bij de uitgifte worden kavels voor verschillende type woningen worden aangeboden. Vooraf ligt niet vast welk type waar komt.

Op basis van deze uitgangspunten hebben de gemeente en het Oversticht uit Zwolle drie stedenbouwkundige modellen ontwikkeld. Deze modellen zijn nog gebaseerd op een woonuitbredingsgebied voor circa 40 woningen. Op donderdagavond 9 oktober 2014 zijn deze modellen besproken met verschillende inwoners en vertegenwoordigers van stichtingen en verenigingen uit Oudleusen. De voor- en nadelen van de modellen zijn op een rij gezet. Aan het einde van de avond kon worden geconcludeerd, dat de voorkeur wordt gegeven aan twee modellen. Model 1 (evenemententerrein aan de zuidoostzijde van het plangebied) en model 3 (evenemententerrein aan de westzijde van het plangebied). Verder is deze avond afgesproken dat er een stemronde wordt georganiseerd voor alle inwoners en vertegenwoordigers van stichtingen en verenigingen uit Oudleusen om een definitieve keuze te maken voor model 1 of 3. Dit is gebeurd op donderdag 4 december 2014. Een overgrote meerderheid van de kiezers heeft gekozen voor model 3 waarbij het evenemententerrein aan de westzijde van het plangebied wordt aangelegd.

Bij model 3 zijn de nieuwe woningen allen georiënteerd op de wegen in het plangebied. Het kleur- en materiaalgebruik van de woningen wordt afgestemd op de omgeving, hierdoor voegt de nieuwe bebouwing zich in het omgevingsbeeld. Het bestemmingsplan is flexibel, zodat afhankelijk van de woningvraag, vrijstaande, twee-onder-één-kap of rijen woningen kunnen worden uitgewisseld.

De stedenbouwkundige opzet is opgenomen in afbeelding 12.

afbeelding "i_NL.IMRO.0148.OMuldersweg-vs01_0012.jpg"

Afbeelding 12: Stedenbouwkundige opzet

Het noordoostelijke gedeelte van het gebied van de stedenbouwkundige opzet is dus buiten het bestemmingsplangebied gelaten. Dit gebied wordt in de toekomst als fase 2 in gebruik genomen als woningbouwgebied. Er wordt dan een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure gevolgd om dit mogelijk te maken.

4.3 Beeldkwaliteit

4.3.1 Algemeen

De ambitie voor ruimtelijke kwaliteit in het gebied is vastgelegd in een beeldkwaliteitplan (Bijlage 14). In dit document staat aangegeven aan welke kwaliteitseisen de gebouwen en de omgeving moeten voldoen. Om tot een hoge ruimtelijke beeldkwaliteit te komen is een goede afstemming tussen het stedenbouwkundige plan, de vormgeving van de gebouwen en de inrichting van de openbare ruimte onontbeerlijk.

Het beeldkwaliteitplan dient als instrument om de gewenste kwaliteit tot stand te brengen en is het beoordelingskader voor de gewenste beeldkwaliteit van openbare ruimte en bebouwing. Het beeldkwaliteitplan heeft drie hoofdfuncties:

  • het is een inspiratiebron voor ontwerpers voor de kwaliteit van de openbare ruimte en de kwaliteit van de bebouwing;
  • het vormt het kader voor de stadsbouwmeester die beoordeeld of een bouwplan voldoet aan de 'redelijke eisen van welstand';
  • vervangt voor het plangebied het voorheen geldende welstandsbeleid uit de Welstandsnota Gemeente Dalfsen 2014. Het beeldkwaliteitsplan en de bestemmingsplanregels, inclusief de opgenomen afwijkingsbevoegdheden, zijn goed op elkaar afgestemd. Dit om ruimte te bieden aan kwaliteitsinitiatieven en de gewenste ruimtelijke kwaliteit te borgen.

Het beeldkwaliteitsplan (Bijlage 14) maakt onderdeel uit van deze toelichting. Het heeft een wettelijke status als basis voor welstandsbeleid vanaf het moment dat het door de gemeenteraad is vastgesteld. Het vervangt voor het gebied in het bestemmingsplan Muldersweg de gebiedsgerichte criteria uit de welstandsnota. Voor zover het beeldkwaliteitsplan hierin niet voorziet, gelden de criteria uit de welstandsnota.

Hoofdstuk 5 Toelichting Op De Regels

5.1 Inleiding

In de voorgaande hoofdstukken is ingegaan op het plangebied, het relevante beleid en de milieu- en omgevingsaspecten. De informatie uit deze hoofdstukken is gebruikt om keuzes te maken bij het maken van het juridische deel van het bestemmingsplan: de verbeelding en de regels. In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de opzet van dit juridische deel. Daarnaast wordt een verantwoording gegeven van de gemaakte keuzes op de verbeelding en in de regels. Dat betekent dat er wordt aangegeven waarom een bepaalde functie ergens is toegestaan en waarom bepaalde bebouwing daar acceptabel is.

5.2 Opzet Van De Regels

5.2.1 Algemeen

Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit planregels en bijbehorende verbeelding waarop de bestemmingen zijn aangegeven. Deze verbeelding kan zowel digitaal als analoog worden verbeeld. De verbeelding en de planregels moeten in samenhang worden bekeken.

De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:

  1. 1. Inleidende regels (begrippen en wijze van meten);
  2. 2. Bestemmingsregels;
  3. 3. Algemene regels (o.a. afwijkingsregels);
  4. 4. Overgangs- en slotregels.

5.2.2 Inleidende regels

In hoofdstuk 1 staan de inleidende regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied en hierin staan:

  • Begrippen (Artikel 1)

In dit artikel zijn definities van de in de regels gebruikte begrippen opgenomen. Hiermee is een eenduidige uitleg van deze begrippen vastgelegd.

  • Wijze van meten (Artikel 2)

Dit artikel geeft onder meer bepalingen waar mag worden gebouwd en hoe bepaalde afmetingen gemeten moeten worden.

5.2.3 Bestemmingsregels

Hoofdstuk 2 van de regels bevat de juridische vertaling van de in het plangebied voorkomende bestemmingen. De regels zijn onderverdeeld in o.a.:

  • Bestemmingsomschrijving: omschrijving van de activiteiten die zijn toegestaan;
  • Bouwregels: eisen waaraan de bebouwing moet voldoen (bebouwingshoogte, bebouwingspercentage, etc.);
  • Specifieke gebruiksregels: welk gebruik van gronden en opstallen in ieder geval strijdig zijn;
  • Afwijken van de bouw- en gebruiksregels: onder welke voorwaarde mag afgeweken worden van de aangegeven bouwregels en bestemming;

In paragraaf 5.3 wordt de bestemming nader toegelicht.

5.2.4 Algemene regels

In hoofdstuk 3 staan de algemene regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied. Dit hoofdstuk is opgebouwd uit:

  • Anti-dubbeltelregel (Artikel 8)
    Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen. Deze verdichting kan zich met name voordoen, indien een perceel of een gedeelte daarvan, meer dan één keer betrokken wordt bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage.
  • Algemene gebruiksregels (Artikel 9)
    In dit artikel worden de algemene gebruiksregels beschreven. Deze gaat uit van de gedachte dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. Dit brengt met zich mee dat de bestemmingsomschrijving van de betreffende bestemming helder en duidelijk moet zijn.
  • Algemene afwijkingsregels (Artikel 10)
    In dit artikel worden de algemene afwijkingsregels beschreven. Deze regels maken het mogelijk om op ondergeschikte punten van de regels in het bestemmingsplan af te wijken.
  • Algemene procedureregels (Artikel 11)
    In dit artikel worden procedureregels voor het stellen van een nadere eis beschreven.
  • Overige regels (Artikel 12)
    In dit artikel wordt aangegeven dat de wettelijke bepalingen waar in de regels naar verwezen wordt van toepassing zijn op het moment van vaststelling van dit plan. Ook worden in dit artikel een aantal regels uit de bouwverordening van toepassing verklaard.

5.2.5 Overgangs- en slotregels

In hoofdstuk 4 van de regels staan de overgangs- en slotregels. In de overgangsregels is aangegeven wat de juridische consequenties zijn van bestaande situaties die in strijd zijn met dit bestemmingsplan. In de slotregels wordt aangegeven hoe het bestemmingsplan wordt genoemd.

5.3 Verantwoording Van De Regels

Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar mogelijk gemaakt worden en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden.

Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.

In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd.

GroenArtikel 3

De openbare ruimte die in principe niet worden ingericht voor verkeersvoorzieningen zijn bestemd als ´Groen´. Deze bestemming is bedoeld voor groenvoorzieningen, paden, speelvoorzieningen, parkeerstroken en waterhuishoudkundige voorzieningen. Ook zijn nutsvoorzieningen, evenementen, een ontsluiting voor het autoverkeer ter plaatse van de aanduiding ´ontsluiting´ toegestaan. Eén en ander met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en verhardingen.

Recreatie - EvenemententerreinArtikel 4

De bestemming 'Recreatie - Evenemententerrein' is toegekend aan het perceel dat speciaal is aangewezen voor kleinschalige evenementen-, sport- en spelactiviteiten. Tevens kan binnen deze bestemming een natuurijsbaan met daarbijbehorende bouwwerk en parkeervoorzieningen worden aangelegd.

TuinArtikel 5

De bestemming 'Tuin' is toegekend aan de voortuinen behorende bij de in het plangebied voorkomende woningen. Deze bestemming is bedoeld voor tuin en hoort bij de gebouwen die op de aangrenzende gronden liggen, met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, erven en parkeervoorzieningen.

Gebouwen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen binnen deze bestemming worden opgericht tot een maximale bouwhoogte van 1 meter.

VerkeerArtikel 6

De wegen binnen het plangebied zijn bestemd als ´Verkeer´. Binnen deze bestemming zijn wegen, straten en paden, voet- en rijwielpaden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, evenement, standplaats en nutsvoorzieningen toegestaan.

Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.

Wonen-Artikel 7

De woonpercelen zijn, met uitzondering van de voortuinen, bestemd als ´Wonen´. Deze bestemming is bedoeld voor wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aanhuisverbonden beroep, de waterhuishouding, cultuurhistorische waarden, daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

Qua bouwregels is binnen de bestemming onderscheid gemaakt in hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Hoofdstuk 6 Economische Uitvoerbaarheid

In artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening is aangegeven dat bij de voorbereiding van een bestemmingsplan onderzoek moet worden uitgevoerd naar de economische uitvoerbaarheid van het plan.

Alle voor de ontwikkelingen benodigde gronden zijn in eigendom van de gemeente. Bij de realisatie van dit bestemmingsplan wordt het kostenverhaal en het stellen van locatie-eisen geregeld door middel van eigen regie door de gemeente. De realisatie van dit plan wordt gedekt vanuit de gemeentelijke grondexploitatie en is sluitend. Daarom hoeft het kostenverhaal niet via derden geregeld te worden. De economische uitvoerbaarheid van dit plan is hiermee gewaarborgd.

Hoofdstuk 7 Inspraak En Overleg

7.1 Inspraak

Conform de gemeentelijke inspraakverordening kan het bestuursorgaan zelf besluiten of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. In samenspraak met inwoners en vertegenwoordigers van stichtingen en verenigingen uit Oudleusen is een stedenbouwkundige opzet ontwikkeld. Dit is aangegeven in hoofdstuk 4.2 'Stedenbouwkundige opzet'. In de plaatselijke dag- en weekbladen en via de website van de gemeente is bekend gemaakt dat de mogelijkheid wordt geboden om mee te denken over de stedenbouwkundige invulling. De resultaten van de informatieavond van 9 oktober 2014 en de stemronde van 4 december 2014 hebben ook in de plaatselijke dag- en weekbladen en op de website van de gemeente gestaan. Burgers en maatschappelijke organisaties zijn op deze wijze verschillende keren geïnformeerd over c.q. betrokken bij de voorbereiding van het bestemmingsplan.

Omdat de verschillende partijen via participatie actief zijn betrokken bij de planvorming is afgezien van het ter inzage leggen van een voorontwerpbestemmingsplan.

7.2 Overleg

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan moet in het kader van het overleg als bedoeld in art. 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening overleg worden gepleegd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn.

Het voorontwerpbestemmingsplan "Bestemmingsplan Muldersweg" is aan de daartoe aangewezen instanties toegezonden.

7.2.1 Het Rijk

In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) zijn de nationale belangen die juridische borging vereisen opgenomen. Het Barro is gericht op doorwerking van nationale belangen in gemeentelijke plannen. Geoordeeld wordt dat dit bestemmingsplan geen nationale belangen schaadt. Daarom is afgezien van het voeren van vooroverleg met het Rijk.

7.2.2 Provincie Overijssel

Via een elektronische kennisgeving op 6 november 2015 is de provinciale eenheid Ruimte en Bereikbaarheid verzocht te adviseren over het voorontwerpbestemmingsplan “Muldersweg”, gemeente Dalfsen.

Het bestemmingsplan voorziet in de realisering van 25 woningen op een uitleglocatie ten noordoosten van de kern Oudleusen.

Inmiddels is uit vaste jurisprudentie (uitspraken Raad van State) komen vast te staan dat voor nieuwe uitleglocaties geldt dat de “Ladder van duurzame verstedelijking” van toepassing is.

De Provincie adviseert dan ook om hieraan in dit plan voor wat betreft dit onderdeel extra aandacht te besteden. Met name een juiste regionale afstemming is van essentieel belang. Uit de recente uitspraken van de Raad van State is duidelijk naar voren gekomen dat regionale afstemming meer is dan het elkaar informeren van gemeenten met betrekking tot het voornemen over te gaan tot het in procedure brengen van uitlegplannen. De Provincie heeft begrepen dat inmiddels afstemming met de buurgemeenten Ommen en Hardenberg heeft plaatsgevonden. Aan deze voorwaarde is derhalve voldaan.

Het plan is niet in strijd met het ruimtelijk beleid van de Provincie. Indien het plan na aanpassing van de toelichting overeenkomstig de gemaakte opmerkingen in procedure wordt gebracht ziet de Provincie vanuit het provinciale belang geen beletselen voor het verdere vervolg van de procedure.

Hiermee is, voor zover het de provinciale diensten betreft, voldaan aan het ambtelijke vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening.

Reactie gemeente

In de toelichting wordt apart aandacht geschonken aan de "Ladder voor duurzame verstedelijking". Verder heeft er regionale afstemming plaatsgevonden met de woonregiogemeenten Hardenberg en Ommen. Voor het overige wordt de overlegreactie voor kennisgeving aangenomen.

7.2.3 Waterschap Groot Salland

Over dit bestemmingsplan heeft overleg plaatsgevonden met Waterschap Groot Salland. Het Waterschap gaat hiermee akkoord.

Reactie gemeente

De reactie van het waterschap wordt voor kennisgevibg aangenomen.

7.2.4 Gemeente Hardenberg

Er heeft regionale afstemming plaatsgevonden met de gemeente Hardenberg over de woningaantallen.

Reactie gemeente

Er is daarmee voldaan aan de "Ladder voor duurzame verstedelijking".

7.2.5 Gemeente Ommen

Er heeft regionale afstemming plaatsgevonden met de gemeente Ommen over de woningaantallen.

Reactie gemeente

Er is daarmee voldaan aan de "Ladder voor duurzame verstedelijking".

Hoofdstuk 8 Zienswijzen En Kennisgeving

Het ontwerp bestemmingsplan heeft zes weken voor iedereen ter inzage gelegen van 28 januari 2016 tot en met 9 maart 2016. Er is één zienswijze binnengekomen. Deze zienswijze had echter betrekking op de uitvoering van de concrete invulling van een perceel met de bestemming "Groen". Reclamant had op zich geen bezwaar tegen de bestemming "Groen". Daarom heeft er een overleg met hem plaatsgevonden. Afgesproken is dat hij wordt betrokken bij de nadere invulling van het openbaar groen en de wadi van het betreffende perceel. Reclamant heeft daarom besloten zijn zienswijze in te trekken.

In het kader van de kennisgeving ex artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening is het ontwerp bestemmingsplan aan de daartoe aangewezen instanties digitaal toegezonden. Er zijn twee reacties van de aangewezen instanties binnengekomen.

Provindie Overijssel:

Op 10 februari 2016 is bij e-mail een reactie binnengekomen van Provincie Overijssel. De Provincie laat weten dat het plan geen reden geeft om Gedeputeerde Staten te adviseren een zienswijze in te dienen. Het plan is niet in strijd met het provinciaal beleid.

Waterschap Drents Overijsselse Delta (voorheen Waterschap Groot Salland):

Op 11 maart 2016 (ingekomen 15 maart 2016) laat het waterschap bij brief weten dat het ontwerp bestemmingsplan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.

Bijlage 1 Parkeernormen

Bijlage 1 Parkeernormen

Bijlage 1 Archeologie Oudleusen Muldersweg Bureauonderzoek En Inventariserend Veldonderzoek (Ivo; Verkennende Fase)

Bijlage 1 Archeologie Oudleusen Muldersweg bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek (IVO; verkennende fase)

Bijlage 2 Archeologie Oudleusen Muldersweg Inventariserend Veldonderzoek (Ivo; Karterende Fase)

Bijlage 2 Archeologie Oudleusen Muldersweg Inventariserend Veldonderzoek (IVO; karterende fase)

Bijlage 3 Archeologie Oudleusen Muldersweg Inventariserend Veldonderzoek (Ivo; Waarderende Fase)

Bijlage 3 Archeologie Oudleusen Muldersweg Inventariserend Veldonderzoek (IVO; waarderende fase)

Bijlage 4 Verkennend Bodemonderzoek Muldersweg Te Oudleusen

Bijlage 4 Verkennend bodemonderzoek Muldersweg te Oudleusen

Bijlage 5 Quickscan Flora En Fauna Muldersweg Oudleusen

Bijlage 5 Quickscan flora en fauna Muldersweg Oudleusen

Bijlage 6 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai Bestemmingsplan Muldersweg Te Oudleusen

Bijlage 6 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai bestemmingsplan Muldersweg te Oudleusen

Bijlage 7 Akoestisch Onderzoek Evenemententerrein Oudleusen

Bijlage 7 Akoestisch onderzoek evenemententerrein Oudleusen

Bijlage 8 Geurrapport Woonuitbreiding Muldersweg D.d. 4 December 2014, Kenmerk 1077-1401-003

Bijlage 8 Geurrapport woonuitbreiding Muldersweg d.d. 4 december 2014, kenmerk 1077-1401-003

Bijlage 9 Geurbelasting Veehouderijen Te Realiseren Woonwijk Oudleusen D.d. 9 September 2014, Rapportnummer Bl2014.7242.01-v03

Bijlage 9 Geurbelasting veehouderijen te realiseren woonwijk Oudleusen d.d. 9 september 2014, rapportnummer BL2014.7242.01-V03

Bijlage 10 Gebiedsvisie Oudleusen D.d. 4 December 2014, Kenmerk 1077-1401-001

Bijlage 10 Gebiedsvisie Oudleusen d.d. 4 december 2014, kenmerk 1077-1401-001

Bijlage 11 Watertoets Muldersweg Oudleusen

Bijlage 11 Watertoets Muldersweg Oudleusen

Bijlage 12 Aanpassing Waterhuishouding Uitbreidingsplan Oudleusen Rapport Aveco De Bondt D.d. 15 December 2015

Bijlage 12 Aanpassing waterhuishouding uitbreidingsplan Oudleusen rapport Aveco de Bondt d.d. 15 december 2015

Bijlage 13 Uitwerking Peilenplan Aveco De Bondt D.d. 15 December 2015

Bijlage 13 Uitwerking peilenplan Aveco de Bondt d.d. 15 december 2015

Bijlage 14 Beeldkwaliteitsplan Bestemmingsplan Muldersweg

Bijlage 14 Beeldkwaliteitsplan bestemmingsplan Muldersweg

Bijlage 15 Rapport Atrivé Toepassing Ladder Duurzame Verstedelijking Bestemmingsplan Muldersweg

Bijlage 15 Rapport Atrivé toepassing ladder duurzame verstedelijking bestemmingsplan Muldersweg