KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze Van Meten
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bos
Artikel 4 Groen
Artikel 5 Maatschappelijk
Artikel 6 Tuin
Artikel 7 Verkeer
Artikel 8 Water
Artikel 9 Wonen
Artikel 10 Leiding - Gas
Artikel 11 Waarde - Archeologie 2
Artikel 12 Waarde - Archeologie 3
Hoofdstuk 3 Algemene Regels
Artikel 13 Anti-dubbeltelregel
Artikel 14 Algemene Bouwregels
Artikel 15 Algemene Gebruiksregels
Artikel 16 Algemene Aanduidingsregels
Artikel 17 Algemene Afwijkingsregels
Artikel 18 Algemene Wijzigingsregels
Artikel 19 Overige Regels
Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels
Artikel 20 Overgangsrecht
Artikel 21 Slotregel
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding Voor Het Bestemmingsplan
1.2 Begrenzing Van Het Plangebied
1.3 Besluitvorming Voordat Het Plan Voor Het Ontwerpbestemmingsplan Werd Ingediend
1.4 Vigerende Bestemmingsplannen
1.5 Ligging Plangebied
1.6 Paraplubestemmingsplannen
1.7 Voorbereidingsbesluiten
1.8 Opbouw Bestemmingsplan
1.9 Juridische Procedures Ten Behoeve Van Het Bestemmingsplan
1.10 Omgevingsvergunning Voor Het Afwijken Van Het Bestemmingsplan Voor De Huisvesting Van Arbeidsmigranten
1.11 Omgevingsvergunning Voor De Verbouwing, Restauratie- En De Uitbreiding Van Het Landhuis De Grote Bunte
1.12 Leeswijzer
Hoofdstuk 2 Beleidskader
2.1 Rijksbeleid
2.2 Provinciaal Beleid
2.3 Gemeentelijk Beleid
2.4 Conclusie Beleid
Hoofdstuk 3 Het Initiatief / Het Plan
3.1 Huidige Situatie
3.2 Het Nieuwe Inrichtingsplan Voor De Herontwikkeling Van Het Landgoed De Grote Bunte
3.3 Ontwerp
3.4 Nood- En Hulpdiensten
3.5 Materialen
3.6 Trace Kabels En Leidingen
3.7 Waterhuishouding
3.8 Bostuin
3.9 Entree Landgoed - Solitairen In De Weide
3.10 Versterken Bosrand - Bomen
3.11 Versterken Bosrand - Bosplantsoen
3.12 Te Kappen Bomen En Beplantingen
3.13 Beplanting - Toekomstige Bomen
3.14 Beeldkwaliteit
3.15 Vergunning Verleend D.d. 19 April 2022 Voor Het Plan Voor De Verbouwing, Restauratie En Uitbreiding Van Het Landhuis De Grote Bunte
Hoofdstuk 4 Cultuurhistorie En Archeologie
4.1 Cultuurhistorie
4.2 Archeologie
Hoofdstuk 5 Milieukundige En Planologische Aspecten
5.1 Milieu
5.2 Watertoets / Waterparagraaf
5.3 Ecologie
5.4 Stikstofonderzoek
5.5 Bomen Effect Analyse
5.6 Verkeersonderzoek
5.7 Parkeren
5.8 Bezonningsonderzoek
5.9 Beheerplan Landgoed De Grote Bunte
Hoofdstuk 6 Juridische Planbeschrijving
6.1 Algemeen
6.2 Verbeelding
6.3 Planregels
6.4 Wijze Van Bestemmen
6.5 Bijlagen Bij De Regels
Hoofdstuk 7 Economische Uitvoerbaarheid En Grondexploitatie
7.1 Economische Uitvoerbaarheid
7.2 Grondexploitatie / Exploitatieplan
7.3 Economische Uitvoerbaarheid. Conclusies
Hoofdstuk 8 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid Van Het Plan
8.1 Algemeen
8.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
8.3 Bekendmaking / Mededeling Ex Artikel 1.3.1 Bro
8.4 Verslag Vooroverleg Ex Artikel 3.1.1 Bro
8.5 Verslag Inspraak Ex Artikel 3.1.6, Lid E Bro
8.6 Verslag Zienswijzen
Bijlagen Bij De Toelichting
Bijlage 1 Principeverzoek Aanpassing Bestemmingsplan T.b.v. Duurzame Ontwikkeling Van Landgoed De Grote Bunte D.d. 12 Juni 2018
Bijlage 2 Participatieverslag. Herontwikkeling De Grote Bunte 2020
Bijlage 3 Cbre Thuismakers Rapport Demographic And Competition Analysis Onderzoek Behoefte Aan Woon-zorgvoorziening Voor Dementerende Ouderen D.d. 11.11.2021
Bijlage 4 Bouwhistorische Verkenning Met Waardestelling. Restauratie En Verbouwing Voormalig Landhuis De Grote Bunte Te Nunspeet D.d. Januari 2019
Bijlage 5 Cultuurhistorische Parkanalyse Landgoed De Grote Bunte B4o Landschapsarchitectuur Stedebouw Recreatieontwikkeling D.d. 2 Maart 2019
Bijlage 6 Tuinhistorisch Onderzoek De Grote Bunte Van Adviesburo Groene Monumenten D.d. April 2020
Bijlage 7 Advies Bosbeheer Buiting Natuur, Landschap: De Grote Bunte, Van Het Adviesbureau Buiting Advies Natuur Landschap, Spankeren D.d. Juli 2022
Bijlage 8 Bomen Effect Analyse Landgoed De Grote Bunte Conditiekaart, Boomadvies Nederland, D.d. 20 Januari 2021
Bijlage 9 Bomen Effect Analyse Landgoed De Grote Bunte Kaart Projectinvloeden, Boomadvies Nederland D.d. 27 Januari 2021
Bijlage 10 De Grote Bunte, Boom Effect Analyse (Bea) Tabel Boomgegevens, Boomadvies Nederland B.v., D.d. Januari 2021
Bijlage 11 Bomen Effect Analyse Inmeting Van De Bomen Landgoed De Grote Bunte. Tekening Nr. 3 Uitzetgegevens. Geobalans Landmeetkunde Amsterdam
Bijlage 12 Baljon Landschapsarchitecten, Definitief - Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte D.d. 26 Juli 2024, Boekwerk, Inclusief Kaartmateriaal, Kaart 1 T/m 7
Bijlage 13 Beheerplan Landgoed De Grote Bunte, Bureau Buiting Juli 2024, Versie 8 Augustus 2024
Bijlage 14 Weging Van Het Waterbelang De Grote Bunte Versie 2.0 Aveco De Bondt D.d. 03 September 2024
Bijlage 15 Beeldkwaliteitplan Met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Definitief D.d. 26 Juli 2024
Bijlage 16 Verkennend Milieukundig Bodemonderzoek Volgens Nen 57740+a1 Grote Bunteweg 11 Te Nunspeet 21-m9692 D.d. 31 Maart 2021
Bijlage 17 Verkennend Milieukundig Bodemonderzoek En Verkennend Onderzoek Asbest In Puin Grote Bunteweg 11 Te Nunspeet D.d. 24 Januari 2022
Bijlage 18 Archeologisch Vooronderzoek: Een Inventariserend Veldonderzoek Plangebied Landgoed De Grote Bunte Te Nunspeet. Raap-rapport 4971 D.d. 2 Februari 2021, Met Addendum D.d. 29 Mei 2024
Bijlage 19 Programma Van Eisen. Archeologische Opgraving. Variant Archeologische Begeleiding. Plangebied De Grote Bunte", Rapport Raap 21-11-2022
Bijlage 20 Vormvrije M.e.r.-beoordeling Project De Grote Bunte Te Nunspeet D.d. 25 Juli 2024
Bijlage 21 Duurzaamheid Op De Grote Bunte. Notitie Van November 2023
Bijlage 22 Verkeerskundig Onderzoek. Landgoed De Grote Bunte Te Nunspeet. Bonotraffics D.d. 7 April 2022
Bijlage 23 Verkennend Onderzoek (Quickscan) Flora En Fauna Wet Natuurbescherming Grote Bunteweg 11 Te Nunspeet. Gras Advies D.d. 16 Maart 2021
Bijlage 24 Aanvullend Onderzoek. Ecologie. Huismus, Ransuil, Boomvalk, Eekhoorn, Vleermuizen, Boommarter, En Kleine Marterachtigen. Alcedo Natuurprojecten Definitief D.d. 29 Januari 2022
Bijlage 25 Memo. Ecologische Check Als Oplegger Bij Rapportage Aanvullend Onderzoek Diverse Soorten Landgoed De Grote Bunte In 2021", Alcedo Natuurprojecten D.d. 26 Januari 2022
Bijlage 26 Besluit Verlenen Ontheffing Wet Natuurbescherming - Soortbescherming D.d. 13 Juni 2024
Bijlage 27 Ontheffingsaanvraag Wet Natuurbescherming Beschermde Soorten Wnb Aanvraag D.d. 13 Juli 2022
Bijlage 28 Ontheffingsaanvraag Wnb Activiteitenplan De Interimecoloog 12 Juli 2022
Bijlage 29 Stikstofonderzoek Plan De Grote Bunte, Zorg, Kantoor, En Woningen Gras Advies (Projectcode P01196), Versie V5., D.d. 30 November 2023
Bijlage 30 Studie Bezonning Nieuwbouw Zorggebouw Op Landgoed De Grote Bunte Te Nunspeet D.d. Oktober 2021
Bijlage 31 Externe Veiligheid Grote Bunte Nunspeet. Onderzoek T.b.v. Bestemmingsplan 02/definitief Royal Haskoningdhv D.d. 13 December 2021
Bijlage 32 Advies Externe Veiligheid Regionale Brandweer Veiligheidsregio Noord- En Oost-gelderland D.d. 08-09-2023
Bijlage 33 Toets Bedrijven En Milieuzonering. Definitief. Royalhaskoningdhv D.d. 23 December 2021
Bijlage 34 Akoestisch Onderzoek, Actualisatie, Landgoed De Grote Bunte, Bureau Goudappel D.d. 24 Juli 2024
Bijlage 35 Besluit Hogere Grenswaarden Wet Geluidhinder (Wgh) D.d. 3 September 2024 (Vast Te Stellen)
Bijlage 36 Luchtkwaliteitsonderzoek Landgoed De Grote Bunte, Bureau Goudappel D.d. 20 November 2023
Bijlage 37 Omgevingsvergunning 19 April 2022 Voor Het Realiseren Van Een Woonzorgvoorziening + Algemene Ruimten
Bijlage 38 Rapport M.b.t. Een Goede Ruimtelijke Ordening Verbouw-, Restauratie- En Uitbreidingsplan Landhuis De Grote Bunte D.d. 11 Maart 2022
Bijlage 39 Bijlagen Bij Het Rapport M.b.t. Een Goede Ruimtelijke Ordening Voor De Verbouw-, Restauratie-, En Uitbreidingsplan Van Het Landhuis De Grote Bunte D.d. 11 Maart 2022
Bijlage 40 Bijlage (Aanvullend) Bij Rapport M.b.t. Een Goede Ruimtelijke Ordening D.d. 11 Maart 2022. Stikstofonderzoek D.d. 1 Mei 2023 P.01196 Adviesbureau Gras
Bijlage 41 Bijlage Aanvullend Onderzoek Rapportage Stikstofberekening Gras Projectcode P01196 Versie V5 D.d. 30 November 2023
Bijlage 42 Uitspraak Rechtbank Gelderland D.d. 1 Mei 2024 Zaaknummer Arn 23 / 4239 Waboa 496
Bijlage 43 Ontwerpbesluit Verlenen Ontheffing Wet Natuurbescherming Provincie Gelderland D.d. 13 April 2023
Bijlage 44 Besluit Verlenen Ontheffing Wet Natuurbescherming - Soortbescherming Provincie Gelderland D.d. 13 Juni 2024
Bijlage 45 Nader Milieukundig Bodemonderzoek En Verkennend Onderzoek Asbest In Grond En Puin Grote Bunteweg 11 Te Nunspeet D.d. 18 Juli 2024
Bijlage 46 Advies De Grote Bunte, Duifhuizen Boomadviesbureau 242180 D.d. 1 Augustus 2024
Bijlage 47 Kaart Met Afstanden T.o.v. Woningen Indieners Van De Zienswijzen
Bijlage 48 Uitspraak Rechtbank Gelderland D.d. 1 Mei 2024, Zaaknummer Arn 22/4189 Waboa 496 Huisvesten Arbeidsmigranten De Grote Bunte
Bijlage 49 Bodemonderzoek Tekening Van Het Ontbrekende Deel Van Het Onderzoeksgebied
Bijlage 50 Besluit Over Het Principeverzoek Door Het College Van B&w D.d. 09-06-2020 En Advies Van De Raadscommissie Ruimte En Wonen D.d. 30-06-2020
Bijlage 51 Startmemo Water- En Inrichtingsplan Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte, Nunspeet Baljon Landschapsarchitecten D.d. 2 December 2022
Vaststellingsbesluit
Bijlage 1 Programma Van Eisen. Archeologische Opgraving. Variant Archeologische Begeleiding, Plangebied De Grote Bunte. Rapport Raap 20 November 2022
Bijlage 2 Definitief Ontwerp-inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte, Baljon Landschapsarchitecten, Boekwerk Met 7 Kaartbijlagen D.d. 26 Juli 2024
Bijlage 3 Beheerplan Landgoed De Grote Bunte, Buiting Advies D.d. Juli 2024 (Versie 8 Augustus 2024)
Bijlage 4 Weging Van Het Waterbelang De Grote Bunte Te Nunspeet, Versie 2.0 Aveco De Bondt D.d. 03 September 2024
Bijlage 5 Beeldkwaliteitplan Met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Definitief D.d. 26 Juli 2024
Bijlage 6 Besluit Vaststelling Hogere Grenswaarden 23 Oktober 2024
Bijlage 7 Nota Zienswijzen 28 Augustus 2024 (Geannonimiseerd)
Bijlage 8 Addendum Op De Nota Zienswijzen 15 Oktober 2024 (Geannonimiseerd)
Bijlage 9 Nota Wijzigingen I.v.m. Zienswijzen En Nota Ambtelijke Wijzigingen
Bijlage 10 Verbeelding

HERONTWIKKELING LANDGOED DE GROTE BUNTE - CHW

Bestemmingsplan - gemeente Nunspeet

Vastgesteld op 24-10-2024 - vastgesteld

Hoofdstuk 1 Inleidende Regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan HERONTWIKKELING LANDGOED DE GROTE BUNTE - CHW met identificatienummer NL.IMRO.0302.BP01192-vg02 van de gemeente Nunspeet;

1.2 aan huis gebonden beroep:

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, of hiermee gelijk te stellen gebied, uitgezonderd prostitutie, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend door de gebruiker, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. De oppervlakte dat hiervoor gebruikt wordt is maximaal 40% van het oppervlakte van de woning tot een maximum van 50 m2. Detailhandel is niet toegestaan en reclame-uitingen alléén na een vergunning;

Onder een aan huis gebonden beroep wordt tevens verstaan:

  • een kleinschalige bedrijf zoals deze gevoerd wordt door een elektricien, loodgieter of schilder en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bedrijf en waarbij een kleine voorraad van kleine producten en / of grondstoffen inpandig aanwezig is en waarbij, beperkt en incidenteel, werkzaamheden worden uitgevoerd;
  • een internetwinkel type A1 en A2;

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 achtererfgebied:

erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;

1.6 ander bouwwerk

een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

1.7 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.8 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.9 bebouwingspercentage:

de oppervlakte van de bebouwing binnen een bouwvlak, of binnen een bestemmingsvlak indien daarbinnen geen bouwvlak voorkomt, uitgedrukt in een percentage van de oppervlakte van dat vlak;

1.10 bed & breakfast

een bedrijfsmatige voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als toeristisch-recreatieve activiteit, welke bedrijfsmatige voorziening ondergeschikt is aan de hoofdbestemming;

1.11 bedrijfswoning/dienstwoning:

een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bestemd voor één persoon, gezin of andere groep van personen, van wie huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is;

1.12 bedrijf:

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.13 bedrijfsmatig

gericht op het behalen van winst;

1.14 beganegrondverdieping

de eerste bouwlaag;

1.15 beheerplan

een door het college of raad vastgesteld plan voor het beheer van bomen;

1.16 bestaand:

  1. a. bij bouwwerken: bestaand en legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
  2. b. bij gebruik: bestaand op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;

1.17 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.18 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.19 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.20 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.21 Bomeneffect-analyse:

een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor een houtopstand, op basis van landelijke richtlijnen;

1.22 boomzonegebied:

een door de raad vastgesteld gebied met een bosachtig karakter binnen de bebouwde kom(men) zoals aangegeven op de bij de Bomenverordening 2021 [en diens rechtsopvolgers] van de gemeente Nunspeet behorende kaarten (bijlage 1 bij de Bomenverordening 2021 [en diens rechtsopvolgers]), waar afwijkende regels zijn gesteld voor het vellen van bomen;

1.23 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.24 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.25 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.26 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.27 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.28 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.29 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.30 college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet;

1.31 dak:

iedere bovenbeëindiging boven de goothoogte van een bouwwerk;

1.32 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.33 dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten behoeve van bedrijven en/of personen, waaronder zijn begrepen internetcafés, kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een sexinrichting;

1.34 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;

1.35 evenement

een verplaatsbare, voor het publiek toegankelijke, georganiseerde gebeurtenis, (openlucht-)manifestatie, (thema-)dag of week;

1.36 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.37 gebruiken:

het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

1.38 hoofdgebouw:

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.39 horeca:

een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.40 houtopstand:

één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg;

1.41 huishouden:

een zelfstandig(e) dan wel samenwonend persoon of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen, zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree;

1.42 internetwinkel:

een (bedrijfsmatige) dienst bestaande uit een keten van activiteiten gericht op het maken, onderhouden en exploiteren van een website met een afhaalcentrum *. Ondersteunend aan de website kan tevens een fysieke bezoekmogelijkheid aanwezig zijn gericht op het showen en informeren (et cetera) van klanten. Er wordt onderscheid gemaakt in 4 type internetwinkels:

A1. Zonder fysieke bezoekmogelijkheid op locatie. Indien een fysieke bezoekmogelijkheid elders aanwezig is dient deze aldaar passend bestemd te zijn. Dit geldt ook voor het elders aanwezige afhaalcentrum;

A2. Zonder fysieke bezoekmogelijkheid en met een afhaalcentrum. Indien een fysieke bezoekmogelijkheid elders aanwezig is dient deze aldaar passend bestemd te zijn;

B1. Met fysieke bezoekmogelijkheid. Het afhaalcentrum is elders gevestigd en aldaar passend bestemd;

B2. Met fysieke bezoekmogelijkheid en met een afhaalcentrum.

*: Een locatie waar de consument uitsluitend via internethandel bestelde goederen kan afhalen of retourneren, waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop en/of overige activiteiten;

1.43 kap:

een dak dat loodrecht geprojecteerd voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;

1.44 lijst monumentale bomen:

een door de gemeenteraad vastgestelde lijst met daarop monumentale bomen;

1.45 maatschappelijke voorzieningen:

culturele, educatieve, medische, sociale, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

1.46 monumentale boom:

bijzondere beschermwaardige houtopstand, zoals een herdenkingsboom of een houtopstand met een bijzondere leeftijd, schoonheid- of zeldzaamheidswaarde of een bijzondere functie voor de omgeving en opgenomen in de Lijst Monumentale bomen als bedoeld in artikel 2 van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet;

1.47 nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;

1.48 ondergeschikte bouwdelen:

hieronder wordt verstaan plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;

1.49 overig bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.50 overkapping:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden, dan wel met ten hoogste één wand;

1.51 paardenbak:

een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk terrein met een andere ondergrond dan gras, kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen en berijden van paarden en pony's en/of het anderszins beoefenen van de paardensport, met of zonder de daarbij behorende voorzieningen;

1.52 pand:

de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;

1.53 peil:

  1. a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  2. b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  3. c. indien de onder a tot en met b genoemde peilen in het veld aanleiding geven tot onduidelijkheden, een door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen peil;

1.54 recreatief medegebruik:

vormen van recreatief gebruik van het agrarisch gebied en/of bossen en natuurterreinen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen;

1.55 recreatieve voorzieningen:

Bezigheden, tijdverdrijf of lichamelijke activiteiten die door mensen en dieren worden ondernomen met als enig doel de activiteit zelf, of ter ontspanning en vermaak;

1.56 sexinrichting:

een inrichting bestemd voor het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar sexuele handelingen worden verricht; onder sex en/of pornobedrijf wordt mede begrepen:

  1. a. sexbioscoop:

Een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van film- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard;

  1. b. sexclub:

een inrichting, bestemd voor het doen plaatsvinden van vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar sexuele handelingen worden verricht;

  1. c. sexautomaat:

een inrichting, bestemd voor het door middel van automaten doen plaatsvinden van film- en/of videovoorstellingen van erotische en/of pornografische aard;

  1. d. sexwinkel:

een ruimte, bestemd voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van sexartikelen, waaronder begrepen pornografische lectuur en videobanden, aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker;

  1. e. prostitutiebedrijf:

een ruimte, bestemd dan wel in gebruik voor het daarin uitoefenen van prostitutie, zijnde het tegen betaling hebben van sexuele omgang met anderen;

1.57 uitvoeren:

het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;

1.58 voorerfgebied:

erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied;

1.59 voorgevel:

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;

1.60 woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de zelfstandige huisvesting van een afzonderlijk huishouden;

1.61 zolder:

een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat direct onder de kap is gelegen en dat niet voor bewoning is bestemd.

Artikel 2 Wijze Van Meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 afstand tot de (zijdelingse) perceelgrens:

tussen de zijdelingse grens van het perceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.4 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.5 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.6 lengte, breedte en diepte van een gebouw:

tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren);

2.7 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.8 ondergeschikte bouwdelen

bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing gelaten. Luifels, balkons en overstekende daken worden buiten beschouwing gelaten mits de overschrijding niet meer dan 0,75 m bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bos

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. instandhouding en ontwikkeling van bos ten behoeve van aldaar voorkomende natuur- en landschapswaarden;
  2. b. natuur- en landschapsbeheer;
  3. c. behoud, herstel, en bescherming van houtopstanden;
  4. d. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
  5. e. recreatief medegebruik;
  6. f. parkeren op de plaats waar de gebiedsaanduiding 'parkeerterrein' op de verbeelding is aangegeven; waarbij een toegangsweg naar deze parkeerplaats via en vanaf de bestemming "Maatschappelijk" is toegestaan.

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en voorzieningen zoals bestaande paden, lichtmasten, technische installaties, en erf- en terreinafscheidingen.

3.2 Bouwregels

3.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. Het is verboden om op de gronden met de bestemming "Bos" tuinen aan te leggen of aan te doen leggen en/of deze gronden te gebruiken en/of te doen gebruiken voor tuinen bij woningen.
  2. b. Het is verboden zonder omgevingsvergunning nieuwe wegen en paden aan te leggen op de gronden met de bestemming "Bos".
  3. c. Het is verboden om binnen de bestemming "Bos" andere erf- en terreinafscheidingen te bouwen en te gebruiken dan zijn voorgeschreven in artikel 3, lid 3.2, sublid 3.2.2. Met name zijn als erf- en terreinafscheding tussen de kavels van de "boswoningen" (de kavels 1 tot en met 10 van de kavelpaspoorten volgens het Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet d.d. 26 juli 2024 (volgens Bijlage 5 bij deze Regels) nadrukkelijk niet toegestaan: hekken, omheiningen (anders dan paal en draad), en schuttingen).

3.4 Afwijking van de gebruiksregels

  1. a. Van artikel 3, lid 3.3, lid b kan worden afgeweken door Burgemeester en Wethouders met een omgevingsvergunning voor het aanleggen van nieuwe (wandel)paden voor het gebruik door de maatschappelijke voorziening ten behoeve van dementerende / hulpbehoevende ouderen die mogelijk wordt gemaakt volgens artikel 5, lid 5.1, onder a, en onder b.
  2. b. De paden, zoals genoemd onder a, kunnen uitsluitend mogelijk worden gemaakt in het deel van de bestemming "Bos" dat is aangeduid met 'specifieke vorm van bos - zorgtuin.'

3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.6 Regels voor Monumentale bomen

Met betrekking tot de Monumentale bomen gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Bos", de Regels van artikel 16, lid 16.2.1 Monumentale bomen en van lid 16.2.2Afwegingscriteria Monumentale bomen. Verder geldt artikel 16, 16.2.5 Aanvullende werking van deBomenverordening 2021 (of diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

3.7 Regels voor de 'overige zone - boomzonegebied'

Met betrekking tot de 'overige zone - boomzonegebied' gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Bos", de Regels van artikel 16, lid 16.2.3 Overige zone - boomzonegebied en van 16.2.4Afwegingscriteria 'overige zone - boomzonegebied'. Verder geldt volgens artikel 16, lid 16.2.5 de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

3.8 Voorwaardelijke verplichting 3 in verband met sanering bodem

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van bos - voorwaardelijke verplichting 3' is aangegeven dient alvorens binnen dat gebied de activiteit "bouwen van een bouwwerk" of de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" kan plaatsvinden voor de bodem eerst sanerende maatregelen dienen te worden getroffen overeenkomstig de aanbeveling 1. en 2. (blz. 61) uit het bodemonderzoek "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024 (Bijlage 45 bij de Toelichting). Deze aanbeveling luidt": "Wanneer sprake is van een wijziging van het gebruik, een herontwikkeling of nieuwbouw op de onderzoeklocatie (volgens het gebied volgens de aanduiding 'specifieke vorm van bos - voorwaardelijke verplichting 3') dienen sanerende maatregelen maatregelen te worden getroffen".

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen, waaronder bomen en overige beplantingen;
  2. b. paden;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - openheid', het behoud, herstel en bescherming van de openheid van het landschap;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. kunstobjecten
  6. f. fiets- en wandelpaden;
  7. g. watergangen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. h. in- en uitritten ten behoeve van aangrenzende bestemmingen.

met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals kunstobjecten, technische installaties en erf- en terreinafscheidingen.

4.2 Bouwregels

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

4.4 Regels voor Monumentale bomen

Met betrekking tot Monumentale bomen gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Groen", de Regels van artikel 16, lid 16.2.1 Monumentale bomen en van lid 16.2.2 AfwegingscriteriaMonumentale bomen. Verder geldt er volgens artikel 16.2.5 de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

4.5 Regels voor de 'overige zone - boomzonegebied'

Met betrekking tot de 'overige zone - boomzonegebied' gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Groen", de Regels van artikel 16, lid 16.2.3 Overige zone - boomzonegebied en van lid 16.2.4 Afwegingscriteria 'overige zone - boomzonegebied'. Verder geldt er volgens artikel 16.2.5 de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

4.6 Voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van groen - voorwaardelijke verplichting 2' is aangegeven dient alvorens omgevingsvergunningen voor de activiteit "het bouwen van een bouwwerk" worden verleend en/of omgevingsvergunningen voor de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" worden verleend, eerst een bodemonderzoek te worden uitgevoerd waaruit blijkt dat de Bodemkwaliteit van het aangeduide gebied voldoende goed is, zodat de kwaliteit van de bodem geen belemmeringen oplevert voor de uitvoering van de genoemde actiiviteiten. (Voor de aanduiding van het gehele gebied waar de "voorwaardelijke verplichting 2" geldt wordt verwezen naar de kaart volgens Bijlage 49 bij de Toelichting en naar de digitale Verbeelding van het bestemmingsplan).

Artikel 5 Maatschappelijk

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van zorgappartementen voor dementerende/zorgbehoevende ouderen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgappartementen';
  2. b. ten behoeve van de maatschappelijke voorzieningen, zoals genoemd in lid 5.1, onder a, mogen maximaal 36 zorgappartementen worden gerealiseerd';
  3. c. 1 bedrijfswoning/dienstwoning ten behoeve van de maatschappelijke voorzieningen zoals genoemd in lid 5.1, onder a, en onder b, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  4. d. kantoor, met andere faciliterende voorzieningen, ten behoeve van de maatschappelijke voorzieningen zoals genoemd in lid 5.1, onder a, en onder b, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  5. e. terrassen ten behoeve van de maatschappelijke voorzieningen zoals genoemd onder lid 5.1, onder a, en onder b;
  6. f. fietsenstallingen;
  7. g. bergingen voor rolcontainers voor afval.

met daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen zoals wegen, paden, bermen, tuinen, terrassen, parkeervoorzieningen, fietsparkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals palen, masten, kunstobjecten, technische installaties, en erf- en terreinafscheidingen.

5.2 Bouwregels

5.3 Specifieke gebruiksregels

5.4 Regels voor Monumentale bomen

Met betrekking tot Monumentale bomen gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Maatschappelijk", de Regels van artikel 16, lid 16.2.1 Monumentale bomen en van lid 16.2.2Afwegingscriteria Monumentale bomen. Verder geldt volgens artikel 16, lid 16.2.5 de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

5.5 Regels voor de 'overige zone - boomzonegebied'

Met betrekking tot de 'overige zone - boomzonegebied' gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Maatschappelijk", de Regels van artikel 16, lid 16.2.3 Overige zone - boomzonegebied en van lid 16.2.4 Afwegingscriteria 'overige zone - boomzonegebied'. Verder geldt volgens artikel 16, lid 16.2.5 de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

5.6 Voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - voorwaardelijke verplichting 3' is aangegeven dient alvorens binnen dat gebied de activiteit "bouwen van een bouwwerk" of de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" kan plaatsvinden de bodem eerst sanerende maatregelen dienen te worden getroffen overeenkomstig de aanbeveling 1. (blz. 61) uit het bodemonderzoek "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d. 18 juli 2024. Deze aanbeveling luidt": "Wanneer sprake is van een wijziging van het gebruik, een herontwikkeling of nieuwbouw op de onderzoeklocatie (volgens het gebied volgens de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - voorwaardelijke verplichting 3') dienen sanerende maatregelen maatregelen te worden getroffen".

Artikel 6 Tuin

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen, met bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  2. b. in- en uitritten.

met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals vlaggenmasten, kunstobjecten, technische installaties, en erf- en terreinafscheidingen.

6.2 Bouwregels

6.3 Specifieke gebruiksregels

  1. a. Binnen de bestemmingen "Tuin" zijn enkel groene erfafscheidingen (haag of met klimop begroeid scherm) toegestaan (eventueel met paal en draad). Hekken, schuttingen of muren zijn niet toegestaan. Gebruik van andere erfafscheidingen dan de genoemde groene erfafscheidingen (haag of met klimop begroeid scherm), zoals hekken, schuttingen of muren, is niet toegestaan.

6.4 Regels voor Monumentale bomen

Met betrekking tot Monumentale bomen gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Tuin", de Regels van artikel 16, lid 16.2.1 Monumentale bomen en lid 16.2.2 Afwegingscriteria Monumentalebomen. Verder geldt volgens artikel 16, lid 16.2.5, de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

6.5 Regels voor 'overige zone - boomzonegebied'

Met betrekking tot de 'overige zone - boomzonegebied' gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Tuin", de Regels van artikel 16, lid 16.2.3 Overige zone - boomzonegebied en van lid 16.2.4Afwegingscriteria 'overige zone - boomzonegebied'.Verder geldt volgens artikel 16, lid 16.2.5, de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

6.6 Voorwaardelijke verplichting 2 in verband met nog te verrichten bodemonderzoek

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - voorwaardelijke verplichting 2' is aangegeven dient alvorens omgevingsvergunningen voor de activiteit "het bouwen van een bouwwerk" worden verleend en/of omgevingsvergunningen voor de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" worden verleend, eerst een bodemonderzoek te worden uitgevoerd waaruit blijkt dat de Bodemkwaliteit van het aangeduide gebied voldoende goed is, zodat de kwaliteit van de bodem geen belemmeringen oplevert voor de uitvoering van de genoemde actiiviteiten. (Voor de aanduiding van het gehele gebied waar de "voorwaardelijke verplichting 2" geldt wordt verwezen naar de kaart volgens Bijlage 49 bij de Toelichting en naar de digitale Verbeelding van het bestemmingsplan).

6.7 Voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - voorwaardelijke verplichting 3' is aangegeven dient alvorens binnen dat gebied de activiteit "bouwen van een bouwwerk" of de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" kan plaatsvinden de bodem eerst sanerende maatregelen dienen te worden getroffen overeenkomstig de aanbeveling 1. (blz. 61) uit het bodemonderzoek "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024. Deze aanbeveling luidt": "Wanneer sprake is van een wijziging van het gebruik, een herontwikkeling of nieuwbouw op de onderzoeklocatie (volgens het gebied volgens de aanduiding 'specifieke vorm van bos - voorwaardelijke verplichting 3') dienen sanerende maatregelen maatregelen te worden getroffen".

Artikel 7 Verkeer

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten, en paden;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplantingen;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. kunstobjecten;
  6. f. fiets- en wandelpaden;
  7. g. watergangen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. h. in- en uitritten ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
  9. i. bergingen voor rolcontainers voor afval.

met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals palen, masten, kunstobjecten, technische installaties, en erf- en terreinafscheidingen.

7.2 Bouwregels

7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

7.4 Regels voor Monumentale bomen

Met betrekking tot Monumentale bomen gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Verkeer", de Regels van artikel 16, lid 16.2.1 Monumentale bomen en van lid 16.2.2 AfwegingscriteriaMonumentale bomen. Verder geldt volgens artikel 16, lid 16.2.5 de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

7.5 Regels voor de 'overige zone - boomzonegebied'

Met betrekking tot de 'overige zone - boomzonegbied' gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Verkeer", de Regels van artikel 16, lid 16.2.3 Overige zone - boomzonegebied en van lid 16.2.4Afwegingscriteria 'overige zone - boomzonegebied'. Verder geldt volgens artikel 16, lid 16.2.5 de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

7.6 Voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - voorwaardelijke verplichting 2' is aangegeven dient alvorens omgevingsvergunningen voor de activiteit "het bouwen van een bouwwerk" worden verleend en/of omgevingsvergunningen voor de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" worden verleend, eerst een bodemonderzoek te worden uitgevoerd waaruit blijkt dat de Bodemkwaliteit van het aangeduide gebied voldoende goed is, zodat de kwaliteit van de bodem geen belemmeringen oplevert voor de uitvoering van de genoemde actiiviteiten. (Voor de aanduiding van het gehele gebied waar de "voorwaardelijke verplichting 2" geldt wordt verwezen naar de kaart volgens Bijlage 49 bij de Toelichting en naar de digitale Verbeelding van het bestemmingsplan).

7.7 Voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - voorwaardelijke verplichting 3' is aangegeven dient alvorens binnen dat gebied de activiteit "bouwen van een bouwwerk" of de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" kan plaatsvinden de bodem eerst sanerende maatregelen dienen te worden getroffen overeenkomstig de aanbeveling 1. (blz. 61) uit het bodemonderzoek "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024. Deze aanbeveling luidt": "Wanneer sprake is van een wijziging van het gebruik, een herontwikkeling of nieuwbouw op de onderzoeklocatie (volgens het gebied volgens de aanduiding 'specifieke vorm van bos - voorwaardelijke verplichting 3') dienen sanerende maatregelen maatregelen te worden getroffen".

Artikel 8 Water

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterberging;
  2. b. waterhuishouding;
  3. c. waterlopen, waterpartijen en oeverstroken;
  4. d. groenvoorzieningen.

met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals palen, masten, kunstobjecten, technische installaties, en erf- en terreinafscheidingen.

8.2 Bouwregels

8.3 Regels voor Monumentale bomen

Met betrekking tot Monumentale bomen gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Water", de Regels van artikel 16, lid 16.2.1 Monumentale bomen en lid 16.2.2 AfwegingscriteriaMonumentale bomen.Verder geldt volgens artikel 16, lid 16.2.5 de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

8.4 Regels voor de 'overige zone - boomzonegebied'

Met betrekking tot de 'overige zone - boomzonegebied' gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Water" de Regels van artikel 16, lid 16.2.3 Overige zone - boomzonegebied en lid 16.2.4Afwegingscriteria 'overige zone - boomzonegebied'. Verder geldt volgens artikel 16, lid 16.2.5 de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen in een woning;
  2. b. per bouwvlak is 1 vrijstaande woning toegestaan;

en in samenhang daarmee:

  1. c. de uitoefening van aan huis gebonden beroep;
  2. d. tuinen en erven.

met daarbij behorende bouwwerken, en voorzieningen zoals wegen, paden, bermen, tuinen, erven, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals vlaggenmasten, kunstobjecten, technische installaties, en erf- en terreinafscheidingen.

9.2 Bouwregels

9.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  1. a. Het bepaalde in sublid 9.2.2, onder e, ten behoeve van een diepte van 15 m, mits:
    1. 1. het een vrijstaand hoofdgebouw betreft;
    2. 2. het woongenot van de naaste buren niet onevenredig wordt aangetast;
    3. 3. het straatbeeld niet onevenredig wordt aangetast;
    4. 4. de natuurwaarden en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
    5. 5. de stedenbouwkundige structuur niet onevenredig wordt aangetast.

9.4 Specifieke gebruiksregels

  1. a. De waterberging voor de woningen, die kunnen worden gebouwd ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - boswoningen' en de 'specifieke bouwaanduiding - poortwoningen' dient, overeenkomstig het rapport "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet" d.d. 3 september 2024 van Aveco de Bondt, nadat deze waterberging op eigen terrein (binnen de bestemmingen "Wonen" en "Tuin") is gerealiseerd, waarbij uitgegaan dient te worden van 60 mm berging per m2 (in plaats van 30 mm berging per m2 waarover gesproken wordt in de Kavelpaspoorten volgens het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" d.d. 26 juli 2024) dient als zodanig gebruikt te worden. Deze waterbergingseis dient als een voorwaarde bij de omgevingsverguningen voor de activiteit "bouwen van een bouwwerk" te worden opgenomen. Deze waterberging dient na de bouw en aanleg daarvan in stand te worden gehouden.
  2. b. Binnen de bestemmingen "Wonen" ter plaatse waar de 'specifieke bouwaanduiding - boswoningen' is aangegeven, zijn geen erf- en terreinafscheidingen toegestaan; er mogen aldaar alleen erf- en terreinafscheidingen bij de 'boswoningen' worden gebouwd en gebruikt binnen de bestemming "Tuin" (volgens artikel 6 Tuin).
  3. c. Binnen de bestemmingen "Wonen" ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - poortwoningen' zijn enkel groene erfafscheidingen (haag of met klimop begroeid scherm) toegestaan. Hekken, schuttingen of muren zijn niet toegestaan. Gebruik voor andere erfafscheidingen dan groene erfafscheidingen (haag of met klimop begroeid scherm), zoals hekken, schuttingen of muren, is niet toegestaan.
  4. d. Daar waar de 'specifieke bouwaanduiding - poortwoningen' is aangegeven op de verbeelding gelden vanwege het akoestisch onderzoek "Landgoed De Grote Bunte. Actualisatie akoestisch onderzoek" van bureau Goudappel (kenmerk 018481.20240723.R1.01) d.d. 24 juli 2024 (zie Bijlage 34 bij de Toelichting) en de verleende Hogere Grenswaarden Wet geluidhinder (Wgh) voor de 4 "poortwoningen" de volgende aanvullende voorwaarden voor de te bouwen 4 "poortwoningen":
    1. 1. Woningen 1 tot en met 4 beschikken alle over een geluidluwe gevel en buitenruimte.
    2. 2. Voor woning 1 dienen er conform het beleid minstens drie verblijfsruimten aan de geluidluwe zijde gerealiseerd worden.
    3. 3. Voor de meest zuidelijke van de vier te bouwen "poortwoningen" (woning 1) bedraagt de hoogst berekende geluidsbelasting van de meest zuidelijke gevel 61 dB. Om te kunnen voldoen aan de maximale binnenwaarde van 33 dB dient het geluidreducerend vermogen van de betreffende gevel 28 dB te bedragen. Voor de overige drie woningen zullen maatregelen aan de gevel worden getroffen om aan het vereiste binnenniveau van 33 dB(A) te voldoen. Hiermee wordt voorzien in een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
    4. 4. Nadat de bouw van de onderhavige 4 woningen is gerealiseerd met inachtneming van de bovenstaande 3 voorwaarden dienen de 4 woningen met inachtneming van deze voorwaarden te worden gebruikt.

tekening:afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0077.png"

De plaats van de 4 genoemde woningen worden aangegeven op bovenstaande tekening.

9.5 Regels voor Monumentale bomen

Met betrekking tot Monumentale bomen gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Wonen", de Regels van artikel 16, lid 16.2.1 Monumentale bomen en lid 16.2.2 AfwegingscriteriaMonumentale bomen. Verder geldt volgens artikel 16, lid 16.2.5 de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

9.6 Regels voor 'overige zone - boomzonegebied'

Met betrekking tot de 'overige zone - boomzonegebied' gelden aanvullend aan de Regels in dit artikel voor de bestemming "Wonen", de Regels van artikel 16, lid 16.2.3 Overige zone - boomzonegebied en lid 16.2.4Afwegingscriteria 'overige zone - boomzonegebied'. Verder geldt volgens artikel 16, lid 16.2.5 de Aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 (en diens rechtsopvolgers) van de gemeente Nunspeet.

9.7 Voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting 2' is aangegeven dient alvorens omgevingsvergunningen voor de activiteit "het bouwen van een bouwwerk" worden verleend en/of omgevingsvergunningen voor de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" worden verleend, eerst een bodemonderzoek te worden uitgevoerd waaruit blijkt dat de Bodemkwaliteit van het aangeduide gebied voldoende goed is, zodat de kwaliteit van de bodem geen belemmeringen oplevert voor de uitvoering van de genoemde actiiviteiten. (Voor de aanduiding van het gehele gebied waar de "voorwaardelijke verplichting 2" geldt wordt verwezen naar de kaart volgens Bijlage 49 bij de Toelichting, en naar de digitale Verbeelding).

Artikel 10 Leiding - Gas

10.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding als 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringstroken.

10.2 Voorrangsbepaling

De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.

10.3 Bouwregels

In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in artikel 10, lid 10.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.

10.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijke advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

10.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het opslaan van goederen, met uitzondering van het opslaan van goederen t.b.v. inspectie en onderhoud van de gastransportleiding.
  • het wijzigen van het gebruik van bestaande gebouwen, indien daardoor een kwetsbaar object wordt toegelaten.

10.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 11 Waarde - Archeologie 2

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.

11.2 Bouwregels

11.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Artikel 12 Waarde - Archeologie 3

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.

12.2 Bouwregels

12.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Hoofdstuk 3 Algemene Regels

Artikel 13 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 14 Algemene Bouwregels

14.1 Ondergeschikte bouwdelen

Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.

14.2 Verlichtingsplan

Artikel 15 Algemene Gebruiksregels

15.1 Algemeen gebruiksverbod

  1. 1. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken, te laten gebruiken of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemmingen, tenzij voor dit afwijkende gebruik een omgevingsvergunning voor het handelen in strijd met ruimtelijke regelgeving is verleend. Tot een strijdig gebruik met de bestemmingen wordt, tenzij anders bepaald in de betreffende bestemming, in ieder geval gerekend:
  1. a. gebruik ten behoeve van een seksinrichting;
  2. b. gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;

onbebouwde gronden:

  1. c. als stand- of ligplaats van onderkomens;
  2. d. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten;
      • een en ander tenzij dit gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte beheer van de gronden.
  1. 2. Overtreding van dit verbod is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2º van de Wet op de economische delicten.

15.2 Specifieke gebruiksregels met voorwaardelijke verplichtingen in verband met de uitvoering van het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. 26 juli 2024, en bijbehorende rapporten

Specifieke gebruiksregels met voorwaardelijke verplichtingen in verband met de uitvoering van het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. 26 juli 2024, van Baljon Landschapsarchitecten; het Beheerplan Landgoed De Grote Bunte" van juli 2024 van Buiting Advies; het rapport "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet" versie 2.0 d.d. 3 september 2024, van Aveco de Bondt; en het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten" d.d. 26 juli 2024

  1. 1. De inrichting en het beheer van het gebied van het bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" dient te worden uitgevoerd, en in stand worden gehouden overeenkomstig:
      • het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten (Bijlage 2 bij de Regels).
      • het "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte" (juli 2024, versie 8 augustus 2024) van Buiting Advies (Bijlage 3 bij de Regels).
      • het rapport "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet" versie 2.0 d.d. 3 september 2024 van adviesbureau Aveco de Bondt (Bijlage 4 bij de Regels).
      • het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte" d.d. 26 juli 2024 (Bijlage 5 bij de Regels).
  2. 2. Voorwaardelijke verplichting m.b.t. de te bouwen woningen volgens de bestemming "Wonen":
    1. a. Zodra voor de 10 "boswoningen" en de 4 "poortwoningen" omgevingsvergunningen voor de activiteit "bouwen van een bouwwerk" zijn verleend en met de uitvoering is begonnen, dient een begin te zijn gemaakt met de uitvoering van het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte", het "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte", en het rapport "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet", en het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte", zoals bij sublid 1. genoemd.
    2. b. Zodra de 10 "boswoningen" en de 4 "poortwoningen" gerealiseerd zijn dient binnen een jaar na deze realisering de inrichting van het bestemmingsplangebied ook gerealiseerd te zijn en in stand worden gehouden volgens het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte", het "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte", het rapport "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet", en het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte", zoals bij sublid 1. genoemd.
    3. c. Indien niet voldaan wordt aan de Regels zoals beschreven in artikel 15, lid 15.2, sublid 1, en sublid 2, letter a. en/of letter b. is het niet toegestaan de genoemde "boswoningen" en de genoemde "poortwoningen" te gebruiken voor de bestemming "wonen".
  3. 3. Voorwaardelijke verplichting m.b.t. de te bouwen woon-zorg voorziening met de bestemming "Maatschappelijk":
    1. a. Zodra met de uitvoering van de omgevingsvergunningen voor de verbouwing, de restauratie, en de uitbreiding van de gebouwen met de bestemming "Maatschappelijk" ten behoeve van de maatschappelijke voorziening voor dementerende/hulpbehoevende ouderen is begonnen, dient een begin te zijn gemaakt met de uitvoering van het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte", het "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte", het rapport "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet", en het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte", zoals bij sublid 1. genoemd.
    2. b. Zodra de verbouwing, de restauratie, en de uitbreiding van de gebouwen met de bestemming "Maatschappelijk" ten behoeve van de woon-zorg voorziening met de bestemming "Maatschappelijk" is gerealiseerd, dient binnen een jaar na deze realisering de inrichting van het bestemmingsplangebied ook gerealiseerd te zijn en in stand worden gehouden volgens het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte", het "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte", het rapport "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet", en het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte", zoals bij sublid 1. genoemd.
    3. c. Indien niet voldaan wordt aan de regels zoals beschreven in artikel 15, lid 15.2, sublid 1, en sublid 3, onder letter a. en/of letter b. is het niet toegestaan om de gebouwen met de bestemming "maatschappelijk" ten behoeve van de maatschappelijke voorziening voor dementerende/hulpbehoevende ouderen te gebruiken.
  4. 4. Met een omgevingsvergunning kunnen Burgemeester en Wethouders afwijken van het bepaalde in Artikel 15, lid 15.2, sublid 1 tot en met artikel 15, lid 15.2, sublid 3, mits wordt voldaan aan de volgende Regels:
    1. a. de afwijking op detailniveau de tuinindeling van de Bostuin kan wijzigen naar aanleiding van specifieke gebruikerswensen.
    2. b. de afwijking een ondergeschikt onderdeel van het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte", het "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte", het rapport "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet", en het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte", zoals bij 1 genoemd, betreft, en mits
      • de afwijking niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
      • de afwijking niet in strijd is met een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.
      • de afwijking geen afbreuk doet aan het monumentale karakter van het Landhuis De Grote Bunte.
      • de afwijking geen afbreuk doet aan de cultuurhistorische waarde van het gebied van het Landgoed De Grote Bunte.
      • de afwijking geen afbreuk doet aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied.
  5. 5. Met een omgevingsvergunning kunnen Burgemeester en Wethouders verder afwijken van het bepaalde in artikel 15, lid 15.2, sublid 1 tot en met artikel 15, lid 15.2, sublid 3 mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    1. a. de afwijking van doen heeft met de planning van de werkzaamheden voor de bestemming "Wonen" en/of voor de bestemming "Maatschappelijk", en mits:
      • de afwijking niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
      • de afwijking niet in strijd is met een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.
      • de afwijking geen afbreuk doet aan het monumentale karakter van het Landhuis De Grote Bunte.
      • de afwijking geen afbreuk doet aan de cultuurhistorische waarde van het gebied van het Landgoed De Grote Bunte.
      • de afwijking geen afbreuk doet aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van het gebied.
  6. 6. Burgemeester en Wethouders kunnen aan de te verlenen omgevingsvergunningen voor afwijkingen zoals genoemd in artikel 15, lid 15.2, sublid 4 en sublid 5 nadere voorwaarden verbinden.

15.3 Specifieke gebruiksregels ten behoeve van een bed en breakfast

15.4 Afwijking bed & breakfast binnen de bebouwde kom

Ter plaatse van het bestemmingsplangebied kan het college van Burgemeester en Wethouders afwijken van het bepaalde in artikel l15.3.2, lid 1, door een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruiken van en het verbouwen tot een bed en breakfast overeenkomstig de volgende regels:

  1. 1. Een bed en breakfast mag gerealiseerd worden in een woning of in een bedrijfswoning bij de bestemmingen Wonen, Dienstverlening, Gemengd, Horeca en Maatschappelijk. Binnen de bestemming Tuin is een bed en breakfast nadrukkelijk niet toegestaan. Ook in een niet-vrijstaand bijbehorend bouwwerk bij de woningen of bedrijfswoningen binnen deze bestemmingen kan onder voorwaarden een bed en breakfast worden gerealiseerd.
  2. 2. Er mag voor de bed & breakfast niet meer dan 40% van de gebruiksvloeroppervlakte van de woning/bedrijfswoning en een niet-vrijstaand bijbehorend bouwwerk worden gebruikt met een maximum van 120 m2. Onder de toegestane oppervlakte van een bed en breakfast vallen de volgende ruimten:
  • slaapkamer(s);
  • bad-, douche-, en toiletruimten die niet gedeeld worden met de bewoner(s);
  • een gemeenschappelijke ruimte;

Gemeenschappelijke verkeersruimtes hoeven niet bij de toegestane oppervlakte te worden meegerekend.

  1. 3. Voor het realiseren van een bed en breakfast in maximaal één vrijstaand bijbehorend bouwwerk kan vergunning worden verleend als:
  1. a. deze bijdraagt aan de doelstellingen zoals deze genoemd worden in Thema 3 van de Omgevingsvisie Nunspeet;
  2. b. niet meer dan 50 m2 van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk hiervoor wordt ingericht. Hierbij dient wel het maximum aan m2 voor een bed en breakfast van in totaal 120 m2, volgens lid 2 van dit artikel, in acht te worden genomen.
  3. c. het desbetreffende vrijstaande bijbehorende bouwwerk op minimaal 1 meter van de erfgrens staat.
  1. 4. Degene die de bed en breakfast exploiteert, dient ingeschreven te staan in de BRP (Basisregistratie Personen) op het desbetreffende adres.
  2. 5. Een bed en breakfast mag eveneens worden gerealiseerd in een uniek object, niet zijnde een woning of bijbehorend bouwwerk. Het gaat dan om karakteristieke gebouwen en/of varende constructies. Voorwaarde is dat het gebouw en/of de varende constructie voldoet aan de eisen zoals deze genoemd worden in het Bouwbesluit. Dergelijke initiatieven worden per geval beoordeeld. Omdat hier niet altijd sprake is van een inschrijving van de bewoner(s) in de BRP (Basisregistratie Personen), wordt een afweging per geval gemaakt.
  3. 6. In de bed en breakfast mag geen zelfstandige kookvoorziening aanwezig zijn.
  4. 7. Er moet een parkeergelegenheid aanwezig zijn of worden aangelegd op het perceel waarop de bed en breakfast wordt aangeboden. Het aantal parkeerplaatsen voor de bed en breakfast moet minimaal overeenkomen met het aantal slaapkamers van de bed en breakfast boven op het aantal parkeerplaatsen dat bij de bestemming hoort.
  5. 8. Ter beoordeling van de aanvraag om omgevingsvergunning vindt een belangenafweging plaats, waarbij de volgende aspecten worden getoetst en meegewogen:
  1. a. de belangen van de gebruikers of van de eigenaren van de aanliggende gronden en nabijgelegen woningen en bedrijven;
  2. b. de afstand van de bed en breakfast tot een woning op een naastgelegen perceel moet minimaal 10 m bedragen; Bij knelpunten vanwege deze 10 meter-eis kan het college van Burgemeester en Wethouders hiervan afwijken waarbij aan de overige letters van dit sublid (letters a, c, d, e, f, en g) wel moet worden voldaan;
  3. c. de milieusituatie (aan de bedrijfsvoering van agrarische en niet-agrarische bedrijven in de nabije omgeving mag door een en breakfast geen beperking ontstaan);
  4. d. de verkeersveiligheid;
  5. e. de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  6. f. het straatbeeld;
  7. g. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en naastgelegen woningen.
  1. 9. Degene die de gelegenheid biedt tot het houden van nachtverblijf is belastingplichtig op grond van de geldende Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting. De exploitant is verplicht hiervoor een eigen nachtverblijfregister bij te houden, die door de gemeente kan worden gecontroleerd.
  2. 10. Het aantal overnachtingen waarbij in een bed en breakfast mag worden overnacht mag maximaal 14 nachten achtereen bedragen.
  3. 11. Op het perceel van de bed en breakfast mag maximaal één reclameaanduiding in de vorm van een bord met een opschrift voor de bed en breakfast worden geplaatst. Dit bord dient te voldoen aan de eisen die aan reclame worden gesteld in de “Reclameverordening 1994” en in de “Welstandsnota (2015)”.

Artikel 16 Algemene Aanduidingsregels

16.1 Geluidszone - industrie

16.2 Overige zones

Artikel 17 Algemene Afwijkingsregels

17.1 Algemene afwijkingsregels

Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de regels:

  1. a. ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken voor nutsvoorzieningen, zoals gasdrukregelstations, wachthuisjes en transformatorhuisjes, uitgezonderd verkooppunten voor motorbrandstoffen, van welke bouwwerken de oppervlakte niet meer dan 45 m2 en de goothoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
  2. b. indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van grens of richting van wegen, paden, bebouwingsgrenzen en aanduidingen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen op de verbeelding is aangegeven niet meer dan 5 m bedragen;
  3. c. voor afwijkingen van eisen, gesteld ten aanzien van maten, afmetingen en percentages, mits die afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de in het plan aangegeven maten, afmetingen en percentages;

Artikel 18 Algemene Wijzigingsregels

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd binnen de volgende grenzen het plan te wijzigen, voor zover zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt: het wijzigen van bestemmingsgrenzen, zodanig dat de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot.

Artikel 19 Overige Regels

19.1 Werking wettelijke regelingen

De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit bestemmingsplan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

19.2 Aanvullende werking welstandscriteria

De ter plaatse en in de regels geboden ruimte ten aanzien van de situering, de maatvoering en de vormgeving van bouwwerken kan nader worden ingevuld door de welstandscriteria, zoals opgenomen in de gemeentelijke "Welstandsnota".

19.3 Parkeren

19.4 Verwijzing naar adressen

De adressen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, betreffen de adressen zoals deze op de verbeelding zijn terug te vinden op het moment van vaststelling van het plan. Deze zijn niet leesbaar op ruimtelijke plannen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- En Slotregels

Artikel 20 Overgangsrecht

20.1 Bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan.

20.2 Afwijking

Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

20.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

20.4 Gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.

20.5 Strijdig gebruik

  1. a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 20.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  2. b. Indien het gebruik, bedoeld 20.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

20.6 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Het bepaalde in artikel 20.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 21 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan HERONTWIKKELING LANDGOED DE GROTE BUNTE - CHW van de gemeente Nunspeet.

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding Voor Het Bestemmingsplan

Op de locatie aan de Grote Bunteweg 11 te Nunspeet is het Landgoed De Grote Bunte gelegen. Op het Landgoed De Grote Bunte is het historische Landhuis De Grote Bunte aanwezig.

D.d. 12 juni 2018 (ontvangen 13 juni 2018) werd er, namens De Grote Bunte B.V, een principeverzoek ingediend om het Landgoed De Grote Bunte te herontwikkelen. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft d.d. 9 juni 2020 besloten, met advies van de raadscommissie Ruimte en Wonen van 30 juni 2020, dat in principe medewerking aan het plan kan worden verleend voor een herziening van het bestemmingsplan ten behoeve van de herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte (zie Bijlage 50 bij deze Toelichting).

Het plan bestaat uit de realisering van een woon-zorgvoorziening met 36 zorgappartementen voor dementerende / zorgbehoevende ouderen. Deze woon-zorgvoorziening met de bestemming "Maatschappelijk" zal worden gerealiseerd in het Landhuis De Grote Bunte en in een uitbreiding van het Landhuis.

Daarnaast bestaat het plan uit de realisering van 14 woningen, te weten 10 zogenoemde "boswoningen" en 4 zogenoemde "poortwoningen". Deze woningen zijn op de bestemmingsplankaart, de Verbeelding, aangegeven.

Er is nu een partiële herziening van het vigerende bestemmingsplan “Molenbeek” (en voor een klein deel van het bestemmingsplan "Nunspeet Noord en Oost") opgesteld, voor het gehele gebied van het Landgoed De Grote Bunte. Voor het totale plan voor de herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte wordt de onderhavige bestemmingsplanprocedure gevoerd. De oppervlakte van het onderhavige plangebied is circa 70.347 m2.

Ten behoeve van het project voor de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte was - vanwege contractuele verplichtingen van de initiatiefnemer - eerder een omgevingsvergunning noodzakelijk, namelijk voor de bouwactiviteiten en voor de restauratie, van het gemeentelijke monument, het Landhuis De Grote Bunte, en voor de uitbreiding van het Landhuis, ten behoeve van een maatschappelijke voorziening ten behoeve van dementerende ouderen. Deze omgevingsvergunning was ook noodzakelijk om een afwijking van het vigerende bestemmingsplan "Molenbeek" voor dit project toe te staan. Er is daarom vooruitlopend op de bestemmingsplanprocedure voor het gehele plan een aanvraag omgevingsvergunning ingediend om het Landhuis De Grote Bunte te verbouwen en te restaureren en om dit Landhuis uit te breiden ten behoeve van een woon-zorg gebouw met een maatschappelijke bestemming. De betreffende omgevingsvergunning werd op 19 april 2022 verleend. Het project waarvoor deze omgevingsvergunning werd verleend is opgenomen in het onderhavige bestemmingsplan.

Het te restaureren historische Landhuis De Grote Bunte maakt onderdeel uit van het historische Landgoed.

Het woon-zorg complex, de maatschappelijke voorziening die zal worden gerealiseerd volgens dit bestemmingsplan is bedoeld voor 36 zorgappartementen ten behoeve van dementerende / zorgbehoevende ouderen. Deze woon-zorg voorziening zal worden gerealiseerd in het Landhuis De Grote Bunte met de hiervoor genoemde uitbreiding.

Om de herontwikkeling van het gehele landgoed, inclusief de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte, te kunnen financieren is het noodzakelijk om een aantal nieuwe vrijstaande woningen te bestemmen in dit nieuwe bestemmingsplan. Binnen het plan voor de herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte worden 14 vrijstaande woningen mogelijk gemaakt, namelijk 10 zogenoemde "boswoningen" en 4 zogenoemde "poortwoningen".

De begrenzing van het plangebied is beschreven in Paragraaf 1.2. “De begrenzing van het projectgebied”.

Het ontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen in de periode van 20 december 2023 tot en met 30 januari 2024. Er zijn in die periode 19 brieven met zienswijzen ingediend. Nu wordt voorgesteld om het bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen.

1.2 Begrenzing Van Het Plangebied

Het Landgoed De Grote Bunte ligt aan de noordoostkant van Nunspeet. Het plangebied wordt aan de zuidzijde (globaal) begrensd door de Elburgerweg. Aan de noordkant en voor een groot gedeelte aan de oostkant grenst het plangebied aan de woonwijk Molenbeek (de wegen Beltmolen en Meelzolder). Aan de westkant wordt het plangebied door de Molenweg begrensd.

Het bovenbeschreven plangebied is op de onderstaande Afbeelding 1.1 weergegeven op een luchtfoto van het gebied van het Landgoed De Grote Bunte en omgeving. Op Afbeelding 1.2 is het plangebied ook weergegeven met daarop de huidige vigerende bestemmingen. Op Afbeelding 1.3 is een kopie weergegeven van de voorgestelde bestemmingsplankaart, de Verbeelding van het onderhavige nieuwe bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw".

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0001.png"

Afbeelding 1.1: Luchtfoto van het bestemmingsplangebied, met de omgeving daarvan, Landgoed De Grote Bunte. Bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw''

1.3 Besluitvorming Voordat Het Plan Voor Het Ontwerpbestemmingsplan Werd Ingediend

1.3.1 Principeverzoek

D.d. 12 juni 2018 (ontvangen d.d. 13 juni 2018) is er namens Landgoed De Grote Bunte B.V. een principeverzoek ingediend om het Landgoed De Grote Bunte duurzaam te herontwikkelen tot een woon-zorg voorziening voor dementerende / zorgbehoevende ouderen. Ten tijde van het principeverzoek bestond het plan uit 24 zorgappartementen in het Landhuis met de uitbreiding daarvan en uit 7 zorgappartementen in het Koetshuis, dat is in totaal 31 zorgappartementen. Om de herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte, met de vestiging van de maatschappelijke voorziening voor de zorgappartementen te financieren is de ontwikkeling van 14 vrijstaande woningen in het gebied van het Landgoed noodzakelijk. Als bijlagen bij het principeverzoek waren de volgende stukken gevoegd:

1. Ontwikkelingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 6 juni 2018 van bureau B4o.

2. Rapport "Hoogwaardige zorg en welzijn" van Cushman & Wakefield (2018).

Voor het Principeverzoek met de genoemde twee Bijlagen wordt verwezen naar Bijlage 1 bij deze Toelichting.

1.3.2 Besluit op het principeverzoek

Over het principeverzoek is door het college van Burgemeester en Wethouders in eerste instantie op 23 december 2019 een besluit genomen. Besloten werd om in principe medewerking te verlenen aan een herziening van het vigerende bestemmingsplan voor het plan voor de herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte. Verder is besloten om advies te vragen over het plan aan de raadscommissie Ruimte en Wonen met het verzoek om in principe in te stemmen met het plan. Het principeverzoek is daarop aan de orde geweest in de vergadering van de raadscommissie Ruimte en Wonen van 13 januari 2020. De raadscommissie kon niet instemmen met het principeverzoek en vroeg aan het college van Burgemeester en Wethouders om met een aangepast plan te komen.

Na een collegebesluit van 9 juni 2020 is het principeverzoek opnieuw geagendeerd voor de raadscommissie Ruimte en Wonen van 30 juni 2020. De meerderheid van de raadscommissie Ruimte en Wonen stemde in principe in met het gewijzigde plan voor de herontwikkeling van het landgoed De Grote Bunte (principeverzoek). De fractie van PvdA/Groen Links stemde niet in met het plan.

1.3.3 Een gewijzigd plan ten behoeve van 36 zorgappartementen ingediend

Het principeverzoek en het (principe)besluit daarover hield 24 zorgappartementen in het Landhuis met de uitbreiding daarvan in, met 7 zorgappartementen in het Koetshuis. In verband met eisen vanuit de zorgpartij die betrokken is bij het project (het was onder andere bezwaarlijk om met twee afzonderlijke gebouwen te werken) is op een later tijdstip een gewijzigd plan ingediend voor 36 zorgappartementen in het Landhuis met de uitbreiding daarvan, en dus zonder zorgappartementen in het Koetshuis. In het Koetshuis komt alleen een bedrijfswoning/beheerderswoning met een kantoorfunctie en een facilitaire functie. Op basis van de aanvraag kon de omgevingsvergunning hiervoor worden verleend. Zie hiervoor verder Paragraaf 1.11 en zie ook Paragraaf 3.15 van deze Toelichting.

1.4 Vigerende Bestemmingsplannen

1.4.1 Algemeen

Het projectgebied / plangebied is gesitueerd in het gebied van het vigerende bestemmingsplan “Molenbeek”. Dit bestemmingsplan werd op 25 juni 2009 vastgesteld, en werd daarna onherroepelijk.

Een klein deel van het projectgebied / plangebied, de zuidwestelijke punt, met de bestemming "Groen" maakt onderdeel uit van het bestemmingsplangebied "Nunspeet Noord- en Oost (vastgesteld 25 april 2013)

De vigerende Regels van deze beide bestemmingsplannen worden hieronder in de paragrafen 1.4.2 en 1.4.3 besproken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0002.png"

Afbeelding 1.2: Uitsnede uit het bestemmingsplan "Molenbeek" van het gebied voor het bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw'', met in de zuidwestelijke punt van het plangebied, met de bestemming "Groen", een klein deel van het plangebied dat deel uitmaakt van het bestemmingsplan "Nunspeet Noord en Oost''

1.4.2 Toetsing aan het vigerende bestemmingsplan "Molenbeek" (vastgesteld 25 juni 2009)

Het vigerende bestemmingsplan is het bestemmingsplan "Molenbeek" (vastgesteld d.d. 25 juni 2009). Hieronder worden de bestemmingen beschreven zoals deze in het plangebied van dit bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" aanwezig zijn.

1.4.3 Toetsing aan het bestemmingsplan "Nunspeet Noord en Oost" (vastgesteld d.d. 25 april 2013)

De uiterste zuidwestelijke punt van het plangebied is gelegen in het bestemmingsplangebied van het bestemmingsplan "Nunspeet Noord en Oost" (vastgesteld d.d. 25 april 2013). Zie de bovengenoemde Afbeelding 1.2.

Dit deel van het nieuwe bestemmingsplangebied heeft nu nog de bestemming "Groen" (artikel 8).

Volgens de bestemmingsomschrijving zijn de voor "Groen" aangewezen gronden bestemd voor:

  1. a. fiets- en voetpaden;
  2. b. groen- en speelvoorzieningen, alsmede voorzieningen voor jongeren/ouderen;
  3. c. watergangen en waterpartijen;
  4. d. (.....);
  5. e. (.....).

met daarbij behorende gebouwen en voorzieningen zoals wegen, paden, bermen, tuinen, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere bouwwerken, zoals palen, masten, verkeers-, reclame- en andere tekens, kunstwerken, technische installaties en terreinafscheidingen.

(.....).

1.4.4 Conclusie na toetsing aan het vigerende bestemmingsplan "Molenbeek" en aan het vigerende bestemmingsplan "Nunspeet Noord en Oost"

Na toetsing aan het vigerende bestemmingsplan "Molenbeek" is de conclusie dat het plan/het project voor de Herontwikkeling van Landgoed De Grote Bunte voor een groot deel in strijd is met het vigerende bestemmingsplan “Molenbeek“ (vastgesteld 25 juni 2009). Om aan het bestemmingsplan / de bouwplannen medewerking te kunnen verlenen, is een (partiële) herziening van het bestemmingsplan "Molenbeek" noodzakelijk. Hiertoe is het onderhavige bestemmingsplan opgesteld.

De uiterste zuidwestelijke punt van het plangebied is gelegen in het bestemmingsplangebied van het bestemmingsplan "Nunspeet Noord en Oost" (vastgesteld d.d. 25 april 2013). Dit gedeelte van het bestemmingsplangebied van het onderhavige bestemmingsplan heeft heden nog de bestemming "Groen". Ook in het onderhavige nieuwe bestemmingsplan krijgt voor dit deelgebied van het bestemmingsplangebied de bestemming "Groen". Dit deelgebied zal derhalve ook met de bestemming "Groen" worden opgenomen in het bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw".

De conclusie luidt dat het bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" voor een groot deel in strijd is met het vigerende bestemmingsplan “Molenbeek“ (vastgesteld 25 juni 2009) en voor een klein deel van het bestemmingsplangebied in strijd is met het bestemmingsplan "Nunspeet Noord en Oost" (vastgesteld 25 april 2013). Om aan het nieuwe bestemmingsplan / en de bouwplannen medewerking te kunnen verlenen, is een (partiële) herziening van een deel van het bestemmingsplan "Molenbeek" en een (partiële) herziening van een klein deel van het bestemmingsplan "Nunspeet - Noord en Oost" noodzakelijk. Hiertoe is het onderhavige bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" opgesteld.

1.5 Ligging Plangebied

Het plangebied is gelegen in het gebied van het bestemmingsplan "Molenbeek". Dit bestemmingsplan is vastgesteld d.d. 25 juni 2009 en werd daarna onherroepelijk. Voor een klein deel (de zuidwestelijk punt van het plangebied met een bestemming "Groen") is het plangebied gelegen binnen het bestemmingsplangebied van het bestemmingsplan "Nunspeet Noord en Oost" (vastgesteld d.d. 25 april 2013). Het plangebied is weergegeven op de Verbeelding van het onderhavige bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw", zie hieronder bij Afbeelding 1.3.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0003.png"

Afbeelding 1.3: Ligging plangebied, met daarop aangegeven de nieuwe bestemmingen volgens de voorgestelde nieuwe verbeelding d.d. 2 september 2024

1.6 Paraplubestemmingsplannen

Voor onder andere het onderhavige plangebied gelden de volgende paraplu-bestemmingsplannen:

  • Parapluplan Parkeren (vastgesteld d.d. 29 april 2021, inmiddels onherroepelijk van kracht).
  • Parapluplan Bed en Breakfast (vastgesteld d.d. 30 juni 2022, inmiddels onherroepelijk van kracht).
  • Parapluplan Onzelfstandige Bewoning en Logies Arbeidsmigranten (vastgesteld d.d. 28 april 2022, nog niet onherroepelijk van kracht; er loopt nog een beroepszaak bij de Afdeling bestuursrechtspraak bij de Raad van State) tegen dit plan.

1.7 Voorbereidingsbesluiten

Voor onder andere het gebied, waarvoor de hierboven beschreven plannen zijn opgesteld, gelden op het moment van de vaststelling van het onderhavige bestemmingsplan geen voorbereidingsbesluiten.

1.8 Opbouw Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan is een juridisch bindend plan voor zowel de overheid als voor de burgers. In een bestemmingsplan wordt de bestemming, ofwel de functie van de grond, aangewezen. Ook geeft het bestemmingsplan regels over het gebruik van de grond en wat daarop gebouwd mag worden. Aanvragen omgevingsvergunningen moeten worden getoetst aan het bestemmingsplan. Een bestemmingsplan bestaat uit een toelichting, een verbeelding en uit de planregels.


Toelichting

De toelichting wordt opgesteld overeenkomstig artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In de toelichting is opgenomen:

  1. a. een verantwoording van de in het plan gemaakte keuze van bestemmingen;
  2. b. een beschrijving van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding;
  3. c. de uitkomsten van het in artikel 3.1.1 Bro bedoelde overleg;
  4. d. de uitkomsten van het met toepassing van artikel 3.2 van de Algemene wet bestuursrecht verrichte onderzoek;
  5. e. een beschrijving van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken;
  6. f. de inzichten over de uitvoerbaarheid van het plan.


Omdat bij de voorbereiding van het bestemmingsplan geen milieueffectrapport als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer is opgesteld, worden in de toelichting, conform artikel 3.1.6, lid 5 Bro, ten minste neergelegd:

  1. a. een beschrijving van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden;
  2. b. voor zover nodig een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met overige waarden van de in het plan begrepen gronden en met de verhouding tot het aangrenzende gebied;
  3. c. een beschrijving van de wijze waarop krachtens hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer (Wm) vastgestelde milieukwaliteitseisen bij het plan zijn betrokken.


Verbeelding

De verbeelding, een (digitale) kaart, geeft de bestemming van de grond aan met daarbij eventuele aanduidingen zoals bouwvlakken. Door op de (digitale) verbeelding te kijken is te zien welke bestemmingen en mogelijke aanduidingen er gelden. De verbeelding is gemaakt conform de laatste afspraken volgens het Informatie Model Ruimtelijke Ordening (IMRO) en de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP) 2012 (zie Afbeelding 1.4 hieronder.

Planregels

De planregels geven de gebruiksmogelijkheden aan van de grond en deze geven ook aan op welke wijze de gronden bebouwd mogen worden. In het vormgeven van de planregels wordt aangesloten bij de standaarden volgens de SVBP 2012.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0004.png"

Afbeelding 1.4: Verbeelding van het bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" (versie d.d. 2 september 2024)

1.9 Juridische Procedures Ten Behoeve Van Het Bestemmingsplan

1.9.1 Bestemmingsplanprocedure ex artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening (Wro)

Voor het bestemmingsplan wordt de voorgeschreven voorbereidingsprocedure gevoerd volgens artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Dit houdt in dat het bestemmingsplan als ontwerp op grond van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zes weken ter inzage is gelegd voor de zienswijzenprocedure. Deze zienswijzenprocedure liep van 20 december 2023 tot en met 30 januari 2024. Er zijn in die periode 19 brieven met zienswijzen ingediend. Voor de behandeling van deze zienswijzen verwijzen wij naar Paragraaf 8.6 van deze Toelichting en naar de opgestelde "Nota zienswijzen bestemmingsplan 'Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw' " d.d. 28 augustus 2024.

1.9.2 Het toepassen van de Crisis- en herstelwet (Chw)

Aangezien met het project met de geplande bouw van veertien eengezinswoningen wordt voldaan aan de criteria van de Crisis- en herstelwet (Chw) kan deze wet worden toegepast voor het onderhavige project. Het project voldoet namelijk aan de criteria die zijn genoemd in artikel 3, lid 3.1, van Bijlage I bij de Crisis- en herstelwet (Chw). Er is namelijk sprake van “ontwikkeling en verwezenlijking van werken en gebieden (…..) ten behoeve van de bouw van meer dan 11 woningen in een aaneengesloten gebied of de herstructurering van woon- en werkgebieden”. Er worden met het onderhavig bestemmingsplan 10 zogenoemde "boswoningen" en 4 zogenoemde "poortwoningen" mogelijk gemaakt. Er worden derhalve 14 woningen mogelijk gemaakt in het plangebied. De Crisis- en herstelwet (Chw) kan daarom worden toegepast.

Het bestemmingsplan is een project zoals is bedoeld in Bijlage I, artikel 3, lid 3.1 (de bouw van meer dan 11 woningen in een aaneengesloten gebied) van de Crisis- en herstelwet (waardoor Afdeling 2 van Hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing is).

Conform het bepaalde in artikel 11 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet bij de bekendmaking van dit besluit te vermelden dat Afdeling 2, van Hoofdstuk 1, van de Crisis- en herstelwet, van toepassing is. Verder wordt bij het besluit en bij de bekendmaking van het besluit voorts vermeld:

  1. a. dat de beroepsgronden in het beroepschrift worden opgenomen.
  2. b. het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, indien binnen de beroepstermijn geen gronden zijn ingediend, en
  3. c. deze na afloop van de beroepstermijn niet meer kunnen worden aangevuld.

Dat de Crisis- en herstelwet (Chw) van toepassing is, is ook vemeld in de bekendmaking van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. Dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is zal ook worden opgenomen in het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan, en dit zal ook worden opgenomen bij de bekendmaking van het vastgestelde bestemmingsplan voor de zogenoemde beroepstermijn.

1.10 Omgevingsvergunning Voor Het Afwijken Van Het Bestemmingsplan Voor De Huisvesting Van Arbeidsmigranten

Op het moment van de opstelling van het onderhavige ontwerpbestemmingsplan (november 2023) en de vaststelling van het bestemmingsplan (september/oktober 2024) geldt er nog een Omgevingsvergunning voor de tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten in de bestaande gebouwen op De Grote Bunte. Op 24 januari 2022 werd deze Omgevingsvergunning verleend. Tegen deze Omgevingsvergunning werd bezwaar en beroep ingesteld. De rechtbank Gelderland heeft d.d. 1 mei 2024 uitspraak gedaan waarbij werd uitgesproken dat het beroep tegen de genoemde Omgevingsvergunning ongegrond was. Deze uitspraak is toegevoegd als Bijlage 48 aan de Toelichting van het bestemmingsplan.

1.11 Omgevingsvergunning Voor De Verbouwing, Restauratie- En De Uitbreiding Van Het Landhuis De Grote Bunte

Er is op 19 april 2022, na een aanvraag daartoe, een Omgevingsvergunning verleend op grond van artikel 4 van Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor), de afwijkingsprocedure via de kruimelgevallenregeling, voor de verbouwing, restauratie en de uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte waaronder het historische Landhuis. Dit vooruitlopend op de inwerkingtreding van het onderhavige bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0005.png"

Afbeelding 1.5: Kaart met daarop aangegeven de huidige vigerende bestemmingen van het gebied waarbinnen de omgevingsvergunning is verleend d.d. 19 april 2022; met daarop aangegeven de bestemming "Maatschappelijk" en de bestemming "Bos'' (tekening d.d. 29 maart 2022)

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0006.png"

Afbeelding 1.6: Kaart met het projectgebied voor de d.d. 19 april 2022 verleende Omgevingsvergunning, met de nieuwe toekomstige functies en met daarop aangegeven het huidige Landhuis De Grote Bunte en de nieuwe uitbreiding van het Landhuis, en het Koetshuis (tekening d.d. 29 maart 2022)

Afwijkingen van het vigerende bestemmingsplan "Molenbeek" volgens de d.d. 19 april 2022 verleende Omgevingsvergunning (op basis van de ingediende aanvraag Omgevingsvergunning)

Bouwkundige afwijkingen verleende Omgevingsvergunning ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan "Molenbeek".
Nr. Omschrijving Bestemmings-plan Landhuis De Grote Bunte met uitbreiding Koetshuis van het Landhuis De Grote Bunte
Situatie bouwplan volgens de aanvraag
Situatie bouwplan volgens de aanvraag
1. Bouwhoogte hoofdgebouw. 14.00 m. (en de max. goothoogte van 10.00 m.). Bouwhoogte: ca. 12,4 m. + 0.80 m. = 13.20 m.
Goothoogte: ca. 9.00 m.
Bouwhoogte: ca. 9.00 m.
2. Bouwhoogte aanbouw. (bijbehorend bouwwerk) 8.00 m. (en de max. goothoogte van 3 m.). Bouwhoogte: 9.53 m. + 0,80 m. = 10.33 m.
Goothoogte: circa 8.93 m.
n.v.t.
3. Diepte van het aangebouwde bijbehorende bouwwerk. 59.00 m. toegestaan volgens de Verbeelding. ca. 47.45 m. (incl. hal). n.v.t.
4. Maximum bebouwingspercenta-ge. 30% n.v.t. n.v.t.
5. Bedrijfswoning/ Beheerderswoning n.v.t. 1

Tabel 1.A: Bouwkundige afwijkingen van de verleende Omgevingsvergunning ten opzichte van

het vigerende bestemmingsplan "Molenbeek''

Uit de bovenstaande Tabel 1.A blijkt dat de bouwhoogte van de nieuwe aanbouw aan het landhuis volgens het bouwplan afwijkt van de Regels van het bestemmingsplan “Molenbeek” (=hoger). Ook de goothoogte van de nieuwe aanbouw aan het landhuis wijkt af van de Regels van het bestemmingsplan “Molenbeek” (=hoger).

Qua gebruik / qua bestemming / qua functie past de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte binnen de vigerende bestemming “Maatschappelijk”. Maar het toegestane gebruik binnen de bestemming “Maatschappelijk” werd met de verleende omgevingsvergunning beperkt tot een “maatschappelijke voorziening” in de vorm van een “maatschappelijke voorziening voor (dementerende) ouderen”, met 36 zorgappartementen. Op zich past deze aangevraagde maatschappelijke voorziening qua gebruik binnen de Regels van het bestemmingsplan “Molenbeek”, maar het gebruik voor maatschappelijke voorzieningen werd bij deze verleende omgevingsvergunning wel beperkt tot zorgappartementen voor dementerende ouderen.

Ook worden in het koetshuis functies toegestaan die niet volledig overeenkomen met het bestemmingsplan “Molenbeek”, zo wordt er aldaar een bedrijfswoning/beheerderswoning en een kantoor met faciliterende voorzieningen toegestaan.

De Omgevingsvergunning voor de verbouw, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte is d.d. 19 april 2022 verleend. De bedoelde Omgevingsvergunning ten behoeve van de woon-zorg voorziening ten behoeve van een maatschappelijk voorziening ten behoeve van 36 zorgappartementen is qua ruimtelijke ordening één op één opgenomen in het onderhavige bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw".

Zie voor de verleende Omgevingsvergunning d.d. 19 april 2022, Bijlage 37 bij deze Toelichting.

Zie voor het "Rapport m.b.t. een goede ruimtelijke ordening voor de verbouw-, restauratie-, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte", Bijlage 38 bij deze Toelichting.

Zie voor de Bijlagen bij het "Rapport m.b.t. een goede ruimtelijke ordening voor de verbouw-, restauratie-, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte", Bijlage 39 bij deze Toelichting.

Zie voor de (aanvullende) Bijlage bij het "Rapport m.b.t. een goede ruimtelijke ordening voor de verbouw-, restauratie-, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte", Bijlage 40 bij deze Toelichting.

Zie voor het laatste aanvullende onderzoek Rapportage Stikstofberekening GRAS Advies (Projectcode P01196 Versie V5) d.d. 30 november 2023, Bijlage 41 bij deze Toelichting.

Voor de verleende Omgevingsvergunning voor de verbouwing, restauratie-, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte wordt verder verwezen naar Paragraaf 3.15 van deze Toelichting.



1.12 Leeswijzer

Na een inleidend hoofdstuk, waarin onder meer wordt ingegaan op de aanleiding en het doel van de plannen voor het plan voor de herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte, inclusief de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte, wordt in Hoofdstuk 2 het Beleidskader beschreven. Het gaat daarbij om Rijksbeleid, het beleid van de provincie Gelderland, en het beleid van de gemeente Nunspeet. In Hoofdstuk 3 wordt het onderhavige nieuwe Initiatief / het nieuwe Plan beschreven. Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van de (cultuur-)geschiedenis van het plangebied, en beschrijft het (voor)onderzoek naar de eventuele archeologische waarden. In Hoofdstuk 5 wordt de uitvoerbaarheid van het nieuwe plan beschreven in het licht van de milieukundige en planologische aspecten. Dit Hoofdstuk geeft aan op welke wijze met de diverse omgevingsaspecten, zoals milieu [bodem, geluid(hinder), luchtkwaliteit, bedrijven en milieuzonering, externe veiligheid, duurzaamheid, milieueffectrapportage], wateraspecten/waterparagraaf, ecologie, stikstofonderzoek, Bomen Effect Analyse, verkeersonderzoek, onderzoek naar het parkeren, bezonningsonderzoek, en het Beheerplan rekening is gehouden.

In Hoofdstuk 6 wordt de juridische planbeschrijving gegeven. In dit hoofdstuk worden de Regels nader toegelicht.

In Hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van het plan. In Hoofdstuk 8 wordt de wijze beschreven waarop burgers, bedrijven en andere organisaties, bij de voorbereiding van het plan zijn betrokken.

Verwijzingen in een paragraaf naar een andere paragraaf elders in dit bestemmingsplan en opmerkingen over de inhoud of conclusies van de paragraaf staan in tekstblokken in kaders, zoals hieronder als voorbeeld wordt weergegeven:

(…) voorbeeld (…)”

Hoofdstuk 2 Beleidskader

2.1 Rijksbeleid

2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) benoemt een aantal aspecten van nationaal ruimtelijk belang. Het betreft de bescherming van de waterveiligheid aan de kust en rond de grote rivieren, bescherming en behoud van de Waddenzee en enkele werelderfgoederen, de uitoefening van defensietaken, de ecologische hoofdstructuur, de elektriciteitsvoorziening, de toekomstige uitbreiding van het hoofd(spoor)wegennet en de veiligheid rond rijksvaarwegen. Voorts betreft het enkele specifieke gebieden zoals de mainportontwikkeling van Rotterdam en Schiphol.

In het Barro heeft het Rijk voor deze onderwerpen regels opgesteld waarmee de SVIR juridisch is verankerd richting de lagere overheden. Via het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn deze regels aanvullend vastgelegd.

In de structuurvisie worden, naast de onderwerpen van nationaal belang, accenten gelegd op het gebied van bestuurlijke verantwoordelijkheden. Het beleid betekent een decentralisatie van rijkstaken en bevoegdheden. Het Rijk gaat zo min mogelijk op de stoel van provincies en gemeenten zitten, en lagere overheden, burgers en bedrijven krijgen, zolang het nationaal belang niet in het geding is, de ruimte om oplossingen te creëren.

Het Rijk heeft drie doelen gekozen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  1. 1. Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  2. 2. Het verbeteren en ruimtelijk zeker stellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  3. 3. Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Nationaal landschap

Nationale landschappen zijn gebieden met internationaal zeldzame en nationaal kenmerkende kwaliteiten op landschappelijk, cultuurhistorisch en natuurlijk gebied. Deze kwaliteiten moeten worden behouden, duurzaam beheerd, en waar mogelijk versterkt. Uitgangspunt is 'behoud door ontwikkeling': mits de kernkwaliteiten worden behouden of versterkt (ja, mits principe) zijn binnen Nationale landschappen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Er is ruimte voor ten hoogste de natuurlijke bevolkingsgroei (migratiesaldo nul) en voor regionale en lokale bedrijvigheid. De Veluwe is aangewezen als een Nationaal Landschap vanwege de volgende kernkwaliteiten: schaalcontrast van zeer open naar besloten, actieve stuifzanden, en de grootte, en aaneengeslotenheid van het bos.

Ladder duurzame verstedelijking

Een meer algemeen onderwerp uit de SVIR is "duurzame verstedelijking". Via de "Ladder voor duurzame verstedelijking" wordt een zorgvuldige afweging en besluitvorming geborgd bij ruimtelijke vraagstukken in stedelijk gebied. Het gebruik van deze ladder is opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), artikel 3.1.6, lid 2 tot en met 4.

De "Ladder voor duurzame verstedelijking" richt zich op nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Artikel 3.1.6, lid 2 luidt (na de wetswijziging per 1 juli 2017) als volgt: "De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien".

Het Bro beschrijft wat een stedelijke ontwikkeling is. Daar wordt het volgende onder verstaan: "een ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen". Onder "bestaand stedelijk gebied" wordt het volgende verstaan: "bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur."

Door het toenmalige Ministerie van Infrastructuur en Milieu is een (digitale) handreiking gemaakt. Deze "Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking" werkt verder uit hoe met de Ladder voor duurzame verstedelijking omgegaan moet worden. Voor een verdere uitleg van de Ladder voor duurzame verstedelijking wordt daarom naar die handreiking verwezen.

De toetsing aan de Ladder voor duurzame verstedelijking vindt plaats in onderstaande Paragraaf 2.1.4 van deze Toelichting. Er wordt daarom verwezen naar deze Paragraaf 2.1.4.

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Gebiedsgericht. Planspecifiek

Het plangebied ligt niet in één van de aangewezen gebieden, zijnde een Natura 2000-gebied of een anderszins aangewezen natuurgebied. Meer hierover is opgenomen in Paragrafen 5.3 en 5.4 van deze Toelichting.

Er wordt verwezen naar de Paragrafen 5.3 en 5.4 van deze Toelichting voor aspecten met betrekking tot de ecologie en de gebiedsbescherming.


2.1.2 Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

Op 11 september 2020 is de nieuwe Nationale Omgevingsvisie (NOVI) vastgesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. De NOVI zal de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vervangen. Dit laatste zal - hoewel de NOVI is vastgesteld op grond van de (oude) Wet ruimtelijke ordening (Wro) - gebeuren op het moment dat de (nieuwe) Omgevingswet in werking treedt (op 1 januari 2024).

Met de NOVI geeft het Rijk een langetermijnvisie op de toekomst en ontwikkelingen van de leefomgeving in Nederland. In de NOVI wordt ingegaan op urgente opgaven, die zowel lokaal, nationaal, als wereldwijd spelen. Deze opgaven omvatten onder andere klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid, en woningbouw. Het uitgangspunt in de aanpak is dat ingrepen in de leefomgeving niet los van elkaar plaatsvinden, maar in samenhang.

Nationale belangen en prioriteiten

Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 brengt de NOVI de lange termijnvisie in beeld. Er zijn 21 nationale belangen bij de fysieke leefomgeving waarbij het Rijk een rol voor zichzelf ziet en waarvoor het kabinet in politieke zin aanspreekbaar is. De behartiging van de nationale belangen, en de realisatie van de daaruit voortvloeiende beleidsdoelen en opgaven gebeurt niet alleen door het Rijk.

Er zijn vier prioriteiten waar het Rijk op wil sturen en richting geven:

  • Prioriteit 1: Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie.
  • Prioriteit 2: Duurzaam economisch groeipotentieel.
  • Prioriteit 3: Sterke en gezonde steden en regio's.
  • Prioriteit 4: Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied.

Afwegingsprincipes

De druk op de fysieke leefomgeving in Nederland is zo groot, dat belangen soms botsen. Het streven is om een combinatie te maken en win-win-situaties te creëren, maar dit is niet altijd mogelijk. Soms zijn er keuzes nodig en moeten belangen worden afgewogen. Hiertoe gebruikt de NOVI drie afwegingsprincipes:

  1. 1. Combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies: met de NOVI wordt gezocht naar maximale combinatiemogelijkheden tussen functies, gericht op een efficiënt en zorgvuldig gebruik van de ruimte.
  2. 2. Kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal: wat de optimale balans is tussen bescherming en ontwikkeling, tussen concurrentiekracht en leefbaarheid, verschilt van gebied tot gebied. Sommige opgaven en belangen wegen in het ene gebied zwaarder dan in het andere.
  3. 3. Afwentelen wordt voorkomen: het is van belang dat de leefomgevingen zoveel mogelijk voorzien in mogelijkheden en behoeften van de huidige generatie van inwoners zonder dat dit ten koste gaat van die van toekomstige generaties.

Uitvoeringsagenda

De NOVI gaat vergezeld van een Uitvoeringsagenda, waarin staat aangegeven hoe het Rijk invulling geeft aan zijn rol bij de uitvoering van de NOVI. In de Uitvoeringsagenda is onder andere een overzicht opgenomen van instrumenten en (gebiedsgerichte) programma's op de verschillende beleidsterreinen. De Uitvoeringsagenda zal, indien nodig, jaarlijks worden geactualiseerd.

NOVI - Planspecifiek

Het onderhavige bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" maakt de bouw van 14 nieuwe vrijstaande woningen mogelijk, met daarbij een maatschappelijke voorziening ten behoeve van dementerende / zorgbehoevende ouderen. Het bestemmingsplan past binnen de beleidsdoelstellingen van de NOVI. De behoefte aan de nieuwe woningen en aan de maatschappelijke voorziening in de vorm van een woon-zorg voorziening voor dementerende / zorgbehoevende ouderen wordt onderbouwd in de onderstaande Paragraaf 2.1.4 van deze Toelichting. In die Paragraaf vindt ook de toetsing plaats aan de Ladder voor duurzame verstedelijking.

Het onderhavige bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" maakt de bouw van 14 nieuwe vrijstaande woningen mogelijk. Daarnaast wordt een maatschappelijke voorziening ten behoeve van dementerende bejaarden / zorgbehoevende ouderen mogelijk gemaakt. Het bestemmingsplan past binnen de beleidsdoelstellingen van de NOVI.

De behoefte aan de nieuwe woningen en aan de maatschappelijke voorziening in de vorm van een woon-zorg voorziening voor dementerende / zorgbehoevende ouderen wordt onderbouwd in Paragraaf 2.1.4 van deze Toelichting. In die Paragraaf vindt ook de toetsing plaats aan de Ladder voor duurzame verstedelijking.

2.1.3 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Het Rijk heeft met het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) de nationale ruimtelijke belangen juridisch vastgelegd. Enerzijds betreft het de belangen die reeds in de (ontwerp-) AMvB Ruimte uit 2009 waren opgenomen en anderzijds is het Barro aangevuld met onderwerpen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Het besluit is op 30 december 2011 (aangevuld 1 oktober 2012) in werking getreden.

Barro Planspecifiek

Het plangebied ligt niet in een van de aangewezen gebieden, zoals een Natura 2000-gebied, of een NNN-gebied (GNN-gebied). Het Barro vormt derhalve geen belemmering voor het voorliggende plan.

Het Barro doet geen uitspraken met betrekking tot situaties binnen het projectgebied, zoals de herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte te Nunspeet. Het Barro vormt derhalve geen belemmering voor het voorliggende plan.

Het plangebied ligt niet in een van de aangewezen gebieden, zoals een Natura 2000-gebied, of een NNN-gebied (GNN-gebied). Het Barro vormt geen belemmering voor het voorliggende plan. Zie ook de Paragrafen 5.3 en 5.4 van deze Toelichting.

2.1.4 Ladder voor Duurzame Verstedelijking - Planspecifiek

2.2 Provinciaal Beleid

2.2.1 Omgevingsvisie Gaaf Gelderland en de Omgevingsverordening

In de Omgevingsvisie Gaaf Gelderland (december 2018) staan de hoofdlijnen van het provinciale ruimtelijk beleid verwoord. Dit is verder uitgewerkt in de provinciale Omgevingsverordening.

In de Omgevingsvisie is het ruimtelijk-maatschappelijk beleid uiteengezet, in de Omgevingsverordening wordt de juridische borging van het beleid geregeld om op die manier de provinciale belangen veilig te stellen. Vrijwel elke ontwikkeling in Gelderland heeft van doen met de inhoud van de Omgevingsvisie en met de bepalingen uit de Omgevingsverordening.

In de Omgevingsvisie Gaaf Gelderland (vastgesteld d.d. 19 december 2018) staan de hoofdlijnen van het provinciale ruimtelijk beleid verwoord.

De Omgevingsvisie is in principe uitsluitend bindend voor de provincie. In deze provinciale "visie op de toekomst"' schetst de provincie de gewenste ontwikkelingsrichtingen voor gebieden en te beschermen kwaliteiten (milieu, natuur, et cetera). Dit "toekomstbeeld" van het provinciale grondgebied wordt geborgd door de Omgevingsverordening.

De Omgevingsverordening is juridisch bindend voor alle ontwikkelingen binnen de provincie Gelderland (die middels uitgebreide afwijkingprocedures voor omgevingsvergunningen en middels bestemmingsplannen) mogelijk worden gemaakt. De Omgevingsverordening biedt regels voor ontwikkelingen ten einde het toekomstbeeld uit de Omgevingsvisie te realiseren en/of te beschermen. Om deze reden (en gezien de aard van het onderhavige plan) wordt het bestemmingsplan aan de regels uit de Omgevingsverordening getoetst.

2.2.2 Omgevingsvisie

De Omgevingsvisie beschrijft hoe de provincie de komende jaren wil omgaan met ontwikkelingen en initiatieven. De provincie heeft twee doelen gedefinieerd die de rol en kerntaken van de provincie benadrukken. Deze doelen zijn:

1. een duurzame economische structuurversterking.

2. het borgen van de kwaliteit en de veiligheid van onze leefomgeving.

De Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening integreren en verbinden het Waterplan, het Provinciaal Verkeer en Vervoerplan, het Streekplan (Structuurvisie), het Milieuplan en de Reconstructieplannen tot één plan en tot één verordening.

Omgevingsvisie en Omgevingsverordening bevatten de hoofdlijnen voor de volgende maatschappelijke opgaven in Gelderland voor:

  • water;
  • natuur en landschap;
  • cultuur en erfgoed;
  • milieu;
  • energietransitie;
  • landbouw;
  • verkeer en vervoer;
  • ruimtelijke ordening.

Met betrekking tot het wonen streeft de provincie er naar om vraag en aanbod op de woningmarkt met elkaar in balans te brengen en te houden. In de Regionale Agenda Wonen agenderen alle (relevante) partijen in een regio de regionale opgaven op het gebied van wonen. Zij maken afspraken over wat zij hieraan gaan doen. De provincie is één van de partijen. Als belangrijke doelgroepen van beleid zijn genoemd:

  • ouderen;
  • mensen met een zorgindicatie;
  • jongeren;
  • arbeidsmigranten;
  • middeninkomens.

De provincie Gelderland streeft op de woningmarkt naar een vraaggerichte in plaats van een aanbodgerichte benadering. De aangetoonde woningbehoefte (de vraag) zou moeten kunnen worden gefaciliteerd, in de vorm, op de plaats en op het moment dat die zich voordoet.

Omgevingsvisie - Planspecifiek

Er is sprake van een concrete plaatselijke vraag. Deze vraag past binnen het beleid zoals verwoord in de Omgevingsvisie Gelderland. Geconstateerd wordt daarom dat het plan in overeenstemming is met het provinciaal beleid zoals verwoord in de Omgevingsvisie Gelderland.

2.2.3 Omgevingsverordening

Er geldt heden (december 2023, het moment dat het ontwerpbestemmingsplan ter inzage werd gelegd) de (geconsolideerde) Omgevingsverordening Gelderland. De Omgevingsverordening van de provincie Gelderland is gebaseerd op de bovengenoemde Omgevingsvisie. Op dit moment geldt de Geconsolideerde Omgevingsverordening Gelderland 2023 (deze geldt per 1 januari 2023). De Omgevingsverordening Gelderland is door Provinciale Staten van Gelderland vastgesteld (per 1 januari 2023, laatstelijk vastgesteld d.d. 21 december 2022).

Een nieuw bestemmingsplan, zoals het onderhavige, moet worden getoetst aan de Regels van de Omgevingsverordening van de provincie.

Volgens artikel 2.1, lid 1 (regionale woonagenda) stellen de gemeentebesturen een Regionale Woonagenda op. Volgens artikel 2.1, lid 2 zullen Gedeputeerde Staten de Regionale Woonagenda vaststellen.

Volgens artikel 2 maakt een bestemmingsplan nieuwe woningen alleen mogelijk als die ontwikkeling past binnen een door Gedeputeerde Staten vastgesteld Regionale Woonagenda. Deze artikelen zijn van belang voor het onderhavige bestemmingsplan.

Omgevingsverordening - Planspecifiek

Een nieuw bestemmingsplan moet voldoen aan de Instructieregels voor bestemmingsplannen zoals deze in de Omgevingsverordening zijn opgenomen.

Het aantal nieuwe woningen dat wordt gebouwd volgens het onderhavige bestemmingsplan past in woningbouwbeleid van de provincie en van de gemeente (zie ook paragraaf 2.3.2 van deze Toelichting voor het gemeentelijke woningbouwbeleid), en zie ook de onderbouwing van de Ladder voor duurzame verstedelijking, Paragraaf 2.1.4 van deze Toelichting.

In een bestemmingsplan worden nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen slechts toegestaan wanneer dit past in het vigerende door Gedeputeerde Staten vastgestelde Regionale Woonagenda. Ten behoeve van de flexibiliteit is het in uitzonderlijke gevallen mogelijk om van een regionale woonagenda af te wijken. In dat geval moet onder andere aantoonbaar sprake zijn van afstemming met de gemeenten in de regio, omdat de ontwikkeling vooruitlopend op de actualisatie van het afsprakenkader mogelijk wordt gemaakt. In afdeling 2.1 van de Provinciale Verordening zijn artikelen met (instructie)regels voor de regionale woonagenda opgenomen.

Dit is van belang voor de onderbouwing van het onderhavige bestemmingsplan. Daarnaast is het beleid met betrekking tot "wonen" van belang voor het onderhavige bestemmingsplan. Zie de onderstaande artikelen van de Omgevingsverordening.

Hoofdstuk 2, Afdeling 2.1 Woonlocaties en recreatiewoningen

Artikel 2.1 (regionale woonagenda)

1. Per regio stellen de gemeentebesturen een regionale woonagenda op.

2. Gedeputeerde Staten stellen de regionale woonagenda vast, als de agenda in overeenstemming is met de regionale opgave en het meest recente provinciale beleid.

3. Als nog geen regionale woonagenda is vastgesteld of een noodzakelijke actualisatie van de vigerende regionale woonagenda nog niet heeft plaatsgevonden, beoordelen Gedeputeerde Staten, totdat die regionale woonagenda is vastgesteld of na actualisering opnieuw is vastgesteld een bestemmingsplan dat nieuwe woningen mogelijk maakt aan de volgende criteria:

  1. a. er wordt voldaan aan de eisen van de Ladder voor duurzame verstedelijking;
  2. b. de ontwikkeling past binnen het meest recente provinciale beleid;
  3. c. er heeft aantoonbaar regionale afstemming plaatsgevonden over deze ontwikkeling.

Artikel 2.2 (instructieregel bestemmingsplan doorwerking regionale woonagenda)

1. Een bestemmingsplan maakt nieuwe woningen alleen mogelijk als die ontwikkeling past binnen een door Gedeputeerde Staten vastgestelde regionale woonagenda.

2. Als een ontwikkeling niet past binnen de vigerende regionale woonagenda, kan een bestemmingsplan vooruitlopend op de eerstvolgende actualisatie van de regionale woonagenda nieuwe woningen toch mogelijk maken onder de volgende voorwaarden:

  1. a. er wordt voldaan aan de eisen van de Ladder voor duurzame verstedelijking;
  2. b. de ontwikkeling past binnen het meest recente provinciale beleid;
  3. c. er heeft aantoonbaar regionale afstemming plaatsgevonden over deze ontwikkeling, en
  4. d. Gedeputeerde Staten stemmen in met deze ontwikkeling.

Artikel 2.2a (monitoring woningbouw)

(.....)

Conclusie

Het aantal nieuwe woningen dat wordt gebouwd volgens het onderhavige bestemmingsplan past in woningbouwbeleid van de provincie en van de gemeente (zie ook Paragraaf 2.3.2 voor het gemeentelijke woningbouwbeleid, en zie ook de onderbouwing van de Ladder voor duurzame verstedelijking, Paragraaf 2.1.4). Er staan geen Regels in verband met wonen in de Omgevingsverordening die de vaststelling van het bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" te Nunspeet zouden kunnen belemmeren.

Er staan verder geen regels in de Omgevingsverordening die de vaststelling van het bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" belemmeren.

2.2.4 De Omgevingsverordening na 1 januari 2024

Op 1 januari 2024 is de nieuwe Omgevingsverordening van kracht geworden onder vigeur van de nieuwe Omgevingswet die op 1 januari 2024 van kracht is geworden. De voor dit bestemmingsplan van belang zijnde artikelen volgen hieronder:

Afdeling 5.3 Instructieregels omgevingsplan: landschap

Artikel 5.32 (oogmerk instructieregels over landschap)

Deze afdeling is opgenomen met het oog op de instandhouding en versterking van de landschappelijke diversiteit en kwaliteiten.

Artikel 5.33 (bescherming landschap algemeen)

  1. 1. Als een omgevingsplan een activiteit of ontwikkeling toelaat, bevat de toelichting op het omgevingsplan een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met de in het plangebied aanwezige kernkwaliteiten, in het bijzonder de nationale landschappen.
  2. 2. Als een activiteit of ontwikkeling leidt tot een aantasting van de kernkwaliteiten, laat het omgevingsplan die alleen toe als uit de toelichting op het omgevingsplan blijkt dat:
    1. a. per saldo sprake is van versterking van het landschap in lijn met de ontwikkeldoelen, bedoeld in de bijlage Kernkwaliteiten en ontwikkeldoelen landschap die in de betreffende Gelderse streek van toepassing zijn; en
    2. b. de versterking en de uitvoering hiervan worden vastgelegd.

(.....)

Artikel 5.42 (beschermen landschap landschap Gelderse streken: Randmeerkust)

Voor zover een omgevingsplan van toepassing is op locaties binnen de Gelderse streek Randmeerkust wordt bij een nieuwe activiteit of ontwikkeling rekening gehouden met de voor die streek vastgestelde kernkwaliteiten en ontwikkeldoelen van het landschap als bedoeld in bijlage Kernkwaliteiten en ontwikkeldoelen landschap Gelderse streek Randmeerkust.

(.....)

Artikel 5.44 (beschermen landschap Gelderse streken: Veluwe)

Voor zover een omgevingsplan van toepassing is op locaties binnen de Gelderse streek Veluwe wordt bij een nieuwe activiteit of ontwikkeling rekening gehouden met de voor die streek vastgestelde kernkwaliteiten en ontwikkeldoelen van het landschap als bedoeld in bijlage Kernkwaliteiten en ontwikkeldoelen landschap Gelderse streek Veluwe.

Conclusie m.b.t. Afdeling 5.3 Instructieregels omgevingsplan: landschap

De Gelderse streek Randmeerkust valt binnen de Gelderse streek Veluwe, en is daarmee een verbijzondering van de Gelderse streek Veluwe. Dit betekent dat de kernkwaliteiten van de Gelderse streek Veluwe voor dit gebied verder zijn uitgewerkt in de kernkwaliteiten die gelden binnen de Gelderse streek Randmeerkust, zoals genoemd onder artikel 5.42, en in het bijzonder in de bijlage Kernkwaliteiten en ontwikkeldoelen landschap Gelderse streek Randmeerkust. Het onderhavige bestemmingsplan tast de kernkwaliteiten zoals deze genoemd zijn in de bijlage Kernkwaliteiten en ontwikkeldoelen landschap Gelderse streek Randmeerkust niet aan.

Kernkwaliteit 2 en bijbehorend ontwikkeldoel (Gelderse streek Randmeerkust):

Kleinschalig half-open coulisselandschap langs de bosrand van de Veluwe met afwisseling van oude bouwlanden (open essen), houtwallen, buurtschappen, lanen, landgoederen, parkbossen en recreatievoorzieningen.

Ontwikkeldoel: Behouden en versterken van het kleinschalig landschap door o.a. herstel, aanleg en beheer van groene landschapselementen en zorgvuldig openhouden van oude bouwlanden.

Kernkwaliteit 3 en bijbehorend ontwikkeldoel (Gelderse streek Randmeerkust):

Historische Zuiderzeestraatweg van Amersfoort naar Zwolle: een dorpenweg op de flank van de Veluwe, inclusief historische steden Harderwijk en Elburg.

Ontwikkeldoel: De Zuiderzeestraatweg is en blijft een historische ontwikkelings-as, waarbij het van belang is te voorkomen dat dit een aaneengesloten stedelijk lint wordt in de gradiënt door het versterken van groene ruimten tussen de dorpen. het monumentaal karakter van Harderwijk en Elburg bewaren, herstellen en beleefbaar maken.

Ligging binnen Nationaal Landschap Veluwe

Landgoed De Grote Bunte ligt in Nationaal Landschap Veluwe, binnen het gebied Randmeerkust en binnen de Noordelijke Veluweflank (aldus de “Streekgids Randmeerkust, Ruimtelijke Kwaliteit en Landschap” van de Provincie Gelderland, d.d. februari 2022).

Op 31 augustus 2009 is het bestemmingsplan "Molenbeek" vastgesteld, waarbinnen ook het Landgoed De Grote Bunte valt. Daarmee is dit gehele plangebied, inclusief Landgoed De Grote Bunte, tot de bebouwde kom gaan behoren (en het plangebied ligt ook binnen de komgrens van de Bomenverordening 2021).

In de Omgevingsverordening geeft de provincie aan dat wat de regels voor het beschermen van het landschap betreft, het accent op het buitengebied ligt en dat verwacht wordt dat de gemeenten zelf de kwaliteiten van hun steden en dorpen beschrijven en daarmee rekening houden. Zoals hierboven is aangegeven, ligt Landgoed De Grote Bunte binnen de bebouwde kom.

Naast de omstandigheid dat Landgoed De Grote Bunte binnen de bebouwde kom ligt, is beoordeeld dat de kernkwaliteiten van dit gebied (zoals bedoeld in artikel 5.42 van de Omgevingsverordening van de provincie Gelderland) niet worden aangetast. De voor het landgoed bedoelde kernkwaliteiten en ontwikkeldoelen binnen het gebied Randmeerkust, zoals verwoord in de bijlage “Kernkwaliteiten en ontwikkeldoelen landschap Gelderse streek Randmeerkust”, behorende bij de Omgevingsverordening van de provincie Gelderland, zijn de volgende:

Kernkwaliteit en ontwikkeldoel:

Kleinschalig half-open coulisselandschap langs de bosrand van de Veluwe met afwisseling van oude bouwlanden (open essen), houtwallen, buurtschappen, lanen, landgoederen, parkbossen en recreatievoorzieningen. De bij deze kernkwaliteit behorende ontwikkeldoelen zijn het “Behouden en versterken van het kleinschalig landschap door onder andere herstel, aanleg en beheer van groene landschapselementen en zorgvuldig openhouden van oude bouwlanden.”

Het plan voor de Herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte, zoals met het onderhavige bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, herstelt het historische Landgoed De Grote Bunte, overeenkomstig het opgestelde "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten.

Kernkwaliteit en ontwikkeldoel:

Historische Zuiderzeestraatweg van Amersfoort naar Zwolle: een dorpenweg op de flank van de Veluwe, inclusief historische steden Harderwijk en Elburg. De bij deze kernkwaliteit behorende ontwikkeldoelen zijn “De Zuiderzeestraatweg is en blijft een historische ontwikkelings-as, waarbij het van belang is te voorkomen dat dit een aaneengesloten stedelijk lint wordt in de gradiënt door het versterken van groene ruimten tussen de dorpen. Het monumentaal karakter van Harderwijk en Elburg bewaren, herstellen en beleefbaar maken.”

De openheid die van belang is langs dit stedelijke lint, langs de vroegere Zuiderzeestraatweg, blijft ook bewaard door de 'specifieke vorm van waarde – openheid' die binnen het plangebied ligt, te behouden. Binnen het gebied met deze aanduiding kan er niet gebouwd worden, ook niet volgens het onderhavige nieuwe bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw".

'Specifieke vorm van waarde – openheid'

In het bestemmingsplan "Molenbeek" lag op een gedeelte aan de voorzijde van het Landgoed De Grote Bunte de ´specifieke vorm van waarde – openheid´. Deze 'specifieke vorm van waarde – openheid' wordt niet aangetast en deze aanduiding 'specifieke vorm van waarde – openheid' blijft ook in dit nieuwe bestemmingsplan behouden. Wij zijn dan ook van mening dat ook deze kwaliteit niet wordt aangetast door het onderhavige bestemmingsplan.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat de kernkwaliteiten van dit gebied niet worden aangetast met het onderhavige plan.

Afdeling 5.7 Instructieregels en omgevingsplan: ruimtelijke inrichting, ontwikkeling van gebieden en regionale samenwerking

Paragraaf 5.7.1 Woonlocaties en recreatiewoningen

Artikel 5.62 (oogmerk instructieregels over woonlocaties en recreatiewoningen)

Deze paragraaf is opgenomen met het oog op:

  1. a. een evenwichtige en toekomstbestendige woningvoorraad in Gelderland; en
  2. b. een duurzame exploitatie van recreatieparken.

Artikel 5.63 (regionale woonagenda)

  1. 1. Per regio stellen de gemeentebesturen samen met Gedeputeerde Staten een regionale woonagenda op.
  2. 2. De regionale woonagenda bevat in ieder geval afspraken over:
    1. a. het versnellen van de woningbouw;
    2. b. het duurzaam bouwen van woningen;
    3. c. het bouwen van betaalbare woningen;
    4. d. het bouwen van flexibele woningen; en
    5. e. het toekomstbestendig maken bestaande woningvoorraad.
  3. 3. De regionale woonagenda wordt ten minste eenmaal in de vier jaar geactualiseerd en wordt voorts tussentijds geactualiseerd zodra gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Artikel 5.64 (doorwerking regionale woonagenda)

  1. 1. Een omgevingsplan laat nieuwe woningen alleen toe als die ontwikkeling past binnen de regionale woonagenda.
  2. 2. Als een ontwikkeling niet past binnen de regionale woonagenda, kan een omgevingsplan vooruitlopend op de eerstvolgende actualisatie van de regionale woonagenda die ontwikkeling toch toelaten als:
    1. a. de gemeentebesturen in de regio in de gelegenheid zijn gesteld een zienswijze daarover naar voren te brengen; en
    2. b. Gedeputeerde Staten met deze ontwikkeling instemmen.

Conclusie m.b.t. paragraaf 5.7.1 Woonlocaties en recreatiewoningen

Het aantal nieuwe woningen dat wordt gebouwd volgens het onderhavige bestemmingsplan past in woningbouwbeleid van de provincie en van de gemeente (zie ook Paragraaf 2.3.2 voor het gemeentelijke woningbouwbeleid, en zie ook de onderbouwing van de Ladder voor duurzame verstedelijking, Paragraaf 2.1.4). Er staan geen regels in de Omgevingsverordening met betrekking tot de regionale woonagenda die de vaststelling van het bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" te Nunspeet belemmeren.

Algehele conclusie m.b.t. de provinciale Omgevingsverordening

Geconcludeerd wordt dat er geen regels in de Omgevingsverordening staan die de vaststelling van het bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" belemmeren.

Na de beoordeling van de van toepassing zijnde regels van de provinciale Omgevingsverordening wordt geconcludeerd dat er geen regels in de Omgevingsverordening staan die de vaststelling van het bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" in de weg staan.


2.3 Gemeentelijk Beleid

2.3.1 Omgevingsvisie Nunspeet 2030

De gemeenteraad van Nunspeet heeft op 20 november 2018 de Omgevingsvisie Nunspeet 2030 vastgesteld. De Omgevingsvisie loopt vooruit op de inwerkingtreding van de Omgevingswet die is gepland op 1 januari 2024. In deze Omgevingsvisie kijkt de gemeente met haar beleid vooruit tot circa 2030.

De Omgevingsvisie vormt de beleidsmatige basis voor het toekomstige Omgevingsplan van de gemeente. In de Omgevingsvisie wordt een strategische ontwikkelrichting voor de gemeente neergelegd. De Omgevingsvisie is opgesteld in NEO-verband, dus door de drie gemeenten Nunspeet, Elburg, en Oldebroek gezamenlijk.

In deel 2, onderdeel B, van de Omgevingsvisie is de centrale koers voor de drie NEO-gemeente uitgezet. Er zijn voor de gezamenlijke NEO-Omgevingsvisie de volgende overkoepelende thema's en opgaven uitgewerkt.

  1. 1. Leefbare dorpen met een actieve samenleving!
  2. 2. Aantrekkelijke omgevingskwaliteit en identiteit.
  3. 3. Een vitaal economisch klimaat.
  4. 4. Duurzaam, energieneutraal, en klimaatbestendig.
  5. 5. Bereikbaar, nabij- en toegankelijk.

In deel 2, Onderdeel C, van de Omgevingsvisie volgt een Gebiedsgerichte uitwerking voor de drie NEO-gemeenten. De volgende vijf deelgebieden worden hierbij onderscheiden:

Deelgebied 1: Grootschalig open landschap / Randmerengebied.

Deelgebied 2: Gemengd kleinschalig overgangsgebied.

Deelgebied 3: Natura 2000-gebied Veluwe.

Deelgebied 4: Agrarische enclaves.

Deelgebied 5: Kernen.

In deel 3 van de Omgevingsvisie is de visie voor de gemeente Nunspeet gegeven. De Thematische uitwerking (speerpunten) voor de gemeente Nunspeet zijn volgens deel 3, onderdeel B:

Thema 1: Versterken sociaal-economische positionering.

Thema 2: Een duurzame ontwikkeling van het (agrarische) buitengebied.

Thema 3: Een vitale toeristisch-recreatieve sector bereiken.

Thema 4: Ruimtelijk inpassen van duurzame energieopwekking.

Thema 5: Ontwikkeling stationsomgeving als levendig knooppunt in Nunspeet.

Thema 6: Milieu- en gezondheidsbeleid initiëren en accommoderen.

Thema 7: Behouden en versterken van de rijke cultuurhistorie van Nunspeet.

De gebiedsgerichte uitwerking voor de gemeente Nunspeet vindt plaats in Ideekaarten in deel 3, onderdeel C, namelijk:

Deelgebied 1: Grootschalig open landschap / Randmerengebied.

Deelgebied 2: Gemengd kleinschalig overgangsgebied.

Deelgebied 3: Natura 2000-gebied Veluwe.

Deelgebied 4: Kern Nunspeet.

Deelgebied 5: Kern Hulshorst.

Deelgebied 6: Kern en agrarische enclave Vierhouten.

Deelgebied 7: Kern en agrarische enclave Elspeet.

2.3.2 Woonvisie "Goed wonen in Nunspeet"

2.3.3 Geldend bestemmingsplan

Het geldende, vigerende bestemmingsplan, voor het grootste deel van het plangebied is het bestemmingsplan "Molenbeek" (vastgesteld d.d. 25 juni 2009).

Voor een klein deel van het nieuwe bestemmingsplangebied, de zuidwestelijke punt van het plangebied, met de bestemmingen "Groen" is gelegen in het plangebied van het bestemmingsplan "Nunspeet Noord en Oost" (vastgesteld d.d. 25 april 2013).

2.3.4 Welstandsbeleid gemeente Nunspeet

2.4 Conclusie Beleid

Het initiatief dat met dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, sluit aan bij het geschetste beleid van het Rijk, van de provincie Gelderland, en van de gemeente. Wat dit betreft kan het onderhavige bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" worden vastgesteld en daarna kan het plan / het project worden uitgevoerd.

Hoofdstuk 3 Het Initiatief / Het Plan

In dit hoofdstuk komt het initiatief aan bod. Daartoe wordt eerst inzicht gegeven in de huidige functie(s) en in de huidige bebouwing binnen het plangebied. Daarbij wordt mede de relatie met de omgeving betrokken. Daarna wordt concreet ingezoomd op het beoogde initiatief.

3.1 Huidige Situatie

3.1.1 Locatie Landgoed De Grote Bunte, met adres Grote Bunteweg 11 te Nunspeet

In de huidige situatie is er het Landgoed De Grote Bunte op het perceel met het adres Grote Bunteweg 11 te Nunspeet, aanwezig. Op het Landgoed bevindt zich het Landhuis De Grote Bunte. Naar aanleiding van de bouwaanvraag hiervoor is er op 19 april 2022 een omgevingsvergunning verleend voor de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte (zie Paragraaf 1.11 en zie Paragraaf 3.15 van deze Toelichting). Het adres is Grote Bunteweg 11 te Nunspeet.

Het Landgoed De Grote Bunte ligt aan de Elburgerweg te Nunspeet (het adres is Grote Bunteweg 11) en wordt begrensd door de Molenweg in het westen, de woonwijk Molenbeek in het noorden en het noordoosten, en de Aldi supermarkt met bijbehorend parkeerterrein aan de oostzijde.

Het huidige Landgoed dateert uit circa 1818, en de huidige bebouwing dateert uit circa 1882. Het Landgoed was oorspronkelijk veel groter dan nu en het strekte zich uit tot aan de Molenbeek. De vroegere boerderij ten oosten van het huidige Landgoed behoorde er oorspronkelijk ook toe. Deze is nu particulier eigendom.

In de afgelopen decennia is het Landgoed in gebruik geweest als groepsaccommodatie voor jongeren. Voor deze functie werden er gebouwen bijgebouwd. Sinds 2019 staat het Landgoed leeg en recent is een deel van de niet oorspronkelijke gebouwen gesloopt en alleen het Koetshuis en het hoofdgebouw, het Landhuis (gemeentelijk monument) zijn behouden.

De aanleg aan de voorzijde met een weiland, entreelaan en solitaire bomen rond en in een keerlus die zichtlijnen sturen, zijn waardevol en zijn kenmerkend voor de Engelse Landschapsstijl. Het Landgoed bestaat verder hoofdzakelijk uit bos waarin relicten van elementen van verschillende periodes te vinden zijn: greppels, paden en lanen. Er staan diverse monumentale bomen van meer dan 80 jaar oud. Het bos kent achterstallig onderhoud.

3.2 Het Nieuwe Inrichtingsplan Voor De Herontwikkeling Van Het Landgoed De Grote Bunte

3.2.1 Herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte

Het landgoed krijgt een nieuwe toekomst. Het wordt herontwikkeld tot een woon-zorgcomplex voor demente ouderen / zorgbehoevende ouderen, gekoppeld aan het Landhuis. Het hoofdgebouw en het koetshuis worden gerenoveerd. Het koetshuis zal worden gebruikt als kantoor (en als beheerderswoning). Een deel van het bos achter en naast het hoofdgebouw wordt ingericht als bostuin behorend bij het woon-zorgcomplex. Voor het functioneren van het complex is ook een parkeerterrein nodig.

Om de bouw van het woon-zorgcomplex financieel mogelijk te maken is het nodig dat een deel van het Landgoed wordt uitgegeven als kavels voor vrijstaande woningen. Er worden 10 boskavels ("boswoningen") uitgegeven in de westkant van het bos, en 4 kavels ten zuiden van de boerderij aan de entreelaan, "poortwoningen" genoemd.

De woningen, de "boswoningen" worden, op de meest zuidelijke woning na, ontsloten vanaf een bospad waarvan de toegang aan de Molenweg ligt. De meest zuidelijke woning wordt direct ontsloten vanaf de Molenweg.

De vrijstaande boswoningen worden gebouwd in het bos en de bouwvlakken waarop deze woningen gebouwd mogen worden zijn met zorg gekozen. De bouwvlakken zijn zo gelegen dat:

  • het de open of meest open plekken betreft.
  • monumentale bomen behouden blijven.
  • er zo weinig mogelijk bomen gekapt worden.

Om te komen tot een optimale positie van zowel het zorgcomplex, de nieuwe boswoningen aan de westzijde van het landgoed en de nieuwe ontsluitingsweg is gebruik gemaakt van twee cultuurhistorische onderzoeken en een analyse van de cultuurhistorische waardevolle elementen (zie pagina 10 t/m 12) van het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. 26 juli 2024). Dit heeft ertoe geleid dat:

  • gebouwen en wegen zo veel mogelijk gepositioneerd zijn op plekken waar geen sprake is van oude bosgrond, namelijk plekken waar in de geschiedenis van het landgoed open plekken, sier- of nutstuinen voorkwamen.
  • oude structuren als greppels rond voormalige moestuinen een natuurlijke grens vormen en ervaarbaar blijven in het terrein.
  • zo weinig mogelijk bomen gekapt hoeven worden.

De nieuwe eigenaren van zowel het woonzorgcomplex als de boswoningen zijn verplicht het bos in stand te houden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0013.jpg"

Afbeelding 3.1: De bovenstaande tekening d.d. 26 juli 2024 geeft het laatste inrichtingsplan, het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024, opgesteld door Baljon Landschapsarchitecten, weer (plankaart LB NGB 2024-07-26 plankaart in kleur.pdf)

3.2.2 Integrale opgave landschapsontwerp

De functiewijziging vraagt om een landschapsontwerp dat met aandacht voor de historische en ecologische waarden enerzijds, en de behoeften van de nieuwe gebruikers anderzijds, invulling geeft aan de toekomst van het Landgoed De Grote Bunte.

Het woon-zorgcomplex krijgt een omheinde tuin met een terras voor de twee woongroepen waar de bewoners zich veilig kunnen bewegen. Er moeten voldoende parkeerplaatsen zijn voor auto's en fietsen en er moet een rolstoel toegankelijke route worden gerealiseerd naar de entrees van het woon-zorgcomplex. De woningen en het woon-zorgcomplex moeten bereikbaar zijn voor nood- en hulpdiensten en moeten voldoende parkeerplaatsen hebben voor bewoners en bezoekers.

Voorafgaand aan het opstellen van het landschapsontwerp door Baljon Landschapsarchitecten zijn er onderzoeken uitgevoerd en adviezen uitgebracht ten aanzien van de staat van het bos en de bomen, de ecologische waarden van het terrein, de tuinhistorische waarden et cetera. Zie het onderzoek "Cultuurhistorische Parkanalyse Landgoed De Grote Bunte door B4o Landschapsarchitecten Stedenbouw Recreatieontwikkeling d.d. 2 maart 2019 (zie Bijlage 5 bij deze Toelichting), en zie voor het onderzoek naar de tuinhistorische waarden het rapport "Tuinhistorisch onderzoek De Grote Bunte" van het Adviesbureau Groene Monumenten d.d. april 2020, zie Bijlage 6 bij deze Toelichting. Voor het onderzoek naar de bomen zie onder meer het rapport "Advies Bosbeheer De Grote Bunte Nunspeet" van Buiting Advies Natuur en Landschap (juli 2021), zie Bijlage 7 bij deze Toelichting.

Voor de toekomst van het bos is het van belang dat het terrein een gezonde waterhuishouding heeft waarbij een teveel aan water wordt afgevoerd en zoveel mogelijk hemelwater lokaal infiltreert en dat er een advies klaar ligt voor de vervanging van beeldbepalende bomen en lanen voor als deze dood gaan.

Het door Baljon Landschapsarchitecten opgestelde landschapsontwerp is een integraal ontwerp waarin al deze aspecten zijn samengebracht. Het ontwerp beoogt de nieuwe functies en bebouwing als een nieuwe laag in te voegen in de bestaande situatie en tegelijkertijd het bos en en de landschappelijke aanleg een nieuwe impuls te geven met nieuw aan te planten bomen en beplantingen.

Bij de start ven het ontwerp is er een memo opgesteld waarin de deelopgaven zijn benoemd aan de hand van de diverse onderzoeken en adviezen. Dit memo is genoemd "Baljon Startmemo water- en inrichtingsplan Landgoed de Grote Bunte 2022-12-22.pdf" (zie Bijlage 49 bij deze Toelichting).

3.2.3 Tuinhistorisch onderzoek adviesburo Groene Monumenten

In de analyse van de cultuurhistorische waarde van de huidige situatie heeft adviesburo Groene Monumenten onderscheid gemaakt tussen 4 onderdelen van de buitenplaats:

  1. 1. Voortuin.
  2. 2. Tuinaanleg bij hoofd- en koetshuis.
  3. 3. Nutstuin of Hof.
  4. 4. Parkbos.

Zie het rapport van het adviesburo Groene Monumenten "Tuinhistorisch onderzoek De Grote Bunte" d.d. april 2020, Bijlage 6 bij de Toelichting.

Op elk van deze onderdelen is het park geanalyseerd op niveau van waarde. Dit is in beeld gebracht op een waardenkaart, waarbij 3 kleuren gehanteerd worden. Deze waardering volgt de Richtlijnen voor Tuinhistorisch Onderzoek zoals in 2012 was opgesteld door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

  • blauw: hoge monumentwaarde (van cruciaal belang voor de structuur en/of betekenis van de aanleg).
  • groen: positieve monumentwaarde (van belang voor de structuur en/of betekenis van de aanleg).
  • geel: indifferente monumentwaarde (van relatief weinig belang voor de structuur en/of betekenis van de aanleg).

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0014.png"

Afbeelding 3.2: Tekening Waardestelling huidige situatie, ontleend aan het rapport van adviesburo Groene Monumenten, "Tuinhistorisch onderzoek De Grote Bunte" d.d. april 2020 (zie Bijlage 6 bij deze Toelichting). Zie blz. 7 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten

Deze waardestelling leidt tot de volgende conclusies per onderdeel van het landgoed.

  1. 1. Elementen met hoge monumentwaarde
  • Voorterrein: de oostelijke oprijlaan met voorplein in landschapsstijl.
  • Nutstuin of Hof: de aanwezige watergangen als contouren van de nutstuin.
  • Parkbos: aanwezige watergangen en wandelpaden als eerste aanleg in een formele stijl + aanwezige monumentale bomen langs wandelpaden in landschapsstijl.
  1. 2. Elementen met positieve monumentwaarde
  • Voorterrein: openheid met doorzichten in landschapsstijl + aanwezige deel van westelijke oprijlaan in landschapsstijl.
  • Parkbos: aanwezige restant wandelpaden begeleid door laanbomen in landschapsstijl + gesloten kronendak van bomen en enkele monumentale bomen in landschapsstijl.
  1. 3. Elementen met indifferente monumentwaarde
  • De strook tussen Molenweg en westelijke oprijlaan (vele wijzigingen in inrichting).
  • De zone direct achter het woonhuis en rond de aanwezige bijgebouwen / parkeerplaats. (De oorspronkelijke aanleg is teveel verstoord en onherkenbaar).
  • De invulling en functie van de Nutstuin (enkel de contouren zijn nog gedeeltelijk aanwezig).

Uitgangspunten voor het Inrichtingsplan behorend bij de herontwikkeling:

  1. 1. aanwezige landschapsstijl-structuren zoveel mogelijk behouden, verwerken en/of versterken in nieuwe inrichting (cultuurhistorische oprijlanen, wandelpaden, begeleidende bomen, monumentale bomen, bomenlanen, openheid met doorzichten voorterrein en watergangen nutstuinen).
  2. 2. gesloten boomkronen en bosbomen in parkbos zoveel mogelijk behouden.
  3. 3. elementen met indifferente monumentwaarde, open plekken in het bos en plekken waar veel wijzigingen of verstoringen in de oorspronkelijke aanleg hebben plaatsgevonden benutten voor nieuwe functies zoals het zorgcomplex, woningen, nieuwe ontsluitingen en nieuwe groenstructuren zoals zorgtuinen, privétuinen en het versterken van groenstructuren in landschapsstijl.

3.2.4 Waardestelling tuinhistorie door het bureau B4o

In de analyse van de cultuurhistorische waarde van de huidige situatie heeft het bureau B4o onderscheid gemaakt tussen 4 verschillende thema's (zie het onderzoeksrappport van B4o "Cultuurhistorische Parkanalyse Landgoed De Grote Bunte", B4o van 2 maart 2019, zie Bijlage 5 bij deze Toelichting van het bestemmingsplan):

  1. 1. Structuur. Dit zijn de kenmerkende elementen die bepalend zijn of waren voor de indeling van het gebied.
  2. 2. Zichtlijnen. Zichtlijnen waren belangrijke uitgangspunten in het parkontwerp.
  3. 3. Bebouwing/elementen: verschillende constructies zijn kenmerkend voor de ontwikkeling en de geschiedenis.
  4. 4. Beplanting: uit de plaats van de beplanting, typerende soorten en enkele monumentale individuen, is het parkontwerp te herleiden.

Op elk van deze thema's is door Baljon Landschapsarchitecten het park geanalyseerd op niveau van waarde. Dit is in beeld gebracht op een waardenkaart van de huidige situatie, waarbij 3 kleuren zijn gehanteerd, volgens de richtlijnen van tuinhistorisch onderzoek.

Deze waardenstelling leidt tot de volgende uitgangspunten voor het Inrichtingsplan behorende bij de ontwikkeling van het Landgoed, te weten:

  1. 1. Behoud ensemble aan de voorzijde / zuidzijde van het Landgoed met open weide, lanen met keerlus, zichtlijnen van en naar het Landhuis, en beeldbepalende solitaire bomen in de rand en keerlus.
  2. 2. Behoud en versterken van de dichte bosrand aan de west-, noord-, en oostzijde.
  3. 3. Aanvullen en vernieuwen van het bos in de noordelijke helft van het Landgoed.
  4. 4. Waar mogelijk het benutten van de oorspronkelijke paden- en lanen structuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0015.png"

Afbeelding 3.3: De bovenstaande tekening geeft de waardestelling van de tuinhistorie weer. Ontleend aan het rapport "Cultuurhistorische Parkanalyse Landgoed De Grote Bunte", B4o Landschapsarchitectuur Stedenbouw Recreatieontwikkeling d.d. 2 maart 2019 (Bijlage 5 bij deze Toelichting). Zie blz. 8 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten

3.2.5 Positionering bouwvlakken

De kaart hieronder rechts toont aan dat de bouwvlakken van boswoningen gepositioneerd zijn op gronden die geen oude bosgronden zijn omdat er nu of in de eerdere geschiedenis van het landgoed open ruimtes waren.

De kaart hieronder links toont dat de bouwvlakken van de woningen buiten de zone ligt die in de waardestelling van Adviesburo Groene Monumenten als hoge monumentenwaarde is aangeduid, en dat op 2 na, de bouwvlakken buiten de zone met positieve monumentenwaarde blijven.

blauw: hoge monumentenwaarde

groen: positieve monumentenwaarde

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0016.png"

Afbeelding 3.4: Positionering bouwvlakken. Zie blz. 9 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten

3.2.6 Cultuurhistorische elementen

Op de tekening hieronder links is de Algemene hoogtekaart Nederland weergegeven. Op deze kaart zijn de oude structuren van greppels en paden herkenbaar.

Op de tekening hieronder rechts zijn de nog herkenbare structuren over de plankaart geprojecteerd zodat zichtbaar is waar deze opgepakt worden in het ontwerp.

De structuren zijn:

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0017.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0018.png"

Afbeelding 3.5: Tekening cultuurhistorische elementen in relatie tot het definitief Inrichtingsplan. Zie blz. 10 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten

3.2.7 Cultuurhistorische waardevolle bomen

In paragraaf 2.4 van het Definitief ontwerp-Inrichtingsplan d.d. 26 juli 2024 zijn de cultuurhistorisch waardevolle bomen weergegeven.

Op de kaart staan laanbomen, bomen die slinger- en wandelpaden begeleiden en solitaire bomen. Het betreft veelal elementen die vanuit de waardestelling als waardevol zijn aangemerkt.

3.2.8 Monumentale bomen

In paragraaf 2.5 van het Definitief ontwerp-Inrichtingsplan d.d. 26 juli 2024 zijn de monumentale bomen weergegeven (zie de onderstaande tekeningen).

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0019.png"

Afbeelding 3.6: Monumentale bomen. Zie blz. 12 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten

3.2.9 Bomenbestand

In paragraaf 2.6 van het Definitief ontwerp-Inrichtingsplan d.d. 26 juli 2024 wordt nader ingegaan op het bomenbestand.

Landgoed De Grote Bunte heeft een waardevol bomenbestand waarvan een deel ouder is dan 80 jaar. Deze bomen zijn beschermd en zijn opgenomen in de gemeentelijke lijst van monumentale bomen. Deze monumentale bomen blijven in principe behouden.

Het Landgoed De Grote Bunte bestaat voor een groot deel uit bos met daarin een aantal forse bomen.

De entreelanen en grote solitaire bomen aan de rand van de weide en in de keerlus zijn eveneens van belang vanuit de tuinhistorische waarde.

In het bos komen veel beuken en eiken voor. De entreelanen bestaan uit Amerikaanse eik, berk en beuk. Zowel de Amerikaanse eik en berk zijn geen soorten die passen bij de oorspronkelijke aanleg en zullen op termijn vervangen worden.

3.2.10 Bomenbestand basis van beuk en eik

In paragraaf 2.7 van het Definitief ontwerp-Inrichtingsplan d.d. 26 juli 2024 wordt nader ingegaan op het bomenbestand met basis van beuk en eik.

Het bos bestaat voor een groot deel uit beuk en zomereik. Dit zijn soorten die passen bij de oorspronkelijke aanleg.

De beuken hebben last van verdroging en wisselende grondwaterstanden.

Ook in het ensemble aan de voorzijde van het Landgoed spelen beuken en zomereiken een belangrijke rol. Er staan solitaire exemplaren in en aan de keerlus die de zichtlijnen van en naar het landhuis sturen. Een grote rode beuk is een van de meest beeldbepalende exemplaren.

Daarnaast bestaat de westzijde van de entreelaan uit beuken. Hier zijn al diverse exemplaren uitgevallen.

3.2.11 Bomenbestand niet gewenste soorten

In paragraaf 2.8 van het Definitief ontwerp-Inrichtingsplan d.d. 26 juli 2024 wordt aandacht besteed aan het bomenbestand van niet gewenste soorten.

Ook de esdoorn en de Amerikaanse eik komen frequent voor. De esdoorn is wat meer te vinden in het hart van het landgoed en rond het landhuis. De Amerikaanse eik is als bomenrij aangeplant ter hoogte van de voormalige entreelaan aan de westzijde van het weiland. Deze bomen en boomsoorten maken geen deel uit van de oorspronkelijke aanleg. Beide soorten zaaien sterk uit en verdringen andere soorten. Van de esdoorn worden alleen grote exemplaren behouden en het opschot verwijderd. De rij Amerikaanse eiken wordt bij uitval vervangen door lindes en ook hier geldt dat het opschot wordt verwijderd.

3.2.12 Ecologisch waardevolle bomen

In paragraaf 2.9 van het Definitief ontwerp-Inrichtingsplan d.d. 26 juli 2024 worden de ecologisch waardevolle bomen afgebeeld. De bomen met nest of kraamfunctie en balts- en paarfunctie voor vleermuizen en de bijbehorende aanvliegroute zijn specifiek aangegeven.

3.2.13 Dode bomen

In paragraaf 2.10 van het Definitief ontwerp-Inrichtingsplan d.d. 26 juli 2024 worden de dode bomen beschreven.

Dode bomen zullen mogelijk moeten worden verwijderd als deze een gevaar vormen of de herinrichting in de weg staan. Dode bomen zijn ook ecologisch interessant en worden zo veel en zo lang mogelijk behouden.

3.2.14 Huidige kabels en leidingen

In paragraaf 2.11 van het Definitief ontwerp-Inrichtingsplan d.d. 26 juli 2024 worden de huidige kabels en leidingen beschreven en op de kaart aangegeven.

Op twee plekken lopen er kabels en leidingen van oost naar west over het landgoed. In het zuiden (rood) ligt er een hoge druk gasleiding die blijft liggen en waar met de positie van de nieuwe bebouwing en beplanting rekening mee wordt gehouden.

De leidingen die ter hoogte van de keerlus over het Landgoed lopen worden aangesloten op een nieuw leidingtracé dat ook de nieuwbouw gaat voorzien.

Zie voor het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten, Bijlage 12 van de Toelichting (en zie ook Bijlage 2 bij de Regels van het Bestemmingsplan).

Zie voor het rapport Cultuurhistorische Parkanalyse Landgoed De Grote Bunte B4o d.d. 2 maart 2019, Bijlage 5 bij deze Toelichting.

Zie het rapport “Tuinhistorisch onderzoek De Grote Bunte” van buro Groene Monumenten, april 2020, Bijlage 6 bij deze Toelichting.

Zie voor het rapport "Advies Bosbeheer De Grote Bunte Nunspeet" van Buiting Advies Natuur Landschap (juli 2022), Bijlage 7 bij deze Toelichting.

Zie voor de BEA Conditiekaart d.d. 20 januari 2021, Bijlage 8 bij deze Toelichting.

Zie voor de BEA kaart Projectinvloeden d.d. 27 januari 2021, Bijlage 9 bij deze Toelichting.

Zie voor de Inmeting van de Bomen 01 2021, Bijlage 10 bij deze Toelichting.

Zie voor de BEA Tabel boomgegevens januari 2021, Bijlage 11 bij deze Toelichting.

3.3 Ontwerp

3.3.1 Inleiding

In paragraaf 3.1 van het Definitief ontwerp-Inrichtingsplan d.d. 26 juli 2024 is het ontwerp voor de herontwikkeling van het landgoed beschreven. Het ontwerp wordt themagewijs toegelicht.

De cultuurhistorische waardevolle entree is gehandhaafd en wordt versterkt met verjonging in het bomenbestand. De nieuwbouw van het zorgcentrum ligt in de as van het bestaande hoofdgebouw zodat dit vanaf de entreelaan en keerlus het historische beeld van het hoofdgebouw en het koetshuis aan de weide en keerlus niet verstoort.

Het parkeren voor het zorgcomplex is zo compact mogelijk vormgegeven aan de westzijde van het zorgcomplex in een zone waar nu relatieve openheid is. De looplijnen naar de entree van het zorgcomplex zijn kort.

De tuin van het zorgcomplex is vormgegeven als een omheinde bostuin die zich voegt naar het bos en inspeelt op de bestaande bomen en historische padenstructuur.

De nieuwe boskavels worden ontsloten vanaf een bospad op het landgoed zodat er aan de zijde van de Molenweg een dichte bosrand behouden blijft. De woonvlakken van de boskavels zijn op de meest open plekken gepositioneerd en blijven buiten de kroonprojectie van de grote en waardevolle bomen.

In de keerlus is een spiegelvijver en wadi toegevoegd waarin hemelwater geborgen wordt en die een bijdrage levert aan de ecologische kwaliteit van het landgoed.

3.3.2 Ontsluiting auto's en parkeren

In paragraaf 3.2.1 van het Definitief ontwerp-Inrichtingsplan d.d. 26 juli 2024 is de ontsluiting voor de auto's en het parkeren beschreven.

Het zorgcomplex en het koetshuis worden ontsloten vanaf de huidige entreelaan aan de Elburgerweg. Aan deze weg liggen ook 4 nieuwe kavels, de zogenoemde "poortwoningen".

De 10 zogenoemde "boswoningen" worden vanaf een bospad vanaf de Molenweg ontsloten. De twee ontsluitingen zijn volledig gescheiden.

De parkeerplaats voor het zorgcomplex en de kantoren met de bedrijfswoning (beheerderswoning) in het Koetshuis ligt ten westen van het zorgcomplex en telt 35 parkeerplaatsen. In de bouwaanvraag voor het zorgcentrum waren er parkeerkoffers voorzien aan de westzijde en aan de oostzijde van het hoofdgebouw. Echter uit het ecologisch advies bleek dat er ten oosten van het hoofdgebouw veel oude bomen staan die belangrijk zijn voor vleermuizen. Vleermuizen ervaren verstoring van autobewegingen en licht van koplampen en verlichting van de parkeerplaats. Om de verstoring te voorkomen, zijn in het huidige voorstel alle parkeerplaatsen voor het zorgcomplex ten westen van het hoofdgebouw gepland.

Per vrijstaande woning hanteert de gemeente Nunspeet een parkeernorm van 2 parkeerplaatsen per woning, mits deze naast elkaar zijn gelegen, en 0,3 bezoekersparkeerplaats. Bij elke boswoning (kavel 1 t/m 10) zijn daarom 2 parkeerplaatsen voorzien en aan het bospad zijn 3 parkeerplaatsen voor bezoekers voorzien.

Bij de 4 woningen (poortwoningen) aan de entreelaan zijn eveneens 2 parkeerplaatsen per woning voorzien. Deze liggen achter de voorgevellijn zodat de geparkeerde auto's weinig tot niet beeldbepalend zijn aan de entreelaan van het Landgoed. Ook voor deze woningen zijn 2 bezoekersparkeerplaatsen voorzien.

3.3.3 Ontsluiting fiets en fietsparkeren

In paragraaf 3.2.2 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten is de ontsluiting voor de fiets en het fietsparkeren beschreven.

De wegen op het Landgoed zijn shared space: auto, fiets en voetganger gebruiken dezelfde weg. De wegen zijn half verhard.

Voor het woon-zorgcomplex is er een overdekte fietsenberging aan de oostzijde van het hoofdgebouw gepland.

3.3.4 Ontsluiting voetgangers

In paragraaf 3.2.3 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten is de ontsluiting voor de voetgangers beschreven.

De wegen op het landgoed zijn shared space: auto, fiets en voetganger gebruiken dezelfde weg. De wegen zijn half verhard.

Het woon-zorgcomplex heeft 2 woongroepen. Deze hebben elk een eigen ingang. Vanaf de parkeerplaats is er een pad naar beide entrees. Het vloerpeil van de nieuwbouw is gelijk aan het vloerpeil van het bestaande Landhuis en ligt boven het maaiveld. Daarom zijn er aan beide zijden van de nieuwbouw hellingbanen voorzien naar de hoofdentrees en naar de entrees die naar de tuin leiden.

De tuin bij het woon-zorgcomplex is omheind en vanwege de doelgroep afgesloten. Voor bewoners zijn er paden in de bostuin die diverse ommetjes mogelijk maken.

Het bos wordt uitgegeven en is niet toegankelijk voor bezoekers.

Voor omwonenden is het mogelijk om een ommetje te maken aan de voorzijde van het landgoed: via de entreelaan, keerlus en terug naar de Elburgerweg via een graspad onder de bomen aan de westzijde van het weiland.

3.3.5 Afvalinzameling

In paragraaf 3.3 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten is de afvalinzameling beschreven.

Aan de noord-oostzijde van de keerlus voor het hoofdgebouw is een berging voorzien waarin ruimte is voor het parkeren van fietsen en voor rolcontainers voor afval. Deze plek is goed bereikbaar voor de vuilniswagen. De berging wordt door beplantingen aan het zicht onttrokken vanaf de hoofdentree.

De bewoners van de kavels aan de entreelaan kunnen hun kliko's aan hun oprit bij de weg zetten.

De bewoners van de kavels die ontsloten worden vanaf het bospad moeten hun kliko's naar de Molenweg brengen waar naast de entree van het bospad 9 opstelplekken naast elkaar zijn voorzien.

De meest zuidelijke kavel wordt direct ontsloten vanaf de Molenweg en plaatst de kliko aan de oprit aan de Molenweg.

3.4 Nood- En Hulpdiensten

In paragraaf 3.4 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten is geschreven over de nood- en hulpdiensten. Zie de tekeningen die in die paragraaf zijn opgenomen.

Nood- en hulpdiensten volgen de autoroutes op het Landgoed. Voor de brandweer zijn er opstelplekken voorzien aan de keerlus en aan het bospad.

Aan het einde van het bospad is er keergelegenheid voor de brandweer.

3.5 Materialen

3.5.1 Materialen - verhardingen

In paragraaf 3.5.1 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte van Baljon Landschapsarchitecten d.d. 26 juli 2024 is beschreven welke verhardingen worden toegepast.

De wegen en paden op het landgoed worden minimaal verhard en uitgevoerd in half verharding. Enkele paden blijven volledig onverhard (bosgrond).

De parkeervakken worden uitgevoerd in grasbetonstenen zodat water goed kan infiltreren. Er komt een vakaanduiding zodat het parkeren zo compact mogelijk is.

Rijweg:

  • Rijweg bospad en oprijlaan/lus: Achterhoeks Padvast, 35 cm dik, inclusief opsluitband.
  • Rijweg parkeerplaats: Achterhoeks Padvast, 25 cm dik, inclusief opsluitband.

Parkeren:

  • Grasbetonstenen met split, type: hydro Lineo 22, incl. opsluitband (ook als parkeervakmarkering).

Voetpaden:

  • Wandelpaden en terrassen zorgtuin en entreezone: Achterhoeks Padvast, 15 cm dik.
  • Bospaden: bestaande uit bosondergrond van bladeren en zand, begeleid met stammen.

Kliko-opstelplekken:

  • Grasbetonstenen met split, type: Hydro Lineo 22, inclusief opsluitband.

Brandweeropstelplekken:

  • Met zand gefundeerde bosgrond.

Zie verder blz. 26 van het boekwerk "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten.

3.5.2 Materialen verlichting

In paragraaf 3.5.2 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten zijn de materialen in verband met de toe te passen verlichting beschreven. Het verlichtingsplan beoogt een goede balans te zijn tussen veiligheid voor personeel en bewoners en minimale verstoring voor de fauna op het landgoed en de vleermuizen in het bijzonder.

Het terrein wordt daarom minimaal verlicht. Bij de parkeerplaats worden enkele lichtmasten met led-verlichting geplaatst, die zijn voorzien van sensoren waardoor de lichten alleen branden als er mensen zijn.

Ook bij de fietsenstalling is er dynamische verlichting.

De paden van de parkeerplaats naar de hoofdentrees van het zorggebouw en de entree van het Koetshuis worden eveneens verlicht.

In de tuin van het zorgcentrum is er alleen verlichting op de terrassen. Dit is lage verlichting en de lichtbron is naar de grond gericht.

Het bospad naar de "boswoningen" is niet verlicht.

Lichtmasten mogen maximaal 1 meter hoog worden (zie de Regels, waarin dit geregeld is bij de bouwvoorschriften).

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0020.png"

Afbeelding 3.7: Materialen Verlichting (verlichtingsplan). Zie blz. 27 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten

Er worden maatregelen voorgeschreven die lichthinder moeten tegengaan. In artikel 14.2 van de “Algemene bouwregels zijn in het vast te stellen bestemmingsplan Regels opgenomen met betrekking tot licht en lichthinder, dus met betrekking tot het verlichtingsplan.

In verband met “permanente mitigatie” - maatregelen in verband met de vleermuizen is het volgende geschreven als reactie op de verleende ontheffing d.d. 13 juni 2024 (blz. 12 en 13) op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) van de provincie Gelderland.

"Er is een verlichtingsplan opgesteld om de negatieve effecten op vleermuizen zo veel mogelijk te beperken. Uitgangspunt is dat het terrein zo min mogelijk wordt verlicht. Bij de parkeerplaats wordt naar beneden gerichte verlichting met sensoren aangebracht, waardoor de lichten alleen branden als er mensen zijn. Ook bij de fietsenstalling komt er dynamische verlichting. De verlichting langs de oprijlaan, de paden van de parkeerplaats naar de hoofdentree van het zorggebouw en de entree van het Koetshuis zal bestaan uit lage (hooguit 1 meter hoog), naar beneden gerichte verlichting. Dit geldt ook voor de verlichting op de terrassen in de tuin van het zorgcentrum. Bij de wandelpaden in de zogenoemde “bostuin” wordt geen verlichting aangebracht.

Om uitstraling van de binnenverlichting van het zorgcentrum naar de aanvliegroute en het kraamverblijf van de rosse vleermuis te voorkomen, worden aan de oostzijde van het gebouw de zonwerende screens voor de kozijnen van de zorgkamers voorzien van een tijd-/schemerschakelaar. De screens worden neergelaten wanneer het donker wordt zodat er geen licht uitstraalt naar buiten. Ruimtes met glas aan de oostzijde, maar zonder screens, zoals de verkeersruimten, krijgen armaturen met gerichte verlichting die geen strooilicht naar buiten veroorzaken.

In het verlichtingsplan is opgenomen dat het bospad naar de “boswoningen” niet wordt verlicht.

Lichtmasten mogen maximaal 1 meter hoog zijn, hetgeen is geregeld in de Regels van het bestemmingsplan.

Voor de vrijstaande woningen wordt per kavel in het Kavelpaspoort vastgelegd wat wel en niet mag en kan. Dit Kavelpaspoort maakt ook onderdeel uit van de koopovereenkomst. De volgende maatregelen met betrekking tot de verlichting zijn opgenomen in de Kavelpaspoorten:

- Alleen LED verlichting is toegestaan.

- Maximaal 700 lumen per lichtpunt.

- Maximaal 5 lichtpunten per woning.

- Armaturen met een gerichte bundel toepassen.

- Armaturen dienen afgeschermd te zijn aan de bovenzijde."

Het Verlichtingsplan is verder geborgd in de Algemene bouwregels, in artikel 14.2, van de Regels van het bestemmingsplan.

3.5.3 Materialen - hekken en omheiningen

In paragraaf 3.5.3 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten zijn de materialen van de hekken en van de omheiningen omschreven.

De tuin van het zorgcomplex is omheind. Het hekwerk van dubbelstaafmat van 1,20 hoog wordt in een beukenhaag geplaatst zodat de tuin groen omkaderd is. Dubbelstaafmathekwerken starten op circa 25 cm vanaf maaiveld. Dit is gedaan om vrije doorgang voor kleine zoogdieren zoals egel en steenmarter te bieden. Egelpoortjes zijn hier daarom niet nodig. (Zie artikel 3, lid 3.2, sublid 3.2.2., onder c. van de Regels).

De weide aan de voorzijde is voorzien van een afrastering van paal en prikkeldraad en/of schrikdraad zodat er vee in de weide kan lopen.

Op de erfgrenzen in het bos van de boskavels wordt paal en draad aangebracht zodat de eigendomsgrenzen duidelijk zijn. Regels omtrent erfafscheidingen van de boskavels en kavels aan de entreelaan zijn opgenomen in de Kavelpaspoorten.

Aan de noord- en oostzijde is het landgoed al omheind. Deze omheining blijft behouden. Er worden circa 10 egelpoortjes aangebracht in dit bestaande hekwerk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0021.png"

Afbeelding 3.8: Materialen - Hekken en Omheiningen. Zie blz. 28 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten

3.6 Trace Kabels En Leidingen

In paragraaf 3.6 van het Definitief ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 zijn de kabels en leidingen in het plangebied zichtbaar gemaakt.

De kabels en leidingen worden gebundeld in één tracé onder de rijbanen. De kabels en leidingen die vanaf de woningen Grote Bunteweg 12 en 14, de voormalige boerderij ten oosten van het hoofdgebouw, over het landgoed liepen, worden op dit tracé aangesloten. Hierdoor wordt het mogelijk om de wadi en de spiegelvijver in de keerlus te realiseren.

De bestaande hoge druk gasleiding blijft liggen op de huidige locatie. Deze is vrijgehouden van bebouwing en opgaande beplanting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0022.jpg"

Afbeelding 3.9: De bovenstaande tekening Kabels en Leidingen volgens het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten. (Plankaart LB NGB 2024-07-26 plankaart-A0 kabels en leidingenplan.pdf)

3.7 Waterhuishouding

3.7.1 Waterhuishouding

In paragraaf 3.7.1 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten wordt de waterhuishouding besproken.

Een goede waterhuishouding is voor het Landgoed met haar monumentale bomenbestand van groot belang. Vooral de beuken verdragen geen wisselende grondwaterstanden en zijn gevoelig voor verdroging. Verdroging wordt tegengegaan door het vasthouden en infiltreren van hemelwater. Wisselende grondwaterstanden worden tegengegaan door de historische greppelstructuur weer uit te graven en met een duiker aan te sluiten op de zaksloot aan de Molenweg, zodat overtollig water kan worden afgevoerd en dit niet voor grondwaterstijging zorgt.

Het waterplan is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  1. 1. berging en infiltratie hemelwater van de woonkavels op eigen terrein.
  2. 2. aanleg vijver met wadi in keerlus ten behoeve van berging en infiltratie hemelwater van een deel van het zorggebouw en afstromend water van de keerlus.
  3. 3. gebruik van de historische greppelstructuur ten behoeve van natuurlijke infiltratie en afvoer van surplus naar de zaksloot aan de Molenweg ter voorkoming van grondwaterstijging.
  4. 4. waterbergende wegfundering onder parkeervakken voor berging en infiltratie hemelwater van het resterende deel van het zorggebouw en verharding parkeerplaats.
  5. 5. drainage in wegfundering bospad met afvoermogelijkheid naar greppelstructuur voor vertraagd afvoeren en voorkoming hoge grondwaterstanden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0023.png"

Afbeelding 3.10: Tekening van de Waterhuishouding volgens blz. 30 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten, mede ontleend aan het rapport van Aveco de Bondt "Weging van het waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet" , versie 2.0 d.d. 3 september 2024. (Bijlage 14 bij de Toelichting van het bestemmingsplan)

Voor het rapport van Aveco de Bondt "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet", versie 2.0 d.d. 3 september 2024 (referentie 241687_AdB_RAP_0001_v2.0), zie Bijlage 14 bij de Toelichting van dit bestemmingsplan, en zie Bijlage 4 bij de Regels van dit bestemmingsplan.

Hierbij wordt verwezen naar de rapportage van adviesbureau Aveco de Bondt waarin de waterhuishouding verder uitvoerig is toegelicht. Voor de uitgebreide Waterparagraaf / de Watertoets wordt verder verwezen naar Paragraaf 5.2 van de onderhavige Toelichting van het bestemmingsplan.

3.7.2 Waterhuishouding - vijver en wadi

In paragraaf 3.7.2 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten wordt met betrekking tot de waterhuishouding de vijver en de wadi besproken.

Historische foto's laten zien dat het landgoed in het verleden open water kende en dat de grondwaterstand veel hoger was dan nu. Met de aanleg van een spiegelvijver en wadi wordt water weer beleefbaar op het Landgoed.

In het ontwerp worden de altijd watervoerende spiegelvijver en wadi gerealiseerd en gecombineerd in de oprij-lus van het Landgoed. Cultuurhistorie, beleving, ecologie en waterberging komen hier bij elkaar.

De spiegelvijver en de wadi liggen:

  • in de as van het hoofdgebouw en dragen bij aan de beleving van de uitgestelde ontmoeting: onder de beuken aan de oprijlaan door zie je de weerspiegeling van het landgoed al in de vijver voordat je het hoofdgebouw zelf ziet.
  • buiten de kroonprojectie van de bomen in de keerlus zodat deze geen schade ondervinden.

Een deel van het hemelwater van het zorggebouw, en het water van de keerlus zelf, wordt geborgen in de wadi. Daarnaast zorgen de vijver en de wadi voor open water op het landgoed. De wadi heeft een flauwe overloop op het zuiden die zorgt voor een ecologische gradiënt. Het open water en de insecten die dat aantrekt draagt bij aan het vleermuisbiotoop. Hiermee wordt ook invulling gegeven aan het advies om ten behoeve van ecologie een poel of vijver aan te leggen op het Landgoed.

Hierbij wordt verwezen naar de rapportage van Aveco de Bondt waarin dit uitvoerig is toegelicht.

Voor het rapport van Aveco de Bondt "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet" versie 2.0 d.d. 3 september 2024 (referentie 241687_AdB_RAP_0001_v2.0), zie Bijlage 14 bij de Toelichting van dit bestemmingsplan (en zie ook de Bijlage 4 bij de Regels van dit bestemmingsplan).

3.8 Bostuin

3.8.1 Bostuin. Algemeen

In paragraaf 4.1 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten wordt het ontwerp van de zogenoemde bostuin besproken.

De tuin van het zorgcentrum is vormgegeven als een bostuin met wandelpaden die uitnodigen tot ommetjes door de tuin. Op bomen na die de ontwikkeling van het bos in de weg staan, zoals de zaailingen van esdoorn, blijven de bomen behouden. Waar er ruimte voor is in het bos zijn er solitaire bomen toegevoegd. Vaak van bijzondere soorten die accenten vormen in de tuin. De onderbegroeiing van stinzeplanten en schaduwminnende vaste planten past bij het karakter van een landgoed. Op plekken waar er meer lichtinval is, liggen de terrassen en is er ruimte voor een klein stukje gazon.

Op de plekken waar de beplanting dicht is en waar veel beuken voorkomen, is er geen onderbegroeiing voorzien omdat deze niet zal aanslaan.

Het hek (van maximaal 1,20 meter hoog) staat in een haag en daar zijn ook groepen bosplantsoen aan gekoppeld zodat het geheel oogt als een tuin in het bos en de omheining niet overal dominant is in het beeld.

Het geheel van stinzeplanten, vaste planten, bosplantsoen, en bomen, zorgt voor een ecologisch rijk geheel waar veel soorten voedsel, beschutting en nestgelegenheid kunnen vinden.

3.8.2 Bostuin - Accentbomen

In paragraaf 4.2 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten worden de accentbomen van de bostuin besproken. Op plekken waar voldoende lichtinval is wordt de tuin verrijkt met solitaire bomen die een accent vormen in de bostuin.

De gekozen soorten zijn droogte-bestendig en dragen door hun bloei of vruchtdracht bij aan de biodiversiteit op het Landgoed.

3.8.3 Bostuin - Bomen in de rand

In paragraaf 4.3 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten worden de bomen in de rand van de bostuin besproken.

In de randen van de bostuin worden dichte laagblijvende bomen aangeplant die de randen body geven. De hulst is wintergroen en zorgt jaarrond voor kleur in de tuin. Beide soorten dragen bessen die eetbaar zijn voor vogels.

3.8.4 Bostuin - bodembedekkers

In paragraaf 4.4 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten worden de bodembedekkers van de bostuin besproken. Een nieuwe laag van veelal bloeiende bodembedekkers, vaste planten en bollen (stinzeplanten) versterkt het tuinkarakter van de bostuin en maakt de tuin ecologisch rijker.

3.8.5 Bostuin - hekwerken en hagen

In paragraaf 4.5 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten worden de hagen en hekwerken van de bostuin besproken. De bostuin is omheind met een hekwerk (van 1,20 meter hoog). Dit hekwerk wordt aan het zicht onttrokken door de in een beukenhaag (Fagus Sylvatie) te plaatsen nieuwe hagen;

De beukenhaag is:

  • droogtebestendig.
  • schaduwtolerant.
  • passend bij de cultuurhistorie.

Ook de parkeerplaats en de hellingbanen naar de hoofdentrees van het woon-zorgcentrum worden begeleid door beukenhagen waardoor de geparkeerde auto's niet het beeld domineren en de hellingbanen opgenomen zijn in de tuinaanleg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0024.png"

Afbeelding 3.11: Tekening van de "Bostuin" met hekwerken en hagen, volgens blz. 36 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten

3.9 Entree Landgoed - Solitairen In De Weide

In paragraaf 4.6 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten worden de solitairen in de weide bij de entree van het landgoed besproken.

Ter ondersteuning van de zichtlijnen van en naar het hoofdgebouw en vooruitlopend op uitval van de huidige blikvangers in en aan de keerlus worden 4 solitaire bomen aangeplant in de weide.

de gekozen soorten zijn:

  • 1e orde bomen en kunnen uitgroeien tot monumentale boom.
  • passen bij het karakter van het landgoed.
  • klimaatadaptief (o.a. droogtebestendig).
  • dragen bij aan de biodiversiteit.

3.10 Versterken Bosrand - Bomen

In paragraaf 4.7 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten wordt aandacht besteed aan het versterken van de bosrand - bomen.

De noord- en westrand van het bos kent open plekken en heeft niet altijd een ecologisch rijke opbouw met een zoomvegetatie. De bosranden worden versterkt met soorten die de rand stevig en dicht maken, zorgen voor een goede opbouw van de rand, en bieden voedsel en beschutting aan vogels en kleine zoogdieren.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0025.png"

Afbeelding 3.12: Tekening Versterken bosrand - bomen, volgens blz. 38 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten

De boom- en heestersoorten die toegevoegd worden zijn:

  • klimaatadaptief.
  • ecologisch interessant.
  • dragen bij aan de beleving van seizoenen.

Soorten bosbomen (grote aanplant):

  • Taxus baccata.
  • Quercus robur.
  • Fagus sylvatica.
  • Tilia cordata.

3.11 Versterken Bosrand - Bosplantsoen

In paragraaf 4.8 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten wordt het versterken van de bosrand - bosplantsoen besproken.

De soorten bosplantsoen (hiervoor wordt verwezen naar blz. 39 van "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed de Grote Bunte" van Baljon Landschapsarchitecten d.d. 26 juli 2024), alwaar de soorten bosplantsoen exact zijn beschreven, en wel als volgt:

  • Corylus avellana
  • Ilex aquifolium
  • Ligustrum vulgare
  • Sorbus aucuparia
  • Fragula alnus
  • Grataegus monogyna

3.12 Te Kappen Bomen En Beplantingen

In paragraaf 4.9 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten wordt nader ingegaan op de te kappen bomen en beplantingen.

In lijn met de analyse van de boomsoorten op het landgoed, worden de volgende bomen gekapt om:

  • invasieve soorten, en soorten die gewenste soorten verdringen, tegen te gaan.
  • ruimte te maken voor soorten die beter passen bij de cultuurhistorie van de ecologie van het landgoed.
  • ruimte te maken voor soorten die bijdragen aan de vernieuwing van het bos.
  • ruimte maken voor nieuwe paden en bebouwing. Het positioneren van paden en bebouwing is zo gedaan dat monumentale bomen kunnen blijven staan.
  • ruimte te maken voor nieuwe laanbomen in de entreelaan.
  • nieuwe zichtrelaties met het landgoed te maken voor de directe omgeving.

Naast de hieronder getoonde te verwijderen bomen geldt:
1. te verwijderen invasieve of te groeiachtige soorten:

  • Prunus serotina.
  • Symphoricarpos albus.
  • Sambucus nigra / racemosa.
  • Rubus spectabilis / plicatus.
  • Ailanthus altissima.

2. Te verwijderen soorten die gewenste soorten verdringen (alle exemplaren met stamomtrek kleiner dan 20-25 cm verwijderen):

  • Acer platanoides.
  • Acer pseudoplatanus.
  • Juglans regia.
  • Robinia pseudoacacia.

3. Vanwege buxusmot alle exemplaren van Buxus sempervitens verwijderen.

4. Om meer zichtrelatie te creëren tussen het landgoed en de directe omgeving moet er op een paar plekken ook onderbegroeiing in struweelzones tot 3 meter hoog worden verwijderd ter hoogte van de Elburgerweg. Een deel van de onderbegroeiingen staat op eigen grond, een ander deel op gemeentegrond. Op de Kapkaart en het Inrichtingsplan wordt de exacte locatie en hoeveelheid van deze te verwijderen stukken duidelijk weergegeven, zie volgende bladzijde.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0026.jpg"

Afbeelding 3.13: De bovenstaande tekening d.d. 26 juli 2024 is de zogenoemde kapkaart, volgens het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte, d.d. 26 juli 2024, opgesteld door Baljon Landschapsarchitecten (plankaart LB NGB 2024-07-26 kapkaart A0 kapkaart.pdf)

3.13 Beplanting - Toekomstige Bomen

In paragraaf 4.10 van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten wordt ingegaan op "beplanting - toekomstige bomen".

Op het terrein staan diverse monumentale en beeldbepalende bomen. Het betreft vaak bomen die bij de oorspronkelijke aanleg horen. Vooral aan de voorzijde van het Landgoed is het van belang het ensemble van lanen en solitaire bomen, die voor de begeleiding van de entree en de zichtlijnen zorgen, te behouden.

De laanbomen worden pas vervangen als er zo'n 50% uitval is. Om naar de toekomst toe een samenhangend en bij de historie passend beeld te behouden is er al een beplantingsplan gemaakt ter vervanging. Hierbij is bij de soortenkeuze rekening gehouden met voorkomende ziektes en klimaatverandering.

De bomenrij van Amerikaanse eik wordt vervangen door een menging van 3 soorten lindes. De beuken in de entreelaan worden vervangen door zomereik en de beukenlaan in het bos wordt vervangen door haagbeuk. De zomereik en de haagbeuk hebben een passende monumentaliteit en zijn minder droogte en grondwaterfluctuatie gevoelig dan de beuk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0027.jpg"

Afbeelding 3.14: De plankaart met beplantingsplan volgens het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten (kaart LB NGB 2024-07-26 plankaart-A0 beplantingsplan.pdf)

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0028.jpg"Afbeelding 3.15: De plankaart, het inrichtingsplan met de te kappen bomen volgens het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten (kaart LB NGB 2024-07-26 plankaart-A0 inrichtingsplan.pdf)

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0029.jpg"

Afbeelding 3.16: De plankaart met maatregelen bomen volgens het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten (kaart LB NGB 2024-07-26 plankaart-A0 maatregelbomen.pdf)

Zie voor het boekwerk en de bijbehorende 6 "plankaarten" (inclusief detailkaart = 7) zoals hierboven zijn weergegeven, van het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte", met bijbehorende kaarten, d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten, zie Bijlage 12 bij deze Toelichting, en zie Bijlage 2 bij de Regels.
N.B. Wij raden aan om de 6 "plankaarten" (inclusief detailkaart = 7) behorende bij het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten digitaal in te zien bij de genoemde Bijlage 12 bij de Toelichting van het terinzage te leggen digitale vast te stellen bestemmingsplan. Via dat digitale systeem zijn kaarten (nog) nauwkeuriger te lezen.

3.14 Beeldkwaliteit

3.14.1 Algemeen

Aan het door de initiatiefnemer ingediende plan is ook een Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten toegevoegd. Dit is het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" d.d. 26 juli 2024, dat als Bijlage 15 aan deze Toelichting is toegevoegd. Tevens is dit "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" d.d. 26 juli 2024 als Bijlage 5 aan de Regels van het onderhavige bestemmingsplan toegevoegd.

3.14.2 Welstandsnota

Welstandstoetsing is gericht op architectuur in relatie tot de ruimtelijke context. De ruimtelijke context zelf wordt vastgelegd in bestemmingsplannen, stedenbouwkundige plannen en in de structuurvisie. Het bestemmingsplan vormt het ruimtelijke kader. De Welstandsnota en de Beeldkwaliteitplannen (die vaak onderdeel zullen uitmaken van de Welstandsnota) schetsen vervolgens de kaders voor de welstandsadvisering. Thema's die te maken hebben met de context van een bouwwerk, zoals plaatsing op het erf, kunnen zowel in het bestemmingsplan als in de welstandsnota zijn gereguleerd.

De gemeente Nunspeet heeft een welstandsnota vastgesteld waarop aan elk woon- of werkgebied binnen de gemeente een bepaald welstandsniveau is toegekend. Ook kan een welstandsniveau gelden voor een bepaalde groep van bouwwerken of een ruimtelijke structuur. In de gemeente Nunspeet worden drie welstandsniveaus onderscheiden:

  • welstandsniveau uitgebreide toets.
  • welstandniveau eenvoudige toets.
  • welstandsniveau geen toets.

Binnen het plangebied geldt het welstandsniveau "uitgebreide toets". Bij de aanvragen omgevingsvergunningen voor het bouwen zullen de bouwplannen op dat moment worden getoetst aan dat welstandsniveau.

In Paragraaf 3.9.3 van de Welstandsnota wordt het Landgoed De Grote Bunte beschreven.

In het stedenbouwkundige plan voor de Herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte is rekening gehouden met de Welstandsnota, en wel met het welstandsniveau "uitgebreide toets". Het stedenbouwkundige plan voor De Grote Bunte is daaraan reeds getoetst.

Beschrijving bestaande situatie

Net als de buitenplaatsen Hulshorst en Groeneveld is het landgoed De Grote Bunte ontstaan in het landschap van de lage strookkampen. Het bestaande huis en de inrichting van de omliggende buitenplaats zijn in 1882 tot stand gekomen. Een deel van het omvangrijke goederenbezit werd in 1893 aangekocht door F.A. Molijn. Direct te zuiden van het buiten liet deze van oorsprong Rotterdamse industrieel de gebouwen van Maatschappij De Veluwe bouwen, met een verffabriek (Veluvine) en een zuivelfabriek.

Het nu bestaande huis De Grote Bunte werd in circa 1882 gebouwd. Het huis heeft een strenge, symmetrisch ingedeelde voorgevel, vijf vensterassen breed, en is bekroond met een driehoekig timpaan. Andere elementen die bijdragen aan de uitstraling van het huis zijn het houten balkon boven de entree, dat steunend op houten kolommen een fraai entree vormt, de lijst tussen begane grond en verdieping, en de kroonlijst. In het omliggende park in Engelse Landschapsstijl is de oorspronkelijke strokenverkaveling nog herkenbaar.

Nadat de heer F.A. Molijn in 1912 was overleden, werden buitenplaats en huis verkocht en werd er weinig aan onderhoud gedaan. De waterpartijen verdwenen en het parkgedeelte werd steeds verder verkleind. Het klassiek vormgegeven huis bleef echter bestaan en in het park staan nog steeds enkele imposante bomen. Hoewel de historische buitenplaats grotendeels is verdwenen, draagt het hoog opgaande geboomte nog bij aan de monumentaliteit van het huis. Naast het huis staat nog steeds het oude koetshuis.

Beleid

Het beleid is er op gericht om de buitenplaats als ensemble van gebouwen en landschapsinrichting met zichtlijnen, lanen en ander objecten te behouden.

Wijze van toetsing

Voor buitenplaats de Grote Bunte geldt de uitgebreide toets. Voor ontwikkelgerichte plannen kan aanvullend welstandsbeleid gelden. Om deze laatste reden is er een "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" d.d. 26 juli 2024 opgesteld, zie Bijlage 15 bij deze Toelichting (en zie ook Bijlage 5 bij de Regels van het bestemmingsplan). Dit beeldkwaliteitplan heeft als ontwerp ter inzage gelegen in de periode van 20 december 2023 tot en met 30 januari 2024, en zal nu door de gemeenteraad "gewijzigd" te worden vastgesteld.

3.14.3 Regels voor de architectuur

In het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte" van 26 juli 2024 (zie Bijlage 15 bij deze Toelichting; en zie Bijlage 5 bij de Regels) is opgenomen dat de ontwerpers/architecten bij het uitwerken van de bouwplannen, op het moment dat er omgevingsvergunningen voor het bouwen zullen worden gevraagd, zich aan het beeldkwaliteitplan dienen te houden. Het beeldkwaliteitplan zal als bijlage bij en als wijziging van de gemeentelijke Welstandsnota worden vastgesteld.

3.14.4 Juridische procedure van het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte" d.d. 26 juli 2024

Het genoemde "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte" is besproken met de dorpsbouwmeester van de gemeente en deze is door hem goedgekeurd. Dit beeldkwaliteitsplan "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" d.d. 26 juli 2024 als Bijlage 15 aan deze Toelichting toegevoegd zal verder als een wijziging van de Welstandsnota worden opgenomen. Dit op grond van artikel 12a van de Woningwet. Het beeldkwaliteitsplan heeft tegelijk met het ontwerpbestemmingsplan als ontwerp-wijziging van de welstandsnota ter inzage gelegen in de periode van 20 december 2023 tot en met 30 januari 2024. Over het beeldkwaliteitsplan zal als wijziging van de welstandsnota in principe tegelijk met de vaststelling van het onderhavige bestemmingsplan worden besloten door de gemeenteraad.

3.15 Vergunning Verleend D.d. 19 April 2022 Voor Het Plan Voor De Verbouwing, Restauratie En Uitbreiding Van Het Landhuis De Grote Bunte

3.15.1 Algemeen

De plannen voor de verbouwing en restauratie, en de uitbreiding, van het Landhuis De Grote Bunte zijn uitgewerkt in bouwtekeningen die bij de aanvraag omgevingsvergunning waren ingediend, en die op een later tijdstip zijn aangepast. Zie ook de tekeningen hieronder. Een leidend rapport hierbij is de "Bouwhistorische verkenning met waardestelling" dat is opgesteld voor het project "Restauratie en verbouwing landhuis De Grote Bunte te Nunspeet" d.d. januari 2019, en dat werd opgesteld door Slaa + van Asselt architecten BNA (zie Bijlage 4 bij deze Toelichting). Dit plan is opgesteld voor 36 zorgappartementen voor dementerende/zorgbehoevende ouderen ter plaatse van het Landhuis met de uitbreiding daarvan.

Als ruimtelijke onderbouwing van de omgevingsvergunning voor de verbouw-, restauratie-, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte is het "Rapport m.b.t. een goede ruimtelijke ordening voor de verbouw-, restauratie-, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte" d.d. 11 maart 2022 opgesteld, zie Bijlage 38 bij deze Toelichting. Voor de Bijlagen behorende bij dit "Rapport m.b.t. een goede ruimtelijke ordening voor de verbouw-, restauratie-, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte, zie Bijlage 39 bij deze Toelichting. Op basis van deze stukken is de omgevingsvergunning verleend d.d. 19 april 2022, zie Bijlage 37 bij deze Toelichting.

Hieronder is het onderhavige projectgebied met het Inrichtingsplan voor het project verbouwing, en restauratie, en uitbreiding, van het Landhuis De Grote Bunte weergegeven. Dit, volgens de d.d. 19 april 2022 verleende Omgevingsvergunning, met de nieuwe toekomstige functies en met daarop aangegeven het huidige Landhuis De Grote Bunte en de nieuwe uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte, en het Koetshuis. Op de tekening zijn ook de monumentale bomen aangegeven (tekening d.d. 29 maart 2022), zie Afbeelding 3.17.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0030.png"

Afbeelding 3.17: Kaart met het onderhavige projectgebied voor de d.d. 19 april 2022 verleende Omgevingsvergunning, met de nieuwe toekomstige functies en met daarop aangegeven het huidige Landhuis De Grote Bunte en de nieuwe uitbreiding van het Landhuis, en het Koetshuis (tekening d.d. 29 maart 2022).

Hieronder is bij Afbeelding 3.18 het projectgebied met het Inrichtingsplan voor het project verbouwing, en restauratie, en uitbreiding, van het Landhuis De Grote Bunte overeenkomstig de bouwaanvraag en overeenkomstig de d.d. 19 april 2023 verleende Omgevingsvergunning weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0031.png"

Afbeelding 3.18: Het projectgebied van de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte.

Onderstaand zijn van de bouwtekeningen enkele gevelaanzichten en inrichtingstekeningen van het te verbouwen, te restaureren, en uit te breiden Landhuis De Grote Bunte opgenomen. Voor de exacte en volledige bouwtekeningen wordt verwezen naar de tekeningen die bij de aanvraag omgevingsvergunning zijn ingediend, en waarvoor d.d. 19 april 2022 een Omgevingsvergunning is verleend. (Zie Bijlagen 37, 38, 39, 40, en 41 bij deze Toelichting).

In het laatste "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten is de plaats van de parkeerplaatsen behorende bij het woon-zorgcomplex aangepast. De parkeerplaatsen ten behoeve van het gebouw met de Maatschappelijke bestemming ten behoeve van dementerende ouderen zijn verplaatst van de plaats ten oosten van het gebouw van de Maatschappelijk voorziening (woon-zorgcomplex), naar een plaats ten westen van het gebouw van de Maatschappelijke voorziening. Zie de kaart van het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten (Afbeelding 3.16 hierboven).

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0032.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0033.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0034.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0035.png"

Afbeelding 3.19: Bouwtekeningen van indelingen van het gebouw en van gevelaanzichten en doorsnedes van het te verbouwen, en te restaureren Landhuis De Grote Bunte, en van de uitbreiding daarvan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0036.png"

Afbeelding 3.20: Bouwtekeningen van indelingen en gevelaanzichten en doorsnedes van het gebouw van het Koetshuis behorende bij het Landhuis De Grote Bunte.

3.15.2 Toekomstige Ruimtelijke en Stedenbouwkundige Structuur van het Plan voor de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte

Het huidige Landhuis De Grote Bunte blijft behouden en wordt verbouwd en gerestaureerd. Dit Landhuis wordt uitgebreid aan de achterzijde. Deze uitbreiding is architectonisch zo ontworpen dat er een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige structuur wordt gecreëerd, welke recht doet aan het historische Landhuis De Grote Bunte. Zie ook het Advies van de Dorpsbouwmeester in verband met de toetsing aan de Welstandsnota d.d. 1 maart 2022 (zie Bijlage 39 [en daarvan bijlage 13] bij de Toelichting van dit bestemmingsplan).

3.15.3 Toekomstige Functie van het Landhuis blijft Maatschappelijk

De huidige bestemming van het perceel en van de gebouwen is “Maatschappelijk” volgens het bestemmingsplan "Molenbeek" (vastgesteld 25 juni 2009). Volgens de begripsbepaling van “Maatschappelijk Voorzieningen” zijn de volgende functies toegestaan qua maatschappelijke voorzieningen:

“educatieve , sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijk voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie, en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen”.

Dit aantal functies wordt als te breed beoordeeld. Om die reden wordt met het onderhavige project de functie “maatschappelijke voorzieningen” beperkt. De nieuwe functie van het perceel en van de gebouwen is ook “Maatschappelijk”, maar bij dit nieuwe bestemmingsplan is de functie beperkt tot zorgappartementen voor dementerende / zorgbehoevende ouderen. Dit is ook in de Regels van het onderhavige bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" opgenomen.

Deze 36 zorgappartementen zijn zogenoemde onzelfstandige woningen. Het is daarom niet mogelijk om deze zorgappartementen als zelfstandige woningen te gebruiken nadat het onderhavige bestemmingsplan is vastgesteld. Een breder gebruik van de zorgappartementen dan voor dementerende / zorgbehoevende ouderen is ook niet mogelijk volgens de d.d. 19 april verleende Omgevingsvergunning voor de verbouw, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte en volgens de voorgestelde Regels van het onderhavige bestemmingsplan.

Het Koetshuis wordt ingericht als 1 beheerderswoning en als een kantoor, met andere faciliterende voorzieningen, ten behoeve van de maatschappelijke voorziening die in het Landhuis wordt gerealiseerd.

Zie voor de verleende Omgevingsvergunning d.d. 19 april 2022, Bijlage 37 bij deze Toelichting.

Zie voor het "Rapport m.b.t. een goede ruimtelijke ordening voor de verbouw-, restauratie-, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte" d.d. 11 maart 2022, Bijlage 38 bij deze Toelichting.

Zie voor de Bijlagen bij het "Rapport m.b.t. een goede ruimtelijke ordening voor de verbouw-, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte" d.d. 11 maart 2022, Bijlage 39 bij deze Toelichting.

Zie voor de (aanvullende) Bijlage bij het "Rapport m.b.t. een goede ruimtelijke ordening voor de verbouw-, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte (.....)", Bijlage 40 bij deze Toelichting.

Zie voor de bijlage het aangepaste en aanvullende onderzoek "Rapportage Stikstofberekening" van GRAS Projectcode P01196 Versie V5 d.d. 30 november 2023, Bijlage 41 bij deze Toelichting.

Voor het bouwplan voor de verbouw, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte en voor de d.d. 19 april 2022 verleende Omgevingsvergunning daarvoor, wordt ook verwezen naar Paragraaf 1.11 van deze Toelichting.




Hoofdstuk 4 Cultuurhistorie En Archeologie

4.1 Cultuurhistorie

Het gehele plangebied van het landgoed De Grote Bunte bestaat uit het Landhuis, een Koetshuis (en enkele verouderde logiesgebouwen) en een bos/park. Het Landhuis De Grote Bunte staat op de gemeentelijke monumentenlijst.

Op de plek van de huidige buitenplaats lag een aan de Hertog van Gelre behorend goed, een zogenoemd herengoed, dat vermoedelijk reeds omstreeks het jaar 1200 is tot stand gekomen.

Net als de buitenplaatsen Hulshorst en Groeneveld is het Landgoed De Grote Bunte ontstaan in het zogenoemde “landschap van de lage strookkampen”. Op de plaats van de huidige buitenplaats lag een aan de Hertog van Gelre horig goed, een zogenoemd herengoed. Volgens de Gelderse administratie van de herengoederen was de boerderij al in de zestiende eeuw onderdeel van grootgrondbezit. Als beroep van de achtereenvolgende bezitters wordt regelmatig het burgemeesterschap van Harderwijk genoemd. In circa 1722 kreeg de boerderij de naam “De Bunte”, toen deze in handen was van de Harderwijker burgemeestersfamilie Vanevelt. Voor die tijd werd het ook Huetsgoed of Heutsgoed genoemd. De naam De Grote Bunte werd pas gebruikt vanaf circa 1771 (de naam De Grote Bunte werd vanaf 1771 aangetroffen in de archieven). Omstreeks die tijd werd het herengoed steeds meer tot een lustoord omgebouwd, inclusief een landhuis. De naam De Grote Bunte herinnert aan een begroeiing met buntgras (Coynephorus canescens, groeiend in heischrale pioniervegetaties).

Het Landgoed De Grote Bunte beleefde zijn glorietijd toen het werd bewoond door de burgemeestersfamilie Vitringa. Omstreeks 1800 was De Grote Bunte in handen gekomen van deze familie. C.L. Vitringa, die van 1814 tot 1851 burgemeester was van de gemeente Ermelo, woonde op De Grote Bunte. In 1832 was De Grote Bunte gelet op belastingaanslagen (belasting van 120 gulden) het grootste en voornaamste huis bij het dorp Nunspeet. Het huidige, bestaande, huis en de inrichting van de omliggende buitenplaats is in 1882 tot stand gekomen toen E.J. (Egbert Julius) Vitringa er woonde.

De Familie Vitringa
De familie Vitringa was van oorsprong een Friese familie. Deze familie heeft in de achttiende en negentiende eeuw een belangrijke rol gespeeld op de West-Veluwe en in Nunspeet. Herman Hendrik Vitringa (1757-1801) trouwde in 1780 met Catharina van Hoeclum uit Elburg, die ook in Nunspeet veel grond bezat. Vitringa was een leider van de Patriotten in Elburg. In 1787 werd hij uit Gelderland verbannen. Na het uitroepen van de Bataafse Republiek keerde hij echter naar Gelderland terug. In 1795 en 1796 vertegenwoordigde hij Gelderland in de vergaderingen van de Staten-Generaal. Hij was voorzitter van de Nationale Vergadering (1796-1797), lid van de Tweede Nationale Vergadering, en lid van de commissie die een nieuwe grondwet voorbereidde.

De zoon van Herman Hendrik, Campegius Lambertus Vitringa (1786-1864) werd geboren in Elburg. Hij studeerde en promoveerde te Harderwijk. Hij schreef het werk “Staatkundige geschiedenis der Bataafse Republiek”. In de periode 1814 – 1817 was hij burgemeester van Nunspeet, en aansluitend tot 1851 van de samengevoegde gemeente Ermelo, waartoe ook Nunspeet, Elspeet en Vierhouten behoorden. In totaal was hij dus 37 jaar burgemeester. Hij woonde op Landgoed De Grote Bunte. Campegius Lambertus deelde de patriottische idealen van zijn vader niet, en was het ook niet eens met de staatkundige hervormingen van 1848. Hij wenste ook niet samen te werken met een gekozen gemeenteraad.

Na het aftreden van Campegius Lambertus ging het burgemeesterschap over naar zijn zoon Herman Hendrik Vitringa (1814 – 1875). Herman Hendrik Vitringa had geen bezwaar tegen samenwerking met een gekozen gemeenteraad. Hij stimuleerde de aanleg van een spoorverbinding, die er in 1863 kwam. Hij bleef tot 1875 burgemeester. Het bestaande huis en de inrichting van de omliggende buitenplaats zijn in 1882 tot stand gekomen toen Campegius zoon, Egbert Julius Vitringa, er woonde. Na zijn overlijden verdween de familie Vitringa van het bestuurlijke toneel van Nunspeet.

Tot 1850 vormde de voorkamer van het Landhuis De Grote Bunte het bestuurlijke centrum van de gemeente. In 1850 kreeg de gemeente een eigen gemeentehuis.


Het Landhuis De Grote Bunte werd in 1894 verkocht aan de Rotterdamse industrieel F.A. Molijn, die aan het begin van de twintigste eeuw een belangrijke economische en maatschappelijke rol in Nunspeet zou spelen. Deze verkoop gebeurde na een gehouden veiling.

De Familie Molijn
De Rotterdamse industrieel François Adriaan Molijn (1853-1912) was van grote betekenis voor de ontwikkeling en groei van Nunspeet. Samen met zijn tweede echtgenote, Diderica Cornelia de Groot (1854-1925), kocht Molijn in 1894 het Landgoed De Grote Bunte dat toen in opdracht van de erven Vitringa werd geveild. Het Landgoed was gelegen aan de oostzijde van Nunspeet en er behoorde veel grond toe. Molijn, die mede-eigenaar was van een Rotterdamse verffabriek, stichtte in 1895 op het Landgoed zijn eigen verffabriek, de Maatschappij De Veluwe, de latere Veluvine verffabriek. Het bedrijf richtte zich op de productie van zogenoemde Japanlakken en andere verfwaren. In hetzelfde jaar (1895) richtte Molijn ook een door stoom aangedreven boter- en melkfabriek op. Deze melkfabriek is nu het eigendom van het internationale concern Nestlé.

F.A. Molijn was waarschijnlijk de eerste die met een stedenbouwkundige bril naar Nunspeet keek. Vanaf 1905 ontwikkelde hij onder de vlag van Maatschappij De Veluwe en in nauwe samenwerking met landschapsarchitect Leonard Springer een villapark aan de oostkant van het dorp waarop zij bouwkavels uitgaven. Ruggengraat van het plan was de Grooteweg (nu F.A. Molijnlaan), die de verbinding vormde tussen het treinstation en de Veluvine Fabriek. De eerste bouwgolf vond rond 1910 plaats. Pas in 1932 werden de wegen in het villapark aan de oostkant van het dorp overgenomen door de gemeente.

Nadat de heer F.A. Molijn in 1912 op De Grote Bunte was overleden, werden de buitenplaats en het historische Landhuis verkocht aan een Belgische houthandelaar, die veel bomen op het Landgoed liet kappen. In de Tweede Wereldoorlog werd het huis door de Duitsers gevorderd. Na de oorlog werd het Landgoed eigendom van de gemeente Delft, als (vakantie-)verblijf voor kansarme kinderen. Daarna werd het Landgoed overgenomen door de Stichting Jeugdbuitenverblijven.

Het historische park / bos

Het geheel van het historische park / bos zal worden bestemd met de bestemmingen "Bos" en "Groen", volgens het onderhavige bestemmingsplan “Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw”.

Het historische gebouw, het landhuis met het koetshuis

Het Landhuis heeft een strenge, symmetrisch ingedeelde voorgevel, is vijf vensterassen breed, en is bekroond met een driehoekige timpaan. Andere elementen, die nog steeds bijdragen aan de uitstraling van het huis, zijn het houten balkon van de entree, dat steunend op houten kolommen een porticus vormt, de cordonlijst tussen begane grond en verdieping, en de kroonlijst.

In de loop der tijden verdwenen de waterpartijen en werd het parkgedeelte steeds verder verkleind. Het klassiek vormgegeven huis bleef echter bestaan en er staan in het park / bos nog steeds imposante bomen. Hoewel de historische buitenplaats grotendeels is verdwenen, draagt het hoog opgaande geboomte nog steeds bij aan de monumentaliteit van het huis.

Het Landhuis De Grote Bunte is een gemeentelijk monument.

Planspecifiek. Conclusies Cultuurhistorie en het Plangebied

Het historische Landhuis kan met het uit te voeren bouwplan voor de verbouw en de restauratie van het Landhuis De Grote Bunte voor de toekomst behouden blijven. Het bouwplan waarvoor reeds op 19 april 2022 een Omgevingsvergunning werd verleend voor de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte respecteert de monumentale status van het gemeentelijke monument, het Landhuis De Grote Bunte. Bij het Landhuis behoort een Koetshuis, dat ook gerestaureerd wordt. Hiermee wordt ook een belangrijke doelstelling van het gemeentebestuur bereikt; het behoud van het Landhuis De Grote Bunte voor de toekomst, dit in relatie tot het Landgoed De Grote Bunte.

Met het bestemmingsplan, dat de verbouw, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte mogelijk maakt, en op basis waarvan 14 nieuwe vrijstaande eengezinswoningen kunnen worden ontwikkeld, kan het historische Landgoed en het historische Landhuis voor de toekomst behouden blijven.

Het park / bos van het Landgoed De Grote Bunte wordt herontwikkeld met het onderhavige bestemmingsplan. Deze herontwikkeling zal plaatsvinden op grond van het Inrichtingsplan dat is opgesteld door Baljon Lanschapsarchitecten van 30 november 2023 (gewijzigd d.d. 26 juli 2024). Zie Hoofdstuk 3, met name de Paragrafen 3.1 t/m 3.13 van deze Toelichting.

Het historische Landgoed De Grote Bunte zal worden herontwikkeld op basis van het Inrichtingsplan dat is opgesteld door Baljon Lanschapsarchitecten van 30 november 2023, Zie Hoofdstuk 3) de Paragrafen 3.1 t/m 3.13.

4.2 Archeologie

4.2.1 Rijksbeleid m.b.t. Archeologie

Het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (het Verdrag van Valletta) is in 1992 ondertekend. Het verdrag is middels de Wet op de archeologische monumentenzorg, die met een wijziging van de Monumentenwet (Wet op de archeologische monumentenzorg) in de Nederlandse wetgeving werd geïmplementeerd. De doelstelling van deze wet is om zo veel mogelijk bodemschatten in de bodem te behouden, waardoor aantasting van het bodemarchief wordt voorkomen.

Verder wordt met de genoemde aanpassing van de wet bevorderd, dat in een zo vroeg mogelijk stadium van de ruimtelijke planontwikkeling rekening wordt gehouden met archeologische waarden. Uitgangspunt is tevens dat bodemverstoorders zelf archeologisch vooronderzoek en mogelijke opgravingen betalen. De Monumentenwet is per 8 februari 2016 vervangen door de nieuwe Erfgoedwet.

De genoemde Erfgoedwet legt de zorgplicht voor het archeologische erfgoed bij de gemeenten. De wet bepaalt, dat archeologie binnen het instrumentarium van de ruimtelijke ordening dient te worden meegewogen. De kern van de wetgeving is als volgt:

  • het Rijk is verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen ingevolge de Erfgoedwet en dus voor de aanwijzing van archeologische rijksmonumenten.
  • de provincie kan archeologische attentiegebieden aanwijzen die moeten worden opgenomen in een bestemmingsplan van een gemeente, en de provincie kan verplichtingen opleggen bij ontgrondingen.
  • het inbedden van archeologie in ruimtelijke projecten.
  • het behouden en beschermen van waardevolle archeologie in de bodem.
  • verplicht archeologisch onderzoek bij bodemverstoring.
  • de bodemverstoorder betaalt de kosten van archeologisch onderzoek.

De gemeente heeft ten aanzien van het omgaan met archeologie veel beleidsruimte om belangenafwegingen te maken.

4.2.2 Gemeentelijk beleid met betrekking tot de Archeologie

Het gemeentelijke beleid van de gemeente Nunspeet met betrekking tot archeologie is vastgelegd op de archeologische beleidskaart van de gemeente Nunspeet. Het plangebied ligt in een zone met een middelmatige archeologische verwachting met conserverend dek. De noordoostelijke punt van het plangebied en het uiterste zuiden van het plangebied heeft een lage verwachting. Om deze reden is er een archeologisch onderzoek verricht.

4.2.3 Archeologie en het Plangebied van De Grote Bunte

Inleiding

Er is in januari 2021 voor het gehele plangebied van Landgoed De Grote Bunte door het onderzoeksbureau RAAP te Weesp een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek). Daarnaast zijn er ter controle enkele karterende boringen uitgevoerd door het onderzoeksbureau RAAP te Weesp.

Juridisch en beleidskader

Het uitgangspunt voor dit onderzoek wordt gevormd door het wettelijk en beleidsmatig kader voor de ruimtelijke ordening en monumentenzorg. De gemeente is de bevoegde overheid die een besluit zal nemen over hoe om te gaan met de eventueel aanwezige archeologische waarden.

Op de archeologische beleidskaart van de gemeente Nunspeet ligt het plangebied in een zone met Waarde - Archeologie 2 (en voor een klein deel in een zone met Waarde - Archeologie 3, dit betreft de noordwestelijke punt en de zuidwestelijke punt van het plangebied). Het beleid voor deze waarde Archeologie 2 schrijft voor dat er bij bodemingrepen groter dan 120 m2 en dieper dan 50 cm -mv een archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd. Het beleid voor deze waarde Archeologie 3 schrijft voor dat er bij bodemingrepen groter dan 500 m2 en dieper dan 50 cm -mv een archeologisch onderzoek dient te worden uitgevoerd. De beoogde ingrepen (nieuwbouw) zijn groter dan de vrijstellingsgrens. Een archeologische onderbouwing met betrekking tot de eventuele aanwezigheid van archeologische waarden is daarom verplicht conform het vigerende beleid.

Doel en vraagstelling

Het inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) heeft als doel de geo(morfo)logische en/of bodemkundige opbouw in kaart te brengen, evenals eventuele bodemverstoringen. Het onderzoek heeft niet tot doel eventuele archeologische vindplaatsen in kaart te brengen. Dit neemt niet weg dat er archeologische resten kunnen worden aangetroffen tijdens het veldwerk.

Er zijn hiertoe door het archeologische onderzoeksbureau RAAP een aantal onderzoeksvragen geformuleerd:

  • Hoe ziet de geo(morfo)logische en bodemkundige opbouw van het plangebied eruit?
  • Komt de geo(morfo)logische en/of bodemkundige opbouw in het plangebied overeen met hetgeen op basis van de gespecificeerde archeologische verwachting verwacht werd?
  • Dient op basis van de resultaten van het veldonderzoek de gespecificeerde archeologische verwachting te worden bijgesteld?
  • Waar en op welke diepte bevinden zich de archeologisch interessante lagen?
  • Is de bodem opbouw in het plangebied zodanig (intact) dat archeologisch vervolgonderzoek zinvol is?
  • Zijn er aanwijzingen voor (grotere) archeologische nederzettingen?
  • Kan het archeologische relevante niveau gewaardeerd worden? Zo ja, wat is de waardering en zo nee, welke informatie is nodig om tot een waardering te komen?
  • Wat is de invloed van de toekomstige inrichting op eventuele archeologische resten?
  • Op welke wijze kan bij de planvorming met archeologische resten worden omgegaan?
  • Met de inzet van welke zoekmethoden kunnen verwachte resten systematisch opgespoord worden (zoeksleuven, booronderzoek, veldkartering, geofysisch et cetera)?

4.2.4 Conclusies van het archeologische onderzoek

Uit het onderzoek blijkt, dat de bodemopbouw binnen een deel van het plangebied van Landgoed De Grote Bunte nog intact is. Tevens zijn er delen aanwezig waar nog een B- danwel een BC-horizont in het dekzand aanwezig is. Een groot deel van het plangebied voor de herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte bestaat uit een AC-profiel, echter lijkt de C-horizont op basis van een vergelijking van NAP-hoogtes nog grotendeels intact. Een mogelijk aanwezige archeologisch sporenvlak zou in dat geval ook nog grotendeels intact zijn.

Of er daadwerkelijk (een) archeologische vindplaats(en) aanwezig is (zijn), ouder dan de late Middeleeuwen B, is niet bekend. Wel zijn er in enkele boringen houtskoolspikkels aangetroffen in de podzol. Volgens het Tuinhistorisch Onderzoek dat is verricht (door Adviesburo Groene Monumenten, zie Bijlage 6 bij deze Toelichting) zou het landgoed al genoemd zijn in 1470 na Chr. Het plangebied heeft voor vindplaatsen uit de periode tot de late Middeleeuwen B een middelhoge archeologische verwachting. Voor resten uit de late Middeleeuwen B en de Nieuwe tijd geldt een hoge archeologische verwachting.

4.2.5 Advies volgens het archeologische onderzoeksrapport

Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt, dat in het plangebied waarschijnlijk archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen. Daarom wordt door het onderzoeksbureau RAAP geadviseerd om de plannen voor het Landgoed De Grote Bunte zodanig aan te passen dat de verstoring wordt voorkomen. Indien planaanpassing niet mogelijk is, wordt aanbevolen in het kader van de bestaande planvorming de onderstaande vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) te nemen. Om de gespecificeerde verwachting te toetsen wordt vervolgonderzoek geadviseerd. Geadviseerd wordt om dit vervolgonderzoek op te splitsen, rekening houdend met de beoogde ingegrepen:

  • In de zones waar nieuwbouw gepland staat wordt een proefsleuvenonderzoek geadviseerd, rode kleur op advieskaart, zie Afbeelding 4.1 (figuur 9 uit het onderzoeksrapport). Binnen deze zones worden resten uit de Nieuwe tijd verwacht, zoals te zien op de kadastrale minuut 1832 (figuur 2 uit het rapport) en/of een mogelijk intact archeologisch sporenvlak. Een tussenstap in de vorm van een karterend booronderzoek wordt niet zinvol geacht door het adviesbureau RAAP. Een proefsleuvenonderzoek dient plaats te vinden op basis van een door de bevoegde overheid goedgekeurd Programma van Eisen (PvE). Geadviseerd wordt om extra tijd te begroten voor een degelijk bureauonderzoek waarin een focus wordt gelegd op het bestuderen en georeferen van historisch kaartmateriaal, om daarmee nauwkeuriger te kunnen bepalen waar de proefsleuven het beste gesitueerd kunnen worden. Hiervoor kan tevens gebruik worden gemaakt van het reeds uitgevoerde tuinhistorisch onderzoek (zie Bijlage 6 bij deze Toelichting).
  • De zone rondom het huidige Landhuis (oranje kleur op de advieskaart, zie Afbeelding 4.1 hieronder) betreft volgens de kadastrale minuut uit 1832 een zone met voormalige bebouwing. De beoogde plannen bestaan uit renovatie van het huidige pand, inclusief een nieuwe uitbreiding. Ten oosten hiervan wordt een parkeerplaats gerealiseerd (deze parkeerplaats is in het definiitieve Inrichtingsplan verplaatst naar een plaats ten westen van het Landhuis). Tevens zal de tuin worden heringericht en worden waarschijnlijk kabels en leidingen aangelegd. Indien grondroerende activiteiten gaan plaatsvinden, wordt geadviseerd een proefsleuvenonderzoek uit te voeren. Indien de bodem ongeroerd blijft (nieuwbouw op de huidige locatie?) dan is vervolgonderzoek niet noodzakelijk. Indien in de toekomst bodemingrepen gaan plaatsvinden dan dienen de ingrepen opnieuw te worden getoetst aan de resultaten van dit onderzoek, waarna kan worden bepaald of vervolgonderzoek nodig is en in welke vorm dit zal zijn.
  • In de gele zones op de advieskaart (zie Afbeelding 4.1 hieronder) staat tuininrichting gepland. De exacte invulling was nog niet bekend tijdens het archeologische onderzoek. Geadviseerd wordt om de ingrepen nader te specificeren. Afhankelijk van de aard, omvang en diepte van de ingrepen zal al dan niet vervolgonderzoek nodig zijn. De noodzaak hiertoe zal in overleg met het bevoegd gezag worden bepaald. Indien in de toekomst bodemingrepen gaan plaatsvinden dan dienen de ingrepen opnieuw te worden getoetst aan de resultaten van dit onderzoek, waarna kan worden bepaald of vervolgonderzoek nodig is en in welke vorm dit zal zijn.
  • Voor de delen waar geen bodemingrepen gaan plaatsvinden (groene zones op de advieskaart, volgens Afbeelding 4.1 hieronder) wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd, aangezien de ondergrond hier in principe ongeroerd blijft. Indien in de toekomst bodemingrepen gaan plaatsvinden dienen de ingrepen opnieuw te worden getoetst aan de resultaten van dit onderzoek, waarna kan worden bepaald of vervolgonderzoek nodig is en in welke vorm dit zal zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0037.png"

Afbeelding 4.1: Advieskaart (zie Figuur 1, blz. 21-22 van het archeologisch onderzoeksrapport)

4.2.6 Advies van de Regioarcheoloog Noord-Veluwe M. Wispelwey

Het archeologisch onderzoeksrapport is voorgelegd aan M. Wispelwey, Regioarcheoloog Noord-Veluwe. In zijn e-mailbericht van 8 juni 2021 geeft de regioarcheoloog advies, en wel het volgende:

“Het archeologisch onderzoek levert een diffuus beeld op. De beschrijving dat bioturbatie een verrommeld profiel geeft, biedt weinig houvast. RAAP maakt melding van een venig bodemlaagje, waar verder geen waardeoordeel aan zit.

Het advies berust naar mijn idee op een ietwat wankele argumentatie. De aanwezigheid van een voormalige hoeve uit de 15e eeuw beïnvloedt het advies zeer. Daar waar gebouwd gaat worden, wordt vervolgonderzoek aanbevolen middels sleuven. In het rapport ligt de nadruk op waarden uit de nieuwe tijd.

Dat de naam al in de 15e eeuw wordt genoemd, maakt duidelijk dat waarschijnlijk op of direct rond het erf uit 1832 Middeleeuwse voorlopers te vinden kunnen zijn.

Het opzoeken van eventuele voorlopers is geen makkelijke opgave. Waar moet je de proefsleuven aanleggen? Wel liggen een paar nieuwbouwlocaties dichtbij of op het historische erf uit 1832. De bouwputten van deze nieuwbouw bieden een inkijkje in het verleden en zijn in die zin een soort proefsleuven.

Mijn advies wijkt enigszins af van dat van RAAP. Voor de drie woningen die aan de westzijde van het plangebied op of aan het historische erf liggen zal aanvullend onderzoek gewenst zijn. Dit onderzoek bestaat uit een archeologische begeleiding van het uitgraven van de drie bouwputten. Hiervoor dient een PVE (Programma van Eisen) te worden opgesteld.

Voor de overige nieuwbouwlocaties zal ik de gemeente adviseren om een voorwaarde in de vergunning op te nemen. Deze voorwaarde behelst het tijdig op de hoogte stellen van de regioarcheoloog van het moment van ontgraven van de bouwputten. Op die manier kan de regioarcheoloog een waarneming doen en eventuele toevalsvondsten melden (.....).

4.2.7 Programma van Eisen. Archeologische Begeleiding bij Opgraving

Inleiding

Uit het hiervoor genoemde onderzoek is gebleken dat binnen het plangebied mogelijk sprake is van behoudenswaardige archeologische resten. Omdat het niet mogelijk is om deze resten duurzaam in de grond te behouden, is het (selectie)besluit genomen om een opgraving uit te voeren, zodat de resten boven de grond (ex situ) kunnen worden veiliggesteld.

Op basis van de historische situatie binnen het plangebied heeft het bevoegd gezag (regioarcheoloog M. Wispelwey) geadviseerd voor de drie woningen die aan de westzijde van het plangebied op of aan het historische erf op de kadastrale minuut 1811-1832 liggen een aanvullend onderzoek uit te voeren. Dit onderzoek bestaat uit een archeologische begeleiding van het uitgraven van de drie bouwputten.

Voor de overige nieuwbouwlocaties geldt geen advies voor vervolgonderzoek. Wel zal de regioarcheolooog hier te zijner tijd een waarneming doen en eventuele toevalsvondsten melden.

Doelstelling

Het doel van de in dit Programma van Eisen omschreven archeologische opgraving is het veiligstellen van de wetenschappelijke informatie van de archeologische vindplaats binnen het plangebied, om daarmee informatie te behouden die van belang is voor de kennisvorming over het verleden (behoud ex situ).

Vraagstelling

De vraagstelling die met behulp van het proefsleuvenonderzoek dient te worden beantwoord, is gericht op de omvang, diepteligging, aard en ouderdom van eventueel in het plangebied aanwezige vindplaatsen.

Onderzoeksvragen

  1. 1. Wat zijn de geomorfologische kenmerken van het onderzoeksgebied. Hoe ziet de bodemopbouw eruit?
  2. 2. Zijn er archeologische grondsporen aanwezig? Zo ja, wat is hun aard, datering?
  3. 3. Welke materiaalcategorieën zijn aanwezig? Wat is de vondstdichtheid/ruimtelijke verspreiding? Wat is de conserveringstoestand? Wat is de typologische datering?
  4. 4. In welke mate is de bodem in het plangebied verstoord en wat is de consequentie hiervan voor de leesbaarheid van archeologische sporen en structuren?
  5. 5. Is sprake van behoudenswaardige archeologische resten? Zo ja, waar en wat is de omvang en ligging van de gebiedsdelen waar deze resten zijn aangetroffen?

Methoden en technieken. Strategie (inclusief motivatie)

Het onderzoek vindt plaats in de vorm van een archeologische begeleiding. Dit houdt in dat het archeologische onderzoek gelijktijdig plaatsvindt met de civieltechnische werkzaamheden. De initiatiefnemer stelt de civieltechnische uitvoerder op de hoogte van het feit dat de werkzaamheden onder archeologische begeleiding plaatsvinden, wat betekent dat de ontgravingswerkzaamheden geschieden onder regie van een archeoloog. De civieltechnische werkzaamheden dienen echter zo min mogelijk te worden gehinderd. Indien sprake is van potentieel behoudenswaardige archeologische resten waarvan het documenteren en bergen enige tijd zal vergen, dan wordt dit direct besproken met de initiatiefnemer / civieltechnisch uitvoerder en worden praktische werkafspraken gemaakt over het verdere verloop van het werk.

Niet alle graafwerkzaamheden worden begeleid. Enkel de drie bouwblokken in de directe nabijheid van het erf op de kadastrale minuut 1811-1832 worden opgegraven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0038.png"

Afbeelding 4.2: Ligging van het onderzoeksgebied ten behoeve van het Programma van Eisen (PVE)

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0039.png"

Afbeelding 4.3: Het onderzoeksgebied op de kadastrale minuut 1811-1832 (HisGis)

Beperkingen

Het onderzoek wordt uitgevoerd in de vorm van een archeologische begeleiding. Dit betekent dat er geen onderzoek wordt verricht buiten die delen waar de bodem als gevolg van de civiele werkzaamheden wordt verstoord zowel in het horizontale als in het verticale vlak.

Relatie met de Regels van het bestemmingsplan

In de Regels van het bestemmingsplan wordt verder het volgende geregeld:
Er zal een voorwaarde (voorwaardelijke verplichting) in het bestemmingsplan dienen te worden opgenomen die behelst, dat de regioarcheoloog tijdig op de hoogte wordt gesteld van het moment van ontgraven van de bouwputten. Op die manier kan de regioarcheoloog een waarneming doen en eventuele toevalsvondsten melden. Deze voorwaardelijke verplichting is opgenomen in de bouwregels van de bestemming "Wonen" (artikel 9) en bij de bestemming "Maatschappelijk" (artikel 5).

Bovendien zal een voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan worden opgenomen waarin wordt geregeld dat er aanvullend archeologisch onderzoek dient plaats te vinden voor de bouwputten van de drie woningen ten westen van het oorspronkelijke oude erf. Hierbij vindt begeleiding plaats van de Regioarcheoloog, de heer M. Wispelwey. Een en ander is op de Verbeelding aangegeven en de voorschriften zijn in de Regels opgenomen.

4.2.8 Ontwerp-besluit voorgelegd aan het bevoegd gezag

Aan het bevoegd gezag, het college van Burgemeester en Wethouders, zal bij de vaststelling van het bestemmingsplan worden voorgesteld om het advies van de Regioarcheoloog M. Wispelwey over te nemen.

Het advies van de regioarcheoloog, M. Wispelwey, wordt overgenomen voor het archeologie-aspect met betrekking dit bestemmingsplanproject voor de Herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte.

Er zal derhalve een voorwaarde (een voorwaardelijke verplichting) in het bestemmingsplan dienen te worden opgenomen die behelst, dat de regioarcheoloog tijdig op de hoogte wordt gesteld van het moment van ontgraven van de bouwputten. Op die manier kan de regioarcheoloog een waarneming doen en eventuele toevalsvondsten melden.

Bovendien zal een voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan worden opgenomen waarin wordt geregeld dat er aanvullend archeologisch onderzoek dient plaats te vinden voor de bouwputten van de drie woningen ten westen van het oorspronkelijke oude erf. Hierbij vindt begeleiding plaats van de Regioarcheoloog, de heer M. Wispelwey. Dit is op de Verbeelding aangegeven en de voorschriften zijn in de Regels opgenomen.

Voor het rapport “Plangebied Landgoed De Grote Bunte te Nunspeet. Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)” van RAAP (rapport 4971) d.d. 2 februari 2021 zie Bijlage 18 bij deze Toelichting.

Voor het rapport "Programma Van Eisen Plangebied Landgoed De Grote Bunte te Nunspeet" van Raap (Raap-PVE 2809) d.d. 21 november 2022, zie Bijlage 19 bij deze Toelichting, en zie ook Bijlage 1 bij de Regels van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 5 Milieukundige En Planologische Aspecten

De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet als gevolg van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aangetoond worden (zie artikel 3.1.6 van het Bro). Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijke en milieutechnische relevante aspecten.

In Paragraaf 5.1 van dit hoofdstuk komen achtereenvolgens de milieuaspecten bodem, geluid(hinder), luchtkwaliteit, bedrijven en milieuzonering, externe veiligheid, en duurzaamheid. Tot slot wordt in deze Paragraaf 5.1 aandacht besteed aan de vraag of er een Milieueffectrapportage (m.e.r.) dan wel of er een formele M.e.r.-beoordeling noodzakelijk is voor het onderhavige project.

In Paragraaf 5.2 komen de wateraspecten aan de orde.

In Paragraaf 5.3 komt de Ecologie aan de orde.

In Paragraaf 5.4 komt het Stikstofonderzoek aan de orde.

In Paragraaf 5.5 wordt aandacht besteed aan de Boom Effect Analyse (BEA).

In Paragraaf 5.6 komt het Verkeersonderzoek aan de orde.

In Paragraaf 5.7 komt het onderzoek naar het Parkeren aan de orde.

In Paragraaf 5.8 komt het verrichte Bezonningsonderzoek aan de orde.

5.1 Milieu

5.1.1 Milieu - Algemeen

Een project kan gevolgen hebben voor het milieu, de natuur, de waterhuishouding en de externe veiligheid. Een goede ruimtelijke ordening vereist daarom dat er aandacht wordt besteed aan de diverse relevante milieuaspecten, die bij de ruimtelijke afwegingen een rol spelen. Het bestuursorgaan (dat is de gemeente Nunspeet) dient bij de voorbereiding van een project, waarvan met een omgevingsvergunning wordt afgeweken van het vigerende bestemmingsplan, te onderzoeken welke waarden er bij het project/plan in het geding zijn en wat de gevolgen van het project zijn voor deze waarden.

In deze Paragraaf 5.1 achtereenvolgens de milieu- en omgevingsaspecten: bodem, geluid(hinder), luchtkwaliteit, bedrijven en milieuzonering, externe veiligheid, en duurzaamheid aan de orde. Tot slot wordt in paragraaf 5.1.8 aandacht besteed aan de vraag of er een milieueffectrapportage (m.e.r.) of een m.e.r.-beoordeling noodzakelijk is voor het onderhavige project.

5.1.2 Bodem

5.1.3 Geluid(hinder)

5.1.4 Luchtkwaliteit

5.1.5 Bedrijven en Milieuzonering

5.1.6 Externe veiligheid

5.1.7 Duurzaamheid op De Grote Bunte (november 2023)

Inleiding

Duurzaamheid kent veel aspecten. In de onderstaand tekst wordt ingegaan op de integratie van duurzaamheid bij de realisatie van een nieuwe inrichting op het terrein van het Landgoed De Grote Bunte in Nunspeet.

Verder wordt ingegaan op ontwikkeling van 14 nieuwe vrijstaande woningen op het terrein van het Landgoed De Grote Bunte.

Naast de gebouwen, het terrein en de toekomstige functie wordt ingezoomd op de relatie van dit plan met de klimaat adaptieve ambities van de gemeente Nunspeet.

Bestaand terrein in de toekomst duurzaam behouden

Op dit moment is er sprake van een vervallen situatie, zowel van het hoofdhuis als van de tuin en het parkbos. Door de jaren heen is de omvang van het landgoed flink afgenomen. Grote delen zijn ontwikkeld als nieuwe woonwijk. Binnen het huidige restant van het voormalig landgoed is er sprake van een wisselende cultuur-, architectuur- en tuinhistorische waarde. Dit als gevolg van achterstallig beheer, het verdwijnen van wandelpaden en waterpartijen en sterfte van bomen.

Doordat bestaande overgebleven structuren en begroeiing zorgvuldig in kaart is gebracht is het mogelijk het oude parkbos nu te gaan herstellen en te restaureren. Daarnaast worden functies toegevoegd zoals het verlenen van zorg aan dementerende ouderen en het positioneren van woonfuncties op in totaal 14 plekken.

Het toevoegen van nieuwe gebruiksfuncties zorgt er voor dat het mogelijk wordt het terrein te restaureren en in de toekomst duurzaam te onderhouden.

De bouw van het nieuwe deel van het zorggebouw vindt plaats achter de villa op een plek waar vrijwel geen begroeiing aanwezig is en dus ook vrijwel geen groen hoeft te worden verwijderd.

De woningen worden gebouwd op plekken waar dat kan. Dit zijn vlakken met weinig of geen begroeiing waarbij ook is gekeken naar de historische context. Bij de positionering is steeds het duurzaam behoud van de bestaande groenstructuur leidend geweest.

Door BALJON landschapsarchitecten is advies opgesteld voor het vervangen van bomen die in de toekomst vanwege hun leeftijd zullen gaan uitvallen zodat een duurzaam behoud bevorderd wordt.

  • Duurzaam behoud van historische en bestaande groen structuren, nu en in de toekomst.

Bestaande gebouwen opnieuw gebruikt

Als basis voor het zorggebouw op De Grote Bunte dient de bestaande monumentale villa. Deze wordt geheel gerestaureerd en gereed gemaakt voor bewoning. Het opnieuw gebruiken van bestaand erfgoed is bij uitstek een vorm van duurzaam gebouw gebruik.

Ook het koetshuis wordt na restauratie en verbouwing opnieuw gebruikt.

  • Hergebruik in plaats van sloop.

Duurzaam wonen midden in de natuur

Het gebouw wordt straks bewoond door mensen met dementie. Iedere bewoner heeft een eigen kamer met eigen sanitair en maakt gebruik van een gemeenschappelijke huiskamer.

De ramen in de kamers zijn groot en laten daardoor veel daglicht binnen. Bovendien is er vanuit vrijwel elke plek in het gebouw veel uitzicht waardoor de bewoners en zorgmedewerkers volop contact ervaren met de omgeving, de bomen, de vogels en het weer. Hierdoor ontstaat een gezonde leef- en werkomgeving.

Door het ruime buitenterrein en het idee om op het voorterrein dieren te laten verblijven is er de mogelijkheid voor de bewoners om te genieten van flora en fauna 'binnen handbereik'. Dat geldt voor de ouderen, maar ook voor de bewoners van de vrijstaande woningen op het terrein.

  • Wonen en ouder worden in contact met de natuur.

Vrijwel energieneutraal

Het nieuwe zorggebouw wordt bijna energieneutraal door het gebruik van eigentijdse technologie en materialen. De installatie bestaat uit:

- Warmteopwekking: warmtepompen met grondwarmte als bron

- Mogelijkheid voor verwarming of koeling

- Afgiftesysteem: vloerverwarming en vloerkoeling

- Luchtbehandeling: luchtbehandelingskasten, voorzien van kruisstroom-wisselaar

- PV-panelen

- Geen nieuwe gasaansluiting in het nieuwe zorggebouw

- De bestaande gas aansluiting wordt slechts gebruikt voor het opvangen van pieken bij een eventuele koude winter.

In de bestaande gebouwen, waar nooit aandacht was voor energiezuinigheid, worden nu verschillende bouwkundige maatregelen genomen waardoor de energie-prestatie sterk gaat verbeteren. Dat gaat om o.a. voorzetwanden, voorzetramen, kierdichting e.d.

  • Zuinig gebruik van duurzame energie.

Uitvoeringsplan Klimaatadaptatie

In 2018 is het Deltaplan ruimtelijke adaptatie (DPRA) vastgesteld. In dit deltaplan wordt door het Rijk een roadmap vastgelegd die gemeenten moeten volgen om in 2050 het hele land klimaatbestendig ingericht te hebben. In het kader van dit Deltaplan is door de gemeente Nunspeet in 2021 het Uitvoeringsplan Klimaatadaptatie vastgesteld.

Het uitvoeringsplan bevat ambities die zijn verdeeld over 4 thema's, namelijk Hitte, Droogte, Wateroverlast en Biodiversiteit. De gemeente streeft naar de gestelde ambities. Hierna volgt een opsomming van de ambities voor 2050 die in het plan zijn opgenomen. Per ambitie is aangegeven, voor zover dit van toepassing is, hoe hier op het terrein van De Grote Bunte mee wordt omgegaan.

Hitte

1. De gemeente streeft naar een groene bedekking van 85% van het openbaar gebied in alle kernen in 2050.

Groen zorgt niet alleen voor schaduw, maar heeft ook vele andere voordelen op het gebied van gezondheid. Op dit moment geldt voor de openbare ruimte al een gemiddeld percentage van 75% groene bedekking binnen onze kernen.

  • Het terrein van De Grote Bunte bestaat vrijwel geheel uit groen in de vorm van het parkbos en het groene voorterrein van de villa. Een groot deel van het parkbos en het gehele terrein worden ingericht als openbare ruimte. Het terrein blijft voor 95% groen. Nu en in de toekomst.

2. In 2050 streven we naar hittebestendige gebouwen.

Een belangrijk deel van de negatieve gezondheidseffecten van hitte komt door verstoorde nachtrust. Door in te zetten op passieve koeling zoals bijvoorbeeld zonnewering en isolatie zullen mensen minder snel geneigd zijn om een airco of andere soort actieve koeling aan te zetten. Dit heeft een groot effect op de energievraag, en maakt dus de energietransitie overzichtelijker.

  • Het zorggebouw wordt uitgevoerd met thermische isolatiematerialen die voldoen aan de geldende eisen van het bouwbesluit. De kozijnen in het nieuwe deel van het gebouw worden voorzien van zonwering. Aanvullende koeling gebeurt middels een warmtepomp die wordt aangesloten op bodemwisselaars van totaal circa 80 kW. Dit veld zal bestaan uit meerdere wisselaars. Afhankelijk van de diepte circa 30 stuks. Er zal worden gekoeld vanuit het bronnensysteem.
  • Ook de woningen worden, zonder gas aansluiting, duurzaam verwarmd middels individuele warmtepompen.

3. Bij kwetsbare instellingen streven we ernaar dat in 2050 de hittestress niet is toegenomen.

Bij instellingen zoals bijvoorbeeld verzorgingshuizen en scholen willen we extra zorg dragen om zo kwetsbare groepen te beschermen tegen de negatieve effecten van hitte.

We streven ernaar dat in 2050 vanaf elke locatie binnen de bebouwde kom binnen een straal van 200 meter een koele plek in de buitenruimte gevonden kan worden. Op hete dagen is het van belang dat mensen af en toe af kunnen koelen. Door op beloopbare afstand koele rustpunten te creëren geven we gelegenheid hiertoe. Dit is niet alleen van belang voor onze inwoners, maar ook voor toeristen en bij evenementen is dit van cruciaal belang.

  • Rondom het zorggebouw en de woningen is een ruim aantal plekken aanwezig waar de bewoners schaduw of juist zon kunnen vinden.

Droogte

1. We streven ernaar dat in 2050 90% van het gemeentelijk groen aangepast is op het veranderende klimaat.

Door het veranderende klimaat heeft veel van de bestaande beplanting het zwaar. Dit heeft tot gevolg dat er onder andere meer gesproeid moet worden wat bij droge periodes niet wenselijk is. Door andere soorten aan te planten die beter bestand zijn tegen het nieuwe klimaat blijft de openbare ruimte ook in drogere periodes goed te onderhouden.

  • Als onderdeel van het inrichtingsplan is door BALJON Landschapsarchitecten in samenwerking met deskundige hydrologen een waterplan opgesteld waarin aanwijzingen zijn opgenomen voor duurzaam behoud van het parkbos door goede hydrologische omstandigheden.

2. We streven naar het volledig natuurbrandpreventief ingericht zijn van de natuurterreinen in 2035. Tevens streven we naar het “firewise” zijn van alle dorpen en recreatieterreinen waar natuurterreinen aan grenzen.

Door ons grote areaal aan natuur is natuurbrand binnen onze gemeente een belangrijk risico. Er wordt op het moment al aan gewerkt om de natuurterreinen zodanig in te richten dat de risico's van natuurbrand zoveel mogelijk beperkt worden. Hiernaast is het van belang om aan de randen van de kernen ook maatregelen te treffen om te voorkomen dat eventuele branden overslaan op de bebouwing.

  • Is niet van toepassing. Het gaat hier niet om een natuurterrein in de zin van deze ambitie.

3. We streven naar een natuurlijke situatie voor de infiltratie van het hemelwater in 2050.

Om verdroging van de Veluwe tegen te gaan is het van belang dat het regenwater zoveel mogelijk infiltreert zoals het dat zou doen als er op die locatie geen bebouwing zou zijn. Dit is niet alleen van belang voor de beplanting, maar ook voor de drinkwaterwinning. Daarnaast scheelt het ook veel kosten als het water niet via de riolering wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuivering.

  • Het hemelwater van het zorggebouw wordt geheel geïnfiltreerd in een vijver van circa 400m2 in de lus van de oprijlaan richting het hoofdgebouw van landgoed De Grote Bunte. De vijver kan mee doen in het ensemble van de gebouwen aan de oprijlaan d.m.v. een statige uitstraling die past bij de cultuurhistorie van het landgoed.
  • Het hemelwater van de woningen wordt in de bodem geïnfiltreerd op twee verschillende manieren. Een deel van de woningen watert af op bestaande historische greppels op het terrein die daarmee hun oude functie opnieuw vervullen. Een ander deel infiltreert het hemelwater middels voldoende in te graven infiltratiekratten of onder de rijbaan van de toerit.

4. De gemeente Nunspeet werkt waar mogelijk samen met Waterschap Vallei en Veluwe aan de doelen omtrent droogte die het waterschap heeft gesteld voor 2050.

Het waterschap heeft een blauwe omgevingsvisie (BOVI) opgesteld. Daarnaast hebben we met alle overheden binnen het werkgebied van het waterschap een regionaal adaptatieplan (RAP) opgesteld. Dit RAP is op 3 november 2020 vastgesteld in het college van Burgemeester en Wethouders en op 4 december regionaal bekrachtigd tijdens de regionale klimaattop. Door mee te werken aan de doelen in deze stukken kunnen we de knelpunten die een gemeentegrensoverschrijdende schaal hebben goed aanpakken.

  • Is niet van toepassing.

Wateroverlast

1.We streven ernaar dat bij een extreme regenbui die eens in de 100 jaar valt (70 mm/h) de hoofdinfrastructuur en gezondheidscentra bereikbaar blijven.

In het deltaplan is een bui van 70mm per uur opgenomen als maatgevende bui waartegen de bebouwde omgeving bestand moet zijn. Het is van belang dat bij deze bui de hoofdwegen en gezondheidscentra ten allen tijde bereikbaar blijven om in geval van calamiteiten de hulpdiensten vrije toegang te geven. Bij onderliggende wegen accepteren we wel dat deze bij een extreme bui tijdelijk niet begaanbaar zijn.

  • Is niet van toepassing. Er is hier sprake van een particulier terrein waarbij de wegen zijn opgebouwd uit niet- of half verharde materialen.

2. We streven ernaar dat bij een extreme regenbui die eens in de 100 jaar valt (70 mm/h) geen schade ontstaat aan stroomvoorzieningen.

Bij de maatgevende bui dient ook de stroomvoorziening stand te houden. Hiervoor dienen de locaties van onder andere deelstations goed ingericht te worden. Bij deze inrichting dient ook gekeken te worden naar koeling om te voorkomen dat op een hete dag de stroom uitvalt.

  • Is niet van toepassing.

3. We streven ernaar dat bij een extreme regenbui die eens in de 100 jaar valt (70 mm/h) nauwelijks schade ontstaat in woningen, winkels en overige panden.

Schade aan overige gebouwen dient bij de maatgevende bui tot een minimum beperkt te worden. De gemeente doet in de openbare ruimte binnen redelijkheid alles eraan om deze schade te voorkomen, maar vooral de inrichting van privéterrein is een bepalende factor in deze schade. Door communicatietrajecten en financiële prikkels proberen we onze inwoners te overtuigen de tuinen groen en klimaatbestendig in te richten.

  • Op het terrein van De Grote Bunte is relatief gezien sprake van zeer weinig oppervlakte verharding.

4. We streven ernaar dat bij een extreme regenbui die eens in de 100 jaar valt (70mm/h) geen vuil rioolwater op straat of in de woningen komt.

Vuil rioolwater op straat of in woningen zorgt niet alleen voor stankoverlast, maar is ook een gezondheidsrisico. We streven ernaar om te voorkomen dat dit voorkomt, zelfs bij een extreme bui.

  • Is niet van toepassing.

Biodiversiteit

1.We streven ernaar dat in 2050 binnen de kernen de diversiteit in flora en fauna substantieel vooruitgegaan is ten aanzien van de 0-meting van 2020-2022.

De biodiversiteit is van groot belang voor onze gezondheid. Zo zijn insecten onmisbaar in de bevruchting van onze voedingsmiddelen, en bomen en planten verzorgen zuurstof en verkoeling. Door meer ruimte te geven voor natuur in onze kernen streven we er naar om de vermindering van biodiversiteit om te keren en er voor te zorgen dat we weer meer soortenrijkdom krijgen.

  • Door behoud en onderhoud van het parkbos blijft de bestaande biodiversiteit, zoals vastgelegd in de QuickScan flora en fauna, bewaard en wordt het leefgebied van de soorten duurzaam behouden. Door BALJON Landschapsarchitecten in samenwerking met bosdeskundig adviseurs een bosverjongingsadvies opgesteld om duurzaam behoud van de begroeiing te behouden.

2. We streven ernaar dat in 2050 buiten de kernen de diversiteit in flora en fauna minstens gelijk gebleven is ten aanzicht van de 0-meting van 2020-2022.

Op de natuurterreinen scoren we al goed op gebied van biodiversiteit. Hierdoor is het voldoende om ervoor te zorgen dat er geen achteruitgang plaatsvindt. Rondom de agrarische landen is nog wel ruimte voor verbetering, en hier willen we dan ook op inzetten door onder andere landschappelijke inpassing en herstellen van historische structuren.

  • Is niet van toepassing. De Grote Bunte bevindt zich binnen een woonkern.

3. Invasieve soorten worden actief bestreden, zowel binnen als buiten de bebouwde kom

Door het veranderende klimaat zullen steeds meer exotische soorten in onze gemeente voorkomen. Deze soorten verstoren het natuurlijke ecosysteem, en brengen soms schade en gezondheidsrisico's met zich mee. De gemeente zet zich in om deze soorten zo veel mogelijk te bestrijden.

  • De soorten in het aangelegde terrein rondom het zorggebouw zijn onderdeel van de historische parktuin en passen als zodanig binnen in de geschiedenis van het terrein. In het bosverjongingsadvies is ook rekening gehouden met vervanging door oorspronkelijk inheemse soorten.

Voor de rapportage “Duurzaamheid op De Grote Bunte” d.d. november 2023, zie Bijlage 21 bij deze Toelichting.

5.1.8 Milieueffectrapportage

5.2 Watertoets / Waterparagraaf

5.2.1 Wet- en regelgeving

Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) schrijft in artikel 3.1.6, lid 1, onder b voor dat de waterhuishouding in kaart moet worden gebracht voor ruimtelijke plannen. In dit artikel staat 1. Een bestemmingsplan alsmede een ontwerp hiervoor gaan vergezeld van een toelichting, waarin zijn neergelegd: (.....) b. een beschrijving van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding". Daarom dient er een watertoets te worden verricht. Bij de beoordeling van de watertoets door het verantwoordelijke overheidsorgaan, het Waterschap Vallei en Veluwe, wordt onder meer rekening gehouden met onderstaande wet- en regelgeving en overheidsbeleid.

Het aspect water is van groot belang binnen de ruimtelijke ordening. Door verstandig om te gaan met het water kan verdroging en wateroverlast (waaronder ook risico van overstromingen en dergelijke) voorkomen worden en kan de kwaliteit van het water hoog worden gehouden.

Op Rijksniveau en op Europees niveau zijn de laatste jaren veel plannen, beleidsstukken, en wetten gemaakt met betrekking tot water. De belangrijkste hiervan zijn: het beleidskader volgens het Waterbeleid voor de 21e eeuw, de Waterwet, en het Nationaal Waterplan. De relevante wetgeving en beleidsrapporten worden in de onderstaan de tabel beschreven.

5.2.2 Beleidskader (ontleend aan Hoofdstuk 2 van het rapport "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet")

2.1 Generiek beleid
Op rijksniveau en Europees niveau zijn meerdere plannen en wetten gemaakt met betrekking water. De belangrijkste zijn het Waterbeleid voor de 21e eeuw, het Nationaal Waterprogramma en de Omgevingswet.

2.2 Waterbeleid voor de 21e eeuw
In het Waterbeleid voor de 21e eeuw wordt bij ruimtelijke planvorming "water en sturend". Dit betekent dat wordt voorkomen dat problemen worden afgewenteld op andere gebieden, naar de toekomst of van privaat naar publiek. In het waterbeleid zijn tevens twee principes (driestrapsstrategieën) voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd:
* Voorkeurstrits vasthouden, bergen, afvoeren: Deze strategie houdt in dat overtolllig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Indien vasthouden niet mogelijk is wordt het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden. Pas als vasthouden en bergen niet voldoende opleveren wordt het water afgevoerd.
* Voorkeurstrits schoonhouden, scheiden en zuiveren: Bij deze strategie gaat het erom dat het water zoveel mogelijk schoon wordt gehouden. Indien dit niet mogelijk is worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden. Is ook dit niet mogelijk, dan dient het vuile water gezuiverd te worden.

2.3 Nationaal Waterprogramma 2022-2027
Het Nationaal Waterprogramma (NWP) 2022-2027 is vastgesteld op 18 december 2015. Hierin beschrijft de Rijksoverheid de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid en de uitvoering daarvan in de rijkswateren en - vaarwegen. Belangrijke onderdelen van het NWP zijn de stroomgebiedbeheerplannen (SGBP's), het overstromingsrisicobeheerplan en het Programma Noordzee. Op grond van de Kaderrichtlijn Water (KRW) worden elke 6 jaar stroomgebiedbeheerplannen opgesteld voor de Nederlandse delen van de stroomgebiedsdistricten Rijn, Maas, Schelde, en Eems. Hierin staan de doelen, het waterkwaliteitsbeeld en de maatregelen om de waterkwaliteit verder te verbeteren.

2.4 Omgevingswet
Sinds 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Met de implementatie van de Omgevingswet is de wet- en regelgeving voor ruimtelijke projecten veranderd. De wet vervangt een veelheid aan wetten en gaat uit van een integrale benadering van alle aspecten van de fysieke leefomgeving, zoals ruimtelijke ordening, milieukwaliteit, natuur, bodem en water. Omgevingsvisies en omgevingsplannen zijn in de plaats gekomen van de bestaande structuurvisies en bestemmingsplannen en zijn belangrijke instrumenten geworden voor gemeenten. Net als in de Waterwet wordt in de Omgevingswet ook uitgegaan van een integraal waterbeheer op basis van de "watersysteembenadering". Deze benadering gaat uit van het geheel van relaties binnen watersystemen. Door middel van één watervergunning regelt de wet het beheer van oppervlaktewater en grondwater en de juridische implementatie van Europese richtlijnen, waaronder de Kaderrichtlijn Water.

2.5 Weging van het waterbelang
Bij de weging van het waterbelang van complexere inrichtingen is het belangrijk dat het bevoegd gezag vroegtijdig wordt betrokken bij de planvorming. Een belangrijk voordeel hiervan is dat het bevoegd gezag vroegtijdig wordt betrokken bij de planvorming. Een belangrijk voordeel hiervan is dat het bevoegd gezag de actuele wet- en regelgeving kan toelichten, project-specifieke randvoorwaarden kan meegeven en kan adviseren omtrent kansen en risico's vanuit de omgeving. Afstemming met het bevoegd gezag (waterschap en gemeente) voor deze ontwikkeling is in 2023 in gang gezet en op 10 juli 2024 heeft een aanvullend overleg met de gemeente en het waterschap plaatsgevonden.
2.6 Provincie Gelderland
Op grond van de verplichting in de Waterwet om een regionaal waterplan op te stellen heeft de provincie Gelderland de Omgevingsverordenng Gelderland (30-04-2024) opgesteld. Het Provinciaal Regionaal Waterprogramma (RWP 2021-2017) is van kracht.

Planspecifiek
* Het plangebied bevindt zich niet in een boringsvrije zone.
* Het plangebied bevindt zich niet in een grondwaterbeschermingsgebied of waterwingebied.
* Het plangebied ligt buiten een waterbergingsgebied.
* Het plangebied ligt buiten het Natuurnetwerk Nederland (NNN).
* Het plangebied ligt niet nabij het Kaderrichtlijn Water oppervlaktelichaam.
* Het plangebied is gelegen buiten een "overstroombaar gebied".
* De risiconorm wateroverlast is 1/100 jaar. Dit betekent dat eens in de 100 jaar wateroverlast toelaatbaar is.

2.7 Waterschap Vallei en Veluwe
Het waterbeheer is in handen van Waterschap Vallei en Veluwe. Het waterschap heeft haar beleid vastgelegd in het Blauw Omgevingsprogramma (2022-2027). Als het gaat over normen en criteria, dan zijn de Waterschapsverordening en de Legger van het waterschap belangrijke uitgangspunten voor de waterhuishoudng. In de Waterschapsverordening staan onder andere gebodsbepalingen en verbodsbepalingen en regels voor functies en activiteiten langs watergangen en waterkeringen.

Wateroverlast dient voorkomen te worden door het nemen van maatregelen, zoals het ophogen van het maaiveld of bouwen zonder kruipruimte. De ontwikkeling dient grondwaterneutraal te worden uitgevoerd.

Het waterschap adviseert om voldoende drooglegging in het ontwerp te hanteren, zodat problemen met (grond)wateroverlast zoveel mogelijk voorkomen of beperkt worden. Drooglegging is het verschil tussen het oppervlaktewaterpeil (streefpeil) en het maaiveld. Het waterschap hanteert de volgende minimumeisen voor drooglegging:
* 0,70 m voor het maaiveld.
* 1,00 m voor het straatpeil.
* 1,30 m voor het bouwpeil.

Het waterschap geeft aan dat over het totale verhard oppervlak waterberging moet worden aangelegd. Het betreft een waterbergingsopgave van 60 mm per m2 op eigen terrein. Waterberging kan worden aangelegd door het graven van nieuw oppervlaktewater of door het aanleggen van alternatieve waterbergende voorzieningen. Het is mogelijk om na de berging van 60 mm een overloop te realiseren op een bestaande structuur. Bij een toename van minder dan 1.500 m2 verhard oppervlak kan een eenmalige vrijstelling worden aangevraagd. De afvoernorm vanuit het plangebied naar het oppervlaktewater onder normale omstandigheden is 1,5 l/s/ha.

Wanneer geen uitlogende materialen als koper, zink, en lood worden gebruikt, wordt het afstromende hemelwater beschouwd als schoon. Dit hemelwater dient bij voorkeur in de volgende voorkeursvolgorde te worden aangewend:
1. Hergebruik (bijvoorbeeld voor toiletten, wasmachines en tuinsproeien).
2. Infiltratie in de bodem.
3. Buffering in waterberging.
4. Lozing op oppervlaktewater.
2.8 Gemeente Nunspeet
In de planperiode 2007-2011 werden de "Wet gemeentelijke watertaken" en de Waterwet (tegenwoordig opgenomen in de Omgevingswet) van kracht. Met deze wetten zijn de gemeentelijke watertaken verbreed en hebben de gemeenten de zorgtaak gekregen voor het:
* Inzamelen en verwerken van hemelwater dat redelijkerwijs niet op particulier terrein kan worden verwerkt (Waterwet, artikel 3.5).
* Treffen van doelmatige maatregelen tegen structurele grondwateroverlast en verwerking van ingezameld grondwater (Waterwet, artikel 3.6).
* Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater (Wet milieubeheer, artikel 10.33).

De beleidsmatige invulling van deze (verbrede) gemeentelijke watertaken is vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan 2021-2025, De gemeente heeft op het gebied van waterbeheer de volgende eisen:
* De gemeente eist dat 60 mm over het totale verhard oppervlak in het plangebied dient te worden geborgen op eigen terrein.
* De hemelwaterberging wordt zo ontworpen en in stand gehouden dat deze binnen 2 dagen weer volledig beschikbaar is na afloop van de bui.
* Een concreet uitgangspunt bij het herinrichten van gebieden is het verminderen van (bestaande) verharding.
* De gemeente hoeft geen hemelwater te accepteren, tenzij er echt geen andere mogelijkheid is voor degene die er van af wil.
* De perceeleigenaar draagt de eerste verantwoordelijkheid om overtollig hemelwater te bergen op eigen perceel. De gemeente heeft vervolgens een inspanningsverplichting om, als dit niet mogelijk is, het overtollig hemelwater te ontvangen en af te voeren.
* De perceeleigenaar is zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van overlast of schade ten gevolge van grondwater. Dit houdt in dat de perceeleigenaar zelf verantwoordelijk is voor de ontwatering van het eigen terrein, evenals voor het beheer en onderhoud van deze voorzieningen.
* Om (grond)wateroverlast te voorkomen is de minimale ontwateringsdiepte voor:
- openbaar groen 0,50 m.
- secundaire wegen 0,70 m.
- primaire wegen 0,90 m.
- woningen zonder kruipruimte 0,50 m.
- woningen met kruipruimte 0,70 m.
2.9 Samenvatting beleid wateropgave
Op basis van het beleid van de gemeente Nunspeet en waterschap Vallei en Veluwe dient 60 mm waterberging over het totale verhard oppervlak binnen het plangebied te worden gerealiseerd.

5.2.3 Bestaand watersysteem

In hoofdstuk 4 van het rapport "Weging van het Waterbelang. De Grote Bunte te Nunspeet" versie 2.0 d.d. 3 september 2024 van Aveco de Bondt is het bestaande watersysteem beschreven.

Waterveiligheid

Het plangebied ligt niet buitendijks en binnen het plangebied zijn geen primaire, regionale of overige waterkeringen of beschermingszones van keringen gesitueerd.

Oppervlaktewater

In figuur 4-1 van het rapport "Weging van het Waterbelang. De Grote Bunte te Nunspeet" versie 2.0 d.d. 3 september 2024 van Aveco de Bondt staat de legger van het waterschap met betrekking tot de primaire en secundaire watergangen weergegeven. In het plangebied liggen geen leggerwatergangen en werkzaamheden vinden niet plaats binnen de beschermingszone van leggerwatergangen. Er zijn geen vastgestelde waterbergingsvoorzieningen in of nabij het plangebied aanwezig. In het plangebied zijn wel historische greppels aanwezig die zich vooral in het noordwestelijke deel bevinden. Deze zijn in de huidige situatie voor een deel verland. De greppels dienen voor de berging van hemelwater en mogelijk het afvangen van hoge grondwaterstanden. Aan de westzijde van het plangebied bevindt zich een C-watergang (tertiair) met leggercode WL_93989.

Peilgebieden

Het plangebied ligt volledig in peilgebied GPG_1608 en met een vast streefpeil van +1,2 m NAP (marge boven en beneden van 0,05 m). De bovengrens van het peil is +1,4 m NAP en de ondergrens is +1,0 m NAP. Echter ligt de stuw circa 1,5 km benedenstrooms en lig het gebied aanzienlijk hoger. Bij de laagste maaiveldhoogte van +4,5 m NAP bedraagt het verschil tussen het maaiveld en het streefpeil (drooglegging) hierdoor circa 3,3 m. De nabijgelegen C-watergangen functioneren daardoor als (droogstaande) greppels.

Grondwater

In paragraaf4.4 van het rapport "Weging van het Waterbelang. De Grote Bunte te Nunspeet" zijn de grondwatergegevens van het plangebied besproken.

Afvoer hemel- en afvalwater

Het hemelwater uit het plangebied dat afkomstig is van het verhard oppervlak infiltreert lokaal. Het vuilwater van de bestaande gebouwen is aangesloten op de vuilwater- of gemengde rioolstelsel onder de ten westen gelegen Molenweg. Het is niet bekend waar de huidige leidingen binnen het plangebied liggen en waar deze aansluiten op het hoofdriool.

Waterkwaliteit, droogte en ecologie

In en nabij het plangebied zijn geen KRW-wateren, oppervlaktewaterbeschermingszones en grondwaterbeschermingsgebieden aanwezig. Verzilting speelt in het plangebied geen rol van betekenis. Het infiltreren van hemelwater is één van de maatregelen om droogte tegen te gaan. De lokale omstandigheden bepalen of infiltratie kansrijk is. De infiltratiecapaciteit van de waterbergingsvoorziening wordt bepaald door de bodemeigenschappen en de grondwaterstand. Uitgaande van een bodem bestaande uit matig fijn, zwak siltig zand en een voldoende lage grondwaterstand lijken de omstandigheden geschikt voor het infiltreren van hemelwater in het plangebied.

5.2.4 Toekomstig watersysteem

In Hoofdstuk 5 van het rapport "Weging van het Waterbelang. De Grote Bunte te Nunspeet" versie 2.0 d.d. 3 september 2024 van Aveco de Bondt is het toekomstige watersysteem besproken. In dat hoofdstuk is een voorstel uitgewerkt voor het toekomstige watersysteem, waarin de effecten van de beoogde ontwikkeling op de waterhuishouding inzichtelijk zijn gemaakt.

Waterveiligheid

Er is geen opgave met betrekking tot de waterveiligheid en het plangebied bevindt zich niet in een aangewezen "overstroombaar gebied".

Verhardingsberekening

In de toekomstige situatie dient er voldoende waterberging te zijn en moet wateroverlast tijdens extreme neerslagsituaties worden voorkomen. Op basis van het ontwerp is het verhard oppervlak berekend en opgedeeld in categorieën (zie Tabel 5-1, blz. 11 van het rapport). In de verhardingsberekening is het nieuw aan te leggen en het te handhaven verhard oppervlak meegenomen. Het verhard oppervlak is opgesplitst in een deel van de woningeigenaren en een deel van de verhuurder van het zorgdeel. Op deze manier kan de benodigde waterberging voor het verhard oppervlak worden toebedeeld aan de juiste verantwoordelijke.

Waterbergingsopgave

De waterbergingsopgave bestaat voor dit plan uit de compensatie van het totale nieuwe verhard oppervlak. Over al het verhard oppervlak in het plangebied (bestrating en daken) dient een waterberging van 60 mm gerealiseerd te worden. Het hemelwater dat op particulier terrein valt dient daar ook geborgen te worden met dezelfde bergingseis. Bewoners zijn verantwoordelijk voor het aanleggen van voldoende waterberging op eigen terrein, wat neerkomt op een opgave van in totaal 479 m3 (op basis van 7.982 m2. De overige waterbergingsopgave dient in de openbare ruimte (verhuurder van het zorgdeel) binnen het plangebied te worden gerealiseerd. Hier is een verhard oppervlak van 3.201 m2 aanwezig en daarmee bedraagt de waterbergingsopgave 192 m3. Over het onverharde oppervlak ligt geen waterbergingspgave. Er vinden geen aanpassingen of dempingen aan het oppervlaktewater uit de legger plaats die gecompenseerd moeten worden.

Waterbergende voorzieningen

De infiltratievoorzieningen dienen te voldoen aan verschillende eisen om meegerekend te worden als waterberging. Zo moet de voorziening worden aangelegd boven de GHG, moet deze zijn voorzien van een noodoverloop, binnen de gestelde leeglooptijd weer beschikbaar zijn, goed onderhouden worden en geschikt zijn voor de plaatselijke omstandigheden (grondwater en bodemdoorlatendheid). Doordat de grondwaterstand voldoende diep is, en de ondergrond relatief goed waterdoorlatendheid is, zijn verschillende type infiltratievoorzieningen mogelijk. Op de ontwerptekening zijn enkele locaties van de voorzieningen aangegeven waar de waterbergingen worden gerealiseerd (zie bijlage 1 bij het rapport). Dit bestaat uit greppels langs het tuinpad, een wadi in de keerlus en waterbergende wegfundering onder een deel van de weg naar de kavels en naar de zorginstelling. De beoogde spiegelvijver is geen waterbergende voorziening aangezien hier nauwelijks peilstijging in op kan treden. Bij de positionering ervan in het ontwerp is rekening gehouden met de cultuurhistorische waarden van het landgoed en beschermde bomen.

Waterbergende wegfundering

Bij de waterbergende wegfundering wordt het water opgevangen via kolken en middels een drain naar de waterbergende fundering geleid. Ook is een noodvoorziening ten tijde van extreme neerslag aanwezig. Via de geperforeerde overstortleiding watert het overtollige water af richting de bestaande greppelstructuur. Het water stroomt de greppel in via een spuwer, waarbij de drempelhoogte enkele centimeters lager ligt dan de weg. Doordat de overstorthoogte boven de grondwaterstand gelegen is, dient deze overstortleiding uitsluitend als overstort voor neerslag en wordt geen grondwater afgevoerd.

De waterbergende wegfundering wordt over meerdere trajecten van de wegen aangelegd, zodat het hemelwater zoveel mogelijk infiltreert op de locaties waar het neergekomen is. In de overzichtstekening, in bijlage 1 bij het rapport, staan de locaties van de voorzieningen weergegeven. Hierdoor blijft de grondwatersituatie zoveel mogelijk gehandhaafd. De voordelen van de waterbergende wegfundering is dat de ontgravingsdiepte beperkt is en de toepassing goed te verenigen met de aanwezigheid van omliggende bomen. De voorziening laat het toe dat flexibel kan worden omgegaan bij de aanleg ervan, zodat belangrijke boomwortels kunnen worden vermeden. Tevens zijn de voorzieningen zo ver mogelijk van de bomen geplaatst, zodat eventuele lokale vernatting niet direct naast de bomen plaatsvindt.

Dimensionering bergingsvoorzieningen

In Paragraaf 5.4.2 van het rapport "Weging van het Waterbelang. De Grote Bunte te Nunspeet" versie 2.0 d.d. 3 september 2024 van Aveco de Bondt is de dimensionering van de bergingsvoorzieningen weergegeven.

Hemel- en vuilwaterafvoer

In bijlage 1 bij het rapport "Weging van het Waterbelang. De Grote Bunte te Nunspeet" versie 2.0 d.d. 3 september 2024 van Aveco de Bondt is een afstromingsplan opgenomen, waarin te zien is dat het hemelwater voornamelijk oppervlakkig afstroomt naar locaties waar het water mag infiltreren. Bij de inrichting van het plangebied wordt rekening gehouden met de hoogteligging van het verhard oppervlak t.o.v. deze infiltratievoorzieningen.

Hemelwaterafvoer

Het water moet op een goede manier richting de voorzieningen kunnen afwateren. De tuinpaden wateren naar binnen toe af, waardoor het water in het aanliggende verlaagde maaiveld (greppels) terechtkomt. Het water van de weg en een deel van de zorginstelling komt in de waterbergende wegfundering terecht via de kolken en leidingen die langs de weg komen te liggen. Het dakwater van de fietsenstalling, het landhuis en een deel van de zorginstelling wordt verzameld en getransporteerd via een afvoerleiding naar de wadi in de keerlus. Ook dient het afschot van de keerlusverharding naar binnen gericht te zijn, waardoor het hemelwater oppervlakkig afstroomt richting de wadi.

Indien water vanaf de waterbergende wegfundering overstort richting de greppelstructuur, is het belangrijk dat de greppels dit ten tijde van extreme neerslag verder onder vrij verval kunnen afvoeren. Indien de greppels niet aflopend zijn richting het noordelijk gelegen watersysteem, kan dit een obstructie vormen voor de afstroming van overtollig regenwater. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat regenwater langer binnen het gebied blijft en daarmee de grondwaterstanden lokaal stijgen met mogelijk negatieve effecten op de omliggende bomen.

Indien de greppelstructuur niet goed afwatert, dan dient deze te worden opgeschoond. Bij het opschonen dient te worden voorkomen dat de greppel dieper wordt gemaakt dan dat deze voorheen was, waardoor geen verdroging optreedt.

Vuilwaterafvoer

Binnen het plangebied wordt het vuilwater vanuit de woningen en de zorginstelling aangesloten op een nieuw aan te leggen vuilwaterriool die onder de weg komt te liggen. Bij voorkeur watert het riool onder vrij-verval af op het stelsel onder de Molenweg. Voor de 14 woningen geldt het uitgangspunt van 2,5 inwoners (vervuilingseenheden) per woning. De zorginstelling krijgt naar verwachting 36 bewoners en er is ingeschat dat er maximaal 20 werknemers aanwezig zijn. De vervuilingseenheden van het vuilwater in de nieuwe situatie bedraagt daarmee 35 vervuilingseenheden vanuit de kavels en 56 vanuit de zorginstelling. In totaal bedraagt de toename 91 vervuilingseenheden.

Ontwikkeling in relatie tot gondwater

In Paragraaf 5.6 van het rapport "Weging van het Waterbelang. De Grote Bunte te Nunspeet" versie 2.0 d.d. 3 september 2024 van Aveco de Bondt worden de nieuwe ontwikkelingen in relatie tot het grondwater behandeld. Verder worden in deze Paragraaf 5.6 de "ontwerphoogten" en de "effecten door infiltratie" besproken.

Beheer en onderhoud

Bij het inrichten van de watergang(en) en waterberging(en) is het van belang om tevens over het beheer en onderhoud na te denken. Dit is van belang om ook in de toekomst te garanderen dat het watersysteem naar behoren blijft functioneren, dat er geen waterproblemen ontstaan en dat onderhoud eenvoudig en tegen beheersbare kosten kan plaatsvinden.

De verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van de riolering in de openbare ruimte ligt bij de gemeente Nunspeet en op particulier terrein ligt dit bij de perceeleigenaar. De verhuurder van het zorgdeel is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de bestaande greppels en de infiltratievoorzieningen (greppels, wadi, en waterbergende fundering). De bergingsvoorzieningen op de kavels dient te worden onderhouden door de perceelseigenaren.

Vergunningen

In nieuw te ontwikkelen gebied worden de (grond)waterstanden binnen het in te richten gebied tijdens of na het bouwrijp maken niet structureel verlaagd. Voor het aansluiten van nieuwe woningen op het rioolstelsel dient door de initiatiefnemers contact opgenomen te worden met de gemeente, zodat dit goed wordt afgestemd. Conform de waterschapsverordening van het waterschap is het afvoeren van hemelwater vanaf nieuw verhard oppervlak op C-watergangen vergunningplichtig (omgevingsvergunningen).

5.2.5 Conclusies en aanbevelingen van het rapport "Weging van het Waterbelang. De Grote Bunte te Nunspeet " versie 2.0 d.d. 3 september 2024 van Aveco de Bondt

De beoogde ontwikkeling omvat meerdere ruimtelijke aanpassingen in het plangebied, waaronder het realiseren van woningen, een zorginstelling en bijbehorende bestratingen (wegen, paden, en parkeervakken). Om de waterhuishouding niet te verslechteren en waar mogelijk te verbeteren, zijn risico's in beeld gebracht en maatregelen voorgesteld, zie Paragraaf 5.2.5.1 "Conclusies". Hieronder in Paragraaf 5.2.5.1 zijn de conclusies van het rapport benoemd. In Paragraaf 5.2.5.2 zijn de aanbevelingen uit het rapport benoemd.

5.2.6 Reactie op de Waterparagraaf door het Waterschap met e-mailbericht d.d. 27 augustus 2024

Het Waterschap heeft als volgt gereageerd op het rapport "Weging van het Waterbelang. De Grote Bunte te Nunspeet" versie 2.0 d.d. 26 juli 2024, van Aveco de Bondt, dat de Waterparagraaf/de Watertoets inhoudt:

"Ter bevestiging: De waterbelangen zijn bij dezen goed afgewogen en de onwerpprincipes zijn duidelijk. Keuze voor vloerpeilen en laten bepalen van RHG laat ik aan de ontwikkelaar.

Succes met de verdere planvorming.

Met vriendelijke groet,

Jopie de Ruijter

Beleidsmedewerker planvorming"

Voor het rapport "Weging van het Waterbelang. De Grote Bunte te Nunspeet" versie 2.0 d.d. 3 september 2024 van adviesbureau Aveco de Bondt, zie Bijlage 14 bij deze Toelichting (en zie ook Bijlage 4 bij de Regels).

5.3 Ecologie

5.3.1 Wet- en regelgeving

Bij ruimtelijke planvorming moet aandacht worden besteed aan de wetgeving inzake natuur, flora en fauna. Zowel een groot deel van de flora en fauna zelf als de leefgebieden van diverse soorten kennen wettelijke bescherming. Die bescherming vloeit voort uit zowel Europese als nationale regelgeving. Zo richt de EG-Habitatrichtlijn zich expliciet op de bescherming van de habitat van wilde planten en dieren en beschermt de EG-Vogelrichtlijn op soortgelijke wijze broed- en trekvogels. In het kader van deze richtlijnen heeft Nederland zogenoemde speciale beschermingszones ("Natura 2000"-gebieden) aangewezen. Gebiedsbescherming is in het Nederlands recht geregeld in de Wet natuurbescherming (Wnb). Daarnaast is er ook sprake van juridische natuurbescherming via het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en provinciale ruimtelijke verordeningen.

De bescherming en het behoud van de gunstige staat van instandhouding van planten- en diersoorten in hun natuurlijke leefgebied is ook geregeld in de Wet natuurbescherming (Wnb). Het uitgangspunt van de wet is “nee, tenzij”. Dit betekent dat activiteiten met een schadelijk effect op beschermde soorten in principe verboden zijn. Van het verbod op schadelijke handelingen (“nee”) kan onder voorwaarden (“tenzij”) worden afgeweken met een ontheffing, vergunning, of vrijstelling.

5.3.2 Ecologie en het Plangebied voor het bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw"'

In opdracht van Slaa + van Asselt Architecten te Nunspeet (in opdracht van N.O.M. B.V. te Nunspeet) is door het bureau GRAS (Groen, Recreatie, Sport) - Advies onderzoek uitgevoerd dat geresulteerd heeft in het rapport “Verkennend onderzoek (quickscan) flora en fauna Wet natuurbescherming Grote Bunteweg 11 te Nunspeet.” d.d. 16 maart 2021 (rapport nr. VVAA00120, definitief).

Naar aanleiding van het bovengenoemde verkennend onderzoek (quickscan) is opdracht gegeven voor nader onderzoek door het adviesbureau Alcedo natuurprojecten. Dit is gebeurd met het “Aanvullend onderzoek Huismus, Ransuil, Boomvalk, Eekhoorn, Vleermuizen, Boommarter, en Kleine marterachtigen. Landgoed De Grote Bunte Nunspeet” (Alcedo natuurprojecten, d.d. 29 januari 2022). Dit aanvullende onderzoek is uitgevoerd omdat na het uitvoeren van een quickscan flora en fauna is vast komen te staan dat niet kan worden uitgesloten dat er binnen de grenzen van het plangebied voor het gehele Landgoed De Grote Bunte een groot aantal diersoorten voorkomt dat via de Wet natuurbescherming (Wnb) bescherming geniet. Deze diersoorten kunnen de huidige bebouwing en de natuurlijke omgeving benutten als vaste verblijfplaats of als functioneel leefgebied. Het gaat hierbij specifiek om de volgende soorten of soortgroepen: huismus, ransuil, boomvalk, eekhoorn, vleermuizen, boommarter, en kleine marterachtigen.

Met behulp van het nader onderzoek van het bureau Alcedo natuurprojecten wordt ernaar gestreefd om de volgende vragen te beantwoorden:

  • Worden het landhuis en/of de bijgebouwen gebruikt als vaste broedplaats door huismussen?
  • Worden het landhuis en/of de bijgebouwen en bomen in de omgeving gebruikt als vaste verblijfplaats voor gebouw- of boom-bewonende vleermuizen?
  • Fungeert het parkbos van Landgoed De Grote Bunte als functioneel en onvervangbaar leefgebied voor ransuil, boomvalk, boom-bewonende vleermuizen, boommarter, en kleine marterachtigen?
  • Komt vanwege de voorgenomen ingreep de gunstige staat van instandhouding van de hierboven genoemde soorten in gevaar?
  • Is het naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek noodzakelijk een ontheffing in het kader van de Wnb aan te vragen bij de Provincie Gelderland?
  • Zo ja, voor welke soorten moet een ontheffing worden aangevraagd?

5.3.3 Memo Ecologische check als oplegger bij rapportage Aanvullend onderzoek diverse soorten Landgoed De Grote Bunte in 2021 d.d. 26 januari 2022

In verband met de aanvraag Omgevingsvergunning specifiek voor de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte, waarvoor op 19 april 2022 een Omgevingsvergunning werd verleend, hetgeen een relatief klein deel van het gebied van het Landhuis De Grote Bunte omvat, is een nader Memo opgesteld, een Ecologische check, als oplegger bij de rapportage Aanvullend onderzoek diverse soorten Landgoed De Grote Bunte in 2021. De aanvraag omgevingsvergunning gaat over het gebied dat voor het grootste gedeelte uit een bestaande parkeerplaats bestaat en uit de huidige bebouwing, onder meer bestaande uit logeerverblijven. Het zorggebouw komt niet in het parkbos, en zal naar verwachting geen conflict gaan vormen met de in het kader van de Wet natuurbescherming beschermde diersoorten.

Op 25 januari 2022 heeft het onderzoeksbureau, Alcedo Natuurprojecten, de beoogde locatie van het zorggebouw bekeken. Hierbij is nog eens extra gekeken naar de natuurwaarden op deze plaats. Vervolgens is ook het parkbos bezocht om te bepalen op welke afstand een aantal kwetsbare plaatsen (kolonieboom rosse vleermuis, nest sperwer) van deze plaats af liggen.

In het memo is per soort toegelicht wat de voorgenomen ingreep c.q. de realisatie van een zorggebouw op deze plaats voor gevolgen heeft voor de instandhouding van de soort.

Eekhoorn

Tijdens het in 2021 verrichte aanvullend onderzoek is geconstateerd dat er eekhoorns voorkomen in het plangebied. Het geschatte aantal ligt tussen de 5-10 dieren. Er werden twee boomnesten van eekhoorns gevonden. Het is niet duidelijk of deze worden bewoond. Wel is duidelijk dat deze nesten op een grote afstand van de bouwlocatie van het zorggebouw liggen. Deze afstand is circa 50-70 meter. De bouwlocatie zelf is voor eekhoorns niet essentieel als foerageergebied. Ook is er geen sprake van aaneengesloten boomkruinen via welke de dieren zich kunnen verplaatsen. Daarvoor zullen ze dus andere routes zoeken, tenzij ze zich over de grond bewegen.

Egel

Tijdens het in 2021 verrichte aanvullende onderzoek is geconstateerd dat er egels voorkomen in het plangebied. Tijdens een simultaantelling op één avond werden er minimaal 8 egels aangetroffen die actief aan het foerageren waren binnen de begrenzing van het gebied van het Landgoed De Grote Bunte. Deze dieren bevonden zich in het parkbos en op en rond weilanden / graslanden aan de voorzijde van het Landhuis. De beoogde bouwlocatie van het zorggebouw is voor egels geen interessante biotoop, omdat er daar geen voedsel voor deze soort is te vinden. Ook is er geen sprake van grote bladhopen of takkenrillen waarin zich nest- of rustplaatsen van egels kunnen bevinden. Dergelijke situaties (foerageerplekken, nest- of rustplaatsen en/of overwinteringsplekken) zijn elders op het landgoed in ruime mate voorhanden.

Sperwer

Tijdens het in 2021 verrichte aanvullende onderzoek is één sperwernest gevonden. Dit nest werd echter niet benut als broedplaats. Daarmee is niet gezegd dat dit nest niet wordt benut door sperwers, want veel roofvogelsoorten hebben satellietnesten om te rusten of om later alsnog in gebruik te nemen als broedplaats. Het bewuste nest bevindt zich op meer dan 50 meter afstand van de beoogde bouwlocatie. Sperwers zijn gevoelig voor verstoring. In ogenschouw nemend dat het landhuis, het koetshuis en de overige gebouwen momenteel worden bewoond door (tijdelijke) bewoners en er dus ter plaatse sprake is van onrust, kan worden bepaald dat de sperwer desondanks deze plek wel gebruikt als nestplaats. Tijdens en na de bouw van een zorggebouw zal aan de bestaande situatie niet veel veranderen.

Vleermuizen

Tijdens het aanvullende onderzoek in 2021 werden diverse vleermuissoorten aangetroffen. Het betreft de volgende soorten:

  • Gewone dwergvleermuis
  • Ruige dwergvleermuis
  • Laatvlieger
  • Rosse vleermuis
  • Gewone grootoorvleermuis

Al deze vleermuissoorten benutten op de een of andere manier Landgoed De Grote Bunte. Het totale gebied is van grote waarde voor deze soortgroep. In de onderzochte bebouwing bevinden zich echter geen vaste verblijfplaatsen van vleermuizen. Dus ook niet in het landhuis en in de logeerwoningen daarachter. In het bos is een boom aanwezig, gemerkt met een letter V. In verband met de voorgenomen bouw van het zorggebouw zullen in dit deel van het bos geen bomen worden gekapt. Er zullen in dit deel van het bos in het geheel geen bomen worden gekapt, c.q. de huidige situatie blijft gehandhaafd.

Ook de betreffende kolonieboom ligt niet binnen de directe invloedssfeer van het zorggebouw.

Op basis van de bevindingen van het (extra) onderzoek, zoals in de subparagraaf 6.6.3 besproken, kan worden bepaald dat de voorgenomen bouwlocatie van het zorggebouw geen schadelijke invloed zal hebben op de aanwezige beschermde diersoorten, want:

  • Er is op deze plaats geen sprake van functioneel leefgebied voor de eekhoorn en egel.
  • De bouwlocatie ligt op een gunstige afstand van het sperwernest en de kolonieboom van rosse vleermuizen.
  • Deze soorten zullen geen hinder ondervinden van de bouw en bewoning van het uiteindelijke zorggebouw.

5.3.4 Aanvraag Ontheffing Wet natuurbescherming (Wnb) bij de provincie Gelderland

Op basis van de verrichte ecologische onderzoeken is een ontheffing aangevraagd bij de provincie Gelderland. Zie hiervoor de aanvraag d.d. 13 juli 2022 die bij de provincie Gelderland werd ingediend en die ook als Bijlage 27 bij deze Toelichting is gevoegd, tezamen met het bijbehorende Activiteitenplan dat als Bijlage 28 bij deze Toelichting is gevoegd.

5.3.5 Verleende Ontheffing Wet natuurbescherming (Wnb) van de provincie Gelderland is verleend d.d. 13 juni 2024

Op basis van de verrichte ecologische onderzoeken en op basis van de aanvraag voor de ontheffing, met het bijbehorende Activiteitenplan, is na de terinzagelegging van het ontwerpbesluit (van 13 april 2023) het definitieve Besluit verlening ontheffing d.d. 13 juni 2024 verleend, zie Bijlage 26 (en Bijlage 44 bij deze Toelichting). [Het ontwerpbesluit was door de provincie Gelderland gepubliceerd d.d. 13 april 2023, zie Bijlage 43 bij deze Toelichting].

Op basis van de verrichte ecologische onderzoeken is gebleken dat er een ontheffing diende te worden aangevraagd op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) bij de provincie Gelderland. Deze ontheffingsaanvraag is d.d. 13 juli 2022 ingediend bij de provincie Gelderland.

Een ontwerpbesluit van de te verlenen ontheffing is door Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland gepubliceerd d.d. 13 april 2023.

Het definitieve besluit tot verlening van de ontheffing is door Gedeputeerde Staten verleend d.d. 13 juni 2024.

Voor het rapport “Verkennend onderzoek (quickscan) flora en fauna. Wet natuurbescherming, Grote Bunteweg 11 te Nunspeet” van bureau GRAS (Groen, Recreatie, Sport) Advies (rapport nr. VVAA00120, definitief) d.d. 16 maart 2021, wordt verwezen naar Bijlage 23 bij deze Toelichting.

Voor het rapport "Aanvullend onderzoek. Huismus, Ransuil, Boomvalk, Eekhoorn, Vleermuizen, Boommarter, Kleine marterachtigen, Landgoed De Grote Bunte Nunspeet” van bureau Alcedo natuurprojecten (rapport 2021 – 035) definitief d.d. 29 januari 2022, wordt verwezen naar Bijlage 24 bij deze Toelichting.

Voor het rapport “Memo. Ecologische check als oplegger bij rapportage Aanvullend onderzoek diverse soorten Landgoed De Grote Bunte in 2021” van Alcedo Natuurprojecten d.d. 26 januari 2022, wordt verwezen naar Bijlage 25 bij deze Toelichting.

Voor de aanvraag om Ontheffing Wet natuurbescherming Beschermde soorten bij de Provincie Gelderland wordt verwezen naar Bijlage 27 bij deze Toelichting.

Voor het Activiteitenplan behorende bij de aanvraag om Ontheffing d.d. 12 juli 2023, zie Bijlage 28 bij deze Toelichting.

Voor het door de provincie Gelderland gepubliceerde Ontwerpbesluit Verlenen ontheffing d.d. 13 april 2023, zie Bijlage 43 bij deze Toelichting.

Voor het definitieve Besluit Verlenen ontheffing d.d. 13 juni 2024 (gepubliceerd d.d. 17 juni 2024), zie de Bijlage 26 (en de Bijlage 44 bij deze Toelichting).

5.4 Stikstofonderzoek

5.4.1 Stikstofonderzoek. Algemeen

Wanneer een activiteit start of wijzigt waarbij ammoniak en/of stikstofoxide wordt uitgestoten en dit op Natura 200-gebieden kan neerkomen, is deze volgens de Wet natuurbescherming (Wnb) mogelijk vergunningplichtig. Om te bepalen hoeveel de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden is, wordt dit berekend met het instrument AERIUS Calculator.

De initiatiefnemer is voornemens om een deel van de aanwezige gebouwen te restaureren en het bestaande Landhuis te voorzien van een zorgvleugel die geschikt is als woongebouw voor dementerende ouderen. Het Koetshuis wordt ook gerestaureerd. Hier worden een beheerderswoning en een kantoor ondergebracht. Bovendien zullen enkele oude logiesgebouwen worden gesloopt en komt er plek voor 14 vrijstaande woningen (kavels).

Deze plannen kunnen leiden tot een negatief effect op Natura 2000-gebieden door een toename van uitstoot van ammoniak en/of stikstofoxide. Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling dient door middel van een analyse te worden aangetoond of het project significante gevolgen kan hebben voor Natura-2000-gebieden als gevolg van stikstofdepositie. Het dichtsbijzijnde Natura 2000-gebied de Veluwe is gelegen op circa 1 km van de projectlocatie.

5.4.2 Voorgenomen ontwikkeling

In de huidige situatie is het projectgebied in gebruik als Landgoed. Op het terrein bevinden zich meerdere gebouwen, velden, wandelpaden, houtopstanden en bosschages. De initiatiefnemer is voornemens om in het huidige hoofdgebouw met een zorgvleugel een zorginstelling te realiseren en het bijgebouw het Koetshuis te voorzien van een kantoorfunctie en een beheerderswoning (bedrijfswoning). Daarnaast worden er 14 bouwkavels voor vrijstaande woningen gerealiseerd.

5.4.3 Doelstelling rapport

Het doel van het rapport dat door GRAS Advies is opgesteld is het inzichtelijk maken van de eventuele effecten van de voorgenomen ontwikkeling op de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden. Deze effecten worden met behulp van het programma AERIUS Calculator berekend. Er zijn berekeningen gemaakt voor:

  • AERIUS-berekening huidig gebruik.
  • AERIUS-berekening realisatiefase.
  • AERIUS-berekening toekomstige gebruiksfase.

Met behulp van AERIUS Calculator wordt de stikstofdepositie in stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden berekend. Vervolgens wordt getoetst of er sprake is va significant negatief effect op de beschermde natuurwaarden en specifieke instandhoudingsdoelstellingen als gevolg van de realisatiefase en de gebruiksfase.

5.4.4 Uitgangspunten

De stikstofberekeningen zijn uitgevoerd met de meest actuele versie van AERIUS Calculator (versie 2023.0.1_20231106).

5.4.5 Referentiesituatie

Voor een (Planologisch) plan, zoals een bestemmingsplan of omgevingsplan, is de huidige feitelijk aanwezige, planologische legale situatie de referentiesituatie (BIJ12, 2023). Bij een activiteit (of project) is de natuurtoestemming de referentiesituatie. Wanneer er geen sprake is van een natuurtoestemming geldt de laagste milieutoestemming als de referentiesituatie.

Rekenjaar

Voor de referentiesituatie is het rekenjaar in AERIUS 2022.

Gasverbruik

In de referentiesituatie is gebruik gemaakt van gasgestookte installaties. De initiatiefnemer heeft het gasgebruik aangeleverd.

Voor ketels is een gemiddelde NOx waarde van 70 miligram/m3 aangehouden (TNO 2014; Staatsblad 2009; Kroon et al. 2005). 1 m3 gas geeft 9 m3 rookgas (AERIUS, 2023, blz. 29). Er zal naar verwachting 54.000 m3 gas worden verbruikt. Dit geeft de volgende formule:

(54.000 *9)*70/1.000.000 - 34,2 kg NOx

Verkeersbewegingen

In de referentiesituatie ontstaat er door bewoners een verkeersintensiteit (Tabel 2.1). Deze verkeersintensiteit heeft invloed op de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden. Het aantal en type verkeersbewegingen is gebaseerd op kengetallen van het CROW, rest bebouwde kom, weinig stedelijk gebied (CROW, 2018).

De verkeersgeneratie wordt aan de ontwikkeling toegekend totdat het verkeer is opgenomen in het heersende verkeersbeeld (Bij12, 2020; Provincie Gelderland, 2022). Genomen is de rotonde ten oosten van het projectgebied als punt van opname in het huidige verkeersbeeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0057.png"

Tabel 5.K: Verkeer in de toekomstige gebruiksfase. Zie Tabel 2.1 van het onderzoek van GRAS Advies "Rapportage Stikstofberekening Landgoed De Grote Bunte te Nunspeet, zorg, kantoor en woningen" d.d. 30 november 2023, blz. 5.

5.4.6 Realisatiefase

De realisatiefase vindt verspreid plaats. De invoer van de in te zetten mobiele werktuigen en verkeersbewegingen zijn gebaseerd op de aangeleverde gegevens van de initiatiefnemer. Daar waar mogelijk worden elektrische werktuigen in de realisatiefase ingezet, zoals een telekraan.De initiatiefnemer is voornemens om de woningen pas te bouwen nadat de realisatie van de zorginstelling en kantoor (plus de beheerderswoning/bedrijfswoning) zijn afgerond. Er zijn daarom twee berekeningen gemaakt (1: berekening realisatie zorginstelling en kantoor; en 2: bouw van 14 woningen. De berekening van de realisatie van de zorginstelling en kantoor komt het hoogste uit, en dit is dan ook de maatgevende periode en is opgenomen in de bijlage van het onderzoeksrapport.

Rekenjaar

AERIUS rekent met de 12 aaneengesloten maanden met de hoogste depositie. Als rekenjaar wordt het jaar genomen waarin de meeste realisatiemaanden vallen. In dit geval 2024.

1: Berekening realisatie zorginstelling en kantoor

Mobiele werktuigen

Tijdens de realisatiefase wordt er gebruik gemaakt van mobiele werktuigen (Tabel 2.2. van het onderzoeksrapport). Hiervan zijn bouwjaar, vermogen, brandstofverbruik, de draaiuren en het AdBlue verbruik opgenomen in de berekening. Het brandstofverbruik (liter/jaar) is berekend met de volgende formule:

LBPJ = (0,095 * Pmax + 0,54) * D

LBPJ: Brandstofverbruik (liter/jaar)

Pmax: Het maximale vermogen van het werktuig (kW)

D: Aantal draaiuren per jaar

Het Adblue verbruik kan berekend worden aan de hand van de volgende gegevens die door TNO worden gegeven (Ligterink et al. 2021):

  • Stage IV en V werktuigen: 6% van het dieselverbruik
  • Stage III werktuigen: 3% van het dieselverbruik

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0058.png"

Tabel 5.L: Inzet mobiele werktuigen tijdens de realisatiefase (ontleend aan Tabel 2.2 van het onderzoeksrapport van GRAS Advies "Rapportage Stikstofberekening Landgoed De Grote Bunte te Nunspeet, zorg, kantoor en woningen" d.d. 30 november 2023, blz. 6.

Naast de mobiele werktuigen zullen er op het terrein vrachtauto's stationair draaien tijdens het laden en lossen (zie Tabel 5.M hieronder, zie tabel 2.3 van het onderzoeksrapport). Stationair draaien is berekend aan de hand van de handreiking gegevensinvoer voor AERIUS-Calculator van BIJ12.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0059.png"

Tabel 5.M: Stationair draaiende werktuigen gedurende de realisatiefase. (Ontleend aan Tabel 2.3 van het onderzoeksrapport van GRAS Advies "Rapportage Stikstofberekening Landgoed De Grote Bunte te Nunspeet, zorg, kantoor en woningen" d.d. 30 november 2023, blz. 7).

Verkeersbewegingen

De verkeersbewegingen behorend bij de realisatiefase zijn opgenomen als licht, middel, en zwaar vrachtverkeer in AERIUS Calculator (Zie Tabel 2.4 in het onderzoeksrapport). Voor de verkeersbewegingen geldt dat 1 voertuig twee bewegingen heeft (heen- en terugweg). De verkeersbewegingen zijn ingevoerd als het aantal bewegingen per jaar.

Verkeersbewegingen tijdens de realisatiefase:

Licht verkeer: 5177

Middelzwaar verkeer: 347

Zwaar vrachtverkeer: 750

De verkeersgeneratie wordt aan de ontwikkeling toegekend totdat het verkeer is opgenomen in het heersende verkeersbeeld. Dit is het geval wanneer het verkeer zich door zijn snelheid en rij- en stopgedrag niet meer onderscheidt van het overige verkeer. De aansluiting op de rotonde ten oosten van het projectgebied is hiervoor aangehouden (zie Afbeelding 2.1 van het onderzoeksrapport).

In totaal heeft de realisatie van de zorginstelling en kantoor (plus beheerderswoning/bedrijfswoning) een totale NOx van 42,8 kg.

2. Berekening 14 woningen:

Er worden 14 kavels beschikbaar gesteld voor vrijstaande woningen. Omdat de plannen voor de type woningen nog niet bekend zijn, is er uitgegaan van kencijfers (3kg NOx per woning) (hierin zijn de mobiele werktuigen en transportbewegingen meegenomen) (Rijksoverheid, 2020).

In totaal geeft dit 42 kg NOx gedurende de realisatie van de woningen.

5.4.7 Gebruiksfase

Rekenjaar

Voor de gebruiksfase is het rekenjaar in AERIUS, het jaar waarin de vergunning wordt verleend. In dit geval 2025.

Gasverbruik

De 14 woningen zullen geen gebruik gaan maken van gasgestookte installaties. De initiatiefnemer heeft het te verwachten gasverbruik aangeleverd voor de ontwikkeling van de zorginstelling met kantoor. Wanneer er sprake is van unieke huisnummers in de nieuwbouw en in de oudbouw krijgen beide gebouwen 3x80A elektra-aansluiting. In dat geval zal er met een gasgestookte ketel nog 41.425 kWh warmte moeten worden geleverd. Hiervoor is 4.687 m3 gas nodig.

Voor ketels is een gemiddelde NOx waarde van 70 milligram/m3 aangehouden (TNO 2014; Staatsblad 2009; Kroon et al. 2005). 1 m3 gas geeft 9 m3 rookgas (AERIUS, 2023 blz 29). Er zal naar verwachting 4.687 m3 gas worden verbruikt, Dit geeft de volgende formule:

(4.687 *9) *70/1.000.000 = 2,95 kg NOx

Verkeersbewegingen

In de toekomstige gebruiksfase zal er door de bewoners, bezoekers en medewerkers van de zorginstelling, kantoor, en woningen een verkeersintensiteit ontstaan. Verwezen wordt naar de onderstaande Tabel 5.I (is tabel 2.5 uit het onderzoeksrapport).

Voor de zorginstelling is uitgegaan van 1 bezoeker per bewoner per etmaal, daarnaast is uitgegaan van 3 medewerkers per 4 bewoners per etmaal. Er is ruimte voor 36 bewoners, dit komt neer op 72 verkeersbewegingen per etmaal voor bezoekers en 54 verkeersbewegingen voor medewerkers per etmaal. In totaal zijn dit 126 bewegingen per etmaal.

De verkeersgeneratie wordt aan de ontwikkeling toegekend totdat het verkeer is opgenomen in het heersende verkeersbeeld. (BI12, 2020; Provincie Gelderland, 2022). Genomen is de rotonde ten oosten van het projectgebied als punt van opname in het huidige verkeersbeeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0060.png"

Tabel 5.N: Verkeer in de toekomstige gebruiksfase . (Ontleend aan Tabel 2.5 van het onderzoeksrapport van GRAS Advies "Rapportage Stikstofberekening Landgoed De Grote Bunte te Nunspeet, zorg, kantoor en woningen" d.d. 30 november 2023, blz. 9).

5.4.8 Resultaten en conclusies

Uit deze berekening volgens AERIUS Calculator voor de realisatie en gebruiksfase is gebleken dat er geen toename is van stikstofdepositie hoger dan 0,00 mol N/ha/jaar op Natura 2000-gebieden (stikstofgevoelige habitattypen en leefgebieden). In bijlage 1 en 2 bij het rapport zijn de uitdraaien van de berekeningen toegevoegd.

De realisatie- en gebruiksfase resulteren in een maximale toename van 0,00 mol N/ha/jr op nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Hiermee is een significant negatief effect op Natura 2000-gebieden uitgesloten. Voor de voorgenomen ontwikkeling is er daarom met betrekking tot stikstofdepositie geen vergunning Wet natuurbescherming (Nbw), onderdeel Gebiedsbescherming, benodigd.

De realisatie- en gebruiksfase resulteren in een maximale toename van 0,00 mol N/ha/jr op nabijgelegen Natura 2000-gebieden. Hiermee is een significant negatief effect op Natura 2000-gebieden uitgesloten. Voor de voorgenomen ontwikkeling is er daarom met betrekking tot stikstofdepositie geen vergunning Wet natuurbescherming (Nbw), onderdeel Gebiedsbescherming benodigd.


Voor het rapport “Stikstofonderzoek. Landgoed de Grote Bunte Nunspeet, zorg, kantoor en woningen" van bureau GRAS Advies (Projectcode P01196, Versie 5, definitief) d.d. 30 november 2023, zie Bijlage 29 bij deze Toelichting.

5.5 Bomen Effect Analyse

Het Landhuis De Grote Bunte is gelegen in het gebied van het Landgoed De Grote Bunte. Een belangrijk deel van het landgoed is het bijbehorende (park)bos. Dit bos dient bij het plan voor de herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte zo weinig mogelijk te worden veranderd.

De volgende onderzoeken zijn gedaan: de Cultuurhistorische Parkanalyse Landgoed De Grote Bunte door het bureau B4o (maart 2019; het “Tuinhistorisch onderzoek De Grote Bunte” van adviesbureau Groene Monumenten (april 2020); en het rapport "De Grote Bunte, Advies Bosbeheer" van Adviesbureau Buiting Advies (juli 2020).

De bomen op het landgoed zijn uitgebreid onderzocht. Er is een Bomen Effect Analyse opgesteld door Boomadvies Nederland (januari 2021).

De bovengenoemde onderzoeken zijn verwerkt in het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten (zie Hoofdstuk 3, het Initiatief, het Plan), zie Bijlage 12 bij deze Toelichting.

Verder zijn de bovengenoemde onderzoeken verwerkt in het opgestelde "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. juli 2024 (versie 8 augustus 2024) van Buiting Advies, zie Bijlage 13 bij deze Toelichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0061.png"

Afbeelding 5.10: Conditiekaart Boomadvies Nederland d.d. 10 januari 2021.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0062.png"

Afbeelding 5.11: Projectinvloedenkaart. Landgoed De Grote Bunte d.d. 27 januari

2021.

Voor het rapport Cultuurhistorische Parkanalyse Landgoed De Grote Bunte, van Adviesbureau B4o Landschapsarchitecten d.d. 2 maart 2019, zie Bijlage 5 bij deze Toelichting.

Voor het rapport Tuinhistorisch onderzoek van Adviesburo Groene Monumenten d.d. april 2020, zie Bijlage 6 bij deze Toelichting.

Voor het rapport De Grote Bunte, Advies Bosbeheer, d.d. juli 2022, van het adviesbureau Buiting Natuur, Landschap, zie Bijlage 7 bij deze Toelichting.

B.E.A. (Bomen Effect Analyse), Conditiekaart, van Boomadvies Nederland B.V. (projectnummer: BA20074), d.d. 10 januari 2021, zie Bijlage 8 bij deze Toelichting.

B.E.A. (Bomen Effect Analyse), Projectinvloedenkaart, van Boomadvies Nederland B.V. (projectnummer: BA200740), d.d. 27 januari 2021, zie Bijlage 9 bij deze Toelichting.

B.E.A. (Bomen Effect Analyse), Tabel Boomgegevens, van Boomadvies Nederland B.V. (projectnummer: BA200740), januari 2021, zie Bijlage 10 van deze Toelichting.

Voor de Inmeting van de bomen op het Landgoed De Grote Bunte, Tekening nr. 03 Uitzetgegevens, door Geo Balans, zie Bijlage 11 bij deze Toelichting.

Voor het opgestelde "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. juli 2024 (versie 8 augustus 2024) van Buiting Advies, zie Bijlage 13 bij deze Toelichting.

5.6 Verkeersonderzoek

5.6.1 Huidige Verkeerssituatie

De ontwiikkellocatie wordt in de huidige situatie ontsloten via de Grote Bunteweg op de Elburgerweg. Het betreffende wegvak van de Elburgerweg is gelegen binnen de bebouwde kom met een snelheidsregime van 50 km/uur. Dit wegvak is circa 300 meter lang en ligt tussen twee rotondes is, met in het midden de aansluiting van de Grote Bunteweg.

De Grote Bunteweg kruist het vrijliggende fietspad parallel aan de Elburgerweg. Zowel het fietsverkeer als het gemotoriseerde verkeer op de Elburgerweg heeft in de huidige situatie voorrang op het verkeer vanuit de Grote Bunteweg.

Aan de achterzijde van de ontwikkellocatie loopt een vrijliggend fietspad. Dit fietspad verbindt de Molenweg met de wijk Molenbeek. Dit fietspad is in de huidige situatie niet aangesloten op de ontwikkellocatie.

Een fietsdoorsteek vanuit de Meerkoet, woonwijk De Bunte, is aangesloten op de Molenweg. Op de locatie waar deze fietsdoorsteek is aangesloten is een plateau gerealiseerd. Dit plateau heeft een snelheidsremmende en attenderende werking. Dit is tevens de locatie waar in de planvorming voor het Landgoed De Grote Bunte de ontsluiting van 9 bouwkavels is opgenomen.

5.6.2 Veldinventarisatie door BonoTraffics

Uit een bezoek van BonoTraffics aan het plangebied blijkt de Elburgerweg is ingericht als een "typische gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom". De maximum toegestane snelheid bedraagt 50 km/uur, er is sprake van vrijliggende fietspaden en een dubbel doorgetrokken as streep. De bromfietsen rijden conform het landelijke beleid over de rijbaan. De verkeersintensiteiten liggen in de spitsperiode zichtbaar niet laag.

De Molenweg is ingericht als een "erftoegangsweg" met een snelheidsregime van 30 km/uur. De rijbaan bestaat uit twee fietsstroken met een rijloper in het midden. De breedte van de gehele rijbaan is slechts 4,50 meter. Op het deel tussen de aansluiting van de fietsverbinding met de Meerkoet en het Groene Portaal, ligt een smal trottoir aan de zijde van de woningen aan de Molenweg met een breedte van 1,20 meter. Aan de andere zijde van de rijbaan ligt een verharding van grasbeton. Op de Molenweg zijn diverse snelheidsremmende voorzieningen aangebracht.

5.6.3 Verkeersonveiligheid

Objectieve verkeersonveiligheid

Nabij de ontwikkellocatie is er één locatie aanwezig waar meerdere ongevallen hebben plaatsgevonden in de afgelopen jaren, namelijk op/bij de rotonde Elburgerweg - Molenweg - F.A. Molijnlaan. Er was bij het onderzoeksbureau geen specifieke informatie beschikbaar over de aard van deze ongevallen.

Subjectieve verkeersonveiligheid

Bewoners van de Molenweg hebben in het verleden geregeld aangegeven zich zorgen te maken over de verkeersveiligheid op de Molenweg. Dit mede na de ingebruikname van de ontsluiting voor fietsers en voetgangers van de wijk Molenbeek, in combinatie met de beperkte voorzieningen op de Molenweg.

De bewoners van de Molenweg hebben voor wat betreft de huidige ontwikkeling hun zorgen geuit over de verkeersafhandeling van onder andere bouwverkeer, toekomstig woonverkeer van de 10 woningbouwkavels in het bos (de zogenoemde boswoningen) en het reeds bestaande verkeer op de Molenweg. De omwonenden hebben aangegeven dat de verkeerskundige onderzoeken uitsluitsel moeten geven over de toekomstige verkeersafhandeling en welke aanvullende maatregelen er genomen moeten worden zodat de Molenweg veilig te gebruiken is.

5.6.4 Verkeersintensiteiten

In de afbeeldingen 8, 9 en 10 van het rapport staan de toekomstige verkeersintensiteiten rondom de ontwikkellocatie weergegeven. Deze verkeersintensiteiten zijn afkomstig uit het verkeersmodel van de gemeente Nunspeet. In deze verkeersintensiteiten is de verkeersgeneratie van het plan voor de Herontwikkeling van Landgoed De Grote Bunte nog niet meegenomen.

5.6.5 Het plan voor de Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte

Op het huidige terrein van Landgoed De Grote Bunte staan een aantal gebouwen die werden gebruikt als logies ten tijde van groepsaccomodatie. Deze oude leegstaande logiesgebouwen zullen worden gesloopt. Vervolgens zullen de overige gebouwen grondig worden gerestaureerd. Het Landhuis wordt intern verbouwd en naar de achterzijde worden uitgebreid met als doel om dit gebouw geschikt te maken als een woongebouw voor dementerende ouderen. Ook het koetshuis wordt gerestaureerd en verbouwd. Het koetshuis zal dient gaan doen als 1 beheerderswoning en als kantoorruimte,

Een ander onderdeel van het plan is de realisatie van 14 kavels voor vrijstaande woningen.

5.6.6 Verkeersgeneratie

In paragraaf 3.1 van het onderzoeksrapport is de Verkeersgeneratie naar functie beschreven en berekend.

De toekomstige bestemming bestaat uit drie functies, te weten een woon-, zorg-, en werkfunctie. Op basis van de informatie die is verkregen heeft het onderzoeksbureau de verkeersgeneratie bepaald op basis van kencijfers van het CROW (publicatie 381).

De verkeersgeneratie is gebaseerd op de volgende kenmerken:

  • -weinig stedelijk.
  • rest bebouwde kom.
  • de maximale norm van de gegeven bandbreedte.

Bij verkeersgeneratie geldt nog een belangrijke vuistregel:

  • Hoofdgroep wonen: een weekdag wordt omgerekend naar werkdag door de kencijfers te vermenigvuldigen met 1,11.
  • Hoofdgroep werken: een weekdag wordt omgerekend naar werkdag door de kencijfers te vermenigvuldigen met 1,33.

Voor de functie verpleeg- en verzorgingstehuis kunnen globale kencijfers voor verkeersgeneratie worden gegeven. Bij het toepassen van deze cijfers moet een forse marge in acht worden genomen. Uitgangspunten voor de gehanteerde verkeersgeneratie voor deze functie zijn:

  • Bewoners hebben geen auto in bezit.
  • Personeel: Per dag drie diensten van vier personen verzorgend personeel, keuken twee personen, en schoonmaak van twee personen. Gevolg is 16 ritten, dus 32 verkeersbewegingen.
  • Bevoorrading: Dagelijks twee ritten, dus 4 verkeersbewegingen.
  • Bezoek: Per kamer 1 maal per dag bezoek. Gevolg is 36 ritten, dus 72 verkeersbewegingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0063.png"

Tabel 5.O: Tabel Verkeersgeneratie per etmaal naar functie en totaal.

In de bovenstaande Tabel 5.J. (is tabel 2 uit het onderzoeksrapport) is de verkeersgeneratie per functie in kaart gebracht.

5.6.7 Toekomstige Verkeerssituatie

In verband met de verkeersfunctie- en situatie van het projectgebied is voor het gehele bestemmingsplangebied een Verkeerskundig onderzoek verricht door het bureau Bonotraffics. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in het rapport “Verkeerskundig onderzoek landgoed de Grote Bunte” verricht door verkeerskundig adviesbureau BonoTraffics (projectnummer 21.033) d.d. 7 april 2022, definitief, zie 22 bij deze Toelichting.

5.6.8 Verdeling van het verkeer over het netwerk

Het aantal ritten is verdeeld over de verschillende toegangswegen, aangezien niet al het verkeer gebruik maakt van dezelfde toegangsweg. In onderstaande Afbeelding 5.11 is aangegeven welk verkeer gebruik maakt van welke toegangsweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0064.png"

Afbeelding 5.12: Verkeersverdeling ritten over de ontwikkeling voor het bestemmingsplan voor de herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte), zie het rapport “Verkeerskundig onderzoek Landgoed De Grote Bunte Nunspeet” van adviesbureau BonoTraffics, d.d. 7 april 2022 (definitief). Zie ook onderstaande Tabel 5.K.

5.6.9 Toekomstige verkeersintensiteiten nabij het Landgoed De Grote Bunte

Op basis van de ontsluitingsstructuur van de geplande ontwikkeling "Herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte" wordt de verkeersgeneratie verdeeld over het onderliggende wegennet. In de onderstaande Tabel 5.L. zijn de toekomstige te verwachten verkeersintensiteiten voor de wegen waarop het plan aansluit, de Molenweg en de Elburgerweg. Voor de verdeling van de verkeersgeneratie vanaf Landgoed De Grote Bunte is een 50/50 verdeling aangehouden. Gekozen is voor het avondspitsuur, gezien het feit dat dit het maatgevende spitsuur betreft.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0065.png"

Tabel 5.P: Verkeersgeneratie naar etmaal per toegang naar ontwikkeling.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0066.png"

Tabel 5.Q: Verkeersintensiteiten naar wegvak en rijrichting.

5.6.10 Ontsluiting geplande ontwikkeling

De ontwikkeling wordt op drie locaties ontsloten. Toegang 1 is de ontsluiting voor 9 vrijstaande woningen die wordt gerealiseerd aan de Molenweg. Toegang 2 is de uitrit naar een vrijstaande woning aan de Molenweg, ten zuiden van Toegang 1. Toegang 3 is de huidige ontsluiting van het Landgoed De Grote Bunte op de Elburgerweg.

5.7 Parkeren

5.7.1 Parkeren. Onderzoek door het adviesbureau BonoTraffics

Het aspect parkeren is onderzocht met het rapport “Verkeersonderzoek Landgoed De Grote Bunte” van Bonotraffics (projectnummer 21.033) d.d. 7 april 2022, zoals dat besproken is in de bovenstaande Paragraaf “Toekomstige Verkeerssituatie”.

5.7.2 Uitgangspunten met betrekking tot het onderzoek naar het parkeren

In de gemeentelijke Parkeernota wordt voor de parkeernorm aangegeven dat deze wordt gebaseerd op:

  • de parkeernormen zoals opgenomen in de Parkeernota.
  • de parkeernormen in de Parkeernota zijn gebaseerd op de publicatie 317 van het CROW.
  • de parkeernorm in de Parkeernota is gebaseerd op de volgende kenmerken uit de betreffende publicatie:
      1. a. weinig stedelijjk.
      2. b. rest bebouwde kom.
      3. c. de maximale norm van de gegeven bandbreedte.

De toekomstige bestemming bestaat uit drie functies, te weten een woon-zorgfunctie met in het Koetshuis een beheerderswoning en een kantoor voor het woon-zorgcentrum.

De parkeerbehoefte wordt apart toegelicht per functie, te beginnen met de parkeerbehoefte van de zorgappartementen, gevolgd door de parkeerbehoefte van de kantoorruimte en tot slot met de parkeerbehoefte van de woningen.

De verwachte parkeervraag van het bouwplan is vastgesteld aan de hand van de parkeernormen zoals beschreven in de Parkeernota van de gemeente Nunspeet.

5.7.3 Parkeerbehoefte

5.7.4 Parkeervraag

De verwachte parkeervraag van het bouwplan is vastgesteld aan de hand van de parkeernormen zoals hiervoor is beschreven. Om de parkeervraag in beeld te brengen is allereerst de parkeerbalans vastgesteld. Aansluitend hierop is gekeken naar de maximale parkeervraag per moment.

De parkeerbalans voor het bouwplan is weergegeven in tabel 5 volgens het onderzoeksrapport. Uitgangspunt bij deze bepaling zijn de realisatie van:

  • 36 zorgappartementen in het verzorgingstehuis.
  • 15 vrijstaande woningen, koop.
  • 240 m2 kantoor zonder baliefunctie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0067.png"

Tabel 5.R: Parkeerbehoefte ten behoeve ontwikkeling Landgoed De Grote Bunte.

5.7.5 Theoretische parkeervraag

De cijfers in de Tabel 5.R zijn gebaseerd op een aanwezigheidspercentage van de gebruikersgroep van 100% gedurende de hele dag. Dit is niet wat er echt gebeurt, niet alle bewoners zijn de hele dag aanwezig of hebben de hele dag bezoek, om hier grip op te krijgen wordt gewerkt met aanwezigheidspercentages naar moment. Door de parkeervraag uit te zetten tegenover de aanwezigheidspercentages kan bepaald worden op welk moment er sprake is van de maximale parkeervraag en wat dus het maatgevende moment is voor de gewenste parkeercapaciteit.

Gezien de invulling van de ontwikkellocatie is gekozen om de theoretische parkeervraag gedurende zowel de werkdag als het weekend te bepalen. Bij een kantoorfunctie is het namelijk te verwachten dat de parkeervraag het hoogst is tijdens de werkdag. In het geval van een woonfunctie is ook het weekend toonaangevend voor de parkeervraag. De theoretische parkeervraag is weergegeven in de tabel 7 tot en met 9 van het onderzoeksrapport. De aanwezigheidspercentages die hierbij gebruikt zijn, zijn afkomstig van CROW - publicatie 317 "kencijfers parkeren en verkeersgeneratie".

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0068.png"

Tabel 5.S: Aanwezigheidspercentages

Gezien de 3 toegangen is het gewenst om ook de parkeervraag naar deelgebied te faciliteren. Deelgebied 1 is toegankelijk via toegang 1 en ontsluit 9 vrijstaande woningen. Deelgebied 2 is de vrijstaande woning die rechtstreeks ontsluit op de Molenweg. Het Landgoed De Grote Bunte met het verzorgingstehuis, de beheerderswoning, kantoren en 4 vrijstaande woningen is deelgebied 3.

Voor iedere geplande ontwikkeling geldt, dat binnen het plan moet worden voorzien in de parkeervraag. Nu de parkeervraag bekend is, kan worden ingezoomd op de te realiseren parkeervoorzieningen naar locatie.

Gezien de 3 toegangen is het gewenst om ook de parkeervraag naar deelgebied te faciliteren parkeervoorzieningen naar locatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0069.png"

Tabel 5.T: Theoretische parkeervraag naar moment, deelgebied 1

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0070.png"

Tabel 5.U: Theoretische parkeervraag naar moment, deelgebied 2, en Theoretische parkeervraag naar moment, deelgebied 3

5.7.6 Faciliteren parkeervraag

Voor iedere geplande ontwikkeling geldt dat binnen het plan moet worden voorzien in de parkeervraag. Nu de parkeervraag bekend is, kan worden ingezoomd op de te realiseren parkeervoorzieningen naar locatie.

Gezien de 3 toegangen is het gewenst om ook de parkeervraag naar deelgebied te faciliteren. De parkeervraag die dient te worden gefaciliteerd naar deelgebied:

  1. 1. Deelgebied 1, 9 woningen, maatgevend moment de werkdagavond:
  • Parkeervraag bewoners 17,82.
  • Parkeervraag bezoekers 2,16.
  1. 2. Deelgebied 2, 1 woning, maatgevend moment de werkdagavond:
  • Parkeervraag bewoners 1,98.
  • Parkeervraag bezoekers 0,24.
  1. 3. Deelgebied 3, 4 vrijstaande woningen, beheerderswoning, kantoren, en zorggebouw.
  • Parkeervraag 4 vrijstaande woningen, maatgevend moment de werkdagavond:
    1. 1. Parkeervraag bewoners 7,92.
    2. 2. Parkeervraag bezoekers 0,96.
  • Parkeervraag beheerderswoning en kantoren, maatgevend moment de werkmiddag:
    1. 1. Parkeervraag bewoners 1,1.
    2. 2. Parkeervraag personeel en bezoekers 6,3.
  • Parkeervraag zorggebouw, maatgevend moment overdag:
    1. 1. Parkeervraag bezoekers en personeel 25,2.

Faciliteren parkeervraag algemeen

Voor de vrijstaande woningen wordt geadviseerd minimaal 2 parkeerplaatsen op eigen terrein mee te nemen als randvoorwaarde. Dit gezien het verwachte autobezit bij dit type woning.

Faciliteren parkeervraag deelgebied 1, de 9 vrijstaande woningen

Voor wat betreft de bewoners wordt voorzien in de parkeervraag met de 2 parkeerplaatsen per woning op eigen terrein. Voor de bezoekers wordt geadviseerd om langs de toegangsweg verspreid in totaal minimaal 3 openbare parkeerplaatsen te realiseren.

Faciliteren parkeervraag deelgebied 2, 1 vrijstaande woning

Aangezien er geen parkeercapaciteit is langs de Molenweg en dit ook niet gewenst is vanuit verkeersveiligheid, wordt geadviseerd om voor deze woning als randvoorwaarde 3 parkeerplaatsen op eigen terrein mee te nemen.

Faciliteren parkeervraag deelgebied 3, 4 vrijstaande woningen, de beheerderswoning en het zorggebouw

Voor wat betreft de bewoners en bezoekers van de 4 vrijstaande woningen (de 4 poortwoningen) wordt voorzien in de parkeervraag met de 3 parkeerplaatsen per woning op eigen terrein. Bij het beheerdersgebouw wordt geadviseerd 2 parkeerplaatsen bij de woning en minimaal 7 parkeerplaatsen voor personeel en bezoekers te realiseren. Tot slot moet voor wat betreft het zorggebouw rekening worden gehouden met de realisatie van 26 parkeerplaatsen.

5.7.7 Conclusies m.b.t. het onderzoek naar het aspect parkeren

Van belang is dat de parkeervraag naar deelgebied wordt ingevuld. Er is immers geen uitwisseling mogelijk tussen de verschillende gebieden voor wat betreft het gebruik van de parkeervoorzieningen.

Bij iedere vrijstaande woning dienen minimaal 2 parkeerplaatsen te worden gerealiseerd. Bij de vrijstaande woning aan de Molenweg dienen zelfs 3 parkeerplaatsen te komen. Langs de toegangsweg naar de 9 vrijstaande woningen in deelgebied 1 moeten minimaal 3 openbare parkeerplaatsen onderdeel uitmaken van de planvorming. Voor de 4 vrijstaande woningen in deelgebied 3 wordt voorzien in de parkeervraag met de 3 parkeerplaatsen per woning op eigen terrein.

Bij de beheerderswoning moet worden voorzien in 2 parkeerplaatsen op eigen terrein. Voor het personeel en de bezoekers van de kantoren moeten 7 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Voor het zorggebouw moet rekening worden gehouden met een benodigde parkeercapaciteit van 26 parkeerplaatsen.

Overeenkomstig het verkeersonderzoek kan worden voldaan aan de parkeervraag. Voor het zorggebouw zullen 26 parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd. Bij het beheerdersgebouw kunnen 2 parkeerplaatsen bij de woning en minimaal 7 parkeerplaatsen voor personeel en bezoekers worden gerealiseerd. In totaal zullen er dus 26 + 2 + 7 = 35 parkeerplaatsen worden gerealiseerd.

Bij de 9 boswoningen moeten 2 parkeerplaatsen per woning op eigen terrein worden aangelegd. Langs de toegangsweg dienen minimaal 3 openbare parkeerplaatsen te worden aangelegd. Bij de ene, de meest zuidelijke, woning aan de Molenweg dienen 3 parkeerplaatsen te worden aangelegd. Bij de 4 poortwoningen dienen 3 parkeerplaatsen per woning te worden aangelegd.

Voor de uitwerking van het Parkeren wordt verwezen naar Paragraaf 3.7 van deze Toelichting waar het parkeren is opgenomen in het Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten.


Zie voor het rapport “Verkeersonderzoek Landgoed De Grote Bunte Nunspeet” van Bonotraffics (projectnummer 21.033) d.d. 7 april 2022, Bijlage 22 bij deze Toelichting.

Zie voor het rapport "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten.

5.8 Bezonningsonderzoek

5.8.1 Bezonningsonderzoek. Algemeen

In Nederland zijn er geen formele wettelijke normen met betrekking tot bezonning voor gebouwen. Indien er veranderingen zijn gepland in de bebouwde omgeving, kan het wenselijk zijn om een bezonningsstudie uit te voeren. Een bezonningsstudie is een studie waarbij de bezonning ten gevolge van de verandering via het ruimtelijke project wordt beoordeeld.

Voor het onderhavige project Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte is een bezonningsonderzoek uitgevoerd.

5.8.2 Bezonningsonderzoek TNO normen

In het kader van de bezonning van bebouwing heeft TNO een tweetal normen ontwikkeld; een lichte norm en een strenge norm.

De lichte norm

Een gebouw voldoet aan de lichte norm van TNO wanneer er gedurende twee uren per etmaal bezonning mogelijk is in de periode van 19 februari tot en 21 oktober. Daarbij is het geen vereiste dat de bezonning aansluitend plaatsvindt.

Bij het analyseren van de bezonning op basis van de lichte norm zijn de volgende data van belang:

19 februari als eerste dag;

21 juni, de dag waarop de zon haar hoogste stand bereikt, en

21 oktober als laatste dag van de lichte norm.

De strenge norm

Een gebouw voldoet aan de strenge norm van TNO wanneer er gedurende drie uren per etmaal bezonning mogelijk is in de periode van 21 januari tot en met 22 november. Ook bij de strenge norm is het geen vereiste dat de bezonning aansluitend plaatsvindt.

Bij het analyseren van de bezonning op basis van de strenge norm zijn de volgende data van belang:

21 januari, als eerste dag;

21 juni, dag waarop de zon haar hoogste stand bereikt, en

22 november als laatste dag van de strenge norm.

Vanwege het “parabolische effect” volstaat het om de bezonning op de per norm genoemde dagen te onderzoeken. Op de eerste en laatste dag van de onderzoeksperiode vanwege de lage stand van de zon. Na de eerste dag wordt de bezonning elke dag een beetje groter tot en met 21 juni wanneer de zon op haar hoogst staat. Daarna wordt de bezonning elke dag iets minder tot aan het eind van de onderzoeksperiode.

5.8.3 Resultaten bezonningsonderzoek

In de uitgevoerde bezonningsstudie zijn de kavels ten oosten van het plangebied / projectgebied getoetst aan de strenge norm volgens de richtlijnen van TNO. Dit vanwege de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte. Dit betreft de woningen aan de Grote Bunteweg 12 en 14 en aan de Beltmolen 31, 33, 35 en 37. Zie de afbeeldingen van de bezonning / schaduwwerking op 21 januari, op 21 juni, en op 22 november die in het onderzoeksrapport zijn opgenomen.

De conclusie van de bezonningsstudie is dat de bovengenoemde woningen aan de Grote Bunteweg 12 en 14 en aan de Beltmolen 31, 33, 35, en 37 voldoen aan de strenge norm voor wat betreft bezonning in geval van de geplande bebouwing. Dit betekent dat bij de genoemde woningen gedurende minimaal drie uren per etmaal bezonning plaatsvindt in de periode van 21 januari tot en met 22 november.

De conclusie van de bezonningsstudie is dus dat de bovengenoemde woningen aan de Grote Bunteweg 12 en 14 en aan de Beltmolen 31, 33, 35, en 37 voldoen aan de strenge norm wat betreft bezonning in geval van de geplande bebouwing, met het bouwplan voor de verbouwing, restauratie en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte, waarvoor d.d. 19 april 2022 een Omgevingsvergunning is verleend. Dit betekent dat bij de genoemde woningen gedurende minimaal drie uren per etmaal bezonning plaatsvindt in de periode van 21 januari tot en met 22 november. Het plan voldoet daarmee aan de normen voor de bezonning.

Voor de studie “Nieuwbouw zorggebouw op landgoed De Grote Bunte te Nunspeet. Studie bezonning” door Slaa + van Asselt architecten BNA (projectnr. 1803) d.d. oktober 2021, zie Bijlage 30 bij deze Toelichting.

5.9 Beheerplan Landgoed De Grote Bunte

5.9.1 Inleiding

Er is door Buiting Advies Natuur en Landschap een "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. juli 2024 (versie 8 augustus 2024) opgesteld.

Om de restauratie en verbouwing van het historische Landhuis, met het bijbehorende Koetshuis, tot zorgcentrum te financieren, worden binnen De Grote Bunte 10 nieuwbouwwoningen in en nabij het bos, de zogenoemde 10 "boswoningen", gerealiseerd. De groene omgeving rondom de woningen wordt in kavels opgedeeld en daarmee eigendom van de eigenaren van de nieuwe woningen. De groene omgeving rond het historische Landhuis met Koetshuis wordt aan het toekomstige zorgcentrum toebedeeld. Onderstaande Afbeelding 5.12 (Figuur 2 van het "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte" d.d. juli 2024 (versie 8 augustus 2024) toont de toekomstige situatie na de renovatie van het historische Landhuis en de realisatie van de 10 nieuwbouwwoningen, de 10 "boswoningen".

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0071.png"

Afbeelding 5.13: (Figuur 2 uit het Beheerplan Landgoed De Grote Bunte). Toekomstige situatie van het Landgoed De Grote Bunte na renovatie en nieuwbouw

Landgoed De Grote Bunte is sinds WOII als groepsaccomodatie voor kinderen in gebruik geweest. Deze kinderen gebruikten het omliggende bos als speelplaats waar zij ravotten, hutten bouwden en vuurtjes stookten. Aan het Landhuis en aan het Koetshuis is sinds die tijd minimale onderhoud gepleegd, hetgeen anno 2024 duidelijk is te zien. En ook in het omliggende park en bos is in de afgelopen decennia nagenoeg geen beheer gevoerd.

Toch heeft het niet voeren van beheer tot het ontstaan van bijzondere kwaliteiten geleid. In de groene omgeving rond De Grote Bunte zijn veel monumentale bomen, met breed uitgegroeide kronen, aanwezig. Ook zijn oude laanpatronen op sommige locaties nog goed herkenbaar. Daardoor is er op een aantal locaties sprake van een esthetisch aantrekkelijk bosbeeld. Het niet voeren van beheer heeft er ook toe geleid dat (ook dikke) dode bomen zijn blijven liggen, waardoor een mooie dood-hout-voorraad is ontstaan. En door de spontane uitval van bomen is op sommige plekken een goed ontwikkelde struiketage tot ontwikkeling gekomen.

Toch zijn er ook belangrijke ontwikkelingen die om het planmatig uitvoeren van beheer vragen. Doordat beheer achterwege is gebleven is het aandeel invasieve exoten, met name gewone esdoorn en Amerikaanse vogelkers, sterk toegenomen. Gewone esdoorn is binnen de verjonging op dit moment zelfs de dominante soort. En ook de struiketage, die voornamelijk uit hulst bestaat, dreigt zo dominant te worden dat de kruidlaag dreigt te verdwijnen. Daarnaast is er geen ingroei van jonge (toekomstige) monumentale bomen en dreigt de ecologische belangrijke soort zomereik, door concurrentie van uit het kronendak, te verdwijnen. Het is dus belangrijk dat het beheer op de Grote Bunte op korte termijn planmatig ter hand wordt genomen.

En dat laatste gebeurt ook. Door de nu ingezette ontwikkeling wordt het beheer van De Grote Bunte, vanaf 2024, planmatig opgepakt. Het "opdelen" van de groene omgeving in kavels betekent dat het beheer in de toekomst door 11 partijen wordt uitgevoerd (zie figuur 2 van het Beheerplan). Om er voor te zorgen dat de huidige kwaliteiten behouden blijven én worden doorontwikkeld is het belangrijk dat de 11 nieuwe eigenaren dezelfde uitgangspunten en beheermethodieken (gaan) hanteren. Voorkomen moet worden dat de "opdeling" ertoe leidt dat iedere nieuwe eigenaar zijn eigen beheer voert, waardoor de éénheid binnen het Landgoed De Grote Bunte verloren zou kunnen gaan.

Om die reden is het Beheerplan ontwikkeld. Doel van het Beheerplan is tot een eenduidig en planmatig beheer van de groene omgeving te komen. Hierbij is het behoud van de eenheid van De Grote Bunte, als een herkenbaar Landgoed, het belangrijkste doel. Binnen dit Beheerplan wordt daarom aandacht besteed aan het behouden en doorontwikkelen van de esthetische waarden, in combinatie met het versterken van de ecologische kwaliteit.

Het grootste deel van de begroeiing op De Grote Bunte bestaat op dit moment uit bos, gecombineerd met een historisch park. Ten zuiden van het historische Landhuis is een grote open ruimte in de vorm van een open zichtas richting het woonhuis aanwezig. Rond het huis zijn monumentale boomgroepen en solitaire bomen aanwezig. De huidige esthetische waarde en de ecologische kwaliteit op De Grote Bunte komen voort uit de op dit moment aanwezige combinatie van bossen, boomgroepen, solitaire bomen en open ruimtes.

De cultuurhistorische waarde van de verschillende binnen De Grote Bunte aanwezige elementen is tijdens een studie, uitgevoerd door B4o met het rapport "De Cultuurhistorische Parkanalyse Landgoed De Grote Bunte" d.d. 2 maart 2019, vastgelegd. Verder is met name van belang de studie verricht door Adviesburo Groene Monumenten, namelijk "De Grote Bunte. Het Tuinhistorisch Onderzoek" (april 2020). In figuur 3a van het Beheersplan worden de resultaten van deze studies getoond. In blauw zijn de delen met een hoge monumentwaarde aangegeven, in groen de delen met een positieve monumentwaarde. De delen in bruin vertegenwoordigen een indifferente monumentwaarde (= laagste) monumentwaarde. De Figuur 3 van het Beheerplan laat ook zien dat de nieuwe ontwikkeling, op één bouwblok na, binnen de zone vallen, die, binnen de genoemde studies, als een locatie met een indifferente cultuurhistorische waarde wordt benoemd. Dat betekent ook dat de nieuwe ontwikkeling in zijn geheel buiten de locaties met een hoge monumentwaarde valt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0072.png"

Afbeelding 5.14 Kaart met de huidige monumentwaarde (Figuur 3 uit het Beheerplan)

Uit historisch onderzoek blijkt dat een deel van het op het Landgoed aanwezige bos al sinds de eerste kartering met bomen is begroeid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0073.png"

Afbeelding 5:15 De bossituatie op De Grote Bunte in 1900, 1950, en heden (bron: topotijdreis.nl), Figuur 4a, 4b, en 4c uit het Beheerplan (blz. 8.)

Op de kaarten bij Afbeelding 5.15 wordt de bossituatie op De Grote Bunte in 1900, 1950, en heden, weergegeven.

De onderstaande Afbeelding 5.16 (Figuur 5 van het Beheerplan) toont de locaties waar in het verleden bos is verwijderd gericht op een andere invulling (waardoor een open ruimte is gemaakt en de bodem is geroerd, zoals bijvoorbeeld voor het inrichten van een Nutstuin).

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0074.png"

Afbeelding 5.16: Figuur 5 uit het Beheerplan, met in het verleden gekapte bosdelen

In Afbeelding 5.16 (Figuur 5 uit het Beheerplan) is te zien dat de oude bosgroeiplaats, als een soort (omgekeerde) U-vormige bosstrook, met uitlopers aan de west - en oostkant, in het noorden van De Grote Bunte is gesitueerd. Dergelijke groeiplaatsen zijn in Nederland schaars. Een belangrijk doel van het Beheerplan is om de oude bosgroeiplaats te beschermen. Dat gebeurt in het Beheerplan, door aan de locaties waar de oude bosgroeiplaats aanwezig is, maatregelen toe te kennen die de instandhouding van het op dit moment aanwezig (vaak oude) bos voor de toekomst te garanderen. Daarnaast is er binnen dit beheerplan veel aandacht voor het verder ontwikkelen van een, naar leeftijd en diameter, gevarieerde dood-hout-voorraad, waardoor de oude bosgroeiplaats verder wordt versterkt.

In het Beheerplan wordt het beheer van de groene omgeving op De Grote Bunte, als landgoed, voor de komende 10 jaar, vastgelegd. Onder groene omgeving wordt binnen dit beheerplan verstaan: alle bossen, lanen, boomgroepen, solitaire bomen, struweel, maar ook de waterpartijen en de korte vegetaties, zoals inheemse kruiden. Het beheer van het groen direct rond de nieuwe privéwoningen en het beheer van de infrastructuur valt buiten het aandachtsgebied van dit beheerplan.

De nieuwe bewoners zijn contractmatig verplicht het in dit beheerplan beschreven beheer binnen de op hun kavel aanwezige groene omgeving toe te passen. Het beheerplan is daarom zo geschreven dat het voor de nieuwe bewoners goed te begrijpen is. Naast een leidraad voor het beheer kan dit beheerplan ook als ook als communicatiemiddel worden ingezet. Met het beheerplan "in de hand" kunnen de nieuwe bewoners aan omwonenden en bezoekers laten zien welke beheerdoelen op welke manier worden nagestreefd. Hierdoor is het ook voor de omgeving duidelijk op welke manier De Grote Bunte, ook voor de toekomst, als één Landgoed wordt beheerd en behouden.

5.9.2 Visie

De visie binnen een beheerplan vormt de leidraad voor het beheer van de groene omgeving. In de visie worden de beheerdoelstellingen voor de lange termijn op De Grote Bunte vastgelegd. De visie heeft een looptijd van 10 jaar. De visie vormt tevens de basis voor het ontwikkelen van een concreet werkplan. In dit werkplan wordt aangegeven welke maatregelen de komende 10 jaar op de verschillende locaties binnen de Grote Bunte moeten worden uitgevoerd. De invulling van het werkplan wordt in Hoofdstuk 4 van het Beheerplan gepresenteerd.

In de bijlage 1 bij het beheerplan is een kaart opgenomen van De Grote Bunte waarop de groene omgeving is aangeduid. Ook is op deze kaart de indeling in verschillende beheereenheden weergegeven.

Deze visie beschrijft het gewenste toekomstbeeld binnen de groene omgeving van Landgoed De Grote Bunte. Het is de "groene stip aan de horizon" waar door de verschillende eigenaren, in gezamenlijkheid, in de komende jaren op De Grote Bunte naartoe wordt gewerkt. In deze visie wordt tevens aangegeven hoe het gewenste (eindbeeld) stap voor stap, middels het jaarlijks planmatig uitvoeren van beheer, kan worden gerealiseerd.

De visie is tot stand gekomen door de vraag te stellen: "Hoe moet de groene omgeving er op het terrein van De Grote Bunte in de toekomst uitzien? Het antwoord op die vraag geeft inzicht in de door de nieuwe eigenaren uit te voeren beheermaatregelen.

De visie voor De Grote Bunte valt uiteen in een hoofddoelstelling en een aantal daaruit afgeleide subdoelstellingen.

De hoofddoelstelling binnen de visie van De Grote Bunte is het historische Landgoed als één geheel behouden en doorontwikkelen. Dit doel wordt bereikt door er voor te zorgen dat binnen de groene omgeving op De Grote Bunte op planmatige wijze, binnen alle kavels, een eenduidig beheer wordt gevoerd.

De hoofddoelstelling is: Landgoed De Grote Bunte als één compleet Landgoed behouden en doorontwikkelen.

De hoofddoelstelling kan worden onderverdeeld in een drietal subdoelstellingen. Deze subdoelstellingen samen zorgen ervoor dat de hoofddoelstelling wordt gerealiseerd.

Subdoelstelling 1: Behoud van het huidige landgoedkarakter

Het behouden van het huidige landgoedkarakter is de eerste belangrijke subdoelstelling. Het gaat binnen deze subdoelstelling om het behouden van de huidige landschappelijke opbouw, met daarbinnen de aanwezige lanen(structuur), solitaire bomen en boomgroepen, de centrale, open zichtas en de spiegelvijver. Ook het behoud van het historische park rond het woonhuis valt binnen deze subdoelstelling. Deze subdoelstelling is van toepassing op het complete landgoed.

Subdoelstelling 2: Behoud van het historische monumentale bomenbestand

Op De Grote Bunte zijn een groot aantal bijzondere bomen aanwezig. Het behoud van dit monumentale bomenbestand is de tweede belangrijke subdoelstelling. Onderdeel van deze subdoelstelling is ook het organiseren van de ingroei van "nieuwe" historische bomen, zodat het behoud van het bomenbestand ook in de (verre) toekomst wordt gegarandeerd. In figuur 6a en 6b van het Beheerplan zijn de huidige monumentale bomen weergegeven.

Subdoelstelling 3: Behoud en doorontwikkelen van de ecologische kwaliteit

Het behouden en doorontwikkeling van de huidige ecologische kwaliteit is de derde belangrijke subdoelstelling. Het gaat binnen deze subdoelstelling om het faciliteren van een zo breed mogelijk spectrum aan flora en fauna. Dat gebeurt onder andere door het grasland binnen de zichtas richting een kruidenrijk grasland te ontwikkelen. Van de aanwezige bossen binnen De Grote Bunte wordt aan deze subdoelstelling invulling gegeven door in te zetten op een zo hoog mogelijk percentage inheemse bomen, het ontwikkelen van een natuurlijke bosstructuur (richting een natuurlijke bosmozaiek) met open ruimtes voor boskruiden en het vergroten van de (naar diameter en leeftijd gevarieerde) dood-hout-voorraad. Daarnaast worden invasieve soorten, zoals gewone esdoorn en Amerikaanse eik, bestreden en ecologisch waardevolle bomen behouden.

5.9.3 Set met beheermaatregelen en vuistregels

Beheermaatregelen hebben tot doel om de beheerdoelen te vertalen naar concrete handelingsmogelijkheden in de praktijk. In totaal blijken 15 maatregelen nodig te zijn om de gestelde doelen binnen De Grote Bunte te realiseren. Deze 15 maatregelen zijn in Paragraaf 3.1 van het Beheerplan gepresenteerd.

Deze 15 maatregelen zijn:

  1. 1. Markante bomen vrijstellen.
  2. 2. Inheemse boomsoorten vrijstellen.
  3. 3. Mengbomen vrijstellen.
  4. 4. Lanen, singels, cultuurhistorische elementen vrijstellen.
  5. 5. Structuurverbetering aanbrengen.
  6. 6. Bosranden ontwikkelen.
  7. 7. Niet-vitale bomen sparen.
  8. 8. Natuurlijke dood-houtvoorraad ontwikkelen.
  9. 9. Groepsgewijs inheemse bomen inbrengen.
  10. 10. Inheems kruidenrijk grasland beheren.
  11. 11. Waterpartij beheren.
  12. 12. Groepsgewijs niets doen.
  13. 13. Niets doen.
  14. 14. Invasieve exoten verwijderen.

Deze 15 maatregelen zijn uitgewerkt in het Beheerplan op de bladzijden 13 tot en met 19.

5.9.4 Vuistregels

Er zijn vuistregels ontwikkeld om er voor te zorgen dat de beheeringrepen door alle 11 de nieuwe eigenaren op dezelfde manier worden uitgevoerd. Ook moet het gebruik van vuistregels ervoor zorgen dat geen schade aan bomen, het bos of aan de bosgroeiplaats wordt toegebracht.

De volgende vuistregels worden besproken in het Beheerplan.

1. Ideale kroonruimte na dunning.

2. Beperken van schade.

3. Omgang met flora en fauna.

4. Garanderen van de veiligheid.

5.9.5 Werkplan

In het hoofdstuk "Werkplan" wordt het werkplan voor De Grote Bunte gepresenteerd. De beheermaatregelen worden ingezet om de gestelde beheerdoelen (volgens Hoofdstuk 2 van het Beheerplan) planmatig binnen De Grote Bunte te realiseren. De beheermaatregelen zijn "sober en doelmatig" van aard en maximaal gericht op de instandhouding van de historische en ecologische waarden. In totaal zijn 15 beheermaatregelen ontwikkeld (zie Hoofdstuk 3 van het Beheerplan. In de tabel (zie Bijlage 3 bij het Beheerplan) wordt aangegeven welke maatregelen waar moeten worden ingezet.

Werken met het Werkplan

In Paragraaf 4.1 van het Beheerplan wordt het werken met het Werkplan uiteengezet. Bij het ontwikkelen van de beheerkaart (zie de Bijlage 2 bij het Beheerplan) is rekening gehouden met de nieuwe eigendomsstructuur. De grenzen van de onderscheiden beheervakken sluiten daardoor aan bij de nieuwe eigendomssituatie. Hierdoor is het voor een nieuwe eigenaar direct duidelijk voor het beheer van welke beheervakken, binnen het geheel van De Grote Bunte als Landgoed, hij/zij verantwoordelijk is.

Hoe dat beheer er binnen een bepaald beheervak uit moet zien kan de nieuwe eigenaar vervolgens uit de Beheertabel aflezen (zie Bijlage 3 bij het Beheerplan). In de beheertabel wordt namelijk per beheervak aangegeven welke maatregelen uit de set met beheermaatregelen (zie Hoofdstuk/Paragraaf 3.1 van het Beheerplan) moeten worden ingezet om de groene omgeving in de gewenste richting te ontwikkelen.

In sommige situaties worden aan een beheervak meerdere beheermaatregelen toegekend. Het toekennen van meerdere maatregelen betekent niet dat de bossituatie binnen het betreffende beheervak grootschalig zal worden gewijzigd. Een maatregel zoals maatregel 15: Invasieve soorten verwijderen wordt namelijk al toegekend als binnen een beheervak maar één moederboom van gewone esdoorn moet worden verwijderd om het uitzaaien van invasieve verjonging van esdoorn te voorkomen. En dat geldt ook voor het uitvoeren van een maatregel als Maatregel 1: Markante bomen vrijstellen. Ook deze maatregel wordt al aan een beheervak toegekend op het moment dat (maar) één markante boom moet worden vrijgesteld. Dat betekent dat het uitvoeren van de maatregelen, zoals die in het beheerplan zijn opgenomen, er dus niet toe zal leiden dat de bossituatie binnen De Grote Bunte in de komende 10 jaar drastisch zal worden gewijzigd. Doel van het voeren van beheer is juist het tegenovergestelde: de instandhouding van de huidige bossituatie.

Om de maatregelen uit Hoofdstuk 3, Paragraaf 3.1, van het Beheerplan goed te kunnen toepassen wordt de nieuwe eigenaar, onder het kopje "Doel", geïnformeerd over het beheerdoel dat door het uitvoeren van die specifieke maatregel moet worden bereikt. Vervolgens kan de nieuwe eigenaar, onder het kopje "Uitvoering", per beheermaatregel lezen hoe de maatregel in de praktijk moet worden toegepast. Ten slotte vindt de nieuwe eigenaar onder het kopje "Frequentie" de momenten waarop met het uitvoeren van die specifieke maatregel moet worden gestart en hoe vaak de betreffende maatregel binnen de beheerperiode van 10 jaar moet worden herhaald.

De per vak toegekende maatregelen zijn zo gekozen dat het op de juiste wijze uitvoeren van alle maatregelen samen ervoor zorgt dat de groene omgeving op De Grote Bunte zich in de gewenste richting ontwikkelt en het Landgoed als één entiteit behouden blijft. De per beheervak toegewezen maatregelen zijn te vinden in Bijlage 3.

Werkwijze tijdens het uitzetten van Beheermaatregelen

Landgoed De Grote Bunte is een prachtig voorbeeld van een Landgoed in de landschapsstijl. De landschapsstijl is een stijl van ontwerpen waarbinnen groene ontwerpconcepten op allerlei manieren worden verweven. De centrale zichtlijn loopt bijvoorbeeld vanuit het woonhuis, langs bos met een mantel, terwijl rond het woonhuis solitaire bomen en boomgroepen aanwezig zijn. Aan de achterzijde van het woonhuis is vervolgens sprake van bomen binnen bosverband.

Door de verweving is het beheer van een dergelijk parkachtig bos anders dan bij bijvoorbeeld het beheren van een "gewoon" bos. Veel van de in Paragraaf 3.1 van het Beheerplan beschreven maatregelen zullen daardoor bij het uitzetten van het beheer op De Grote Bunte gelijktijdig op een bepaald vak worden ingezet. Een dergelijke complexe aanpak vraagt om veel kennis. Het uitzetten van de beheermaatregelen in het veld kan dus niet door de individuele eigenaren worden uitgevoerd. Het is belangrijk en noodzakelijk dat dit door specialisten gebeurt.

Het feit dat op één locatie meerdere maatregelen tegelijk moeten worden toegepast vraagt dus veel van de specialist die bepaalt welke ingreep, en in welk vak, worden uitgevoerd. Die specialist moet het sturen van de bosontwikkeling van een landgoedbos, in combinatie met het doorontwikkelen van individuele bomen en/of boomgroepen goed beheersen en goed op de hoogte zijn van binnen De Grote Bunte te realiseren eindbeeld. Het is dus belangrijk dat iedere specialist, voorafgaand aan het uitzetten van de maatregelen in het veld, van de uitgangspunten van dit Beheerplan op de hoogte is.

Periodieke Evaluatie

Het is dan belangrijk om periodiek te evalueren of de bossituatie, zich op alle individuele percelen, inderdaad richting het in de visie geschetste (eind)beeld als geheel ontwikkelt. Het wordt aanbevolen het beheer eens in de 5 jaar, gezamenlijk, dus Grote Bunte breed, te evalueren. En mocht blijken dat het beeld op De Grote Bunte niet bij het gewenste beeld aansluit, dan is bijsturing van het beheer noodzakelijk.

Voor het "Beheerplan De Grote Bunte" van Buiting Advies d.d. juli 2024 (versie d.d. 8 augustus 2024), zie Bijlage 13 bij deze Toelichting (en zie Bijlage 3 bij de Regels).

Hoofdstuk 6 Juridische Planbeschrijving

6.1 Algemeen

Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing. Tot slot maken de Bijlagen onlosmakelijk deel uit van het bestemmingsplan.

6.2 Verbeelding

Op de verbeelding worden de bestemmingen weergegeven met daarbij andere bepalingen als gebiedsaanduidingen, bouwaanduidingen, functieaanduidingen, bouwvlakken, maatvoeringsaanduidingen, et cetera. Voor de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van een digitale ondergrond (Grootschalige Basiskaart en/of kadastrale kaart).

6.3 Planregels

De planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels voor het hele plangebied. Daarin zijn opgenomen, de Begrippen, en de Wijze van Meten. Hoofdstuk 2 geeft de bestemmingsregels. Hoofdstuk 3 geeft vervolgens de algemene regels waaronder (mogelijke) flexibiliteitsbepalingen in de vorm van wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden. In dit derde Hoofdstuk kunnen belangrijke algemene bepalingen zijn opgenomen die van invloed zijn op het bepaalde in Hoofdstuk 2. Ten slotte regelt Hoofdstuk 4 de overgangs- en slotregels.

In de volgende paragraaf 6.4 worden de afzonderlijke bestemmingen behandeld.

Voor de planregels van de bestemmingen is de gestandaardiseerde opbouw uit de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012) gebruikt. In de planregels is een standaard hoofdstukindeling aangehouden die begint met 'Inleidende regels' (begrippen en wijze van meten), vervolgens met de 'Bestemmingsregels', de 'Algemene regels' (de regels die voor alle bestemmingen gelden); deze bevatten in dit bestemmingsplan: de Anitidubbeltelbepaling (artikel 13), de Algemene bouwregels (artikel 14), de Algemene gebruiksregels (artikel 15), de Algemene Aanduidingsregels (artikel 16), de Algemene afwijkingsregels (artikel 17), en de Algemene wijzigingsregels (artikel 18), en de Overige regels (artikel 19). Daarna volgen in Hoofdstuk 4 de 'Overgangs- en slotregels', met het Overgangsrecht (artikel 20) en de Slotregel (artikel 21).

In het tweede hoofdstuk, de Bestemmingsregels, staan de verschillende bestemmingen op alfabetische volgorde.

Ook de regels van een bestemming kennen een standaardopbouw, als volgt:

  • Bestemmingsomschrijving (in elk bestemmingsplan);
  • Bouwregels (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Nadere eisen (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Afwijken van de bouwregels (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Specifieke gebruiksregels (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Afwijken van de gebruiksregels (bestemmingsplanafhankelijk);
  • Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (bestemmingsplanafhankelijk).

6.4 Wijze Van Bestemmen

Hieronder volgt per bestemming een nadere explicatie van de diverse bestemmingen.

6.4.1 Artikel 3: de bestemming "Bos"

Bestemmingsomschrijving / Functiebeschrijving

De bestemming "Bos" is bestemd voor de volgende functies:

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. instandhouding en ontwikkeling van bos ten behoeve van aldaar voorkomende natuur- en landschapswaarden;
  2. b. natuur- en landschapsbeheer;
  3. c. behoud, herstel, en bescherming van houtopstanden;
  4. d. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
  5. e. recreatief medegebruiik;
  6. f. parkeren op de plaats waar de gebiedsaanduiding 'parkeerterrein' op de verbeelding is aangegeven; waarbij een toegangsweg naar deze parkeerplaats via en vanaf de bestemming "Maatschappelijk" is toegestaan.

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en voorzieningen zoals bestaande paden, lichtmasten, technische installaties, en erf- en terreinafscheidingen.

Bouwregels (artikel 3, lid 23.2)

In de Regels is geregeld dat gebouwen niet zijn toegestaan binnen deze bestemming (zie artikel 3, lid 3.2.1, lid b van de Bouwregels.

In artikel 3, lid 3.2, sublid 3.2.1 zijn bij de letters c. en d. voorwaarden gesteld voor bouwactiviteiten binnen de naastgelegen bestemmingen "Wonen" en "Maatschappelijk". Deze voorwaarden zijn ook bij die bestemmingen voorgeschreven. Deze voorwaarden dienen te worden toegepast ter bescherming van de bomen, zo wordt een aanvullende Boom Effect Analyse (BEA) voorgeschreven en dient er een plan met boommaatregelen te worden gemaakt. Deze voorwaarden dienen in de voorschriften van een omgevingsvergunning te worden opgenomen. Dit, ter bescherming van de bomen.

Verder zijn in de Bouwregels in artikel 3, lid 3.2, onder sublid 3.2.2 regels gegeven over de hoogte van erf- en terreinafscheidingen. Van belang hierbij is bij de kavels van de zogenoemde "boswoningen" (de kavels 1 t/m 10 van de kavelpaspoorten volgens het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" d.d. 26 juli 2024) de erf- en terreinafscheidingen van de zijdelingse perceelgrenzen slechts 0,80 meter hoog mogen zijn, en alleen mogen zijn uitgevoerd met "paal en draad".

In artikel 3, lid 3.2, sublid 3.2.2, onder c. is voorgeschreven dat de hoogte van een erf- en terreinafscheiding rond het gebied dat op de Verbeelding is aangeduid met 'specifieke vorm van bos - zorgtuin' maximaal 1,20 meter mag bedragen.

Specifieke gebruiksregels

In de specifieke gebruiksregels is geregeld in artikel 3, lid 3.3, onder a, geregeld dat het verboden is om op de gronden met de bestemming "Bos" tuinen aan te leggen en te gebruiken of om deze gronden met de bestemming "Bos" te gebruiken en/of te doen gebruiken voor tuinen bij woningen. Verder is het volgens artikel 3. lid 3.3, onder b, verboden om zonder omgevingsvergunning nieuwe wegen en paden aan te leggen. Volgens artikel 3.4 "Afwijking van de gebruiksregels" kan door het college van Burgemeester en Wethouders afwijken van het verbod om nieuwe paden aan te leggen. Deze afwijking met omgevingsvergunning kan worden verleend voor nieuwe (wandel)paden voor het gebruik door de maatschappelijke voorziening ten behoeve van dementerende / hulpbehoevende ouderen die mogelijk wordt gemaakt volgens artikel 5, lid 5.1, onder a, en onder b. Deze (wandel)paden kunnen mogelijk worden gemaakt in het deel van de bestemming "Bos" dat op de verbeelding aangeduid is met 'specifieke vorm van bos - zorgtuin'.

Verder is in artikel 3, lid 3.3, onder c, verboden om binnen de bestemming "Bos" andere erf- en terreinafscheidingen te bouwen en te gebruiken dan zijn voorgeschreven in artikel 3, lid 3.2, sublid 3.2.2. Met name zijn als erf- en terreinafscheiding tussen de kavels van de "boswoningen" (de kavels 1 tot en met 10 van de kavelpaspoorten volgens het Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet d.d. 26 juli 2024 (volgens Bijlage 5 bij deze Regels) nadrukkelijk niet toegestaan: hekken, omheiningen (anders dan paal en draad), en schuttingen.

Uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

In artikel 3, lid 3.5 zijn regels opgenomen over het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Belangrijk hierbij is met name dat in artikel 3, lid 3.5, sublid 3.5.1 omgevingsvergunningen nodig zijn voor "het vellen of rooien van bomen, houtopstanden, houtwallen, singels, bomenrijen, boomgroepen en bos". Hierbij zijn in artikel 3, lid 3.5, sublid 3.5.3 toetsingscriteria opgenomen: "de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in lid 3.5.1 kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de afschermende werking van de beplanting en de natuurlijke en landschappelijke waarden".

Regels voor Monumentale bomen

In artikel 3, lid 3.6 zijn regels opgenomen voor Monumentale bomen die binnen de bestemming "Bos" staan, waarbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.1 en lid 16.2.2. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Regels voor het Boomzonegebied

In artikel 3, lid 3.7 zijn regels opgenomen voor de 'overige zone - boomzonegebied', omdat het gebied met de bestemming "Bos" binnen gebied met de gebiedsaanduiding 'overige zone - boomzonegebied' ligt. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.3 en lid 16.2.4. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Voorwaardelijke verplichtingen

Voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Onderbouwing voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Er is in de Regels (aangeduid op de Verbeelding) een voorwaardelijke verplichting worden opgenomen, in verband met het bodemonderzoek "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024. Met deze voorwaardelijke verplichting kan worden gegarandeerd dat de aanbevelingen die zijn verwoord in Paragraaf 5.1.2.8 in acht worden genomen indien er op de betreffende locatie waarin onderzoek is verricht en waarvoor de aanbevelingen zijn gedaan, bouwactiviteiten zullen plaatsvinden en/of werken, geen bouwwerk zijnde, worden uitgevoerd. Dit betreft de voorwaardelijke verplichting die is aangeduid met de "Voorwaardelijke verplichting 3" op de Verbeelding, en zoals deze is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan bij de bestemming "Bos", bij de bestemming "Maatschappelijk", bij de bestemming "Tuin", en bij de bestemming "Verkeer".

Inhoud voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van bos - voorwaardelijke verplichting 3' is aangegeven dient alvorens binnen dat gebied de activiteit "bouwen van een bouwwerk" of de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" kan plaatsvinden de bodem eerst sanerende maatregelen dienen te worden getroffen overeenkomstig de aanbeveling 1. (blz. 61) uit het bodemonderzoek "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024. Deze aanbeveling luidt": "Wanneer sprake is van een wijziging van het gebruik, een herontwikkeling of nieuwbouw op de onderzoekslocatie (binnen het gebied volgens de aanduiding 'specifieke vorm van voorwaardelijke verplichting 3') dienen sanerende maatregelen maatregelen te worden getroffen". Deze voorwaardelijke verplichting volgt uit het onderzoeksrapport "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024.

Deze "voorwaardelijke verplichting 3" is opgenomen bij de bestemming "Bos", bij de bestemming "Maatschappelijk", bij de bestemming "Tuin", en bij de bestemming "Verkeer".

6.4.2 Artikel 4: de bestemming "Groen"

Bestemmingsomschrijving / Functiebeschrijving

De bestemming "Groen" is bestemd voor de volgende functies:

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen, waaronder bomen en overige beplantingen;
  2. b. paden;
  3. c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - openheid', het behoud, herstel en bescherming van de openheid van het landschap;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. kunstobjecten
  6. f. fiets- en wandelpaden;
  7. g. watergangen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. h. in- en uitritten ten behoeve van aangrenzende bestemmingen.

met daarbij behorende andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals palen, masten, kunstobjecten, technische installaties en erf- en terreinafscheidingen.

Deze functies spreken voor zich en behoeven geen nadere toelichting.

De aanduiding 'specifieke vorm van waarde - openheid' is ter bescherming van die "waarde - openheid" bij de bestemmingsomschrijving opgenomen, zodat bij de uitvoering, bouw, en aanleg, van de overige functies met deze "waarde - openheid" rekening dient te worden gehouden.

Bouwregels

In artikel 4, lid 4.2, lid 4.2.1 is onder meer geregeld dat op of in deze deze gronden met de bestemming "Groen" geen gebouwen mogen worden gebouwd.

In artikel 4, lid 4.2, sublid 4.2.1 zijn bij de letters c. en d. voorwaarden gesteld voor bouwactiviteiten binnen de naastgelegen bestemmingen "Wonen" en "Maatschappelijk". Deze voorwaarden zijn ook bij die bestemmingen voorgeschreven. Deze voorwaarden dienen te worden toegepast ter bescherming van de bomen, zo wordt een aanvullende Boom Effect Analyse (BEA) voorgeschreven en dient er een plan met boommaatregelen te worden gemaakt. Deze voorwaarden dienen in de voorschriften van een omgevingsvergunning te worden opgenomen. Dit, ter bescherming van de bomen.

Uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

In artikel 4, lid 4.3 zijn regels opgenomen over het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Belangrijk hierbij is met name dat in artikel 4, lid 4.3, sublid 4.3.1 omgevingsvergunningen nodig zijn voor "het vellen of rooien van bomen, houtopstanden, houtwallen, singels, bomenrijen, boomgroepen en bos. Hierbij zijn in artikel 4, lid 4.3, sublid 4.3.3 toetsingscriteria opgenomen: "de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in lid 4.3.1 kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de afschermende werking van de beplanting en de natuurlijke en landschappelijke waarden".

Regels voor de Monumentale bomen

In artikel 4, lid 4.4 zijn regels opgenomen voor de Monumentale bomen die in het gebied met de bestemming "Groen" aanwezig zijn. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.1 en lid 16.2.2. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Regels voor het boomzonegebied

In artikel 4, lid 4.5 zijn regels opgenomen voor de 'overige zone - boomzonegebied', omdat het gebied met de bestemming "Groen" binnen het gebied met de gebiedsaanduiding 'overige zone - boomzonegebied' ligt. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.3 en lid 16.2.4. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Voorwaardelijke verplichtingen

Voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Onderbouwing voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Er dient een voorwaardelijke verplichting in verband met het bodemonderzoek in de Regels van het bestemmingsplan (en aangeduid op de Verbeelding) te worden opgenomen. Deze voorwaardelijke verplichting volgt uit het rapport “Verkennend milieukundig bodemonderzoek volgens NEN 5740+A1 Grote Bunteweg 11 te Nunspeet (projectnr. 21-M9692) d.d. 31 maart 2021". Uit dit rapport volgt, dat het verrichte bodemonderzoek niet geheel compleet is verricht. (Zie de tekening 49 bij de Toelichting). Van de vier bouwkavels aan de zuidoostzijde van het plangebied is per abuis, omdat de lijn van het plangebied blijkbaar verkeerd was getrokken, de meest zuidelijke woonkavel niet voldoende onderzocht. Dit zal alsnog moeten gebeuren voordat omgevingsvergunningen voor de activiteit "bouwen" en voor de activiteit "andere werken of werkzaamheden geen bouwwerk zijnde" kunnen worden verleend. Hiertoe zal een voorwaardelijke verplichting op de Verbeelding en in de Regels worden opgenomen. Dit betreft de voorwaardelijke verplichting die is aangeduid met de "Voorwaardelijke verplichting 2" op de Verbeelding, en zoals deze is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan.

Deze Voorwaardelijke verplichting 2 is opgenomen bij de bestemming "Groen", de bestemming "Tuin", de bestemming "Verkeer", en de bestemming "Wonen".

De voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van groen - voorwaardelijke verplichting 2' is aangegeven dient alvorens omgevingsvergunningen voor de activiteit "het bouwen van een bouwwerk" worden verleend en/of omgevingsvergunningen voor de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" worden verleend, eerst een bodemonderzoek te worden uitgevoerd waaruit blijkt dat de Bodemkwaliteit van het aangeduide gebied voldoende goed is, zodat de kwaliteit van de bodem geen belemmeringen oplevert voor de uitvoering van de genoemde activiteiten. (Voor de aanduiding van het gehele gebied waar de "voorwaardelijke verplichting 2" geldt wordt verwezen naar de kaart volgens Bijlage 49 bij de Toelichting en naar de (digitale) Verbeelding van het bestemmingsplan).

Deze Voorwaardelijke verplichting 2 is opgenomen bij de bestemming "Groen", de bestemming "Tuin", de bestemming "Verkeer", en de bestemming "Wonen".

6.4.3 Artikel 5: de bestemming "Maatschappelijk"

Bestemmingsomschrijving / Functieomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van zorgappartementen voor dementerende/zorgbehoevende ouderen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorgappartementen';
  2. b. ten behoeve van de maatschappelijke voorzieningen, zoals genoemd in lid 5.1, onder a, mogen maximaal 36 zorgappartementen worden gerealiseerd';
  3. c. 1 bedrijfswoning/dienstwoning ten behoeve van de maatschappelijke voorzieningen zoals genoemd in lid 5.1, onder a, en onder b, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  4. d. kantoor, met andere faciliterende voorzieningen, ten behoeve van de maatschappelijke voorzieningen zoals genoemd in lid 5.1, onder a, en onder b, ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
  5. e. terrassen ten behoeve van de maatschappelijke voorzieningen zoals genoemd onder lid 5.1, onder a, en onder b;
  6. f. fietsenstallingen;
  7. g. bergingen voor rolcontainers voor afval.

met daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen zoals wegen, paden, bermen, tuinen, parkeervoorzieningen, fietsparkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals palen, masten, kunstobjecten, technische installaties en erf- en terreinafscheidingen.

Deze functies spreken voor zich, en behoeven geen verdere bespreking.

Bouwregels

In artikel 5, lid 5.2, sublid 5.2.1 zijn bij de letters c. en d. voorwaarden gesteld voor bouwactiviteiten binnen de bestemming"Maatschappelijk". Deze voorwaarden zijn ook bij de bestemmingen "Wonen", "Bos" en "Groen" voorgeschreven. Deze voorwaarden dienen te worden toegepast ter bescherming van de bomen, zo wordt een aanvullende Boom Effect Analyse (BEA) voorgeschreven en dient er een plan met boommaatregelen te worden gemaakt. Deze voorwaarden dienen in de voorschriften van een omgevingsvergunning te worden opgenomen. Dit, ter bescherming van de bomen.

In artikel 5, lid 5.2, lid 5.2.1, letter e, is een regel opgenomen dat er alleen een omgevingsvergunning voor de "activiteit bouwen" mag worden verleend indien kan worden voldaan aan de "Rapportage Stikstofberekening Landgoed De Grote Bunte te Nunspeet, zorg, kantoor en woningen" van GRAS Advies van 30 november 2023. De volgende voorwaarde dient aan de omgevingsvergunning (en) te worden toegevoegd:

"In de realisatiefase, zijnde de bouw- en aanlegwerkzaamheden van het project, dient de uitvoering van het project van met name de bestemmingen "Maatschappelijk" en "Wonen" en "Verkeer" zodanig plaats te vinden dat dit niet mag leiden tot een toename van stikstofdepositie hoger dan 0,00 mol N/ha/jaar op Natura 2000-gebieden (stikstofgevoelige habitattypen en leefgebieden).

De bovenstaande voorwaarde dient, voordat de omgevingsvergunning wordt verleend, met een op dat moment recente Rapportage Stikstofberekening te worden onderbouwd volgens de laatste, op dat moment geldende versie van AERIUS Calculator (rekeninstrument dat de toestemmingsverlening onder de Wet ruimtelijke ordening en onder de Omgevingswet ondersteunt)."

Regels voor de Monumentale bomen

In artikel 5, lid 5.4 zijn regels opgenomen voor de Monumentale bomen die in het gebied met de bestemming "Groen" aanwezig zijn. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.1 en lid 16.2.2. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Regels voor het boomzonegebied

In artikel 5, lid 5.5 zijn regels opgenomen voor de 'overige zone - boomzonegebied', omdat het gebied met de bestemming "Groen" binnen het gebied met de gebiedsaanduiding 'overige zone - boomzonegebied' ligt. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.3 en lid 16.2.4. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Voorwaardelijke verplichtingen

Voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Onderbouwing voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Er zal in de Regels (aangeduid op de Verbeelding) een voorwaardelijke verplichting worden opgenomen, in verband met het bodemonderzoek "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024. Met deze voorwaardelijke verplichting kan worden gegarandeerd dat de aanbevelingen die zijn verwoord in Paragraaf 5.1.2.8 in acht worden genomen indien er op de betreffende locatie waarin onderzoek is verricht en waarvoor de aanbevelingen zijn gedaan, bouwactiviteiten zullen plaatsvinden en/of werken, geen bouwwerk zijnde, worden uitgevoerd. Dit betreft de voorwaardelijke verplichting die is aangeduid met de "Voorwaardelijke verplichting 3" op de Verbeelding, en zoals deze is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan.

Zoals deze is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan bij de bestemming "Maatschappelijk", bij de bestemming "Bos", bij de bestemming "Tuin", en bij de bestemming "Verkeer".

Voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van bos - voorwaardelijke verplichting 3' is aangegeven dient alvorens binnen dat gebied de activiteit "bouwen van een bouwwerk" of de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" kan plaatsvinden de bodem eerst sanerende maatregelen dienen te worden getroffen overeenkomstig de aanbeveling 1. (blz. 61) uit het bodemonderzoek "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024. Deze aanbeveling luidt: "Wanneer sprake is van een wijziging van het gebruik, een herontwikkeling of nieuwbouw op de onderzoekslocatie (volgens het gebied volgens de aanduiding 'specifieke vorm van bos - voorwaardelijke verplichting 3') dienen sanerende maatregelen maatregelen te worden getroffen". Deze voorwaardelijke verplichting volgt uit het onderzoeksrapport "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024.

Deze voorwaardelijke verplichting 3 is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan bij de bestemming "Maatschappelijk", bij de bestemming "Bos", bij de bestemming "Tuin", en bij de bestemming "Verkeer".

6.4.4 Artikel 6: de bestemming "Tuin"

Bestemmingsomschrijving / Functieomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. tuinen, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  2. b. in- en uitritten.

met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals masten, kunstobjecten, technische installaties en erf- en terreinafscheidingen.

Deze genoemde functies spreken voor zich en behoeven geen verdere bespreking.

Bouwregels

In artikel 6, lid 6.2, sublid 6.2.1 is geregeld dat gebouwen en bijbehorende bouwwerken niet zijn toegestaan binnen het gebied met de bestemming "Tuin".

Verder is in artikel 6, lid 6.2, sublid 6.2.2, onder b, geregeld dat bij de bestemming "Tuin" ter plaatse waar de 'specifieke bouw aanduiding - bebouwing uitgesloten' is aangegeven op de verbeelding (bij de zogenoemde "poortwoningen" er aldaar geen erf- en terreinafscheidingen mogen worden gebouwd). De tuinen voor deze woningen dienen namelijk open te blijven.

De bouwregels spreken verder voor zich, en behoeven gen verdere bespreking.

Regels voor de Monumentale bomen

In artikel 6, lid 6.4 zijn regels opgenomen voor de Monumentale bomen die in het gebied met de bestemming "Groen" aanwezig zijn. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.1 en lid 16.2.2. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Regels voor het boomzonegebied

In artikel 6, lid 6.5 zijn regels opgenomen voor de 'overige zone - boomzonegebied', omdat het gebied met de bestemming "Groen" binnen het gebied met de gebiedsaanduiding 'overige zone - boomzonegebied' ligt. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.3 en lid 16.2.4. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Voorwaardelijke verplichtingen

Voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Onderbouwing voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Er dient een voorwaardelijke verplichting in verband met het bodemonderzoek in de Regels van het bestemmingsplan (en aangeduid op de Verbeelding) te worden opgenomen. Deze voorwaardelijke verplichting volgt uit het rapport “Verkennend milieukundig bodemonderzoek volgens NEN 5740+A1 Grote Bunteweg 11 te Nunspeet (projectnr. 21-M9692) d.d. 31 maart 2021". Uit dit rapport volgt, dat het verrichte bodemonderzoek niet geheel compleet is verricht. Van de vier bouwkavels aan de zuidoostzijde van het plangebied is per abuis, omdat de lijn van het plangebied blijkbaar verkeerd was getrokken, de meest zuidelijke woonkavel niet voldoende onderzocht is. Dit zal alsnog moeten gebeuren voordat omgevingsvergunningen voor de activiteit "bouwen" en voor de activiteit "andere werken of werkzaamheden geen bouwwerk zijnde" kunnen worden verleend. Hiertoe zal een voorwaardelijke verplichting op de Verbeelding en in de Regels worden opgenomen. Dit betreft de voorwaardelijke verplichting die is aangeduid met de "Voorwaardelijke verplichting 2" op de Verbeelding, en zoals deze is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan.

Deze Voorwaardelijke verplichting 2 is opgenomen bij de bestemming "Tuin", de bestemming "Groen", de bestemming "Verkeer", en de bestemming "Wonen".

Voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - voorwaardelijke verplichting 2' is aangegeven dient alvorens omgevingsvergunningen voor de activiteit "het bouwen van een bouwwerk" worden verleend en/of omgevingsvergunningen voor de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" worden verleend, eerst een bodemonderzoek te worden uitgevoerd waaruit blijkt dat de Bodemkwaliteit van het aangeduide gebied voldoende goed is zodat de kwaliteit van de bodem geen belemmeringen oplevert voor de uitvoering van de genoemde activiteiten. (Voor de aanduiding van het gehele gebied waar de "voorwaardelijke verplichting 2" geldt wordt verwezen naar de kaart volgens Bijlage 46 bij de Toelichting en naar de digitale Verbeelding van het bestemmingsplan).

Deze Voorwaardelijke verplichting 2 is opgenomen bij de bestemming "Tuin", de bestemming "Groen", de bestemming "Verkeer", en de bestemming "Wonen".

Voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Onderbouwing voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Er zal in de Regels (aangeduid op de Verbeelding) een voorwaardelijke verplichting worden opgenomen, in verband met het bodemonderzoek "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024. Met deze voorwaardelijke verplichting kan worden gegarandeerd dat de aanbevelingen die zijn verwoord in Paragraaf 5.1.2.8 in acht worden genomen indien er op de betreffende locatie waarin onderzoek is verricht en waarvoor de aanbevelingen zijn gedaan, bouwactiviteiten zullen plaatsvinden en/of werken, geen bouwwerk zijnde, worden uitgevoerd. Dit betreft de voorwaardelijke verplichting die is aangeduid met de "Voorwaardelijke verplichting 3" op de Verbeelding, en zoals deze is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan.

Deze Voorwaardelijke verplichting 3 is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan bij de bestemming "Tuin". bij de bestemming "Bos", bij de bestemming "Maatschappelijk", en bij de bestemming "Verkeer".

Voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - voorwaardelijke verplichting 3' is aangegeven dient alvorens binnen dat gebied de activiteit "bouwen van een bouwwerk" of de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" kan plaatsvinden in de bodem eerst sanerende maatregelen te worden getroffen overeenkomstig de aanbeveling 1. (blz. 61) uit het bodemonderzoek "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024. Deze aanbeveling luidt": "Wanneer sprake is van een wijziging van het gebruik, een herontwikkeling of nieuwbouw op de onderzoekslocatie (volgens het gebied volgens de aanduiding 'specifieke vorm van bos - voorwaardelijke verplichting 3') dienen sanerende maatregelen maatregelen te worden getroffen". Deze voorwaardelijke verplichting volgt uit het onderzoeksrapport "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024.

Deze Voorwaardelijke verplichting 3 is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan bij de bestemming "Tuin", bij de bestemming "Bos", bij de bestemming "Maatschappelijk", en bij de bestemming "Verkeer".

6.4.5 Artikel 7: de bestemming "Verkeer"

Bestemmingsomschrijving / Functieomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. wegen, straten, en paden;
  2. b. parkeervoorzieningen;
  3. c. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplantingen;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. kunstobjecten;
  6. f. fiets- en wandelpaden;
  7. g. watergangen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  8. h. in- en uitritten ten behoeve van aangrenzende bestemmingen;
  9. i. bergingen voor rolcontainers voor afval.

met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals palen, masten, kunstobjecten, technische installaties, en erf- en terreinafscheidingen.

Deze functies spreken voor zich, en behoeven geen verdere bespreking.

Bouwregels

Gebouwen zijn niet toegestaan binnen het gebied met de bestemming "Verkeer".

De bouwregels spreken verder voor zich en behoeven geen verdere bespreking.

Uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

In artikel 7, lid 7.3 zijn regels opgenomen over het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Belangrijk hierbij is met name dat in artikel 7, lid 7.3, sublid 7.3.1 omgevingsvergunningen nodig zijn voor "het vellen of rooien van bomen, houtopstanden, houtwallen, singels, bomenrijen, boomgroepen en bos. Hierbij zijn in artikel 7, lid 7.3, sublid 7.3.3 toetsingscriteria opgenomen: "de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in lid 7.3.1 kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de afschermende werking van de beplanting en de natuurlijke en landschappelijke waarden".

Deze vergunningverlening zal vooral van belang zijn bij de aanleg van de weg (de wegen).

Regels voor de Monumentale bomen

In artikel 7, lid 7.4 zijn regels opgenomen voor de Monumentale bomen die in het gebied met de bestemming "Groen" aanwezig zijn. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.1 en lid 16.2.2. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Regels voor het boomzonegebied

In artikel 7, lid 7.5 zijn regels opgenomen voor de 'overige zone - boomzonegebied', omdat het gebied met de bestemming "Groen" binnen het gebied met de gebiedsaanduiding 'overige zone - boomzonegebied' ligt. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.3 en lid 16.2.4. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Voorwaardelijke verplichtingen

Voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Onderbouwing voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Er dient een voorwaardelijke verplichting in verband met het bodemonderzoek in de Regels van het bestemmingsplan (en aangeduid op de Verbeelding) te worden opgenomen. Deze voorwaardelijke verplichting volgt uit het rapport “Verkennend milieukundig bodemonderzoek volgens NEN 5740+A1 Grote Bunteweg 11 te Nunspeet (projectnr. 21-M9692) d.d. 31 maart 2021". Uit dit rapport volgt, dat het verrichte bodemonderzoek niet geheel compleet is verricht. Van de vier bouwkavels aan de zuidoostzijde van het plangebied is per abuis, omdat de lijn van het plangebied blijkbaar verkeerd was getrokken, de meest zuidelijke woonkavel niet voldoende onderzocht is. Dit zal alsnog moeten gebeuren voordat omgevingsvergunningen voor de activiteit "bouwen" en voor de activiteit "andere werken of werkzaamheden geen bouwwerk zijnde" kunnen worden verleend. Hiertoe zal een voorwaardelijke verplichting op de Verbeelding en in de Regels worden opgenomen. Dit betreft de voorwaardelijke verplichting die is aangeduid met de "Voorwaardelijke verplichting 2" op de Verbeelding, en zoals deze is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan.

Deze Voorwaardelijke verplichting 2 is opgenomen bij de bestemming "Verkeer", de bestemming "Tuin", de bestemming "Groen", en de bestemming "Wonen".

Voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - voorwaardelijke verplichting 2' is aangegeven dient alvorens omgevingsvergunningen voor de activiteit "het bouwen van een bouwwerk" worden verleend en/of omgevingsvergunningen voor de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" worden verleend, eerst een bodemonderzoek te worden uitgevoerd waaruit blijkt dat de Bodemkwaliteit van het aangeduide gebied voldoende goed is, zodat de kwaliteit van de bodem geen belemmeringen oplevert voor de uitvoering van de genoemde activiteiten. (Voor de aanduiding van het gehele gebied waar de "voorwaardelijke verplichting 2" geldt wordt verwezen naar de kaart volgens Bijlage 49 bij de Toelichting en naar de digitale Verbeelding van het bestemmingsplan).

Deze Voorwaardelijke verplichting 2 is opgenomen bij de bestemming "Verkeer", de bestemming "Tuin", de bestemming "Groen", en de bestemming "Wonen".

Voorwaardelijke verplichting 3

Onderbouwing voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Er zal in de Regels (aangeduid op de Verbeelding) een voorwaardelijke verplichting worden opgenomen, in verband met het bodemonderzoek "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024. Met deze voorwaardelijke verplichting kan worden gegarandeerd dat de aanbevelingen die zijn verwoord in Paragraaf 5.1.2.8 in acht worden genomen indien er op de betreffende locatie waarin onderzoek is verricht en waarvoor de aanbevelingen zijn gedaan, bouwactiviteiten zullen plaatsvinden en/of werken, geen bouwwerk zijnde, worden uitgevoerd. Dit betreft de voorwaardelijke verplichting die is aangeduid met de "Voorwaardelijke verplichting 3" op de Verbeelding, en zoals deze is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan.

De Voorwaardelijke verplichting 3 is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan bij de bestemming "Verkeer", de bestemming "Bos", bij de bestemming "Maatschappelijk", en bij de bestemming "Tuin".

Voorwaardelijke verplichting 3 i.v.m. sanering bodem

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - voorwaardelijke verplichting 3' is aangegeven dient alvorens binnen dat gebied de activiteit "bouwen van een bouwwerk" of de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" kan plaatsvinden de bodem eerst sanerende maatregelen dienen te worden getroffen overeenkomstig de aanbeveling 1. (blz. 61) uit het bodemonderzoek "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin "Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024. Deze aanbeveling luidt": "Wanneer sprake is van een wijziging van het gebruik, een herontwikkeling of nieuwbouw op de onderzoekslocatie (volgens het gebied volgens de aanduiding 'specifieke vorm van bos - voorwaardelijke verplichting 3') dienen sanerende maatregelen maatregelen te worden getroffen". Deze voorwaardelijke verplichting volgt uit het onderzoeksrapport "Nader milieukundig bodemonderzoek en verkennend onderzoek asbest in grond en puin Grote Bunteweg 11 te Nunspeet" d.d.18 juli 2024.

De Voorwaardelijke verplichting 3 is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan bij de bestemming "Verkeer", de bestemming "Bos", bij de bestemming "Maatschappelijk", en bij de bestemming "Tuin".

6.4.6 Artikel 8: de bestemming "Water"

Bestemmingsomschrijving / Functieomschrijving (artikel 8, lid 8.1)

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. waterberging;
  2. b. waterhuishouding;
  3. c. waterlopen, waterpartijen en oeverstroken;
  4. d. groenvoorzieningen.

met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals palen, masten, kunstwerken, technische installaties en erf- en terreinafscheidingen.

Deze functies spreken voor zich en behoeven geen verdere bespreking.

Bouwregels

Gebouwen zijn niet toegestaan binnen het gebied met de bestemming "Water".

Regels voor de Monumentale bomen

In artikel 8, lid 8.3 zijn regels opgenomen voor de Monumentale bomen die in het gebied met de bestemming "Groen" aanwezig zijn. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.1 en lid 16.2.2. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Regels voor het boomzonegebied

In artikel 8, lid 8.4 zijn regels opgenomen voor de 'overige zone - boomzonegebied', omdat het gebied met de bestemming "Groen" binnen het gebied met de gebiedsaanduiding 'overige zone - boomzonegebied' ligt. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.3 en lid 16.2.4. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

6.4.7 Artikel 9: de bestemming "Wonen"

Bestemmingsomschrijving / Functieomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. het wonen in een woning;
  2. b. per bouwvlak is 1 vrijstaande woning toegestaan;

en in samenhang daarmee:

  1. c. de uitoefening van aan huis gebonden beroep;
  2. d. tuinen en erven.

met daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen zoals wegen, paden, bermen, tuinen, erven, parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals vlaggenmasten, kunstobjecten, technische installaties, en erf- en terreinafscheidingen.

Deze functies spreken voor zich en behoeven op deze plaats geen verdere bespreking.

Bouwregels

In artikel 9, lid 9.2, sublid 9.2.1 is geregeld dat alle gebouwen (hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken) binnen het bouwvlak dienen te worden gebouwd.

In verband met de Archeologie zijn de volgende regels opgenomen, zijnde een voorwaardelijke verplichting i.v.m. archeologie:

In artikel 9, lid 9.2, sublid 9.2.1, onder c. is geregeld dat:

"Ten behoeve van omgevingsvergunningen voor de "activiteit bouwen", die worden verleend binnen de gebieden waarop de functieaanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting' is aangegeven, dient aanvullend archeologisch onderzoek te worden verricht voordat met de "activiteit bouwen" wordt begonnen. Dit archeologisch onderzoek zal bestaan uit een archeologische begeleiding van het uitgraven van de drie bouwputten. Hiervoor dient gebruik gemaakt te worden van het opgestelde "Programma van Eisen. Archeologische Opgraving. Variant Archeologische Begeleiding. Plangebied De Grote Bunte". Rapport RAAP d.d. 20-11-2022 (zie Bijlage 1 bij de Regels). Het hiervoor genoemde dient als specifieke voorwaarde in de omgevingsvergunning(en) voor deze drie woningen te worden opgenomen".

In artikel 9, lid 9.2, sublid 9.2.1, onder d. is geregeld dat:

"Voor de overige locaties, dan onder c. genoemd, waar omgevingsvergunningen voor de "activiteit bouwen" ten behoeve van de hoofdgebouwen worden verleend, dient een voorwaarde in de omgevingsvergunningen te worden opgenomen. Deze voorwaarde behelst het tijdig op de hoogte stellen van de regioarcheoloog van het moment van ontgraven van de bouwputten".

In artikel 9, lid 9.2, sublid 9.2.1, onder e, is een aanvullende voorwaarde bij de te verlenen omgevingsvergunningen opgenomen in verband met de waterberging voor de woningen, en deze luidt als volgt: "De waterberging voor de woningen, die kunnen worden gebouwd ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - boswoningen' en de 'specifieke bouwaanduiding - poortwoningen' dient, overeenkomstig het rapport "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet" d.d. 3 september 2024 van Aveco de Bondt, op eigen terrein (binnen de bestemmingen "Wonen" en "Tuin") te worden gerealiseerd, waarbij uitgegaan dient te worden van 60 mm berging per m2 (in plaats van 30 mm berging per m2 waarover gesproken wordt in de Kavelpaspoorten volgens het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" d.d. 26 juli 2024). Deze waterbergingseis dient als een voorwaarde bij de omgevingsvergunningen voor de activiteit "bouwen van een bouwwerk" te worden opgenomen".

In artikel 9, lid 9.2, sublid 9.2.1, onder f. is een aanvullende voorwaarde bij de te verlenen omgevingsvergunningen voor het bouwen opgenomen i.v.m. (dan nog te verrichten) stikstofonderzoek. In verband met het stifstofonderzoek is de volgende regel opgenomen in artikel 9, lid 9.2, sublid 9.2.1, onder f.:

Er mag alleen een omgevingsvergunning voor de "activiteit bouwen" worden verleend indien kan worden voldaan aan de Rapportage Stikstofberekening Landgoed De Grote Bunte te Nunspeet, zorg, kantoor en woningen van GRAS Advies d.d. 30 november 2023. De volgende voorwaarde dient aan de omgevingsvergunning (en) te worden toegevoegd:

"In de realisatiefase, zijnde de bouw- en aanlegwerkzaamheden van het project, dient de uitvoering van het project met name de bestemmingen "Maatschappelijk" en "Wonen" en "Verkeer" zodanig plaats te vinden dat dit niet mag leiden tot een toename van stikstofdepositie hoger dan 0,00 mol N/ha/jaar op Natura 2000-gebieden (stikstofgevoelige habitattypen en leefgebieden).

De bovenstaande voorwaarde dient voordat de omgevingsvergunning wordt verleend met een op dat moment recente Rapportage Stikstofberekening te worden onderbouwd volgens de laatste, op dat moment geldende versie van AERIUS Calculator (rekeninstrument dat de toestemmingsverlening onder de Wet ruimtelijke ordening en onder de Omgevingswet ondersteunt)."

In artikel 9, lid 9.2, sublid 9.2.1, onder h, zijn aanvullende (bouwkundige) eisen opgenomen die volgen uit het akoestisch onderzoek. Deze aanvullende eisen zijn van toepassing op de 4 zogenoemde "poortwoningen". De eisen zoals die zijn geformuleerd spreken voor zich.

In artikel 9, lid 9.2, sublid 9.2.1 zijn bij de letters i. en j. voorwaarden gesteld voor bouwactiviteiten binnen de bestemming"Maatschappelijk". Deze voorwaarden zijn ook bij de bestemmingen "Maatschappelijk", "Bos" en "Groen" voorgeschreven. Deze voorwaarden dienen te worden toegepast ter bescherming van de bomen, zo wordt een aanvullende Boom Effect Analyse (BEA) voorgeschreven en dient er een plan met boommaatregelen te worden gemaakt. Deze voorwaarden dienen in de voorschriften van een omgevingsvergunning te worden opgenomen. Dit, ter bescherming van de bomen.

De overige (bouw)regels voor de bestemming 'Wonen" zijn met name ontleend aan het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" d.d. 26 juli 2024.

Regels voor de Monumentale bomen

In artikel 9, lid 9.5 zijn regels opgenomen voor de Monumentale bomen die in het gebied met de bestemming "Groen" aanwezig zijn. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.1 en lid 16.2.2. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Regels voor het boomzonegebied

In artikel 9, lid 9.5 zijn regels opgenomen voor de 'overige zone - boomzonegebied', omdat het gebied met de bestemming "Groen" binnen het gebied met de gebiedsaanduiding 'overige zone - boomzonegebied' ligt. Hierbij wordt verwezen naar de regels die zijn opgenomen in artikel 16, lid 16.2.3 en lid 16.2.4. In lid 16.2.5 is de aanvullende werking van de Bomenverordening 2021 geregeld.

Voorwaardelijke verplichtingen

Voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Onderbouwing voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Er dient een voorwaardelijke verplichting in verband met het bodemonderzoek in de Regels van het bestemmingsplan (en aangeduid op de Verbeelding) te worden opgenomen. Deze voorwaardelijke verplichting volgt uit het rapport “Verkennend milieukundig bodemonderzoek volgens NEN 5740+A1 Grote Bunteweg 11 te Nunspeet (projectnr. 21-M9692) d.d. 31 maart 2021". Uit dit rapport volgt, dat het verrichte bodemonderzoek niet geheel compleet is verricht. Van de vier bouwkavels aan de zuidoostzijde van het plangebied is per abuis, omdat de lijn van het plangebied blijkbaar verkeerd was getrokken, de meest zuidelijke woonkavel niet voldoende onderzocht is. Dit zal alsnog moeten gebeuren voordat omgevingsvergunningen voor de activiteit "bouwen" en voor de activiteit "andere werken of werkzaamheden geen bouwwerk zijnde" kunnen worden verleend. Hiertoe zal een voorwaardelijke verplichting op de Verbeelding en in de Regels worden opgenomen. Dit betreft de voorwaardelijke verplichting die is aangeduid met de "Voorwaardelijke verplichting 2" op de Verbeelding, en zoals deze is verwoord in de Regels van het bestemmingsplan.

Deze Voorwaardelijke verplichting 2 is opgenomen bij de bestemming "Wonen", de bestemming "Tuin", de bestemming "Groen", en de bestemming "Verkeer".

Voorwaardelijke verplichting 2 i.v.m. nog te verrichten bodemonderzoek

Daar waar de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting 2' is aangegeven dient alvorens omgevingsvergunningen voor de activiteit "het bouwen van een bouwwerk" worden verleend en/of omgevingsvergunningen voor de activiteit "het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden" worden verleend, eerst een bodemonderzoek te worden uitgevoerd waaruit blijkt dat de Bodemkwaliteit van het aangeduide gebied voldoende goed is, zodat de kwaliteit van de bodem geen belemmeringen oplevert voor de uitvoering van de genoemde activiteiten. (Voor de aanduiding van het gehele gebied waar de "voorwaardelijke verplichting 2" geldt wordt verwezen naar de kaart volgens Bijlage 49 bij de Toelichting en naar de digitale Verbeelding van het bestemmingsplan).

Deze Voorwaardelijke verplichting 2 is opgenomen bij de bestemming "Wonen", de bestemming "Tuin", de bestemming "Groen", en de bestemming "Verkeer".

6.4.8 Artikel 10: de dubbelbestemming "Leiding - Gas"

In dit artikel zijn de regels gegeven voor de dubbelbestemming "Leiding - Gas". Op verzoek van Gasunie transport services is de standaard regel van de dubbelbestemming "Leiding - Gas" zoals de Gasunie die hanteert in het onderhavige bestemmingsplan opgenomen. Deze regels waren door de Gasunie meegezonden met de door hen ingediende brief met zienswijzen. De standaardregels zoals de gemeente die hanteert, en zoals opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan, is dus bij het vast te stellen bestemmingsplan niet meer gebruikt, maar is vervangen door de standaardregeling van Gasunie transport services.

6.4.9 Artikel 11: de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 2

Met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' worden de aangewezen gronden mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de (eventueel) in het gebied voorkomende archeologische waarden.

De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' is gelegd op gronden met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Deze hoge archeologische waarde ligt over het overgrote gedeelte van het plangebied. Voor een klein deel van het plangebied is de "Waarde - archeologie 3" van toepassing (dat is de noordwestelijke punt van het plangebied en de zuidwestelijke punt van het plangebied). Zie hiervoor de vast te stellen Verbeelding.

De regels bij de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' zijn strenger dan bij de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 3" (zie hieronder bij Paragraaf 6.4.10). Bij de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 2" dient er vanaf 120 m2 onderzoek plaats te vinden c.q. is er een verantwoordingsplicht.

6.4.10 Artikel 12: de dubbelbestemming Waarde - Archeologie 3

Met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' worden de aangewezen gronden mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de (eventueel) in het gebied voorkomende archeologische waarden.

Het verschil tussen de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Archeologie 2' is het volgende, namelijk dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' is gelegd op gronden met een hoge archeologische verwachtingswaarde (zie artikel 11), en dat de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' is gelegd op gronden met een middelmatige archeologische verwachtingswaarde (artikel 12). De regels bij de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' zijn daarom minder streng: vanaf 500 m2 dient er nader onderzoek plaats te vinden c.q. is er een verantwoordingsplicht.

6.4.11 Hoofdstuk 3. Algemene regels

In Hoofdstuk 3 zijn de Algemene regels opgenomen, te weten:

6.4.12 Overgangs- en slotregels

In Hoofdstuk 4 zijn de Overgangs- en de slotregels opgenomen.

6.5 Bijlagen Bij De Regels

Er zijn vijf Bijlagen aan de Regels van het bestemmingsplan toegevoegd. Dat is 1. de Bijlage "Programma van Eisen. Archeologische Opgraving. Variant Archeologische Begeleiding Plangebied De Grote Bunte", Rapport Adviesbureau RAAP d.d. 20 november 2022, 2. de Bijlage het "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte (Boekwerk met 7 kaartbijlagen) d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten. 3. de Bijlage "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte" juli 2024 (versie 8 augustus 2024) van bureau Buiting Advies, 4. Rapport "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte Nunspeet", versie 2.0 d.d. 3 september 2024 van Adviesbureau Aveco de Bondt, en 5. de Bijlage "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten. De Grote Bunte Nunspeet" d.d. 26 juli 2024.

De genoemde Bijlagen worden hieronder nader beschreven.

6.5.1 Bijlage 1. "Programma van Eisen. Archeologische Opgraving. Variant Archeologische Begeleiding Plangebied De Grote Bunte", Rapport Adviesbureau RAAP d.d. 20 november 2022

De Bijlage "Programma van Eisen. Archeologische Opgraving. Variant Archeologische Begeleiding Plangebied De Grote Bunte", Rapport Adviesbureau RAAP d.d. 20 november 2022, is toegevoegd aan de Regels, omdat daarnaar in de regel 9, lid 9.2, onder c. en d. van de bestemming "Wonen" naar wordt verwezen. Deze verwijzing is noodzakelijk om te borgen dat de archeologische waarden adequaat worden onderzocht er gebouwd wordt.

6.5.2 Bijlage 2. "Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte", Boekwerk met 7 kaartbijlagen d.d. 26 juli 2024 van Baljon Landschapsarchitecten

De Bijlage "Inrichtingsplan De Grote Bunte van Baljon Landschapsarchitecten d.d. 20 november 2023 is aan de Regels toegevoegd als Bijlage 3, omdat er in artikel 15.2 met een voorwaardelijke verplichting naar wordt verwezen.

6.5.3 Bijlage 3. "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte", juli 2024, Buiting Advies

De Bijlage "Beheerplan Landgoed De Grote Bunte", juli 2024 (versie 8 augustus 2024) van het bureau Buiting Advies is aan de Regels toegevoegd als Bijlage 3, omdat er in artikel 15.2 met een voorwaardelijke verplichting naar wordt verwezen.

6.5.4 Bijlage 4. Rapport "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte Nunspeet" versie 2.0 d.d. 3 september 2024 van Adviesbureau Aveco de Bondt

De Bijlage "Weging van het Waterbelang De Grote Bunte" versie 2.0 d.d. 3 september 2024 van Adviesbureau Aveco de Bondt is aan de Regels toegevoegd als Bijlage 4, omdat er in artikel 15.2 met een voorwaardelijke verplichting naar wordt verwezen.

6.5.5 Bijlage 5. "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" d.d. 26 juli 2024

De Bijlage "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" d.d. 26 juli 2024, is toegevoegd opdat in de Regels kan worden verwezen naar de Kavelpaspoorten die, zoals uit de titel van het beeldkwaliteitplan blijkt, deel uitmaken van het Beeldkwaliteitplan.

Het is niet zo dat het Beeldkwaliteitplan voor zonder meer deel uitmaakt van de Regels van de bestemmingen van het bestemmingsplan. Dat laatste is niet volledig mogelijk omdat volgens jurisprudentie welstandseisen niet in bestemmingsregels kunnen worden opgenomen. De welstandseisen uit het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" worden geborgd doordat het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten. De Grote Bunte Nunspeet" d.d. 8 december 2023 als een wijziging van de Welstandsnota zal worden vastgesteld. Op die manier kunnen omgevingsvergunningen aan de gewijzigde, aangevulde, Welstandsnota worden getoetst. De bouwregels die volgen uit het "Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" volgen zij rechtstreeks in de bouwregels van de diverse bestemmingen van het bestemmingsplan opgenomen. De gebruiksregels en het ontwerp volgens het "Beeldkwaliteitplan en Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" zijn nu aanvullend geregeld door de toevoeging van de Bijlage 5 het "Beeldkwaliteitplan en Kavelpaspoorten De Grote Bunte Nunspeet" aan de algemene gebruiksregels van artikel 15, lid 15.2.

Hoofdstuk 7 Economische Uitvoerbaarheid En Grondexploitatie

7.1 Economische Uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6, lid 1, sub f, van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan.

Het plan betreft een particulier initiatief. Voor de gemeente zijn er geen kosten aan verbonden. De kosten voor het opstellen van bestemmingsplan (bestemmingsplan / ruimtelijke onderbouwing / de benodigde onderzoeken) komen voor rekening van de initiatiefnemer. Hiervoor is d.d. 18/19 december 2023 een anterieure exploitatie-overeenkomst gesloten. (Voor de omgevingsvergunning-procedure voor de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis De Grote Bunte is een afzonderlijke anterieure overeenkomst gesloten, getekend d.d. 16 maart 2022/19 april 2022). Ook het verhaal van eventuele planschade op de initiatiefnemer maakt deel uit van de (anterieure) exploitatie-overeenkomst(en).

De ontwikkeling van Landgoed De Grote Bunte draagt, door het toevoegen van 14 woningen en een woonzorgvoorziening voor dementerende en zorgbehoevende ouderen voor 36 zorgappartementen, bij aan het tegengaan van het woningtekort en een toenemende zorgvraag.

De integraliteit van het plan draagt tevens bij aan een toekomstbestendig landgoed en de economische haalbaarheid en uitvoerbaarheid van het plan.

De herontwikkeling van Landgoed De Grote Bunte betreft een totale ontwikkeling. In het bestaande landhuis komen woon-zorgappartementen en in de omringende gebouwen ondersteunende diensten. Om de ontwikkeling financieel haalbaar te krijgen, worden op het park woonkavels gerealiseerd. Niet alleen de gebouwen worden gerestaureerd en herontwikkeld. Ook de buitenruimte en het park. Het is de bedoeling dat een deel van het park en buitenruimte openbaar toegankelijk wordt en een plek waarbij het aangenaam verblijven is.

Eind 2019 is de herontwikkeling van Landgoed Grote Bunte op haalbaarheid beoordeeld. Aan de hand van de door de ontwikkelaar verstrekte gegevens heeft de gemeente getoetst of sprake is van een economisch uitvoerbaar plan. Dit plan ging uit van 31 woon-zorgappartementen op de grens van het sociale en middeldure huursegment. Hiervan waren 24 zorgappartementen gesitueerd in het landhuis en 7 appartementen in het koetshuis. Daarnaast verrijzen op het landgoed 10 boswoningen en 4 poortwoningen. Voor de poortwoningen heeft de gemeente het voornemen om een strook grond tussen het landgoed en het parkeerterrein van de Aldi aan de initiatiefnemer te verkopen. Hierover zijn in 2019 al marktconforme afspraken gemaakt (prijspeil 2019).

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.BP01192-vg02_0075.png"

Afbeelding 7.1: Tekening van de door de gemeente te verkopen gronden (nr. 1 en nr. 2) zoals hierboven beschreven

Op grond van de verstrekte gegevens was de gemeente in 2019 van oordeel dat -rekeninghoudend met de totale kosten van de herontwikkeling en de gepresenteerde kwaliteit die de initiatiefnemer voor ogen had- het plan financieel haalbaar zou zijn.

Gedurende het bestemmingsplanproces is het plan voor de woon-zorgfunctie in het landhuis en omringende gebouwen iets aangepast. In het landgoed komen 36 woon-zorgappartementen. Het koetshuis wordt bestemd als mogelijk dienstwoning, en ruimte voor kantoor- en facilitaire-functie. Deze aanpassing heeft initiatiefnemer gedaan op verzoek van de zorgverlener die de woon-zorgappartementen gaat verzorgen. Het aantal bos- en poortwoningen blijft ongewijzigd.

De aanpassing van het plan en het tijdsverloop (met verandering van marktomstandigheden, zowel aan de opbrengende als kostenkant) is aanleiding geweest om de haalbaarheid van het plan te toetsen. De initiatiefnemer heeft -vertrouwelijk- zijn gegevens voor dit doeleinde ter beschikking gesteld. De gemeente heeft deze businesscase extern laten toetsen. Op basis van dit externe advies komt de gemeente tot de conclusie dat het plan economisch uitvoerbaar is. Het opbrengend vermogen van de bos- en poortwoningen zijn nodig om de kosten van de ontwikkeling op verantwoorde wijze te dekken. Zonder de bos- en poortwoningen zal het plan financieel niet haalbaar zijn en daarmee niet economisch uitvoerbaar.

De ontwikkeling van de 14 woningen is noodzakelijk om te zorgen dat er een haalbaar en economisch uitvoerbaar plan ontstaat.

De externe toets is een vertrouwelijk stuk omdat de onderbouwing gebaseerd is op de businesscase van de initiatiefnemer. Aan de haalbaarheidstoets ligt een rekensom op hoofdlijnen ten grondslag. Met name aan de kostenkant is rekening gehouden met de directe en indirecte kosten van de transformatie van het landgoed. Dus niet alleen de bouwkosten an sich, ook de aankoopkosten, bijkomende kosten, financieringskosten en inrichting van het park en tuin. Hierbij is in het extern advies rekening gehouden met het kwaliteitsniveau die initiatiefnemer voor ogen heeft. De opbrengsten en kosten zijn representatief en marktconform.

7.2 Grondexploitatie / Exploitatieplan

In principe dient bij de vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van artikel 6.12, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen indien:

  • het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
  • het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
  • het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.

Het plan voor de Herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte betreft een categorie volgens artikel 6.12 Wro juncto artikel 6.2.1 Bro waarvoor een exploitatieplan opgesteld zou moeten worden. Aangezien er een anterieure overeenkomst wordt gesloten tussen de gemeente en de aanvrager van de onderhavige omgevingsvergunning(en) zijn de kosten anderszins verzekerd. Om die reden behoeft er geen exploitatieplan te worden opgesteld.

Om het verhaal van eventuele kosten voor de gemeente zeker te stellen, is tussen de initiatiefnemers en de gemeente een anterieure grondexploitatie-overeenkomst gesloten waarin afspraken zijn opgenomen met betrekking tot het verhaal van de in artikel 6.2.3 en 6.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening genoemde kosten.

Voor de gemeentelijke kosten en met betrekking tot eventuele planschadeclaims in verband met het onderhavige bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" is door de gemeente met de aanvrager / de initiatiefnemer een anterieure exploitatie-overeenkomst gesloten (getekend d.d. 18/19 december 2023). Voor de gemeentelijke kosten en met betrekking tot eventuele planschadeclaims is door de gemeente met de aanvrager / de initiatiefnemer van de omgevingsvergunning(en) voor de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis met de gemeente Nunspeet een afzonderlijk anterieure exploitatie-overeenkomst gesloten (getekend 16 maart 2022 / 19 april 2022).

De directe kosten van het project komen voor rekening van de aanvrager.

7.3 Economische Uitvoerbaarheid. Conclusies

De directe kosten van het plan / het project komen geheel voor rekening van de aanvrager, zie Paragraaf 7.1.

Voor dit bestemmingsplan is een (anterieure) exploitatie-overeenkomst gesloten (getekend 18/19 december 2023).

Voor de gemeentelijke kosten en met betrekking tot eventuele planschadeclaims is door de gemeente met de aanvrager / de initiatiefnemer van de omgevingsvergunning(en) voor de verbouwing, restauratie, en uitbreiding van het Landhuis met de gemeente Nunspeet een afzonderlijk anterieure exploitatie-overeenkomst gesloten (getekend d.d. 16 maart 2022/19 april 2022).

Indien er een exploitatieovereenkomst via een anterieure exploitatie-overeenkomst is gesloten, is het niet meer noodzakelijk om een exploitatieplan vast te stellen. Zie artikel 6.12, lid 2 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), zie Paragraaf 7.2. Dit dient te worden besloten door de gemeenteraad.

Op basis van het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte - Chw" economisch uitvoerbaar is.

Hoofdstuk 8 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid Van Het Plan

8.1 Algemeen

Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerp bestemmingsplan dient - indien noodzakelijk - overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met het waterschap Vallei en Veluwe en indien noodzakelijk met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor kleinere plannen kan afgezien worden van dit overleg. Voor dit bestemmingsplan is alleen vooroverleg met het Waterschap noodzakelijk geoordeeld.

Een ontwerp-bestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage te worden gelegd. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Het ontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen in de periode van 20 november 2023 tot en met 30 januari 2024 (zie Paragraaf 8.6).

Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na de bekendmaking opnieuw 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid voor belanghebbenden om beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de terinzagelegging in werking indien er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De beroepsprocedure eindigt met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

8.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

8.2.1 Participatie

De participatie voor het project heeft als volgt plaatsgevonden: voor het gehele project Herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte is een uitgebreid participatietraject onder regie van de initiatiefnemer gevolgd. Zie hiervoor het “Participatieverslag Herontwikkeling Landgoed De Grote Nunspeet” over het jaar 2020 / en over het jaar 2021, zie Bijlage 2 bij deze Toelichting. Mede naar aanleiding van de participatie is het plan voor de Herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte aangepast (de tien zogenoemde “boswoningen” zijn anders gesitueerd (niet direct langs de Molenweg), en er wordt een uitweg gemaakt voor de “boswoningen” naar de Molenweg, in plaats van dat elke woning een uit/inrit krijgt naar de Molenweg. Zie hiervoor het hiervoor genoemde “Participatieverslag”.

Voor het “Participatieverslag Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte Nunspeet” voor het gehele plan voor het Landgoed De Grote Bunte wordt verwezen maar Bijlage 2 bij deze Toelichting.

8.3 Bekendmaking / Mededeling Ex Artikel 1.3.1 Bro

Op grond van artikel 1.3.1 Bro is op 28 november 2023 mededeling gedaan in het blad "Nunspeet Huis aan Huis" en in het landelijke Gemeenteblad van Nunspeet (op www.overheid.nl) dat er een bestemmingsplan voor Grote Bunteweg 11 voor de Herontwikkeling van het Landgoed De Grote Bunte wordt voorbereid.

8.4 Verslag Vooroverleg Ex Artikel 3.1.1 Bro

Vooroverleg is (via de initiatiefnemers) alleen gevoerd met het Waterschap Vallei en Veluwe. Daarvan wordt verslag gedaan in Paragraaf 5.2. Het ontwerp van het bestemmingsplan werd op de gebruikelijke manier (digitaal) aan de provincie Gelderland en aan het Waterschap verzonden, op het moment dat het bestemmingsplan als ontwerp ter inzage werd gelegd. Ook het vastgestelde bestemmingsplan zal na de vaststelling van het bestemmingsplan aan het Waterschap en aan de provincie Gelderland worden verzonden.

8.5 Verslag Inspraak Ex Artikel 3.1.6, Lid E Bro

Er is geen inspraakprocedure gevoerd inzake het onderhavige bestemmingsplan. Het bestemmingsplan zal voor de wettelijk verplichte zienswijzenprocedure zes weken ter inzage worden gelegd in de periode van 20 december 2023 tot en met 30 januari 2024.

8.6 Verslag Zienswijzen

Het bestemmingsplan heeft als ontwerpbestemmingsplan zes weken ter inzage gelegen in de periode van 20 december 2023 tot en met 30 januari 2024. Hiervan is mededeling gedaan in het blad "Nunspeet Huis aan Huis" van 19 december 2023 en in het digitale landelijke Gemeenteblad van Nunspeet via de website www.overheid.nl van 19 december 2023.

Er zijn in de bovengenoemde terinzageleggingsperiode 19 brieven met zienswijzen ingediend. Voor een verslag van deze zienswijzen en van de beantwoording daarvan zie de Nota zienswijzen bestemmingsplan "Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte" (d.d. 28 augustus 2024).

In het kader van de beantwoording van de ingediende zienswijzen is door de gemeente Nunspeet een kaart gemaakt met daarop aangegeven de (hinder)afstanden vanaf de 14 nieuwe geplande woningen in het plangebied en vanaf het Landhuis De Grote Bunte met de uitbreiding, ten opzichte van de bestaande woningen van omwonenden (indieners van de zienswijzen). Deze afstanden zijn als voldoende groot beoordeeld, zodat er geen onevenredige hinder wordt verwacht. Zie voor deze kaart de Bijlage 47 bij de onderhavige Toelichting.

Bijlagen Bij De Toelichting

Bijlage 1 Principeverzoek Aanpassing Bestemmingsplan T.b.v. Duurzame Ontwikkeling Van Landgoed De Grote Bunte D.d. 12 Juni 2018

Bijlage 2 Participatieverslag. Herontwikkeling De Grote Bunte 2020

Bijlage 3 Cbre Thuismakers Rapport Demographic And Competition Analysis Onderzoek Behoefte Aan Woon-zorgvoorziening Voor Dementerende Ouderen D.d. 11.11.2021

Bijlage 4 Bouwhistorische Verkenning Met Waardestelling. Restauratie En Verbouwing Voormalig Landhuis De Grote Bunte Te Nunspeet D.d. Januari 2019

Bijlage 5 Cultuurhistorische Parkanalyse Landgoed De Grote Bunte B4o Landschapsarchitectuur Stedebouw Recreatieontwikkeling D.d. 2 Maart 2019

Bijlage 6 Tuinhistorisch Onderzoek De Grote Bunte Van Adviesburo Groene Monumenten D.d. April 2020

Bijlage 7 Advies Bosbeheer Buiting Natuur, Landschap: De Grote Bunte, Van Het Adviesbureau Buiting Advies Natuur Landschap, Spankeren D.d. Juli 2022

Bijlage 8 Bomen Effect Analyse Landgoed De Grote Bunte Conditiekaart, Boomadvies Nederland, D.d. 20 Januari 2021

Bijlage 9 Bomen Effect Analyse Landgoed De Grote Bunte Kaart Projectinvloeden, Boomadvies Nederland D.d. 27 Januari 2021

Bijlage 10 De Grote Bunte, Boom Effect Analyse (Bea) Tabel Boomgegevens, Boomadvies Nederland B.v., D.d. Januari 2021

Bijlage 11 Bomen Effect Analyse Inmeting Van De Bomen Landgoed De Grote Bunte. Tekening Nr. 3 Uitzetgegevens. Geobalans Landmeetkunde Amsterdam

Bijlage 12 Baljon Landschapsarchitecten, Definitief - Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte D.d. 26 Juli 2024, Boekwerk, Inclusief Kaartmateriaal, Kaart 1 T/m 7

Bijlage 13 Beheerplan Landgoed De Grote Bunte, Bureau Buiting Juli 2024, Versie 8 Augustus 2024

Bijlage 14 Weging Van Het Waterbelang De Grote Bunte Versie 2.0 Aveco De Bondt D.d. 03 September 2024

Bijlage 15 Beeldkwaliteitplan Met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Definitief D.d. 26 Juli 2024

Bijlage 16 Verkennend Milieukundig Bodemonderzoek Volgens Nen 57740+a1 Grote Bunteweg 11 Te Nunspeet 21-m9692 D.d. 31 Maart 2021

Bijlage 17 Verkennend Milieukundig Bodemonderzoek En Verkennend Onderzoek Asbest In Puin Grote Bunteweg 11 Te Nunspeet D.d. 24 Januari 2022

Bijlage 18 Archeologisch Vooronderzoek: Een Inventariserend Veldonderzoek Plangebied Landgoed De Grote Bunte Te Nunspeet. Raap-rapport 4971 D.d. 2 Februari 2021, Met Addendum D.d. 29 Mei 2024

Bijlage 19 Programma Van Eisen. Archeologische Opgraving. Variant Archeologische Begeleiding. Plangebied De Grote Bunte", Rapport Raap 21-11-2022

Bijlage 20 Vormvrije M.e.r.-beoordeling Project De Grote Bunte Te Nunspeet D.d. 25 Juli 2024

Bijlage 21 Duurzaamheid Op De Grote Bunte. Notitie Van November 2023

Bijlage 22 Verkeerskundig Onderzoek. Landgoed De Grote Bunte Te Nunspeet. Bonotraffics D.d. 7 April 2022

Bijlage 23 Verkennend Onderzoek (Quickscan) Flora En Fauna Wet Natuurbescherming Grote Bunteweg 11 Te Nunspeet. Gras Advies D.d. 16 Maart 2021

Bijlage 24 Aanvullend Onderzoek. Ecologie. Huismus, Ransuil, Boomvalk, Eekhoorn, Vleermuizen, Boommarter, En Kleine Marterachtigen. Alcedo Natuurprojecten Definitief D.d. 29 Januari 2022

Bijlage 25 Memo. Ecologische Check Als Oplegger Bij Rapportage Aanvullend Onderzoek Diverse Soorten Landgoed De Grote Bunte In 2021", Alcedo Natuurprojecten D.d. 26 Januari 2022

Bijlage 26 Besluit Verlenen Ontheffing Wet Natuurbescherming - Soortbescherming D.d. 13 Juni 2024

Bijlage 27 Ontheffingsaanvraag Wet Natuurbescherming Beschermde Soorten Wnb Aanvraag D.d. 13 Juli 2022

Bijlage 28 Ontheffingsaanvraag Wnb Activiteitenplan De Interimecoloog 12 Juli 2022

Bijlage 29 Stikstofonderzoek Plan De Grote Bunte, Zorg, Kantoor, En Woningen Gras Advies (Projectcode P01196), Versie V5., D.d. 30 November 2023

Bijlage 30 Studie Bezonning Nieuwbouw Zorggebouw Op Landgoed De Grote Bunte Te Nunspeet D.d. Oktober 2021

Bijlage 31 Externe Veiligheid Grote Bunte Nunspeet. Onderzoek T.b.v. Bestemmingsplan 02/definitief Royal Haskoningdhv D.d. 13 December 2021

Bijlage 32 Advies Externe Veiligheid Regionale Brandweer Veiligheidsregio Noord- En Oost-gelderland D.d. 08-09-2023

Bijlage 33 Toets Bedrijven En Milieuzonering. Definitief. Royalhaskoningdhv D.d. 23 December 2021

Bijlage 34 Akoestisch Onderzoek, Actualisatie, Landgoed De Grote Bunte, Bureau Goudappel D.d. 24 Juli 2024

Bijlage 35 Besluit Hogere Grenswaarden Wet Geluidhinder (Wgh) D.d. 3 September 2024 (Vast Te Stellen)

Bijlage 36 Luchtkwaliteitsonderzoek Landgoed De Grote Bunte, Bureau Goudappel D.d. 20 November 2023

Bijlage 37 Omgevingsvergunning 19 April 2022 Voor Het Realiseren Van Een Woonzorgvoorziening + Algemene Ruimten

Bijlage 38 Rapport M.b.t. Een Goede Ruimtelijke Ordening Verbouw-, Restauratie- En Uitbreidingsplan Landhuis De Grote Bunte D.d. 11 Maart 2022

Bijlage 39 Bijlagen Bij Het Rapport M.b.t. Een Goede Ruimtelijke Ordening Voor De Verbouw-, Restauratie-, En Uitbreidingsplan Van Het Landhuis De Grote Bunte D.d. 11 Maart 2022

Bijlage 40 Bijlage (Aanvullend) Bij Rapport M.b.t. Een Goede Ruimtelijke Ordening D.d. 11 Maart 2022. Stikstofonderzoek D.d. 1 Mei 2023 P.01196 Adviesbureau Gras

Bijlage 41 Bijlage Aanvullend Onderzoek Rapportage Stikstofberekening Gras Projectcode P01196 Versie V5 D.d. 30 November 2023

Bijlage 42 Uitspraak Rechtbank Gelderland D.d. 1 Mei 2024 Zaaknummer Arn 23 / 4239 Waboa 496

Bijlage 43 Ontwerpbesluit Verlenen Ontheffing Wet Natuurbescherming Provincie Gelderland D.d. 13 April 2023

Bijlage 44 Besluit Verlenen Ontheffing Wet Natuurbescherming - Soortbescherming Provincie Gelderland D.d. 13 Juni 2024

Bijlage 45 Nader Milieukundig Bodemonderzoek En Verkennend Onderzoek Asbest In Grond En Puin Grote Bunteweg 11 Te Nunspeet D.d. 18 Juli 2024

Bijlage 46 Advies De Grote Bunte, Duifhuizen Boomadviesbureau 242180 D.d. 1 Augustus 2024

Bijlage 47 Kaart Met Afstanden T.o.v. Woningen Indieners Van De Zienswijzen

Bijlage 48 Uitspraak Rechtbank Gelderland D.d. 1 Mei 2024, Zaaknummer Arn 22/4189 Waboa 496 Huisvesten Arbeidsmigranten De Grote Bunte

Bijlage 49 Bodemonderzoek Tekening Van Het Ontbrekende Deel Van Het Onderzoeksgebied

Bijlage 50 Besluit Over Het Principeverzoek Door Het College Van B&w D.d. 09-06-2020 En Advies Van De Raadscommissie Ruimte En Wonen D.d. 30-06-2020

Bijlage 51 Startmemo Water- En Inrichtingsplan Herontwikkeling Landgoed De Grote Bunte, Nunspeet Baljon Landschapsarchitecten D.d. 2 December 2022

Vaststellingsbesluit

Bijlage 1 Programma Van Eisen. Archeologische Opgraving. Variant Archeologische Begeleiding, Plangebied De Grote Bunte. Rapport Raap 20 November 2022

Bijlage 1 Programma Van Eisen. Archeologische Opgraving. Variant Archeologische Begeleiding, Plangebied De Grote Bunte. Rapport RAAP 20 november 2022

Bijlage 2 Definitief Ontwerp-inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte, Baljon Landschapsarchitecten, Boekwerk Met 7 Kaartbijlagen D.d. 26 Juli 2024

Bijlage 2 Definitief Ontwerp-Inrichtingsplan Landgoed De Grote Bunte, Baljon Landschapsarchitecten, Boekwerk met 7 kaartbijlagen d.d. 26 juli 2024

Bijlage 3 Beheerplan Landgoed De Grote Bunte, Buiting Advies D.d. Juli 2024 (Versie 8 Augustus 2024)

Bijlage 3 Beheerplan Landgoed De Grote Bunte, Buiting Advies d.d. juli 2024 (versie 8 augustus 2024)

Bijlage 4 Weging Van Het Waterbelang De Grote Bunte Te Nunspeet, Versie 2.0 Aveco De Bondt D.d. 03 September 2024

Bijlage 4 Weging van het Waterbelang De Grote Bunte te Nunspeet, Versie 2.0 Aveco de Bondt d.d. 03 september 2024

Bijlage 5 Beeldkwaliteitplan Met Kavelpaspoorten De Grote Bunte Definitief D.d. 26 Juli 2024

Bijlage 5 Beeldkwaliteitplan met Kavelpaspoorten De Grote Bunte definitief d.d. 26 juli 2024

Bijlage 6 Besluit Vaststelling Hogere Grenswaarden 23 Oktober 2024

Bijlage 6 Besluit vaststelling hogere grenswaarden 23 oktober 2024

Bijlage 7 Nota Zienswijzen 28 Augustus 2024 (Geannonimiseerd)

Bijlage 7 Nota zienswijzen 28 augustus 2024 (geannonimiseerd)

Bijlage 8 Addendum Op De Nota Zienswijzen 15 Oktober 2024 (Geannonimiseerd)

Bijlage 8 Addendum op de Nota zienswijzen 15 oktober 2024 (geannonimiseerd)

Bijlage 9 Nota Wijzigingen I.v.m. Zienswijzen En Nota Ambtelijke Wijzigingen

Bijlage 9 Nota wijzigingen i.v.m. zienswijzen en Nota ambtelijke wijzigingen

Bijlage 10 Verbeelding

Bijlage 10 Verbeelding