KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene Bepalingen
Artikel 4 Antidubbeltelbepaling
Artikel 5 Bestaande Afmetingen, Afstanden En Percentages
Artikel 6 Algemene Gebruiksbepalingen
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotbepalingen
Artikel 7 Overgangsbepalingen
Artikel 8 Slotbepaling
Hoofdstuk 1 Inleiding
Hoofdstuk 2 Procedure
Hoofdstuk 3 Begrenzing Plangebied
Hoofdstuk 4 Het Initiatief
4.1 Stedenbouwkundige Invulling
Hoofdstuk 5 Beleidskader
Hoofdstuk 6 Haalbaarheidsonderzoeken
Hoofdstuk 7 Economische Uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 8 Vooroverleg
Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerlawaai
Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek (Mbt Harmonie)

Groenloseweg 63

Bestemmingsplan - gemeente Winterswijk

Vastgesteld op 29-03-2012 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Groenloseweg 63 van de gemeente Winterswijk;

1.2 aanbouw

een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.3 aanduiding

een op de verbeelding of een ander in de planregels genoemde kaart door middel van een aanduidingsvlak begrensd gebied, waar nader in de voorschriften bepaalde bouw- en/of gebruiksvoorschriften van toepassing zijn;

1.4 aanduidingsgrens

een op de verbeelding of een ander in de planregels genoemde kaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een aanduidingsvlak;

1.5 aanduidingsvlak

een op de verbeelding of een ander in de planregels genoemde kaart aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens;

1.6 ander-werk

een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken;

1.8 bestaand

bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de planregels anders is bepaald;

bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de plaregels;

1.9 bestemmingsgrens

een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bestemmingsvlak;

1.10 bestemmingsvlak

een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;

1.11 bijgebouw

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, niet zijnde een verblijfsruimte;

1.12 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;

1.13 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.14 bouwgrens

een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;

1.15 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.16 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.17 bouwvlak

een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop
gebouwen zijn toegelaten;

1.18 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.19 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

1.20 erotisch getinte vermaaksfunctie

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

1.21 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.22 gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

1.23 geluidbelasting vanwege het wegverkeer

de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

1.24 geluidgevoelige functies

bewoning of andere geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;

1.25 geluidgevoelige gebouwen

gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;

1.26 gevellijn

de naar de weg of verblijfsgebied gekeerde bebouwingsgrens (zoals die blijkens de verbeelding nadrukkelijk is aangegeven);

1.27 hogere grenswaarde

een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;

1.28 hoofdgebouw

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.29 maatvoeringsvlak

een onderdeel van een bouwvlak waain bepaalde maatvoeringsaanduidingen zijn opgenomen;

1.30 onderbouw

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;

1.31 overkapping

een bouwwerk bestaande uit maximaal twee al dan niet tot de constructie behorende wanden;

1.32 peil

voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;

voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

1.33 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.34 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.35 uitbouw

een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.36 uitvoeren

uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;

1.37 verbeelding

de verbeelding van het bestemmingsplan Groenloseweg 63 bestaande uit één blad;

1.38 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;

1.39 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

Artikel 2 Wijze Van Meten

2.1 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens

tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.4 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.5 de horizontale diepte van een gebouw

de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;

2.6 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.8 de oppervlakte van een overkapping

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wonen

3.1 doeleinden

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

woningen in de bouwaanduiding:
[ gs ] : gestapeld;
een en ander met bijbehorende bijgebouwen, tuinen, erven, (voet)paden en bouwwerken, geen gebouw zijnde.

3.2 bouwregels

De bebouwing dient te voldoen aan de volgende voorschriften:

  1. a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen de op de plankaart aangegeven
    bouwvlakken worden opgericht;
  2. b. de voorgevels van hoofdgebouwen dienen in of tot maximaal 3 m achter de gevellijn te worden gebouwd;
  3. c. op de verbeelding staat door middel van de maatvoering de maximale goothoogte en hoogte in meters is aangegeven;
  4. d. overkappingen mogen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden opgericht;
  5. e. overkappingen dienen minimaal 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw en/of het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  6. f. de hoogte van overkappingen mag maximaal 3 m bedragen;
  7. g. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal bedragen:
    1. 1. 1 m voorzover het betreft gronden, gelegen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde hiervan;
    2. 2. 2 m voorzover het betreft gronden, gelegen achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde hiervan;
  8. h. bouwwerken, geen gebouw zijnde, tot een hoogte van maximaal 2 m mogen worden opgericht op 2,5 m afstand achter de gevellijn.

Hoofdstuk 3 Algemene Bepalingen

Artikel 4 Antidubbeltelbepaling

Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5 Bestaande Afmetingen, Afstanden En Percentages

5.1 Titel

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige op de plankaart aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwvoorschriften in hoofdstuk 1 van deze voorschriften is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

Artikel 6 Algemene Gebruiksbepalingen

6.1 Verboden gebruik

Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming(en).

6.2 Titel, deel 1

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 6.1 wordt in elk geval verstaan:

  1. a. een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  2. b. een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
  3. c. een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

6.3 Voorwaarden

Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het in artikel gestelde verbod, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, dat niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotbepalingen

Artikel 7 Overgangsbepalingen

7.1 overgangsbepaling voor bouwwerken

Bouwwerken die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaan dan wel worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, en in enigerlei opzicht van dit plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar aard en omvang niet worden vergroot:

  • gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • na het tenietgaan als gevolg van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning geschiedt binnen twee jaar na het tenietgaan.

7.2 uitzondering op de overgangsbepaling voor bouwwerken

Artikel is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

7.3 overgangsbepaling voor gebruik

Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestaat op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, mag worden voortgezet of gewijzigd, zolang en voor zover de strijdigheid van dat gebruik met dit plan naar aard en omvang niet wordt vergroot.

7.4 uitzondering op de overgangsbepaling voor gebruik

Artikel is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

Artikel 8 Slotbepaling

Dit bestemmingsplan kan worden aangehaald als Groenloseweg 63 van de gemeente Winterswijk.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van

De voorzitter, De griffier,

……………… ………………

Hoofdstuk 1 Inleiding

Voor het perceel Groenloseweg 63 is het verzoek binnen gekomen om het gebruik van het bestaande pand te wijzigen. Op dit moment heeft het perceel een horecabestemming. Het horecabedrijf, café “de Fiets”, is al geruime tijd niet meer functioneel als horecabedrijf. De eigenaar is voornemens het pand te verbouwen tot appartementen.

Het bestaande pand bestaat uit twee bouwlagen waarbij de bovenverdieping reeds in gebruik is voor wonen. Het is de bedoeling dat de begane grond in de toekomst ook wordt bewoond; de begane grond wordt verbouwd tot twee appartementen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0294.BP1001KOgroenlos63-VA01_0001.jpg"afbeelding "i_NL.IMRO.0294.BP1001KOgroenlos63-VA01_0002.jpg"

Dit bouwvoornemen is op 24 maart 2009 aan het college van burgemeester en wethouders voorgelegd. Het college heeft besloten het verzoek om woningbouw op voorliggende locatie niet bij voorbaat af te wijzen en dat zij een definitief besluit neemt zodra de benodigde adviezen zijn ontvangen en beoordeeld. Inmiddels is het beoogde advies, het akoestisch rapport, ontvangen en beoordeeld.

Naar aanleiding van genoemd collegebesluit wordt dit bestemmingsplan gemaakt. Het ontwerpbestemmingsplan zal, ter besluitvorming, aan het college worden voorgelegd.

Hoofdstuk 2 Procedure

Volgens het bestemmingsplan Kom West heeft het terrein de bestemming “horeca”. Teneinde de twee appartementen te kunnen realiseren zal voor het perceel de bestemming “woondoeleinden” opgenomen worden.

Om dit te kunnen realiseren wordt voorliggend bestemmingsplan opgesteld en in procedure gebracht.

Hoofdstuk 3 Begrenzing Plangebied

Het projectgebied ligt aan de Groenloseweg, nummer 63. Het perceel betreft een hoekperceel dat aan de achterzijde grenst aan de Delistraat. Aan de oostzijde van het perceel bevindt zich de kruising Groenloseweg – Haitsma Mulierweg - Delistraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0294.BP1001KOgroenlos63-VA01_0003.jpg"afbeelding "i_NL.IMRO.0294.BP1001KOgroenlos63-VA01_0004.jpg"

Hoofdstuk 4 Het Initiatief

4.1 Stedenbouwkundige Invulling

4.1.1 Bestaande situatie omgeving plangebied

Het projectgebied ligt in de bebouwde kom van Winterswijk, ten noorden van het centrum.

De locatie Groenloseweg 63 bevindt zich in een woonwijk. Zowel naast het perceel als tegenover het perceel bevinden zich, met uitzondering van het horecapand aan de andere zijde van de Groenloseweg (de Harmonie), overwegend woningen.

In de omgeving bevinden zich voornamelijk woningen die bestaan uit twee bouwlagen met kap waarbij allerlei bouwstijlen voorkomen.

Het pand Groenloseweg 63 is in de jaren 30 gebouwd. Dit is duidelijk te zien aan de bouwstijl. Het pand bestaat uit twee bouwlagen met een ruime kap. In relatie tot bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het pand als passend in de omgeving kan worden gezien.

4.1.2 Nieuwbouwplan

Het is de bedoeling dat het pand op de begane grond wordt verbouwd tot twee appartementen. Op de verdieping wordt reeds gewoond.

Daar in de omgeving van Groenloseweg 63 overwegend woningen voorkomen kan het woongebruik dat wordt beoogd, gezien worden als een passend gebruik in de omgeving.

4.1.3 Verkeer en parkeren

Een horecabedrijf heeft over het algemeen een verkeersaantrekkende werking. Voor het horecapand, “de Fiets”, is nooit een afzonderlijk parkeerterrein ter beschikking geweest. Veelal werd gebruik gemaakt van het parkeerterrein aan de overzijde van de Groenloseweg.

Nu het horecabedrijf verdwijnt en wordt vervangen door twee appartementen zal van verkeersaantrekkende werking geen sprake meer zijn. De parkeernorm per appartement is 1,7 p.p. zodat 3,4 p.p. nodig zijn. Op eigen terrein worden 2 parkeerplaatsen toegevoegd. Voor de overige 1,4 p.p. kan de bestaande (direct naast het café gelegen) parkeerhaven worden gebruikt. Door het verdwijnen van het café zijn deze parkeerplaatsen niet meer nodig voor de horecafunctie.

4.1.4 Groen

In de omgeving van Groenloseweg 63 is aan de overzijde her en der wat groen aanwezig. Op het perceel zelf bevindt zich een terras met daaromheen een tuininrichting met aan de zijde van de Groenloseweg een esdoorn.

Deze esdoorn, die onderdeel is van de “groenaankleding” van de Groenloseweg, zal behouden blijven nu het enkel om een interne verbouwing gaat.

Volgens plan is het wel de bedoeling dat voor de beide appartementen aan de westzijde, met behoud van de esdoorn, een tuin wordt gerealiseerd.

4.1.5 Overleg met de buren

Initiatiefnemer heeft met omwonenden gesprekken gevoerd om hen te informeren over de plannen voor dit perceel.

Omwonenden hebben aangegeven dat ze blij zijn dat het café wordt vervangen door twee appartementen. Ook zijn ze verheugd over het feit dat, gezien de grootte en het buitengebruik, het twee seniorenwoningen betreffen. Daarbij hoopt de buurt dat de plannen snel ten uitvoer kunnen worden gebracht zodat, door mogelijk verval van het leegstaande pand, eventueel vandalisme wordt voorkomen.

Inspraak is in deze achterwege gelaten omdat overleg met de buren heeft plaatsgevonden en het een klein plan betreft dat, ruimtelijk gezien, geen negatieve effecten heeft op de omgeving.

Hoofdstuk 5 Beleidskader

5.1 Rijksbeleid

Nota Ruimte

De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. De nota bevat, in overeenstemming met het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet, de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. In de Nota Ruimte wordt het nationaal ruimtelijke beleid vastgelegd tot 2020, waarbij de periode 2020 - 2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn.

In de Nota Ruimte zijn alleen uitspraken opgenomen die een specifiek nationaal ruimtelijk belang dienen of die zorgen voor een gegarandeerde basiskwaliteit voor alle bewonersvan Nederland. Provincies en gemeenten zijn verantwoordelijk voor een voldoende en tijdige beschikbaarheid van ruimte voor wonen en werken en de daarbij behorende voorzieningen, groen, water, recreatie, sport en infrastructuur. De centrale doelstellingen van de nota Ruimte zijn: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, de borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale waarden en de borging van veiligheid. Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten betekent dat nieuwe bebouwing voor deze functies grotendeels geconcentreerd tot stand komt, dat wil zeggen in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. De ruimte die in het bestaande stedelijke gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt. Het streven is erop gericht dat veertig procent van het totale uitbreidingsprogramma voor woningen en arbeidsplaatsen daar tot stand komt.

5.2 Provinciaal beleid

Streekplan 2005-2015

Het ruimtelijke beleid van de provincie Gelderland tot 2015 is vastgelegd in het Streekplan Gelderland 2005. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Dat betekent dat de inhoud van het streekplan voor de provincie de basis blijft voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. Op grond van het streekplan behoort het plangebied tot het multifunctioneel gebied (bebouwd gebied 2000). In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreidingen. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor is onder andere een intensivering van het stedelijk grondgebruik noodzakelijk, maar wel met behoud van karakteristieke elementen en zorgvuldige omgang met open ruimten daarbinnen. Tevens acht de provincie een optimalisering van het gebruik van bestaand bebouwd gebied noodzakelijk: meer gebruik van de verticale dimensie (hoogte, diepte) en van de tijdsdimensie (meervoudig gebruik van dezelfde gebouwde ruimte).

5.3 Gemeentelijk beleid

Masterplan

In Winterswijk ligt een belangrijke opgave om de ruimtelijke kwaliteit van de kern en de relatie van de kern met het omliggende buitengebied verder te versterken. Basis voor dit Masterplan vormt de 'Visie Wonen en Werken'. In het Masterplan zijn de keuzes, die in de Visie Wonen en Werken zijn gemaakt, uitgewerkt in de richting van concrete inrichtingsplannen voor verschillende locaties in Winterswijk. De planhorizon voor deze ruimtelijke visie is 2020.

Naast het Masterplan is tevens een woonvisie opgesteld.

In de woonvisie is de volgende tekst opgenomen:

Bij een min of meer gelijkblijvende bevolking zal de groep ouderen in de komende jaren sterk toenemen. Dit impliceert dat zij een relatief groter beroep doen op woonruimte. Ouder worden brengt veelal de noodzaak tot verhuizen naar een gelijkvloerse woning met zich mee. Doordat de groep ouderen door de vergrijzing toeneemt zal de behoefte aan appartementen en zorgwoningen ook toenemen. Uit een landelijk onderzoek is gebleken dat de voorkeur van ouderen met name uitgaat naar gelijkvloerse woningen, met minimaal 2 slaapkamers . Deze gelijkvloerse woning kan zowel een (grondgebonden) seniorenwoning als een appartement met lift zijn. Het oppervlak van de woning moet minimaal 76-100 m2. Comfort is voor ouderen erg belangrijk.

Beoogde appartementen voldoen aan de genoemde eisen uit de woonvisie.

5.4 Conclusie

De voorgenomen planontwikkeling past binnen de beleidskaders van het rijk, de provincie en de gemeente.

Hoofdstuk 6 Haalbaarheidsonderzoeken

6.1 Bedrijven en milieuzonering

Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieuhygiënische aspecten wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Onder milieuzonering wordt verstaan een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds milieubelastende bedrijven of inrichtingen en anderzijds milieugevoelige gebieden zoals woonwijken.

Geluibelasting door inrichting "De Harmonie"

In en om het projectgebied is één milieubelastend bedrijf, horecabedrijf "de Harmonie" (Groenloseweg 60) gevestigd dat een belemmering kan vormen voor de ontwikkeling van woningen.

Het te verbouwen pand, Groenloseweg 63, ligt op 17 m afstand van de grens van de Harmonie en op 23 m afstand van de feestzaal van de Harmonie (zie , pag.3). In de feestzaal wordt muziek ten gehore gebracht met hoge geluidniveau's.

De inrichtting dient te voldoen aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit. Deze grenswaarden gelden op de gevels van de woningen. Onderzocht dient te worden of de grenswaarden op de gevels van het te verbouwen pand niet worden overschreden in geval dat in de huidige situatie aan de grenswaarden wordt voldaan. In dat geval zou de inrichting worden beperkt in zijn bedrijfsvoering na de verbouw van het pand Groenloseweg 63.

Maatgevende woning

In de huidige toestand dient de inrichting aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit te voldoen. In casu is er sprake van een maatgevende woning. Indien op de maatgevende woning aan de grenswaarden wordt voldaan wordt ook op de andere woningen aan de grenswaarden voldaan. In dit geval ligt de maatgevende woning op 13 m uit de grens van de inrichting op de hoek van de Haitsma Mulierweg (zie , pag. 3) op de hoek van de Haitsma Mulierweg. Deze maatgevende woning ligt daarmee dichter bij de grens van de inrichting dan het te verbouwen pand. Daarbij ligt deze woning aanzienlijk dichter bij de feestzaal van de Harmonie, namelijk op 13 m terwijl, zoals opgemerkt, het te verbouwen pand zich bevindt op 23 m afstand van de feestzaal. Uit geluidsmetingen van 28 november 2009 is gebleken dat de geluidbelasting op de maatgevende woning aan de grenswaarden voldoet aldus mag geconludeerd worden dat ook op de gevels van het te verbouwen pand aan de eisen wordt voldaan.

Conclusie

De geluidbelasting op de gevels van het pand Groenloseweg 63 voldoet aan de grenswaarden en de inrichting, de Harmonie, wordt door onderhavige bestemmingswijziging niet in zijn bedrijfsvoering beperkt.

Zie bijlage 1 Akoestisch onderzoek (mbt Harmonie)

6.2 Bodem

Voor de realisatie van de twee appartementen vindt enkel een interne verbouwing plaats. De fundering en de ondergrond blijven ongewijzigd. Een onderzoek naar de kwaliteit van de bodem kan dan ook achterwege blijven.

6.3 Cultuurhistorie en archeologie

De aanwezige cultuurhistorische en archeologische waarden vormen een belangrijke drager van de kwaliteit van de leefomgeving. Om deze kwaliteit te kunnen behouden zal het behoud van deze waarden bijdragen aan het behoud van deze kwaliteit.

Daar in voorliggend geval sprake is van een interne verbouwing en de grond aldus onaangeroerd zal blijven, is archeologisch onderzoek niet relevant.

6.4 Externe veiligheid

De doelstelling van het externe veiligheidsbeleid is het realiseren van een veilige woon- en leefomgeving door het beheersen van risico's van industriële activiteiten met opslag en transport van gevaarlijke stoffen. Het beleid is er op gericht te voorkomen dat te dicht bij gevoelige bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden.

Op basis van de risicokaart externe veiligheid van de gemeente Gelderland, geraadpleegd op 19 april 2010, blijkt dat op het gebied van externe veiligheid geen aspecten zijn die van invloed kunnen zijn op de ontwikkeling van het plangebied.

Rijkswaterstaat heeft een risico-atlas opgesteld voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. De atlas inventariseert onder meer de omvang van de risico's. Hierbij worden twee indicatoren gehanteerd; het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). In de risicoatlas worden geen wegen in de nabijheid van het projectgebied aangegeven, waar overschrijding van de risiconormen plaats vindt.

Uit de geraadpleegde gegevens blijkt dat er geen belemmeringen zijn in de nabijheid van het plangebied wat betreft externe veiligheid. Er zijn dan ook geen risico's te verwachten die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik van bijvoorbeeld opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Routes van gevaarlijke stoffen liggen niet in de nabijheid van Groenloseweg 63 en leggen daarom geen beperkingen op aan de directe omgeving.

6.5 Water

Voorzieningen voor afvoer van hemelwater zijn niet nodig gezien de omvang van het gebouw.

Voor wat betreft vuilwaterafvoer zal de huisriolering gescheiden aangelegd moeten worden. Dit zal geregeld worden in de bouwvergunning. Ook zal een nieuwe aansluitvergunning nodig zijn nu de lozingssituatie wordt wijzigd.

6.6 Geluid

Voor het aspect wegverkeerlawaai is op voorliggende locatie Groenloseweg 63, onderzoek gedaan naar de geluidbelasting door wegverkeer op de beoogde appartementen op de begane grond van het bestaande pand.

De appartementen liggen op een afstand van 7 meter uit het hart van de Groenloseweg. De appartementen zijn gelegen binnen de wettelijk vastgestelde geluidzone van de weg. Ook bevinden de appartementen zich op korte afstand van de Delistraat en de Haitsma Mulierweg. Deze wegen hebben geen geluidzone in de zin van de Wet Geluidhinder omdat hier de maximumsnelheid van de 30 km per uur is toegestaan.

Uit dit onderzoek zijn de volgende resultaten naar voren gekomen.

Op de gevel van het pand die grenst aan de Groenloseweg is de geluidbelasting 61 dB (na aftrek van 5 dB ex artikel 110 Wgh). Volgens de Wet geluidhinder is in beginsel op de gevel een geluidbelasting van maximaal 48 dB toegestaan. Het is echter mogelijk om onder bepaalde omstandigheden een hogere waarde vast te stellen. Zo moet eerst worden afgewogen of bronmaatregelen dan wel overdrachtsmaatregelen mogelijk zijn.

Omdat bronmaatregelen in voorliggend geval reeds zijn getroffen in de vorm van een stil wegdek en overdrachtsmaatregelen uit stedenbouwkundig oog punt ongewenst zijn kan voor de appartementen een hogere waarde in de zin van de Wet geluidhinder te worden aangevraagd.

Het ontwerpbesluit voor de aanvraag van genoemd hogere waarde zal tegelijkertijd met het ontwerpbestemmingsplan ter visie worden gelegd.

Bedoeld onderzoeksrapport is bijgevoegd. Zie Akoestisch onderzoek wegverkeerlawaai

6.7 Luchtkwaliteit

Voor gemeenten en provincies is bepaald dat de lokale luchtkwaliteit in kaart moeten worden gebracht wanneer de verwachting bestaat dat de grenzen voor luchtkwaliteit overschreden kunnen worden.

Voorliggend plan behelst de bouw van maximaal 2 woningen. Op grond van het "Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)" behoeft, nu het gaat om een gering aantal woningen, niet aan de Wet Luchtkwaliteit 2007 getoetst te worden. De toetsingsgrens ligt anno 2010 namelijk bij 1500 woningen.

6.8 Flora en Fauna

Op het perceel Groenloseweg 63 bevindt zich geen groen dat in de zin van de Flora- en faunawet relevant is.

Aan de zijde van de Groenloseweg staat een esdoorn die onderdeel is van de “groenaankleding” van de Groenloseweg. Nu het in deze enkel om een interne verbouwing gaat zal de boom behouden blijven en blijft de esdoorn onderdeel van de "groenaankleding" van de Groenloseweg.

Hoofdstuk 7 Economische Uitvoerbaarheid

De realisatie van de twee appartementen betreft een particulier initiatief. Initiatiefnemer heeft aangetoond dat er frinancieel geen beletselen zijn voor de uitvoerbaarheid van het plan. Er zijn voor de gemeente geen kosten aan verbonden.

Hoofdstuk 8 Vooroverleg

Op basis van artikel 3.1.1. van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plaats te vinden met besturen van betrokken gemeenten, waterschappen en met de diensten van provincie en Rijk.

De locatie Groenloseweg 63 ligt in de kom van Winterswijk. De Provincie heeft aangegeven dat zij, nu het om een puur lokale aangelegenheid gaat, geen oordeel zal uitbrengen. Dit geldt ook voor het Rijk; er zijn geen rijksbelangen in deze in het geding.

Bij voorliggende ontwikkeling zijn tevens geen belangen van betrokken gemeenten gemoeid.

Het Waterschap heeft voor dit plan geen advies uitgebracht omdat er geen wijzigingen in de waterhuishouding zullen worden aangebracht.

Bijlage 1 Akoestisch Onderzoek Wegverkeerlawaai

Bijlage 1 Akoestisch onderzoek wegverkeerlawaai

Bijlage 2 Akoestisch Onderzoek (Mbt Harmonie)

Bijlage 2 Akoestisch onderzoek (mbt Harmonie)