KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch Met Waarden
Artikel 4 Bos
Artikel 5 Recreatie
Artikel 6 Recreatie - Vakantie- En Conferentieoorden
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Artikel 8 Algemene Bouwregels
Artikel 9 Algemene Gebruiksregels
Artikel 10 Algemene Ontheffingsregels
Artikel 11 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 12 Algemene Procedureregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 13 Overgangsrecht
Artikel 14 Slotregel
Bijlagen Bij Regels
Bijlage 1 Plankaart
Hoofdstuk 1 Toelichting
1.1 Inleiding
1.2 Beslissing Van Gedeputeerde Staten D.d. 26 Oktober 2004
1.3 Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Van De Raad Van State D.d. 16 November 2005
1.4 Aanpassingen
1.5 Overige Aspecten
1.6 Kaartmateriaal
1.7 Overleg
1.8 Tervisielegging Ontwerp En Ingediende Zienswijzen
1.9 Gewijzigde Vaststelling
Bijlagen
Bijlage 1 Kaart
Bijlage 2 Kaart
Bijlage 3 Kaart
Bijlage 4 Natuurtoets
Bijlage 5 Reactie Prov. Op Natuurtoets
Bijlage 6 Taxatierapport
Bijlage 7 Verkennend Bodemonderzoek
Bijlage 8 Boscompensatie Overeenkomst
Bijlage 9 Besluit Monumentencommissie
Bijlage 10 Schets Boerderij Met Uitbreiding (Kamphuis)
Bijlage 11 Reactie Provincie Voorontwerp
Bijlage 12 Zienswijzenota
Bijlage 13 Transponeringstabel
Bijlage 14 Reactie Voorontwerp Waterschap
Bijlage 15 Bp 2004/2005 Toelichting
Bijlage 16 Bp 2004/2005 Voorschriften
Bijlage 17 Bp 2004/2005 Reactie Prov Bedrijfseconomisch Onderzoek
Bijlage 18 Bp 2004/2005 Bodemverkenningrapport
Bijlage 19 Bp 2004/2005 Status Van Het Vliegend Hert
Bijlage 20 Verklaring Omtrent Vrijwillige Aanplant
Bijlage 21 Privaatrechtelijke Overeenkomst

HUIZE VIERHOUTEN B.V.

Bestemmingsplan - gemeente Nunspeet

Vastgesteld op 03-05-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan HUIZE VIERHOUTEN B.V. van de gemeente Nunspeet;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0302.BP01036-vg02 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen.

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.6 bedrijfsmatige exploitatie:

het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer of exploitatie dat in zomerhuizen, chaletcaravans en/of kampeermiddelen - permanent wisselende - recreatieve (nacht-)verblijfsmogelijkheden worden geboden;

1.7 bedrijfswoning/beheerderswoning/dienstwoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slecht bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.8 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.9 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.10 bijgebouw:

een niet voor bewoning bestemd aangebouwd of vrijstaand gebouw, dat een gebruikseenheid vormt met en dienstbaar is aan de woning, zoals een garage, huishoudelijke bergruimte of hobbyruimte;

1.11 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.12 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.13 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.14 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.15 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.16 kampeermiddel:

1. een tent, een tentwagen, een kampeerauto en een caravan,

2. enig ander onderkomen en enig ander al of niet gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning vereist is,

een en ander voor zover de onder 1 en 2 bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel, werkzaam op de kampeerplaats, waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst;

1.17 kamphuis:

een gebouw, waarin op eenvoudige wijze gelegenheid bestaat tot recreatief nachtverblijf, niet zijnde een hotel, pension, zomerhuis of andere woning;

1.18 sex- of pornobedrijf:

een inrichting bestemd voor het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar sexuele handelingen worden verricht; onder sex en/of pornobedrijf wordt mede begrepen:

1. sexbioscoop:

Een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van film- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard;

2. sexclub:

een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar sexuele handelingen worden verricht;

3. sexautomaat:

een inrichting, bestemd voor het door middel van automaten doen plaatsvinden van film- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard;

4. sexwinkel:

een ruimte, bestemd voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van sexartikelen, waaronder begrepen pornografische lectuur en videobanden, aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker;

5. prostitutiebedrijf:

een ruimte, bestemd dan wel in gebruik voor het daarin uitoefenen van prostitutie, zijnde het tegen betaling hebben van sexuele omgang met anderen;

1.19 zomerhuis:

een gebouw uitsluitend bestemd om voor een persoon, gezin of andere groep van personen die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, tot recreatief verblijf te dienen;

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bebouwingspercentage:

het deel van het bouwvlak uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden;

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.6 peil:

voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de hoogte van de kruin van de weg;

voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw;

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch Met Waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd:

  1. a. voor akkerbouw, weidebouw, tuinbouw, kwekerij, pluimvee- en andere veehouderij;
  2. b. voor instandhouding van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke waarden, waaronder hier zijn begrepen geomorfologische, bodemkundige, landschapsvisuele en cultuur- historische waarden;

3.2 Bouwregels

3.3 Aanlegvergunning

Artikel 4 Bos

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. houtproduktie;
  2. b. instandhouding van bos ten behoeve van aldaar voorkomende natuurlijke en landschappelijke waarden;
  3. c. extensieve openlucht- recreatie.

4.2 Bouwregels

4.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 4.2, ten behoeve van het bouwen van:

  1. a. gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals houtloodsen en bergingen, waarvan:
    1. 1. de oppervlakte per gebouw niet meer dan 200 m² mag bedragen;
    2. 2. de goothoogte niet meer dan 3 m mag bedragen en de hoogte niet meer dan 6 m;
  2. b. brandwacht- uitkijktorens, waarvan de hoogte niet meer dan 35 m mag bedragen;
  3. c. afrasteringen, waarvan de hoogte niet meer dan 6 m mag bedragen.

4.4 Aanlegvergunning

Artikel 5 Recreatie

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. verblijfsrecreatie uitsluitend door middel van bedrijfsmatige exploitatie in zomerhuizen en kampeermiddelen,
  2. b. kamphuizen ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal kamphuizen",
  3. c. bij een en ander behorende voorzieningen,
  4. d. en ter plaatse bij de functieaanduiding Cultuurhistorische waarde voor het instandhouden en beschermen van de aanwezige cultuurhistorische waarden zoals die aan de bestaande bebouwing te onderkennen zijn.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

Een verboden gebruik als bedoeld in Artikel 9, is in ieder geval ook het gebruik van een zomerhuis voor permanente bewoning. Onder permanente bewoning wordt hier verstaan:

  1. a. gebruik als woning door een persoon, gezin of andere groep van personen, op een wijze die ingevolge de Wet Basisadministratie noopt tot inschrijving van de bewoner(s) in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Nunspeet, en/of
  2. b. het buiten het zomerseizoen (zomerseizoen van 15 maart t/m 31 oktober) in een kalenderjaar ter plaatse meer dan zeventig maal nachtverblijf houden, waarbij door betrokkene(n) niet aannemelijk is of kan worden gemaakt dat elders daadwerkelijk over een hoofdwoonverblijf wordt beschikt.

Artikel 6 Recreatie - Vakantie- En Conferentieoorden

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Vakantie en conferentieoorden' aangewezen gronden zijn bestemd voor vakantie- en conferentieoorden en vakantie-appartementencomplexen.

6.2 Bouwregels

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 8 Algemene Bouwregels

  1. a. bij een aanvraag voor een reguliere bouwvergunning voor het oprichten van een bouwwerk groter dan 100 m² dient de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld;
  2. b. indien uit het onder a. genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het vergunde bouwwerk zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning:
    1. 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
    2. 2. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    3. 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot bodemverstoring te laten begeleiden door een erkend archeoloog;
    4. 4. de verplichting om na beëindiging van de werken en werkzaamheden een verslag uit te brengen waaruit blijkt op welke wijze met de archeologische waarden is omgegaan.

Artikel 9 Algemene Gebruiksregels

9.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de in het plan begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan deze gronden gegeven bestemming en met het in of krachtens het plan ten aanzien van het gebruik van deze gronden en bouwwerken bepaalde.

9.2 Vormen van verboden gebruik

Onder verboden gebruik als bedoeld in lid 9.1 wordt in elk geval verstaan:

  1. a. onbebouwde gronden als stand- of ligplaats van onderkomens, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
  2. b. onbebouwde gronden als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten, tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden;
  3. c. bebouwde en onbebouwde gronden als sex- en/of pornobedrijf.

9.3 Ontheffing

Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde in lid 9.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

Artikel 10 Algemene Ontheffingsregels

10.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van deze regels:

  1. a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes, telefooncellen en transformatorhuisjes, uitgezonderd verkooppunten van motorbrandstoffen, waarvan de goothoogte niet meer dan 3 m en de oppervlakte niet meer dan 25 m² mag bedragen;
  2. b. voor afwijkingen van eisen, gesteld ten aanzien van maten en percentages, mits deze afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten en percentages;
  3. c. ten behoeve van het bouwen van antennemasten en waarschuwings- en alarmeringssystemen tot een hoogte van 20 m;
  4. d. voor zover afwijking ten aanzien van grens of richting van wegen en waterlopen en ligging van bebouwings- en bestemmingsgrenzen en grenzen van bouwpercelen noodzakelijk is ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijking ten opzichte van hetgeen op de aanduiding is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen.

10.2 Uitzondering

Een ontheffing als bedoeld in lid 10.1 kan niet worden verleend, indien enig aangrenzend terrein of aangrenzende bebouwing in een toestand wordt gebracht, die strijdig is met het plan en/of indien op enig aangrenzend terrein de verwerkelijking van het plan wordt belemmerd en dit niet door het stellen van voorwaarden aan de ontheffing kan worden voorkomen.

Artikel 11 Algemene Wijzigingsregels

11.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd binnen de volgende grenzen het plan te wijzigen indien en voor zover dringende redenen, die na het ter inzage leggen van het plan te hunner kennis zijn gekomen, hiertoe aanleiding geven en voor zover zulks het belang van een goede ruiimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt:

het wijzigen van bestemmings- en bebouwingsgrenzen zodanig, dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken bestemmings- en bebouwingsvlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot.

11.2 Procedure bij wijziging

Bij het wijzigen wordt de procedure gevolgd die is vervat in artikel 12.

Artikel 12 Algemene Procedureregels

12.1 Ontwerpbesluit

  1. a. Het ontwerpbesluit tot wijziging of verlening van ontheffing ligt met bijbehorende stukken, zoals bouw- en situatietekeningen en ingewonnen adviezen, gedurende veertien dagen voor eenieder ter inzage, en wel in het geval het ontwerpbesluit voortvloeit uit een daartoe strekkend verzoek, binnen twee maanden na ontvangst van dat verzoek;
  2. b. De kennisgeving wordt gepubliceerd in een dag-of nieuwsblad;
  3. c. De kennisgeving houdt mededeling in van de bevoegdheid van belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk bezwaren tegen het ontwerpbesluit in te dienen bij burgemeester en wethouders.

12.2 Besluit

  1. a. Burgemeester en wethouders nemen binnen een maand na afloop van de termijn van terinzagelegging als bedoeld in 12.1 een besluit omtrent wijziging of verlening van ontheffing. Zij kunnen het besluit omtrent wijziging eenmaal voor ten hoogste een maand verdagen;
  2. b. Het besluit omvat de beslissing van burgemeester en wethouders omtrent tegen het ontwerpbesluit ingediende bezwaren. Het besluit is met redenen omkleed;
  3. c. Burgemeester en wethouders stellen degene, die het verzoek heeft ingediend en hen, die bezwaren hebben ingediend, onverwijld schriftelijk in kennis van hun besluit.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 13 Overgangsrecht

13.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

13.2 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van lid 13.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 13.1 met maximaal 10%.

13.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Lid 13.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

13.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en . dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

13.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 13.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

13.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 13.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

13.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Lid 13.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 14 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan HUIZE VIERHOUTEN B.V.

Bijlagen Bij Regels

Bijlage 1 Plankaart

Hoofdstuk 1 Toelichting

1.1 Inleiding

In maart 2004 heeft de gemeenteraad van Nunspeet vastgesteld het bestemmingsplan Buitengebied (Zandhul-de Driehoek). Dit bestemmingsplan regelde de uitbreiding van recreatiebedrijf Huize Vierhouten B.V. te Vierhouten. Het recreatiebedrijf omvat 2 campings: Zandhul en de Driehoek en een groepsaccommodatie: Huize Vierhouten. Tevens maken 5 vergunde en als zodanig bestemde zomerhuizen onderdeel uit van het recreatiebedrijf. De verschillende onderdelen vormen samen een bedrijfseconomische eenheid. De eigendom van de terreinen is in één hand en de de exploitatie vindt plaats door één rechtspersoon. De diverse onderdelen hebben momenteel een oppervlakte van ca. 4,5 ha, waarvan ca. 3,5 ha een verblijfsrecreatieve bestemming heeft.

Het bestemmingsplan kende een lange voorgeschiedenis, omdat het onder meer beoogde de omissies re repareren, die in het KB van 16 mei 1994 en de uitspraak van de Raad van State van 16 augustus 2000 aan het licht zijn gekomen en die betrekking hadden op eerdere bestemmingsplannen die mede tot doel hadden een goede planologische regeling voor het bedrijf te treffen.

Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben bij besluit van 26 oktober 2004, nr. RE2004.36206, besloten over de goedkeuring van het bestemmingsplan. Gedeputeerde Staten hebben het bestemmingsplan gedeeltelijk goedgekeurd. Tegen dit besluit hebben recreatiebedrijf Huize Vierhouten B.V.,vertegenwoordigd door de heer mr. E.M.H. von Baumhauer en de gemeente Nunspeet beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Afdeling heeft de ingestelde beroepen gegrond verklaard en het besluit van Gedeputeerde Staten gedeeltelijk vernietigd en daarvoor in de plaats bepaald dat aan het gehele bestemmingsplan goedkeuring is onthouden.

Uit het besluit omtrent goedkeuring van het bestemmingsplan door Gedeputeerde Staten bleek dat de provincie in principe in kon stemmen met de voorgenomen uitbreiding van het recreatiebedrijf. Op een aantal formele punten moest de onderbouwing van de uitbreiding en het noodzakelijke onderzoek worden verbeterd. Voorliggend bestemmingsplan voorziet hierin. Allereerst zal hieronder worden ingegaan op de de overwegingen van Gedeputeerde Staten en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarbij dan conclusies worden getrokken over hetgeen noodzakelijkerwijs aangepast of gerepareerd moet worden in dit bestemmingsplan. Daarna zal aangegeven worden op welke onderdelen het plan is aangepast, rekening houdend met de thans geldende wet- en regelgeving, en zal aangegeven worden welke nieuwe feiten en omstandigheden zich hebben voorgedaan nadat er beslist was over het bestemmingsplan.

Het voorliggend bestemmingsplan dient te worden gezien als een bestemmingsplan ex artikel 30 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Het borduurt voort op het bestemmingsplan Buitengebied (Zandhul-de Driehoek), zoals dat in maart 2004 werd vastgesteld door de gemeenteraad. De eerder genoemde lange voorgeschiedenis is beschreven in dat bestemmingsplan en wordt hier niet herhaald omdat daarmee het verhaal onoverzichtelijk zou worden. De inhoud van de toelichting van dat bestemmingsplanis echter wel als bijlagen bij het voorliggende bestemmingsplan opgenomen en maakt daarmee onderdeel uit van dit plan. In het kader van het groei-krimpbeleid voor de verblijfsrecreatie op de Veluwe dient dit plan te worden gezien als een pijplijn-plan, mede gelet op de lange voorgeschiedenis. Dit is gebeurd in overleg met en toestemming van de provincie. Dit betekent dat het plan niet behandeld wordt als een groeiplan in het kader van het groei-krimpbeleid maar als een plan dat reeds onder vigeur van het oude streekplan in procedure is gebracht. Deze herziening is weliswaar nog een uitvloeisel van artikel 30 van de oude WRO, doch wordt op grond van het overgangsrecht (zie artikel 9.1.4 tweede lid van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening en artikel 8.1.3 Besluit ruimtelijke ordening) als bestemmingsplan in de zin van de nieuwe Wro verder in procedure gebracht onder de naam Buitengebied (Huize Vierhouten b.v.) om te benadrukken dat er sprake is van één recreatiebedrijf.

1.2 Beslissing Van Gedeputeerde Staten D.d. 26 Oktober 2004

Ecologische afweging

Onder de ecologische afweging wordt verstaan de toets aan de Vogel- en Habitatrichtlijn en de ontheffing op grond van de Flora – en Faunawet. Gedeputeerde Staten hebben overwogen dat de Veluwe in 2000 is aangewezen als speciale beschermingszone op grond van de Vogelrichtlijn en in 2003 aangemeld op grond van de Habitatrichtlijn. Voor de te legaliseren, reeds bestaande situatie, hoeft geen nader onderzoek plaats te vinden omdat deze situatie er reeds was voordat de Veluwe was aangewezen c.q. aangemeld als speciale beschermingszone. Ten aanzien van de nieuwe uitbreidingen werd geconcludeerd dat de toets aan de Vogel- en Habitatrichtlijn niet c.q. onvolledig had plaatsgevonden. De toets die wel heeft plaatsgevonden heeft zich beperkt tot het Vliegend Hert terwijl de Veluwe in het kader van de Vogelrichtlijn is aangewezen vanwege het voorkomen van verschillende vogelsoorten en was aangemeld op grond van de Habitatrichtlijn in verband met het voorkomen van een groot aantal habitattypen en soorten en niet alleen het Vliegend Hert.

Gedeputeerde Staten concludeerden dat de toets aan de Vogel- en Habitatrichtlijn niet c.q. onvoldoende heeft plaatsgevonden en dat daarom goedkeuring onthouden moest worden aan de bestemming “Verblijfsrecreatie” voor zover het “nieuwe” uitbreidingen betreft.

Daarnaast hebben Gedeputeerde Staten overwogen dat het niet duidelijk was hoe groot de uitbreiding van het recreatiebedrijf precies was en welke gedeelten van die uitbreiding als legalisatie moesten worden aangemerkt.

Uitbreiding voormalige boerderij Elspeterbosweg 61

Gedeputeerde Staten hechten grote waarde aan instandhouding van het cultuurhistorisch erfgoed waaronder begrepen het archeologische erfgoed, (archeologische) monumenten, landschappelijke elementen en structuren. Het streekplan Gelderland van 1996 kende daar omtrent duidelijke beleidsuitspraken. Het bestemmingsplan maakte het mogelijk dat de voormalige boerderij zou worden uitgebreid met een vleugel waardoor de oppervlakte van de boerderij zou worden vergroot van 135 m2 naar 315 m2. Het op dit punt door Gedeputeerde Staten afgekeurde bestemmingsplan kende geen voorschriften die de bescherming van de cultuurhistorische waarden van de boerderij waarborgden. De voorgestelde uitbreiding met een vleugel zou ernstig afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarde.

Gedeputeerde Staten concludeerden dat de gemeenteraad bij de vaststelling van het plan onvoldoende rekening had gehouden met de cultuurhistorische waarde van de boerderij en onthielden daarom goedkeuring aan de betreffende bestemming.

Uitbreiding Huize Vierhouten, Elspeterbosweg 63

Dit gebouw werd door Gedeputeerde Staten eveneens als cultuurhistorisch waardevol aangemerkt. Door de aanduiding op de plankaart kon Huize Vierhouten ook worden vergroot tot 40% van het bebouwingsvlak. Uitbreiding behoort tot de mogelijkheden, aldus Gedeputeerde Staten, mits dit de waarden van het pand niet aantast. Het bestemmingsplan kende geen voorschriften die de bescherming van deze cultuurhistorische waarde waarborgden. Gedeputeerde Staten onthielden daarom ook goedkeuring aan de bestemming voor Huize Vierhouten.

Bestemming tot Verblijfsrecreatie van houtopstand op detailblad 2, dat behoorde bij het afgekeurde plan

In het bestemmingsplan was voorzien in een uitbreiding van de verblijfsrecreatieve bestemming op het perceel ten zuidoosten van de voormalige boerderij. Op deze uitbreidingslocatie bevindt zich een zeer waardevol en onvervangbaar bosje. Het toestaan van een uitbreiding van de bestemming Verblijfsrecreatie zou leiden tot aanzienlijke schade aan landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden.

Gedeputeerde Staten onthielden daarom, naast hetgeen al overwogen was bij het eerdergenoemde aspect 'ecologische afweging', goedkeuring aan de bestemming Verblijfsrecreatie voor het perceel westelijk van perceel kadastraal bekend 1450, op detailblad 2.

Overeenkomst boscompensatie

Gedeputeerde Staten concludeerden dat in de gesloten overeenkomst tussen de gemeente en Huize Vierhouten B.V. de voorwaarde was opgenomen dat het bestemmingsplan onherroepelijke rechtskracht verkreeg. Aangezien het niet uitgesloten werd geacht dat enkele onderdelen van het plan uiteindelijk niet onherroepelijk zouden worden zou dit betekenen dat de boscompensatie niet voldoende gewaarborgd zou zijn.

Gedeputeerde Staten onthielden daarom goedkeuring aan die onderdelen van het plan die samenhangen met de compensatieplicht. Dit zijn de gronden met de bestemming Verblijfsrecreatie voorzover deze betreffen de uitbreidingen en de gronden met de bestemming Bos met meervoudige doelstelling.

Bedrijfswoning

Gedeputeerde Staten concludeerden dat het bestemmingsplan de mogelijkheid bood om twee bedrijfswoningen op te richten, één binnen de bestemming Verblijfsrecreatie (Zandhul) en één binnen de bestemming Vakantie- en conferentieoorden. Het toestaan van een tweede bedrijfswoning was niet nader onderbouwd en de gemeente had ook aangegeven dat het niet de bedoeling was om een tweede bedrijfswoning toe te staan. In haar planbeoordeling geven Gedeputeerde Staten vervolgens aan te overwegen goedkeuring te onthouden aan de aanduiding '1' in de matrix op plankaart BG-139, zijnde het toegelaten aantal dienstwoningen binnen de bestemming Verblijfsrecreatie (Zandhul).

In het dictum omtrent de goedkeuring is deze overweging echter niet terug te vinden, zodat het er voor moet worden gehouden dat de voorschriften omtrent de bedrijfswoning(en) zijn goedgekeurd.

1.3 Uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak Van De Raad Van State D.d. 16 November 2005

Zoals in par. 1.1. aangegeven is beroep ingesteld tegen de beslissing van Gedeputeerde Staten door recreatiebedrijf Huize Vierhouten B.V.,vertegenwoordigd door de heer mr. E.M.H. von Baumhauer en de gemeente Nunspeet. Door Huize Vierhouten B.V. werd (kort samengevat) gesteld dat Gedeputeerde Staten goedkeuring hadden moeten verlenen aan het plan omdat het plan het resultaat is van een juiste afweging van de betrokken belangen. Het enige punt waarop Huize Vierhouten B.V. het niet eens was met het besluit van de gemeenteraad betrof de inhoudsmaat van de zomerhuisjes. Vervolgens werd gesteld dat wanneer de Afdeling tot de conclusie kwam dat Gedeputeerde Staten toch terecht goedkeuring hadden onthouden aan eerdergenoemde plandelen dat Gedeputeerde Staten dan ten onrechte goedkeuring hadden verleend aan de overige plandelen met de bestemming Verblijfsrecreatie, omdat vanwege het hoge compromiskarakter van de in het plan neergelegde regeling voor het recreatiebedrijf het plan in zijn geheel opnieuw moest worden bezien. De gemeente had eveneens beroep ingesteld op dit laatste punt omdat de gedeeltelijke goedkeuring leidde tot een vermindering van exploitatiemogelijkheden voor Huize Vierhouten B.V. ten opzichte van het vorige plan, waardoor hij ten onrechte in zijn bedrijfsvoering werd beperkt.

De Afdeling heeft geoordeeld dat de overwegingen omtrent het gedeeltelijk onthouden van goedkeuring grotendeels in stand konden blijven. Op een drietal punten is het van belang om het oordeel van de Afdeling nader te bezien omdat deze moeten worden betrokken bij het voorliggende plan.

  1. 1. uitbreiding Huize Vierhouten

De Afdeling heeft overwogen dat Gedeputeerde Staten op onjuiste gronden hebben aangenomen dat Huize Vierhouten cultuurhistorische waarde heeft. Gedeputeerde Staten stelden dat dit bleek uit een advies van de provinciale onderafdeling Cultuurhistorie, maar dit advies bevond zich niet bij de stukken. Daarentegen overwoog de Afdeling wel dat er niet gebleken was van concrete plannen tot uitbreiding en dat Gedeputeerde Staten zich in redelijkheid op het standpunt konden stellen dat het plan onder deze omstandigheden te veel uitbreidingsmogelijkheden bood.

  1. 2. goedkeuring overige plandelen met de bestemming Verblijfsrecreatie

De Afdeling heeft overwogen, en daarbij de redenering van de gemeente volgend, dat Gedeputeerde Staten door aan de uitbreiding goedkeuring te onthouden, maar aan de overige gronden, met inbegrip van de daarvoor geldende beperking van het aantal kampeermiddelen per hectare, goedkeuring te verlenen Huize Vierhouten B.V. onevenredig in haar belangen heeft getroffen. De gedeeltelijke goedkeuring van het plan strookte dan ook niet met de aard en inhoud van het plan zoals dit door de gemeenteraad was vastgesteld en was daarmee in strijd met het bepaalde in artikel 10;29, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  1. 3. Maximale inhoudsmaat recreatiewoningen

De Afdeling heeft overwogen dat de gemeenteraad de vrijheid toekwam een kleinere inhoud van de zomerhuizen toe te kennen dan die volgens het Streekplan is toegestaan. Echter Gedeputeerde Staten hadden niet voorbij mogen gaan aan het feit dat voor een viertal zomerhuizen bouwvergunningen waren verleend waarin een grotere inhoudsmaat is vergund dan volgens het bestemmingsplan was toegestaan. Door het nieuwe bestemmingsplan werden deze zomerhuizen onder het overgangsrecht gebracht terwijl daarvoor in beginsel alleen maar plaats is indien aannemelijk is dat de bebouwing binnen de planperiode verdwijnt. Gedeputeerde Staten hadden, volgens de Afdeling, miskend dat de gemeenteraad had dienen te onderzoeken of het niet overeenkomstig de vergunde situatie bestemmen van de zomerhuizen met een ruimere inhoudsmaat in overeenstemming was met een goede ruimtelijke onderbouwing.

1.4 Aanpassingen

Ecologische afweging

Ecologisch adviesbureau Schenkeveld te Culemborg heeft een rapportage opgesteld waarbij de opdracht luidde de geheel nieuwe gebieden te onderzoeken (bijlage 4) conform de eisen van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Dus de gebieden waar sprake is van legalisatie konden buiten beschouwing blijven zoals Gedeputeerde Staten al hadden overwogen. Desondanks is het gehele gebied, dat bij de thans aan de orde zijnde planherziening is betrokken, onderzocht.

Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR)

De conclusie van de toetsing aan het initiatief aan de VHR is positief. Het project heeft geen negatief effect op de habitattypen, broedvogels en andere diersoorten, waarvoor de SBZ Veluwe is aangewezen (in het kader van de Vogelrichtlijn) of aangemeld (in het kader van de Habitatrichtlijn). Met gerichte maatregelen is de situatie voor het Vliegend Hert zelfs te verbeteren.

Flora- en Faunawet

Het project heeft geen gevolgen voor streng (categorie 3) beschermde dieren en planten. Op het terrein betreft dit das, boommarter, vleermuizen. Omdat de recreatiedruk gelijk blijft zullen deze op dezelfde manier gebruik blijven maken van het gebied als voorheen (in lage dichtheid foeragerend). Het project heeft ook geen gevolgen voor de gunstige staat van instandhouding van de categorie 2 beschermde diersoorten van het gebied, te weten het edelhert en eekhoorn. Er zal dus geen ontheffing hoeven te worden aangevraagd. Om zeker te zijn geldt wel als voorwaarde dat de bomen buiten het broedseizoen (15 maart- 15 juli) gekapt worden. Verder is het belangrijk dat er bij de herinrichting van het gebied rekening gehouden wordt met kerkuil en roodborstapuit. Verder worden een aantal maatregelen voorgesteld die niet noodzakelijk zijn maar wel de natuurwaarde van het terrein zelfs doen toenemen. Huize Vierhouten B.V. heeft ingestemd met maatregelen in die richting.

De door bureau Schenkeveld opgestelde rapportage is ter beoordeling opgestuurd naar de provinciale diensten in juli 2006. In een brief van 26 januari 2007 (bijlage 5) reageert de provincie op de rapportage. De provincie kan instemmen met de conclusies van de rapportage, maar constateert dat aan twee punten nog nader aandacht besteed moet worden. Dit betreft de locatie en compensatie van de te kappen bomen en de locatie van recreatiewoning “e”.

Locatie en compensatie van de te kappen bomen

Uit de rapportage blijkt er maximaal 15 jonge Fijnspar gekapt wordt. Deze bomen zijn gelokaliseerd zoals aangeduid op kaart 3 behorend bij de plantoelichting. Het betreft bomen op een oppervlakte van ca. 150 m². Deze oppervlakte zal mede gecompenseerd worden als onderdeel van het totaal aan boscompensatie.

locatie van recreatiewoning “e”

De provincie heeft geconstateerd dat er sprake is van een wijziging ten opzichte van het eerdere plan. Er is nu een zomerhuisje gedacht binnen het boscompensatiegebied 2. Dit zomerhuisje dient ter vervanging van het zomerhuisje dat in het eerdere plan was gedacht op de bestemming Verblijfsrecreatie van de houtopstand op detailblad 2. Gelet op de grote natuurwaarden van dit bosje heeft Huize Vierhouten B.V. besloten af te zien van de bouw van een zomerhuis op deze locatie. Hiervoor dient wel compensatie plaats te vinden, te meer omdat deze locatie een meer dan gemiddelde bijdrage aan de rendementsverbetering van Huize Vierhouten B.V. zou opleveren (zie ook hierna).

De provinciale diensten merken op dat het tijdens het bestemmingsplan Buitengebied (Zandhul-de Driehoek) bereikte evenwicht tussen uitbreiding en compensatie mogelijk wordt verstoord door deze nieuwe locatie voor een zomerhuis. De diensten geven in overweging dat het situeren van recreatiewoning “e” binnen een in het plan Buitengebied (Zandhul-de Driehoek) tot Verblijfsrecreatie bestemd gebied de voorkeur verdient. Gegeven de ruime opzet van het recreatieterrein wordt dit mogelijk geacht. Over de keuze voor de locatie van zomerhuis “e” en de gevolgen hiervan voor het evenwicht tussen uitbreiding en compensatie wordt hierna ingegaan.

Uitbreiding voormalige boerderij, Elspeterbosweg 61

Na de beslissing van Gedeputeerde Staten en de uitspraak van de Afdeling heeft overleg plaatsgevonden met de vertegenwoordiger van Huize Vierhouten B.V., de heer Von Baumhauer. Dit heeft er in geresulteerd dat de heer Von Baumhauer er mee in heeft gestemd dat onderzocht zou worden in hoeverre de voormalige boerderij cultuurhistorische waarde heeft. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden en heeft er inmiddels toe geleid dat de boerderij is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst. Daarmee is de bescherming van het pand geregeld en behoeft het bestemmingsplan hier niet meer in te voorzien.

Met vertegenwoordigers van de provincie en het Gelders Genootschap is, lopende de aanwijzingsprocedure tot gemeentelijk monument, onderzocht op welke wijze verantwoord kon worden gekomen tot een uitbreiding van de boerderij zonder de cultuurhistorische waarde geweld aan te doen. Dit heeft geleid tot een principe-opzet waarmee de geïntegreerde welstands- en monumentencommissie kan instemmen (zie bijlage 10). Er is gezocht naar een situatie waarbij en het monument wordt beschermd en een uitbreiding met respect voor het monumentale karakter kan worden gerealiseerd.

Uitbreiding Huize Vierhouten, Elspeterbosweg 63

Ook omtrent de uitbreiding van Huize Vierhouten heeft overleg plaatsgevonden. De heer Von Baumhauer heeft aangegeven dringend behoefte te hebben deze groepsaccommodatie aan te passen aan de eisen van deze tijd, hetgeen betekent dat de uitbreiding (op de begane grond) nodig is om de accommodatie te voorzien van adequate sanitaire- en keukenvoorzieningen en voorzieningen voor gehandicapten. Deze uitbreiding (aan de achterzijde) zou volgens de vertegenwoordiger van de provincie geen probleem zijn in relatie tot de vermeende cultuurhistorische waarde van het pand. Er is bouwvergunning verleend voor het uitbreiden van Huize Vierhouten met 41 m2. Dit besluit is inmiddels onherroepelijk. Daarmee zijn de bouwmogelijkheden op de betreffende locatie volledig benut. De gemeente heeft ter zake van het pand Elspeterbosweg 63 gepoogd een status "gemeentelijk monument"te bereiken. De sector bestuursrecht van de Rechtbank Zutphen heeft de gemeentelijke besluitvorming ter zake echter vernietigd. De betreffende uitspraak heeft inmiddels formele rechtskracht verkregen.

Bestemming tot Verblijfsrecreatie van houtopstand op detailblad 2, dat behoorde bij het afgekeurd plan

Zoals hiervoor vermeld heeft Huize Vierhouten B.V. besloten vooralsnog af te zien van de bouw van een zomerwoning op deze locatie, hetgeen ook betekent dat de verblijfsrecreatieve bestemming op dit bosje vervalt en de oude bestemming, Houtopstanden, gehandhaafd blijft. Door het vervallen van de mogelijkheid om hier een zomerwoning te bouwen dient dit gecompenseerd te worden. Nu juist deze locatie, vanwege zijn ligging, een meer dan gemiddelde bijdrage aan de rendementsverbetering van Huize Vierhouten B.V. kon opleveren en rendementsverbetering één van de uitgangspunten blijft voor de onderhavige bestemmingsplanherziening dient de compensatie, aldus Huize Vierhouten B.V. plaats te vinden door het aanwijzen van een tweetal nieuwe locaties voor zomerhuizen. Eén zomerwoning is gedacht op de plek waar nu een bouwvergunning is verleend voor het bij het zwembad behorende badhok. De verleende bouwvergunning voor dit badhok kan dan worden ingetrokken. De andere zomerwoning is gedacht op een locatie aansluitend bij bestaande of te leggen recreatieve bestemmingen, de eerdergenoemde locatie ”e”, gesitueerd ten noorden van de het pand Elspeterbosweg 61 dat voor het overige in het bestemmingsplan de bestemming 'Bos met meervoudige doelstelling' krijgt.

Van Huize Vierhouten B.V. is een financiële onderbouwing gevraagd, in die zin dat aangetoond moest worden dat uit rendementsoogpunt het afzien van de locatie op de bestemming Houtopstand betekent dat er twee alternatieve mogelijkheden noodzakelijk zijn om hetzelfde rendement te bereiken. Hiertoe is een rapportage opgesteld door makelaardij Van de Loosdrecht B.V. (bijlage 6 ). De gemeente kan zich verenigen met de inhoud van dit rapport. De gemeente stemt ook in met de voorgestelde alternatieve locaties. Eén zomerhuis op de plaats van het badhok is akkoord omdat daarmee bereikt wordt dat de bouwvergunning voor het badhok kan worden ingetrokken. De locatie sluit ook prima aan bij de bestaande verblijfsrecreatieve bestemming. Dit geldt evenzeer voor locatie “e”. Het plaatsen van een zomerhuis op de bestaande camping, dus ergens tussen de aanwezige kampeermiddelen, zoals voorgesteld door de provinciale diensten, lijkt in theorie mogelijk maar doet geweld aan de extensieve opzet van de camping. Dit is juist één van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste kwaliteit van het recreatiebedrijf. Uitgangspunt in de opzet van het recreatiebedrijf is dat de zomerhuizen zijn gesitueerd aan de rand van het campingbedrijf. Ook doet de gekozen locatie “e” geen geweld aan het bereikte evenwicht tussen compensatie en uitbreiding zoals de provinciale diensten veronderstelden. Dit zal hieronder verder verduidelijkt worden.

Omvang en overeenkomst boscompensatie

Ingevolge de provinciale richtlijn compensatie bos en natuur dient waar bos en/of natuur verdwijnt compensatie plaats te vinden. In het vorige plan is uiteengezet dat een groot gedeelte van de uitbreiding van het recreatiebedrijf betrekking heeft op oude landbouwgronden die in de tachtiger jaren geheel op vrijwillige basis zijn ingeplant. Er zou een boscompensatie nodig zijn van 1,2 ha. In het vorige plan was ook voorzien in boscompensatie met een dergelijke omvang.

Een deel van de te leggen recreatieve bestemming betreft gronden die thans een agrarische bestemming hebben. Deze vallen buiten de boscompensatieregeling. Voor het overige betreft het omzetten van gronden met de bestemming Bos met meervoudige doelstelling naar een recreatieve bestemming. Uitgangspunt is dat wat thans een bestemming Bos met meervoudige doelstelling heeft en recreatief wordt bestemd, in het kader van de boscompensatieregeling in principe met een factor 1,2 moet worden gecompenseerd. Deze compensatie is naar ons oordeel overigens in formele zin niet noodzakelijk indien het gaat om gebieden met de bestemming Bos met meervoudige doelstelling die feitelijk al recreatief worden gebruikt terwijl dat recreatieve gebruik onder de beschermende werking van het overgangsrecht van het vigerende bestemmingsplan valt. Bij gelegenheid van een planherziening zit er, indien er geen voornemen bestaat bedoeld gebruik binnen de komende planperiode te laten beëindigen, dan niet veel anders op dan dit gebruik positief te bestemmen.

In het voorliggende plan worden percelen die thans de bestemming Bos met meervoudige doestelling hebben tot een oppervlakte van 10.370 m2 voorzien van een recreatieve bestemming. Van deze oppervlakte is 8.070 m2 al sinds jaar en dag recreatief in gebruik. En is compensatie wat dat betreft dus niet aan de orde. Deze is in ieder geval wel aan de orde voor een gebied groot 3.120 m2. Daar dient nog aan toegevoegd worden de eerdergenoemde 150 m² voor het kappen van 15 bomen.

Met Huize Vierhouten B.V. is overeengekomen dat een boscompensatieovereenkomst wordt gesloten voor 3.924 m². Huize Vierhouten is echter voornemens om gronden die in eigendom zijn en thans nog een agrarische bestemming hebben tot een oppervlakte van 13.695 m2 in te planten met bomen en middels de voorliggende planherziening te voorzien van een bestemming Bos met meervoudige doelstelling. De reden voor deze bijzonder ruime compensatieregeling is dat het ten eerste niet meer voor de hand ligt dat de vigerende agrarische bestemming nog zal worden gerealiseerd en ten tweede dat er aan gehecht wordt aan te sluiten bij de bestaande invulling van het naastliggende en aansluitende bosgebied richting Elspeet. Op de bij deze toelichting behorende kaart 3 – “kaart boscompensatie” is nader aangeduid welke locaties gecompenseerd moeten worden, waar de boscompensatie zal plaatsvinden en waar sprake zal zijn van vrijwillige aanplant. In deze overeenkomst ( zie bijlage 8) is tevens een aantal afspraken vastgelegd over de verwezelijking van de aanbevelingen uit de natuurtoets (bijlage 4)

Maatvoering recreatiewoningen

In het bestemmingsplan Buitengebied (Zandhul-de Driehoek) bedroeg de maximale inhoud van een recreatiewoning 245 m3, inclusief een inpandige berging van 21 m3. De oppervlakte van een recreatiewoning mocht niet meer bedragen dan 70 m2, inclusief een inpandige berging van 6 m2. De gemeenteraad heeft daarbij vastgehouden aan het generieke beleid voor maatvoering van recreatiewoningen ondanks de zienswijze van Huize Vierhouten B.V. hieromtrent. Nu dient echter een nieuwe afweging gemaakt te worden waarbij de overwegingen van de Afdeling betrokken dienen te worden.

Het streekplan 2005 staat een maximale inhoud van 300 m3 toe voor recreatiewoningen. Gelet op het extensieve karakter van het recreatiebedrijf, waardoor er sprake is van een toegevoegde waarde voor de regio, valt te billijken dat voor de recreatiewoningen deze maximale inhoudsmaat wordt toegestaan. Het vasthouden aan de 245 m3 inhoudsmaat is niet reëel meer, nu de hedendaagse behoefte aan meer comfort en gemak er toe leidt dat de inhoud van recreatiewoningen toeneemt. In dat kader zal ook overwogen worden of het generieke beleid voor recreatiewoningen herzien moet worden. Bij de integrale herziening van het bestemmingsplan Buitengebied komt dit aan de orde. Voor de reeds aanwezige recreatiewoningen die groter zijn dan 300 m3 zal, gelet op de overwegingen van de Afdeling, in de voorschriften worden bepaald dat deze mogen blijven staan, maar dat bij volledige herbouw de omvang teruggebracht moet worden tot maximaal 300 m3.

Tot zover de voorgestelde aanpassingen. Hierna zal, voor zover nodig, nog ingegaan worden op een aantal aspecten.

1.5 Overige Aspecten

1.5.1 Verkeer/Infrastructuur

In de toelichting van het vorige bestemmingsplan is aandacht besteed aan aspecten van verkeer en vervoer en het mobiliteitseffect. Deze tekst blijft van toepassing. Aanvullend kan nog worden opgemerkt dat doordat de recreatiedruk nauwelijks wijzigt, omdat het aantal kampeerplaatsen per hectare wordt teruggebracht, het aantal verkeersbewegingen ook niet significant toeneemt.

1.5.2 Bodem

In de toelichting van het vorige bestemmingsplan is aandacht besteed aan het bodemonderzoek. Deze tekst blijft van toepassing. In aanvulling hierop is in december 2008 is een verkennend bodemonderzoek ingesteld op de verschillende deellocaties waar tengevolge van dit bestemmingsplan nieuwe bouwmogelijkheden zullen ontstaan (bijlage 7). Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er geen bijzonderheden zijn waargenomen die duiden op het voorkomen van een mogelijke bodemverontreiniging, die verwezenlijking van het bestemmingsplan in de weg staan.

1.5.3 Geluid

In de toelichting van het vorige bestemmingsplan is aandacht besteed aan de mate van geluidsproductie en de ligging van de dienstwoning ten opzichte van de omliggende wegen. Deze tekst blijft van toepassing.

1.5.4 Luchtkwaliteit

In het Besluit luchtkwaliteit van 20 juni 2005 (hierna te noemen: het Besluit) is bepaald dat bestuursorganen bij de uitoefening van bevoegdheden die gevolgen voor de luchtkwaliteit ten aanzien van stikstofdioxide kunnen hebben, behoudens voor zover de betrokken wettelijke regeling zich daartegen verzet, de volgende grenswaarden voor stikstofdioxide in acht nemen:

a. 200 microgram per m3 als uurgemiddelde concentratie, waarbij geldt dat deze maximaal

achttien maal per kalenderjaar mag worden overschreden;

b. 40 microgram per m3 als jaargemiddelde concentratie, uiterlijk op 1 januari 2010.

In artikel 13 van het Besluit luchtkwaliteit is bepaald dat bestuursorganen bij de uitoefening van bevoegdheden die gevolgen voor de luchtkwaliteit ten aanzien van zwevende deeltjes (PM10) kunnen hebben, behoudens voor zover de betrokken wettelijke regeling zich daartegen verzet, de volgende grenswaarden voor zwevende deeltjes in acht nemen:

a. tot 1 januari 2005, 125 microgram per m3 als jaargemiddelde concentratie;

b. tot 1 januari 2005, 250 microgram per m3 als 24 uurgemiddelde concentratie, waarbij geldt

dat deze maximaal achttien maal per kalenderjaar mag worden overschreden;

c. uiterlijk met ingang van 1 januari 2005, 40 microgram per m3 als jaargemiddelde concentra-

tie;

d. uiterlijk met ingang van 1 januari 2005, 50 microgram per m3 als 24-uurgemiddelde concen-

tratie, waarbij geldt dat deze maximaal 35 maal per kalenderjaar mag worden overschreden.

De voorgenomen herziening van het bestemmingsplan heeft geen betrekking op het realiseren van een nieuwe gevoelige functie. Ten gevolge van de bestemmingsplanherziening zal er geen verslechtering van de luchtkwaliteit optreden. De enige functies die in de directe omgeving van invloed op de luchtkwaliteit kunnen zijn, zijn de omliggende wegen. Deze wegen zijn niet significant van invloed. Er is dan ook geen sprake van een verwachte en significant relevante invloed op de luchtkwaliteit. Ook in de directe omgeving zijn geen andere factoren aanwezig die van invloed kunnen zijn op de luchtkwaliteit. De conclusie is dan ook dat de normen van het Besluit ten gevolge van de ruimtelijke ingreep niet zullen worden overschreden.

1.5.5 Water

Het plangebied ligt in het landelijk gebied. Daar het om legalisatie en uitbreiding van een verblijfsrecreatieve bestemming gaat heeft het plan nauwelijks gevolgen voor en door het (grond)water in de omgeving. Er zal geen verslechtering van de wateromstandigheden optreden. De oppervlakte van het verharde deel zal door de bestemmingswijzigingen niet significant toe- of afnemen waardoor infiltratie van het hemelwater kan blijven plaatsvinden. De locatie bevindt zich tevens niet binnen enige Keurzone of binnen aangewezen locaties voor waterberging zoals deze staan weergegeven in het Streekplan.

Grondwater

Het plangebied ligt in een redelijk hoog gelegen gebied. Het betreft een gebied met grondwatertrap VI. Dit houdt in dat het gemiddeld hoogste grondwaterpeil tussen de 40 en 80 cm onder het maaiveld ligt en het gemiddeld laagste grondwaterpeil meer dan 120 cm onder het maaiveld ligt. Er is in en om het gebied geen grondwateroverlast bekend. Doordat rechtstreeks ter plaatse zowel ondergronds als bovengronds kan worden geïnfiltreerd, zal het grondwater naar verwachting en ten opzichte van de huidige situatie geen overlast veroorzaken. Hierdoor zal het plan 'grondwaterneutraal' worden ontwikkeld.

Oppervlaktewater

In de directe omgeving van het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Naar aanleiding van dit plan zal geen extra oppervlaktewater (in verbinding staand met het oppervlaktewatersysteem) gecreëerd worden. Ook zal er niet geloosd worden op het oppervlaktewater.

Natuur

Binnen en nabij het projectgebied komt geen waterafhankelijke natuur voor. Het perceel is ook niet gelegen in de 15 meter bufferzone die behoort bij het HEN-waterbeleid.

DWA en RWA

In het Gemeentelijk Afkoppel Plan is het beleid bepaald dat er geen afvoer van hemelwater door aansluiting op de riolering plaats zal vinden. Het hemelwater binnen het plangebied wordt dientengevolge niet afgevoerd naar de riolering maar ter plaatse boven- of ondergronds geïnfiltreerd.

Conclusie

Het gaat in dit plan om legalisatie en uitbreiding van de functie verblijfsrecreatie in het landelijk gebied. Het perceel valt buiten de Keurzones, het betreft geen HEN-water inclusief beschermingszone, er gaat niet geloosd worden op oppervlaktewater en het perceel valt buiten de zoekgebieden voor waterberging. Omdat het hier ook geen landgoed, weg(en), spoorlijn(en), Tracéwet, damwand(en), scherm(en), ontgrondingen et cetera betreft, valt het onder de “postzegelplannen” zoals Waterschap Veluwe deze vanuit het oogpunt van de watertoets heeft gedefinieerd. Dit betekent dat voor dit plan het “standaard wateradvies” geldt. Er zijn geen afwijkingen die beargumenteerd moeten worden in deze waterparagraaf.

1.5.6 Externe veiligheid

Bij de bestemmingsplanherziening is er geen sprake van vestiging van een (brand)gevaarlijke functie. Ook in de directe omgeving zijn geen (brand) gevaarlijke bedrijven gevestigd.

1.5.7 Flora en Fauna

Zoals hierboven al aangegeven is er nader onderzoek verricht in het kader van de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet (toen nog Vogel- en Habitatrichtlijn). Verwezen wordt naar de Natuurtoets.

1.5.8 Archeologie

In de toelichting van het vorige bestemmingsplan is aandacht besteed aan het aspect cultuurhistorie. Deze tekst blijft van toepassing.

In aanvulling hierop wordt het volgende opgemerkt Het bestemmingsplangebied wordt bodemkundig gekarakteriseerd als dikke eerdgrond en heeft mede daardoor een hoge archeologische verwachtingswaarde. Door bemesting van akkers met potstalmest (heideplaggen vermengd met schapenstront) kwam het maaiveld steeds hoger te liggen. Dat is een proces dat al in de Middeleeuwen begint. Deze akkergronden worden enken genoemd en kunnen een dikte hebben van meer dan 1 meter. Dat is de reden dat onder dikke eerdgronden archeologische waarden in het algemeen nog goed geconserveerd zijn. Weliswaar is het oorspronkelijke, prehistorische maaiveld omgeploegd met de eerste keer ploegen, de diepere sporen daarentgen zijn vaak nog aanwezig. In de nabije omgeving van het plangebied ligt een aantal beschermde grafheuvels. Deze liggen net buiten de bodemkundig eenheid dikke eerdgrond. Het vermoeden bestaat dat er ook binnen het bestemmingsplangebied meerdere grafheuvels hebben gelegen, maar dat deze door het gebruik van het land als akker al in de Middeleeuwen geslecht zijn. De kans op het aantreffen van begravingen is niet uit te sluiten. Daarnaast kunnen nederzettingssporen uit de prehistorie aan te treffen zijn. In dat geval zou het gaan om paalsporen, afvalkuilen en haardkuilen. Op de historische kaart van De Man (1806) is de agrarische enclave “Vierholte” met zijn enk prachtig zichtbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01036-vg02_0001.jpg"

In het kader van de bestemmingsplanprocedure is geen nader archeologisch onderzoek nodig.

Op het moment dat bouwvergunning wordt gevraagd voor een bouwwerk dat groter is dan 100 m² dient bij de aanvraag een rapport te worden overgelegd waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. Daartoe worden in artikel 6 van de planvoorschriften specifieke eisen gesteld. Indien nodig kunnenn aan de bouwvergunning voorwaarden worden verbonden om de archeologische waarden te beschermen.

1.5.9 Economische uitvoerbaarheid

Voor de gemeente heeft deze partiële herziening geen financiële gevolgen.

1.6 Kaartmateriaal

Vanwege de langdurige geschiedenis van dit plan en de complexiteit ervan is aan deze toelichting een drietal kaarten toegevoegd ter verduidelijking.

Kaart

Op deze kaart zijn de huidige bestemmingen van de betrokken plangebieden weergegeven. Het gaat om twee vigerende bestemmingsplannen. Gedeeltelijk is namelijk nog het oude bestemmingsplan Buitengebied uit 1967 van toepassing. Dit betreft het gebied rondom het Grote Huis en het gebied rondom de voormalige boerderij. Bij de goedkeuring van het bestemmingsplan Buitengebied 1990 is namelijk aan de toen gegeven bestemmingen goedkeuring onthouden. In de artikel 30 WRO-herziening van 1996 is dat wederom gebeurd en ook in het plan waarop deze onderhavige artikel 30 WRO-herziening plaatsvindt is er goedkeuring onthouden.

Kaart

Op kaart 2 is een overzicht gegeven van de gronden die thans een Verblijfsrecreatieve bestemming hebben. Daarnaast is aangegeven op welke gronden een uitbreiding van de Verblijfsrecreatieve bestemming plaatsvindt waarbij het onderscheid is gemaakt tussen te legaliseren uitbreiding en nieuwe uitbreiding.

Kaart

Op kaart 3 is aangegeven voor welke gronden boscompensatie moet plaatsvinden. Dit betreft dus gronden die als nieuwe uitbreiding worden aangemerkt en waar thans een bestemming Bos met meervoudige doelstelling geldt. Op deze kaart is ook aangegeven op welke gronden de boscompensatie gaat plaatsvinden en op welke percelen op vrijwillige basis aanplant zal plaatsvinden.

1.7 Overleg

In het kader van het vooroverleg ex artikel 10 BRO 1985 hebben de betrokken diensten van de provincie per brief van 25 november 2008 nr 2007-023052 gereageerd op het voorontwerp bestemmingsplan (bijlage 11). Zij hebben daarbij de volgende opmerkingen gemaakt:

a. geadviseerd is om van zowel huize Vierhouten (Elspeterbosweg 63) alsook de boerderij (Elspeterbosweg 61) de cultuurhistorische waarde te waarborgen door deze objecten op de plankaart te voorzien van de aanduiding “gemeentelijk monument” (in ieder geval voor de boerderij die hiertoe reeds is aangewezen) .

b. de diensten stemmen er mee in dat voor het pand Elspeterbosweg 63 (huize Vierhouten) een maximaal bebouwingspercentage van 25% wordt opgenomen, dat overeenkomt met de oppervlakte van de bestaande c.q. vergunde bebouwing.

c. de diensten geven aan dat zij kunnen instemmen met het gestelde onder artikel 49, lid 2 onder c van de voorschriften, dat de 4 recreatiebungalows die ten tijde van de terinzagelegging aanwezig zijn en een grotere inhoudmaat hebben dan 300 m3 mogen blijven staan, maar bij volledige herbouw naar een omvang van 300 m3 teruggebracht moeten worden.

Het betreft De schaapskooi (320 m3 - bestaand), de grote schuur (320 m3- bestaand), het Bongershuisje (420 m3 - vergund maar alleen fundering aanwezig) en 't Hul (385 m3 – vergund maar nog niet gerealiseerd).

d. Er moet een nieuwe boscompensatie overeenkomst worden gesloten, waarin duidelijk is aangegeven hoe de compensatie gestalte zal krijgen. Ook moet in deze overeenkomst de rechtsopvolging geregeld zijn.

e. is er is bodemonderzoek en onderzoek naar de archeologische waarden vereist voor alle nieuwe locaties waar nieuwe bebouwing kan worden opgericht.

De diensten adviseren het bestemmingsplan, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen verder in procedure te brengen.

gemeentelijke reactie:

ad a. De cultuurhistorische waarde wordt niet gewaarborgd door het aanbrengen van de genoemde aanduiding op de kaart, doch door het feit dat de panden na afronding van de daarvoor geldende procedure op de gemeentelijke monumentenlijst worden geplaatst. Voor het pand Elspeterbosweg 61 is deze procedure afgerond en is de aanwijzing als gemeentelijk monument onherroepelijk geworden. Het pand Elspeterbosweg 63 is bij besluit van 17 december 2007 als gemeentelijk monument aangewezen, doch tegen de aanwijzing is na afronding van de procedure van bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank te Zutphen.

Ter verduidelijking van de status van het betreffende pand zal het pand Elspeterbosweg 61 als zodanig op de plankaart als gemeentelijk monument worden aangeduid.

Ad b. tekening BG – 155 (detailblad 1) wordt gewijzigd door het bouwblok weer zodanig te verruimen dat een bouwblok van 880 m² ontstaat. Daarin wordt het genoemde maximale bebouwingspercentage van 25 opgenomen. Dit komt overeen met de bebouwing die op het terrein aanwezig en vergund is, zijnde Huize Vierhouten, groot 154 m², de vergunde aanbouw, groot 41 m² en de schuur van 25 m² die zich ten zuiden van Huize Vierhouten binnen het bouwblok bevindt (gezamenlijk groot 220 m²).

Ad c. Voor kennisgeving aangenomen

Ad d. De uitwerking en ondertekening van de nieuwe overeenkomst zal plaatsvinden voordat de gemeenteraad het bestemmingsplan vaststelt.

Ad e. In december 2008 heeft aanvullend bodemonderzoek plaatsgevonden op de deellocaties waar op grond van dit bestemmingsplan nieuwe bouwmogelijkheden ontstaan. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er geen bijzonderheden zijn waargenomen die duiden op de aanwezigheid van mogelijke bodemverontreiniging. Het archeologisch onderzoek is afgerond en de resultaten vormen geen belemmering voor het vaststellen en verwezenlijken van het bestemmingsplan.

Waterschap Veluwe

Bij brief van 18 maart 2009 (bijlage 14) heeft het Waterschap Veluwe te kennen gegeven dat het voorontwerpbestemmingsplan haar geen aanleiding geeft tot het maken van op en/of aanmerkingen.

1.8 Tervisielegging Ontwerp En Ingediende Zienswijzen

Het ontwerp bestemmingslan heeft van 3 juni 2009 tot en met 14 juli 2009 ter visie gelegen. Gedurende de termijn van tervisielegging zijn 9 zienswijzen ingediend. Voor de inhoud van de zienswijzen en de reactie daarop wordt verwezen naar de zienswijzennota die als bijlage 12 aan deze toelichting is toegevoegd.

De ingediende zienswijzen geven aanleiding het bestemmingsplan op onderdelen gewijzigd vast te stellen. Kotheidshalve wordt vewezen naar de transponeringstabel die als bijlage 13 aan deze toelichting is toegevoegd.

1.9 Gewijzigde Vaststelling

Bijlagen

Bijlage 1 Kaart

Bijlage 2 Kaart

Bijlage 3 Kaart

Bijlage 4 Natuurtoets

Bijlage 5 Reactie Prov. Op Natuurtoets

Bijlage 6 Taxatierapport

Bijlage 7 Verkennend Bodemonderzoek

Bijlage 8 Boscompensatie Overeenkomst

Bijlage 9 Besluit Monumentencommissie

Bijlage 10 Schets Boerderij Met Uitbreiding (Kamphuis)

Bijlage 11 Reactie Provincie Voorontwerp

Bijlage 12 Zienswijzenota

Bijlage 13 Transponeringstabel

Bijlage 14 Reactie Voorontwerp Waterschap

Bijlage 15 Bp 2004/2005 Toelichting

Bijlage 16 Bp 2004/2005 Voorschriften

Bijlage 17 Bp 2004/2005 Reactie Prov Bedrijfseconomisch Onderzoek

Bijlage 18 Bp 2004/2005 Bodemverkenningrapport

Bijlage 19 Bp 2004/2005 Status Van Het Vliegend Hert

Bijlage 20 Verklaring Omtrent Vrijwillige Aanplant

Bijlage 21 Privaatrechtelijke Overeenkomst