KadastraleKaart.com

Hoofdstuk 1 Inleidende Voorschriften
Artikel 1 Begrippen
Hoofdstuk 2 Besluit Voorschriften
Artikel 2 Groen
Artikel 3 Kulturhus
Artikel 4 Verkeer
Artikel 5 Verpleegunits
Artikel 6 Zorgappartementen
Bijlagen Bij Voorschriften
Bijlage 1 Kaart
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Aanleiding En Doelstelling
1.2 Begrenzing Projectgebied
1.3 Geldend Bestemmingsplan
1.4 Opzet Ruimtelijke Onderbouwing
Hoofdstuk 2 Beleidskader
2.1 Provinciaal Beleid
2.2 Gemeentelijk Beleid
Hoofdstuk 3 Planbeschrijving
3.1 Huidige Situatie
3.2 Toekomstige Situatie
Hoofdstuk 4 Planologische- En Milieuaspecten
4.1 Archeologie En Cultuurhistorie
4.2 Bodemkwaliteit
4.3 Luchtkwaliteit
4.4 Flora Fauna
4.5 Geluid
4.6 Water
4.7 Externe Veiligheid
4.8 Molenbiotoop
4.9 Milieuhinder Bedrijvigheid
4.10 Verkeer En Parkeren
Hoofdstuk 5 Opzet Projectbesluit
5.1 Algemene Opzet
Hoofdstuk 6 Economische En Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
6.1 Economische Uitvoerbaarheid
6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid
Bijlagen Bij Toelichting
Bijlage 1 Te Verplaatsen En Te Verwijderen Bomen

KULTURHUS, ZORGAPPARTEMENTEN EN VERPLEEGUNITS MET BIJBEHORENDE VOORZIENINGEN ELSPEET

Projectbesluit - gemeente Nunspeet

Vastgesteld op 03-05-2010 - geheel onherroepelijk in werking

Bestanden

Besluitdocument

Hoofdstuk 1 Inleidende Voorschriften

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het projectbesluitKULTURHUS, ZORGAPPARTEMENTEN EN VERPLEEGUNITS MET BIJBEHORENDE VOORZIENINGEN van de gemeente Nunspeet

1.2 projectbesluit:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0302.PB00001-vg01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

Hoofdstuk 2 Besluit Voorschriften

Artikel 2 Groen

2.1 Omschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. a. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplantingen;
  2. b. fiets- en wandelpaden;
  3. c. fietsenstalling;
  4. d. speelvoorzieningen;
  5. e. kunstobjecten;
  6. f. watergangen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen; in- en uitritten

Artikel 3 Kulturhus

3.1 Omschrijving

De voor "Kulturhus"aangeduide grond mag uitsluitend worden gebruikt voor de realisatie van het Kulturhus met de daarvoor noodzakelijke gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwhoogte

De bouwhoogte van de te realiseren bebouwing mag niet meer bedragen dan de hoogte die is toegestaan op grond van de molenbiotoop van molen 'de Hoop'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.PB00001-vg01_0005.jpg"

Artikel 4 Verkeer

4.1 Omschrijving

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. g. wegen, straten en paden;
  2. h. groenvoorzieningen,
  3. i. fiets- en wandelpaden;
  4. j. fietsenstalling;
  5. k. parkeervoorzieningen;
  6. l. speelvoorzieningen;
  7. m. kunstobjecten;
  8. n. watergangen, waterpartijen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

Artikel 5 Verpleegunits

5.1 Omschrijving

De voor "Verpleegunits"aangeduide grond mag uitsluitend worden gebruikt voor de realisatie van Verpleegunits met de daarvoor noodzakelijke gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Bouwhoogte

De bouwhoogte van de te realiseren bebouwing mag niet meer bedragen dan de hoogte die is toegestaan op grond van de molenbiotoop van molen 'de Hoop'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.PB00001-vg01_0006.jpg"

Artikel 6 Zorgappartementen

6.1 Omschrijving

De voor "Zorgappartementen"aangeduide grond mag uitsluitend worden gebruikt voor de realisatie van Zorgappartementen met de daarvoor noodzakelijke gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwhoogte

De bouwhoogte van de te realiseren bebouwing mag niet meer bedragen dan de hoogte die is toegestaan op grond van de molenbiotoop van molen 'de Hoop'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.PB00001-vg01_0007.jpg"

Bijlagen Bij Voorschriften

Bijlage 1 Kaart

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding En Doelstelling

Aanleiding
Omnia Wonen is voornemens om het geplande Kulturhus in Elspeet op de hoek van de Staverdenseweg en de Nachtegaalweg lager te bouwen dan zij in eerste instantie voor ogen had. Reden voor de wijziging in de bouwplannen is het niet sluitend kunnen krijgen van de exploitatie van het Kulturhus. Om te voorkomen dat Omnia Wonen jaarlijks met een tekort te maken krijgt heeft zij bij de gemeente Nunspeet het verzoek ingediend om mee te werken met de nieuwe plannen voor het Kulturhus. Naast de nieuwe plannen voor het Kulturhus zijn ook de bouwplannen voor de 25 zorgwoningen en 24 verpleegunits veranderd. Met name het plan voor de verpleegunits is gewijzigd.

In 2008 is voor de locaties van zowel het Kulturhus als de 25 zorgwoningen en 24 verpleegunits al een aparte planologische procedure in de vorm van artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening doorlopen. De gemeente heeft de ruimtelijke onderbouwing behorende bij deze artikel 19 lid 1 vastgesteld.
Hoewel de Gedeputeerde Staten van Gelderland een verklaring van geen bezwaar hebben afgegeven, zijn de beoogde vrijstelling en de bouwvergunning nog niet verleend, met name omdat de daarvoor vereiste tekeningen door Omnia nog niet waren ingediend. Een ander knelpunt is dat het te realiseren Kulturhus en het gebouw waarin de 25 zorgwoningen zouden worden ondergebracht hoger zouden worden dan op grond van de molenbiotoop van korenmolen "de Hoop" is toegestaan. De provincie heeft voor de bouw van het Kulturhus inmiddels een vergunning verleend op grond van de Molenverordening maar hier tegen is een bezwaarschrift ingediend. Zolang dit bezwaarschrift niet afgehandeld is, is de realisering van het Kulturhus en de zorgwoningen evenmin mogelijk.

Nu blijkt dat de bouwplannen van het Kulturhus en de zorgwoningen en verpleegunits zijn gewijzigd dient een procedure krachtens de nieuwe Wro gevolgd te worden. De verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten is namelijk alleen van toepassing op de artikel 19 lid 1 procedure uit 2008.

Projectbesluit
Met de invoering van de Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 is een vrijstellingsprocedure volgens artikel 19 niet meer mogelijk. Om de nieuwe bouwplannen mogelijk te maken wenst de gemeente gebruik te maken van het instrument "projectbesluit".

Het projectbesluit omvat naast de voorliggende ruimtelijke onderbouwing ook enkele voorschriften en een verbeelding met hierop de begrenzing van het projectgebied, de besluitvlakken waarbinnen de bebouwing gerealiseerd moet worden, alsmede de begrenzing voor het gebied dat is bedoeld voor verkeers- en groenvoorzieningen. In de voorschriften worden onder andere de maximale toegestane bouwhoogten aangegeven. De normen van de molenbiotoop zijn daarbij bepalend.
De gegevens uit het definitieve projectbesluit worden opgenomen in het bestemmingsplan Elspeet Noord-West dat momenteel wordt opgesteld. Hierdoor wordt gelijk voldaan aan de wettelijke plicht om een projectbesluit 1 jaar na vaststelling in een ontwerp bestemmingsplan te regelen.

1.2 Begrenzing Projectgebied

Het projectgebied ligt aan de westzijde van de kern Elspeet, op de hoek van de Staverdenseweg en de Nachtegaalweg. Het projectgebied heeft een oppervlakte van circa 1,5 hectare. Op de afbeelding is de ligging van het projectgebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.PB00001-vg01_0001.jpg"

afbeelding - begrenzing van het projectgebied

1.3 Geldend Bestemmingsplan

Voor het projectgebied gelden op dit moment twee bestemmingsplannen:

Dorp Elspeet
De gronden binnen het projectgebied liggen voor het grootste deel binnen het bestemmingsplan 'Dorp Elspeet'. Dit plan is vastgesteld door de raad van de toenmalige gemeente Ermelo op 3 juni 1969 en gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Gelderland op 20 juli 1970. Dit bestemmingsplan is gedeeltelijk herzien bij raadsbesluit van 4 oktober 1971, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 12 juli 1972. De gronden van het projectgebied die binnen dit bestemmingsplan gelegen zijn, hebben deels de bestemming 'agrarische doeleinden II', deels de bestemming 'bijzondere en openbare bebouwing' en deels de bestemming 'openbaar groen'.

Partiële herziening Elspeet-dorp 2000 (zorgeenheden Gerrit Mouwweg)
De voorliggende plannen liggen voor een klein deel in het gebied waar de 'partiële herziening Elspeet-dorp 2000 (zorgeenheden Gerrit Mouwweg)' geldend is. Dit plan is vastgesteld door de raad van de gemeente Nunspeet op 29 april 2004 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Gelderland op 10 juni 2004. Deze partiële herziening maakt de uitbreiding van zorgcentrum Oranjehof mogelijk door de aanbouw van 15 zorgeenheden gekoppeld aan het zorgcentrum. De zorgeenheden zijn bedoeld voor ouderen met een verzorgingshuis- of verpleeghuisindicatie. Het grootste gedeelte van het gebied heeft de bestemming 'Maatschappelijke voorzieningen' gekregen. Het toegangsweggetje is bestemd als 'verkeersdoeleinden'. Het bouwblok heeft een bebouwingspercentage van 100 en is gescheiden door een hoogtescheidingslijn. Op de grootste oppervlakte van het bouwblok is een goot- en nokhoogte toegestaan van respectievelijk 5m en 7m. Op het kleinste gedeelte, het oorspronkelijke verzorgingscentrum de Oranjehof, is een goot- en nokhoogte toegestaan van respectievelijk 4m en 6m.

1.4 Opzet Ruimtelijke Onderbouwing

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het relevante beleid. Hoofdstuk 3 geeft een korte beschrijving van de huidige situatie en de toekomstige situatie. In hoofdstuk 4 wordt stilgestaan bij de verschillende milieuaspecten en planologische aspecten. Hoofdstuk 5 staat stil bij de opzet van het projectbesluit en tot slot is in hoofdstuk 6 de economische- en maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

2.1 Provinciaal Beleid

2.1.1 Streekplan Gelderland 2005

Het provinciale planologische beleidskader is neergelegd in het Streekplan Gelderland 2005 dat op 29 juni 2005 is vastgesteld door Provinciale Staten. Het Streekplan Gelderland 2005 geeft aan dat het uitgangspunt van het Gelders Kwalitatief woonbeleid is, dat de gemeenten voorzien in een aanbod aan woningen, dat past bij de geconstateerde regionale kwalitatieve woningbehoefte. Dit is vastgelegd in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP).

Een belangrijk ruimtelijk beleidsaccent is dat het aanbod aan woningen en woonmilieus beter moet aansluiten bij de voorkeuren van bewoners. Om deze reden bevordert de provincie vooral de realisatie van woningen voor ouderen en starters en van de woonmilieus centrum-stedelijk en landelijk wonen. Voorts wil de provincie onder andere herstructurering en transformatie van bestaand bebouwd gebied en het vergroten van het aanbod aan levensloopbestendige woningen en het versterken van verscheidenheid en identiteit, bevorderen.

De provincie wil door middel van het aanwijzen van zoekzones ruimte reserveren voor stedelijke functies (wonen, werken, winkels, sportvelden en -accommodaties, sociaal-culturele voorzieningen, scholen, kerken, e.d.). Het projectgebied is gelegen in een zoekzone voor wonen. Aangezien de nieuwe plannen deels voorzien in nieuwe woningen en anderzijds ook andere stedelijke ontwikkelingen mogelijk maken dient dit gegeven als onderbouwing voor het opstellen van deze ruimtelijke onderbouwing.

Wat betreft vraag en aanbod in het zorgvoorzieningenpatroon wordt een voortdurende verandering geconstateerd. Het sociaal-culturele beleid van de provincie is vooral gericht op het realiseren van een gebiedsgerichte integrale aanpak van wonen, welzijn en zorg in zogenaamde woonservicegebieden en een daarbij passende inrichting van de ruimte, met inbegrip van een soort van Kulturhus.

2.2 Gemeentelijk Beleid

2.2.1 Integrale Ruimtelijke Toekomstvisie Nunspeet 2015

De ruimtelijke toekomstvisie voor Nunspeet is uitgewerkt naar de thema's wonen, werken, recreatie & toerisme & cultuur, voorzieningen, kernen, buitengebied en centrum Nunspeet. Voor voorliggende ruimtelijke onderbouwing zijn de thema's wonen, cultuur en zorg van belang.

De ambitie op het gebied van wonen is een geleidelijke groei. De ambitie is om door middel van nieuwbouw, herstructurering en stedelijke vernieuwing voldoende mogelijkheden te bieden voor de doelgroepen om hun specifieke wooncarrières te kunnen doorlopen. De doelgroepen zijn jongeren en starters, ouderen en gezinnen. Uitbreiding is met name voorbehouden aan de kernen Nunspeet en Elspeet. Voor Elspeet is in het woningbouwprogramma voor 2003-2015 rekening gehouden met het realiseren van 160 woningen. De plannen in het projectgebied voorzien in nieuwe woningen met name gericht op de doelgroep ouderen.

De gemeente beijvert zich voor een goed toegankelijk basisvoorzieningenpakket voor de gehele bevolking. Voor de kern Elspeet wordt ernaar gestreefd het huidige voorzieningenniveau (waaronder de dorpshuizen) te behouden. Ook wordt gewenst de eerstelijns gezondheidszorg in alle kernen van de gemeente te behouden of terug te brengen. Het realiseren van zorgwoningen en verpleegunits is hierin een belangrijke stap.

2.2.2 Wonen in Nunspeet, Woonvisie 2008-2020 (2008)

In 2003 heeft de gemeente Nunspeet de Woonvisie Nunspeet 2003-2015 vastgesteld. Tussen 2003 en heden hebben de ontwikkelingen niet stilgestaan, noch op de woningmarkt, noch in beleidstermen. Het nieuwe gemeentebestuur heeft zich in het Coalitieakkoord 2006-2010 uitgesproken voor een actualisatie van het woonbeleid. Op basis van een nieuwe woning-marktverkenning en van de actuele beleidsuitgangspunten, is deze Woonvisie Nunspeet 2020 opgesteld. Deze actualisatie brengt geen radicale verandering van het woonbeleid met zich mee. Groei van de gemeente, met aandacht voor jonge huishoudens en senioren, zijn nog steeds belangrijke accenten.

De Woonvisie richt zich op het behouden van de gemeente Nunspeet als vitale gemeente. Dit houdt onder andere in een gezonde samenleving met dynamiek op de woon- werkmarkt. De opgave om deze visie te verwezenlijken gebeurt ondermeer door in te spelen op veranderende (woon) wensen in de toekomst. De woningmarkt dient met het oog op de vergrijzing gericht te zijn op ouderen maar ook jongeren dienen een plek te krijgen in de gemeente Nunspeet.

Om de gemeentelijke ambitie van een groei naar 30.000 inwoners kracht bij te zetten zal nieuwbouw moeten plaatsvinden. Rekening houdend met de spanning op de woningmarkt de afgelopen jaren en ook nu nog en de groei van de eigen behoefte, moet de woningvoorraad om te komen tot 30.000 inwoners in 2015 jaarlijks met circa 240 woningen aangevuld worden. De woningen dienen met name gericht te zijn op de doelgroepen en jongeren en ouderen omdat voor de vraag naar woningen binnen deze doelgroepen het grootst is.

Om de kwaliteit en de leefbaarheid die de gemeente Nunspeet aanbiedt te behouden zal de komende jaren ingespeeld moeten worden op de wensen van verschillende doelgroepen. De koers die de gemeente wil gaan varen richt zich op de volgende onderwerpen:

  • inspelen op de wensen van de groeiende groep mensen met een zorgvraag;
  • voldoende aanbod voor lage inkomens;
  • meer kansen op de woningmarkt voor huishoudens met een middeninkomen;
  • kansen voor verhuizers (doorstroming);
  • binden van jonge huishoudens.

Bij deze onderwerpen wil de gemeente een actieve rol gaan spelen aangezien zij zich verantwoordelijk voelt voor haar burgers. In samenwerking met partners en sturing door middel van communicatie en beleid wil de gemeente de ontwikkeling van nieuwe woningen stimuleren.

In de visie wordt beschreven dat in Elspeet plaats is voor ongeveer 170 woningen. Naast de circa 110 woningen die in het bestemmingsplan Elspeet Noord-West mogelijk worden gemaakt, worden door middel van een projectbesluit de zorgwoningen behorende bij het Oranjehof geregeld. Ook is nog ruimte voor woningontwikkeling op het Vierde Kwadrant. De invulling van de locaties dient aan te sluiten bij de omgeving en de historische agrarische structuur.

2.2.3 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan Nunspeet

In de gemeente Nunspeet spelen op dit moment op het gebied van verkeer en vervoer diverse kwesties. Door de gemeente is in 2008 aan Ligtermoet & Partners opdracht verleend een Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP) te maken. In maart 2009 is hiervan het inspraakexemplaar van gereedgekomen. Hoofddoel van het GVVP is het in samenhang beschouwen en beoordelen van de diverse ontwikkelingen en plannen die actueel zijn op dit moment binnen de gemeente Nunspeet. Met de beoordeling wil de gemeente het beoogde wensbeeld aangaande verkeer en vervoer scherp krijgen. In het inspraakexemplaar wordt apart ingegaan op de verkeerssituatie in Elspeet.

De uitgevoerde reconstructie van de doorgaande weg (N310) in Elspeet heeft er niet toe geleid dat de problematiek rondom deze weg is weggenomen.

Hoewel met de herinrichting in het verleden zeer nadrukkelijk de verblijfskwaliteit en de verkeersdoorstroming zijn verbeterd, zijn er toch nog klachten over de verkeerssituatie en dan met name gericht op de snelheid, de mogelijkheden voor het oversteken en de geluidhinder.

In lijn met het beleid betekent dit dat vooral meer aandacht besteed moet worden aan oversteeklocaties (zebra's, eventueel op een plateau) en snelheidsremmende maatregelen. Bijzonder aandachtspunt bij deze uitwerking is de voorrangssituatie op de N310.

Om dit alles te bereiken zullen delen van de Nachtegaalweg en de Staverdenseweg waar nu nog een 50/km regime geldt, ingericht worden als 30/km gebied. De wegen krijgen hiermee de status van dorpsontsluitingsweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.PB00001-vg01_0002.jpg"
afbeelding - wegencategorisering Elspeet

Het tweede belangrijke aandachtspunt uit het GVVP is de aansluiting van de Nachtegaalweg op de Staverdenseweg. Aangezien hier de realisatie van het nieuwe Kulturhus is voorzien wordt de locatie een belangrijk attractiepunt binnen het dorp, met veel fietsers en voetgangers. Ondanks het feit dat de weg in 2006 nog opnieuw is ingericht, kan overwogen worden op deze plek het wegbeeld nadrukkelijker te onderbreken en meer dan nu het geval is uit te gaan van een meer ongeleed wegprofiel.

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

3.1 Huidige Situatie

In de huidige situatie is in het gebied geen bebouwing aanwezig. Het gebied is in het verleden voor agrarische doeleinden gebruikt en langs de randen staan bomen. Aan de zuidoostzijde van het projectgebied is het zorgcentrum Oranjehof gevestigd. In de omgeving van het projectgebied liggen verspreid verschillende voorzieningen en enkele woningen.

3.2 Toekomstige Situatie

Ruimtelijk
De beoogde nieuwbouw bestaat ruimtelijk gezien uit drie delen: het Kulturhus, de zorgwoningen en de verpleegunits.

Het Kulturhus wordt gerealiseerd op de hoek Nachtegaalweg/Staverdenseweg. Het gebouw heeft één grote kap, die haaks op de Staverdenseweg is georiënteerd. De hoofdingang is gericht op de Nachtegaalweg en voorzien van een overkapping. De hoek van het Kulturhus die georienteerd is op het kruispunt bestaat uit een grote glazen pui. Op het hoogste punt heeft het Kulturhus een hoogte van 8,35 meter. De parkeergelegenheid wordt gerealiseerd ten noorden van het Kulturhus en omvat circa 65 parkeerplaatsen.

Om het zorgappartementen gebouw te kunnen uitbreiden moeten twee acacia's het veld ruimen. Deze worden verplaatst. Een kapvergunning is daarvoor niet nodig. Aan de Staverdenseweg moet een eik worden verwijderd om vanaf die zijde een toegangsweg tot het terrein en de parkeerplaats te kunnen realiseren. Naar aanleiding van een daarover ingediende zienswijze is besloten de betreffende boom niet te vellen, zoals aanvankelijk de bedoeling was, maar om deze te verplaatsen. Aan de Gerrit Mouwweg moeten twee eiken worden geveld om langsparkeerplaatsen te kunnen realiseren. Als bijlage 1 bij de ruimtelijke onderbouwing is een tekening opgenomen waarop de te vellen en de verplaatsen bomen zijn aangegeven.

Verder zal het speelterrein dat is gesitueerd naast het parkeerterrein ten noorden van de Oranjehof verplaatst moeten worden om de geplande parkeervoorziening te kunnen realiseren. Daarvoor kan ruimte worden gevonden in het noordwestelijke gedeelte van het projectgebied of in het plangebied Elspeet noordwest.

De ruimten in het Kulturhus worden in de toekomst mogelijk gebruikt voor fysiotherapiepraktijk, een peuterspeelzaal, de bibliotheek, de muziekvereniging en een zorginstelling.

Behalve een Kulturhus wordt in het projectgebied ook een gebouw gerealiseerd waarin volgens planning 24 zorgwoningen worden ondergebracht. De zorgwoningen hebben een relatie met het bestaande zorgcentrum Oranjehof en zij worden gerealiseerd op het terrein ten noordwesten van het huidige complex van de Oranjehof. Het gepresenteerde bouwplan bestaat uit twee lagen en een kap. De strook tussen de toegangsweg en de bomen wordt benut voor de realisatie van parkeervoorzieningen. In de omgeving van de Gerrit Mouwweg worden 23 parkeerplaatsen gerealiseerd.

In een apart gebouw ten noorden van zorgcentrum Oranjehof en ten noordoosten van de nieuwe zorgwoningen wordt ruimte gemaakt voor 24 verpleegunits. Het complex zal bestaan uit twee verdiepingen en een kap. De hoogte van het complex zal circa 9 meter bedragen.

De complexen van de zorgwoningen en de verpleegunits sluiten qua kleurgebruik, materiaalgebruik en architectuur goed op elkaar aan. Tevens zijn beide nieuwe complexen met betrekking tot de grootte ook in evenwicht. Waardoor de ruimtelijke inpassing wordt versterkt.
Het Kulturhus onderscheidt zich qua kleurgebruik en architectuur van de twee andere nieuwe complexen maar sluit gelet op de grootte en situering goed aan op de omgeving.

Functioneel
In het Kulturhus zullen verschillende maatschappelijke functies opgenomen worden. Het projectgebied zal dan ook na realisatie van de bouwplannen een gevarieerde invulling hebben met naast de maatschappelijke functie ook deels een woonfunctie en zorgfunctie. Daarnaast is er genoeg ruimte gerealiseerd voor parkeerplaatsen en groen.

Hoofdstuk 4 Planologische- En Milieuaspecten

In het kader van de eerder doorlopen artikel 19 lid 1 procedure in 2008 zijn diverse onderzoeken uitgevoerd met betrekking tot enkele milieu- en planologische aspecten. De onderzoeksresultaten uit deze onderzoeken zijn zoveel mogelijk weer gebruikt in de voorliggende ruimtelijke onderbouwing.

4.1 Archeologie En Cultuurhistorie

Het gebied is in het verleden gebruikt als bouwland. Aangezien er geen bebouwing aanwezig is in het projectgebied, zijn er ook geen panden met cultuurhistorische waarden aanwezig in het gebied.

Voor het projectgebied heeft Archeologisch Adviesbureau RAAP in 2000 een Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI-1) uitgevoerd . In het projectgebied zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van archeologische resten. Er is daarom geen reden om te veronderstellen dat hier archeologische resten aanwezig zijn. Er wordt dan ook geen aanvullend archeologisch onderzoek aanbevolen.

4.2 Bodemkwaliteit

In het kader van de geplande nieuwbouw is door CSO Adviesbureau een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd . Het doel van het verkennend onderzoek is het vaststellen van de kwaliteit van de grond en het grondwater en het toetsen van de resultaten aan het voorgenomen gebruik.

In de bodem is zeer plaatselijk een lichte bijmenging met puin of baksteen waargenomen. Tijdens het veldwerk is specifiek aandacht besteed aan de aanwezigheid van asbest op de bodem. Zowel op het maaiveld als in de opgeboorde grond is geen asbestverdacht materiaal waargenomen.

In de bovengrond op het westelijke terreindeel (voormalige moestuinen) overschrijden de gehalten PAK en DDT/DDE/DDD de streefwaarde. In de bovengrond op het zuidelijke terreindeel overschrijdt het gehalte minerale olie de streefwaarde marginaal. In de bovengrond op het noordelijke terreindeel is geen van de geanalyseerde parameters verhoogd aangetoond. In de bodemlaag onder de puinverharding overschrijdt het gehalte PAK de streefwaarde. In de ondergrond is geen van de geanalyseerde parameters verhoogd aangetoond. Uit de analyseresultaten blijkt dat de concentraties cadmium, chroom en zink in het grondwater de streefwaarde overschrijden.

De aangetoonde licht verhoogde gehalten geven geen aanleiding tot het verrichten van aanvullend onderzoek. De aangetoonde licht verhoogde gehalten brengen geen risico's met zich mee. Er kan gesteld worden dat er vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen belemmeringen zijn voor het voorgenomen gebruik van de locatie.

4.3 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de nieuwe Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Deze wet vervangt het Besluit Luchtkwaliteit 2005.

In de nieuwe wet is van bepaalde projecten getalsmatig vastgelegd dat ze "niet in betekenende mate" (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Met de inwerkingtreding van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) op 1 augustus 2009, zijn deze grenzen zoals deze in de Wet luchtkwaliteit waren opgenomen verruimd. Een project draagt volgens het NSL "niet in betekende mate" bij zolang de toename van de concentratie fijnstof of stikstofdioxide maximaal 3% bedraagt van de grenswaarde.
Het NSL zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen zodat de luchtkwaliteit verbeterd en alsmede de gewenste ontwikkelingen in ruimtelijke ordening doorgang kunnen vinden.

In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van projecten (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze projecten kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Voor woningbouwlocaties geldt dat voor maximaal 1.500 woningen (in geval van één ontsluitingsweg) of 3.000 woningen (in geval van twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling) geen beoordeling op luchtkwaliteit meer hoeft plaats te vinden.

Omdat in de nieuwe situatie een toename van het aantal verkeersbewegingen mogelijk is en de voorgenomen plannen niet zonder meer vallen onder de projecten van de Regeling NIBM, is in het verleden al onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit. Adviesbureau Tauw heeft in het kader van de eerder doorlopen artikel 19 lid 1 procedure een onderzoek naar de luchtkwaliteit uitgevoerd. Dit onderzoek is echter nog uitgevoerd in de tijd dat het Besluit Luchtkwaliteit van kracht was. Echter met de invoering van de Wet luchtkwaliteit zijn de grenswaarden in vergelijking met het Besluit Luchtkwaliteit niet veranderd. De uitkomsten uit het reeds uitgevoerde onderzoek kunnen dan ook gewoon dienen als onderbouwing voor de voorgenomen plannen.

Uit het onderzoek is gebleken dat de voorgenomen plannen leiden tot een toename van het aantal verkeersbewegingen. Uit berekeningen blijkt dat deze toename effect heeft op de luchtkwaliteit nabij de Staverdenseweg en de Nachtegaalweg. Er worden echter geen normen uit de Wet luchtkwaliteit overschreden. Op basis van deze informatie kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen ontwikkeling vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit inpasbaar is.

4.4 Flora Fauna

In het kader van de Flora- en Faunawet en de Vogel- en habitatrichtlijn is onderzoek nodig naar de invloed van bouwontwikkelingen op de flora en fauna. In het kader van deze ruimtelijke onderbouwing kan worden volstaan met een quick-scan, waarin aandacht zal zijn voor eventuele beschermde planten en diersoorten ter plaatse van de nieuwe ontwikkeling.

Bureau Schenkeveld heeft voor het projectgebied een natuurtoets uitgevoerd. Op 15 augustus 2007 is het terrein bezocht om alle beschermde planten en dieren, die het projectgebied en directe omgeving bewonen en gebruiken te inventariseren. Daarnaast is in de literatuur en de diverse provinciale beleidsplannen en achtergronddocumenten gezocht naar gegevens over de verspreiding van (beschermde) natuurgebieden en bijzondere (en beschermde) planten- en diersoorten in de omgeving.

Uit dit onderzoek is gebleken dat de belangrijkste ecologische gevolgen van de geplande ontwikkeling samenhangen met het grondverzet en het bouwrijp maken, de nieuwbouw en de inrichting van de buitenruimte, de onderschepping van het hemelwater, het gebruik en de daarmee samenhangende (auto)bewegingen en uitstoot van geluid, licht, warmte e.d.
De bouw en het (recreatief) gebruik van het Kulturhus en de uitbreiding van de Oranjehof met zorgwoningen en verpleegunits hebben geen ingrijpende ecologische gevolgen. Het projectgebied herbergt alleen algemeen beschermde soorten.
Het initiatief is klein en heeft een lokaal karakter. Het heeft daarom geen negatief effect op de instandhoudingsdoelstellingen van het 300 m verderop gelegen Natura 2000-gebied de Veluwe. Er hoeft geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet of vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet worden aangevraagd.

Wel gelden er enkele randvoorwaarden voor bovenstaande conclusie. Deze zijn:

  • De eiken op de noordelijke perceelgrens blijven staan;
  • Andere eventueel te verwijderen struiken en bomen worden buiten het broedseizoen (15 maart- 15 juli) gerooid;
  • De buitenverlichting is beperkt in tijd (tot 24.00 uur). In het projectgebied komt verlichting met dimmers.
  • Het Kulturhus wordt ten opzichte van de voorgevel van de tandartsenpraktijk iets minder dicht (tenminste 3,15 m uit rooilijn) op de Staverdenseweg gebouwd.

Verder worden de volgende natuurvriendelijke aanbevelingen gedaan:

  • Bij de aanplant van nieuwe bomen en struiken in het openbaar groen worden inheemse soorten van de betreffende standplaats (droog, voedselrijk) gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn Wintereik, Zomereik, Beuk, Winterlinde, Haagbeuk, Gewone esdoorn, Zoete kers, Gewone es, Hazelaar, Eenstijlige meidoorn, Wilde kardinaalsmuts, Hondsroos, Rode kornoelje, Vogelkers, Sleedoorn, Spaanse aak. Deze worden bij voorkeur betrokken van een kweker, die werkt met autochtoon materiaal;

In het kader van het bestemmingsplan Elspeet Noord-West heeft de gemeente Nunspeet een nader onderzoek gedaan naar mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten in het projectgebied. Uit dit nadere onderzoek blijkt dat voor de locatie waar het Kulturhus, de zorgwoningen en de verpleegunits gepland zijn, geen nieuwe gegevens bekend zijn over aanwezigheid van beschermde soorten.

Geconcludeerd kan worden dat de geplande ontwikkeling geen directe gevolgen heeft voor de natuurwaarde ter plaatse of in de directe omgeving van het projectgebied, mits aan de genoemde randvoorwaarden wordt voldaan.

4.5 Geluid

Sinds 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder van toepassing. In de wet wordt onderscheid gemaakt tussen geluidsgevoelige en overige gebouwen. In de wet worden woningen als "geluidsgevoelig gebouw" bepaald en zijn "andere geluidsgevoelige gebouwen":

  • A. Onderwijsgebouwen;
  • B. Ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  • C. Bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) aan te wijzen andere gezondheidszorggebouwen dan bedoeld onder 2; delen van het gebouw die niet zijn bestemd voor geluidsgevoelige onderwijsactiviteiten maken voor de toepassing van deze wet geen deel uit van een onderwijsgebouw;

Op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) zijn er drie geluidsbronnen waar geluidsgevoelige bestemming hinder van kunnen ondervinden. Bij de vaststelling van ruimtelijke plannen dient met deze drie geluidsbronnen rekening te worden gehouden: wegverkeers-, railverkeers- en industrielawaai.

De voorgenomen ontwikkeling betreft de realisatie van een Kulturhus, 24 zorgwoningen en 24 verpleegunits. In het Kulturhus bevinden zich geen functies die als geluidgevoelig moeten worden aangemerkt. Zowel de zorgwoningen als de verpleegunits zijn volgens de Wet geluidhinder aangemerkt als geluidsgevoelig gebouw. Onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder is derhalve noodzakelijk. Omdat het projectgebied niet gelegen is binnen geluidzones van railverkeer of industrielawaai wordt hier niet nader op ingegaan.

Wegverkeerslawaai
Artikel 76 Wgh verplicht ertoe om bij de vaststelling van een ruimtelijk plan dat betrekking heeft op gronden binnen een geluidzone terzake van de geluidsbelasting van de gevel van geprojecteerde geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen) de grenswaarden uit de Wgh in acht te nemen. Bij het voorbereiden van de vaststelling van een ruimtelijk plan moet akoestisch onderzoek worden gedaan naar die geluidsbelasting. Op grond van artikel 74 Wgh heeft iedere weg van rechtswege een geluidzone, met uitzondering van:

  • wegen die liggen binnen een tot woonerf bestemd gebied;
  • wegen waarop een wettelijke snelheid geldt van ten hoogste 30 km/uur.

Het projectgebied is gelegen tussen de Gerrit Mouwweg, de Staverdenseweg en de Nachtegaalweg. De Gerrit Mouwweg behoort tot het 30 km-gebied en daarom is voor deze weg akoestisch onderzoek niet noodzakelijk. De Nachtegaalweg en Staverdenseweg zijn beide momenteel 50 km/uur wegen, echter zullen deze wegen in de nabije toekomst gewijzigd worden in 30 km/uur wegen en derhalve ook zo worden ingericht. Omdat de wegen momenteel bestempeld zijn als 50 km/uur wegen en in het kader van een goede ruimtelijke ordening, is voor het projectgebied een onderzoek uitgevoerd.
Voor de locatie tussen de Staverdenseweg en de Nachtegaalweg heeft adviesbureau Tauw B.V. een akoestisch onderzoek uitgevoerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.PB00001-vg01_0003.jpg"

afbeelding - geluidbelasting vanwege de Staverdenseweg

afbeelding "i_NL.IMRO.0302.PB00001-vg01_0004.jpg"

afbeelding - geluidbelasting vanwege de Nachtegaalweg


Uit het akoestisch onderzoek kan bij een maximale snelheid van 50 km/uur worden geconcludeerd dat:

  • Vanwege de geluidbelasting afkomstig van de Staverdenseweg er tot op circa 25 meter van de as van de weg niet gebouwd kan worden zonder (bron)maatregelen (oranje gebied);
  • Vanwege de geluidbelasting afkomstig van de Staverdenseweg er in het gele gebied onder voorwaarden gebouwd kan worden. Voor dit gebied dient er op individueel woning niveau een hogere waarde te worden aangevraagd;
  • Vanwege de geluidbelasting afkomstig van de Staverdenseweg er in het groene gebied zonder meer gebouwd kan worden;
  • Vanwege de geluidbelasting afkomstig van de Nachtegaalweg er tot op circa 10 meter (ten zuiden van het projectgebied ) tot circa 20 meter (ten noorden van het oranje gebied) van de as van de weg niet gebouwd kan worden zonder (bron)maatregelen (oranje gebied);
  • Vanwege de geluidbelasting afkomstig van de Nachtegaalweg er in het gele gebied onder voorwaarden gebouwd kan worden. Voor dit gebied dient er op individueel woning niveau een hogere waarde te worden aangevraagd;
  • Vanwege de geluidbelasting afkomstig van de Nachtegaalweg er in het groene gebied zonder meer gebouwd kan worden.

In het gele gebied zijn geluidgevoelige bestemmingen geprojecteerd. Het gaat met name om het complex van de 24 zorgwoningen dat wordt aangebouwd aan de bestaande Oranjehof. In het voorontwerp bestemmingsplan Elspeet noordwest en het GVVP staat het beleidsvoornemen om zowel op de Nachtegaalweg als op de Staverdenseweg een maximale snelheid van 30km/uur in te stellen. Omdat burgemeester en wethouders hiervoor nog geen formeel besluit genomen hebben, wordt vooralsnog uitgegaan van de situatie waarin een maximumsnelheid van 50 km/uur geldt. Daarom wordt een hogere grenswaarde vastgesteld van 52 dB.

Omdat vaststaat dat voor zowel de Nachtegaalweg als de Staverdenseweg een maximale snelheid van 30 km/uur gaat gelden kan voor de woningen waar de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden geen hogere grenswaarde aangevraagd te worden. Burgemeester en wethouders kan voor de betreffende zorgwoningen derhalve geen hogere grenswaarde vaststellen.

Bij de daadwerkelijke realisatie van de zorgwoningen en de verpleegunits in het gebied waar de geluidsbelasting tussen de 48 dB Lden en de 63 dB Lden ligt, zal de geluidbelasting op de gevels moeten worden vastgesteld. Als uitgangspunt kan bij dit nieuwe onderzoek uitgegaan worden van een maximale snelheid van 30 km/uur.
Er hoeven geen hogere grenswaarden worden aangevraagd aangezien de wegen de status van 30 km/uur weg hebben. Voor die woningen waarvoor de gecumuleerde gevelbelasting meer dan 53 dB bedraagt, is een gevelweringonderzoek gewenst om te bepalen of de eisen uit het Bouwbesluit ten aanzien van de binnenniveaus gewaarborgd zijn. Voor die woningen waarvoor een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde wordt vastgesteld zal in het kader van de bouwvergunning gekeken moeten worden of de binnenwaarde van 33 dB wel wordt gehaald. In sommige gevallen kan dit leiden tot het treffen van bouwkundige maatregelen.

Vooralsnog vormt het aspect verkeersweglawaai geen belemmering voor de ontwikkeling van het voorgenomen plan.

4.6 Water

Het plan ligt aan de westzijde van de kern Elspeet, op de hoek van de Staverdenseweg en de Nachtegaalweg, in bestaand stedelijk gebied. Het gebied is circa 1,5 hectare groot. Het bevindt zich niet binnen enige Keurzone of binnen de zoekgebieden voor waterberging zoals deze staan weergegeven in het Streekplan. Het plan heeft geen nadelige gevolgen voor en door (grond)water in de omgeving.

Grondwater
Het grondwaterpeil ligt in het winterhalfjaar gemiddeld beneden de 80 cm onder maaiveld en in het zomerhalfjaar gemiddeld beneden de 120 cm onder maaiveld. Er is in en om het projectgebied geen grondwateroverlast bekend. Het gebied ligt niet in de grondwaterfluctuatiezone zoals provincie Gelderland deze heeft gedefinieerd. Door de diepe grondwaterstanden is geen ontwatering nodig, zal grondwater geen overlast veroorzaken in dit plan en niet structureel afgevoerd worden. Hierdoor zal het plan 'grondwaterneutraal' worden ontwikkeld. Hemelwater zal binnen het projectgebied worden geïnfiltreerd. Door bij de bouw geen uitlogende materialen te gebruiken, wordt voorkomen dat infiltrerend hemelwater de bodem en het grondwater verontreinigt. Ingrepen voortkomend uit dit plan zullen geen bodemlagen aantasten als gevolg waarvan het grondwatersysteem verandert.

Oppervlaktewater
In het projectgebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Naar aanleiding van dit plan zal geen extra oppervlaktewater (in verbinding staand met het oppervlaktewatersysteem) gecreëerd worden. Ook zal er niet geloosd worden op het oppervlaktewater. Het plan veroorzaakt geen nadelige gevolgen voor of door het oppervlaktewatersysteem in de omgeving.

Natuur
Binnen en nabij het projectgebied komt geen waterafhankelijke natuur voor.

DWA en RWA
Het afvalwater wordt onder vrij verval geloosd op het bestaande DWA-stelsel in Elspeet. Het hemelwater binnen het projectgebied zal niet afgevoerd worden naar de riolering. Binnen het projectgebied dient bergings- en infiltratiecapaciteit te worden gerealiseerd voor het verwerken van 20 mm neerslag (berekend over het totaal van verhard oppervlak en infiltratievoorzieningen aan het maaiveld). Aangezien de capaciteit van het gemengde rioolstelsel beperkt is, kunnen overstorten vanuit de bergings- en infiltratievoorzieningen niet daarop worden aangesloten. De wijze waarop met neerslagoverstorten bij (zeer) intensieve buien wordt omgegaan, wordt in een later stadium bepaald. Er kan dan ook worden bezien of er mogelijkheden zijn voor aansluiting op het toekomstige hemelwatersysteem van Elspeet-Noord.

Het vuilwaterstelsel is niet berekend op toename van het aanbod aan dwa, de uitbreiding is niet voorzien en betrokken in GRP / OAS. Het dwa-stelsel in het projectgebied wordt met een dusdanige capaciteit aangelegd dat het bestaande stelsel geen nadelige gevolgen ondervindt van de uitbreiding.

Procedure
Het Waterschap Veluwe wordt betrokken bij de wijze waarop in het projectgebied met de verschillende wateraspecten wordt omgegaan. Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.

4.7 Externe Veiligheid

Op 28 oktober 2004 is het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) van kracht geworden. In het besluit zijn richtlijnen opgenomen voor het bouwen en handhaven van gevoelige bestemmingen zoals woningen in de buurt van inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd en/of opgeslagen.

In het kader van de externe veiligheid worden in hoofdzaak drie mogelijke risicobronnen onderscheiden:

  • Inrichtingen;
  • Transportroutes;
  • Buisleidingen.


Inrichtingen
In de nabijheid van het projectgebied bevinden zich geen inrichtingen die op basis van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) een potentiële belemmering zouden kunnen vormen voor de voorgenomen ontwikkeling.

Transportroutes
In of nabij het projectgebied zijn geen vervoerstromen aanwezig die een belemmering kunnen vormen voor de voorgenomen ontwikkeling.

Buisleidingen
In of nabij het projectgebied bevinden zich geen risicovolle buisleidingen die een belemmering kunnen vormen voor de voorgenomen ontwikkeling.

Op basis van deze informatie mag worden geconcludeerd dat er op grond van de externe veiligheid geen bezwaren bestaan tegen uitvoering van de bouwplannen binnen het projectgebied.

4.8 Molenbiotoop

In het plangebied moet rekening worden gehouden met de zogenaamde 'molenbiotoop' behorende bij de molen 'De Hoop', nabij de Molenweg 12. De molenbiotoop omvat een gebied waarin vanwege de vrije windvang voor de molen, een beperkte bouwhoogte geldt. Op grond van artikel 4 lid 3 van de Gelderse Molenverordening is het verboden zonder vergunning van Gedeputeerde Staten bouwwerken te realiseren in de zgn. molenbiotoop.

In de omgeving van de molen bevindt zich reeds bebouwing die de windvang beperkt. De bedoeling is dat binnen een bepaalde afstand van de molen de windvang in ieder geval niet wordt verslechterd door nieuwbouw in vergelijking met de bestaande situatie.

Krachtens de uitvoeringsregeling Gelderse Molenverordening zijn voorschriften gegeven over maximaal de toelaatbare hoogte van bouwwerken en andere obstakels in de nabijheid van molens, die de windvang kunnen beperken. Ieder molentype kent haar eigen voorschriften. Dit geldt ook voor molens die niet in gebruik zijn.

Voor een beltmolen, zoals die in Elspeet, mag zich op grond van artikel 2 derde lid een obstakel bevinden indien de hoogte daarvan lager is dan het niveau van de kruin van de belt van de molen, met een minimum afstand van honderd meter en met inachtneming van de formule voor de berekening van de toelaatbare hoogte die in artikel 2 eerste lid van de uitvoeringsregeling is gegeven. Dit betekent dat naarmate de afstand tot de molen groter wordt, er hoger mag worden gebouwd zoals in onderstaande tabel is weergegeven.

Op de berekening mag een correctie worden toegepast omdat de locatie waar de molen zich bevindt hoger is gelegen dan de bouwlocatie.

Dit leidt tot de volgende tabel

afstand tot de molen toelaatbare bouwhoogte correctie toegestane bouwhoogte
200 meter 7,00 m 0,66 m 7,66 m
235 meter 7,70 m 0,66 m 8,36 m
250 meter 8,00 m 0,66 m 8,66 m
300 meter
9,00 m 0,66 m 9,66 m
305 meter
9,10 0,66 m 9,76 m
340 meter
9,80 m 0,66 m 10,46 m
350 meter 10,00 m 0,66 m 10,66 m

In de voorschriften die aan het projectbesluit verbonden worden, is bepaald dat te realiseren bebouwing moet voldoen aan de eisen die krachtens de molenbiotoop gelden.

4.9 Milieuhinder Bedrijvigheid

Ten aanzien van de milieuzonering rond in het plan voorkomende bedrijfsactiviteiten is aangesloten bij de publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009 van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Hierbij gaat het om de in deze publicatie opgenomen categorisering van bedrijfstypen en de daarbij behorende richtafstanden ten opzichte van woonbebouwing (uitgaande van een rustige woonwijk of rustig buitengebied). Daarnaast is vanwege de ligging nabij agrarische bedrijven ook rekening gehouden met de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv).

Er zijn geen (agrarische) bedrijven in het projectgebied of in de omgeving van het projectgebied, die ruimtelijk een knelpunt vormen. Bij eventuele toekomstige ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met de richtafstanden uit de publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009.

Het aspect bedrijvigheid vormt geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling.

4.10 Verkeer En Parkeren

Voor het Kulturhus zal zowel een ontsluiting gerealiseerd worden vanaf de Staverdenseweg als vanaf de Nachtegaalweg. De parkeergelegenheid wordt gerealiseerd aan de achterzijde van het Kulturhus en heeft circa 65 parkeerplaatsen.

De zorgwoningen en het gebouw met de verpleegunits zijn bereikbaar vanaf de Gerrit Mouwweg. Hier bevinden zich 23 parkeerplaatsen.

Hoofdstuk 5 Opzet Projectbesluit

5.1 Algemene Opzet

Het projectbesluit is opgezet zoals bedoeld in artikel 3.10 Wet ruimtelijke ordening. Middels dit projectbesluit wil de gemeente Nunspeet de realisatie van het Kulturhus, en de gebouwen waarin de zorgwoningen en verpleegunits worden gerealiseerd planologisch mogelijk maken. In de ruimtelijke onderbouwing worden de plannen onderbouwd en beschreven. Op de bijbehorende verbeelding (kaart) is de exacte ligging van het te ontwikkelen gebied weergegeven, alsmede de begrenzing van de vlakken waarbinnen moet worden gebouwd en het gebied dat zal worden gebruikt voor parkeer- en groenvoorzieningen.

Tot slot is bij de ruimtelijke onderbouwing een aantal voorschriften opgenomen. De voorschriften voorzien in een aantal randvoorwaarden waar bij de ontwikkeling van het projectgebied rekening mee gehouden dient te worden. De voorschriften geven bijvoorbeeld de maximale toegestane hoogte aan, maar ook functies die binnen het projectgebied aanwezig mogen zijn.

Hoofdstuk 6 Economische En Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

6.1 Economische Uitvoerbaarheid

De investering voor de realisatie van de plannen wordt deels bekostigd uit de gemeentelijke algemene middelen en deels uit de opbrengsten van de locaties waar de functies die nu naar het projectgebied gaan, voorheen gevestigd waren.

Op grond van de gesloten realiseringsovereenkomst brengt de gemeente de grond onder het Kulturhus, de zorgwoningen en het verpleeghuis in en zorgt zij voor de aanleg van groen- en parkeervoorzieningen. Omnia neemt de stichtingskosten voor haar rekening en staat voor een periode van minimaal vijf jaar garant voor een sluitende exploitatie van het Kulturhus.

Tevens zijn er subsidieaanvragen ingediend bij de provincie Gelderland in het kader van de regeling "Integrale Stedelijke Vernieuwing" en regeling "Vitaal Gelderland-Kulturhus".

Het vaststellen van een exploitatieplan wordt niet noodzakelijk geacht aangezien de gemeente een anterieure overeenkomst heeft gesloten, waarin de verdeling van de kosten is geregeld.

6.2 Maatschappelijke Uitvoerbaarheid

6.2.1 Resultaten overleg ex artikel 5.1.1 Bro

Uit overleg met de provincie Gelderland is gebleken dat het zogenaamde wettelijk vooroverleg als bedoeld in artikel 5.1.1 van het Bro in dit geval achterwege kan blijven omdat dit in het kader van de gevoerde artikel 19 procedure reeds heeft plaatsgevonden.

De inspecteur RO heeft in de brief van 26 mei 2009 aangegeven dat het vooroverleg achterwege kan blijven omdat er geen nationaal belang in het geding is.

Het ontwerp-besluit met de daarbij behorende ruimtelijke onderbouwing is gelijktijdig met de tervisielegging in het kader van vooroverleg naar het Waterschap Veluwe gezonden.

6.2.2 Terinzagelegging

Het projectbesluit en de bijbehorende stukken zoals de schetsplannen van de te realiseren bouwwerken en de goede ruimtelijke onderbouwing inclusief de verbeelding en de voorschriften zullen voor de duur van zes weken ter inzage worden gelegd. Binnen deze periode kunnen belanghebbenden tegen het project zienswijze indienen. Eventuele ingediende zienswijzen worden samengevat en van antwoord voorzien.

Bijlagen Bij Toelichting

Bijlage 1 Te Verplaatsen En Te Verwijderen Bomen