KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - Glastuinbouw
Artikel 4 Bedrijf
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 6 Bos
Artikel 7 Centrum
Artikel 8 Cultuur En Ontspanning
Artikel 9 Detailhandel
Artikel 10 Gemengd
Artikel 11 Gemengd - 1
Artikel 12 Gemengd - 2
Artikel 13 Groen
Artikel 14 Horeca
Artikel 15 Maatschappelijk
Artikel 16 Maatschappelijk - Begraafplaats
Artikel 17 Recreatie
Artikel 18 Sport
Artikel 19 Tuin
Artikel 20 Verkeer
Artikel 21 Water
Artikel 22 Wonen
Artikel 23 Woongebied
Artikel 24 Wonen - Woonwagenstandplaats
Artikel 25 Leiding - Gas
Artikel 26 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Artikel 27 Leiding - Riool
Artikel 28 Waarde - Archeologie 2
Artikel 29 Waarde - Archeologie 3
Artikel 30 Waterstaat
Artikel 31 Waterstaat - Waterlopen
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 32 Anti-dubbeltelregel
Artikel 33 Algemene Bouwregels
Artikel 34 Algemene Gebruiksregels
Artikel 35 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 36 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 37 Overgangsrecht
Artikel 38 Slotregel
Bijlagen Bij De Regels
Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten (Model Nijmegen)
Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten (Model Nijmegen)
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Actualisatie
1.2 Plangebied
1.3 Ruimtelijke Analyse
1.4 Vigerende Bestemmingsplannen
1.5 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Plansystematiek
2.1 Algemeen
2.2 Regels
2.3 Flexibiliteitsbepalingen
Hoofdstuk 3 Beleidskader
3.1 Nationaal Beleid
3.2 Provinciaal Beleid
3.3 Regionaal Beleid
3.4 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 4 Cultuurhistorie
4.1 Cultuurhistorische Waarden
4.2 Archeologie
4.3 Juridische Vormgeving
Hoofdstuk 5 Woonfunctie
5.1 Wonen In Neerbosch-oost
5.2 Wonen In Heseveld
5.3 Wonen In Hees
5.4 Juridische Vormgeving
Hoofdstuk 6 Economische En Maatschappelijke Functies
6.1 Kantoren
6.2 Bedrijven
6.3 Detailhandel
6.4 Horeca
6.5 Maatschappelijke Voorzieningen
6.6 Juridische Vormgeving
Hoofdstuk 7 Mobiliteit En Bereikbaarheid
7.1 Nijmegen Duurzaam Bereikbaar
7.2 Autoverkeer
7.3 Parkeren
7.4 Openbaar Vervoer
7.5 Langzaam Verkeer
Hoofdstuk 8 Milieu-aspecten En Klimaat
8.1 Milieu-aspecten
8.2 Klimaat
8.3 Juridische Vormgeving
Hoofdstuk 9 Openbare Ruimte, Groen En Water
9.1 Openbare Ruimte
9.2 Groen
9.3 Water
9.4 Juridische Vormgeving
Hoofdstuk 10 Ontwikkelingen
10.1 Vastgestelde Ontwikkelingen
10.2 Toekomstige Ontwikkelingen
10.3 Ontwikkelingen In De Nabijheid Van Het Plangebied Nijmegen West
Hoofdstuk 11 Uitvoerbaarheid
11.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
11.2 Financiele Uitvoerbaarheid
Bijlagen Bij De Toelichting
Bijlage 1 Overzicht Vigerende Bestemmingsplannen
Bijlage 2 Inspraaknota
Bijlage 3 Bijlagen Bij Ontwikkelingen (H10)
Bijlage 4 Advies Veiligheidsregio
Bijlage 5 Zienswijzennota
Bijlage 6 Raadsbesluit

Nijmegen West

Bestemmingsplan - gemeente Nijmegen

Vastgesteld op 23-10-2013 - deels onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Nijmegen West van de gemeente Nijmegen.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0268.11000-VO01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).

1.3 aanbouw

een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw, dat op de grond staat, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een aparte ruimte vormt die al dan niet vanuit het hoofdgebouw bereikbaar is.

1.4 aan huis verbonden beroepsactiviteiten

een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.

1.5 aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten

het verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen), het voeren van de administratie van bedrijfsactiviteiten die (behoudens genoemde administratieve werkzaamheden) niet ter plaatse worden uitgeoefend, het verstrekken van logies en ontbijt (bed and breakfast) waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit in de woning met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend.

1.6 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.7 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.8 achtergevellijn

de achterste grens van het bouwvlak en het verlengde daarvan;

1.9 archeologisch deskundige

de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie.

1.10 archeologisch onderzoek

onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door de gemeente Nijmegen of namens de gemeente Nijmegen door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.

1.11 agrarisch bedrijf

een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren.

1.12 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.13 bed and breakfast

een activiteit waarbij het verstrekken van logies en ontbijt plaatsvindt in de woning en ondergeschikt is aan de woonfunctie.

1.14 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel plaatsvindt uitsluitend als niet zelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.

1.15 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk moet worden geacht.

1.16 bedrijvigheid

het uitoefenen van een bedrijf, met aanverwante activiteiten als laden en lossen en parkeren.

1.17 bestaand

  1. a. bestaande bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning;
  2. b. bestaand gebruik: het legale gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

1.18 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.19 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.20 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.21 bijgebouw

een vrijstaand, in functioneel en bouwkundig opzicht aan het hoofdgebouw ondergeschikt gebouw op hetzelfde bouwperceel dat op de grond staat en alleen bedoeld en ingericht ten behoeve van (huishoudelijke) berging, hobby- en/of stallingruimte.

1.22 bouwen

het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.23 bouwhistorisch onderzoek

in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouw-, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis en bouwhistorische kwaliteit van een monument in de vorm van een bouwhistorische inventarisatie, -verkenning, -opname of -ontleding, uitgevoerd overeenkomstig de “Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek”.

1.24 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

1.25 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.

1.26 bouwmarkt

een geheel of gedeeltelijk overdekt detailhandelsbedrijf met een overdekt verkoopvloeroppervlak van minimaal 1.000 m2, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment van bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad wordt aangeboden.

1.27 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.28 bouwperceelsgrens

een grens van een bouwperceel.

1.29 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.30 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.31 cultuurhistorische waarden

waarden die zijn gekoppeld aan de beschavingsgeschiedenis, ondergebracht als historisch (steden)bouwkundig erfgoed, historisch landschappelijk erfgoed of archeologisch erfgoed.

1.32 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van het bieden van gelegenheid om gekochte etenswaren ter plaatse te nuttigen. Onder detailhandel wordt niet verstaan detailhandel in volumineuze goederen.

1.33 detailhandel in volumineuze goederen

detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals: verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, meubels en woninginrichting en sanitair.

1.34 dienstverlenend bedrijf

een bedrijf met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copyshops, videotheken, autorijscholen en dergelijke.

1.35 erf

de gronden met een woonbestemming gelegen binnen het bouwperceel maar buiten het bouwvlak.

1.36 escortbedrijf

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige).

1.37 evenement

evenement zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen (APV).

1.38 garagebedrijf

een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd.

1.39 garagebox

overdekte berg- en bewaarplaats, stalling voor auto's en (motor)fietsen.

1.40 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.41 geluidsgevoelige functies

geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten:

geluidsgevoelige gebouwen

  1. a. woningen;
  2. b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
  1. 1. onderwijsgebouwen;
  2. 2. ziekenhuizen;
  3. 3. verpleeghuizen;
  4. 4. de volgende 'andere gezondheidszorggebouwen dan ziekenhuizen en verpleeghuizen':
  • verzorgingstehuizen;
  • psychiatrische inrichtingen;
  • medische centra;
  • poliklinieken;
  • medische kleuterdagverblijven.


geluidsgevoelige terreinen

  • I. terreinen die behoren bij de hiervoor lid b onder 4 bedoelde 'andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen', voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg;
  • II. woonwagenstandplaatsen.

1.42 gevelbreedte

de breedte van de gevel waar tegenaan wordt gebouwd.

1.43 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.44 historisch stedenbouwkundig erfgoed

fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van de gebouwde omgeving.

1.45 historisch landschappelijk erfgoed

fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van landschap en geografie.

1.46 hoekovergang

een aan- of uitbouw die buiten de gevelbreedten van het hoofdgebouw wordt gerealiseerd en die een verbinding vormt tussen een aan- of uitbouw aan de voorgevel en een aan- en of uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw.

1.47 hoofdbebouwing

hoofdgebouw(en) inclusief aan- en of uitbouwen binnen het bouwvlak.

1.48 hoofdgebouw(en)

gebouw of gebouwen, die op een bouwperceel door zijn/hun aard, constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk(en) is/zijn aan te merken.

1.49 horecabedrijf

een bedrijf of instelling waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca of bed and breakfast.

1.50 hotel

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse.

1.51 kantoor

een ruimte welke door de aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve en/of ontwerptechnische arbeid, al dan niet met een ondergeschikte baliefunctie.

1.52 landschappelijke waarden

waarden gebaseerd op aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke aspecten, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.

1.53 kiosk

een gebouw, al dan niet met een (gebouwd) terras, van beperkte omvang, veelal geplaatst in de openbare ruimte, gericht op het ter plaatse aan passanten te koop aanbieden van producten zoals souvenirs, kranten, tijdschriften, bloemen en planten, vis, groenten, versnaperingen, niet-alcoholische en licht alcoholische dranken, rookwaren, e.d.

1.54 maatschappelijke voorzieningen

het openbaar bestuur, medische, sociale, educatieve en levensbeschouwelijke diensten, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen diensten, zoals: huisarts, apotheek, school, sportzaal, kinderdagverblijf, wijkcentrum, kerkgebouw, verzorgingstehuis, onzelfstandige woonvormen, uitvaartcentrum en bibliotheek.

1.55 natuurlijke waarden

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige, ecologische en biologische elementen voorkomende in dat gebied.

1.56 omgevingsvergunning

vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.57 ondergronds bouwwerk

  1. a. een (gedeelte van een) gebouw dat gelegen is onder het niveau van de begane grondvloer van dat gebouw, waarbij de hoogte van die begane grondvloer nergens hoger ligt dan 0,25 meter boven het aansluitende maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. een zelfstandig voor mensen toegankelijk bouwwerk waarvan de bovenkant nergens hoger is dan het maaiveld van het bouwperceel ter plaatse van dat bouwwerk.

1.58 ondergeschikte detailhandel

detailhandel waarbij de detailhandelsactiviteit een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is.

1.59 ondergeschikte kantoren

kantoren waarbij het kantoor een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is.

1.60 ondergrond

voor de ondergrond van het plan is gebruik gemaakt van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN), als vervat in het bestand [nummer.dgn].

1.61 ondersteunende horeca

horeca waarbij de horeca-activiteit ondersteunend is aan de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is.

1.62 overkapping

een op de grond staand, plat afgedekt bouwwerk, bestaande uit ten minste een dak, niet zijnde een gebouw.

1.63 pension

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse.

1.64 perceelsgrens

de grens van een bouwperceel.

1.65 permanente bewoning

bewoning van een ruimte als hoofdverblijf door dezelfde persoon.

1.66 productiegebonden detailhandel

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waar de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.67 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding.

1.68 raamprostitutie

een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen.

1.69 recreatieve voorzieningen

op verblijfs- en dagrecreatie gerichte voorzieningen, niet zijnde een sportvoorziening, zoals: kampeerterrein, kampeerboerderij, recreatiewoning en een volkstuin.

1.70 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dan wel onderkomen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar.

1.71 sportvoorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op sport, niet zijnde een recreatieve voorziening, zoals: fitnesscentrum, ijsbaan, manege, speelterrein, sporthal, sportveld, stadion, tennisbaan en zwembad.

1.72 straatmeubilair

de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, road barriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, fietsenstallingen, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, abri's en dergelijke.

1.73 straatprostitutie

het op straat door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot seksuele handelingen te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken.

1.74 stacaravan

een caravan, die, ook als deze niet omgevingvergunningplichtig is, toch als bouwwerk valt aan te merken.

1.75 standplaats

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

1.76 supermarkt

een (grootschalig) detailhandelsbedrijf, veelal onderdeel van een supermarktketen, met een grote verscheidenheid aan levensmiddelen.

1.77 terreinen met een archeologisch belang

terreinen met een hoge verwachtingswaarde op het aantreffen van archeologische resten in de bodem of waarvan bekend is dat er in beperkte mate waardevolle archeologische resten in de bodem aanwezig zijn.

1.78 terreinen van zeer hoge archeologische waarde

terreinen waarvan bekend is dat er waardevolle archeologische resten aanwezig zijn.

1.79 uitbouw

een op de grond staand en aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een vergroting betreft van een in het gebouw gelegen ruimte.

1.80 voorgevellijn

de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde ervan.

1.81 wadi

voorziening voor de infiltratie van regenwater. Een wadi is een laagte waarin het regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren.

1.82 werk

een werk, geen bouwwerk zijnde.

1.83 winkelcentrum

een cluster van winkels, al dan niet in combinatie met andere functies, die in ruimtelijk-economisch opzicht als eenheid beschouwd moet worden.

1.84 wonen

de huisvesting van één of meerdere personen in een gebouw, niet zijnde een woonwagen of woonschip.

1.85 woning

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een of meer personen..

1.86 woonwagen

een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.87 woonschip

elk vaar- of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te beoordelen naar zijn constructie en/of inrichting in hoofdzaak bestemd is tot, hoofdbewoning geldend dag- en/of nachtverblijf van één of meer personen.

1.88 zaalverhuur

een inrichting ten behoeve van het al dan niet bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, waarbij het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of het verstrekken van drank voor consumptie ter plaatse mogelijk is.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand van een gebouw tot een zijdelingse perceelsgrens

de afstand gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrens.

2.2 de afstanden tussen lijnen

afstanden tussen lijnen worden gemeten van het hart van de ene lijn tot het hart van de andere lijn.

2.3 de bedrijfsvloeroppervlakte

de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle op een bouwperceel aanwezige bebouwing, boven en onder peil, ten dienste van één bepaalde binnen een bestemming toegestane activiteit/functie.

2.4 de diepte van een bouwwerk, niet zijnde een hoofdgebouw

de afstand gemeten vanaf het verste punt van het bouwwerk loodrecht op de gevel waartegen het bouwwerk wordt aangebouwd.

2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken en antennes.

2.6 de bouwhoogte van een dakopbouw

vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw.

2.7 de bouwhoogte van een kap

vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap.

2.8 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.9 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken en antennes.

Voor de meest voorkomende dakvormen bij woningen is in onderstaande schetsjes aangegeven waar de goothoogte wordt bepaald. Daarbij geldt dat voorzover het gaat om een bestaand zadeldak deze niet mag worden uitgebouwd tot een afgetopte dakvorm.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP11000-VG02_0033.jpg"

2.10 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.11 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.12 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.13 het bebouwde oppervlakte

de buitenwerks gemeten oppervlakte van de verticale projectie van alle in een nader aan te geven gebied aanwezige, al dan niet ondergrondse, bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pompputten, luifels en balkons.

2.14 het bebouwingspercentage

het percentage dat de oppervlakte van (een gedeelte van) het bouwvlak aangeeft dat binnen de aanduiding 'bouwvlak' maximaal mag worden bebouwd. Dit percentage geldt voor elk afzonderlijk bouwperceel.

2.15 het peil

de plaats vanwaar in het kader van dit bestemmingsplan de hoogte wordt gemeten als bedoeld “bouw- en goothoogte” en als volgt bepaald:

  1. a. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een (al dan niet openbare) weg grenst: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  2. b. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan de hiervoor bedoelde weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang;
  3. c. voor bouwwerken onder het maaiveld, het peil van het bijbehorende bovengrondse hoofdgebouw;
  4. d. voor drijvende bouwwerken: de waterlijn;
  5. e. in de andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

2.16 het (bruto) verkoopvloeroppervlak

de totale oppervlakte van de voor publiek toegankelijke ruimten, etalages en ruimten achter toonbanken.

2.17 het vloeroppervlak

de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten ondergronds, op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch - Glastuinbouw

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de uitoefening van een agrarisch tuinbouwbedrijf;
  2. b. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

3.2 Bouwregels

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven voor zover deze voorkomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' voor een bedrijfswoning;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding garagebedrijf (ga) is tevens een garagebedrijf toegestaan;
  4. d. ondergeschikte detailhandel;
  5. e. ondergeschikte kantoren;
  6. f. opslag en uitstalling;
  7. g. ontsluitingswegen;
  8. h. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  9. i. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

4.2 Bouwregels

4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. gebruik van gebouwen voor zelfstandige kantoren;
  2. b. bewoning (inclusief kamerverhuur) van gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen;
  3. c. opslag van goederen op onbebouwde gronden met een totale stapelhoogte van meer dan 5 meter. De opslag van goederen dient vanaf de openbare weg aan het zicht onttrokken te zijn.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 4.1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  2. b. lid 4.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten en categorie 3.1 van de Toevoeging op Staat van bedrijfsactiviteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-benzineservicestation zonder lpg' tevens voor een benzineservicestation zonder lpg;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-benzineservicestation met lpg' tevens voor een benzineservicestation met lpg;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' voor een bedrijfswoning;
  5. e. ondergeschikte detailhandel;
  6. f. ondergeschikte kantoren;
  7. g. opslag en uitstalling;
  8. h. ontsluitingswegen;
  9. i. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  10. j. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. gebruik van gebouwen voor zelfstandige kantoren;
  2. b. bewoning (inclusief kamerverhuur) van gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen;
  3. c. opslag van goederen op onbebouwde gronden met een totale stapelhoogte van meer dan 5 meter. De opslag van goederen dient vanaf de openbare weg aan het zicht onttrokken te zijn.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. a. lid 5.1 onder teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  2. b. lid 5.1 onder teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

Artikel 6 Bos

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. bos;
  2. b. behoud, herstel en/of ontwikkeling van cultuurhistorische- en natuurwaarden;
  3. c. bijbehorende voorzieningen zoals: schuilgelegenheden, bergingen, sport- en speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen en fiets- en voetpaden;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding ontsluiting (os) tevens voor een ontsluitingsweg;
  5. e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

6.2 Bouwregels

6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 7 Centrum

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, kantoren, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  2. b. detailhandel;
  3. c. horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2a van de Staat van horeca-activiteiten met bijbehorende terrassen;
  4. d. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  5. e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

7.2 Bouwregels

7.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de in lid 7.1 genoemde functies gelden de volgende bepalingen:

  1. a. het aantal supermarkten mag maximaal 2 per winkelcentrum bedragen;
  2. b. het aantal horecabedrijven mag maximaal 2 per winkelcentrum bedragen;
  3. c. detailhandel en horeca zijn uitsluitend toegestaan op de begane grond;
  4. d. in appartementengebouwen zijn detailhandel, horeca, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en kantoren uitsluitend toegestaan op de begane grond;
  5. e. wonen is uitsluitend toegestaan op de verdieping(en).

Artikel 8 Cultuur En Ontspanning

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en Ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning, zoals: atelier, bioscopen, bowlingbaan, casino, congrescentrum, museum, muziek- en dansscholen, oefenruimten en creativiteitscentra, speeltuin, schouwburg, theater, andere hiermee gelijk te stellen activiteiten;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding kinderboerderij, uitsluitend voor een kinderboerderij;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding wellness, tevens voor een wellnesscentrum;
  4. d. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 34.4;
  5. e. ondergeschikte detailhandel;
  6. f. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  7. g. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

8.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

8.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 9 Detailhandel

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. detailhandel;
  2. b. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 34.4;
  3. c. bijbehorende voorzieningen, zoals: verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  4. d. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

9.2 Bouwregels

9.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

gebruik van gronden en gebouwen voor enige vorm van horeca, met uitzondering van het bepaalde in artikel 34.4.

Artikel 10 Gemengd

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, bedrijven, kantoren, dienstverlening en maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens voor detailhandel, met uitzondering van een supermarkt;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding maatschappelijk (m) zijn geen maatschappelijke voorzieningen toegestaan;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca' tevens voor horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2a van de Staat van horeca-activiteiten met bijbehorende terrassen;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding (ga) tevens voor een garagebedrijf;
  6. f. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  7. g. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

10.2 Bouwregels

10.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 11 Gemengd - 1

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden (Graafseweg 274) zijn bestemd voor:

  1. a. wonen, kantoren en bedrijven, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  2. b. het wonen is uitsluitend toegestaan op de verdiepingen;
  3. c. bedrijven zijn uitsluitend toegestaan onder peil en op de begane grondlaag;
  4. d. bedrijven die voorkomen in categorie 1 en 2 op de 'Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen);
  5. e. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' uitsluitend voor kantoren;
  6. f. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  7. g. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

11.2 Bouwregels

Artikel 12 Gemengd - 2

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden (Hatertseveldweg 284) zijn bestemd voor:

  1. a. wonen en boeddhistisch centrum;
  2. b. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  3. c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

12.2 Bouwregels

12.3 Specifieke gebruiksregels

Artikel 13 Groen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen;
  2. b. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, overstortvijvers, rioolbuffers, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen;
  3. c. bijbehorende voorzieningen zoals: sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, hondenuitlaatplaatsen, in- en uitritten en fiets- en voetpaden;
  4. d. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen;
  5. e. (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 33.2.

13.2 Bouwregels

13.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

het gebruik van gronden ten behoeve van parkeren.

Artikel 14 Horeca

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. horecabedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b, 2a van de Staat van horeca-activiteiten;
  2. b. bijbehorende voorzieningen, zoals: verhardingen, terrassen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  3. c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

14.2 Bouwregels

14.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

lid 14.1 onder a teneinde horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van horeca-activiteiten.

Artikel 15 Maatschappelijk

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  2. b. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 34.4;
  3. c. bestaande bedrijfswoningen;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding onderwijsgebouw (on) is, gelet op de bepalingen uit de Wet geluidhinder, uitsluitend een onderwijsgebouw toegestaan;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding beeldbepalende boom (beb) tevens voor een (beeldbepalende) boom;
  6. f. bijbehorende voorzieningen zoals: verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen, sport- en speelvoorzieningen en jongerenontmoetingsplaatsen;
  7. g. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

15.2 Bouwregels

Artikel 16 Maatschappelijk - Begraafplaats

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. een begraafplaats;
  2. b. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 34.4;
  3. c. bestaande bedrijfswoning;
  4. d. bijbehorende voorzieningen zoals: verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  5. e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

16.2 Bouwregels

Artikel 17 Recreatie

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. recreatieve voorzieningen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding volkstuin (vt) tevens voor een volkstuin;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding speeltuin (spt) tevens voor een speeltuin;
  4. d. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 34.4;
  5. e. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen, fiets- en voetpaden;
  6. f. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

17.2 Bouwregels

17.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

gebruik van gronden en gebouwen voor enige vorm van horeca, met uitzondering van het bepaalde in artikel 34.4.

Artikel 18 Sport

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. sportvoorzieningen;
  2. b. ondersteunende horeca zoals bedoeld in artikel 34.4;
  3. c. bijbehorende voorzieningen, zoals: verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen, fiets- en voetpaden;
  4. d. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

18.2 Bouwregels

18.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

gebruik van gronden en gebouwen voor enige vorm van horeca, met uitzondering van het bepaalde in artikel 34.4.

Artikel 19 Tuin

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen en groenvoorzieningen;
  2. b. gebouwen en overkappingen behorend bij het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw(en);
  3. c. ter plaatse van de aanduiding karakteristiek (ka) als karakteristiek erf;
  4. d. verhardingen en parkeervoorzieningen behorend bij het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw(en);
  5. e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

19.2 Bouwregels

19.3 Specifieke gebruiksregels

Het totale oppervlak van ongebouwde parkeervoorzieningen mag:

  1. a. indien de aangrenzende gronden binnen het bouwperceel bestemd zijn tot Wonen, niet meer dan 50% van de tot “Tuin” bestemde gronden bedragen;
  2. b. in overige gevallen mag de tot "Tuin" bestemde gronden geheel gebruikt worden ten behoeve van parkeren.

19.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 20 Verkeer

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing (waaronder terrassen), verkeerswegen (waaronder busbanen, fiets- en voetpaden), openbaar vervoer, kunstwerken (zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken), parkeervoorzieningen (incl. garageboxen) en fietsenstallingen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding 'brug' voor een brug met bijbehorende toe- en afritten;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' voor een parkeergarage met bijbehorende in- en uitritten, fly-overs, e.d.;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-kiosk' voor een kiosk;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding beeldbepalende boom (beb) tevens voor een (beeldbepalende) boom;
  6. f. bijbehorende voorzieningen zoals: groen-, sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen en taluds;
  7. g. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen;
  8. h. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen;
  9. i. (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 33.2.

20.2 Bouwregels

20.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2 voor de bouw van een kiosk met dien verstande dat:

  1. a. de bebouwde oppervlakte van een kiosk maximaal 50 m² mag bedragen;
  2. b. de maximale bouwhoogte 5 meter en de maximale goothoogte 3 meter mag bedragen;
  3. c. de activiteiten geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

20.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan het gebruik van garageboxen voor enige vorm van detailhandel en/of horeca.

Artikel 21 Water

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. de waterhuishouding en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterbeheersing, waterafvoer en –berging, watergangen, aanleg- en vissteigers, waterlopen en waterpartijen alsmede voor taluds, oevers en onderhoudsstroken kunstwerken, bruggen en andere waterstaatkundige werken en;
  2. b. bijbehorende voorzieningen zoals: groen, sport- en speelvoorzieningen.

21.2 Bouwregels

Artikel 22 Wonen

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. ter plaatse van de aanduiding ' onderdoorgang' voor een onderdoorgang;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding bedrijf aan huis (bah( is tevens een bedrijf aan huis toegestaan;
  4. d. ter plaatse van de aanduiding kantoor (k) tevens voor een kantoor;
  5. e. ter plaatse van de aanduiding dienstverlening (dv) tevens voor een dienstverlenend bedrijf;
  6. f. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  7. g. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

22.2 Bouwregels

22.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2.2 om uitvoering te kunnen geven aan de Wet maatschappelijke ondersteuning, met dien verstande dat:

  1. a. het totaal bebouwd oppervlakte ten hoogste 60% van de oppervlakte van het erf mag bedragen, met een maximum van 75 m²;
  2. b. deze afwijkingsmogelijkheid enkel geldt ten aanzien van bouw en/of uitbreiding van aan- en uitbouwen.

22.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. bewoning van bijgebouwen;
  2. b. uitoefening van (aan huis verbonden) beroeps- of bedrijfsactiviteiten in bijgebouwen. Deze bepaling geldt niet ter plaatse van de aanduidingen bedrijf aan huis (bah), kantoor (k) en dienstverlening (dv).Ter plaatse van deze aanduidingen is het uitoefenen van (aan huis verbonden) beroeps-of bedrijfsactiviteiten in het bijgebouw toegestaan voor zover het een bedrijf betreft in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, het gebruik past in de begripsbepalingen van kantoor en dienstverlenend bedrijf en er een functionele relatie bestaat met het hoofdgebouw (de woning);
  3. c. ter plaatse van de aanduiding erf: het zonder omgevingsvergunning aanbrengen van verhardingen en/of verwijderen van beplantingselementen;

Artikel 23 Woongebied

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wonen;
  2. b. verblijfsgebieden;
  3. c. ontsluitingswegen;
  4. d. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer-, groen-, sport- en speelvoorzieningen;
  5. e. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

23.2 Bouwregels

23.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. bewoning van bijgebouwen;
  2. b. uitoefening van (aan huis verbonden) beroeps- of bedrijfsactiviteiten in bijgebouwen.

Artikel 24 Wonen - Woonwagenstandplaats

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen-Woonwagenstandsplaats aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. woonwagens;
  2. b. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  3. c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

19.2 Bouwregels

19.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  1. a. woonwagens;
  2. b. aan- en uitbouwen;
  3. c. overkappingen;
  4. d. bijgebouwen;
  5. e. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.

19.2.2 Specifieke bouwregels

De in artikel genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels:

  1. a. het aantal standplaatsen voor woonwagens mag maximaal 3 bedragen. De woonwagens moeten zijn opgericht binnen het bouwvlak;
  2. b. per standplaats is maximaal één woonwagen met bijbehorende aan- en uitbouwen en overkappingen toegestaan. De gezamenlijke oppervlakte van de woonwagen, aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt maximaal 160 m2. De goothoogte van een woonwagen bedraagt maximaal 3 meter en de bouwhoogte maximaal 6 meter. De bouwhoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt maximaal 3 meter;
  3. c. naast de bebouwing die onder b is toegestaan, is per standplaats tevens maximaal één gebouw ten behoeve van sanitaire voorzieningen en maximaal één berging voor niet voor handel bestemde goederen toegestaan met een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 20 m2. De bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter;
  4. d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen worden opgericht met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2 meter mag bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter.

19.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan opslag of sloopwerkzaamheden op onbebouwde gronden.

Artikel 25 Leiding - Gas

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en/of bescherming van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding.

25.2 Bouwregels

25.3 Afwijken van de bouwregels

25.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 26 Leiding - Hoogspanningsverbinding

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en/of bescherming van een bovengrondse hoogspanningsverbinding.

26.2 Bouwregels

26.3 Afwijken van de bouwregels

26.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 27 Leiding - Riool

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en/of bescherming van een rioolwatertransportleiding.

27.2 Bouwregels

27.3 Afwijken van de bouwregels

27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 28 Waarde - Archeologie 2

28.1 Bouwregels

28.2 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (gebied van archeologisch belang).

28.3 Afwijken van de bouwregels

28.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

28.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

28.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:

  1. a. de bestemming Waarde - Archeologie 2 als bedoeld in lid 28.2 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is;
  2. b. gronden alsnog te bestemmen als Waarde - Archeologie 2 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 29 Waarde - Archeologie 3

29.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (zeer hoge archeologische waarde).

29.2 bouwregels

29.3 Afwijken van de bouwregels

29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

29.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

29.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door:

  1. a. de bestemming Waarde - Archeologie 3 als bedoeld in lid 29.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
  2. b. gronden alsnog te bestemmen als Waarde - Archeologie 3 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 30 Waterstaat

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  1. a. de afvoer van hoog opperwater, sediment en ijs;
  2. b. waterhuishouding;
  3. c. verkeer te water;
  4. d. verbetering van de hoofdwaterkering alsmede voor de vergroting van de afvoercapaciteit;
  5. e. het gebruik ten behoeve van de uitvoering van bouwwerken, werken en werkzaamheden, welke passen in het kader van het normale beheer en onderhoud van de rivier, zoals oever- en kribvakverdedigingen en strekdammen en het plaatsen van bakens en scheepvaarttekens.

30.2 Bouwregels

30.3 Afwijken van de bouwregels

30.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 31 Waterstaat - Waterlopen

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging, kunstwerken, bruggen en andere waterstaatskundige werken.

31.2 Bouwregels

31.3 Afwijken van de bouwregels

31.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

  1. a. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
  2. b. het opstellen, opslaan, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop, van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines.


Deze gebruiksvormen zijn niet strijdig, indien en voor zover deze onlosmakelijk verbonden zijn met werken en werkzaamheden, waarvoor een aanlegvergunning zoals bedoeld in artikel 31.5.1 is verleend.

31.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 32 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 33 Algemene Bouwregels

33.1 Beeldende kunst

Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 10 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen onverkort van toepassing blijven.

33.2 (Bouw)werken ten algemenen nutte

Het oprichten van bouwwerken ten algemenen nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten en schuilgelegenheden, is binnen alle bestemmingen toegestaan, met dien verstande dat:

  1. a. de inhoud van elk gebouw niet meer mag bedragen dan 50 m³;
  2. b. de oppervlakte van elke overkapping niet meer mag bedragen dan 20 m²;
  3. c. de goothoogte van gebouwen niet meer dan 3 meter mag bedragen en de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan 5 meter mag bedragen;
  4. d. de bouwhoogte van overkappingen niet meer dan 3 meter mag bedragen;
  5. e. voor de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, de bouwregels van de geldende bestemming van toepassing zijn;
  6. f. de regels van de dubbelbestemmingen onverkort van toepassing blijven.

33.3 Ondergronds bouwen

Bouwen onder peil ten behoeve van de bestemming is toegestaan, met dien verstande dat:

  1. a. bouwen onder peil is toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak'. Bebouwing onder peil mag uitsluitend worden gebruikt ter ondersteuning van ingevolge deze regels op de begane grond toegestane functies;
  2. b. bouwen onder peil is toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak' ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen;
  3. c. bouwen onder peil binnen de bestemming Wonen is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, voor zover bovengronds aan- en uitbouwen zijn toegestaan dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt;
  4. d. bouwen onder peil binnen de bestemming Tuin is toegestaan, mits grenzend aan het hoofdgebouw met een maximale diepte van 1,5 meter dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt;
  5. e. bouwen onder peil ten behoeve van een woning binnen de bestemming [Gemengd] is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, mits grenzend aan de woning met een maximale diepte van 3 meter achter de achtergevelrooilijn dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt;
  6. f. bouwen onder peil ten behoeve van een woning binnen de bestemming [Gemengd] is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, mits grenzend aan de woning met een maximale diepte van 1,5 meter voor de voorgevellijn danwel tot zover als de bestaande aan- of uitbouw reikt;
  7. g. bouwen onder peil ten behoeve van bouwwerken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 33.2 is toegestaan.

33.4 Radarbescherming

Artikel 34 Algemene Gebruiksregels

34.1 Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten

34.2 Buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven

34.3 Evenementen

Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening.

34.4 Ondersteunende horeca

In gebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor detailhandel, maatschappelijke voorzieningen, cultuur en ontspanning, recreatie en/of sport, en niet voor horeca, is ondersteunende horeca onder de volgende voorwaarden toegestaan:

  1. a. de horeca-activiteit is ondergeschikt aan de hoofdactiviteit;
  2. b. de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit;
  3. c. de toegang tot de horeca-activiteit is uitsluitend via die van de hoofdactiviteit, er is dus geen aparte ingang;
  4. d. er is in het pand vrij toegankelijke sanitaire ruimte;
  5. e. voor de horeca-activiteit mag geen aparte reclame worden gemaakt;
  6. f. van het totale vloeroppervlak van een food-detailhandelsbedrijf mag maximaal 20 m2 en niet meer dan 25% van het totale verkoopvloeroppervlak aan ondersteunende horeca worden besteed, mits binnen een afstand van 50 meter aan weerszijden van het pand zich geen andere zaak bevindt met ondersteunende of reguliere horeca;
  7. g. van het totale vloeroppervlak van een non-food detailhandelsbedrijf mag maximaal 50 m2 en niet meer dan 25% van het totale verkoopvloeroppervlak aan ondersteunende horeca worden besteed, mits binnen een afstand van 50 meter aan weerszijden van het pand zich geen andere zaak bevindt met ondersteunende of reguliere horeca;
  8. h. van het totale vloeroppervlak van een maatschappelijke voorziening, een voorziening gericht op cultuur en ontspanning en een recreatieve- en sportvoorziening (met uitzondering van een sporthal en sportveld) mag maximaal 10% aan ondersteunende horeca worden besteed;
  9. i. van het totale vloeroppervlak van een sporthal mag maximaal 12% aan ondersteunende horeca worden besteed;
  10. j. voor 1 sportveld mag maximaal 150 m2 aan ondersteunende horeca worden besteed en bij meerdere velden mag voor ieder extra sportveld maximaal 75 m2 worden opgeteld, met dien verstande dat de maximale oppervlakte niet meer mag bedragen dan 375 m2.

De gehanteerde oppervlaktematen betreffen de totale oppervlakte ten dienste van de ondersteunende horecafunctie, niet inbegrepen de daarbij behorende ruimten als opslag, keuken- en toiletruimten.

34.5 Seksinrichting of esortbedrijf

Artikel 35 Algemene Aanduidingsregels

35.1 Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen

Binnen de gebiedsaanduiding veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen zijn maatschappelijke voorzieningen slechts toegestaan indien maatregelen worden getroffen om het verblijf of gebruik door verminderd of niet-zelfredzame personen voldoende veilig te maken. Hierover wordt vooraf advies ingewonnen bij de Veiligheidsregio.

35.2 Geluidszone - Industrie

Op gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone-industrie' mag, ongeacht het bepaalde in de geldende bestemmingen, geen bebouwing voor geluidsgevoelige functies worden opgericht, tenzij een hogere waarde in het kader van de Wet geluidhinder is vastgesteld.

Artikel 36 Overige Regels

36.1 Uitsluiting aanvullende werking van de bouwverordening

De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:

  1. a. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
  2. b. de ruimte tussen bouwwerken.

36.2 Voorrangsregeling bestemmingen

Bij toepassing van de bestemmingen uit Hoofdstuk 2 geldt, indien op deze gronden een (enkelvoudige) bestemming samenvalt met een dubbelbestemming, primair het bepaalde met betrekking tot de dubbelbestemming.

Indien twee of meer dubbelbestemmingen samenvallen, dient de volgende prioriteitenvolgorde te worden aangehouden:

  1. a. in de eerste plaats de planregels van artikel 26 (Leiding-Gas);
  2. b. in de tweede plaats de planregels van artikel 27 (Leiding-Hoogspanningsverbinding);
  3. c. in de derde plaats de planregels van artikel 28 (Leiding-Riool);
  4. d. in de vierde plaats de planregels van artikel 31 (Waterstaat);
  5. e. in de vijfde plaats de planregels van artikel 32 (Waterstaat-Waterlopen);
  6. f. in de zesde plaats de planregels van artikel 29 (Waarde-archeologie 3);
  7. g. in de zevende plaats de planregels van artikel 30 (Waarde-archeologie 2).

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 37 Overgangsrecht

37.1 Overgangsrecht bouwwerken

37.2 Overgangsrecht gebruik

Artikel 38 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Nijmegen West.

Bijlagen Bij De Regels

Bijlage 1 Staat Van Bedrijfsactiviteiten (Model Nijmegen)

1.1 Staat van bedrijfsactiviteiten

01 Landbouw, jacht en bosbouw Cat. Milieu-
aspect
0141.1 Hoveniersbedrijven 2 G30
0142 Dienstverlening voor het fokken/houden van dieren (geen veterinaire diensten) 2 G-GE30
05 Visserij, kweken van vis en schaaldieren
Cat Milieu-
aspect
0502 Kweken van vis en schaaldieren 3.1 G-GE30
15 Industrie
Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken
Cat Milieu-
aspect
1511 Slachterijen (geen pluimveeslachterijen) 3.2 G-GE100
1513.1 Vervaardiging van snacks en kant-en-klaar-maaltijden 3.1 G-GE50
1513.2 Vervaardiging van vleeswaren (geen snacks) en overige vleesverwerking 3.1 G-GE50
1551 Melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 t/j 3.2 G100
Melkproductenfabrieken v.c. > 55.000 t/j 4.2 G100
1552 Bereiding van consumptie-ijs p.o. = 200 m2 2 G30
Bereiding van consumptie-ijs p.o. > 200 m2 3.2 G100
1561 Vervaardiging van meel (geen zetmeel)< 500 t/u 4.1 G200
Vervaardiging van meel (geen zetmeel)= 500 t/u 4.2 G300
1562 Vervaardiging van zetmeel < 10 t/u 4.1 G-GE200
Vervaardiging van zetmeel = 10 t/u 4.2 G-GE300
1571 Vervaardiging van veevoeder (mengvoeder) < 100 t/u 4.1 G-GE200
Vervaardiging van veevoeder (mengvoeder) = 100 t/u 4.2 G-GE300
1572 Vervaardiging van voer voor huisdieren 4.1 G-GE200
1581 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. < 2.500 kg meel/week 2 G-GE30
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. = 2.500 kg meel/week 3.2 G-GE100
1582 Banketfabrieken en vervaardiging van beschuit en biscuit 3.2 G-GE100
1584.2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. = 200 m2 2 G-GE30
Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. < 2.000 m2 3.2 GE100
Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. > 2.000 m2 5.1 GE500
1585 Vervaardiging van deegwaren 3.1 GE50
1589 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen n.e.g. 4.1 GE200
1591 Distilleerderijen en likeurstokerijen 4.2 GE300
1596 Bierbrouwerijen 4.2 GE300
17 Vervaardiging van textiel en textielproducten
Cat Milieu-
aspect
1771 Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken 3.1 G50
1772 Vervaardiging van gebreide en gehaakte truien, vesten en pullovers 3.1 G50
18 Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont
Cat Milieu-
aspect
1822 Vervaardiging van bovenkleding (geen werkkleding en kleding van leer) 2 G30
1823 Vervaardiging van onder- en nachtkleding 2 G30
1824 Vervaardiging van overige kleding en -toebehoren n.e.g. 2 G30
20 Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet e.d. Cat Milieu-
aspect
2020 Vervaardiging van fineer en plaatmaterialen 3.2 G-GE100
2030.2 Vervaardiging van overig timmerwerk 3.2 G100
21 Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren; uitgeverijen en drukkerijen e.d. Cat Milieu-
aspect
2112.1 Vervaardiging van grafisch papier en karton < 3 t/u 3.1 G-GE-S50
Vervaardiging van grafisch papier en karton 3 - 15 t/u 4.1 G200
Vervaardiging van grafisch papier en karton > 15 t/u 4.2 G300
2121.1 Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van papier en karton 3.2 G100
2123 Vervaardiging van kantoorbenodigdheden van papier 3.2 G100
2125 Vervaardiging van overige papier- en kartonwaren 3.2 G100
22 Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media Cat Milieu-
aspect
2222.1 Drukkerijen van boeken e.d. 3.2 G100
2222.2 Drukkerijen van tijdschriften 3.2 G100
2222.3 Drukkerijen van reclame 3.2 G100
2222.5 Drukkerijen van formulieren 3.2 G100
2222.6 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 2 G30
2223 Grafische afwerking en binderijen 1 G10
2224 Grafische reproductie en zetten 2 GE30
2225 Overige activiteiten verwant aan de drukkerij 2 G-GE30
2231 Reproductie van geluidsopnamen 1 G10
24 Vervaardiging van chemische producten
Cat Milieu-
aspect
2416 Vervaardiging van kunststof in primaire vorm 5.2 GE700
2430 Vervaardiging van verf, lak, vernis, inkt en mastiek 4.2 GE300
2442 Formulering en afvullen geneesmiddelen 3.1 G-GE50
2466 Chemische kantoorbenodigdheden fabrieken 3.1 G-GE50
Vervaardiging van overige chemische producten n.e.g. 4.1 G-GE200
25 Vervaardiging van producten van rubber en kunststof
Cat Milieu-
aspect
2522 Productie van verpakkingsmateriaal en assemblage kunststofbouwmaterialen 3.1 G-GE50
Kunststofverwerkende bedrijven zonder fenolharsen 4.1 GE200
Kunststofverwerkende bedrijven met fenolharsen 4.2 GE300
2524 Vervaardiging van overige producten van kunststof 4.1 GE200
26 Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten Cat Milieu-
aspect
2612 Vormen en bewerken van vlakglas 3.1 G50
2613 Vervaardiging van holglas 3.2 G100
2621 Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens < 40 kW 2 G30
Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens = 40 kW 3.2 G100
2661.1 Vervaardiging van producten van beton voor de bouw 5.2 G700
2663 Vervaardiging van stortklare beton p.c. < 100 t/d 3.2 G100
Vervaardiging van stortklare beton p.c. > 100 t/d 4.2 G300
2670 Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. = 2.000 m2 3.1 G50
Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. > 2.000 m2 3.2 G100
27 Vervaardiging van metalen in primaire vorm en van producten van metaal Cat Milieu-
aspect
2710 Vervaardiging van ijzer, staal en ferro-legeringen(EGKS) p.c. < 1.000t/j 5.2 G-GE700
2751 Gieten van ijzer p.c. < 4.000 t/j 4.2 G300
2754 Gieten van overige non-ferrometalen 4.2 G300
28 Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en transportmiddelen) Cat Milieu-
aspect
2811 Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw p.o.= 200 m2 3.1 G50
Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw p.o.> 200 m2 3.2 G100
2812 Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.= 200 m2 3.1 G50
Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.> 200 m2 3.2 G100
2851 Oppervlaktebehandeling, Algemeen 3.2 G100
Oppervlaktebehandeling, Lakken, moffelen en emailleren 3.2 G-GE100
2852 Overige metaalbewerking, p.o.= 200 m2 3.1 G50
Overige metaalbewerking, p.o.> 200 m2 3.2 G100
2863 Vervaardiging van hang- en sluitwerk 3.2 G100
2875 Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.= 200 m2 3.1 G50
Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.> 200 m2 3.2 G100
29 Vervaardiging van machines en apparaten
Cat Milieu-
aspect
2911 Vervaardiging en revisie van motoren en turbines (geen motoren voor vliegtuigen, motorvoertuigen en -fietsen) p.o. > 2.000 m2 4.1 G200
2921 Vervaardiging van industriële ovens en branders, p.o. > 2.000 m2 4.1 G200
2922 Vervaardiging van hijs-, hef- en andere transportwerktuigen,
p.o. > 2.000 m2
4.1 G200
2932 Vervaardiging van landbouwmachines en -werktuigen (geen tractoren),
p.o. > 2.000 m2
4.1 G200
2955 Vervaardiging van machines en apparaten voor de productie van papier, karton en papier- en kartonwaren, p.o. 2.000 m2 4.1 G200
2956 Vervaardiging van overige machines en apparaten n.e.g. voor specifieke industriële activiteiten, p.o. > 2.000 m2 4.1 G200
30 Vervaardiging van elektrische en optische apparaten en instrumenten Cat Milieu-
aspect
3002 Vervaardiging van computers 2 G-GE30
31 Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten en benodigdheden Cat Milieu-
aspect
3110 Vervaardiging van elektromotoren en elektrische generatoren en transformatoren 4.1 G-GE200
3130 Vervaardiging van geïsoleerde kabel en draad 4.1 G200
3162 Vervaardiging van koolelektroden 6 GE1500
32 Vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparaten en benodigdheden Cat Milieu-
aspect
3210 Vervaardiging van elektronische componenten 3.1 G50
3220 Vervaardiging van zendapparaten voor televisie en radio en van apparaten voor lijntelefonie en -telegrafie 3.1 G50
33 Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen e.d., precisie- en optische instrumenten en uurwerken Cat Milieu-
aspect
3310.1 Tandtechnische bedrijven 2 G-GE30
3310.2 Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten en overige orthopedische en protheseartikelen 2 G-GE30
3320 Vervaardiging van meet-, regel- en controleapparaten (niet voor de bewaking van industriële processen) 2 G30
3350 Vervaardiging van uurwerken 2 G30
34 Vervaardiging van transportmiddelen
Cat Milieu-
aspect
3420.1 Carrosseriebouw 4 G200
3420.2 Vervaardiging van aanhangwagens en opleggers 4 G200
35 Vervaardiging van transportmiddelen (geen auto's, aanhangwagens en opleggers) Cat Milieu-
aspect
3511 Nieuwbouw en reparatie van metalen schepen > 25 m1, baggermaterieel, booreilanden e.d. 5.1 G500
3512 Nieuwbouw en reparatie van sport- en recreatievaartuigen, metaal < 25 m1 4.1 G200
3542 Vervaardiging van fietsen 3.2 G100
3543 Vervaardiging van invalidenwagens 3.2 G100
3550 Vervaardiging van overige transportmiddelen n.e.g. 3.2 G100
36 Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen n.e.g. Cat Milieu-
aspect
3611 Vervaardiging van zitmeubels 3.2 G100
3612.1 Interieurbouw 3.2 G100
3612.2 Vervaardiging van bedrijfsmeubels 3.2 G100
3615 Vervaardiging van matrassen 3.2 G100
3622 Vervaardiging van sieraden e.d. (geen imitatiesieraden) 2 GE30
3630 Vervaardiging van muziekinstrumenten 2 G-GE30
3663.1 Sociale werkvoorziening 2 G-GE30
3663.2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 3.1 G50
37 Voorbereiding tot recycling
Cat Milieu-
aspect
3720 Voorbereiding tot recycling van afval (geen metaalafval) 4.2 G300
40 Productie en distributie van elektriciteit, aardgas en water Cat Milieu-
aspect
4000.1 Centrale productie van elektriciteit (olie/gas) > 75 MW 5.1 G500
4000.2 Decentrale productie van elektriciteit, stoom en warm water 5.1 G500
4000.3 Distributie van elektriciteit, aardgas, stoom en warm water 4.2 G300
41 Winning en distributie van water
Cat Milieu-
aspect
4100 Winning en distributie van water 3.1 G50
45 Bouwnijverheid
Cat Milieu-
aspect
4511.1 Slopen van bouwwerken b.o. < 2000 m2 3.1 G50
Slopen van bouwwerken b.o. > 2000 m2 3.2 G100
4511.2 Grondverzet b.o. < 2000 m2 3.1 G50
Grondverzet b.o. > 2000 m2 3.2 G100
4521.1 Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw < 2000 m2 3.1 G50
Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw > 2000 m2 3.2 G100
4521.3 Leggen van kabels en buizen < 2000 m2 3.1 G50
Leggen van kabels en buizen > 2000 m2 3.2 G100
4522 Dakdekken en bouwen van dakconstructies < 2000 m2 3.1 G50
Dakdekken en bouwen van dakconstructies > 2000 m2 3.2 G100
4523.1 Aanleggen van wegen, luchthavens, spoorwegen en sportterreinen < 2000 m2 3.1 G50
Aanleggen van wegen, luchthavens, spoorwegen en sportterreinen > 2000 m2 3.1 G50
4523.2 Stratenmaken < 2000 m2 3.1 G50
Stratenmaken > 2000 m2 3.2 G100
4525.1 Heien en andere funderingswerkzaamheden < 2000 m2 3.1 G50
Heien en andere funderingswerkzaamheden > 2000 m2 3.2 G100
4525.2 Vlechten van betonstaal < 2000 m2 3.1 G50
Vlechten van betonstaal > 2000 m2 3.2 G100
4525.4 Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g. < 2000 m2 3.1 G50
Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g. > 2000 m2 3.2 G100
4531 Elektrotechnische bouwinstallatie < 2000 m2 3.1 G50
Elektrotechnische bouwinstallatie > 2000 m2 3.2 G100
4532 Isolatiewerkzaamheden < 2000 m2 3.1 G50
Isolatiewerkzaamheden > 2000 m2 3.2 G100
4533.1 Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair < 2000 m2 3.1 G50
Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair > 2000 m2 3.2 G100
4533.2 Installatie centrale verwarmings-/luchtbehandelingsapparaten < 2000 m2 3.1 G50
Installatie centrale verwarmings-/luchtbehandelingsapparaten > 2000 m2 3.2 G100
4534 Overige bouwinstallatie < 2000 m2 3.1 G50
Overige bouwinstallatie > 2000 m2 3.2 G100
4541 Stukadoren < 2000 m2 3.1 G50
Stukadoren > 2000 m2 3.2 G100
4542 Timmeren < 2000 m2 3.1 G50
Timmeren > 2000 m2 3.2 G100
4544 Schilderen en glaszetten < 2000 m2 3.1 G50
Schilderen en glaszetten > 2000 m2 3.2 G100
4545 Overige afwerking van gebouwen < 2000 m2 3.1 G50
Overige afwerking van gebouwen > 2000 m2 3.2 G100
50 Reparatie van consumentenartikelen en handel
Cat Milieu-
aspect
5010.1 Import van nieuwe bedrijfsauto's 2 G30
5010.2 Import van nieuwe personenauto's 2 G30
5010.3 Handel in en reparatie van bedrijfsauto's (geen import van nieuwe) 3.2 G100
5010.4 Handel in en reparatie van personenauto's (geen import van nieuwe) 2 G30
5010.5 Handel in aanhangwagens, opleggers e.d. 2 G30
5020.1 Auto-onderdelenservicebedrijven 2 G30
5020.2 Bandenservicebedrijven 2 G30
5020.3 Reparatie van specifieke auto-onderdelen 2 G30
5020.4 Carrosserieherstel 3.2 G100
5020.5 Overig onderhoud en slepen van auto's 2 G30
5030.1 Groothandel en handelsbemiddeling in auto-onderdelen en -accessoires 2 G30
5030.2 Groothandel en handelsbemiddeling in banden 2 G30
5040.1 Groothandel en handelsbemiddeling in motorfietsen en onderdelen en accessoires daarvan 2 G30
5050 Benzineservicestations zonder LPG 2 G30
Benzineservicestations met LPG < 1000 m3/jr 3.1 GV50
Benzineservicestations met LPG > 1000 m3/jr 4.1 GV200
51 Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) Cat Milieu-aspect
5121.5 Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) < 500 t/u 3.1 G50
Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) > 500 t/u 4.2 G300
5121.8 Groothandel in overige akkerbouwproducten < 500 t/u 3.1 G50
Groothandel in overige akkerbouwproducten > 500 t/u 4.2 G300
5122 Groothandel in bloemen en planten 2 G30
5123.1 Groothandel in levend vee 3.2 G100
5123.2 Groothandel in huisdieren, siervissen, siervogels en wilde dieren 3.2 G100
5124.1 Groothandel in huiden en vellen 3.1 GE50
5131.1 Groothandel in groenten en fruit 3.1 GV50
5132 Groothandel in vlees/vleeswaren, pluimvee, wild/gevogelte (niet levend) 3.1 GV50
5133.1 Groothandel in zuivelproducten, spijsoliën en -vetten 3.1 GV50
5134 Groothandel in dranken 2 G30
5136 Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk 2 G30
5137 Groothandel in koffie/thee/cacao/specerijen (geen ruwe tropische producten) 2 G30
5138.1 Groothandel in snacks 2 G30
5138.3 Gespecialiseerde groothandel in overige voedings-/genotmiddelen n.e.g. 2 G30
5139 Groothandel in voedings- en genotmiddelen algemeen assortiment 2 G30
5142.1 Groothandel in bovenkleding 2 G30
5142.3 Groothandel in onderkleding 2 G30
5142.6 Groothandel in textielwaren algemeen assortiment 2 G30
5143.2 Groothandel in audio- en videoapparaten 2 G30
5143.3 Groothandel in beeld- en geluidsdragers 2 G30
5143.4 Groothandel in verlichtingsartikelen 2 G30
5143.5 Groothandel in overige elektrische huishoudelijke apparaten 2 G30
5146.2 Groothandel in medische en tandheelkundige instrumenten, verpleeg- en orthopedische artikelen en laboratoriumbenodigdheden 2 G30
5147.1 Groothandel in sportartikelen (geen watersportartikelen) 2 G30
5147.4 Groothandel in speelgoed 2 G30
5147.5 Groothandel in optische artikelen 2 G30
5147.8 Groothandel in muziekinstrumenten 2 G30
5147.9 Groothandel in huismeubilair 2 G30
5148.1 Groothandel in woningtextiel en vloerbedekking 2 G30
5148.3 Groothandel in papier- en kartonwaren (geen verpakkingsmateriaal) 2 G30
5148.4 Groothandel in boeken, tijdschriften en ander drukwerk 2 G30
5148.5 Groothandel in kantoor- en schoolbenodigdheden (geen schoolboeken, kantoormeubels en -machines) 2 G30
5148.6 Groothandel in fietsen en bromfietsen 2 G30
5148.7 Groothandel in overige non-food consumentenartikelen n.e.g. 2 G30
5151.2 Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen o.c. < 100.000 m3 4.1 GV200
Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen o.c. > 100.000 m3 5.1 GV500
5151.3 Groothandel in minerale olieproducten (geen brandstoffen) 3.2 GE100
5152.2 Groothandel in ferrometalen en -halffabrikaten 3.2 G100
5152.3 Groothandel in non-ferrometalen en -halffabrikaten 3.2 G100
5153.1 Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5153.2 Groothandel in verf en verfwaren b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in verf en verfwaren b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5153.3 Groothandel in vlakglas b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in vlakglas b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5153.4 Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m2 2 G30
Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m2 3.2 G100
5153.5 Groothandel in tegels en plavuizen b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in tegels en plavuizen b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5153.6 Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5153.7 Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5153.8 Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. > 2000 m2 3.1 G50
5154.1 Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m2 3.1 G50
5154.2 Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m2 2 G30
Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m2 3.1 G50
5155.1 Groothandel in chemische grondstoffen en chemicaliën voor industriële toepassing 3.2 GV100
5155.2 Groothandel in bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen 2 GR-S-G-GV100
5156.2 Groothandel in papier en karton 2 G30
5157.1 Groothandel in autosloopmateriaal b.o. < 1000 m2 3.1 G50
Groothandel in autosloopmateriaal b.o. > 1000 m2 3.2 G100
5157.2 Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen b.o. < 1000 m2 3.1 G50
Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen b.o. > 1000 m2 3.2 G100
5157.3 Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 m2 3.1 G50
Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 m2 3.2 G100
5161 Groothandel in gereedschapswerktuigen 3 G50
5164.1 Groothandel in computers en -randapparaten e.d. 3.1 G50
5164.3 Groothandel in kantoormeubels 3.1 G50
5165.2 Groothandel in machines voor de productie van voedings- en genotmiddelen (geen verpakkingsmachines) 3.1 G50
5165.3 Groothandel in intern transportmaterieel 3.1 G50
5165.4 Groothandel in machines en apparaten warmte-,koel- en vriestechniek 3.1 G50
5165.5 Groothandel in verbrandingsmotoren, pompen en compressoren 3.1 G50
5165.6 Groothandel in appendages, technische toebehoren e.d. 3.1 G50
5165.7 Groothandel in elektromotoren, elektrotechnische en elektronische instrumenten, schakelkasten en ander installatiemateriaal 3.1 G50
5165.8 Groothandel in meet- en regelapparaten 3.1 G50
5165.9 Groothandel in overige machines en apparaten voor industrie/ handel 3.1 G50
5166 Groothandel in landbouwmachines, -werktuigen en -tractoren 3.1 G50
5171.2 Groothandel in scheepsbenodigdheden en visserijartikelen 2 G30
5171.3 Groothandel in emballage 2 G30
5171.4 Groothandel in vakbenodigdheden n.e.g. 2 G30
5171.5 Overige gespecialiseerde groothandel n.e.g. 2 G30
5172.2 Niet-gespecialiseerde groothandel in overige goederen 2 G30
52 Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen auto's, motorfietsen en motorbrandstoffen) Cat Milieu-aspect
5261 Postorderbedrijven 3.1 G50
5263.1 Colportage 3.1 G50
5263.2 Straathandel 3.1 G50
5271 Reparatie van schoeisel en lederwaren 1 G10
5272 Reparatie van elektrische huishoudelijke apparaten 1 G10
5273 Reparatie van uurwerken en juweliersartikelen 1 G10
5274 Reparatie van consumentenartikelen n.e.g. 1 G10
60 Vervoer, opslag en communicatie
Cat Milieu-
aspect
6010 Vervoer per spoor 4.2 G-GV300
6021.1 Openbaar personenvervoer over de weg 3.2 G100
6021.2 Geregeld besloten personenvervoer over de weg 3.2 G100
6022 Ongeregeld personenvervoer per taxi 2 G30
6023 Ongeregeld personenvervoer per autobus 3.2 G100
6024.1 Verhuisvervoer b.o, < 1000 m2 3.1 G50
Verhuisvervoer b.o, > 1000 m2 3.2 G100
6024.2 Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, < 1000 m2 3.1 G50
Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, > 1000 m2 3.2 G100
63 Dienstverlening voor het vervoer
Cat Milieu-
aspect
6311.2 Laad-, los- en overslagactiviteiten (geen zeeschepen) opslag < 2000 m2 4.2 G300
Laad-, los- en overslagactiviteiten (geen zeeschepen) opslag > 2000 m2 5.2 G700
6312.1 Opslag in tanks 3.1 G50
6312.2 Opslag in koelhuizen e.d. 3.1 G50
6312.3 Opslag (geen opslag in tanks, koelhuizen e.d.) 3.1 G50
6321 Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. Autoparkeerterreinen parkeergarages 2 G30
Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 3.2 G100
64 Post en telecommunicatie
Cat Milieu-
aspect
6411 Nationale postdiensten 2 G30
6412.1 Lokale postdiensten 2 G30
6412.2 Koeriersdiensten 2 G30
71 Verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening Cat Milieu-
aspect
7110.1 Verhuur van personenauto's (geen operational lease) 2 G30
7110.2 Operational lease van personenauto's 2 G30
7121 Verhuur van transportmiddelen vervoer over land (geen personenauto's) 2 G30
7122 Verhuur van schepen 3.1 G50
7123 Verhuur van vliegtuigen 3.1 G50
7132 Verhuur van bouwmachines en -werktuigen 3.1 G50
7133 Verhuur van computers en kantoormachines 3.1 G50
7134.2 Verhuur van machines en werktuigen n.e.g. 3.1 G50
7140.3 Verhuur van leesportefeuilles 2 G30
7140.4 Verhuur van kleding, huisraad e.d. 2 G30
7140.5 Verhuur van overige roerende goederen n.e.g. 2 G30
72 Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d.
Cat Milieu-
aspect
7250 Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines 1 G10
73 Speur- en ontwikkelingswerk
Cat Milieu-
aspect
7310.1 Speur- en ontwikkelingswerk op het gebied van landbouw en visserij 2 G-GE30
7310.3 Medisch en farmacologisch speur- en ontwikkelingswerk 2 G-GE30
7310.4 Overig natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 2 G-GE30
74 Overige zakelijke dienstverlening
Cat Milieu-
aspect
7470.1 Reiniging van gebouwen 3.1 GE50
7470.2 Reiniging van transportmiddelen en overige reiniging n.e.g. 3.1 GE50
7481.1 Fotografie 2 G30
7481.3 Ontwikkelcentrales 2 G30
90 Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening Cat Milieu-
aspect
9000.1 Afvalwaterinzameling en –behandeling <1000.000 i.e. 4.1 GE200
Afvalwaterinzameling en –behandeling 1000.000 – 3000.000 i.e. 4.2 GE300
Afvalwaterinzameling en –behandeling >3000.000 i.e. 5.1 GE500
9000.2 Afvalinzameling 3.1 G-GE50
9000.3 Afvalverwerking
- kabelbranderijen 3.2 GE100
- Vuilstorten 4.2 G-GE300
- Vuiloverslagstations 4.2 G-GE300
- Composteerbedrijven: - niet belucht v.c < 5.000 ton/jr. 4.2 GE300
v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr. 5.2 GE700
v.c. > 20.000 ton/jr. 4.1 GE-S200
92 Cultuur, sport en recreatie
Cat Milieu-
aspect
9211.1 Productie van (video)films (geen televisiefilms) 2 G30
9220.1 Omroeporganisaties 2 G30
93 Overige dienstverlening
Cat Milieu-
aspect
9301.1 Wasserijen en linnenverhuur 3.1 G50
9301.2 Chemische wasserijen en ververijen 2 G-GE30
9301.3 Wasverzendinrichtingen 2 G30
9301.3 Wassalons, wasserettes 1 G10

1.2 Toelichting op Staat van bedrijfsactiviteiten

Inleiding


In dit bestemmingsplan wordt de toelaatbaarheid van bedrijven en bedrijfsactiviteiten gekoppeld aan een "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen". Dit is een lijst waarin de binnen de gemeente Nijmegen voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Omdat de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" wordt gebruikt voor de milieuzonering in het kader van bestemmingsplannen zijn hierbij alleen de ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang:

  • geluid;
  • geur;
  • stof;
  • gevaar (vooral brand en explosiegevaar);
  • verkeer;
  • visuele aspecten.

Gebruikte bronnen


Als belangrijkste bron bij het opstellen van de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" is gebruik gemaakt van de lijst van bedrijfstypen uit de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten editie 2009 (het "Groene Boekje"). In deze uitgave worden voor een groot aantal bedrijfstypen en activiteiten richtafstanden ten opzichte van een rustige woonwijk gegeven, uitgaande van functiescheiding. Uitgangspunt hierbij is de hoofdactiviteit van het desbetreffende bedrijf. Daarbij is ervan uitgegaan dat de bedrijven ter voorkoming van hinder en/of gevaar die technieken toepassen, die tenminste thans als het meest gebruikelijk worden beschouwd. In de praktijk blijkt dat vaak de wat zwaardere bedrijfscategorieën al gebruik maken van de Best Beschikbare Technieken (BBT) voor de meest milieubelastende activiteiten.


In de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" is voor de indeling van de bedrijven naar activiteiten, evenals in de VNG-publicatie, uitgegaan van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) uit 1993, waarvan in de VNG-publicatie overigens op enkele punten is afgeweken.


Model Nijmegen


De lijst Model Nijmegen gaat net zoals voorgenoemde uitgave van de VNG uit van een rustige woonwijk. In de lijst Model Nijmegen is principieel niet afgeweken van de hindercirkels per bedrijfsactiviteit (gevaar, geur, geluid, stof, verkeer en visueel) zoals vermeld in de VNG-publicatie.

De lijst die hier is opgesteld als "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" deelt de bedrijven in een vijftal categorieën en een zevental subcategorieën in. Categorie 1 heeft betrekking op bedrijven die geen hinder van belang veroorzaken en categorie 4 en 5 op de potentieel milieuhinder veroorzakende zware bedrijven, meestal fabrieken. In het uitgangspunt voor deze lijst (zie bronnen) heeft men in de lijst van VNG ook nog categorie 6 bedrijven opgenomen. Deze komen echter binnen Nijmegen niet voor en zijn ook niet te verwachten. Deze zijn daarom in de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" niet opgenomen.

Het verschil van deze lijst Model Nijmegen ten opzichte van de lijst van bedrijfsactiviteiten als in de VNG-publicatie zijn:

  • bedrijven die niet in Nijmegen voorkomen, zijn niet in deze lijst Model Nijmegen opgenomen, indien deze zich in de toekomst wel binnen Nijmegen willen vestigen zal dit van geval tot geval worden afgewogen;
  • dienstverlenende bedrijven, begraafplaatsen, kantoren, detailhandel, horecabedrijven, maatschappelijke voorzieningen, agrarische bedrijven en culturele functies zijn niet in deze lijst Model Nijmegen opgenomen. Deze functies krijgen een eigen bestemming en vallen in het bestemmingsplan niet onder de bedrijven;
  • activiteiten die niet plaatsgebonden zijn, zijn wel vermeld in de lijst maar krijgen niet vanzelfsprekend een bedrijfsbestemming.


Categorie-indeling en criteria voor de toelaatbaarheid van bedrijven


In de VNG-publicatie zijn de 10 richtafstanden van de lijst van bedrijfstypen teruggebracht tot zes hoofdcategorieën welke hieronder vermeld staan:

categorie 1 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn in woonwijken.
categorie 2 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies.
categorie 3 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving in enige mate ruimtelijk gescheiden dienen te zijn van woonwijken en dienen te zijn voorzien van een eigen autoverbinding met de hoofd en/of verzamelwegen.
categorie 4 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving op behoorlijke afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn.
categorie 5 bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op grote afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. De aan te houden afstanden dienen per geval te worden bepaald.
categorie 6 komen in Nijmegen niet voor.

In tegenstelling echter tot de eerdere VNG uitgave zijn thans deze hoofdcategorieën 3, 4 een 5 verdeeld in de subcategorieën 3.1, 3.2, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2 en 5.3 ieder met hun eigen richtafstanden ten opzichte van gevoelige objecten in een rustige woonwijk en gemengd gebied als hieronder aangegeven:

milieucategorie richtafstanden
rustige wijk gemengd gebied
1 10 m 0 m
2 30 m 10 m
3.1 50 m 30 m
3.2 100 m 50 m
4.1 200 m 100 m
4.2 300 m 200 m
5.1 500 m 300 m
5.2 700 m 500 m
5.3 1000 m 700 m

De richtafstanden die gelden ten opzichte van een rustige woonwijk, kunnen zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is omgevingstype gemengd gebied. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend.

Opgemerkt over het bovenstaande dient wel te worden dat indien er sprake is van bedrijvigheid die onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen vallen, dan wel voor met name genoemde A-inrichtingen (gezoneerd) als opgenomen in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer van geval tot geval moet worden bepaald hoe groot de hinder-/gevarencontour is. Er kan dan niet alleen maar rekening worden gehouden met de in de voorgaande staten vermelde afstanden.

Opzet van de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen

In de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is de categorie-indeling weergegeven op grond van bedrijfsactiviteiten. Hiervoor is gebruikgemaakt van de SBI codes 1999. Deze indeling wordt hier gebruikt om bedrijfsactiviteiten in te kunnen delen. Het kan dus voorkomen dat de activiteiten binnen een bedrijf in twee of meer verschillende groepen volgens de SBI-indeling vallen. In die gevallen geldt dan de hoogste categorie van deze Staat van Bedrijfsactiviteiten. Indien de bedrijfsonderdelen duidelijk ruimtelijk van elkaar kunnen worden gescheiden, kunnen de bedrijfsonderdelen echter ook apart worden ingedeeld.

In de staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is zoals eerder vermeld eveneens uitgegaan van zonering (afstandscriteria/hindercirkels) ten opzichte van een rustige woonwijk als vermeld in de VNG-publicatie.

Flexibiliteit

De Staat van Bedrijfsactiviteiten blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. Het is bovendien tijdgebonden. In de praktijk komt het dan ook voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is verondersteld. Tevens kunnen de richtafstanden wanneer sprake is van een gemengd gebied met één afstandsstap worden verlaagd. In de regels is daarom bepaald dat het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning kan afwijken om bedrijven in een naastgelegen hogere categorie dan wel een bedrijf wat niet voorkomt op de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen toe te staan. De voorwaarde(n) daarbij is dat de bedrijfsactiviteiten naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven als bedoeld in de betreffende categorie.

Bijlage 2 Staat Van Horeca-activiteiten (Model Nijmegen)

2.1 Staat van horeca-activiteiten

Categorie 1: lichte horeca

Bedrijven die beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Deze bedrijven zijn in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden). Onder lichte horeca wordt geen detailhandel en/of ondersteunende horeca verstaan. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

1a. Lichte horeca

  • automatiek;
  • broodjeszaak;
  • cafetaria;
  • croissanterie;
  • koffiebar;
  • lunchroom;
  • ijssalon;
  • snackbar;
  • tearoom;
  • traiteur.

1b. Overige lichte horeca

  • bistro;
  • restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice);
  • hotel of pension.

Categorie 2: middelzware horeca

Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere bestaan uit openingstijden 's nachts en/of verkeersaantrekkende werking. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

2a. Middelzware horeca

  • bar;
  • bierhuis;
  • biljartcentrum;
  • café;
  • proeflokaal;
  • shoarma/grillroom;
  • zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

2b. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking

  • bedrijven genoemd onder categorie 1a, 1b en 2a met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²;
  • restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizzeria, chinees, McDrive).

Categorie 3: zware horeca

Bedrijven die grote hinder veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder bestaat onder andere uit een combinatie van openingstijden 's nachts èn verkeersaantrekkende werking:

  • dancing;
  • discotheek;
  • nachtclub;
  • partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

2.2 Toelichting op Staat van horeca-activiteiten

Milieuzonering van horeca-activiteiten

De problematiek van hinder door horecabedrijven onderscheidt zich als zodanig nauwelijks van de problematiek van hinder veroorzaakt door "gewone" (niet agrarische) bedrijven. Bij het opstellen van de in de regels opgenomen Staat van horeca-activiteiten en het daarmee samenhangende toelatingsbeleid is daarom nauw aangesloten bij de Staat van Bedrijfsactiviteiten die al veel langer in bestemmingsplannen wordt toegepast. Het vestigen van horecabedrijven middels een bestemmingsplan is ruimtelijk relevant om vormen van hinder te voorkomen. Verdere regulering van individuele bedrijven vindt plaats middels de Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) welke mogelijkheden biedt om vormen van hinder te voorkomen. De milieuzonering van horecabedrijven in het bestemmingsplan richt zich in aanvulling op de beide genoemde instrumenten met name op de volgende vormen van hinder:

  • geluid;
  • geur;
  • verkeer.

Analoog aan de regeling voor "gewone" bedrijven worden bij de uitwerking van een ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten drie stappen onderscheiden:

  1. a. indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën;
  2. b. onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid;
  3. c. uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar.

De onderstaande toelichting gaat nader in op de gehanteerde hindercategorieën en het algemene toelatingsbeleid voor deze categorieën. In het Bestemmingsplan vindt de verdere ruimtelijke afweging per locatie plaats.

Gehanteerde criteria

Voor een indicatie van de mate van hinder veroorzaakt door horeca-activiteiten biedt de basiszoneringslijst uit de VNG-publicatie "bedrijven en milieuzonering" een goed vertrekpunt. De daar gehanteerde, nogal grove benadering behoeft echter voor een in de praktijk bruikbare Staat van horeca-activiteiten aanvulling en nadere motivering. In aanvulling op de gegevens uit de VNG-publicatie is gebruikgemaakt van de volgende ruimtelijk relevante criteria:

  1. a. de voor verschillende soorten horeca-inrichtingen over het algemeen gebruikelijke openingstijden. Het Besluit horecabedrijven en de circulaire industrielawaai hanteren voor de dag-, avond- en nachtperiode verschillende milieunormen;
  2. b. de mate waarin een bedrijfstype naar verwachting bezoekers en in het bijzonder bezoekers per auto en/of brommers (scooters) aantrekt.

Categorieën van horeca-activiteiten

Mede op grond van bovengenoemde criteria worden in de Staat van horeca-activiteiten de volgende drie categorieën onderscheiden (onderverdeeld in subcategorieën):

Categorie 1: lichte horeca

Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend zijn (in hoofdzaak verstrekking van etenswaren en maaltijden) en slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken: restaurants, cafetaria's, ijssalons en dergelijke. Het gaat om bedrijven die uit het oogpunt van hinder vooral in woongebieden niet wenselijk zijn. In gemengde gebieden en weinig gevoelige gebieden dient mede in relatie tot de verkeersontsluiting een nadere afweging plaats te vinden. In deze categorie zijn de volgende subcategorieën onderscheiden:

  1. a. horeca die qua ruimtelijke uitstraling vergelijkbaar is met detailhandel, zoals: ijssalons, cafetaria's, snackbars en dergelijke. Met name in centrumgebieden kan het in verband met ruimtelijk-functionele aspecten gewenst zijn deze groep als afzonderlijke categorie te beschouwen;
  2. b. overige lichte horeca, zoals restaurants (zonder bezorg en/of afhaalservice).

Categorie 2: middelzware horeca

Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden door enerzijds de openingstijden (ook 's nachts) en/of de grote verkeersaantrekkende werking:

  1. a. cafés, bars, biljartcentra, zalenverhuur e.d. Deze bedrijven zijn over het algemeen alleen toelaatbaar in weinig gevoelige gebieden, zoals centrumgebieden met primair een functie voor detailhandel en voorzieningen;
  2. b. bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking: grotere restaurants, grotere hotels, McDrives e.d. (bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²). Deze bedrijven zijn vooral toelaatbaar langs grotere verkeerswegen.

Categorie 3: zware horeca

Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts zijn geopend en tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en hetgeen grote hinder voor de omgeving met zich mee kan brengen, zoals: dancings, discotheken en partycentra. Deze bedrijven zijn alleen toelaatbaar in specifiek voor dergelijke bedrijven aangewezen gebieden.

Flexibiliteit

Het is mogelijk dat bepaalde horeca-activiteiten zich aandienen die niet zijn genoemd in de Staat van horeca-activiteiten. Wanneer deze bedrijven wat betreft milieubelasting gelijk kunnen worden gesteld met volgens de bestemmingsregeling toegestane horecabedrijven, kan voor de vestiging van deze bedrijven met een omgevingsvergunning worden afgeweken.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Actualisatie

Het college heeft op 12 maart 2002 besloten tot het actualiseren van bestemmingsplannen. Het doel daarvan is:

  • Te komen tot een bestand van bestemmingsplannen met een leeftijd conform de eisen vanuit de Wet ruimtelijke ordening;
  • Eenduidigheid te creëren in de juridisch planologische regelgeving met actuele gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden om:
    1. 1. snel en adequaat in te kunnen spelen op initiatieven
    2. 2. gewenste ontwikkelingen te kunnen realiseren en ongewenste ontwikkelingen te voorkomen
    3. 3. de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid te vergroten
    4. 4. de handhaafbaarheid te vereenvoudigen
    5. 5. het risico van planschade te verkleinen.
  • De grote hoeveelheid bestemmingsplannen te reduceren door bestemmingsplannen te maken voor grotere gebiedseenheden;
  • Een efficiënter beslag op de ambtelijke capaciteit door systematische vernieuwing van bestemmingsplannen in plaats van ad hoc opstellen van versnipperde kleine plannen.

In het kader van de actualisatie van bestemmingsplannen worden de ruim 600 vigerende bestemmingsplannen voor de bestaande stad de komende jaren teruggebracht tot ongeveer 20 nieuwe bestemmingsplannen. Het onderhavige bestemmingsplan Nijmegen West is een dergelijk nieuw actualisatieplan, dat in totaal 34 vigerende bestemmingsplannen vervangt. Voor een overzicht van de geldende plannen wordt verwezen naar par.1.4 en bijlage (I) van deze toelichting.

1.2 Plangebied

Het plangebied wordt afgebakend door de Neerbosscheweg/Energieweg, de Wolfskuilseweg, de spoorlijn 's-Hertogenbosch-Nijmegen, de Graafseweg en het kruispunt Neerbosscheweg/Graafseweg en het Maas- Waalkanaal. Het gebied is begrensd op grond van stedenbouwkundige overwegingen en de bestaande infrastructuur. Het deel van de wijk Hees dat is gelegen ten noordoosten van de Wolfskuilseweg maakt deel uit van het plangebied van het bestemmingsplan Nijmegen Oud West. Een ander deel van de wijk valt bovendien in het plangebied van het bestemmingsplan Kanaalhavens.

Afbeelding plangebied Nijmegen West

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP11000-VG02_0001.png"

1.3 Ruimtelijke Analyse

Het is gebruikelijk dat voor grote bestemmingsplannen een raamwerk of ruimtelijke analyse wordt opgesteld. Dit raamwerk of ruimtelijke analyse omvat een analyse van het plangebied en een overzicht van alle vastgelegde en toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Ook worden de uitgangspunten en kansen beschreven voor de ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied. Het raamwerk of ruimtelijke analyse is een bouwsteen en geldt als noodzakelijke onderzoeksfase voor de actualisatie van het bestemmingsplan.

De Ruimtelijke Analyse voor Neerbosch-Oost is vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 9 november 2010. Het Raamwerk Hees - Heseveld is vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 25 mei 2011. Beide documenten maken deel uit van deze plantoelichting op het bestemmingsplan Nijmegen West. De Ruimtelijke Analyse Neerbosch - Oost en het raamwerk Hees - Heseveld worden tegelijkertijd met het ontwerpbestemmingsplan Nijmegen West ter visie gelegd.

1.4 Vigerende Bestemmingsplannen

1.4.1 Neerbosch-Oost

De vigerende bestemmingsplannen voor de wijk Neerbosch-Oost zijn het bestemmingsplan Neerbosch-Oost uit 1983 en het bestemmingsplan Winkelsteeg I. Daarna zijn er nog 12 kleine bestemmingsplanherzieningen (postzegelplannen) vastgesteld in het gebied.

1.4.2 Hees - Heseveld

De vigerende bestemmingsplannen voor de wijken Hees en Heseveld zijn: het bestemmingsplan Hees - Heseveld, het bestemmingsplan Nijmegen-West I en het bestemmingsplan Winkelsteeg I. Daarna zijn er nog 17 kleine bestemmingsplanherzieningen vastgesteld in het gebied.

Voor een overzicht van de vigerende bestemmingsplannen wordt verwezen naar de bijlage (I) van deze Toelichting.

1.5 Leeswijzer

In aanvulling op de Ruimtelijke Analyse Neerbosch-Oost en het Raamwerk Hees - Heseveld vindt in deze plantoelichting een juridische vertaalslag plaats van het geldende en ruimtelijk relevante (gemeentelijke) beleid.

  • Hoofdstuk 2 beschrijft de plansystematiek.
  • In hoofdstuk 3 wordt het ruimtelijk beleidskader besproken van Rijk, provincie Gelderland en de gemeente Nijmegen.
  • Hoofdstuk 4 beschrijft de onderwerpen cultuurhistorie (monumenten en archeologie).
  • In hoofdstuk 5 t/m 9 worden de functies in het plangebied beschreven: wonen, economie, mobiliteit, milieu en klimaat, openbare ruimte, groen en water.
  • In hoofdstuk 10 komen de ontwikkelingen, die worden meegenomen in dit bestemmingsplan, aan bod.
  • In hoofdstuk 11 wordt tenslotte de uitvoerbaarheid van het plan beschreven.

Hoofdstuk 2 Plansystematiek

2.1 Algemeen

De planvorm moet erop gericht zijn alle aanwezige functies in het plangebied te voorzien van een zodanige bestemmingsregeling dat enerzijds in zekere mate ontwikkelingen mogelijk zijn en anderzijds de ruimtelijke kwaliteit voldoende gewaarborgd blijft. Uitgangspunt is een flexibel en toekomstgericht bestemmingsplan. Dit betekent dat niet alleen het bestaande gebruik van een perceel of pand wordt vastgelegd, maar ook wordt bekeken of op voorhand een ander gebruik aanvaardbaar is. Ook betekent het dat niet alleen de bestaande bebouwing wordt vastgelegd, maar dat tevens wordt bekeken in hoeverre extra bebouwingsmogelijkheden geboden kunnen worden.


Voor de actualisatie van bestemmingsplannen wordt gebruik gemaakt van het Standaard bestemmingsplan van de gemeente Nijmegen. Het Standaard bestemmingsplan is gebaseerd op de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008) waarin landelijke standaarden voor planregels en verbeelding zijn geformuleerd. De standaardisatie maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op een vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op eenzelfde manier worden verbeeld. Het bestemmingsplan wordt zowel in analoge als digitale vorm opgesteld.

2.2 Regels

De regels van het bestemmingsplan zijn opgebouwd uit inleidende regels (waar in wordt gegaan op de begrippen en wijze van meten), de bestemmingsregels (waar de bestemmingen worden beschreven), de algemene regels (waar de algemeen geldende regels staan), de overgangs- en slotregels (met het overgangsrecht) en de bijlagen (met de Staat van bedrijfsactiviteiten en de Staat van horeca-activiteiten).

In de bestemmingsregels komen drie soorten bestemmingen voor: enkelvoudige bestemmingen, combinatiebestemmingen en dubbelbestemmingen.

Enkelvoudige bestemmingen

Deze bestemmingen zijn opgenomen voor locaties waar slechts één hoofdfunctie is toegestaan.

Combinatiebestemmingen

De bestemming Gemengd is een combinatiebestemming. Deze bestemming is opgenomen voor locaties waar meerdere hoofdfuncties zijn toegestaan. Het kan dan gaan om de functies wonen, kantoren, dienstverlening, bedrijven, maatschappelijke voorzieningen, detailhandel en horeca.

Dubbelbestemmingen

De bestemmingen Leiding - Gas, Waarde Archeologie - 2, Waarde Archeologie - 3, zijn dubbelbestemmingen. Deze bestemmingen vallen zowel samen met enkelvoudige bestemmingen als met combinatiebestemmingen. De dubbelbestemmingen kunnen onderling ook samenvallen. Er gelden dan meerdere dubbelbestemmingen voor dezelfde gronden. Bij de algemene regels is een voorrangsregeling opgenomen voor het geval dubbelbestemmingen samenvallen.

2.3 Flexibiliteitsbepalingen

Naast de flexibiliteit, die de rechtstreekse bouwmogelijkheden reeds bieden, zijn er extra mogelijkheden onder voorwaarden. Deze extra mogelijkheden kunnen worden geboden via afwijking-, wijzigings- en uitwerkingsbevoegdheden, de zogenaamde flexibiliteitsbepalingen. Met de gemeenteraad is echter afgesproken dat in nieuwe actualisatie bestemmingsplannen geen gebruik meer wordt gemaakt van de mogelijkheid om wijzigings- en uitwerkingsbevoegdheden op te nemen. De raad wil namelijk zelf de plannen kunnen vaststellen waarin nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Dit houdt in dat voor ontwikkelingen die niet in dit bestemmingsplan zijn opgenomen een postzegelbestemmingsplan moet worden opgesteld. Er zijn nog wel wijzigingsbevoegdheden opgenomen bij de dubbelbestemmingen Waarde-Archeologie 2 en 3. Verder zijn in dit bestemmingsplan afwijkingsbevoegdheden opgenomen.

Wijzigingsbevoegdheden

Bij de dubbelbestemmingen Waarde-Archeologie 2 en 3 zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen om deze dubbelbestemming te kunnen laten vervallen of juist op te nemen wanneer op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat er geen archeologische waarden meer aanwezig zijn dan wel uit onderzoek juist blijkt dat er ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.

Binnenplanse afwijkingen

Het aantal afwijkingsbevoegheden in dit bestemmingsplan is beperkt. Uitgangspunt is zoveel mogelijk rechtstreekse flexibiliteit (bouw- en gebruiksmogelijkheden) te bieden ter voorkoming van extra procedures. Het middels afwijking toestaan van overschrijdingen van bouwbepalingen is immers nogal omslachtig als dergelijke overschrijdingen al bij voorbaat stedenbouwkundig aanvaardbaar en/of wenselijk zijn.

Binnen de bestemming Wonen is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor extra bebouwingsmogelijkheden voor gehandicaptenvoorzieningen. Bij de dubbelbestemmingen is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om bouwen ten behoeve van de enkelbestemmingen toe te kunnen staan.

In de Algemene regels is een algemene afwijkingsregel opgenomen om in beperkte mate af te kunnen wijken van de maatvoering in het bestemmingsplan wanneer dit noodzakelijk is om het bouwwerk zodanig te laten aansluiten op een bestaande, legale situatie dat dit vanuit architectonisch en/of bouwkundig opzicht een verbetering is.

Bij de Overgangs- en slotregels is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van bouwwerken die onder het (bouw)overgangsrecht vallen.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Nationaal Beleid

3.1.1 Nota Ruimte

De Nota Ruimte is een gezamenlijk product van de (voormalige) ministeries van VROM, LNV, VenW en EZ en legt het nationaal ruimtelijk beleid vast tot 2020 met een doorkijk tot 2030. Hoofddoel is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimte vragende functies op het beperkte oppervlak dat ons in Nederland ter beschikking staat. Het Rijk richt zich daarbij primair op gebieden die deel uitmaken van de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur, zoals nationale stedelijke netwerken, economische kerngebieden, hoofdverbindingsassen en de ecologische hoofdstructuur.

3.1.2 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

In maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld, waarin het ruimtelijk beleid en het mobiliteitsbeleid wordt geactualiseerd en geïntegreerd. In deze structuurvisie schetst het Rijk de ambities tot 2040 en de doelen, belangen en opgaven tot 2028.

Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

• Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;

• Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;

• Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Daarbij worden scherpe keuzes gemaakt, die gevolgen hebben voor Nijmegen en de regio. De ontwerp SVIR laat een sterke focus zien op het herstel van de economie met prioriteit bij de ontwikkeling van de mainports, greenports en brainport met bijbehorende achterlandverbindingen. Voorheen benoemde nationale belangen, zoals verstedelijking en de bescherming van nationale landschappen, worden losgelaten. Dat geldt ook voor onderdelen van het natuurbeleid, zoals de rijksbufferzones en groen in en om de stad.

3.1.3 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (AMvB Ruimte)

De ruimtelijke ordening krijgt gestalte door de inzet van uiteenlopende bevoegdheden en middelen: juridisch, financieel, bestuurlijk en communicatief. Met de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geeft de wetgever ter waarborging van de nationale en provinciale belangen, de begrenzing aan van de besluitmogelijkheden van lagere overheden in de 'juridische kolom'. Als nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (AMvB) regels worden gesteld aan de inhoud van bestemmingsplannen. In 2009 is de AMvB Ruimte aan de Tweede Kamer aangeboden. De AMvB omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch moeten doorwerken in provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen.

Inmiddels is eind 2011 op basis van de hierboven beschreven Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) een nieuwe AMvB Ruimte in werking getreden, die ook wel wordt aangeduid als het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro is deels gebaseerd op eerdere planologische kernbeslissingen en beleidsnota's, die in de SVIR worden herbevestigd (o.a. voor grote rivieren en defensie). Het besluit is inmiddels aangevuld met voorschriften voor de andere beleidskaders uit de SVIR (onder andere voor rijksvaarwegen, hoofdwegen en hoofdspoorwegen, ecologische hoofdstructuur). Op termijn zal ook het onderwerp 'duurzame verstedelijking' aan het Barro worden toegevoegd.

3.2 Provinciaal Beleid

3.2.1 Ruimtelijke Verordening Gelderland

De Wro geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Daarmee stelt de provincie eisen aan de ruimtelijke besluiten van gemeenten. De provincie richt zich op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, wonen, detailhandel, natuur en water. De voorschriften in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de provinciale structuurvisie (voorheen: Streekplan Gelderland 2005). De RVG is d.d. 15 december 2010 door Provinciale Staten vastgesteld en op 21 januari 2011 in werking getreden. Hieronder volgen de voor dit plan relevante hoofdlijnen van de Ruimtelijke Verordening Gelderland.

Verstedelijking

De Ruimtelijke Verordening legt het rijksbundelingsbeleid voor de Stadsregio Arnhem - Nijmegen vast door met voorschriften die bepalen dat nieuwbouw voor wonen en werken voor het overgrote deel plaatsvindt: binnen bestaand bebouwd gebied, binnen de woningbouwcontour van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, binnen de zoekrichting woningbouw van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, binnen de zoekzones bedrijventerreinen van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen en binnen de zoekzones bedrijventerreinen uit de Streekplanuitwerking Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking. Slechts een beperkt deel van verstedelijking kan plaatsvinden buiten deze gebieden. Gedeputeerde Staten kunnen hiervan ontheffing verlenen, indien er sprake is van een ontwikkeling waarvan is aangetoond dat deze redelijkerwijs niet kan worden gerealiseerd binnen de genoemde gebieden en als de ontwikkeling bijdraagt aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.

Wonen

Het Gelders kwalitatieve woonbeleid gaat uit van regionale woningmarkten. Aan de hand van basisdocumenten levert de provincie informatie aan de regio's over de kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte voor de komende jaren. Deze informatie wordt als indicatieve taakstelling door GS vastgesteld in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP). De in een bestemmingsplan op te nemen nieuwe woonlocaties en daar te bouwen woningen moeten passen in het vigerende KWP voor de betreffende regio en de daarin opgenomen regio totaal aan woningen.

Detailhandel

Doel van het provinciaal beleid is behoud van een duurzame, fijnmazige detailhandelstructuur. De positie van bestaande winkelgebieden heeft prioriteit. In een bestemmingsplan gaan nieuwe locaties voor detailhandel niet ten koste van de bestaande detailhandelstructuur. Hoe een nieuwe ontwikkeling zich hiertoe verhoudt wordt in de toelichting van het bestemmingsplan aangegeven. Vestiging van grootschalige detailhandelsvoorzieningen wordt alleen binnenstedelijk of perifeer toegestaan. In de Stadsregio zijn grootschalige detailhandelsvestigingen alleen toegestaan in/direct aansluitend op de binnensteden van Arnhem en Nijmegen en de stadsdeelcentra Kronenburg/Gelredome en Dukenburg. Daarnaast is een Zoekgebied PDV A325 opgenomen, waarbinnen drie locaties in aanmerking komen voor de vestiging van bovenlokale winkel- en vrijetijdsvoorzieningen: Gelredome, Aamse poort en Ressen.

3.2.2 Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening

Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland staat in de Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, voorheen het Streekplan Gelderland 2005. Het streekplan is in september 2005 van kracht geworden. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 heeft het streekplan de status van een structuurvisie gekregen. De inhoud van het streekplan blijft voor de provincie de basis voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening Met het Streekplan Gelderland 2005 kiest de provincie voor de versterking van de ruimtelijke kwaliteit in Gelderland. Het Streekplan kijkt 10 jaar vooruit en richt zich op kenmerken en waarden die van provinciaal belang worden geacht (generiek beleid):

  • In het rode raamwerk is het hoofddoel van het Streekplan om ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak door toepassing van het bundelingsbeleid, het organiseren van stedelijke netwerken en locatiebeleid. In de stedelijke netwerken, waaronder de Stadsregio Arnhem-Nijmegen moet de verstedelijking van Gelderland plaatsvinden. Er worden algemene en programmatische uitspraken gedaan over wonen, sociaal-culturele functies, bedrijventerrein en kantoren. Het grond- gebied van Nijmegen valt grotendeels binnen het rode raamwerk en heel Nijmegen valt in het stedelijk netwerk.
  • In het groenblauw raamwerk buiten de stedelijke- en landbouwgebieden, waaronder nationaal landschap de Gelderse Poort) krijgen natuur en water de ruimte. Aan de bestaande stadsranden en in de Waalsprong is het beleid voor de EHS van belang. Bescherming en ontwikkeling van de daar aanwezig kwaliteiten staat voorop.
  • In het multifunctioneel gebied heeft landbouw de primaat. Voor Nijmegen is hier vooral het beleid voor het Multifunctioneel Platteland en de Waardevol (Open) Landschappen van belang, evenals het beleid voor functieverandering in het buitengebied.

Hieronder volgen de voor dit plan relevante hoofdlijnen uit het Streekplan Gelderland:

Stedelijke ontwikkeling

Hoofddoel is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen zijn de belangrijke uitgangspunten “bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur" en het “organiseren in stedelijke netwerken”. Locaties voor stedelijke uitbreiding moeten passen in dit bundelings- beleid, afgestemd op de uitgangspunten van infrastructuur, water en milieu. Bij de locatie- keuze en planuitwerking moet worden voldaan aan de basiskwaliteitseisen van bodem (incl. archeologie), water, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Stedelijke uitbreidingen moeten aansluiten bij de ruimtelijke structuur/kenmerken van de regio met aandacht voor de actuele marktvraag. De provincie heeft afspraken gemaakt met de regio's om indicatief de reservering van uitbreidingsruimte voor stedelijke functies uit te werken in zoekzones.

Infrastructuur

Doel van het beleid is een goede bereikbaarheid van economische centra, grote steden en concentraties van wonen/voorzieningen. De inzet is een maximale benutting van bestaande structuren en bundeling van infrastructuur en ruimtegebruik. Bereikbaarheids/leefbaarheids- problemen kunnen worden voorkomen door stedelijke ontwikkeling af te stemmen op de vervoerscapaciteit en milieubelasting van bestaande en geplande infrastructuur. Daarnaast moet worden gezocht naar verstedelijkingslocaties die goed aansluiten op de infrastructuur. Kan hieraan niet worden voldaan, dan moet bij stedelijke ontwikkeling ook de bijbehorende infrastructuur worden gerealiseerd of de capaciteit worden uitgebreid. Om knelpunten op het huidige wegennet op te lossen is ook nieuwbouw/aanpassing van infrastructuur nodig. Voor het doortrekken van de A15 naar de A12 zijn voorbereidingen voor MER-procedures gestart. Nieuwe spoorinfrastructuur is, m.u.v. de Hanzelijn, niet voorzien. Wel zijn er intensiverings- plannen op het bestaande spoornet, vooral in het KAN-gebied, de Stedendriehoek en de Valleilijn. De provincie stimuleert ook het fietsverkeer op de korte/middellange afstand, met name in stedelijke gebieden en naar economische centra, scholen, recreatieve voorzieningen.

Locatiebeleid

De locatiekeuze van bedrijven en voorzieningen dient het resultaat te zijn van een afweging tussen economie, bereikbaarheid en leefbaarheid. Het beleid is gericht op het benutten van de knooppunten in het rode raamwerk voor intensieve verstedelijking. Deze hebben de meeste potentie wat betreft de (boven)regionale bereikbaarheid. Voor stedelijke ontwikkelingen van lokale aard en schaal geldt dat die in regionaal verband moeten zijn afgestemd en qua locatie- keuze op gemeentelijk niveau worden uitgewerkt. Ook de afstemming op de infrastructurele capaciteit is hierbij van belang. Voor specifieke bedrijvigheid (o.a. milieuhinderlijke vormen) moeten in overleg met gemeenten/regio's concentratiegebieden worden aangewezen.

Detailhandel

De provincie wil ruimte bieden om veranderingen in vraag en aanbod mogelijk te maken, onder voorwaarde dat de bestaande voorzieningenstructuur niet duurzaam wordt aangetast. De positie van bestaande winkelgebieden heeft prioriteit. Vernieuwing en uitbreiding van detailhandel moet plaatsvinden binnen/onmiddellijk grenzend aan bestaande winkelgebieden en moeten in overeenstemming zijn met de aard, schaal en functie van het aangrenzende winkelgebied. Vestiging van detailhandel in het buitengebied is uitgesloten. Grootschalige winkelvoorzieningen in de regio worden geaccommodeerd op binnenstedelijke en perifere locaties. Grootschalige thematische voorzieningen, zoals “leisure”, passen op grond van ruimtelijke aspecten alleen in een stedelijk netwerk, op een gunstig ontsloten plek.

Wonen

Uitgangspunt van het Gelders kwalitatief woonbeleid is dat gemeenten, samenwerkend in de onderscheiden (WGR-)regio's, voorzien in een aanbod aan woningen dat past bij de regionale kwalitatieve woningbehoefte. Dit is vastgelegd in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP). Het KWP wordt periodiek bijgesteld om de afstemming tussen de (kwalitatieve) vraag en aanbod op de woningmarkt te actualiseren.

Sociaal culturele functies

Het is vooral de verantwoordelijkheid van gemeenten om bij de ruimtelijke inrichting rekening te houden met de sociaal-culturele infrastructuur. In algemene zin geldt dat uitbreiding of herstructurering en transformatie van stedelijk gebied bekeken moet worden op de gevolgen voor de sociale en culturele kwaliteit van de leefomgeving. Ruimte voor voorzieningen, speelruimte en ontmoetingsmogelijkheden is daarbij medebepalend. Gemeenten bepalen waar ruimte moet komen voor de verschillende fysieke voorzieningen en reserveren in bestemmingsplannen minimaal 3% van het oppervlak voor speelruimte.

Waterhuishouding

Zowel in nieuw als in bestaand bebouwd gebied streeft de provincie naar een duurzaam watersysteem. Het water in de stad wordt met het omringend watersysteem als één geheel beschouwd. Nadelige effecten op de waterhuishouding moeten in beginsel worden voorkomen.

Provinciale ecologische hoofdstructuur

De begrenzing en uitvoering van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is gedecentraliseerd en toebedeeld aan de provincies. Zij hebben (soms) een eigen variant gemaakt: de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Ook voor Gelderland is in het Streekplan een PEHS vastgesteld. In Nijmegen zijn de verschillen tussen EHS en PEHS minimaal. Voor het bestemmingsplan Nijmegen West zijn de EHS en PEHS niet relevant vanwege. Nijmegen West zelf of de directe omgeving van de wijk maakt geen deel uit van de (P)EHS.

Groen in en om de stad

Het is van belang dat bij stedelijke ontwikkeling gelijktijdig wordt voorzien in de behoefte aan 'groen in en om de stad'. De bestaande omgevingskwaliteit van het buitengebied rond de stad speelt bij de keuze van de locaties van regionaal groen en de inrichting daarvan nadrukkelijk een rol. In de ontwikkeling van stadsranden moet rekening worden gehouden met de waterbergingsbehoefte van het aangrenzende stedelijk gebied. Het ruimtelijk beleid voor groen om de kernen in het algemeen is gericht op het bieden van goede mogelijkheden voor extensieve vormen van recreatie zoals wandelen en fietsen. De ontwikkeling van groen dient samen op te gaan met de rode ontwikkeling.

3.3 Regionaal Beleid

3.3.1 Regionaal Plan 2005-2020

De Stadsregio Arnhem Nijmegen legt in het Regionaal Plan de gemeenschappelijke ambities vast voor de ontwikkeling van de regio Arnhem-Nijmegen. Het Regionaal Plan laat zien hoe de betrokken gemeenten binnen de Stadsregio streven naar hoogwaardige regionale ontwikkeling van het stedelijk netwerk Arnhem-Nijmegen als geheel. Met dit Regionaal Plan ontwikkelt de stadsregio ruimtelijk beleid en ruimtelijk relevant beleid voor de lange termijn tot 2020.

Het Regionaal Plan wordt de Provincie beschouwd als uitwerking van het Streekplan en daarmee als toetsingskader voor lokale plannen. De beleidsregels in het Regionaal Plan zijn uitgewerkt aan de hand van de thema's water, natuur, cultuurhistorie, landschap, land- en tuinbouw, recreatie, mobiliteit, wonen, werken, detailhandel en milieu. Het Regionaal Plan bevat een woningbouwcontour. Binnen deze contour bepalen gemeenten zelf de te ontwikke- len locaties en de aantallen nieuw te bouwen woningen. Buiten de contouren bestaan specifieke randvoorwaarden.

Op de beleidskaart van het Regionaal Plan staat nabij Nijmegen West het nieuw te bouwen station Goffert ingetekend. Daarnaast maken de Neerbosscheweg en de Graafseweg deel uit van de Regionale Ruit: een regionaal verbindende structuur van snelwegen en regionale wegen (de A12 tussen Oosterbeek en Velperbroek, de Pleyroute, de A325, de Nijmeegse Singels en de Graafseweg en een gedeelte van de A73 en A50) waarop de doorstroming wordt verbeterd. Deze regionale Ruit ontsluit alle grote bedrijventerreinen, kantoorlocaties en attractiepunten in de regio. De Ruit kan op de Waalbrug, singels en Graafseweg ontlast worden door de aanleg van de tweede stadsbrug. Neerbosch-Oost, Hees en Heseveld vallen geheel binnen de woningbouwcontour. De grens ligt op de Neerbosscheweg, waardoor ook het gebied Dorpsstraat-noord net binnen de contour valt. Tot slot laat de beleidskaart nabij Neerbosch-Oost een lightrailverbinding zien van Nijmegen naar Kleve.

3.4 Gemeentelijk Beleid

3.4.1 Coalitieakkoord 2010-2014: Werken aan een duurzame toekomst

De economische crisis dwingt tot nadenken over de rolverdeling van overheid en burgers. Noodzakelijke keuzes worden niet uit de weg gegaan, bezuinigingen zijn onvermijdelijk. Per programma is gekeken of de doelen efficiënter bereikt kunnen worden. Het College hecht waarde aan meer zicht op de afweging van de verschillende belangen in de besluitvorming. De gemeente wil op een transparante, efficiënte en zakelijke manier samen met de stad de nieuwe uitdagingen aangaan. In april 2010 presenteerden GroenLinks, PvdA en D66 het coalitieakkoord 2010-2014 “Werken aan een duurzame toekomst”. Het akkoord zet in op een duurzame en sociale stad met een sterke economie.

We gaan op weg naar een duurzame stad

Er wordt fors geïnvesteerd in duurzaamheid. Bewoners, instellingen en bedrijven worden gestimuleerd om duurzaam te wonen, werken en leven. Nijmegen wil bijdragen aan het tegengaan van klimaatsverandering door o.a. het beheersen van de waterafvoer van de Waal. De dijkteruglegging in Lent is het grootste project voor waterbeheersing van Nederland. Daarnaast wordt ingezet op klimaatneutraliteit en het hybride warmtenet. Nijmegen wil duurzaam vervoer: dat betekent een transitie naar schonere brandstoffen en inzetten op het gebruik van HOV en fiets. Op het gebied van autoverkeer wordt ingezet op de A15, de A50, realisatie van de tweede Stadsbrug en het ontwikkelen van transferia. Tenslotte wordt er geïnvesteerd in het groengebieden in en om de stad.

We blijven een sociale stad

In het sociale beleid staat eigen verantwoordelijkheid en participatie van burgers voorop. Nijmegen ondersteunt de zelfredzaamheid van burgers en geeft extra aandacht aan mensen met minder kansen, bijvoorbeeld op het gebied van inkomen, re-integratie, zorg en welzijn. De integrale wijkaanpak wordt voorgezet. De focus is vooral gericht op veiligheid en leefbaarheid. Nijmegen heeft een sportief imago en dat moet zo blijven. Zo wordt het sportcollege Quick in Heseveld mogelijk gemaakt en komt er een onderzoek naar het Topsport en Innovatiepark.

We werken aan een sterke stad

Een duurzame sterke economie bevordert de werkgelegenheid. Nijmegen werkt aan een duurzame en innovatieve economie met kennisintensieve en creatieve bedrijvigheid. Een goede bereikbaarheid is een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor bedrijven, maar dat geldt zeker ook voor een goede woonomgeving, groen en het aanbod van culturele activiteiten. De dynamiek in de stedelijke ontwikkeling wordt gestimuleerd door te werken aan grote strategische projecten, zoals: Waalsprong, ondersteuning Binnenstad, Koers West, Waalfront, Citadel, Novio Tech Campus, Station Goffert, herontwikkeling Spoorzone (o.a. Spoorzone-West, nieuwbouw Doornroosje en studentenhuisvesting). Ook wordt doorgegaan met herstructurering van wijken, zoals Hatert en Dukenburg en de winkelcentra Meijhorst en Malvert. Deze en de lopende projecten bieden voldoende mogelijkheden om de noodzakelijke groei de komende jaren te realiseren. Er is geen noodzaak meer om open groene plekken in de bestaande stad te bebouwen.

Wat betekent dat voor Nijmegen West?

De grote diversiteit in wijken geeft Nijmegen kleur en identiteit. Die diversiteit koesteren we. De gemeente legt in de wijkaanpak de prioriteit bij wijken die in de stad- en wijkmonitor relatief slechter scoren, waaronder Neerbosch-Oost. Dat geldt niet voor de wijken Hees en Heseveld. De ambities op het gebied van de ongedeelde stad, met een goede verdeling tussen goedkope en duurdere woningbouw, zal per wijk worden ingekleurd. Datzelfde geldt voor de aanpak van scheefwonen. Relevant voor Nijmegen West zijn de plannen voor Koers West. Dit betreft de herstructurering van het westelijk stadsdeel van Nijmegen. Beeldbepalende elementen zijn het Waalfront, de nieuwe tweede Stadsbrug over de Waal en de revitalisering van het bedrijventerrein Noordoostkanaalhavens. Het tracé van de nieuwe Stadsbrug grenst direct aan de wijken Hees en Neerbosch-Oost.

In de directe nabijheid van de wijk Heseveld ligt de knoop Winkelsteeg. De gemeente wil de ambities rond Novio Tech Campus (NXP) verder waarmaken met hoogwaardige werkgelegenheid. Ook het station Goffert moet er komen. Dit alles in combinatie met een verdere bundeling van infrastructuur voor een optimale bereikbaarheid.

3.4.2 Structuurvisie Nijmegen 2010

De nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) die op 1 juli 2008 van kracht ging, verplicht iedere gemeente om een Structuurvisie op te stellen. De gemeenteraad van Nijmegen heeft op 2 juni 2010 de 'Structuurvisie Nijmegen 2010, kansen voor ontwikkeling tot 2030' vastgesteld. De Structuurvisie schetst de ruimtelijke ambities tot 2030 en maakt duidelijk waar de stad op aan koerst. Het is een toetsingskader voor alle ruimtelijke plannen, maar ook een ontwikkelingskader voor investeringen. Het werkingsgebied van de Structuurvisie is het hele grondgebied van Nijmegen in relatie tot ontwikkelingen in de regio of in (inter)nationaal verband. De Structuurvisie geeft een concrete invulling aan de inhoudelijke en politieke ambities van de gemeente en geeft de grondslag voor de onderbouwing van de gemeentelijke bestemmingsplannen. Voor de Structuurvisie is geen nieuw beleid ontwikkeld. Alleen de ruimtelijke gevolgen van vaststaand beleid zijn er in samengebracht. De Structuurvisie wordt in de loop van 2012 geactualiseerd. Daarin wordt nieuw beleid, zoals het nieuwe Coalitie- akkoord, verwerkt.

De Structuurvisie gaat gepaard met een wettelijk verplicht uitvoeringsprogramma, dat is gekoppeld aan de Stadsbegroting. In Nijmegen is ervoor gekozen om iedere vier jaar een nieuw uitvoeringsprogramma op te stellen, waarin per coalitie accenten gelegd kunnen worden en om te bepalen of het nodig is om de ruimtelijke ambities bij te stellen.

Relatie met het Kansenboek

De Structuurvisie is de opvolger van het Kansenboek. In beide documenten staan drie kwaliteitsuitgangspunten voor ruimtelijke ontwikkelingen centraal: nieuwe ontwikkelingen met respect inpassen, typisch Nijmeegse kenmerken versterken, en huidige woon- en verblijfskwaliteiten ontzien door enerzijds bundeling op locaties waar nu al dynamiek heerst en anderzijds ontwikkeling van extensieve gebieden. Hiernaast zijn er in de Structuurvisie drie nieuwe accenten genoemd die een rol spelen bij alle ruimtelijke ontwikkelingen en ambities: Bruisende Stad, Verleden Verbeeld en Stad in Balans.

Ruimtelijke ambities Nijmegen 2030

In de Structuurvisie worden de ambities van Nijmegen uitgewerkt voor de beleidsvelden: wonen, economie, maatschappelijk beleid, bereikbaarheid en parkeren, groen en water, milieu, beeldkwaliteit, cultuurhistorie en archeologie. Dit zijn de ambities waaraan de komende jaren wordt gewerkt:

  • Nijmegen omarmt de Waal.
  • Goede bereikbaarheid met duurzame vervoerswijzen.
  • Multifunctionele Knopen met een eigen identiteit:
  • Meer ruimte voor groen en water.
  • Wonen in sterke en ongedeelde wijken.
  • Vitale werkgebieden, kansen voor bedrijvigheid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP11000-VG02_0002.png"

Wat betekent dat voor Nijmegen West?

Ook in de Structuurvisie Nijmegen 2010 zijn de realisatie van de nieuwe Stadsbrug en het station Goffert belangrijke projecten. Daarnaast zijn het hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) en het uitbreiden van de snelfietsroutes belangrijk om de bereikbaarheid van de stad te verbeteren. Ook door de wijken Hees en Heseveld loopt een mogelijk toekomstig tracé voor het HOV en een snelfietsroute.

Door herstructurering, toevoeging en verbetering wordt voortdurend gewerkt aan een levensloopbestendige woningvoorraad en sterke, ongedeelde wijken. Zo staat op kaart van de ruimtelijke ontwikkeling tot 2030, behorende bij de Structuurvisie, bij Neerbosch-Oost een mogelijke herstructurering ingetekend. Sterke, ongedeelde wijken vragen ook om een toegankelijke woonomgeving en een goed voorzieningenniveau. Daarnaast is groen in de wijken waardevol voor de bewoners. Dit groen wordt in de Structuurvisie beschermd. In Hees en Heseveld is de ontwikkeling van Park West inmiddels gereed. Daarnaast wordt nieuw groen langs de Energieweg en de groene hoofdwegen aangebracht. Een stuk groen loopt vanuit Park West in Heseveld door in Neerbosch-Oost (het Bosje van de Baron).

In de Structuurvisie wordt kleur gegeven aan Winkelsteeg als multimodale en multifunctionele knoop. Knoop Winkelsteeg moet dé economische hot spot in Oost Nederland worden op het gebied van kennisintensieve en innovatie bedrijvigheid, die een verbinding legt tussen gezondheidszorg en technologie (Health Valley). Bestaande functies in het gebied worden verder ontwikkeld en aangevuld met stedelijke functies.

3.4.3 Overig gemeentelijk beleid

Naast het in deze paragraaf genoemde beleid heeft de gemeente Nijmegen beleid op tal van deelgebieden en disciplines, zoals: groen, natuur en landschap, archeologie, beeldkwaliteit etc. Deze beleidsstukken worden uitvoerig besproken in de Ruimtelijke Analyse Neerbosch - Oost en het Raamwerk Hees - Heseveld. In deze Toelichting wordt alleen nog het beleid besproken dat ruimtelijk relevant is en dat is vertaald in de planregels en/of op de plankaart.

Hoofdstuk 4 Cultuurhistorie

De wijken Neerbosch - Oost, Hees en Heseveld liggen in de westflank van Nijmegen, ingeklemd tussen de Wolfskuilseweg, Energieweg, het Maas-Waalkanaal en de spoorlijn Nijmegen - Den Bosch. Hees kan op hoofdlijnen worden getypeerd als een historische dorpskern met bebouwingslinten, terwijl Heseveld te karakteriseren is als een tuinwijk met grootschalige naoorlogse uitbreidingen. Het voorheen landelijke dorp Neerbosch-Oost is ontwikkeld als een stedelijke woonwijk met een hoge bebouwingsdichtheid als afronding van het stadsdeel Nijmegen-West.

4.1 Cultuurhistorische Waarden

Het dorpse karakter van Hees met vrijstaande panden in het groen is bijzonder waardevol, maar ook kwetsbaar. Door natuurlijke veroudering kunnen cultuurhistorische waarden verloren gaan. Het monumentenbeleid is een middel om deze waarden te behouden. Binnen het plangebied bevinden zich verschillende beschermde gemeentelijke monumenten en rijksmonumenten, een historische lijnstructuur en één beschermd stadsbeeld: Heseveld. Een aantal panden binnen het stadsbeeld geniet extra bescherming als gemeentelijk monument. De gemeentelijke monumenten en beschermde stadsbeelden vallen onder de bescherming van de Nijmeegse Monumenten Verordening. De rijksmonumenten vallen onder de Monumentenwet.

De bestaande monumentenlijst is geen statisch document: ontwikkelingen in de samenleving gaan door. Om ook de kwaliteit van nieuwe waarden tijdig te onderkennen zijn aanvullend verschillende waardevolle panden bezocht en beschreven. Op termijn zal dat leiden tot een Raadsvoorstel om ook andere panden in het plangebied op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Daarnaast zijn er ook onroerende zaken die bepalend zijn voor de identiteit van het gebied, maar die onvoldoende kwaliteit hebben om als monument te worden aangemerkt. Dit kunnen gebouwen zijn, maar ook gebouwde objecten zoals schoorstenen. Hiervan is een inventarisatie gemaakt. In de toekomst zal een aantal van deze objecten in het plangebied mogelijk als zodanig worden beschermd.

4.2 Archeologie

De archeologische beleidskaart geeft inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Dit maakt een betere bescherming van het bodemarchief en het tijdig mee wegen van de archeologische belangen mogelijk. Op de archeologische beleidskaart heeft het plangebied verschillende waarden gekregen:

  • Een groot deel van het plangebied heeft waarde 1: dit betreft een gebied met een onbekend en nader te onderzoeken archeologisch belang. Dit gebied krijgt geen aanduiding in het te actualiseren bestemmingsplan. De archeologische maatregelen moeten via een erfgoedverordening worden geregeld. Een dergelijke verordening is nog niet operationeel in Nijmegen.
  • Een zone in het zuiden van Heseveld en Neerbosch-Oost heeft waarde 2. Hier geldt een hoge verwachting voor het aantreffen van de Romeinse weg van Nijmegen naar Wijchen, een belangrijke verkeersader tussen Ulpia Noviomagus en Wijchen als één van de belangrijkere regionale centra. Gezien de grote hoeveelheid nederzettingen die langs Romeinse wegen gelegen waren, is zeker langs deze weg een verhoogde kans op sporen van bewoning of grafvelden. In het noorden van Neerbosch-Oost ligt nog een tweede zone waaraan waarde 2 is toegekend: het maakt deel uit van een oostwest georiënteerde 'zandrug', waar een hoge archeologische verwachting geldt voor bewoningsresten van de vroege ijzertijd tot de Romeinse tijd.
  • Vijf delen van het plangebied hebben waarde 3: zeer hoge archeologische waarde. Uitgangspunt hier is behoud in situ van het archeologisch bodemarchief. Als bescherming van de archeologische waarden in situ hier niet of onvoldoende mogelijk is, dient archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden. Ook moet hier, voorafgaand aan de sloop, bouwhistorisch onderzoek verricht worden, omdat dit relevante gegevens op kan leveren voor het archeologisch onderzoek.Hieronder volgt een beschrijving van deze gebiedsdelen met een zeer hoge archeologische waarde:

Een graf uit de late bronstijd ter weerszijden van de Balladestraat

Tijdens de aanleg van een nieuwe waterleiding is hier in 2001–2002 een graf uit de late bronstijd ontdekt. De pot met crematieresten stond nog rechtop in de bodem. In de late bronstijd zijn graven in een grafveld bijgezet. Het is daarom te verwachten dat dit crematiegraf onderdeel uitmaakt van een grafveld en dat in de directe omgeving zich nog meer graven in de bodem bevinden. Er is nog weinig bekend uit de late bronstijd. Het biedt de mogelijkheid om meer informatie te verkrijgen over de inrichting van het landschap en het gebruik ervan.

Het voormalige dorp Neerbosch

Een langgerekte zone in het noorden van het plangebied, grofweg begrensd door de Symfoniestraat, Fanfarestraat en Dorpsstraat heeft waarde 3 gekregen. Hier ligt de kern van het dorp Neerbosch dat bij de stadsuitbreidingen in de jaren zestig van de 20ste eeuw is opgeslokt door de stad. Aan de Dorpsstraat staat nog een aantal panden dat ouder is dan deze stadsuitbreiding, waaronder het witte kerkje dat in 14e eeuw is gebouwd. Op een kaart van Christiaan Sgroter uit 1652 van het Rijk van Nijmegen is het dorp Neerbosch weergegeven met de chique naam Neerbois. Sporen uit vroeger eeuwen kunnen nog altijd in de bodem liggen. In de dorpskern van het voormalige dorp Neerbosch is de ontwikkeling van het dorp goed zichtbaar. Niet alleen staan er nog enkele panden uit verschillende perioden, maar ook moeten nog veel resten van niet meer bestaande huizen of van vroegere fasen van bestaande huizen in de bodem bewaard zijn gebleven. Enkele van de nu nog bestaande panden zijn de opvolgers van 17e-eeuwse buitenverblijven van de Nijmeegse elite. Over de plattegrond van deze oorspronkelijke huizen is vrijwel niets bekend. Het is dan ook van belang om bij bodemwerkzaamheden de restanten van huizen en van het stratenplan vast te kunnen leggen. Zo kan de ruimtelijke ontwikkeling van het dorp door de eeuwen heen gevolgd worden.

Voormalig dorp Hees

Het voormalige dorp Hees heeft waarde 3 gekregen. Hoewel er tijdens de stadsuitbreidingen in de jaren '60 van de vorige eeuw nieuwbouw is verrezen, staan er nog veel huizen die van voor die tijd dateren. Een voorbeeld is de Petruskerk uit de 16e eeuw aan de Korte Bredestraat. In de kern van het voormalige dorp Hees is de ontwikkeling gedurende de laatste twee eeuwen nog goed zichtbaar. Er staan nog enkele panden uit verschillende perioden, waaronder de opvolgers van 17e eeuwse buitenverblijven van de Nijmeegse elite. Ook moeten er veel resten van niet meer bestaande huizen of vroegere fasen van huizen in de bodem bewaard zijn gebleven. In de bodem bevinden zich ook sporen uit de ijzertijd en de Romeinse tijd. In 1966 is aan de Kometenstraat een graf gevonden uit de 2e eeuw. Meer recent zijn in het noordelijke deel van Hees resten van een nederzetting uit de ijzertijd aangetroffen.

Resten uit de Romeinse tijd langs de Energieweg

Aan de Energieweg zijn in 2001 tijdens werkzaamheden resten uit de Romeinse tijd gevonden. Er zijn enkele greppels gevonden en ten minste één kuil waarin terra sigillata (roodbruin aardewerk) is aangetroffen. Ook is een waterput gezien, die vermoedelijk uit de Romeinse tijd stamt. Omdat er maar zeer weinig bekend is over de gevonden resten is onderzoek naar de precieze aard en datering belangrijk. Het is bovendien van belang om te onderzoeken of deze nederzettingsresten op een of andere manier in verband mogen worden gebracht met het grafveld dat in Hees is aangetroffen.

Oude Graafseweg

Een derde gebied met waarde 3 ligt aan de Oude Graafseweg. Hier is in 1950 een tufstenen sarcofaag aangetroffen bij het graven van een kabelsleuf. De grafvondst is belangrijk, vooral vanwege de datering van het graf in de 4e eeuw. Er zijn maar weinig vindplaatsen bekend uit de laat Romeinse tijd. Het is dan ook van belang om ieder spoor van deze periode nauwkeurig in kaart te brengen. Het betreft een voor deze regio nogal zeldzame wijze van begraven. Een tufstenen sarcofaag weerspiegelt de rijkdom van de overledene. Zo'n uitzonderlijke vondst vergroot het belang van onderzoek naar het grafveld (en de nederzetting), waartoe dit graf moet hebben behoord. De sarcofaag is aangetroffen langs de weg naar Cuijk. Een dergelijke grafkist heeft vermoedelijk niet geïsoleerd gelegen, maar deel uitgemaakt van een grafveld. In de omgeving mogen daarom nog meer graven verwacht worden. Mogelijk is het grafveld in een lange strook langs de weg aangelegd. Ook de nederzetting waartoe dit grafveld behoorde kan in de omgeving verwacht worden.

4.3 Juridische Vormgeving

Waarde-Archeologie 2 (dubbelbestemming)

In gebieden met een archeologisch belang (waarde 2) geldt een archeologische (dubbel)bestemming. Ten behoeve van de dubbelbestemming mogen uitsluitend andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden opgericht. Indien er ten behoeve van de andere, op de gronden geldende bestemming een bouwwerk wordt opgericht van meer dan 50 m2 of een diepte van meer dan 30 cm, dient er een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van de gronden voldoende zijn vastgesteld. Er kan, na advies van de archeologisch deskundige, ontheffing worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een aanlegvergunningen- en een sloopvergunningenstelsel opgenomen.

Waarde-Archeologie 3 (dubbelbestemming)

In gebieden met waarde 3 (terreinen van zeer hoge archeologische waarde ) geldt een archeologische (dubbel)bestemming. Ten behoeve van de dubbelbestemming mogen uitsluitend andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden opgericht. Indien er ten behoeve van de andere, op de gronden geldende bestemming een bouwwerk wordt opgericht waarvoor grondwerk wordt verricht dieper dan 30 cm onder het maaiveld, dient er een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van de gronden voldoende zijn vastgesteld. Er kan, na advies van de archeologisch deskundige, ontheffing worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een aanlegvergunningen- en een sloopvergunningenstelsel opgenomen.

Hoofdstuk 5 Woonfunctie

Binnen het stadsdeel West is er een duidelijk onderscheid tussen de verschillende wijken. Hieronder zal het wonen in de verschillende wijken worden toegelicht.

5.1 Wonen In Neerbosch-oost

Neerbosch-Oost is gebouwd in de jaren 1965-1975, ligt ruimtelijk geïsoleerd met een mix van laagbouw en etage, huur en koop in een strakke stedenbouwkundige structuur. De bevolkingsamenstelling wijkt op enkele punten af van het Nijmeegse gemiddelde. In Neerbosch-Oost is het aandeel ouderen en (allochtone) jongeren hoger dan gemiddeld. Enkele andere kenmerken zijn: relatief veel alleenstaanden en huishoudens met lage inkomens en een kwetsbaar sociaal-maatschappelijk profiel. De gemiddelde WOZ-waarde in 2009 bedraagt € 163.400,-.

Neerbosch-Oost heeft een woonmilieu dat omschreven kan worden als 'stedelijk compact huur'. De kenmerken zijn: relatief veel etagewoningen (>50%) en/of woningbouw in een stevige dichtheid (>30 woningen per hectare). In Neerbosch-Oost is het aandeel gestapelde woningbouw zelfs 56%. Wat betreft het eigendom van de woningen ligt het accent op huur (69%). Bij ontwikkelingen in het woonmilieu gaat het niet om verdere verdichting van het gebied. Hier geldt: niet te intensief, juist in lage dichtheid toevoegen. In de “Woning- marktverkenningen Nijmegen 2010-2020” bestaat de woningvraag in het stedelijk compact woonmilieu uit grondgebonden woningen (laagbouwhuur). In Neerbosch-Oost wordt in de vraag naar goedkope koopwoningen voorzien door de verkoop van corporatiebezit.

5.2 Wonen In Heseveld

Heseveld heeft een compact stedelijk woonmilieu met een menging van laagbouw en etagebouw in een heldere structuur met gazons ertussen. De wijk is gebouwd in de jaren `50 en `60 van de vorige eeuw en telt in totaal 2800 woningen: 47% koop en 53% huur. Het zijn hoofdzakelijk goedkope corporatieve huurwoningen, deels met kenmerkende architectuur. Er wonen 6.000 mensen. Het aantal ouderen ligt iets onder het gemiddelde van 12%. Een duidelijk te onderscheiden buurt is de Planetenbuurt aan de noordkant met een menging van etage- en laagbouw. De zuidkant - aan de overzijde van de Graafseweg - wijkt af van deze structuur met een deels vooroorlogse woningvoorraad in laagbouwmilieu. Ook de Afrika- en Bouwmeesterbuurt is een eenduidig buurtje in de Bossche Schoolstijl met kleine etage- woningen en eengezinswoningen. Een ander apart gebiedje is de bebouwing tussen de Oude Graafseweg en de Graafseweg: in een bosrestant met stevig hoogteverschil richting de rest van de wijk liggen een aantal bedrijfs- en wooncomplexen.

Er is geen noodzaak voor ingrijpende aanpassingen in de voorraad. Wel moet de kwaliteit van de bestaande voorraad op peil blijven en energiezuiniger worden gemaakt. Op basis van de uitkomsten van WoON 2009 en de woningmarktverkenningen Nijmegen 2010-2020 komen we in Heseveld tot de volgende aandachtspunten: de vraag naar woningen in een stedelijk compact woonmilieu is gering. Voor nieuwe locaties is de invulling in de laagbouwhuur eigenlijk de enige mogelijkheid. In Heseveld wordt net als in Neerbosch-Oost in de vraag naar goedkope koopwoningen voorzien door de verkoop van corporatiebezit. Voor eventuele nieuwe locaties gaat de voorkeur uit naar laagbouwhuur. Op goede locaties (centraal in de wijk en nabij voorzieningen) kunnen wel toevoegingen in de vorm van combinaties van wonen en zorg worden gerealiseerd.

5.3 Wonen In Hees

Hees kent een groenstedelijk woonmilieu, ontstaan uit het oude dorp met een kenmerkende losse structuur langs enkele mooie lanen met statige panden. De wijk is gebouwd langs oude wegen en heeft een lage bebouwingsdichtheid met veel laagbouwwoningen in de koopsector. Het is een relatief kleine wijk met in totaal 1100 woningen: 66% koop en 34% huur. Hees kent weinig goedkope huurwoningen (280). Er wonen ca. 3.000 mensen. Het aandeel ouderen ligt met 27% ruim boven het Nijmeegs gemiddelde (12%). De wijk kent behoorlijk wat variëteit, maar er zijn geen echte deelgebieden met een eigen karakter of thematiek.

Er is geen noodzaak voor ingrijpende aanpassingen in de voorraad. Wel moet de kwaliteit van de bestaande voorraad op peil blijven en energiezuiniger worden gemaakt. Op basis van de uitkomsten van WoON 2009 en de de woningmarktverkenningen 2010-2020 komen we in Hees tot het volgende aandachtspunt: Hees dient zijn groenstedelijke woonmilieu te behouden. De vraag naar woningen in een groenstedelijk woonmilieu is voornamelijk gericht op laagbouwkoop (2/3) en laagbouwhuur (1/3). In het huidige programma is het aanbod iets kleiner dan de vraag. In de etagesector is wel meer aanbod dan vraag (zowel in de etagehuur als de etagekoop). Voor nieuwe locaties in Hees zijn toevoegingen in de laagbouw en meer specifiek de laagbouwhuur richtinggevend.

Het (dorpse) karakter van Hees wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ruimtelijke structuur. De ruimtelijke structuur van het gebeid kenmerkt zich door drie hoofdvormen:

  1. 1. de halfopen lintstructuur langs de Dr. De Blecourtstraat-Kerkstraat en Bredestraat. Met name de Kerkstraat en de Bredestraat hebben een karakteristiek profiel met brede groene bermen. kenmerkend zijn de onregelmatig verspreide open ruimten tussen de bebouwing met onder andere agrarische functies of grote erven;
  2. 2. de bouwblokken met een half open ruimtelijke structuur via erfafscheidingen tussen de bebouwing;
  3. 3. bebouwingselementen in groene ruimte. kenmrken: vrijstaande en over het algemeen grootschalige bebouwing zoals de kloosters, tehuizen, het sportfondsenbad en de aanwezige kassen.

Ter bescherming van deze karakteristiek was op de plankaart van het voorgaande bestemmingsplan (Hees-Heseveld) de aanduiding “karakteristiek erf” opgenomen. Deze aanduiding had als doel om de erven en tuinen, vanwege hun specifieke karakter en kwaliteit, te behouden en beschermen. Daarnaast was in het vigerende plan (binnen de bestemming Bijzondere doeleinden, artikel 7.6) een aanlegvergunningenstelsel opgenomen ter bescherming van het waardevolle groene karakter van enkele percelen (voormalige kloosters en een kerk). Op grond van dit stelsel werd een aanlegvergunning vereist voor het aanleggen van verharding en het verwijderen van beplanting.

5.4 Juridische Vormgeving

De (bestaande) woningen met bijbehorende gronden hebben de bestemmingen Wonen en Tuin gekregen. Binnen de bestemming Wonen is een aanduiding "bouwvlak" opgenomen waarbinnen het hoofdgebouw (woning) mag worden opgericht. Aan de hand van de diepte van het achtererf is de grootte van het bouwvlak bepaald. In ieder geval is de bestaande legale situatie bestemd. Waar mogelijk zijn uitbreidingsmogelijkheden geboden. Binnen de aanduiding "bouwvlak" mogen ook aan- en uitbouwen worden gerealiseerd. Op het erf zijn bouwmogelijkheden voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen. De totaal bebouwde oppervlakte mag ten hoogste 50% van het erf bedragen, met een maximum van 50 m2. Aan- en uitbouwen binnen de aanduiding "bouwvlak" tellen daarbij niet mee. Ook de begrenzing tussen de bestemmingen Wonen en Tuin is aan de hand van de stedenbouwkundige matrix bepaald. Alle voortuinen zijn bestemd als Tuin waarmee wordt geprobeerd om de groene uitstraling, van onder andere de straten in Hees, te behouden. De bestemming Tuin ligt veelal aan de voorzijde van de woning. Binnen de bestemming Tuin zijn slechts beperkte bebouwingsmogelijkheden opgenomen. Overigens kan de bestemming Tuin ook in combinatie met andere bestemmingen voorkomen, zoals de bestemming Gemengd.

Op grond van de algemene regel "Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten" zijn in woningen alsmede in aan- en uitbouwen onder voorwaarden andere functies toegestaan in de vorm van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten. Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten zijn niet toegestaan in (vrijstaande) bijgebouwen. Het uitoefenen van een beroeps- of bedrijfsactiviteit in een (vrijstaand) bijgebouw in de tuin gaat de reikwijdte van de woonfunctie te buiten. De beroeps- of bedrijfsactiviteit is dan immers niet meer direct gerelateerd aan de woning. Een dergelijke functieverandering kan ingevolge vaste jurisprudentie uitsluitend worden bewerkstelligd middels een wijziging of herziening van het bestemmingsplan (uitspraak ABR 06/04/2005, 200404674/1). In de regels is onder de begrippen gedefiniëerd wat onder aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten moet worden verstaan.

Voor de woonwagenstandplaatsen aan de Dorpsstraat is de bestemming Wonen-Woonwagenstandplaats opgenomen. Voor deze bestemming gelden specifieke gebruiks-en bouwregels.

Het (nieuw) te ontwikkelen woongebied aan de Dorpsstraat (Neerbosch-Oost) is bestemd als Woongebied. Binnen deze bestemming kunnen, binnen het aangegeven bouwvlak, maximaal 12 woningen worden gebouwd. De woningen hebben een goot-en nokhoogte van (maximaal) 6/10m. Ook aan-uit-en bijgebouwen moeten binnen het aangegeven bouwvlak worden gerealiseerd. Het totale bouwvlak mag voor maximaal 25% worden bebouwd. In par. 10.2.4 van deze toelichting is een uitgebreide beschrijving van deze ontwikkeling opgenomen.

Om de karakteristieke waarden van het dorp Hees te handhaven is in dit bestemmingsplan op de plankaart de functieaanduiding “erf” opgenomen Deze functieaanduiding komt met name voor langs de Kerkstraat, de Bredestraat en de Korte Bredestraat. Daarnaast is een aanduiding opgenomen voor het perceel op de hoek Kerkpad/Melkweg. Op grond van de functieaanduiding is een omgevingsvergunning nodig voor het aanbrengen van verharding (bijvoorbeeld ten behoeve van parkeerplaatsen) en het verwijderen van beplanting. Door het vereiste van een omgevingsvergunning kan per geval een afweging wordne gemaakt of het aanbrengen van de verharding en/of het verwijderen van de beplanting noodzakelijk is. Aan de omgevingsvergunning kunnen bovendien voorschriften (bijvoorbeeld ten aanzien van het herplanten) verbonden worden.

Hoofdstuk 6 Economische En Maatschappelijke Functies

6.1 Kantoren

Gelet op de ontwikkeling van de vraag naar kantoorruimte en de aanbodgegevens uit de gemeentelijke planexploitaties is de huidige planvoorraad in Nijmegen tot 2020 toereikend. De kantorenmarktstrategie is gericht op optimale ontwikkeling van de grotere kantorenlocaties in Nijmegen-Noord en de omgeving van het Centraal Station. Tegelijkertijd worden er randvoorwaarden aangereikt voor de ontwikkeling van kantoren op andere potentiële locaties. In de huidige panden langs de singels en hoofdradialen, zoals de Graafseweg en de Neerbosscheweg, zijn kantoren mogelijk tot 1000m2. Ten aanzien van kleinschalige kantoren kan voor de vraag tot 500m2 worden voorzien in woonwijken. Hierbij moet een afweging worden gemaakt of de nieuwe kantoorfunctie bijdraagt aan een evenwichtige ontwikkeling van de wijk gelet op verkeersdruk, parkeerdruk, milieuwetgeving, etc. Vertrekpunt is het beperken van de overlast voor de buurt. Het is niet toegestaan om woningen volledig als kantoor te gebruiken, maar een kantoor aan huis is (onder beperkende voorwaarden) wel mogelijk.

Flexibiliteit op de kantorenmarkt is het leidende principe. Als een ontwikkelaar een mooi pand wil ontwikkelen op een locatie waar dat zou kunnen en de eindgebruiker is bekend, dan wil de gemeente daarvoor de randvoorwaarden aanreiken.

In de wijken Hees en Heseveld is zo'n ontwikkeling bekend aan de Graafseweg 274. Er zijn plannen om het bedrijfsverzamelgebouw in het Augustijnenklooster uit te breiden met mogelijkheden voor kleinschalige kantoren en/of bedrijven. Het idee is om binnen de bouwmassa ook een woonfunctie mogelijk te maken. Verder is er een aantal kleinschalige kantoren gevestigd in Hees en Heseveld langs de Neerboscheweg, Energieweg en Wolfskuilseweg. In Neerbosch-Oost zijn geen kleinschalige kantoren gevestigd.

6.2 Bedrijven

In Neerbosch-Oost zijn 160 bedrijven en instellingen gevestigd en in Hees en Heseveld 536 bedrijven. In onderstaande tabel zijn de meest voorkomende sectoren weergegeven. Het grootste gedeelte van de bedrijvigheid bevindt zich in woonhuizen in het plangebied. Het gaat vooral om dienstverlenende activiteiten, bouwbedrijven en gezondheidszorg. Veel van de genoemde bedrijven hebben alleen een postadres ter plaatse. Op het adres vinden geen bedrijfsmatige activiteiten plaats.

Eén van de speerpunten van het sociaal-economisch beleid is het terugbrengen van economische activiteiten naar de stad én de wijken. Het gaat vooral om de vestiging van kleinschalige (ambachtelijke) ondernemingen en het stimuleren van starters. Ruimtelijk kan dit zich uiten in ondernemen in of aan huis, toenemende behoefte aan woon/werkpanden en economische herontwikkeling van kleinschalige bedrijvigheid. Bedrijvigheid in de wijken moet qua aard en omvang aansluiten bij de functie van de directe omgeving (vooral wonen) en de behoefte. Bedrijvigheid aan huis is toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 50m2 en onder voorwaarde dat het geen overlast voor de omgeving veroorzaakt (o.a. op het gebied van verkeer en milieu). In de wijken kan gedacht worden aan het ontwikkelen en stimuleren van bedrijfspanden voor starters, woon-werkcombinaties en huiskamerondernemingen. De aard en omvang van de activiteiten moet uiteraard aansluiten bij de functie van de directe omgeving (wonen) en de behoefte

Overzicht bedrijven en instellingen naar sector (Neerbosch-Oost, Hees en Heseveld)

Nr. SBI code categorie Aantal
01 47 Detailhandel (niet in auto's) 56
02 86 Gezondheidszorg 52
03 70 Holdings (geen financiële), concerndiensten 50
04 85 Onderwijs 50
05 96 Wellness en overige dienstverlening: uitvaartbranche 40
06 90 Kunst 38
07 43 Gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw 39
08 46 Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen) 35
09 88 Maatschappelijke dienstverlening (zonder overnachting) 31
10 62 Dienstverlenende activiteiten op het gebied van ICT 21
11 69 Rechtskundige dienstverlening, accountancy, belastingadvies en administratie 20
Overige categorieën 164
Totaal 596

Bedrijvigheid is, in de zin van de Wet milieubeheer, die bedrijvigheid die vermeld staat in bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht en als zodanig als inrichting aangemerkt zou kunnen worden. Bij de actualisatie van het bestemmingsplan wordt de toelaatbaarheid van bedrijven en bedrijfsactiviteiten gekoppeld aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten in Nijmegen, al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Omdat de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt gebruikt voor de milieuzonering in bestemmingsplannen zijn hierbij alleen de ruimtelijk relevante milieuaspecten, zoals geluid, geur, stof, gevaar (vooral brand- en explosiegevaar), verkeer en visuele aspecten van belang.

De Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen bevat ook typen bedrijven die in Neerbosch- Oost en Hees en Heseveld zeker niet gewenst zijn. Deze wijken bestaan vooral uit rustige woongebieden. Uitgangspunt is dat vooral bedrijvigheid in de categorieën SBI 1 en 2 (creatieve industrie en groothandel en logistiek) passend is binnen deze woongebieden. Uitgangspunt is echter ook dat bestaande bedrijvigheid, die qua milieubelasting in principe niet thuishoort in een woongebied maar waarvoor verplaatsing op korte termijn niet haalbaar is, moet worden geaccepteerd op basis van verworven rechten. Deze bedrijvigheid wordt als een verbijzondering op de toegelaten categorieën toegestaan. Deze bedrijvigheid moet uiteraard wel voldoen aan de criteria die de Wet milieubeheer oplegt, zodat er geen sprake is van onaanvaardbare hinder naar de omgeving.

Langs de hoofdverkeersaders in en rond de wijken Neerbosch-Oost, Hees en Heseveld (Maas-Waalkanaal, Neerbosscheweg, Graafseweg, Molenweg, Wolfskuilseweg) zijn op een aantal (geclusterde) uitzonderingen na niet of nauwelijks bedrijven gevestigd. In onderstaand overzicht zijn de bedrijven binnen het plangebied aangegeven die niet vallen onder de categorieën horeca, sportvoorzieningen, kantoren, woongebouwen, opleidingsinstituten, detailhandel en medische praktijken.

Overzicht bedrijven Nijmegen West

Straat Naam SBI Omschrijving Cat.
Daniëlsweg 60 Bandenservice de Kraijenhoff 5020.2 Bandenservicebedrijf 2
Dorpsstraat 92 Firma Engelen 5262.1 Markthandel AGF 3.1
Dorpsstraat 100 Revo Knaagdieren 012.5 Fokken van muizen 2
Energieweg 35 Liander 4000.3 Gasreduceerstation 3.2
Energieweg 65 Applied Materials Europe B.V. 5165.7 Groothandel elektro-
materiaal
3.1
Graafseweg 250 Autopoetsbedrijf Novio-Gelre 5010.4 Garagebedrijf 2
Klimopstraat 40 Hydroland 6312.3 Opslag 2
Molenweg 119 BP Station van Wijk 5050 Benzineservicestation 2
Molenweg 121 Vakgarage Van Ottele 5010.3 Garagebedrijf 2
Molenweg 227 Dierenspeciaalzaak Erica 5246.8 Bouwmarkten met vuurwerkverkoop 2
O.C. Huismanstr. 149 Autobedrijf De Grood 5010.4 Garagebedrijf 2
O.C. Huismanstr. 331 Rioolgemaal O.C. Huismanstraat 9001 Afvalwaterinzameling 3.2
Oostkanaaldijk 200 Kinderboerderij 't Boerke 9253.1 Kinderboerderijen 2
Oude Graafseweg 5 Wil van IJzerdoorn Bedrijfsauto's 5010.3 Handel in en reparatie van bedrijfsauto's 2
Oude Graafseweg 15 NUON 4000.3 Gasreduceerstation 3.2
Oude Graafseweg 62 Interscreen Reklame- Zeefdrukkerij 2222.3 Drukkerij van reclame 2
Oude Graafseweg 108 A. de Jong Auto-carrosseriebedrijf 5020.4 Garagebedrijf/ carrosseriebedrijf 2
Oude Graafseweg 210 Hermens Meubelbedrijf 3612.1 Interieurbouw 3.2
Paul Krugerstraat 76 Bloemenshop Corona 5249.1 Bloemenwinkel/ vuurwerkshop 2
Wolfskuilseweg 67 Tapijtshop Haefkens 5249.7 Winkels in vloerbedekking 2
Wolfskuilseweg 81 Boekbinderij Meyer 2223 Grafische afwerking 1
Wolfskuilseweg 117 Transportbedrijf Cormelissen 6024.2 Goederenvervoer over de weg 3.2
Wolfskuilseweg 251 Houkes Motortechniek 5040 Handel in en reparatie van motorfietsen 2
Wolfskuilseweg 251 Meubelmakerij Wes en Van den hoek 3612.2 Vervaardiging van bedrijfsmeubels 3.2
Wolfskuilseweg 253 René Elvers Vleeswaren Belvedère B.V. 1513.2 Vervaardiging van vleeswaren 3.2
Wolfskuilseweg 267 Installatiebureau Hartog BV 4533.1 Installatie van sanitair 3.1

Daarnaast is er buiten het plangebied een aantal inrichtingen aanwezig die ontwikkelingen binnen het plangebied kunnen beïnvloeden. Zie onderstaand overzicht.

Overzicht inrichtingen buiten het plangebied

Straat Naam SBI Omschrijving Cat
Energieweg 27 V.O.F. van Raay 0113 Fruitteelt 2
Energieweg 28 Asfaltcentrale Nijmegen 2682 Asfaltcentrale p.c. > 200 t/h 4.2
Energieweg 28 Dura Vermeer Kwaliteitsdienst 5010.3 garagebedrijf bedrijfsauto's 3.2
Energieweg 30 Nijmeegse Betoncentrale 2663 Betonmortelcentrale 4.2
Energieweg 46 Alewijnse Groep 4531 Elektrotechnische bouwinstallatie 3.1
Energieweg 72 Peter Kersten 3612.1 Interieurbouw 3.2
Energieweg 76 Drukkerij Quickprint BV 2222.2 drukkerij van tijdschriften 32
Energieweg 102 Anac Tanken 5050 Benzineservicestations LPG 3.1
Gerstweg 2 NXP Semiconductors 3210 Elektronische componenten 4.1
Roggeweg 7 Hoes-Errogas 51512 Groothandel/opslag gassen 4.2

6.3 Detailhandel

Het buurtwinkelcentrum Notenhout in Neerbosch-Oost bevat ca. 2.100m2 winkelvloeroppervlak (wvo) en is wat verouderd. De supermarkt (Spar, 762 m2 wvo) is de grote trekker. Daarnaast is er nog een discountsupermarkt (Lidl 641 m2 wvo) en een aantal andere winkels (waaronder een bakker, een groenteboer, een drogisterij, een slijter, een slagerij, een bloemist, een dierenspeciaalzaak, drie kappers, een winkel met huishoudelijke artikelen, een boekhandel, een fotoshop annex kadozaak, twee kledingzaken, een apotheek en een winkel waar kasregisters worden verkocht). Er zijn twee snackbars en in 1 pand is een wijkwinkel gevestigd. De bibliotheek en het café zijn inmiddels gesloopt. Het winkelcentrum voldoet qua functies aan het ideaalbeeld van een buurtwinkelcentrum: het dagelijkse artikelenaanbod is compleet en kwalitatief van een goed niveau en het niet-dagelijkse aanbod is hierop aanvullend. De nabijheid van het wijkcentrum De Schalmei en de sporthal Vocasa versterken de functie van het winkelcentrum. Dit blijkt ook door het gezamenlijke gebruik van de parkeerfaciliteiten. De nabijheid van de winkels is de belangrijkste reden om het winkelcentrum te bezoeken. Daarnaast speelt de lage prijs bij bepaalde winkels en producten en de bereikbaarheid/parkeergelegenheid een rol. Wel behoeft het winkelcentrum op een aantal punten verbetering. Voor winkelcentrum Notenhout is het van belang dat het bij de tijd blijft en dat verloedering en sociale onveiligheid wordt tegengegaan. Er dient vooral aandacht te zijn voor aanpak van de openbare ruimte, het oplossen van parkeerproblematiek, aanpak van de leegstand en toezicht op rondhangende jongeren.

Overzicht detailhandel winkelcentrum Notenhout

Sector Winkelcentrum Notenhout
Detailhandel
dagelijkse boodschappen
Spar supermarkt
Lidl
Istanbul Market
Robbert de Echte Bakker
Detailhandel
niet-dagelijkse boodschappen
Slijterij Spar
DA-drogist van Marwijk
Dierenspeciaalzaak 't Honk
Kantoorboekhandel Neerbosch
Op Maat wijkwinkel
Slagerij Dinada
Joyce mode
Bloem & Plant Nijmegen
Jos de Haas mode
Burgers afrekensystemen en kantoorefficiency
Overige detailhandel Kapsalon Mechón
Kapsalon Petit
Hairstyling Buschra
Cafetaria Yeliz
Cafetaria Dilayda
Apotheek Neerbosch-Oost

Het buurtwinkelcentrum van Hees en Heseveld ligt aan de Molenweg en is ongeveer 1200m2 wvo groot. De Coöp is één van de verkooppunten in dit winkelcentrum en met ca. 700m2 wvo aan de kleine kant voor een moderne supermarkt. Toch biedt de supermarkt samen met een aantal speciaalzaken een redelijk aanbod voor de wijkbewoners. In de rest van de winkelstrip is een overschot aan kleine winkelruimten, die regelmatig van huurder wisselen. De leegstand is hoog. De landelijke tendens van toenemende leegstand in buurtwinkelcentra door schaalvergroting, branchevervaging en toenemende mobiliteit van de consument is hier duidelijk merkbaar. De winkels lijken niet te kunnen overleven en worden steeds vaker vervangen door dienstverlenende bedrijvigheid, zoals uitzend- en detacheringbureaus.

Overzicht detailhandel winkelcentrum Molenweg Zuid

Sector Winkelcentrum Molenweg Zuid
Detailhandel
dagelijkse boodschappen
Coöp
Robbert Echte Bakker
Surmene Market
Detailhandel
niet-dagelijkse boodschappen
Dierenspeciaalzaak Erica
Schoenmakerij van Antwerpen
Kabul kledingreparatie
Overige detailhandel Café West-End
Ijssalon Spinato
Shanghai Chinees afhaalcentrum
Rotana Pizzaservice
Computerwinkel Yasicom International
Kapper Meriam
Koopman Kappers
Woninginrichting
La Ka Detachering
Simonsson Electronic elektrische scooters

Behalve in het winkelcentrum komen in Nijmegen West diverse andere winkels voor, onder andere speciaalzaken. Hieronder volgt een overzicht van de overige detailhandel in Nijmegen West.

Overzicht overige detailhandel Nijmegen West

Adres Naam onderneming
Groenestraat 357 Visspeciaalzaak Baarssen
Dennenstraat 69 Thoonen Fiets en Fitness
Klimopstraat 48 E-zon speciaalzaak zonweringen/horren/rolluiken
Paul Krugerstraat 109 Sportshop Richard Kregting
Paul Krugerstraat 84 Central Market
Paul Krugerstraat 72 Bloemenhandel Corona
Wolfskuilseweg 29 Eigenhuijsen Muziek
Wolfskuilseweg 149 Jumper Huisdierendiscount
Wolfskuilseweg 67 Tapijtshop Haefkens
Oude Graafseweg 96 Bouwmarkt Van Werkhoven
Hatertseveldweg 283 Jos Huisman Tweewielers

6.4 Horeca

Het beleid bepaalt dat er met name in het stadcentrum ruimte is voor horeca. Daarbuiten wordt alleen horeca toegestaan met een wijkfunctie, bestemd voor de eigen bewoners. Horeca speelt een rol in de kwaliteit van de dagelijkse leefomgevingen in de wijken en buurten van de stad, soms als een risicofactor, maar veel vaker als een pluspunt. Horeca in woonwijken is voor veel bewoners een aantrekkelijke verrijking van hun wijk. De horeca in de wijk Neerbosch-Oost is op dit moment ingevuld met twee snackbars die in het winkelcentrum gevestigd zijn. Verspreid in Hees en Heseveld zijn 4 horecagelegenheden gevestigd. Nieuwe horeca in de wijk kan eventueel toegevoegd worden, mits deze kleinschalig is, wijkgericht en een aanvulling is op het bestaande aanbod.

Overzicht horeca Nijmegen West

Straat Naam onderneming
Symfoniestraat 128 Cafetaria Yeliz
O.C. Huismanstraat 268 Cafetaria Dilayda
Neerbosscheweg 645 Bastion Hotel
Molenweg 145 Café West-End
Kerkstraat 205 Gasterij Als Toen
Generaal Smutsstraat 21 Automatiek en snackbar Piccadilly

Naast de reguliere horeca is er in Nijmegen West ook ondersteunende horeca. Het gaat hierbij om zaken zoals winkels, recreatieve voorzieningen en sportvoorzieningen die geen (planologische) hoofdbestemming horeca hebben, maar waar men tegen betaling wel iets kan eten of drinken. Een beperkt deel van het oppervlak mag gebruikt worden voor het plaatsen van tafels en stoelen. Ondersteunende horeca kan vaak moeilijk los worden gekoppeld van de hoofdfunctie: voor het goed functioneren van een dergelijke voorziening, ook vanuit de klant geredeneerd, is ondersteunende horeca een noodzaak. Daar staat tegenover dat voorkomen moet worden dat het toestaan van ondersteunende horeca leidt tot ongewenste concurrentie met bestaande “normale” horecavoorzieningen. Daarom zijn hierop specifieke beleidslijnen van toepassing. In Nijmegen West gaat het naast bijzondere doeleinden, zoals sportaccommodaties en wijkcentra, ook om een aantal snackbars en pizzeria's met een detailhandelsbestemming.

Overzicht ondersteunende horeca Nijmegen West

Straat Naam onderneming
Symfoniestraat 200 Sporthal Vocasa
Symfoniestraat 204 Wijkcentrum De Schalmei
Danielsplein 3 Wijkcentrum Heseweide
Energieweg 47 Sportpark De Schoonhorst
Planetenstraat 65 Sportfondsenbad West
Dennenstraat 25 Sportpark De Dennen (inclusief O.C. Huismanhal)
Klimopstraat 8 Chinees afhaalcentrum Xing Xing (staat nu leeg)
Molenweg 263 Rotana pizzaservice
Wolfskuilseweg 99 Pizzeria Cafetaria La Bella

6.5 Maatschappelijke Voorzieningen

In de wijken Neerbosch-Oost, Hees en Heseveld zijn de volgende maatschappelijke voorzieningen aanwezig.

Overzicht maatschappelijke voorzieningen

Naam Adres
Onderwijs
Basisschool Het Octaaf (onderbouw) Fanfarestraat 51-53
Brede School Het Octaaf (bovenbouw) Symfoniestraat 210
Open wijkschool Heseveld inclusief basisschool De Zonnewende Berberisstraat 4
Jenaplanschool De Lanteerne Henry Dunantstraat 8
Kristallis Speciaal onderwijs Jacob v Campenstraat 8
Mondial College Energieweg 35
Dominicuscollege Energieweg 93
Wijkleerplaats Neerbosch - Oost (ROC) Fanfarestraat 51-53
College van Bestuur en Centrale Diensten Wolfskuilseweg 279
Loopbanencentrum en ROC4 Competence Wolfskuilseweg 279
ROC Sector Techniek Energieweg 25
Kinderopvang
Pico Locatie Kerkstraat 67
Pico Locatie Dennenstraat 67
Pico Locatie Slingertouw Florence Nightingalestraat 1
Pico Locatie Berberisstraat 4
't Sloepje Vuurdoornstraat 19
Kinderopvang IKKE Dennenstraat 71
Wijk/zorgvoorzieningen
Jongerencentrum Juke-box Bazuinstraat 1
Wijkcentrum De Schalmei Symfoniestraat 204
Tandem Fanfarestraat 51-53
Sjano Stichting jeugdactiviteiten Neerbosch-Oost Fanfarestraat 51-53
Blokhut Dorpsstraat Fanfarestraat 51-53
Jongerencentrum de Piramide Daniëlsplein 1
Woonzorgcentrum Waalboog Kerkstraat 65
Huize Rosa Rosa de Limastraat 10
Sancta Maria Bredestraat 168
De Driestroom Danielsweg 42
Behandelgroep Kaaplandstraat Kaaplandstraat 51B
Iriszorg Uranusstraat 24
RIBW Graafseweg 250
Wolfskuilseweg 173
Sport- en speelvoorzieningen
Sporthal Vocasa Symfoniestraat 200
NKV Atlas (krachtsport) Bazuinstraat 1
Skatebaan Symfoniestraat
Sportpark Schoonhorst - Blauw Wit en Krayenhoff, Tachys Energieweg 47
Sportpark De Dennen, incl. O.C. Huisman- hal - Quick 1888 Dennenstraat 25
Gymzaal Florence Nightingalestraat Florence Nightingalestraat 3
Gymzaal Uranusstraat Uranusstraat 18
Sportfondsenbad West Planetenstraat 65
Scouting Albertus Dennenstraat 113
Speelvoorzieningen
Speelplekken Neerbosch- Oost
Harpstraat, Tubastraat pleintje Menuet Mazurkastraat, Banjo-eld, OC Huismanstraat tussen flats Sonatestraat OWS, Fanfarestraat, Symfoniestraat, Nocturnestraat
Speelplekken Hees en Heseveld Pomonastraat, Jan Brinkhofplantsoen, Simon Stevinstraat, Pieter Postplein, Neptunusstraat, Planetenpark
Cruyff Court + JOP Rapsodiestraat
Kinderboerderij 't Boerke Oostkanaaldijk 200 (hoek Nocturnestraat)
Wijkspeeltuin De Liguster Ligusterstraat
Recreatieve sportplekken Bokdoornstraat, Danielsplein
Trapveld Venusstraat
Dienstverlening
Bibliotheek Neerbosch Fanfarestraat 51-53
MKB Nijmegen Wolfskuilseweg
Huisarts, Fysiotherapie, Apotheek servicepunt Dennenstraat 106
Huisartsenpraktijk Daniëlsplein 4
Pauze Therapie-Advies Cronjestraat 81
Ennea Inside Coaching-Massage Zonstraat 6
Parochie Hees Kerk Antonius Abt Dennenstraat 121
Augustijns Centrum de Boskapel Graafseweg 276
St. Josefklooster zorgcentra Kerkstraat 65)

6.6 Juridische Vormgeving

Het merendeel van de economische functies is voorzien van de bestemmingen Centrum of Gemengd. Met deze bestemmingen worden meerdere functies per locatie mogelijk gemaakt. Op deze manier wordt leegstand voorkomen, kan eenvoudig worden ingespeeld op markt- ontwikkelingen en wordt de buurteconomie gestimuleerd. Overigens zijn buiten de winkelcentra alleen bestaande detailhandels- en horecabedrijven toegestaan, ter voorkoming van een verschuiving en/of verruiming van de winkelcentra. Het gebruik van deze combinatie- bestemmingen heeft als consequentie dat bestemmingen met één hoofdfunctie veel minder voorkomen dan voorheen gebruikelijk. In het bestemmingsplan zijn de economische en maatschappelijke functies ondergebracht binnen één van de volgende bestemmingen:

  • I. Centrum;
  • II. Gemengd/Gemend (1 en 2);
  • III. Bedrijf/Bedrijf-Nuts;
  • IV. Agrarisch-Glastuinbouw;
  • V. Horeca;
  • VI. Cultuur en Ontspanning;
  • VII. Maatschappelijk.

Binnen de bestemmingen Centrum, Gemengd/Gemengd (1 en 2) en Maatschappelijk is aangegeven dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover wordt voldaan aan de Wet geluidhinder. Zonder deze bepaling zou het mogelijk zijn om een nieuwe geluidsgevoelige functie toe te voegen, bijvoorbeeld een woning, zonder dat er akoestisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Om dit te voorkomen, dient er, wanneer zich ergens een nieuwe geluidsgevoelige functie vestigt, eerst akoestisch onderzoek plaats te vinden. Indien de voorkeurswaarde wordt overschreden, moet worden nagegaan of een hogere waarde kan worden verleend.

De procedure hogere waarde moet gelijk oplopen met een herziening van het bestemmingsplan zodat in een dergelijk geval een postzegelbestemmingsplan moet worden opgesteld. Dit geldt ook indien er functieverandering plaatsvindt van de ene geluidsgevoelige functie in een andere geluidsgevoelige functie (bijvoorbeeld op een voormalige schoollocatie worden woningen gebouwd). Ook dan zal er akoestisch onderzoek dienen plaats te vinden.

Centrum

De bestemming Centrum is vergelijkbaar met de bestemming Gemengd in zoverre dat het gaat om locaties waar meerdere functies zijn toegestaan. Echter een belangrijk onderscheid is dat het bij Centrum gaat om winkelcentra en bij Gemengd om verspreid voorkomende functies. Een voordeel van de bestemming Centrum is dat de toegestane functies niet locatie gebonden zijn (het aantal supermarkten en horecabedrijven is wel gelimiteerd). Voor de winkelcentra Notenhout (Neerbosch Oost) en Molenweg Zuid (Heseveld) is de bestemming Centrum opgenomen. Boven de winkelcentra is wonen toegestaan.

Gemengd/Gemengd (1 en 2)

De bestemming Gemengd is "opgedeeld" in 3 verschillende bestemmingen. Binnen elk van deze bestemmingen zijn andere functies mogelijk.

Binnen de bestemming Gemengd zijn de volgende functies mogelijk: kantoren, bedrijven, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en wonen. In appartementengebouwen zijn de niet-woon functies alleen toegestaan op de begane grond behalve als de verdieping(en) al voor (een van) deze functies werd gebruikt. In dat geval mag het bestaande gebruik op de verdieping(en) worden voortgezet. Binnen de bestemming zijn aanduidingen opgenomen voor bestaande detailhandel en horecabedrijven. Detailhandel en horecabedrijven zijn alleen toegestaan op de bestaande locaties.

Alleen bedrijven die goed passen in een woonomgeving zijn toegestaan. Dit zijn de bedrijven die voorkomen in milieucategorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen, zie bijlage I bij de regels).

Horecabedrijven zijn alleen toegestaan in categorie 1a, 1b en 2a van de Staat van horeca-activiteiten (zie bijlage II bij de regels).

In het ontwerpplan waren nog 4 verschillende bestemmingen Gemengd opgenomen (Gemengd 1 t/m 4). Als gevolg van de bepalingen uit de Wet geluidhinder was er een onderscheid gemaakt in de bestemmingen Gemengd 1 en 2 Binnen de bestemming Gemengd-2 waren dezelfde functies toegestaan als binnen de bestemming Gemengd-1, alleen was de woonfunctie uitgesloten. Op locaties waar voorheen geen woonfunctie was toegestaan en de geluidsbelasting (voorkeurswaarde) te hoog is, mogen geen nieuwe woonfuncties worden toegevoegd zonder dat daarvoor een hogere waarde procedure op grond van de Wet geluidhinder is gevoerd. Op grond van de vigerende plannen waren op de meeste locaties echter al woonfuncties toegestaan zodat de woonfuncties niet behoefde te worden uitgesloten en de bestemming Gemengd 2 niet meer nodig was. Deze bestemming Gemengd 2 is dan ook komen te vervallen in dit bestemmingsplan. De bestemmingen Gemengd 1 en 2 uit het ontwerp-bestemmingsplan zijn samengevoegd tot de bestemming Gemengd. Omdat het logisch is om van daaruit door te nummeren is de bestemmingen Gemengd 3 uit het ontwerpplan, Gemengd 1 geworden en de bestemming Gemengd 4 uit het ontwerpplan is Gemengd 2 geworden

De bestemming Gemengd-1 (in het ontwerpplan Gemengd 3) is opgenomen voor de locatie Graafseweg 274 (het Augustijnenklooster). Voor deze locatie is een postzegel-bestemmingsplanprocedure gevoerd waardoor het toegestane gebruik net iets afwijkt van de functies binnen de bestemming Gemengd-1. Bovendien zijn er speciale bouw-en gebruiksregels opgenomen voor ondergronds bouwen (en gebruik).

De bestemming Gemengd -2 (in het ontwerpplan Gemengd 4) tenslotte is opgenomen voor het Boeddistisch centrum (Hatertseveldweg 284). Ook voor deze locatie is een aparte (postzegel)bestemmingsplanprocedure doorlopen. Op deze locatie zijn alleen de functies wonen en boeddhistisch centrum toegestaan. ook gelden er voor deze locatie specifieke bouwregels.

Bedrijf/Bedrijf-Nuts

De bestemming Bedrijf is opgenomen voor bedrijven met een milieucategorie van meer dan 2 volgens de Staat van bedrijfsactiviteiten. Uitgangspunt is dat ook de bestaande bedrijvigheid, die qua milieubelasting in principe niet thuishoort in een woongebied maar waarvoor verplaatsing op korte termijn niet haalbaar is, moet worden geaccepteerd op basis van verworven rechten. De bedrijvigheid moet uiteraard wel voldoen aan de criteria die de Wet milieubeheer oplegt, zodat er geen sprake is van onaanvaardbare hinder naar de omgeving.

De Nutsbedrijven (zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations) met een inhoud van minder dan 50 m3 zijn niet opgenomen op de plankaart. Deze Nutsbedrijven zijn op grond van de algemene regels (vgl artikel 29.2) binnen alle bestemmingen toegestaan. De Nutsbedrijven met een omvang van meer dan 50 m3 zijn opgenomen in de bestemming Bedrijf-Nuts.

Agrarisch- Glastuinbouw

Ten behoeve van de firma Engelen aan de Dorpsstraat 92 (markthandel aardappelen, groente, fruit) is de bestemming Agrarisch- Glastuinbouw opgenomen. Op deze locatie zijn kassen aanwezig waarin de diverse groenten en fruit worden geteeld.

Ook voor het perceel Kerkpad 32 is, conform het huidige gebruik, de bestemming Agrarisch Glastuinbouw opgenomen.

Horeca

De bestemming Horeca is opgenomen voor bestaande, omvangrijke horecalocaties zoals het Bastion-hotel. Binnen deze bestemming zijn geen andere functies dan horeca toegestaan.

Cultuur en ontspanning

De bestemming Cultuur en Ontspanning is opgenomen voor het Wellnesscenter aan de Schependomlaan en voor de kinderboerderij aan de Nocturnestraat. De bestemming Cultuur en ontspanning is bedoeld voor het verrichten van activiteiten gericht op cultuur en ontspanning, zoals: atelier, bioscopen, bowlingbaan, casino, congrescentrum, kinderboerderij, museum, muziek- en dansscholen, oefenruimten en creativiteitscentra, speeltuin, schouwburg, theater, andere hiermee gelijk te stellen activiteiten. Voor de locatie van de kinderboerderij is het toegestane gebruik echter uitsluitend beperkt tot kinderboerderij. Voor de locatie van de wellness is juist een aanduiding opgenomen om aan te geven dat deze functie binnen de bestemming ook is toegestaan (naast de andere in de doeleindenomschrijving genoemde functies) Binnen de bestemming is tevens ondersteunende horeca en/of ondergeschikte detailhandel toegestaan.


Maatschappelijk

De bestemming Maatschappelijk is opgenomen voor maatschappelijke voorzieningen van enige omvang, met name voor scholen en kerken. Binnen de bestemming Maatschappelijk zijn alleen bestaande bedrijfswoningen toegestaan. De overige maatschappelijke voorzieningen zijn opgenomen binnen de bestemmingen Centrum of Gemengd. Reden waarom de in het plangebied voorkomende scholen en kerken zijn voorzien van de bestemming Maatschappelijk in plaats van de bestemming Gemengd is dat de betreffende locaties te omvangrijk zijn om op voorhand andere functies toe te staan.

Een bijzondere vorm van de bestemming Maatschappelijk is de bestemming Maatschappelijk-Begraafplaats. Deze bestemming is opgenomen voor de begraafplaats aan de Graafsweg. Binnen deze bestemming zijn tevens ondersteunende horeca en bijbehorende voorzieningen, zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen, toegestaan.

Hoofdstuk 7 Mobiliteit En Bereikbaarheid

7.1 Nijmegen Duurzaam Bereikbaar

In oktober 2011 heeft de gemeenteraad de nota Nijmegen Duurzaam Bereikbaar vastgesteld. Deze nota beschrijft het verkeersbeleid van de gemeente Nijmegen en vervangt de Nota Mobiliteit in Balans uit 2001. Hieronder volgt een beknopte beschrijving.

De gemeente Nijmegen stelt zich ten doel de bereikbaarheid van de stad te garanderen en te verbeteren. Hierbij staat een multimodale aanpak centraal, waarbij de reiziger een keuze wordt aangeboden uit een aantal aantrekkelijke alternatieven: soms is de auto de beste keuze, soms de fiets, soms het openbaar vervoer en soms een combinatie van vervoerswijzen. Daarnaast neemt de gemeente maatregelen om het verkeerssysteem als totaal duurzamer te maken. Hierbij is de samenhang tussen het mobiliteitsbeleid en ruimtelijke ordeningsbeleid van groot belang. Het verstedelijkingsbeleid van de gemeente gaat uit van een concentratie van ruimtelijke ontwikkelingen op een aantal knopen die goed bereikbaar zijn met de fiets en met het openbaar vervoer. Ook nieuwe grootschalige woning- bouwontwikkelingen zoals de Waalsprong moeten goed ontsloten worden voor fiets, openbaar vervoer en auto. Voor bedrijventerreinen geldt dat deze zoveel mogelijk aan de rand van de stad worden gesitueerd met goede verbindingen naar de rijkswegen. Transferia worden op strategische plekken aan de rand van de stad gerealiseerd waar overstappen op het HOV mogelijk is. Bij elke geplande nieuwe ontwikkeling wordt onderzocht wat de effecten zijn op de bereikbaarheid. Dat kan leiden tot extra maatregelen, de keuze voor een andere locatie of in het meest extreme geval tot het niet doorgaan van de ontwikkeling. Tenslotte richt het beleid zich op maatregelen die leiden tot een betere benutting van de bestaande infrastructuur en het stimuleren van duurzame vervoerswijzen. Waar al deze maatregelen onvoldoende soulaas bieden, komt het vergroten van de capaciteit als optie in beeld.

Na de realisatie van de tweede stadsbrug (De Oversteek) eind 2013 zal de verkeersstructuur in de stad ingrijpend veranderen. Hierdoor en door de maatregelen op het rijkswegennet (verbreding A50) zal de doorstromingsproblematiek verschuiven van het gebied ten noorden van de Waal naar de zuid- en westflank van de stad. In het gebied ten zuiden van de Waal en ten oosten van het Maas-Waalkanaal is nu al sprake van hoge verkeersdruk. De ruimtelijke mogelijkheden om nieuwe infrastructuur te bouwen zijn hier beperkt. De aanleg van De Oversteek wordt door de gemeente Nijmegen aangegrepen om door dynamisch verkeers- management het verkeer beter te beheersen en de doorstroming te verbeteren.

7.2 Autoverkeer

Een goede bereikbaarheid van Nijmegen per auto is in de eerste plaats gediend met een goede en betrouwbare afwikkeling van het verkeer op de autosnelwegen rondom de stad. Het is van groot belang dat deze autowegen goed functioneren. Er is dan namelijk geen noodzaak om dóór Nijmegen te rijden als je niet ín Nijmegen moet zijn. Al het doorgaande verkeer gaat buiten de stad om, terwijl het bestemmingsverkeer de stad vanuit de beste windrichting kan benaderen. Binnen de stad hanteren we 3 beleidslijnen: doorstromen, doseren, overstappen.

  • Doorstromen: met de bouw van De Oversteek ontstaan meer mogelijkheden om het verkeer te spreiden en kunnen we beter bijsturen in geval van calamiteiten. Het is een goed alternatief voor een deel van de verplaatsingen, die nu nog door het centrum gaan. De gemeente zet in op een goede doorstroming van het verkeer in de stad en ontwikkelt daarvoor de "Groene Route" (zie afbeelding): dit is een aaneengesloten route waarop de doorstroming optimaal is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP11000-VG02_0003.png"

  • Doseren: als de doorstroming op deze route op piekmomenten onder druk staat, wordt het verkeer op de invalswegen naar de route toe “gebufferd”. De gemeente zet zwaar in op dynamisch verkeersmanagement: we monitoren het verkeer en waar nodig sturen we bij. Zo krijgen we steeds meer grip op verkeer.
  • Overstappen: ten noorden, zuiden en westen van Nijmegen bieden we transferia aan waar automobilisten kunnen overstappen op het openbaar vervoer of de (elektrische) fiets.

Tot in 2013 De Oversteek gereed is, zal de bereikbaarheid van de (binnen)stad onder toenemende druk staan. Ook omdat de aanpak van de wegen in de Waalsprong tijdelijk de doorstroming kan beperken. Ook na 2013 zijn er nog werkzaamheden die de bereikbaarheid beïnvloeden, zoals de Dijkteruglegging en het groot onderhoud aan de Waalbrug. Daarom zal voor het autoverkeer in sterke mate worden aangestuurd op het zo goed mogelijk managen van de verkeersstromen en het stimuleren van het spitsmijden.

De Neerbosscheweg wordt onderdeel van de Doorstroomroute. Dat betekent dat de doorstroming op die route geoptimaliseerd wordt door een goede afstelling van verkeerslichten en als de doorstroming dreigt te stokken het bufferen van verkeer vanuit toeleidende wegen. De aanleg van deze Groene route over de Neerbosscheweg past grotendeels in het bestemmingsplan. Op sommige plaatsen is een (kleine) afwijking van het bestemmingsplan noodzakelijk om meer ruimte te maken voor het verkeer. Voor deze afwijking(en) van het bestemmingsplan wordt een aprte (postzegel)bestemmingsplanprocedure doorlopen. Het ontwerpbestemmingsplan wordt binnenkort ter visie gelegd.

7.3 Parkeren

In de wijken is voldoende parkeergelegenheid voor de bewoners en hun bezoekers. Maar doordat er een tekort is bij het winkelcentrum in Neerbosch-Oost, loopt de parkeerdruk in de omliggende straten ook op. Vooral bij het winkelcentrum Notenhout levert parkeren vaak een probleem op. Er zijn te weinig parkeerplaatsen voor de bezoekers van het winkelcentrum, ondanks het recent aanleggen van 25 extra parkeerplaatsen. Daarnaast wordt het probleem vergroot doordat bezoekers aan de sporthal van hetzelfde parkeerterrein gebruik maken.

In Heseveld is het Daniëlsplein het grootste parkeerterrein voor het winkelcentrum aan de Molenweg. De ontsluiting van het plein laat te wensen over en moet nader worden onderzocht. Op locaties waar verschillende functies bij elkaar komen kan het op piekmomenten krap worden, zoals in de Planetenstraat, Maanstraat en Zonstraat. Deze straten hebben overlast van bezoekers aan de winkels op de Molenweg. Verder hebben veel straten in Heseveld een smal profiel. Parkeren is hier lastig. Oplossingen lijken niet of nauwelijks voor handen.

Ook in de Venusstraat, Plutostraat en Neptunusstraat zijn parkeerproblemen. Er wordt geparkeerd op trottoirs en in bochten. Dit levert soms hinderlijke situaties op. Op termijn moet het mogelijk zijn om extra parkeerplaatsen (langparkeervakken) te realiseren op de randen van de groenstroken tussen de Plutostraat/Venusstraat, de Plutostraat/Neptunusstraat en de Neptunusstraat/Saturnusstraat. Voor een strook van 2,5m breed is hiervoor een aanpassing van de bestemming noodzakelijk van groen naar verkeersdoeleinden. Zie de roze belijning op onderstaand kaartje. Deze aanpassing is meegenomen op de plankaart (1).

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP11000-VG02_0004.png"

In 2012 is de nieuwe Parkeernota en Nota Parkeernormen vastgesteld door de gemeenteraad. Bij ontwikkelingen in het plangebied moet worden voldaan aan deze Nota Parkeernormen.

7.4 Openbaar Vervoer

Het OV moet een belangrijke bijdrage gaan leveren aan het verbeteren van de bereikbaarheid van Nijmegen en haar knooppunten. Het streven is een toename van het gebruik van het OV. De kracht van het OV ligt vooral bij zoveel mogelijk gebundelde vervoersstromen.

De bestaande spoorwegen vormen de ruggengraat van het OV. Om regionale verplaatsingen beter te kunnen bedienen, wordt StadsregioRail ontwikkeld. StadsregioRail voorziet in meer regionale treinen per uur en extra stations op de verbinding tussen Duiven, Arnhem, Nijmegen en Wijchen. In aanvulling hierop wordt een netwerk van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) ontwikkeld. Het HOV bedient de belangrijkste knooppunten en bestemmingen in Nijmegen en omgeving en is vooral geschikt voor afstanden tussen de 3 en 10 kilometer. De stadsregio heeft zes te ontwikkelen regionale HOV-lijnen vastgelegd, waarvan er vier liggen op Nijmeegs grondgebied. Als eerste zal de lijn Heijendaal - Nijmegen Centraal - Centrum - Waalsprong worden ontwikkeld. Voor deze verbinding wordt gestreefd naar een tramverbinding, die wordt doorgetrokken naar Bemmel en aansluit op de verbinding Arnhem - Huissen - Bemmel - Nijmegen. De andere twee HOV-lijnen lopen van Nijmegen Centraal Station, via Plein '44 naar Beuningen en van de Waalsprong naar Nijmegen-Dukenburg. Het HOV-lijnennet gaat de knooppunten, transferia en omliggende woongebieden met elkaar verbinden. Hiervoor is ook het normale, onderliggende lijnennet van belang voor de verbinding van de knopen met de wijken en de wijken onderling. De fijnmazigheid van een openbaar vervoer netwerk is van belang voor de bereikbaarheid, maar zorgt er ook voor dat het openbaar vervoer een aantrekkelijk alternatief is voor de auto.

Onderdeel van StadsregioRail is de realisatie van station Goffert. Dit bekent een grote impuls voor de bereikbaarheid van het gebied: mensen kunnen gemakkelijk met de trein richting Oss / Den Bosch of richting Nijmegen / Arnhem. Daarnaast stopt een aantal buslijnen bij het station, waaronder de toekomstige HOV-lijn Velp – Arnhem – Elst – Oosterhout – Nijmegen – Weezenhof en de tangent Druten / Beuningen – Goffert – Heijendaal. Er zijn dus veel snelle en hoogwaardige openbaar-vervoermogelijkheden in de buurt.

7.5 Langzaam Verkeer

In Nijmegen liggen veel bestemmingen op korte afstand van elkaar. De fiets is hier een goed alternatief voor de auto. Van alle korte ritten (tot 7,5 kilometer) wordt 37% per fiets afgelegd. Dit percentage willen we laten toenemen. De gemeente gaat daarom de komende jaren door met het opwaarderen van het fietsroutenetwerk en het realiseren van snelfietsroutes op de belangrijkste verbindingen. Snelfietsroutes zijn doorlopende en aantrekkelijke fietsroutes dwars door de stad, die woonlocaties verbinden met belangrijke stedelijke bestemmingen, ook vanuit de regio. Snelfietsroutes zijn zo direct mogelijk en bieden de fietser extra kwaliteit in de vorm van doorstroming (voorrang, minder oponthoud, groen bij verkeerslichten), vlakke verharding en aantrekkelijkheid (autoluw, schone lucht, sociale veiligheid, omgeving). Door de snelfietsroutes willen wij meer forenzen op de (elektrische) fiets krijgen. Ook werken wij de komende jaren aan de rest van het fietsnetwerk. Naast de hoofdfietsroutes moet het fietsverkeer aantrekkelijker worden door de inrichting van parallelle (schone lucht) routes en fijnmazige verbindingen door de verblijfsgebieden. Een fijnmazig fietsnetwerk is belangrijk, omdat de fiets een belangrijk onderdeel moet gaan uitmaken van de vervoersketen, het verwisselen van vervoerssysteem, bijvoorbeeld van fiets op trein. Minstens zo belangrijk als goede fietsverbindingen zijn tenslotte goede en veilige stallingen.

Langs de Graafseweg ligt de snelfietsroute van Nijmegen naar Wijchen. Via de Dennenstraat en (een gedeelte van) de Muntmeesterlaan wordt op korte termijn een nieuwe snelfietsroute Beuningen – Goffert – Heyendaal gerealiseerd.De voorbereiding voor de aanleg van deze snelfietsroute zijn in volle gang. het ontwerp van de snelfietsroute wordt aan de wijken gepresenteerd. De route past (bijna) geheel in het bestemmingsplan. Op de kruising Muntmeesterlaan-Graafseweg is een kleine aanpassing nodig (ter hoogte van de Muldersweg). Om het fietspad goed in te passen wordt de groenbestemming uit het ontwerpplan daar aangepast naar de bestemming Verkeer. Deze bestemming sluit overigens ook beter aan op de bestemming uit het vorige bestemmingsplan (Winkelsteeg I). Op grond van dit bestemmingsplan mochten de gronden o.a. worden gebruikt voor de aanleg van wegen en fietspaden.

Hoofdstuk 8 Milieu-aspecten En Klimaat

8.1 Milieu-aspecten

8.1.1 Geluid

Bestaande en nieuwe situaties

Daar waar geluidsgevoelige functies zijn toegestaan volgens het oude bestemmingsplan (bestaande situatie) en middels dit bestemmingsplan opnieuw zijn toegestaan, wordt met betrekking tot het aspect geluid gesproken van een onveranderde of bestaande situatie. Voor een bestaande situatie hoeft geen akoestisch onderzoek te worden verricht en is ook geen hogere waarde procedure aan de orde.

Daar waar geluidsgevoelige functies niet zijn toegestaan volgens het oude bestemmingsplan en middels dit bestemmingsplan wel zijn toegestaan, wordt met betrekking tot het aspect geluid gesproken van een veranderde of nieuwe situatie. Afhankelijk van de ligging van de nieuwe geluidsgevoelige functie moet er wel of geen akoestisch onderzoek worden verricht en kan er een hogere waarde procedure aan de orde zijn.

Zones

De Wet geluidhinder en Besluit geluidhinder zijn van toepassing binnen de wettelijke vastgestelde zone van een (spoor)weg en industrieterrein. Wegen waarvoor een maximum toegestane snelheid geldt van 30 km/uur en die binnen een als woonerf aangeduid gebied liggen zijn niet gezoneerd en daardoor niet onderzoeksplichtig. Om een afweging te kunnen maken in het kader van een verantwoorde ruimtelijke ordening, worden wegen met een maximum toegestane snelheid van 30 km/uur toch in een akoestisch onderzoek betrokken als ze een relevante geluidsbelasting teweegbrengen. Een weg met een maximum toegestane snelheid van 30 km/uur, op afstand van geluidsgevoelige functies, met tussenliggende bwing, zal geen relevante geluidsbelasting veroorzaken en daarom niet worden meegenomen in een akoestisch onderzoek.

In en rondom Neerbosch-Oost en Hees - Heseveld liggen de volgende gezoneerde bronnen die het plangebied (kunnen) belasten:

  • Energieweg (zone is 350 meter)
  • Wolfskuilseweg (zone 200 meter)
  • Graafseweg (zone 350 meter)
  • O.C. Huismanstraat (zone is 200 meter)
  • Neerbosscheweg (zone is 350 meter)
  • Molenweg (zone 200 meter)
  • Paul Krugerstraat (zone 200 meter)
  • Spoorlijn Nijmegen - Den Bosch (zone is 200 meter)
  • Industrieterrein Nijmegen - West/Weurt
  • Industrieterrein Nijmegen Winkelsteeg

Een zone is een wettelijk vastgestelde zone die geen rekening houdt met verkeersintensiteiten. Binnen een zone geldt een onderzoeksplicht waarin moet worden gekeken of de geluidsbelasting kan worden verlaagd. Een contour houdt wel rekening met verkeersintensiteiten. Aan de hand van het verkeersmodel 2020 is langs de hiervoor genoemde wegen de ligging van de 48 dB contour verkeerslawaai op een hoogte van 5m1 boven maaiveld bepaald. Rondom het spoor is aan de hand van het akoestisch spoorboekje Aswin 2009 en de gegevens uit het peiljaar 2006 verhoogd met 1,5 dB de ligging van de 55 dB contour railverkeerslawaai op een hoogte van 5m1 boven maaiveld bepaald. Nabij de spoorbrug over het Maas Waalkanaal wijkt deze contour af. Het industrieterrein Nijmegen West Weurt en het industrieterrein Nijmegen Winkelsteeg zijn gezoneerde industrieterreinen op grond van de Wet geluidhinder. De ligging van de 50 dB(A) contour is op een hoogte van 5m1 boven maaiveld bepaald.

Kaart geluidscontouren Hees - Heseveld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP11000-VG02_0005.png"

Nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen zijn toegestaan buiten de 48 dB contour wegverkeerslawaai, de 55 dB contour railverkeerslawaai en 50 dB (A) contour industrielawaai. Binnen deze contouren zijn nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen alleen toegestaan als uit akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting niet hoger is dan de voorkeurswaarde(n) of als er een Hogere Waarde is vastgesteld en wordt voldaan aan de beleidsregels Hogere Waarde(n) uit de Wet geluidhinder.

De geluidscontouren van de geluidsgezoneerde bedrijventerreinen, zijn aangegeven op de plankaarten.

Wet geluidhinder, Besluit geluidhinder en Beleidsregels Hogere Waarden Wet geluidhinder

Voor geluidsoorten (wegverkeer, railverkeer en industrielawaai) zijn in de Wet geluidhinder en Besluit geluidhinder voorkeurswaarden opgenomen voor geluidsgevoelige functies. Voor de verschillende geluidsoorten gelden niet dezelfde voorkeurswaarden en ook kan binnen een geluidsoort de voorkeurswaarde voor geluidsgevoelige functies verschillen. Omdat het merendeel van de geluidsgevoelige functies uit woningen bestaat, wordt in deze algemene paragraaf alleen de wet- en regelgeving voor woningen genoemd.

Voor nieuwe woningen zijn de voorkeurswaarden als volgt:

  • 48 dB (wegverkeer);
  • 55 dB (railverkeer);
  • 50 dB(A)-etmaalwaarde (industrielawaai).

De maximum toegestane geluidsbelastingen voor nieuwe woningen bedragen:

  • 63 dB (wegverkeer);
  • 68 dB (railverkeer);
  • 55 dB(A)-etmaalwaarde (industrielawaai).

De voorkeurswaarde mag bij voorkeur niet worden overschreden. Als de voorkeurswaarde wordt overschreden kan onder voorwaarden, middels een hogere waarde procedure, een hoge waarde worden vastgesteld (tot maximaal de maximaal toegestane geluidsbelasting). In de Wet geluidhinder, Besluit geluidhinder en de “Beleidsregels Hogere Waarden Wet geluidhinder” staan de voorwaarden omschreven. Verder moet de terinzagelegging van het ontwerpbesluit Hogere waarde gelijk opgaan met de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. Uit de Wet geluidhinder blijkt dat de voorkeurswaarde mag worden overschreden als geluidbeperkende maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn dan wel als deze voorzieningen om stedenbouwkundige landschappelijke, verkeerskundige, vervoerskundige of om financiële redenen niet wenselijk zijn. De geluidsbelastingen zijn gebonden aan een maximum.

In de Beleidsregels Hogere Waarden Wet geluidhinder zijn voorwaarden opgenomen voor woningen. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan kunnen woningen worden gerealiseerd. In het kort zijn de voorwaarden als volgt:

  • er moet voor een woning een ontheffingscriterium van toepasssing zijn;
  • de woning moet minimaal één geluidsluwe zijde hebben;
  • de buitenruimte(n) van een woning, die als verblijfsruimte worden gebruikt, moeten aan de geluidsluwe zijde liggen;
  • bij een grotere geluidsbelasting dan 53 dB vanwege wegverkeer, 58 dB vanwege railverkeer of 55 dB(A)-etmaalwaarde vanwege industrielawaai gelden er voor een woning indelingseisen.

De indelingseisen zijn als volgt:

- verblijfsruimten van een woning moeten zoveel mogelijk aan de geluidsluwe zijde liggen;

- ten minste één slaapkamer van een woning moet aan de geluidsluwe zijde liggen.

Voor de ontwikkelingen die zijn opgenomen in par. 10.2 van dit bestemmingsplan is, voor zover nodig, tegelijkertijd met het ontwerpbestemmingsplan een ontwerpbesluit Hogere waarde ter visie gelegd. Voor de geluidsaspecten van deze ontwikkelingen wordt verwezen naar de voornoemde paragraaf.

Bouwbesluit

Bij de geluidsgevoelige functies moet worden voldaan aan de geluidweringseisen, zodanig dat voor de toegestane binnenwaarden minimaal wordt voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit. Hierbij moet worden uitgegaan van de totale geluidsniveau's. In het kader van het bestemmingsplan is dit nog niet aan de orde. Dit speelt pas een rol in het kader van de omgevingsvergunning.

8.1.2 Bodem

De uitvoerbaarheid van een bestemmingplan kan beïnvloed worden door het verontreinigd zijn van de bodem. Bij gevallen van ernstige bodemverontreiniging moet voldoende inzicht worden gegeven in de financiële realiseerbaarheid van het plan door middel van een saneringsplan.

Voor iedere locatie binnen het plangebied waar veranderingen in functie of bouw plaats gaan vinden, moet nagegaan worden of een bodemonderzoek nodig is. Als onderzoek nodig is en geen recent onderzoek voorhanden is, dan moet de initiatiefnemer onderzoek uit laten voeren. Uit het bodemonderzoek zal blijken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de gewenste ontwikkelingen of dat er een bodemsanering nodig is. Is het laatste het geval dan dient de initiatiefnemer een saneringsplan of BUS-melding (Besluit uniforme saneringen) in te dienen. Hierin worden ook de kosten van de sanering geraamd. De saneringskosten worden meegenomen in de exploitatieopzet.

In het Neerbosch-Oost is tot op heden nog maar beperkt bodemonderzoek uitgevoerd. Als mogelijke ontwikkellocaties in de wijk zijn bekend: Symfoniestraat 210 (basisschool) en het gebied ten noorden van de Dorpsstraat. Voor de locatie Symfoniestraat geldt dat er nog geen bodemonderzoek op de locatie is uitgevoerd. De locatie is niet verdacht voor bodemverontreiniging. Het gebied ten noorden van de Dorpsstraat is grotendeels verdacht voor bodemverontreiniging. Op een groot deel van de planlocatie is in het verleden namelijk een boomgaard aanwezig geweest. Ter plaatse van Dorpsstraat 94-100 is bodemonderzoek uitgevoerd. Zie onderstaande figuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP11000-VG02_0006.png"

De onderzochte percelen zijn aangegeven in groen. Het voor bodemverontreiniging verdachte gebied is aangegeven met een bruine arcering. Uit de uitgevoerde onderzoeken blijkt dat de bodem licht tot (plaatselijk) sterk verontreinigd is. Bij (her)ontwikkeling van het gebied is zeker aanvullend bodemonderzoek nodig. Afhankelijk van de gewenste ontwikkelingen zal bodemsanering mogelijk aan de orde zijn.

Ook voor de (mogelijke) ontwikkelingen in Hees-Heseveld worden van tevoren de benodigde bodemonderzoeken uitgevoerd. Voor een overzicht en beschrijving van de (mogelijke) ontwikkelingen in het plangebied wordt verwezen naar Hoofdstuk 10 (Ontwikkelingen).

8.1.3 Luchtkwaliteit

In de Wet milieubeheer zijn luchtkwaliteiteisen opgenomen. Daarnaast is in 2009 de AMvB gevoelige bestemmingen vastgesteld met afstandseisen voor gevoelige objecten, zoals kinderdagverblijven en scholen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen in Neerbosch-Oost, Hees en Heseveld moet hiermee bij gevoelige bestemmingen rekening worden gehouden. Plannen worden getoetst aan de regelgeving voor luchtkwaliteit.

Voor de luchtkwaliteit in Neerbosch-Oost, Hees en Heseveld zijn naast de heersende achtergrondconcentraties de volgende wegen in en nabij het plangebied van belang: Neer- bosscheweg, Graafseweg, Energieweg en Wolfskuilseweg. De bestaande verkeersstromen zijn opgenomen in het rekenmodel in de heersende achtergrondconcentratie. Alleen bij ontwikkellocaties die extra verkeersbewegingen opleveren is een nadere toets nodig. Dit is beschreven bij de ontwikkellocaties zelf (par. 10.2 van dit bestemmingsplan).

Uitstoot door scheepvaart op het Maas-Waalkanaal is zodanig dat overschrijding van grenswaarden buiten de vaargeul mogelijk is. Nieuwe ontwikkelingen direct langs het kanaal kunnen daardoor nadelig beïnvloed worden. Wanneer nieuwbouw van woningen en andere gevoelige objecten gepland word langs het kanaal, dan dient hierover nader advies ingewonnen te worden.

In het noorden grenst Nijmegen-West aan het bedrijventerrein Noord-Oost Kanaalhavens en ten zuiden aan bedrijventerrein Winkelsteeg. Uitstoot door bedrijvigheid is hier niet zodanig dat overschrijding van grenswaarden voor NO2 en PM10 plaatsvindt.

Uit recent luchtkwaliteitonderzoek ten behoeve van het bestemmingsplan Stadsbrug blijkt dat direct langs de bovengenoemde wegen en op het Maas-Waalkanaal overschrijdingen van grenswaarden plaatsvinden. Overigens moet vermeld worden dat de meeste overschrijdingen plaatsvinden op het wegdek (en op het kanaal). Formeel hoeft boven het wegdek en direct langs de weg, analoog daaraan op het kanaal, niet aan de grenswaarden voldaan te worden. De verwachting is daarnaast dat in de nabije toekomst de luchtkwaliteit, mede door uitvoering van maatregelen in het NSL en het recent vastgestelde Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit Nijmegen 2010-2014, in het plangebied onder de dan geldende wettelijke normen zal liggen.

8.1.4 Externe veiligheid

Met betrekking tot externe veiligheid onderscheiden we twee typen risico's:

a) Externe veiligheid door inrichtingen en bedrijven b) Externe veiligheid door het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportassen.

Bij de onderstaande uitwerkingen is het uitgangspunt dat het bestemmingsplan Nijmegen West in overwegende mate conserverend van aard is.

Ad a) Externe veiligheid door inrichtingen en bedrijven

De externe veiligheid door inrichtingen en bedrijven wordt geregeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI). Het besluit is van toepassing op risicovolle bedrijven, zoals LPG-tankstations, Besluit risico's zware ongevallen (BRZO)-bedrijven en koel- of vriesinstallatie(s) met een inhoud van meer dan 1500kg ammoniak. Het BEVI kent een verdeling naar plaatsgebonden risico's (PR) en groepsgebonden risico's (GR). Voor het plaatsgebonden risico zijn grenswaarden als toetsingswaarden aangegeven. Het groepsrisico wordt getoetst aan oriënterende waarden. Hiervan kan onder een aantal voorwaarden worden afgeweken. Er moet een collegebesluit aan ten grondslag liggen, waarin de onderbouwing van de afwijking is opgenomen. Voorafgaand aan het collegebesluit wordt de Veiligheidsregio in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen.

In Nijmegen-West is geen inrichting aanwezig waarop het besluit (BEVI) van toepassing is. Wel is er een aantal inrichtingen buiten het plangebied gelegen, waarvan de invloedssfeer tot in het plangebied reikt. Het betreft de volgende bedrijven:

Straat Naam SBI Omschrijving Cat. Milieu-aspect
Energieweg 102 ANAC Tankstation met LPGverkoop 3.1 Ext. Veil.
Gerstweg 2 NXP Semiconductors Elektronische componenten 4.1 Ext. Veil.
Roggeweg 7 Hoes-Errogas Groothandel + opslag gassen 4.2 Ext. Veil.

Anac, Energieweg 10, LPG-tankstation

Op LPG-tankstations is het BEVI van toepassing. De risico's van de bevoorrading, opslag en aflevering van LPG zijn afhankelijk van de jaarlijkse doorzet aan LPG van het station. Voor alle tankstations binnen de gemeente Nijmegen is op 31 januari 2007 de jaarlijkse doorzet definitief vastgelegd in een actualisatie van de milieuvergunning op maximaal 1500 m3. In de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen (REVI) zijn voor dergelijke eenvoudige risicovolle bedrijven richtlijnen voor externe veiligheid opgenomen.

  • Er zijn afstanden opgenomen voor het Plaatsgebonden Risico op basis van de 10-6 -contour. De afstand tot al dan niet geprojecteerde (beperkt) kwetsbare objecten bedraagt 110m vanaf het vulpunt, 25m vanaf het ondergrondse reservoir, 15m vanaf een afleverzuil. Alleen de eerstgenoemde contour reikt marginaal tot binnen het plangebied Nijmegen-West. Binnen deze contour mogen geen (beperkt) kwetsbare bestemmingen aanwezig zijn. Hieraan wordt voldaan.
  • Voor het toetsen van het Groepsrisico zijn de ligging van de ondergrondse/ingeterpte LPG-tank en het vulpunt van het tankstation maatgevend. Het invloedsgebied van een LPG-tankstation bedraagt 150m. gerekend vanaf de LPG-tank en het vulpunt. Daarmee doorsnijden deze contouren, zij het marginaal, het plangebied. Er bevinden zich binnen deze contouren nu géén verblijfspanden. Indien binnen deze contouren verblijfspanden worden geprojecteerd zal hiervoor verantwoording van het groepsrisico door middel van een Kwantitatieve Risico Analyse (QRA) dienen plaats te vinden.

NXP Semiconductors

Het betreft een inrichting waarvan een opslag- en afvulinstallatie van waterstof deel uitmaken. Het bedrijf valt onder het Besluit Risico's Gevaarlijke Stoffen 1999. Daarom is op deze inrichting het BEVI van toepassing. Het bedrijf heeft in het kader van haar Veiligheids- rapportage een Kwantitatieve Risico Analyse laten opstellen.

  • De contour van het Plaatsgebonden Risico, voor zowel de 10-5- als voor 10-6-contour, ligt binnen de terreingrens van het bedrijf en raakt niet aan het plangebied Nijmegen-West.
  • De groepsrisicocontour ligt in de huidige situatie 200m. vanaf de terreingrens van de inrichting en blijft ruim onder de oriënterende waarde. Binnen het invloedsgebied van het bedrijf zijn geen ontwikkelingen gepland, waardoor de bevolkingsdichtheid kan toenemen. Gezien de beperkte mogelijkheden binnen het plangebied is dit ook niet te verwachten. Het groepsrisico binnen het invloedgebied zal door actualisatie van het bestemmingsplan niet toenemen.

Hoes-Errogas, Roggeweg 9

Het betreft een inrichting met de opslag van propaan en butaan in tanks en gasflessen. Binnen de inrichting worden ook gasflessen afgevuld. De opslag van propaan en butaan op dit bedrijfsterrein kan plaatsvinden in hoeveelheden groter dan 10 ton. Hierop is de BEVI van toepassing. Voor de inschatting van de risico's van deze inrichting wordt geen gebruik gemaakt van het Revi, omdat voor het opslaan en afvullen van gasflessen een specifiekere richtlijn van toepassing is: de QRA-richtlijn met betrekking tot opslag- en opstelplaats van gasflessen opgesteld door het Centrum voor Externe Veiligheid.

  • Uit deze richtlijn blijkt voor het plaatsgebonden risico een afstand van 20m. vanaf de rand van het opslagcompartiment op basis van de 10-6-contour. Omdat deze contour niet raakt aan het plangebied hoeft hiermee geen rekening te worden gehouden.
  • Hoewel het invloedsgebied van de inrichting voor het groepsrisico raakt aan het plan- gebied, wordt dit aspect niet nader beschouwd. In de richtlijn wordt gesteld dat de opslag van gasflessen niet tot noemenswaardige groepsrisico's leidt.

b) Externe veiligheid door het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportassen.

Binnen en nabij het plangebied zijn de volgende potentiële risicobronnen aanwezig:

  • vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor.
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over het water.
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg.
  • hogedrukaardgasleiding.

Vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor

Het plangebied ligt in de directe nabijheid van de spoorlijn Nijmegen - 's-Hertogenbosch, waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaats vindt. Over de risico's is in 2009 het rapport “Externe veiligheid spooromgeving Nijmegen en Wijchen” verschenen. Hieruit blijkt dat de plaatsgebonden risicocontour zich binnen het baanlichaam van de spoorlijn bevindt en geen beperking vormt voor de planvorming. Wel wordt binnen het afwegingsgebied (tot 200m van het tracé) de oriënterende waarde voor het groepsrisico overschreden. Volgens de prognoses van Prorail zal het groepsrisico in 2020 gezakt te zijn tot onder de oriënterende waarde.

Het plangebied Nijmegen-West ligt buiten de plaatsgebonden risico-contour. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn hier dus mogelijk. Wel is de dichtheid van de bebouwing en de aanwezige aantallen verblijvenden problematisch vanwege de hoogte van het groepsrisico. Bij een wijziging van het bestemmingsplan moet hierover een afweging worden gemaakt, met name op de aspecten zelfredzaamheid, hulpverlening en rampbestrijding. Het bevoegd gezag besluit of er risicoreducerende maatregelen toegepast moeten worden.

De actualisatie van het bestemmingsplan Nijmegen West kent binnen de invloedszone van 200m vanaf het hart van de spoorlijn slechts conserverende bestemmingen, die niet leiden tot een verhoging van het aantal verblijvenden. Er zal daarom geen toename plaatsvinden van het groepsrisico.

Het invloedsgebied van het groepsrisico is aangegeven op de plankaart zodat hiermee bij eventuele ontwikkelingen rekening gehouden moet worden. Daarnaast is in de algemene regels de gebiedsaanduiding veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen opgenomen. Binnen deze gebiedsaanduiding zijn (nieuwe) maatschappelijke voorzieningen slechts toegestaan indien maatregelen worden getroffen om het verblijf of gebruik door verminderd of niet-zelfredzame personen voldoende veilig te maken. Hierover wordt vooraf advies ingewonnen bij de Veiligheidsregio.

Vervoer van gevaarlijke stoffen over het water en de weg

Om de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het water en de weg in beeld te brengen is o.a. een inventariserend onderzoek uitgevoerd dat zijn weerslag heeft gekregen in het rapport "Bouwstenen voor een inhaalslag" van 16 januari 2003.

Aan de westzijde van het plangebied ligt het Maas-Waalkanaal. De risicocontour voor het plaatsgebonden risico ligt op de oevers van het kanaal. In de huidige situatie wordt ook de oriënterende waarde voor het groepsrisico nergens overschreden. De verwachting is dat dit in de toekomst ook niet gaat gebeuren, omdat de actualisatie van het bestemmingsplan grotendeels een conserverend karakter heeft. Worden er in de toekomst toch grotere hoeveelheden verblijfspanden mogelijk gemaakt in de nabijheid van het kanaal, zal eventueel een nieuwe bereking voor de oriënterende waarde moeten worden uitgevoerd. In de nabijheid van het kanaal wordt een ontwikkeling gerealiseerd met 12 woningen. De risico's ten aanzien van externe veiligheid, waaronder het kanaal, worden beschreven bij de beschrijving van deze ontwikkeling (par. 10.2).

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg

In het plangebied zijn twee routes gevaarlijke stoffen aanwezig: de Graafseweg en de Neerbosscheweg/Energieweg. In de huidige en toekomstige situatie wordt de norm voor het plaatsgebonden risico nergens overschreden. De risicocontouren liggen binnen het profiel van de weg. Hiermee hoeft in de planvorming geen rekening te worden gehouden. Ook voor het groepsrisico wordt de oriënterende waarde nergens overschreden.

Over toekomstige ontwikkelingen kan aanvullend het volgende worden opgemerkt:

  • Graafseweg: uit de genoemde rapportage blijkt dat het groepsrisico voor het deel van de weg grenzend aan het plangebied tussen 0,5 en 1,0 maal de oriënterende waarde bedraagt en daarmee nu al relatief hoog is. Naast de weg is slechts een minimale verdichting mogelijk zonder overschrijding van de oriënterende waarde. Gezien het conserverende karakter van het bestemmingsplan Nijmegen West leidt dit plan naar verwachting niet tot een significante verhoging van het groepsrisico en dus ook niet tot een overschrijding van de oriënterende waarde.
  • Neerbosschweg/Energieweg: voor delen van deze wegen die zijn aangewezen als route gevaarlijke stoffen ligt het groepsrisico onder 0,5 maal de oriënterende waarde en kan daarmee als relatief laag worden ingeschat. In de onmiddellijke nabijheid van de weg is een duidelijke verdichting van het aantal verblijvenden mogelijk, zonder dat dit leidt tot een overschrijding van de oriënterende waarde. Binnen de invloedssfeer van deze wegen ligt in Neerbosch-Oost de planontwikkeling Dorpsstraat. Deze ontwikkeling zal naar verwachting niet leiden tot een significante stijging van het groepsrisico en een overschrijding van de oriënterende waarde. Er is een nieuwe berekening gemaakt voor het groepsrisico (vgl. par. 10.2).

Hogedrukaardgasleiding

In het westelijk deel van het plangebied en langs de Energieweg ligt een hogedruk- aardgasleiding met een diameter van 324 millimeter (12”) en een werkdruk van 40 bar. De contour van het plaatsgebonden risico ligt op de leiding zelf. Direct grenzend aan de leiding kunnen dus (beperkt) kwetsbare objecten gesitueerd worden. Wel moet een bebouwingsvrije zone van 4m. aan weerszijden van de leiding in acht genomen worden voor eventuele herstel- en/of onderhoudswerkzaamheden. Ook moeten alle handelingen achterwege worden gelaten die een veilig en bedrijfszeker gastransport in gevaar kunnen brengen.

Het groepsrisico wordt beoordeeld binnen het zogenoemde invloedsgebied van de hogedrukaardgasleiding. Binnen dit invloedsgebied zijn de plannen voor Nijmegen-West overwegend conserverend van aard zij. De groepsrisicoberekening blijft hier momenteel onder de oriënterende waarde. Dat geldt overigens niet voor het meest noordelijk gelegen plandeel bij de Dorpsstraat in Neerbosch-Oost. Er is een nieuwe berekening van het groepsrisico uitgevoerd voor deze ontwikkeling (vgl. par. 10.2).

8.2 Klimaat

Op klimaatgebied heeft de gemeente nog geen volledig overzicht van de huidige sterke en zwakke punten van de wijken in de stad. Deze informatie wordt wel verzameld in het kader van het Europese project Future Cities. Uit voorbereidende studies valt af te leiden dat wijken met voldoende groenstructuren, weinig aaneengesloten onbeschaduwde verharding en een watersysteem met oppervlakkige afwatering beter op klimaatveranderingen en klimaatextremen zijn voorbereid dan wijken waar dit niet het geval is.

Nijmegen West is in dit opzicht een middenmotor in de stad. De woningvoorraad in de wijken is relatief oud. Dit houdt in dat er op energiegebied (isolatie, energiebesparing en inzet duurzame bronnen) nog veel mogelijkheden liggen.

8.3 Juridische Vormgeving

Externe veiligheid door het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor

Binnen de gebiedsaanduiding veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen zijn maatschappelijke voorzieningen slechts toegestaan indien maatregelen worden getroffen om het verblijf of gebruik door verminderd of niet-zelfredzame personen voldoende veilig te maken. Hierover wordt vooraf advies ingewonnen bij de Veiligheidsregio.

Geluidscontouren geluidgezoneerde industriegebieden

Op gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone-industrie' mag, ongeacht het bepaalde in de geldende bestemmingen, geen bebouwing voor geluidsgevoelige functies worden opgericht, tenzij een hogere waarde in het kader van de Wet geluidhinder is vastgesteld.

Hoofdstuk 9 Openbare Ruimte, Groen En Water

9.1 Openbare Ruimte

De openbare ruimte in Nijmegen West bestaat uit straten, fietspaden, stoepen, parkeerplaatsen en pleinen. Ook het openbare groen, zoals het dorpspark Hees en het Augustijnenbosje horen bij de openbare ruimte. Net als de openbare verlichting, het straatmeubilair, verkeersvoorzieningen, de riolering en onder de grond liggende kabels en leidingen, hondenuitlaatplekken, speelvoorzieningen, etc. Achterpaden, voortuinen en tuinen van woningbouwcorporaties, particulier/privéterrein en sportvoorzieningen zoals het sportfondsenbad horen niet bij de openbare ruimte. De gemeente is eigenaar van de openbare ruimte en beheert deze. Als de openbare ruimte door ontwikkelingen wijzigt wil de gemeente in een vroegtijdig stadium weten wat de mogelijke consequenties op het beheer zijn. In overleg met de gemeente legt de initiatiefnemer in een inrichtingsparagraaf vast wat de aard van de wijziging is, hoeveel vierkante meter er wijzigt en om wat voor een soort inrichting het gaat. De gemeente kan ondersteuning bieden bij het opstellen van de inrichtingsparagraaf met een format, detailgegevens en lokale deskundigheid.

9.1.1 Handboek Inrichting Openbare Ruimte

In het Handboek Inrichting Openbare Ruimte is per type woongebied beschreven hoe de openbare ruimte op hoofdlijnen is ingericht en wat de aandachtspunten zijn voor nieuwe of her in te richten openbare ruimten. Dit is geen hard kader, maar zorgt voor bewustwording van de context van de inrichting. Neerbosch - Oost, Hees en Heseveld vallen grotendeels onder de volgende typen woongebieden: naoorlogse stempelwijken, historische linten en kernen en tuinstad wijken. In het Raamwerk Hees - Heseveld en de Ruimtelijke analyse voor Neerbosch Oost zijn deze woongebieden uitvoerig beschreven.

Een goede inrichting, beheer en onderhoud van de openbare ruimte heeft invloed op het prettig wonen en leven in de wijk. De gemeente Nijmegen stelt elke vier jaar een wijkbeheerplan op voor de wijken Neerbosch-Oost, Hees en Heseveld. In het wijkbeheerplan staat hoe de openbare ruimte er over vier jaar uit ziet en welke maatregelen nodig zijn. Dit toekomstbeeld is gebaseerd op hoe de openbare ruimte van de wijk wordt gebruikt, wat de onderhoudsbehoeften en wensen zijn van de gemeente en wat de bewoners/gebruikers van de wijk belangrijk vinden. Bij het opstellen van het wijkbeheerplan hebben de bewoners van de Hees en Heseveld bijvoorbeeld aangegeven dat de plannen in de wijk vaak ten koste gaan van de open structuur en het groen in de wijk. Ook rooivergunningen zijn hierbij een aandachtspunt.

9.2 Groen

Met name in de wijk Hees is veel (particulier) groen maar ook in de wijken Heseveld en Neerbosch Oost is (openbaar) groen aanwezig langs het kanaal, dorpspark Hees etc.

Het karakter van Hees wordt voor een belangrijk deel bepaald door het groen dat hier aanwezig is.De nog restererende bosgebieden, oude lanen, de grote diepe tuinen (particulier), de grote tuinen bij voormalige kloosters en instituten, de oude kern van Hees, de aanwezige parken, sportcomplexen, volkstuinen en agrarische bedrijven zijn karakteritiek voor dit deel van de stad.

Een andere karakteristiek van het gebied betreft de puinwaaier (gedeelte van de oude stuwwal) aan de Graafseweg (ter hoogte van het Kaaplandplantsoen). Hierdoor kent dit deel van het gebied grote hoogteverschillen. Aan de hand van hoogtekaarten is deze puinwaaier zo goed mogelijk opgenomen op de plankaart. Ten aanzien van het vorige bestemmingsplan is de groenbestemming op deze locatie zelfs uitgebreid om de puinwaaier zo goed mogelijk te behouden en te beschermen.

9.3 Water

Voor het totale waterbeleid wordt de term Integraal Waterbeheer gebruikt. In het Waterplan Nijmegen wordt onderscheid gemaakt in watersysteem en waterketen. Het watersysteem omvat grofweg de cyclus van het regenwater, oppervlaktewater, grondwater en de bijbehorende leefgemeenschappen. De waterketen omvat het menselijk ingrijpen hierin. Zowel onderdelen van het watersysteem als de waterketen kunnen van belang zijn om een (dubbel)bestemming te krijgen in een bestemmingsplan. Bijvoorbeeld als het gaat om oppervlaktewater of infiltratievoorzieningen, waterkeringen of grondwaterbeschermingsgebied. Daarnaast moet men in een bestemmingsplan rekening houden met zaken die geen eigen bestemming hebben, maar wel van belang zijn voor de voorschriften. Bijvoorbeeld als er een rioolpersleiding ligt, waarboven niet gebouwd mag worden.

9.3.1 Watersysteem

Neerbosch-Oost

In Neerbosch-Oost vormt het reliëf een soort komgebied. Het centrumgebied is lagergelegen dan de randen en daardoor gevoeliger voor wateroverlast. De grootste vijver ligt naast het winkelcentrum en is verbonden via smalle watergangen met de watergang langs het Maas-Waalkanaal. Daar ligt het uitwateringsgemaal dat het teveel aan regenwater (grotendeels afkomstig uit het bedrijventerrein Oost Kanaalhavens) loost op het kanaal. De watergangen zijn smal en met houten planken beschoeid. Er is weinig tot geen natuurlijke begroeiing en tot voor kort was de waterkwaliteit slecht. Dit had te maken met het feit dat er nooit gebaggerd was en er veel bladafval in de vijvers lag. In 2005 zijn alle vijvers weer op diepte gebracht en is de waterkwaliteit verbeterd. Het is gewenst om de nu nog aanwezige vervuilingsbronnen te saneren. In Neerbosch-Oost is de grondwaterstand ongeveer twee tot tweeënhalf meter lager dan het maaiveld. In principe kunnen dus alleen huizen met kelders of souterrains met grondwateroverlast te maken hebben. Onderzoek in 2009 heeft uitgewezen dat dit maar voor enkele huizen geldt in de Symfoniestraat en Dorpsstraat.

Hees - Heseveld

Het noordwestelijke deel van Hees en Heseveld is het laagst gelegen. De hoogste grondwaterstand ligt hier tot minder dan twee meter beneden maaiveld. De waterstand in het Maas-Waalkanaal heeft merkbare invloed op de grondwaterstand. Huizen met kelders of souterrains kunnen met wateroverlast te maken krijgen. De zuidoostkant van Hees - Heseveld ligt behoorlijk wat hoger en heeft bij de Graafseweg grondwaterstanden tot meer dan tien meter beneden maaiveld. In de wijken bevindt zich geen oppervlaktewater. Op de hoek van de Neerbosscheweg en de Rosa de Limastraat bevindt zich een grondwaterpeilbuis. In de 2e Oude Heselaan staat een neerslagmeter.

9.3.2 Waterketen

Neerbosch-Oost

In Neerbosch-Oost liggen wel echte vijvers, maar daarin komen ook vele overstorten uit. Om deze overstorten te verminderen wordt in de bestaande stad op grote schaal afgekoppeld, waardoor het regenwater de grond in kan zakken. Dit kan op kleine schaal ook plaatsvinden in Neerbosch-Oost. Maar hier kan het hemelwater ook worden afgevoerd naar de vijvers. De bouw van de Honinghoeve en het afkoppelen van de basisschool wordt gecombineerd met het aanleggen van natuurvriendelijke oevers.

Hees - Heseveld

In Hees en Heseveld liggen twee overstorten bij de Bredestraat/Laarse Dam en de Dr. Blècourtstraat/Energieweg. Er zijn geen (overstort)vijvers. Het overstortwater wordt vanaf de Bredestraat afgevoerd via een watergang langs de Ambachtsweg naar de watergang langs de Oostkanaaldijk en komt uit bij het oppervlaktewatergemaal van Neerbosch-Oost. Het water van de overstort Dr. Blècourtstraat/Energieweg wordt afgevoerd via een regenwaterriool in de Energieweg naar een watergang langs de Neerbosscheweg en komt via de watergang langs de Oostkanaaldijk ook uit bij het oppervlaktewatergemaal van Neerbosch-Oost. Onder de Rosa de Limastraat ligt een persleiding. Hierdoor wordt afvalwater van het rioolgemaal Neerbosch-Oost afgevoerd naar het transportriool en komt via Heseveld uit bij rioolgemaal De Biezen. De persleiding van rioolgemaal De Biezen naar de rioolwaterzuivering in Weurt passeert Hees onder de Energieweg ter hoogte van de Wolfskuilseweg tot iets voorbij de Ambachtsweg.

Ook in Hees-Heseveld vindt afkoppeling van hemelwater plaats. De Wetstraat/Bothastraat zijn deels voorzien van infiltratieverharding. Van de straat afstromend hemelwater kan hierdoor in de bodem infiltreren. Ondergrondse infiltratie van afstromend hemelwater via zakputten/ permeobuizen is aanwezig onder de Oude Graafseweg. Infiltratie van afstromend hemelwater vindt ook plaats door wadi's bij de gebouwen van de scholengemeenschap Nijmegen-West.

9.4 Juridische Vormgeving

De openbare ruimte is in het bestemmingsplan onderverdeeld in de volgende bestemmingen:

  • I. Bos;
  • II. Groen;
  • III. Recreatie;
  • IV. Sport;
  • V. Verkeer;
  • VI. Water.

Daarnaast zijn de dubbelbestemmingen Leiding-Gas, Leiding-Hoogspanningverbinding, Leiding-Riool, Waterstaat en Waterstaat-Waterlopen opgenomen ter bescherming van de leidingen en de waterloop (Maas-Waal kanaal).

Ten behoeve van de bescherming van een aantal bomen in de omgeving van Huize Rosa, is de aanduiding beeldbepalende boom (beb) opgenomen.

Bos

Deze bestemming is opgenomen voor enkele waardevolle bospercelen in het plangebied die zich duidelijk onderscheiden van de overige groengebieden. Er is, ter bescherming van het bos, een omgevingsvergunningverplichting opgenomen voor de uitvoering van werken en werkzaamheden.

Groen

De in het plangebied voorkomende grotere openbare groenvoorzieningen zijn voorzien van de bestemming Groen. Binnen de meeste overige bestemmingen zijn ook groenvoorzieningen mogelijk, zodat niet al het groen ook als groen bestemd hoeft te worden. Zo zijn bijvoorbeeld binnen de bestemming Verkeer ook groenvoorzieningen mogelijk, zodat bermen niet als groen bestemd hoeven te worden. Binnen de bestemming Groen zijn ook bijbehorende voorzieningen zoals sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, honden- uitlaatplaatsen, in- en uitritten en fiets en voetpaden mogelijk. Tevens zijn wadi's, water, overstortvijvers, rioolbuffers en geluidwerende voorzieningen mogelijk. In de bestemming Groen zijn parkeervoorzieningen niet toegestaan.

Recreatie

De bestemming Recreatie is opgenomen voor de gronden gelegen achter de Dorpsstraat 112 (voormalige Nederlands Hervormde Kerk). Een gedeelte van deze gronden is tevens bestemd voor volkstuin (vt).

Sport

De bestemming Sport is opgenomen voor zowel de gebouwde (zoals sporthallen) als ongebouwde sportvoorzieningen (zoals sportvelden). Het gaat hierbij veelal om meer grootschalige sportvoorzieningen die niet binnen de bestemming Groen of Maatschappelijk vallen. Wanneer bij een school een sportzaal aanwezig is, valt deze veelal onder de bestemming Maatschappelijk.

Op basis van de algemene regel "Buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven" is in hoofdgebouwen die op grond van dit bestemmingsplan mogen worden gebruikt voor kantoor, recreatie of sport het gebruik als buitenschoolse opvang en/of kinderdagverblijf onder voorwaarden toegestaan. Ook is de algemene regel "Ondersteunende horeca" opgenomen. In gebouwen die mogen worden gebruikt voor detailhandel, maatschappelijke voorzieningen, cultuur en ontspanning, recreatie of sport is ondersteunende horeca onder voorwaarden toegestaan.

Verkeer

De bestemming Verkeer is opgenomen voor de openbare weg in brede zin. Hieronder wordt verstaan wegen, pleinen, busbanen, fiets- en voetpaden, bruggen, parkeervoorzieningen en fietsenstallingen. Binnen de bestemming Verkeer zijn ook bijhorende voorzieningen zoals groen-, sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, taluds en geluidwerende voorzieningen toegestaan. Tevens zijn wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen mogelijk.

Daarnaast zijn op basis van de algemene regel "(Bouw)werken ten algemene nutte" tevens straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, transformatorhuisjes e.d. toegestaan. Op grond van de definitiebepaling van straatmeubilair behoren ook de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals bewegwijzering, verlichting, afvalinzamelsystemen, informatie- en reclameobjecten, e.d. tot de mogelijkheden. Deze aanvullende bepaling geldt overigens voor alle bestemmingen. Ook is er een algemene regel opgenomen voor "Beeldende kunst". Binnen alle bestemmingen is het oprichten van beeldende kunst tot een maximale bouwhoogte van 10 meter toegestaan.

Water

Alleen wanneer het water een belangrijk element vormt in zijn omgeving dan wel van groot belang is voor de waterhuishouding, is de bestemming Water toegekend. De bestemming Water is opgenomen voor het Maas-Waalkanaal en de belangrijkste watergangen en vijvers. In andere gevallen valt water onder de bestemming Groen. Gronden met de bestemming Water zijn bestemd voor de waterhuishouding, de waterbeheersing, waterafvoer en -berging, watergangen, aanleg- en vissteigers, waterlopen en waterpartijen, alsmede voor taluds, oevers en onderhoudsstroken, kunstwerken zoals bruggen, duikers en andere waterstaatkundige werken. Ook zijn bijbehorend voorzieningen zoals groen, sport- en speelvoorzieningen mogelijk.

Leiding-Gas (dubbelbestemming)

Met de dubbelbestemming Leiding-Gas is de ondergrondse hogedruk aardgastransportleiding aangegeven. Rond deze leiding ligt een zone van 4 meter aan weerszijden van de leiding waarbinnen ten behoeve van de overige geldende bestemming(en) niet mag worden gebouwd. Er kan wel ontheffing, na advies van de leidingbeheerder, worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een omgevingsvergunningverplichting opgenomen voor de uitvoering van werken en werkzaamheden.

Leiding-Hoogspanningsverbinding (dubbelbestemming)

Met de dubbelbestemming Leiding-Hoogspanningsverbinding is de bovengrondse hoogspanningsverbinding aangegeven. Onder en aan weerszijden van de leiding geldt een zone waarbinnen beperkingen gelden voor bebouwing in verband met bijvoorbeeld draadbreuk, de zogenaamde zakelijk rechtstrook. Dit is een zone van 22,5 meter breedte aan weerszijden van de lijn. Handhaving van deze strook garandeert de veiligheid rond de lijn. Deze rechtstrook is in het bestemmingsplan opgenomen. Binnen deze zone mag ten behoeve van de overige geldende bestemmingen niet worden gebouwd. Er kan wel ontheffing, na advies van de leidingbeheerder, worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een omgevingsvergunningverplichting opgenomen voor de uitvoering van werken en werkzaamheden.

Leiding-Riool (dubbelbestemming)

Met de dubbelbestemming Leiding-Riool is de rioolwatertransportleiding aangegeven. In het bestemmingsplan is een zone van 2 meter aan weerszijden van de leiding aangehouden waarbinnen ten behoeve van de overige geldende bestemming(en) niet mag worden gebouwd. Er kan wel ontheffing, na advies van de leidingbeheerder, worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een omgevingsvergunningverplichting opgenomen voor de uitvoering van werken en werkzaamheden.

Waterstaat (dubbelbestemming)

De bestemming Waterstaat is opgenomen voor de zone langs het Maas-Waalkanaal. Binnen een zone van 30 meter vanuit de oever van het kanaal mag ten behoeve van de overige geldende bestemmingen niet worden gebouwd. Er is wel een ontheffingsmogelijkheid, na advies van de waterbeheerder, opgenomen. Tevens is een omgevingsvergunningverplichting opgenomen voor de uitvoering van werken en werkzaamheden.

Waterstaat-Waterloop (dubbelbestemming)

De dubbelbestemming Waterstaat-Waterloop is opgenomen voor de A-watergangen van het Waterschap. Ook voor duikers in de watergang is deze bestemming opgenomen. In het bestemmingsplan is een zone van minimaal 1,5 meter aan weerszijden van de watergang aangehouden waarbinnen ten behoeve van de overige geldende bestemming(en) niet mag worden gebouwd. Van deze bepaling kan wel ontheffing, na advies van de waterbeheerder(s), worden verleend. Tevens is een omgevingsvergunningverplichting opgenomen voor de uitvoering van werken en werkzaamheden.

Hoofdstuk 10 Ontwikkelingen

In dit hoofdstuk is een beschrijving opgenomen van de ontwikkelingen in Nijmegen West. Het gaat zowel om vastgestelde ontwikkelingen, die al in uitvoering zijn of zijn vastgelegd in een bestemmingsplan(herziening) als toekomstige ontwikkelingen. De toekomstige ontwikkelingen worden genoemd zodat daarmee alvast rekening kan worden gehouden. Deze ontwikkelingen worden, zolang deze nog niet voldoende concreet zijn, niet meegenomen in het bestemmingsplan. Voor deze ontwikkelingen wordt op den duur een zelfstandige bestemmingsplanprocedure doorlopen postzegelplan). Een aantal ontwikkelingen zijn inmiddels echter wel voldoende concreet. Deze ontwikkelingen worden meegenomen en beschreven in dit (ontwerp)-bestemmingsplan.

10.1 Vastgestelde Ontwikkelingen

Ieder stadsdeel maakt een eigen ontwikkeling door. We kunnen hierbij spreken van een levenscyclus, die begint met de ontwikkelingsfase van het gebied. In een ontwikkelingsgebied ontstaat een nieuw woon- of werkgebied op een plek die daarvoor voor een ander gebruik diende. Nadat de ontwikkelingsfase is afgerond, is het nieuwe gebied voltooid en zal het beheerd en onderhouden moeten worden. Het gebied komt dan in de beheerfase. Na verloop van tijd kunnen er door maatschappelijke en ruimtelijke veranderingen knelpunten ontstaan in het gebied. Om problemen te voorkomen of aan te pakken kan ervoor gekozen worden om het gebied te herstructureren of te revitaliseren. Daardoor kan het weer beter gaan functioneren. Ook komt het voor dat gebieden zo goed functioneren en/of gewaardeerd worden dat men besluit het gebied een beschermde status te geven. Het gebied kan bijvoorbeeld worden aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsbeeld vanwege cultuurhistorische, architec- tonische en stedenbouwkundige kwaliteiten. Dit is in Heseveld bijvoorbeeld aan de orde in de Afrika- en Bouwmeesterbuurt. Deze buurt is vanwege de stedenbouwkundige en architectonische samenhang aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsbeeld. Hier zal na renovatie van de woningbouw ook de openbare ruimte opnieuw worden ingericht, waarbij het oorspronkelijke plan uit de jaren '50 zoveel mogelijk wordt hersteld. Het Pieter Postplein vormt hierin een belangrijk onderdeel. De herstructurering heeft geen ruimtelijke gevolgen. Het gaat om renovatie en gedeeltelijke verkoop van bestaande woningbouwcomplexen.

Neerbosch-Oost is een wijk die zich in de beheerfase bevindt. Het gebied is in de loop der jaren dan ook slechts in beperkte mate gewijzigd. Een recente ontwikkeling is de nieuwbouw van de Honinghoeve. In Hees en Heseveld zijn vrij recent Rosa de Lima en het terrein van keukencentrum Rikken opnieuw ontwikkeld.

De vergunde ontwikkelingen zijn, als bestaand recht, meegenomen in dit bestemmingsplan, ook indien de ontwikkelingen nog niet volledig zijn gerealiseerd.

Honinghoeve

De nieuwbouw van een woonzorgcentrum bestaande uit 8 verdiepingen met 76 zorg- appartementen is inmiddels gerealiseerd. Naast de hoogbouw zijn er 6 kleinschalige woningen voor cliënten die verpleeghuiszorg nodig hebben. Daarnaast komen er nog drie inleunwoningen en vier aanleunwoningen voor zelfstandige bewoning met, op indicatie, zorgmogelijkheden.

Rosa de Lima

Er zijn op deze locatie aan de Dennenstraat 184 woningen gebouwd, waarvan 108 grondgebonden woningen en 76 (zorg-) appartementen in twee hoogbouwblokken. Daarnaast komt er een begeleid woonzorgcomplex van 24 eenheden (Huize Roza). Deze ontwikkelingen hebben geen invloed op de verkeersstromen. Wel is het wenselijk om een voetgangers/ fietsoversteek te realiseren over de Rosa de Limastraat om de bushalte aan de overkant van de straat te kunnen bereiken. Op dit moment ontbreekt de ruimte hiervoor; een deel van de gronden is niet in eigendom van de gemeente. De ontwikkeling op het terrein van Rosa de Lima voegt tenslotte openbaar toegankelijk groen toe aan de wijk en sluit aan op de realisatie van Park West.

(voormalig)keukencentrum Rikken

Het plan voor deze herontwikkeling aan de Graafseweg 247-249 bestaat uit een woonblok van vier verdiepingen met op het achterterrein woningbouw in drie bouwlagen aan een binnenhof. Het parkeren wordt ondergronds opgelost.

reconstructie Molenweg

Ten behoeve van de reconstructie van de Molenweg is de groenstrook langs de Molenweg, tussen de Vuurdoornstraat en de Ligusterstraat, bestemd als Verkeer.

De Molenweg is een gebiedsontsluitingweg B met een maximum snelheid van 50 km/h. Voor het gemotoriseerd verkeer zijn parkeerhavens gerealiseerd welke onsluiten aan de Molenweg. Voor voetgangers is een voetpad gerealiseerd voor een doorgaande verbinding lans de Molenweg. Het openbaar vervoer maakt gebruik van de haltevoorziening aan de Vuurdoornstraat. De boomstructuur aan de Molenweg valt onder de primaire hoofdbomenstructuur. De bestaande bomen zijn gerooid en er is een nieuwe duurzame bomenstructuur opgezet. Alle te rooien bomen uit de primaire hoofdbomenstructuur zijn 1 op 1 gecompenseerd.

Overige vergunde (nieuwbouw)ontwikkelingen:

  • Kerkstraat 187: 5 laagbouwwoningen, koop in topsegment.
  • Kerkstraat 95: 44 etagewoningen, koop, middelduur
  • Achter de Boskapel aan de Graafseweg 276 (Oude Graafseweg 15A): 29 eenheden begeleid wonen. De bouwvergunning (omgevingsvergunning voor het bouwen) voor deze ontwikkeling is inmiddels onherroepelijk. De ontwikkelaar en de buurt hebben met elkaar afspraken gemaakt over de realisatie van de ontwikkeling. Deze afspraken zijn vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (zie zienswijzennota onder punt 4).

10.2 Toekomstige Ontwikkelingen

Naast de vergunde en in sommige gevallen al uitgevoerde ontwikkelingen, zijn er in het plangebied een aantal ontwikkelingen die nog niet zijn vergund en waarvoor (eerst) een planologische procedure moet worden doorlopen. Het gaat om de ontwikkeling van de Praktijkschool (sportpark De Dennen), woningbouw aan de Kaaplandstraat (Heseveld) en een woningbouwontwikkeling aan de Dorpsstraat (Neerbosch-Oost). Deze ontwikkelingen zijn meegenomen in dit bestemmingsplan. In deze paragraaf wordt per ontwikkeling onderbouwd waarom de ontwikkeling, vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening, wenselijk en aanvaardbaar is.

10.2.1 Binnensportaccommodatie sportpark De Dennen

In het ontwerpbestemmingsplan was, naast de bovengenoemde ontwikkelingen, ook de ontwikkeling van een binnensportaccomodatie op sportpark De Dennen opgenomen. Deze ontwikkeling wordt echter niet meegenomen in dit bestemmingsplan omdat behoefte bestaat aan een bestemmingsplan "op maat". Ten behoeve van de ontwikkeling wordt een aparte (postzegel)bestemmingsplanprocedure doorlopen.

De voor de accomodatie benodigde ontsluiting aan de Rosa de Limastraat wordt wel alvast meegenomen in dit bestemmingsplan. De ontsluiting van het complex vindt plaats via de Rosa de Limastraat (zowel voor inkomend als voor uitgaand verkeer). Er zijn diverse varianten doorberekend op geluidsbelasting (naar de omgeving). Gekozen is voor variant 2 (zie schetsplan hieronder).

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP11000-VG02_0007.jpg"

Deze variant is opgenomen op de plankaart van dit bestemmingsplan. Om de sportaccomodatie in de toekomst te ontsluiten is de verkeersbestemming ten opzichte van het ontwerpplan iets verruimd zodat er een strook in het midden van de weg geplaatst kan worden om het verkeer naar de sportaccomodatie te kunnen laten afslaan zonder het andere (rechtdoorgaande) verkeer op de Rosa de Limastraat te hinderen.

10.2.2 Praktijkschool Dennenstraat

10.2.3 Woningbouw Kaaplandstraat

10.2.4 Woningbouw Dorpsstraat (Neerbosch-Oost)

10.2.5 Uitbreiding clubgebouw Quick (sportpark De Dennen)

Sportclub Quick heeft, mede gelet op de voorgenomen ontwikkelingen op het sportpark (Binnensportaccommodatie en Praktijkschool), tevens verzocht haar clubgebouw op het terrein te mogen uitbreiden. Om aan deze wens tegemoet te komen, is (binnen het huidige bouwvlak) de mogelijkheid opgenomen om in twee bouwlagen te bouwen (maximale hoogte: 8/10m). Het bouwvlak mag voor (maximaal) 70% worden bebouwd. Door het opnemen van deze bouwmogelijkheid in het bestemmingsplan kan het bestaande clubgebouw worden vervangen en wordt het mogelijk om meer kleedruimten e.d. in het gebouw te realiseren.Het clubgebouw bestaat nu uit een (langgerekt) gebouw van met alleen een begane grond laag. Door ook een verdieping toe te staan, kan het gebouw efficienter worden benut. Bovendien sluit het gebouw hierdoor beter aan op de voorgenomen (nieuw)bouw in de omgeving.

Aangezien het clubgebouw nu ook wordt gebruikt als KDV/BSO moet het (op grond van het Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen) worden aangemerkt als een '' te beschermen object tegen slechte luchtkwaliteit".

Het besluit heeft als doel het beschermen van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), met name kinderen, ouderen en zieken. Over gemeentelijke wegen zegt het besluit niets en is derhalve geen beperking voor het plan. De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn aangemerkt als gevoelige bestemming: scholen, kinderdagverblijven, verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Ziekenhuizen, woningen en sportaccommodaties worden dus niet als gevoelige bestemming gezien.

Ondanks toetsing aan het Besluit blijven gezondheidsrisico's langs snelwegen, provinciale wegen en drukke gemeentelijke wegen aanwezig. Er blijven dus situaties die vanuit oogpunt van goede ruimtelijke ordening (luchtkwaliteit/ gezondheidsschade) minder wenselijk zijn. In de recente landelijke "GGD-Richtlijn medische milieukunde: luchtkwaliteit en gezondheid" adviseert de GGD ten aanzien van het bouwen van gevoelige bestemmingen langs drukke gemeentelijke wegen (meer dan 10.000 mvt/ etmaal):

  • geen afstandscriterium;
  • niet bouwen direct langs een drukke weg (dus niet in 1e lijnsbebouwing);
  • het advies “niet in 1e lijnsbebouwing” is later aangevuld met dat dit minimaal moet gelden binnen 50 meter van de rand van de drukke gemeentelijke weg.

Gemeente Nijmegen probeert zich zo veel mogelijk te conformeren aan deze landelijke GGD-richtlijn. Geadviseerd wordt om, conform de GGD-richtlijn, de nieuwbouw van het clubgebouw op minstens 50 meter van de rand van de Graafseweg en de Neerbosscheweg te plaatsen.

10.2.6 Kerkje Dorpsstraat

De eigenaar van het kerkje aan de Dorpsstraat (Rijksmonument) heeft verzocht om het perceel in het nieuwe bestemmingsplan ruimer te bestemmen. Van oudsher was het kerkje in gebruik ten behoeve van godsdienstige doeleinden en dus bestemd voor Bijzondere doeleinden. Het kerkje wordt echter al lang niet meer als zodanig gebruikt en wordt al enige tijd gebruikt voor bedrijfsmatige activiteiten (o.a. het maken van priestergewaden). Het kerkje staat te koop (met uitzondering van de toren want dat is gemeentelijk eigendom). Met een wat ruimere bestemming, waaronder een woonbestemming, is het gemakkelijker om een koper voor het kerkje te vinden en tevens om het kerkje (blijvend) te gebruiken en te behouden.

Een woning is een geluidsgevoelige functie zodat is onderzocht of deze bestemming, op grond van de vereisten uit de Wet geluidhinder (Wgh) wel op deze locatie kan worden gerealiseerd.

De voorkeurswaarde voor geluid (vanwege het wegverkeer op de Neerbosscheweg) wordt overschreden. Om een woonfunctie in het kerkje mogelijk te maken moet er derhalve een Hogere Waarde worden vastgesteld. Het ontwerp-besluit Hogere Waarde is tegelijkertijd met het ontwerp-bestemmingsplan ter visie gelegd. Tegen het ontwerpbesluit zijn geen zienswijzen ingediend.

In het ontwerpbestemmingsplan wordt het kerkje bestemd als Gemengd. Binnen deze bestemming zijn de volgende functies toegestaan: wonen, kantoor, dienstverlening en een bedrijf. Maatschappelijke voorzieningen zijn niet toegestaan omdat binnen deze bestemming ook andere geluidsgevoelige functies zijn toegestaan en voor deze functies geen Hogere Waarde is verleend. De toegestane functies binnen de bestemming Gemengd zijn onderling uitwisselbaar. Daarnaast is een combinatie van functies mogelijk. Indien er een woning wordt gerealiseerd in het kerkje moet de primaire buitenruimte (tuin/terras) aan de zuidzijde (geluidsluwe zijde) van het gebouw worden gerealiseerd.

10.2.7 Huize Rosa

Op de hoek van de Rosa de Limastraat en de Dennenstraat zijn plannen voor de sloop van het bestaande verzorgingshuis, dat niet meer aan de huidige eisen kan voldoen en de nieuwbouw van een nieuw verzorgings- en verpleeghuis. Er bestaan plannen voor de bouw van 57 appartementen bestemd voor intramurale zorg (verzorgingshuiszorg) en 6 groepswoningen voor dementerende ouderen. Verder zullen er ruimten specifieke ruimten voor de congregatie (o.a. een kapel) worden gerealiseerd.

Het postzegelbestemmingsplan voor deze locatie is inmiddels onherroepelijk geworden zodat de ontwikkeling integraal is opgenomen in dit bestemmingplan.

10.2.8 Augustijnenklooster

Er zijn plannen om het bedrijfsverzamelgebouw/Augustijnenklooster aan de Graafseweg (nr 274) uit te breiden en ook een woonfunctie binnen de bouwmassa mogelijk te maken. Het postzegelbestemmingsplan voor deze ontwikkeling is inmiddels onherroepelijk geworden zodat de ontwikkeling integraal is opgenomen in dit bestemmingsplan.

10.2.9 Overige ontwikkelingen

Naast de genoemde ontwikkelingen zijn er ook plannen voor een aantal andere ontwikkelingen. Deze plannen zijn echter nog niet voldoende uitgewerkt om te kunnen worden meegenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Indien deze plannen verder worden uitgewerkt dient hiervoor een aparte bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen.

  • Samenvoeging basisscholen (Neerbosch-Oost)

De basisschool Het Octaaf is nu gevestigd op twee locaties (Fanfarestraat en Symfoniestraat). Er zijn plannen om de twee gebouwen te centreren op één locatie, namelijk de Symfoniestraat 208. Het gebouw is gedateerd en voldoet niet meer aan de huidige kwaliteitseisen. De start van de bouw is gepland rond 2016/2017. De school op de hoek Symfoniestraat/Rapsodiestraat ligt binnen een gebied met wegen waarop een 30 km/uur regime van toepassing is. Voor deze ontwikkeling zijn geen milieuzones van toepassing.

  • St. Jozefklooster (Kerkstraat 65)

De gemeente is in gesprek met Waalboog over uitbreiding van het St. Jozefklooster. Voor een deel gaat het om vervanging van het te slopen gebouw achter het hoofdgebouw van het oude klooster. De bestaande kapel blijft gehandhaafd. In een gebogen vorm worden op het achterterrein groepswoningen en appartementen gebouwd in 2 tot 4 bouwlagen. De gebogen vorm speelt in op de groenstructuur van de kloostertuin. In het hoofdgebouw komen eveneens (zorg-) appartementen. Deze ontwikkeling wordt pas op de langere termijn voorzien.

In het ontwerpplan werden ook nog de locaties aan de Wolkuilseweg 173 (Kapucijnerklooster), Graafseweg 250 en Graafseweg 385 genoemd. Ten aanzien van deze locaties kan het volgende worden gemeld:

  • Kapucijnenklooster (Wolfskuilseweg 173)

Het pand is opgekocht door de RIBW. Voor zover bekend willen zij gebruik maken van de bestaande bebouwing en zijn er geen plannen om de bebouwing uit te breiden en/of nieuw te bouwen. In het (ontwerp)plan is geen aanduiding opgenomen voor gestapelde bouw. De maximale goot-en bouwhoogte bedraagt 8m. Het perceel bestaat uit meerdere kadastrale percelen. Alleen het perceel met kadastraal nummer 05128 (en 05133) is in eigendom van het RIBW. Het naastgelegen kadastrale perceel (05134) heeft een andere eigenaar.

  • Graafseweg 385: 8 laagbouwwoningen, koop, (middel)duur

Ten aanzien van dit perceel is een zienswijze ingediend (zie zienswijzennnota onder nr. 14). De bestemming van het perceel wordt op basis van dit bestemmingsplan aangepast naar Gemengd (was wonen) zodat er meedere functies mogelijk worden. Daarnaast moet in overleg met de eigenaar/gebruiker bekeken welke uitbreidingsmogelijkheden noodzakelijk en/of gewenst zijn.

  • Graafseweg 250: max. 24 etagewoningen, koop, goedkoop

Ook voor dit perceel is een zienswijze ingediend (zie zienswijzennota onder nr. 3). Op grond van dit bestemmingsplan is het perceel bestemd als Gemengd zodat er meerdere functies mogelijk zijn (incl. wonen).

  • Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV)

In het Masterplan OV van de Stadsregio Arnhem - Nijmegen staat de verbinding Nijmegen CS - Dukenburg via de Graafseweg aangegeven als gewenste lijn voor HOV. Dit houdt in dat van buslijn 2 een HOV-lijn gemaakt zou kunnen worden met zoveel mogelijk vrije busbanen. Deze HOV-lijn zal waarschijnlijk pas tussen 2015 en 2020 gerealiseerd worden.

  • Snelfietsroute

In het komende jaar wordt de snelfietsroute Nijmegen-Beuningen-Goffert -Heyendaal verder uitgewerkt. Het trace van deze snelfietsroute loopt via de Dennenstraat/Muntmeesterlaan en past (bijna) geheel in het bestemmingsplan. Op de kruising Muntmeesterlaan/Graafseweg is, ter hoogte van de Muldersweg, een kleine aanpassing nodig.

  • Riolering

Naar verwachting gaat de komende jaren in Heseveld grootschalige rioolvervanging plaatsvinden. Hiervoor wordt een meerjarenprogramma rioolvernieuwing opgesteld. Waar mogelijk zou het afvoerend verhard oppervlak omgezet moeten worden in onverhard oppervlak, dat geen regenwater afvoert naar de riolering. Nieuw verhard oppervlak (bijvoorbeeld van eventuele extra parkeerruimte in de Venusstraat, Plutostraat en Neptunusstraat) mag niet leiden tot extra afvoer van afvoerend regenwater naar de riolering door bijvoorbeeld de extra verharding te laten afstromen naar een voorziening in het groen.

Bij de rioolvervanging wordt gestreefd naar een combinatie met het afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering. Het gemeentelijke rioleringsplan geeft de financiële en technische kaders hiervoor. Het is nu nog niet duidelijk of er bovengrondse afkoppelvoorzieningen in de wijken Hees en Heseveld komen, die apart bestemd zouden moeten worden. Het meerjarenprogramma rioolvernieuwing voor Heseveld zal ook een eerste fasering van die maatregelen geven. Daarbij is het van belang dat er al zoveel mogelijk wordt afgestemd met overige grootschalige ontwikkelingen binnen de wijk.

10.3 Ontwikkelingen In De Nabijheid Van Het Plangebied Nijmegen West

Energieweg/ Tracé Stadsbrug

De planning is dat eind 2013 de nieuwe stadsbrug “De Oversteek” is gerealiseerd. Daarmee zal het tracé via de Energieweg en de Neerbosscheweg meer voor het stedelijke doorgaande verkeer worden gebruikt. De Energieweg wordt op deze nieuwe situatie aangepast. De Wolfskuilseweg sluit via de Energieweg aan op het stadsbrugtracé. De Neerbosscheweg wordt ingericht als doorstroomroute (onderdeel van de Groene route).

Knoop Winkelsteeg/ Novio Tech Campus

De gemeente Nijmegen, NXP en andere betrokken partners willen het vestigingsklimaat rondom de knoop Winkelsteeg versterken. De gebiedsvisie Knoop Winkelsteeg/Goffert voorziet in het ontwikkelen van de knoop Winkelsteeg tot dé economische hotspot van Oost Nederland met het accent op een kennisintensieve productieomgeving. Het verouderde bedrijventerrein wordt opgewaardeerd tot een kenniscluster in de regio.

Fifty Two Degrees

In samenwerking met ICE ontwikkeling en MAB Development wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd voor fase 2 van Fifty Two Degrees.

Station Goffert

Op dit moment wordt in samenwerking met de Stadsregio, NS en Prorail een planstudie uitgevoerd voor de realisatie van het nieuwe treinstation Nijmegen-Goffert. Het streven is om dit station eind 2013 te openen. In het kader van de ontwikkeling van knoop Winkelsteeg is het station van groot belang. Verbetering van het openbaar vervoer is noodzakelijk voor een goede bereikbaarheid. Vanwege de korte afstand tot de wijken Hees en Heseveld is dit station ook voor de inwoners van deze wijken interessant.

Hoofdstuk 11 Uitvoerbaarheid

11.1 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

11.1.1 Vooroverleg

VROM-Inspectie, Directie uitvoering Regioafdeling Oost (t.a.v. R.J.M. van den Bogert, Postbus 136, 6800 AC Arnhem)

De Vrom-inspectie coordineert de rijksreacties over (voorontwerp)bestemmingplannen met betrekking tot de nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK2007-2008, 31500 nr 1). De Vrom-inspectie heeft op 23 november 2011 gereageerd op het voorontwerpbestemmingsplan Nijmegen West (kenmerk brief 20110066666-AOO).

De inspectie geeft aan dat in het kader van externe veiligheid in alle gevallen een berekening van het groepsrisico moet worden uitgevoerd, ook al gaat het om een conserverend bestemmingsplan. Daarnaast wordt verzocht om de opslag van het vuurwerk van de inrichting aan de Molenweg te toetsen aan het Besluit Vuurwerk, inzicht te geven in de bijbehorende risicocontouren en een relatie te leggen naar in de omgeving liggende kwetsbare objecten.

reactie gemeente:

Deze reactie van de inspectie wordt betrokken bij het nadere advies van de Veiligheidsregio inzake de opslag en het gebruik van gevaarlijke stoffen plaats bij het LPG tankstation ANAC, NXP Semiconductors en Hoes Errogas (zie hierna).

reactie gemeente 2:

De vuurwerkopslag valt niet onder het BEVI, een berekening is dan ook niet noodzakelijk. Er is een vergunning verleend voor deze inrichting voor maximaal 4500 kg opslag en 250 kg in de verkoopruimte. Er geldt een afstand ter breedte van de (buffer)bewaarplaats in voorwaartse richting van de deur van de (buffer)bewaarplaats. Hier moet altijd een minimale afstand van 8 meter worden aangehouden. Dit valt nog binnen de winkel.

Provincie Gelderland, Ruimtelijke Ordening Advisering (t.a.v. W.S.G. Meijer, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem)

De provinciale afdelingen hebben geconstateerd dat het (voor)ontwerpplan Nijmegen West een lokaal plan betreft, waarover geen advies wordt uitgebracht (brief Provincie Gelderland d.d. 14 maart 2012, zaaknummer. 2011-016776). In de brief wordt gewezen op de wijzigingen voor Cultuurhistorie als gevolg van de inwerkingtreding van de regelgeving ten aanzien van de modernisering van de monumentenzorg.

Indien het plan ongewijzigd in procedure wordt gebracht, of wanneer eventuele wijzigingen geen betrekking hebben op een provinciaal belang, hoeft het ontwerpbestemmingsplan en/of het vastgestelde plan niet aan de Provincie te worden toegezonden. In dat geval mag het (gewijzigde vastgestelde) plan ook eerder dan na 6 weken na vaststelling worden gepubliceerd.

Watertoets/Waterschap Rivierenland (t.a.v. T.M.P. Riemersma, Postbus 599, 4000 AN Tiel)

In de watertoetsprocedure moet bij grotere wijzigingen verslag worden gedaan van het overleg tussen initiatiefnemer (in dit geval de gemeente) en waterbeheerder(s) en moet worden aangegeven hoe het advies van de waterbeheerders is verwerkt. Indien wordt afgeweken van het advies moet gemotiveerd worden aangegeven wat de redenen daarvan zijn. Bij de toetsing door de provincie zal hier nadrukkelijk op worden gelet.

De Rijksoverheid stelt met de watertoets dat elk bestemmingsplan een waterparagraaf moet bevatten. Daarin worden de procesresultaten gepresenteerd van het overleg tussen de gemeente en de waterbeheerders. Dit betekent dat de gemeente vroegtijdig contact moet opnemen met één van de volgende waterbeheerders:

  • het Waterschap Rivierenland als er wijzigingen optreden aangaande de inrichting van oppervlaktewater, waterkeringen, rioolpersleidingen naar de zuivering of natuurgebied;
  • het Waterschap Rivierenland als er meer dan 300 m2 nieuw verhard oppervlak wordt aangelegd en het hemelwater dat hierop valt afstroomt naar het oppervlaktewater. Indien het hemelwater geïnfiltreerd wordt kan volstaan worden met een melding en een standaardtekst;
  • de provincie Gelderland als de bestemming binnen het grondwaterbeschermingsgebied valt en mogelijk het diepe grondwater wordt beïnvloed;
  • Rijkswaterstaat als er wijzigingen optreden aangaande de waterkering Maas-Waalkanaal.

Het bestemmingsplan Nijmegen West is overwegend conserverend van aard. Er doen zich geen wijzigingen voor zoals hierboven genoemd.

Dit betekent dat het vooroverleg met het Waterschap zich kan beperken tot een toetsing van de bestaande situatie. Het Waterschap Rivierenland heeft op 24 november jl. gereageerd op het voorontwerpbestemmingsplan (brief met kenmerk: 201135027/168851). Het wateradvies voor het voorontwerpplan was negatief omdat een aantal zaken niet op de juiste wijze op de verbeelding en/of in de regels waren opgenomen.

reactie gemeente:

De reactie van het Waterschap ten aanzien van de verbeelding en de regels is in het ontwerpbestemmingplan verwerkt.

Advies Veiligheidsregio Gelderland Zuid

Het advies van de Veiligheidsregio beperkt zich tot de risico's van het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor Nijmegen - 's Hertogenbosch. Nabij en binnen het plangebied vindt opslag en gebruik van gevaarlijke stoffen plaats bij het LPG tankstation ANAC, NXP Semiconductors en Hoes Errogas. De Veiligheidsregio heeft meer gedetailleerde informatie nodig over de risico's van deze inrichtingen om tot een advies te komen.

reactie gemeente:

Afgesproken is dat de gemeente Nijmegen de Veiligheidsregio alsnog van deze informatie voorziet zodat de gevolgen voor het plangebied goed in beeld kunnen worden gebracht.Ten aanzien van de voorgenomen ontwikkelingen in het gebied (vgl par. 10.2), is de Veiligheidsregio apart om advies gevraagd. Deze adviezen zijn verwerkt bij de onderbouwing van de betreffende ontwikkeling. Het advies van de Veiligheidsregio met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor Nijmegen 's Hertogenbosch is als bijlage (bijlage 4) bij de toelichting van dit bestemmingsplan gevoegd.

reactie gemeente 2:

De risico's van de genoemde inrichtingen zijn volledig in beeld gebracht (vgl H. 8 par. 1.4). Uit deze inventarisatie blijkt dat deze inrichtingen, zowel ten aanzien van het plaatsgebonden risico als het groepsrisico, geen belemmeringen vormen vanuit externe veiilgheid. De contouren van deze risico's reiken niet dan wel marginaal aan het plangebied. De (contouren van) het groepsrisico blijft bovendien ruim onder de orienterende waarde. Er bevinden zich binnen deze contouren nu géén verblijfspanden. Indien binnen deze contouren verblijfspanden worden geprojecteerd zal hiervoor verantwoording van het groepsrisico door middel van een Kwantitatieve Risico Analyse (QRA) dienen plaats te vinden.

ProRail (Noord-Oost, Veiligheid, Milieu en Juridisch beheer)

ProRail heeft op 14 december 2011 (brief met kenmerk: VMJBNO/704534/mvg/2997246) gereageerd op het voorontwerpbestemmingsplan. Volgens Pro Rail wordt er in de plantoelichting geen heldere conclusie getrokken ten aanzien van het aspect geluid terwijl er verschillende (geluidsgevoelige ) nieuwbouwontwikkelingen plaats zullen vinden binnen deze geluidszone.

Voor het aspect externe veiligheid moeten de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor inzichtelijk worden gemaakt, uitgaande van het huidige en het toekomstige voorzienbare vervoer. De plantoelichting geeft onvoldoende inzicht in het groepsrisico en een onderliggend onderzoek ontbreekt.

Voor het aspect externe veiligheid geldt dat de beschikbaarheid van de spoorweginfrastructuur niet mag worden aangetast (door bijvoorbeeld kwestbare objecten op korte afstand van de spoorbaan te plannen) als gevolg van de plannen van de gemeente.

reactie gemeente:

In het ontwerpbestemmingsplan zijn de gevolgen van het geluid vanaf het spoor beter in beeld gebracht. Binnen de geluidszone van het spoor (200m) zijn geen nieuwe geluidsgevoelige functies toegestaan.

De gemeente heeft recent een beleidsvisie externe veiligheid opgesteld (april 2012) waarin de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor (beter) inzichtelijk zijn gemaakt. Voor de verschillende ontwikkelingen in het plangebied wordt het groepsrisico als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor verantwoord. Er vinden geen ontwikkelingen plaats in het afwegingsgebied van het spoor. De beschikbaarheid van de spoorweginfrastructuur wordt als gevolg van dit bestemmingsplan niet aangetast.

11.1.2 Inspraak

Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 13 oktober tot en met 23 november 2011 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode kon eenieder (bij voorkeur schriftelijk) reageren op het plan. Tijdens de inspraakperiode zijn er 44 inspraakreacties ingediend. De ingediende inspraakreacties zijn samengevat en beoordeeld. Deze samenvatting en beoordeling van de inspraakreacties is opgenomen in de inspraaknota zoals opgenomen in bijlage 2 van deze toelichting.

11.1.3 Zienswijzen

Het ontwerp van het bestemmingsplan heeft in de periode van 16 augustus tot en met 26 september 2012 ter inzage gelegen. Er zijn 23 zienswijzen binnengekomen. De zienswijzen zijn tijdig ingediend en voorzien van een motivering. Deze zienswijzen voldoen daarmee aan de ontvankelijkheidvereisten en zijn in behandeling genomen.

De zienswijzennota van het bestemmingsplan is opgenomen in bijlage (5) van deze toelichting en geeft een samenvatting van de belangrijkste aandachtspunten van het bestemmingsplan, een overzicht van degene die zienswijzen hebben ingediend, de inhoud van de zienswijzen, de beoordeling van de zienswijzen en de aanpassingen van het bestemmingsplan.

11.1.4 Besluit Hogere Waarde

Het ontwerpbesluit Hogere Waarde (HW) ten behoeve van de bouw van de Praktijkschool, de woningbouw aan de Kaaplandstraat, de woningbouw aan de Dorpsstraat en het wijzigen van de bestemming voor het kerkje aan de Dorpsstraat, heeft tegelijkertijd met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegen. Tegen het omtwerp HW besluit zijn geen zienswijzen ingediend. Het college van B&W is bevoegd de HW te verlenen.

11.1.5 Retrospectieve toets

In het gebied zijn de volgende strijdigheden met het geldende bestemmingsplan bekend. Deze strijdigheden kunnen niet worden gelegaliseerd.

Adres
overtreding actie
Kerkstraat 203 zonder vergunning realiseren van ondergrondse bebouwing; De ondergrondse bebouwing kan niet worden gelegaliseerd in het bestemmingsplan omdat deze niet is gerealiseerd binnen het bouwvlak en de bebouwing verder reikt dan (bovengrondse) aan-en uitbouwen zijn toegestaan.
Oude Graafseweg 56 het zonder vergunning oprichten van een bijgebouw/zonnestudio Het bijgebouw/zonnestudio kan niet worden gelegaliseerd in het bestemmingsplan omdat het gebouw (veel) groter is dan de afmetingen die op grond van het bestemmingsplan voor een bijgebouw zijn toegestaan.

11.2 Financiele Uitvoerbaarheid

Voor het bestemmingsplan moet onderzoek gedaan worden naar de economische uitvoerbaarheid conform artikel 3.1.6 lid 1 sub f van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Er is bij het opstellen van het bestemmingsplan zoveel mogelijk rekening gehouden met de bestaande rechten, zodat het planschaderisico tot een minimum is beperkt. De kosten van deze actualisatie worden gedekt uit de gemeentelijke begroting.

Bij de in het plan opgenomen ontwikkelingen (H10, par 10.2) wordt vermeld op welke wijze de kosten worden verhaald. Omdat er of een overeenkomst is gesloten met de eigenaren van de grond of de ontwikkeling een gemeentelijke ontwikkeling betreft (op eigen grond) waardoor het kostenverhaal niet aan de orde is, is een anterieure overeenkomst gesloten met de eigenaren van de grond. Een exploitatieplan zoals bedoeld in artikel 6.12 lid 1 van de Wro is derhalve niet noodzakelijk (artikel 6.12 lid 2 sub a Wro).

Bijlagen Bij De Toelichting

Bijlage 1 Overzicht Vigerende Bestemmingsplannen

Bestemmingsplan(herzieningen) Omschrijving
Bestemmingsplan Neerbosch-Oost 1983 Moederplan
Bestemmingsplan Winkelsteeg I Moederplan
Bestemmingsplan Hees - Heseveld Moederplan
Bestemmingsplan Nijmegen-West I Moederplan
Bestemmingsplan Neerbosch 0ost 1983 - I Dorpsstraat woonwagencentrum
Bestemmingsplan Neerbosch 0ost 1983 - II Fanfarestraat (bejaardenwoningen)
Bestemmingsplan Neerbosch 0ost 1983 - VI Dorpsstraat/rapsodiestraat woningbouw vm E.W. Smitterrein
Bestemmingsplan Neerbosch 0ost 1983 - VII Woningbouw voormalig E.W. Smitterrein
bestemmingsplan Neerbosch Oost 1983 - XIII Neerbosscheweg - hotel
Bestemmingsplan Neerbosch 0ost 1983 - X Woningbouw Fanfarestraat
Bestemmingsplan Neerbosch 0ost 1983 - XI Nocturnestraat/ hoek Menuetstraat
Bestemmingsplan Neerbosch 0ost 1983 - XII O.C. Huismanstraat (woningen boven winkelcentrum)
Bestemmingsplan Neerbosch 0ost 1983 - XV Tubastraat/Rapsodiestraat
Bestemmingsplan Neerbosch 0ost 1983 - XVI 3 woningen in de Dorpsstraat
Bestemmingsplan Neerbosch 0ost 1983 - XIX Uitbreiding woning Baladestraat
Bestemmingsplan Winkelsteeg I - F Neerbosscheweg woningbouw (zijde Neerbosch - Oost)
Bestemmingsplan Hees - Heseveld - 1 Kerkstraat 60
Bestemmingsplan Hees - Heseveld - 2 Oude Graafseweg/Verbindingsweg
Bestemmingsplan Hees - Heseveld - 4 Dennenstraat nr. 115-117
Bestemmingsplan Hees - Heseveld - 5 Aanpassing profiel Botha de Wethstraat
Bestemmingsplan Hees - Heseveld - 6 Nieuwbouw kantoor Dennenstraat 109-111
Bestemmingsplan Hees - Heseveld - 7 Daniëlskerk e.o.
Bestemmingsplan Hees - Heseveld - 8 Kerkstraat 3-3a
Bestemmingsplan Hees - Heseveld - 12 Wijzigingsplan ex.art.11 WRO Planetenstraat 63
Bestemmingsplan Hees - Heseveld - 13 Dennenstraat 10
Bestemmingsplan Nijmegen-West I - 72 Groenestraat 345-349
Bestemmingsplan Nijmegen-West I - 84 Graafseweg 243
Bestemmingsplan Nijmegen-West I - S Graafseweg 247
Bestemmingsplan Winkelsteeg I - A Speelterrein Graafseweg (nabij begraafplaats)
Bestemmingsplan Winkelsteeg I - E Woningbouw Boeckstatehof
Bestemmingsplan Winkelsteeg I - J Muldersweg 16-16A
Bestemmingsplan Winkelsteeg I - L Woningbouw Muldersweg
Bestemmingsplan Winkelsteeg I - O Muldersweg 14

Bijlage 2 Inspraaknota

Bijlage 3 Bijlagen Bij Ontwikkelingen (H10)

3.1 onderzoek natuurwaarden Kaaplandstraat

3.2 akoestische rapportage Kaaplandstraat

3.3 onderzoek flora en fauna Praktijkschool

3.4 geluidsbelastingen Praktijkschool

3.5 akoestisch onderzoek ontwikkelingen Dorpsstraat en Dennenstraat

Bijlage 4 Advies Veiligheidsregio

Bijlage 5 Zienswijzennota

Bijlage 6 Raadsbesluit