het bestemmingsplan 'Partiële herziening Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen' met identificatienummer NL.IMRO.0175.buiten2012bp0018-va01 van de gemeente Ommen;

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

de grens van een bestemmingsvlak;

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

2.1 Toepassingsbereik

1. a. Met dit plan wordt artikel 4 (bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie 1") van het bestemmingsplan "Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen" (IMRO-code NL.IMRO.0175.buiten2012bp0001-va01 en vastgesteld op 3 december 2015) op onderdelen aangepast. Deze aanpassingen zijn letterlijk weergegeven in lid 2.2.
2. b. De overige regels van het bestemmingsplan "Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen" zijn onverminderd van toepassing.
3. c. Op de verbeelding van het bestemmingsplan "Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen" is de aanduiding 'ontsluiting' gewijzigd, zoals op de verbeelding van dit plan is aangegeven.
4. d. Op de verbeelding van het bestemmingsplan Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen" is de aanduiding 'ontsluiting uitgesloten' opgenomen, zoals op de verbeelding van dit plan is aangegeven

2.2 Partiële herziening

Partiële herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen", Vechtoevers-Zuid, Ommen":

1. a. In lid 4.1 'Bestemmingsomschrijving' sub e wordt de aanduiding 'ontsluitingsweg' vervangen door de aanduiding 'ontsluiting';
2. b. Aan lid 4.1 'Bestemmingsomschrijving' wordt een nieuw sub l toegevoegd, luidend: 'l. Ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting uitgesloten' zijn de gronden bestemd voor de andere aldaar voorkomende bestemmingen, waarbij de aanleg van een ontsluitingsweg niet is toegestaan;
3. c. Aan lid 4.7.2 'Uitzonderingen' wordt een sub e toegevoegd, luidend:
   'e. betrekking hebben op de aanleg van de ontsluitingsweg ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting';
4. d. Aan lid 4.2.10 wordt een nieuw sub d ingevoegd, luidend: 'd. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen mag ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' niet meer bedragen dan 3 m.
5. e. Sub d van het vigerende bestemmingsplan wordt hernummerd naar e, luidend: e. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

1. a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
   1. 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
   2. 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
2. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;

1. a. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

1. a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4. d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Partiële herziening Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen.

Op 3 december 2015 heeft de gemeenteraad van Ommen het bestemmingsplan 'Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen' vastgesteld. Na vaststelling van het plan is gebleken, dat:

• na uitwerking van de ontsluitingsweg van het recreatieperceel Zwolseweg 14b het wenselijk is om de toegangsweg met een bocht aan te laten sluiten. Op de gronden waar die bocht is geprojecteerd, is echter niet de aanduiding 'ontsluiting' opgenomen, zodat de weg niet op die wijze kan worden aangelegd;
• niet duidelijk is omschreven, dat voor de aanleg van de ontsluitingsweg geen 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' nodig is;

• er een omissie in het bestemmingsplan zit met betrekking tot de aanduiding voor de ontsluitingsweg. In de planregels is voor de ontsluitingsweg de aanduiding 'ontsluitingsweg' opgenomen en op de verbeelding de aanduiding 'ontsluiting'.

Bovendien is er op de erfgrens een toegangspoort geprojecteerd. Ook deze kan niet worden gerealiseerd op grond van het vigerende bestemmingsplan.

De voorliggende herziening heeft als doel om de aanleg van de aangepaste ontsluitingsweg planologisch mogelijk te maken. Daarnaast dient in de planregels duidelijker opgenomen te worden, dat de aanleg van een ontsluitingsweg niet vergunningplichtig is en zal een eenduidige naam voor de aanduiding worden opgenomen. Tot slot wordt de toegangspoort mogelijk gemaakt.

Onderhavige herziening heeft ten eerste betrekking op de gronden van het bestemmingsplan 'Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen' waar de aanduiding 'ontsluiting' op ligt. Deze aanduiding wordt met onderhavig plan aangepast om zodoende de aanleg van de ontsluitingsweg op de beoogde wijze mogelijk te maken. Daarnaast wordt de aanduiding 'ontsluiting' waar deze door de aanpassing van het tracé van de weg niet meer van toepassing is van de plankaart verwijderd.

Ligging aanduiding 'ontsluiting' (rood gemarkeerd) in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen'

Ligging plangebied

Deze herziening betreft een geringe aanpassing van de verbeelding en de planregels van het bestemmingsplan 'Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen'.

Aanpassing verbeelding

In de huidige situatie wordt het perceel Zwolseweg 14b via een onverhard pad direct vanaf de Zwolseweg ontsloten. Dit is via een erfdienstbaarheid geregeld. Door de aanleg van de nevengeul vervalt die ontsluiting. In het vigerende bestemmingsplan 'Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen' is daarom een aanduiding 'ontsluiting' opgenomen. Deze aanduiding maakt de aanleg van een ontsluitingsweg tussen de camping en de Steenoever mogelijk over de gronden van camping De Koeksebelt. Echter, na vaststelling van het bestemmingsplan en nadere uitwerking van de ontsluitingsweg is gebleken, dat het noodzakelijk is om de toegangsweg met een bocht aan te laten sluiten op het perceel Zwolseweg 14b. Op de gronden waar de bocht is geprojecteerd is niet de aanduiding 'ontsluiting' opgenomen. Om deze reden is op de verbeelding de aanduiding 'ontsluiting' aangepast en zo vorm gegeven, dat de weg kan worden aangelegd en er voldoende flexibiliteit is voor eventuele kleine aanpassingen van de ligging van de bocht.

In onderstaande figuur is de beoogde aanpassing van de ontsluitingsweg met een grijze arcering weergegeven.

Beoogde situatie ontsluitingsweg met bocht nabij Zwolseweg 14b

Aanpassing planregels en verbeelding bestemmingsplan 'Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen'

Lid 4.1 sub e en verbeelding

• In artikel 4.1 'Bestemmingsomschrijving' sub e is in het vigerende plan voor de ontsluitingsweg de aanduiding 'ontsluitingsweg' opgenomen. Op de verbeelding is voor de ontsluitingsweg de aanduiding 'ontsluiting' opgenomen. De verbeelding en de regels sluiten daarmee niet op elkaar aan. Deze omissie zal met voorliggende herziening worden opgelost. De aanduiding 'ontsluitingsweg' in artikel 4.1 sub e wordt vervangen door de aanduiding 'ontsluiting'. Hiermee komt de term in de planregels overeen met de term op de verbeelding.
• De ligging van de aanduiding 'ontsluiting' op de verbeelding wordt aangepast, zodat de beoogde ontsluitingsweg zoals in de figuur hierboven is weergegeven kan worden aangelegd.
• Voor het gedeelte van de aanduiding 'ontsluiting' dat op de vigerende verbeelding is opgenomen, maar waar geen weg meer wordt aangelegd, de verbeelding aangepast. Deze gronden worden aangeduid als 'ontsluiting uitgesloten', waarbij geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting uitgesloten' de gronden zijn bestemd voor de andere aldaar voorkomende bestemmingen, waarbij de aanleg van een ontsluitingsweg niet is toegestaan;

Lid 4.2.10

Artikel 4.2.10 van het vigerende bestemmingsplan bevat de bouwregels voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Aangezien op de perceelsgrens een toegangspoort wordt gerealiseerd, zal aan artikel 4.2.10 een sub d worden ingevoegd. Deze sub d maakt het mogelijk om ter plaatse van de aanduiding 'ontsluitingsweg' een toegangspoort van maximaal 3 m hoog te realiseren. De bestaande regel 4.2.10 sub d wordt hernummerd in 4.2.10 sub e.

Lid 4.7.2

In lid 4.7.1 van het vigerende plan is opgenomen, dat het verboden is om op of in de gronden met de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

1. a. ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen of egaliseren;
2. b. dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater;
3. c. verwijderen van opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden.

De uitzonderingen op dit verbod zijn in lid 4.7.2 opgenomen, waarbij het verbod niet van toepassing is op werken of werkzaamheden die:

1. a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
2. b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
3. c. betrekking hebben op de aanleg van de nevengeul, de bijbehorende oevers en voorzieningen;
4. d. betrekking hebben op de inrichting van de camping op gronden die in het beplantingsontwerp, zoals opgenomen in paragraaf 5.2 in bijlage 1, zijn aangeduid met de letter B.

Op basis van deze uitzonderingen in lid 4.7.2 is het niet honderd procent duidelijk dat de nieuwe ontsluitingsweg zonder 'omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden' kan worden aangelegd. Uit bijlage 1 van de planregels in combinatie met lid 4.7.2 sub d volgt, dat dit mogelijk is, maar het is wenselijk om dit duidelijker op te nemen in de planregels. Om deze reden zal aan lid 4.7.2 een sub e worden toegevoegd waaruit volgt dat de aanleg van de ontsluitingsweg niet vergunningplichtig is.

Onderhavige herziening voorziet niet in de mogelijkheid tot nieuwe bouwplannen die op grond van artikel 6.12 lid 1 Wet ruimtelijke ordening in aanmerking moeten komen voor een exploitatieplan. Er zijn geen economische gevolgen. De uitvoerbaarheid is gegarandeerd.

In het kader van de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan wordt het bestemmingsplan maatschappelijk beoordeeld.

Er is gekozen om geen voorontwerpbestemmingsplan ter inzage te leggen, aangezien de wijzigingen zeer beperkt van aard zijn. Het ontwerpplan wordt wel ter visie gelegd ingevolge artikel 3.8 lid 1 Wet ruimtelijke ordening met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

De wijzigingen die deze herziening mogelijk maakt, zijn kleinschalig en van geringe betekenis. Voor wat betreft de provincie geldt, dat de uitzonderingslijst vooroverleg ruimtelijke plannen van toepassing is. Het plan voldoet aan de categorie van gevallen waarvoor wat betreft de provincie geen vooroverleg nodig is. Het Waterschap heeft aangegeven in te kunnen stemmen met het plan.

Het ontwerpbestemmingsplan 'Partiële herziening Buitengebied, Vechtoevers-Zuid, Ommen' heeft vanaf donderdag 20 april 2017 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn geen zienswijzen ontvangen.